1
1
het „Moord-Hollandsch Dagblad
van
I.H. Begrafenis onderneming „St. Joseph”
(Bisschoppelijk goedgekeurd)
ange*
Voor de maand Juni.
(H.-Uurgedachten).
aat 21
Vraagt gij een echte Kodak?
Fa. v. d. HORST,
lllkniir Moderne ontwikkel en afdrukinrichting.
ePistel en evangelie.
Vrijdag 31 Mei 1929.
MISKALENDER.
-«»-
Uit de Missles.
Mkmaar
i
Koopt deze dan bij een ERKENDEN KODAKHANDELAAR
Het Geheimzinnig Perkament.
De onderneming belast zich met de AL9EHEEU BMKU19
van elke begrafenis, tegen de BILLUKSTI tarieven. Een
nrri uitvoeribs wordt verzekerd.
Voor begrafenissen naar andtrt gimeiRte», en omgekeêrd, It
HAS LUKAUTO beschikbaar.
Alle inlichtingen verstrekt de DirecICIir H. l.R. IcaellPS, RlMll
kidt 31, Telephoon 751.
o
o
OFFICIEEL KERKEER
1
o
3L
(Koster St. Joseohkerk), G.
Allerbeminnelijkste Jezus.... In Uw Hart
Pref.
lijn
,pien in de btruk.’’
en
A
Moeder
I
1
(Uitstreksels uit Gethsemani van L. Lam-
mertijn, C.S.s.R., biz. 394401).
O Jezus, eeuwige Zoon van God, ik
onder ’t Oct. van
,.Z. Sadoc en Ge-
Hoe bedrukt, met smart beladen.
Was die Maagd zoo vol genaden
Moeder van Gods eigen Zoon!
Wie toch zou niet mede&nikken.
Die Maria aan zou blikken,
lijdend met haar Jezus zoet?
zou
mis-
(„Ouze Missionarissen", uitgave
der Paters Montfortanen).
.Ik wéét niet
schrqft er
getts, prima ribs
TOT I» DK GROOTST» MATJUI
bij
VINDT sen zeer groots kenze
ZWARTE MANTELS
.CUT
ge-
.oofdat Gij waarlijk het kind zjjt van
Maria: ave rerum corpus natum de Maria
benauwdheid?
ook zorgen dat er pilletjes ko-
MAANDAG 3 Juni. Mis v. H. Sacraments
dag, 2e geb?Concede, 3e voor Kerk of Paus.
F r.: 2e geb. Z. Andreas Spello. 3e Con-
GRATIS VAKKUNDIG ONDERRIOHT
„De handen der Nazareners zijn zuiver
van bloed”, antwoordde de man. „Boosdoe
ners en moordenaars vindt men niet in hun
ne rijen, maar het is beter onschuldig te lij-
GP DEN TWEEDEN ZONDAG
NA PINKSTEREN.
EPISTEL
■i7 den eersten brief van den H. Apostel
Joannes; til, 1318.
Welbeminden, verwondert u niet, als de
wereld u haat Wij weten, dat wjj van den
dood tot het leven overgebracht zijn, omdat
wjj de broeders beminnen. Die niet bemint,
bljjft in den dood. Al, wie zijnen broeder
haat is een doodslager. En gjj weet, dat geen
doodslager het eeuwig leven in zich behoude.
De liefde Gods kennen wij hieraan, dat Hij
Zijn leven voor ons gegeven heeft; wjj moe
ten dan ook ons leven voor onze broeders
geven. Die het goed van deze wereld -heeft,
en zjjnen broeder ziet gebrek Ijjden, en zijn
hart voor hem sluit, hoe blijft de liefde Gods
in hem? Mijne kinderen, laten wjj beminnen,
niet met woorden, noch met de tong, maar
met de daad en met waarheid.
EVANGELIE
In dien tijde zeide Jesus aan de phari-
seén deze gelijkenis.
