van
I.K. Begrafenis onderneming „St. losegh"
(BlttclMHtllk giedgckeirl)
het „Noord-Hollandsch Dagblad”
At
Vraagt gij een echte Kodak?
epistel en evangelie.
Vrlldag 31 Mei 1929.
rfkmair
MISKALENDER.
Dameitferdinq
Mt 21
Wkniir
Uit de Missles.
Koopt deze dan bij een ERKENDEN KODAKHANDELAAR
GRATIS VAKKUNDIG O» DER RICHT
d. HORST, Langeiti
Moderne ontwikkel en afdrukinrichting.
Het Geheimzinnig Perkament.
De onderneming belast zich met de AL0EHEIU BMKUM
van elke begrafenis, tegen de BILUJUTt tarieven. Een
mitti uiTvonue wordt verzekerd.
Voor begrafenissen naar inltrt linicitll, en omgekeerd, It
KLAS LUKAUTO beschikbaar.
Alle inlichtingen verstrekt de DirccIturR. J.I. ItfiellM, Koulil
kilt 39, Teleikiii 739.
Voor de maand Juni.
OFFICIEEL KERKBERICHT
•R. NOORD HOORN-
o
Pref.
zjjn
en
en
(o)
ge-
<3
L-
Mis
:rtus.
,Ik vreet, niet
schryft er
zou
nris-
ÏJ VINDT een zeer groot» keuze
ZWARTE MANTELS
M. sjjda, ehartnalain», wol geor
gette, prima rib»
TOT IN DE GROOTST! MATEN
bn
;S
uw buuk?
benauwdheid?
Ghardaia, 30 Maart. Agentia Fides: Noord-
Afrika was vroeger zeer christelijk. Vandaar
komt het zeker, dat men nog heden ten dage,
bij de Masabieten, een voortbestaan der
christelijke gebeden kan waarnemen, die daar
„Ziari” worden genoemd. Dat woord betee-
kent „bezoek” en duidt op de processie, die
elk dorp der Mzab in Maart maakt naar de
plaatsen, waar de heiligen van het land be
graven zijn. De mannen, gevolgd door vele
kinderen, vertrekken ’s morgens vroeg uit de
verschillende dorpen en loopen een groot
gedeelte van den dag. Men bezoekt de
„heilige” plaatsen en men verhaalt de geschie
denis van de helden van de streek. Gewa
pend met een grooten sikkel, dooden de pel
grims alle schadelijke dieren, die ze op hun
weg ontmoeten, als, slangen, scorpioenen
enz. Terwjjl ze voorttrekken over heuvels en
dalen, roepen ze God aan, en vragen Hem de
oogsten te zegenen, 's Avonds komen ze bij
een in een opgedroogde rivierbedding, waar
putten zijn gegraven, om drinkbaar water te
Krijgen.
Daarheen trekken 's morgens,en.'s avonds
de meisjes, die op hun tengere schouders een
juk dragen, aan welks uiteinden twee em
mers van bokkenleer hangen, die den water
voorraad voor de heele familie bevatten.
Langdurige gebeden worden gezegd en
vergen uit de koran worden herhaald door
de telbas, die de geestelijkheid der Mzab vor
men. De schalen met kouskous komen aan,
gedragen door de vertegenwoordigers der fa
milies en worden geplaatst voor de rjjen van
Mascabiten, die in grooten getale zijn geko
men, zelfs zonder aan de processie te hebben
deelgenomen. Tegen de hellingen van een
groot vierkant gezeten, in ’t midden van de
zandrivier, worden een reeks schotels, die
met een roode stof bedekt zijn, voor hen
neergezet. Dadels worden uitgedeeld, en
daarna heeft, na het gebed der moghreb of
zonsondergang, dat door een onmetelijke
schaar inlanders wordt gezongen, de distri
butie plaats. Arme kinderen, vooral Arabi
sche komen hun deel bedelen, terwijl ze aan
houdend roepen „Talaba, za si tAleb”, d.w.K,
We smeeken u, tolbas, help ons. De genoo-
digden geven deze arme kinderen een weinig
kouskous mee. Daarna gaat ieder naar buia.
De tiara is geëindigd.
’N VERHAAL UIT T H. LAND.
(Jaren 4070 na Christus’ geboorte).
’t Volk week verschrikt uit elkaar. Op al
ler gezicht stond ontsteltenis te lezen.
„De Romeinenf" riepen eunigen. Anderen
schreeuwden: ,,Dè Nazareners!” Onder ver
ward rumoer vlogen allen de trappen af.
't Was de eerste maal niet, dat de tempel
getuige was van een aanranding. Meer dan
ééns hadden de Romeinsche soldaten vreed
zame pelgrims overvallen en onder hen ’n
bloedbad aangericht.
De algemeene verwarring kwam Charikles
te pas. Hü herinnerde zich, wat Jonadab
over de Nazareners had gezegd, en begon
met de anderen te roepen: „De Nazareners,
de Nazareners!” Den dolk uit de borst des
overvallenen trekkende, stormde hij mede in
het gedrang, als om den moordenaar te ver
volgen.
Een zijstraat bood hem de gewensóhte
gelegenheid, om uit de oogen te komen.
Zoodra hjj zich alleen zag, bleef hij, diep
ületnhalend, staan en leunde tegen een
muur.
Er kwam iemand voorbij.
„Zqt ge ziek?” vroeg deze vriendelijk.
Charikles sidderde; hq had het gevoel, dat
iedereen de daad op zijn gezicht lezen kon.
„Neen”, antwoordde hjj met bevende
stem. ,dk ben slechte moe van het loopen.
In den tempel zjjn de Nazareners de vrome
pelgrims aan het vermoorden”»
Wie toch sou niet medesnikken.
Die Maria aan zou blikken,
Lijdend met haar Jezus zoet?
(Uitsteeksels uit Gethsemani van L. Lam
mert jjn, C.S.S.R., bH. 394401).
(„Ouze Missionarissen”, uitgave
der Paters Montfortanen).
Hebt u er al eens over g<
alleen of met meerderen zqt)
geven tegen rente zoolang u leeft?
Na uw dood wordt dat geld gebruikt voo»
de opleiding van priesters.
GP DEN TWEEDEN ZQNDAG
NA PINKSTEREN.
EPISTEL
eersten brief van den H. Apostel
Joannes', III, 1318.
Welbeminden, verwondert u niet, als de
wéreld u haat. Wij weten, dat wjj van den
dood tot het leven overgebracht zijn, omdat
wq de broeders beminnen. Die niet bemint,
bljjft in den dood. Al, wie zijnen broeder
haat ia een doodslager. En gq weet, dat geen
doodslager het eeuwig leven in zich behoude.
De liefde Gods kennen wq hieraan, dat Hq
Zijn leven voor ons gegeven heeft; wq moe
ten dan ook ons leven voor onze broeders
geven. Die bet goel van deze wereld heeft,
en zjjnen broeder ziet gebrek lijden, en zijn
hart voor hem sluit, hoe blijft de liefde Gods
ia hem? Mijne kinderen, laten wjj beminnen,
niet met woorden, noch met de tong, maar
met de fiaa.i en met waarheid.
EVANGELIE
In dien tijde zeide Jesus aan de phari-
seén deze gelijkenis.
Een zeker man rechtte een groot avond
maal aan, en htj noodde vele gasten. En op
het uur-van het avondmaal, zond hij zijnen
knecht, om den genooden te zeggen, dat zij
zouden komen, wjjl nu alles bereid was. En
allen begonnen zij tegelijk zich te versetoo-
imb. De eerste zeide hem: lik heb een land
goed gekocht, en ik moet noodig uitgaan,
en het bezien; ik bid u, verschoon mq. En
de tweede zeide: Ik heb vijf paar ossen ge
kocht, er ik ga ze beproeven; ik bid u, ver
schoon mq. En de ander zeide: Ik heb eene
vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet ko
men. En de knecht keerde terug, en bood
schapte dit zijnen heer. De vader des huisge-
zins werd toen vergramd, en zeide aan zijnen
knecht: Ga spoedig naar de straten en wij-
ken der stad, en brcn« de at iilëïïTemgebrek-
kelfjken, énhlinden, en kreupelen hier bin
nen. En de knecht zeide: Heer, bet is gedaan,
gelijk gjj bevolen hebt, cn daar is nog plaats.