Een zeker man rechtte een groot avond
maal aan, en hij noodde vele gasten. En op
bet uur van het avondmaal, zond hij zjjnen
knecht, om den genooden te zeggen, dat zij
zouden komen, wijl nu alles bereid was. En
allen begonnen zij tegelijk zich te verschoo-
nen. De eerste zeide hem: Tik heb een land
goed gekocht, en ik moet noodig uitgaan,
en het bezien; Ik bid u, verschoon mjj. En
de tweede zeide: Ik heb vjjf paar ossen ge
kocht. er ik ga ze beproeven; ik bid u, ver
schoon mjj. En de ander zeide: Ik heb eene
vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet ko
men. En de knecht keerde terug, en bood
schapte dit zijnen heer. De vader des huisge-
zins werd toen vergramd, en zeide aan zjjnen
knecht: Ga spoedig naar de straten en wij
ken der stad, en breng de armen, en gebrek-
kelijken, en blinden, en kreupelen hier bin
nen. En de knecht zeide: Heer, het is gedaan,
gelijk gij bevolen hebt, en daar is nog plaats.
En de heer zeide tot den knecht: Ga naar
de wegen en paden, en dwing ze binnen te
komen, opdat mjjn huis vol worde; want tv
zeg u, dat niemand van die -mannen, die ge
nood zijn, mijn avondmaal zal smaken.
Hebt u er al eens over g<
alleen of met meerderen zjjt)
geven tegen rente zoolang u leeft?
Na uw dood wordt dat geld gebruikt voo*
de opleiding van priesters.
virgine.... In den geest van medelijdende
•n uitboetende liefde wil ik dezen avond de
•marten overwegen, die Gjj verduurd hebt
Op den Witten Donderdag, óm en mét Maria,
Uw goede Moeder.
O Maria, Moeder van Jezus en ook mjjne
Moeder.Laat ook mjj doelen in de smart,
<He G| verduurd hebt tot uitboeting van mjjn
■ouden, en tot uitboeting van de zonden van
beei het menacbdom.
DOMINICAANSCHE KALENDER.
ZONDAG 2 Juni. Zondag
Sacrament; mem. ocL en Z.
Aollon IVf
MAANDAG 3 Juni. Van ’t Oct.; mem. Z.Z.
Petrus en Gezellen M.
DINSDAG 4 Juni. Van t Oct.; mem. H.
Franciscus Bel.
WOENSDAG 5 Juni. Van *t Oct.; mem. Z.
Jacobus Bel. (90 Mei).
DONDERDAG 6 Juni. Octaafdag v. het
Sacrament; H. Norbertus Biss. en Bel.
VRIJDAG 7 Juni. H. Hart van Jezus t.d.
ZATERDAG 8 Juni. Allerz. Hart v. Maria
kd.; mem. H. Medardius Biss. en Bel.
Ghardaia, 30 Maart. Agentia Fides: Noord-
Afrika was vroeger zeer christelijk. Vandaar
komt het zeker, dat men nog heden ten dage,
bjj de Masabieten, een voortbestaan der
christelijke gebeden kan waarnemen, die daar
„Ziari” worden genoemd. Dat woord betee-
kent „bezoek” en duidt op de processie, die
elk dorp der Mzab in Maart maakt naar de
plaatsen, waar de heiligen van het land be
graven zijn. De mannen, gevolgd door vele
kinderen, vertrekken ’s morgens vroeg uit de
verschillende dorpen en loopen een groot
gedeelte van den dag. Men bezoekt de
„heilige” plaatsen en men verhaalt de geschie
denis van de helden van de streek. Gewa
pend met een grooten sikkel, dooden de pel
grims alle schadelijke dieren, die ze op hun
weg ontmoeten, als, slangen, scorpioenen
ent. Terwjjl ze voorttrekken over heuvels en
dalen, roepen ze God aan, en vragen Hem de
oogsten te zegenen, ’s Avonds komen ae bij
een in een opgedroogde rivierbedding, waar
Week van 28 JunL
->.b. Tot en met Dond. Credo en Pref.,
v. Kerstm.
ZONDAG 2 Juni. Zond, onder het Octaaf
van H. Sacramentsdag, Tijdeigen, Mis Fac-
tus est, 2e geb. v. h. Octaaf, 3e H.H. Mar
cel! inus, enz.
F r.: 3e geb. Z. Humiliana. 4e H.H. Mar-
celjinus, enz.
MAANDAG 3 Juni. Mis
putten zijn gegraven, om drinkbaar water te
krjjgen.
Daarheen trekken 's morgens en 's avonds
de meisjes, die op hun tengere schouders een
juk dragen, aan welks uiteinden twee em-
mere van bokkenlcer hangen, die den water
voorraad voor de heele familie bevatten.
Langdurige gebeden worden gezegd 'fen
verzen uit de koran worden herhaald door
de teibas, die de geestelijkheid der Mzab vor
men. De schalen met kouskous komen aan,
gedragen door de vertegenwoordigers der fa
milies en worden geplaatst voor de rijen van
Mascabiten, die in grooten getale zijn geko
men, zelfs zonder aan de processie te hebben
deelgenomen. Tegen de hellingen van een
groot vierkant gezeten, in ’t midden van de
zandrivier, worden een reeks schotels, die
met een roode stof bedekt zjjn. voor hen
neergezet. Dadels worden uitgedeeld, en
daarna heeft, na het gebed der moghreb of
zonsondergang, dat door een onmeteljjke
schaar inlanders wordt gezongen, de distri
butie plaats. Arme kinderen, vooral Arabi
sche komen hun deel bedelen, terwjjl ze aan
houdend roepen ..Talaba. za si téleb”, d.w.z.
We smeek en u, tolbas, help ons. De genoo-
digden geven deze arme kinderen een weinig
kouskous mee. Daarna gaat ieder naar huis.
De ziara is geëindigd.
De Farizeër haalde ’n stuk zilverplaat uit
een schuif in *n muurkast.
„Hier is een wissel voor twee talenten".
„Gjj hebt er tien beloofd”.
„Wat! is Hanani dood?” riep Sulamith, ter
wjjl zjj stormachtig Charikies' hand omklem
de. Spreekt ge waarheid?”
„Zjjn bloed kleeft nog aan mjjn dolk.
Ik liet zjjn Ijjk in de halle van Salomon ach
ter".
„Dank, duizendmaal dank, mjjn red
der! Geen loon is te groot voor u!”
..Hebt gjj werkelijk Hanani gedood?” vroeg
Jonadab. „Hoe is alles gegaan?"
,Jk trof hem in den tempel, juist op
het oogenblik dat een Biocurimstoet, zooals
men het mjj beduidde, zjjn offerande binnen
bracht; ik benuttigde het gedrang, door den
stoet teweeggebracht, om uw verlangen uit
te voeren”.
„En zjjt ge niet voor den moordenaar
gehouden geworden?”
’N VERHAAL UIT T H. LAND.
(Jaren 4070 na Christus’ geboorte).
't Volk week verschrikt uit elkaar. Op al
ler gezicht stond ontsteltenis te lezen.
„De Romeinen!” riepen eenigen. Anderen
schreeuwden: ,.De Nazareners!” Onder ver
ward rumoer vlogen allen de trappen af.
't Was de eerste maal niet, dat de tempel
getuige was van een aanranding. Meer dan
ééns hadden de Romeinsohe soldaten vreed
zame pelgrims overvallen en onder hen ’n
bloedbad aangericht.
De algemeene verwarring kwam Charikies
te pas. Hij herinnerde zich, wat Jonadab
over de Nazareners had gezegd, en begon
met de anderen te roepen: „De Nazareners,
de Nazareners!” Den dolk uit dè borst des
overvallenen trekkende, stormde hjj mede in
het gedrang, als om den moordenaar te ver
volgen.
Een zijstraat bood hem de gewenschte
gelegenheid, om uit de oogen te komen.
Zoodra hjj zich alleen zag, bleef hjj, diep
ademhalend, staan en leunde tegen een
muur.
Er kwam iemand voorbij.
„Zjjt ge ziek?” vroeg deze vriendelijk.
Charikies sidderde; hjj had het gevoel, dat
iedereen de daad op zjjn gezicht lezen kon.
„Neen”, antwoordde hjj met bevende
stem. ,Jk ben slechts moe vap het loopen.
In den tempel zjjn de Nazareners de vrome
pelgrims aan het vermoorden”.
„Ik heb de schuld op de Nazareners
geworpen. Niemand is getuige geweest van
de daad, buiten dengene wien ze gold”.
„Voortreffelijk! Ik zie, dat ge een leer
zaam scholier ziit; ik verwacht nog menigen
dienst van u. Ge zoudt dus recht hebben
op tien talenten?”
„Ge zult uw belofte wel niet vergeten
zjjn!”