En de heer zeide tot den knecht: Ga naar
de wegen en paden, en dwing ze binnen te
komen, opdat mqn huis vol worde; want ik
zeg u, dat niemand van die mannen, die ge
nood zijn, mjjn avondmaal zal smaken.
w J aanspr
Jaeobstraat 9 (Koster St. Laurentiuskerk), F. H. I
(Koster St. .Tosephkerk), G. van Veen, Baansingel 37 b.
Aangiften kunnen ook geschieden bjj de aansprekersJ. J. Abbe»,- St
- Savenije, Koorstraat 8,
(H.-Uurgedachten).
O Jezus, eeuwige Zoon van God, ik
J»f.... dat Gq waarlijk het kind zjjt van
Maria: ave verum corpus natum de Maria
virpine.... In den geest van medelijdende
tn uitboetende liefde wil ik dezen avond de
kmarten overwegen, die Gjj verduurd hebt
Op den Witten Donderdag, dm 'én mét Maria,
Uw goede Moeder.
O Maria, Moeder van Jezus en ook mjjne
Moeder.Laat ook mq deelen in de smart,
die G| verduurd hebt tot uitboeting van mqn
■ouden, en tot uitboeting van de zonden van
•Mi bét mensebdom.
vit den
309.
Ik moest eigenlijk kans zien zoo nu en
dan eens zoo’n plechtigheid in het Missiehuis
te houden als er de 16de gevierd is. ’t Schijnt
dat meerdere goede vrienden er door wakker
gworden zijn. Ik heb sinds een paar jaar
zoo’n beste tien dagen niet gehad als sinds de
plechtige consecratie. God zegene de goede
weldoeners!
Ja, zelfs bq de jubileum-gave wordt ook al
aan het Missiehuis gedacht: „P
waar ik het beter geven kan”,
een.
Ja, ik heb er echt een goede zin door.
Of ik dan niet altijd een goede zin heb?
Wat zal ik daarvan zeggen? „Als ik maar
op tqd mqn pilletjes slik, zei de zieke, dan
gaat het nogal.” Zoo is het met mij ook wel
eens. Maar als de pilletjes opraken;..Nou
ja, dan heb ik wel eens „pien in de buuk.”
En dat is een lastige kwaal, hoor
Hebt u ook wel eens pien in
Zit ge ook wel eens in de
Dan moet ge ook zorgen dat er pilletjes ko
men, met dat verschil dat u ze zelf niet be
hoeft te slikken. Dat laat u mq maar doen.
U stuurt ze mq maar op per postwissel, per
giro, per aangeteekende brief, of als de voor
raad te groot is, dan kom ik ze wel bq u aan
huis slikken. U zult erover verwonderd
staan hoeveel ik slikken kan. Maar, ziet u,
mijn jongens slikken mee, met of zonder
pien in de buuk. Want voor die kwaal zjjn ze
nog te jong.
leveranciers en crediteuren overgieten mjj
met „zweetdrankjes”, zorgt u nu voor pillen?
Missiehuis Hoorn. Postrekening 120937
Father LEFEBER,
Directeur,
gedacht (hetzij u
I om ons geld te
Na drie jaren van openbaar leven was
voor Jezus de lijdenstijd aangebroken
Hoe werd Jezus’ bijzijn van dat oogenblik
af dubbel dierbaar aan Maria!.En even
dierbaar was aan Jezus Maria’s tegenwoor
digheid
Witte Donderdag, met zqn pijnlijk uur
van scheiden tusschen Moeder en Kind, met
zjjn uur van het Laatste Avondmaal, en de
sombere Lijdensnacht en de wreede sterf-
^*Het Lijdensdrama begint.
--...Boe zal Jezus.... Zjjn lieve Moeder
voor 't laatst Kan Zjjn Hart gedrukt hebben,
in innigeliefde vervoering!.Wat een har
telijke, laatste moederlijke zegen van Ma
ria’s bevende handenen wat een laat
ste kinderlijke Godszegen van Jezus!....
Liefste Jezus, boe huivert Uw goddelijk
Hart van pijn!.Weemoedig klinkt het in
het diepst van.Uw verscheurd kinderhart:
„Vader, laat dien lijdenskelk toch aan Mq
en Mjjn Moeder voorbijgaan! Doch niet Mjjn.
maar Uw wil geschiede...."