Jonadab haalde *n ander stuk zilverplaat
en overhandigde het den Griek.
Deze onderzocht het nauwkeurig, en liet
het in zjjn zak gljjden.
„Wees echter op uw hoede”, dreigde de
Farizeër; „indien ge mjj bedriegt, indien
de Esseër niet door uwe hand gevallen is. .1”
„Het staat u vrij, de waarheid mijner
bewering te onderzoeken”.
Met die woorden reikte de Griek hem het
lederen tasch je over.
Jonadab scheurde het met haast vaneen.
„Rust nu uit, mijn jonge vriend”, sprak
Sulamith. den Griek een kussen toeschui-
vende. „Den dienst, dien gjj ons heden be
wezen hebt, zullen wjj niet verbeten”.
Zjj zag hem glimlachend aan. Ook de Griek
glimlachte; maar ’t was in de bewustheid,
anderen in deze zaak te slim af te zjjn ge
weest
„Indien gjj ver moed dé; dat ik den inhoud
ken, zoudt gjj wellicht niet zoo vriendelijk
zjjn", dacht hjj bjj zichzelf.
De Farizeër kwam met blinkend gezicht
terug.
„Gjj hebt uw belofte voortreffelijk gehou
den”, zeide hjj: „wjj gaan 't welslagen van
ons plan door een goeden maaltijd vieren.
Of hebt gjj reeds geavondmaald?”
„Daartoe had ik geen tjjd". antwoordde
Charikies; „ik ben, na mjjn slag geslagen te
hebben, vlug den tempel uitgeloopen, den
schijn aannemende, alsof ik de Nazareners
vervolgde; ergens 'n huis binnengaan, durfde
ik niet Bloedschuld is niet zoo licht te dra
g°“”- -
„Dat wisoht de tg<l wel uit. Niemand
zal u verdenken; morgen spreekt men over
de zaak niet meer.”
Ik veronderstel, dat Charikies voortaan bjj
ons zal inwonen,”' opperde de vrouw.
De Farizeër dacht even na.
„Neen, 't is beter, dat onze vriend een
ander onderkomen zoekt. Men moet ons niet
voor bondgenooten aanzien bij de plannen,
die ik nog met zjjn hulp ten uitvoer hoop
te brengen.”
Sulamith beet zich op de lippen.
„Anders zou dit ons eentonig leven wat
opgevrooljjkt hebben," pruilde zjj. „Doe mjj
't genoegen, ons zoo dikwerf mogeljjk te
bezoekeh,” wendde zjj zich tot den Griek.
De Griek beloofde 't, en Salumith «weefde
de kamer uit, om bevel voor 't maal te ge
ven.
„Eene zaak eisch ik van u,” sprak Jona
dab; „dat ge niet bjj Detnas wederkeert.”
„Waarom niet?”
„Wjjl ik ’t niet wil".
„Om welke reden denkt ge mjj aan uwen
wli gebonden?"
De Farizeër glimlachte boosaardig.
„Staat het niet in mijn macht, u voor
den moord op den Esseër te doen straffen?”
„Ik beken, dat ik u in staat acht, de
hand te verraden, die uw misdadige plannen
ten uitvoer bracht. Doch ik vrees u niet!”
Jonadab stond verbluft.
„Wat beteekenen deze woord?"
„Dat zal 't uur u zeggen, waarop ge mjj
verraden zult”.
„Ge zult dus, tegen mjjn wil, bij Demas
bljjven wonen?”
„Ik heb hieromtrent nog geen besluit
genomen. Toch dunkt mjj, dat ik 't minst in
verdenking zou komen, met u in betrekking
te staan, als ik bjj uw vijand inwoonde".
„Doe wat ge wilt, maar wees voor
zichtig”.
cede.
DINSDAG 4 Juni. Mis v. H. Sacraments
dag, 2e geb. H. Franciscus Caracciola.
WOENSDAG 5 Juni. Mis v. H. Sacra
mentsdag. èe geb.
DONDERDAG 6 Juni. Octaafdag Mis v.
H. Sacramentsdag, 2e geb. H. Noibertus.
VRIJDAG 7 Juni. Feest v. H. Hart v.
Jezus met Octaaf, (Feesteigen achter maand
Mei), Mis Miserebitur, onder het Octaaf
Credo en Prefatie v. h. H. Kruis.
F r.: Mis Egredhnini, Credo.
Kerstmis.
ZATERDAG 8 Juni. Mis v. h. Octaaf v. h.
H. Hart. 2e geb. Concede, 3e voor Kerk of
Paus.
F r.Z.Z. Pacificus, enz. 2e geb. Oct. v. H.
Hart. 3e Concede.
UVfcUO. Hl V »V JLlCbl 1»
heersobt kinderliefde tot Haar, de zachtste,
de minnendste, de offervaardigste kinder
liefde....
Beminnelijke Maria, wat een meer dan
serafjjnsche liefde klopt in Uw Hart voor
Uw Zoon, Uw Schepper!....
j En deze wederzjjdsdhe liefde wordt nu.
gekwetst..». In ’s menschen hart is de
smart heviger, naarmate de liefde sterker is.
0 Goddelijke Ljjder van Gethsemani, hoe
wreed werd Uw Hart vermorzeld bjj het zien
van het leed Uwer Moeder!....
Lieve Moeder van Jezus, wat werd Uw
Moederhart verpletterd, bjj 't zien en ’t over
wegen van de bittere pijnen van Uw Jezus!
Aangiften kunnen ook geschieden bij de aansprekersJ. J. Abbes, St.
Jeeobstraat 9 (Koster Sb Laurentiuskerk), F. H. Saventje, Koorstraat 8,
(Koster St. Joseohkerk), G. van Veen, Baansingel 37 b.
309.
Ik moest eigenlijk kans zien zoo nu en
dan eens zoo’n plechtigheid in het Missiehuis
te houden als er de 16de gevierd is. 't Schijnt
dat meerdere goede vrienden er door wakker
gworden zijn. Ik heb sinds een paar jaar
zoo’n Leste tien dagen niet gehad als sinds de
plechtige consecratie. God zegene’ de goedo
weldoeners!
Ja, zelfs bjj de jubiieum-gave wordt ook al
aan het Missiehuis gedacht: „P
waar ik het beter geven kan”,
een.
Ja, ik heb er echt een goede zin door.
Of ik dan niet altijd een goede zin heb?
Wat zal ik daarvan zeggen? „Als ik maar
op tjjd mjjn pilletjes slik, zei de zieke, dan
gaat het nogal." Zoo is het met mjj ook wel
eens. Maar als de pilletjes opraken;.Nou
ja, dan heb ik wel eens
En dat is een lastige kwaal, hoor
Hebt u ook wel eens pien in uw buuk?
Zit ge ook wel eens in de
Dan moet ge
men, met dat verschil dat u ze zelf niet be
hoeft te slikken. Dat laat u mjj maar doen.
U stuurt ze mjj maar op per postwissel, per
giro, per aangeteekende brief, of als de voor
raad te groot is, dan kom ik ze wel bjj u aan
huis slikken. U zult erover verwonderd
staan hoeveel ik slikken kan. Maar, ziet u.
mjjn jongens slikken mee, met of zonder
pien in de buuk. Want voor die kwaal zijn ze
nog te jong.
Leveranciers en crediteuren overgieten nijj
met „zweetdrankjes”, zorgt u nu voor pillen?
Missiehuis Hoorn. Postrekening 120937
Father LEFEBER,
Directeur^
gedacht (hetzij O
l om ons geid te
den dan schuldig te heerschen”.
Met deze woorden ging hjj heen.
Charikies voelde naar het park ament, dat
hjj in zjjn borstzak verborgen had. Wat kon
het behelzen? Een gewichtig geheim voor
zeker.
„Wellicht kan ik ’t my ten nutte maken",
murmelde hjj. ,Ik wil weten, wat het waard
is. Gemoord heb ik nu toch: waarom
ik ’n vreemde met de vrucht mijner
daad laten heengaan?"
Hjj keek om zich heen. *t Was ’n stille
straat: toch trokken nu en dan eenige wan
delaars voorbjj. Hjj ging derhalve de stad uit
iff de richting van den Olijfberg. Daar zette
hjj zich op een rotsblok, in de schaduw van
een olijfboom neder en haalde zjjn roof te
voorschijn.
't Was ’n platte lederen tasch, aan alle
zijden toegenaaid. Hjj tornde een naad los en
trok het perkament er uit.
Hoe langer hjj las. boe begeeriger hij den
inhoud verslond, 't Rood kleurde zjjn wsa
gen. zjjn oogen fonkelden, perkament sid
derde in zjjn handen.
„Ah!” hjjgde hb’. ..dat li het dus! Gjj hebt
Uiet te veol (rabodttu Jonadab; het schrift
was meer waard voor u. Maar ook voor injjt
Gjj zult het hebben, maar.... het geheim
zal het mjjne zjjn”.
Haastig rees hjj overeind en stapte op de
straat toe, die naar Bethanië leidde. Naast
den weg weiden allerlei benoodigdheden
verirocht aan het volk, dat het Paasehfeest
ging by wonen.
Charikies had spoedig gevonden wat hjj
noodig had: perkament en schrijfgerief. Hjj
keerde naar zjjn plaats terug en schreef het
gewichtig stuk af. Nu kwam het er verder
op aan, den lederen buidel weer dicht te
maken, wat, met behulp van een der kra
mers, voortreffelijk gelukte.
Zijn gemoedsgesteltenis was volkomen
veranderd; het bewustzijn der bloedschuld
scheen van hem weggenomen en met lichten
stap keerde hjj naar de stad terug, 't Werd
reeds donker, toen hij *t huis van Jonadab
bereikte.
Deze had den gansohen dag in pjjnljjke on
zekerheid gewacht. Charikies' besluiteloos
heid en gejaagdheid hadden hem met niet
geringer kommer vervuld. „Misschien heb ik
hem wat veel beloofd. Denk eens: tien ta
lenten!”
Op dit oogenblik weerklonken schreden,
en spoedig stond Charikies vóór hem.
Jonadab sprong opgewonden van
zetel.
De Griek had ’n koele uitdrukking: niets
verried den moordenaar.
„Walnu!” vroeg de Farizeër met heesche
stem, „is 't plan gelukt?”
„Ja", antwoordde Charikies kort.
„Hebt gjj 't perkament in handen?"
De Griek haalde de lederen tasch voor
den dag.
„Hier is het”.
„Geef hier, geef hier!” riep Jonadab
hjj wilde den kostbaren buit grjjpen.
Charikies deed 'n schreede achteruit en
stak weder de tasch in den zak.
„Eerst 't loon!”
Mt. NOOWD HOOWN-
Na drie jaren van openbaar leven was
voor Jezus de lijdenstijd aangebroken.
Hoe werd Jezus' bijzijn van dat oogenblik
af dubbel dierbaar aan Maria!.... En even
dierbaar was aan Jezus Maria’s tegenwoor
digheid
.Witte Donderdag, met zjjn pijnlijk uur
van scheiden tusschen Moeder en Kind, met
zjjn uur van het laatste Avondmaal, en de
sombere Lijdensnacht en de wreede sterf-
et Lijdensdrama begint....
....Hoe zal Jaatu.... kliert Moodor
voor 't laatst aan Zijn Hart gedrukt hebben,
in innigeliefde vervoering!.... Wat een har-
teljjke. laatste moederlijke zegen van Ma
ria's bevende bandenen wat een laat
ste kinderlijke Godszegen van Jezus!....
Liefste Jezus, hoe huivert Uw goddelijk
Hart van pijn!.... Weemoedig klinkt bet in
het diepst van Uw verscheurd hinderhart:
„Vader, laat dien lijdenskelk toch aan Mij
en Mjjn Moeder voorbijgaan! Doch niet Mjjn.
maar Uw wil geschiede....”
0 Maria, bedrukte Moeder van Jezus,
voorbjj is nu uw stil geluk!.... en zeker
is 't, dat het nooit weer zóó kan beginnen
....Wie zal ooit de droefheid van Uw
Hart begrijpen, van dat teederste Moeder
hart, dat lijdt om het aanbiddelijkste Kind!
in stilte stort Gij bittere tranen harte-
bloed terwijl gij Jezus zacht nazegt in Zijn
Goddelijke gelatenheid: „O Vader, fiat!
Ecce ancilla Domini; fiat mihi secundum
verbum tuum: zie de dienstmaagd des Hee-
ren; mij geschiede naar Uw woord!”....