O Maria, bedrukte Moeder van Jezus,
voorbq ‘8 nu uw st" geluk!.... en zeker
is ’t, dat het nooit weer zóó kan beginnen
....Wie zal ooit de droefheid vah Uw
Hart begrijpen, van dat teederste Moeder
hart, datlj|dtom het aaribiddeljjkste Kind!.
in stilte stort Gq bittere tranen harte-
bloed terwijl gq Jezus zacht nazegt in Zijn
Goddelijke gelatenheid: „O Vader, fiat!....
Ecce ancilla Domini; fiat miM secundum
verbum tuum: zie de dienstmaagd des Hee-
ren; mq geschiede naar Uw woord!”....
Hoe bedrukt, met smart beladen,
Was die Maagd zoo vol genaden
Moeder van Gods eigen Zoon!
DOMINICAANSCHE KALENDER.
ZONDAG 2 Juni. Zondag onder ’t Oct. van
Sacrament; mem. oct en Z.Z. Sadoc en Ge
zellen M.
MAANDAG 3 Juni. Van ’t Oct.; mem. Z.Z.
Petrus en Gezellen M.
DINSDAG 4 Juni. Van ’t Oct.; mem. H.
/>i 8C-II8 Bel
WOENSDAG 5 Juni. Van ’t Oct.; mem. Z.
Jacobus Bel. (30 Mei).
DONDERDAG 6 Juni. Octaafdag v. het
Sacrament; H. Norbertus Biss. en Bel.
VRIJDAG 7 Juni. H. Hart van Jezus t.d.
ZATERDAG 8 Juni. Alien. Hart v. Maria
ML; mem. H. Medardius Biss. en Bel.
Week van 28 Juni.
Tot en met Dond. Credo en Pref,
v. Kersten.
ZONDAG 2 Juni. Zond, onder bet Octaaf
van H. Sacramentsdag, Tijdeigen, Mis Fac-
tus est, 2e géb. v. h. Octaaf, 3e H.H. Mar-
eellinus, enz.
F r.: 3e géb. Z. Humiliana, 4e H.H. Mar-
eellinus, enz.
MAANDAG 3 Juni. Mis v. H. Sacraments
dag, 2e geb.'Concede, 3e voor Kerk of Paus.
Fr.: 2e geb. Z. Andreas Spello, 3e Con
cede.
DINSDAG 4 Juni. Mis v. H. Sacraments
dag, 2e geb. H. Franciscus Caraccióla.
WOENSDAG 5 J^pi. Mis v. H. Sacra
mentsdag. 2e geb.
DONDERDAG 6 Juni. Octaafc
H. Sacramentsdag, 2e géb. H. N<
VRUDAG 7 JunL Feest v. H. Hart v.
Jezus met Octaaf, (Feesteigen achter maand
Mei), Mis Miserebitur, onder het Octaaf
Credo en Prefatie v. hl H. Kruis.
F r.: Mis Egredimini, Credo,
Kerstmis.
ZATERDAG 8 Juni. Mis v. h. Octaaf v. h.
H. Hart. 2e geb. Concede, 3e voor Kerk of
Paus.
Fr.: Z.Z. Pacificus, enz. 2e geb. Oct v. H.
Hart. Se Concede^
djenst van u. Ge zoudt dus reobt hebben
op tien talenten?”
„Ge zult uw belofte wel niet *vergeten
zjjn!"
Jonadab haalde ’n ander stuk zilverplaat
en overhandigde het den Griek.
Deze onderzocht bet nauwkeurig, en liet
het in zjjn zak gljjden.
„Wees echter op uw hoede”, dreigde de
Farizeér; „indien ge mq bedriegt, indien
de Esseér niet door uwe hand gevallen is.
„Het staat u vrq, de waarheid mijner
bewering te onderzoeken”.
Met die woorden reikte de Griek hem het
lederen taschje over.
Jonadab scheurde het met haast vaneen.
„Rust nu uit. mjjn jonge vriend”, sprak
Sulamith. den Griek een kussen toeschui-
vende. „Den dienst, dien gq ons hedén be
wezen hebt, zullen wq niet verpeten”.
Zjj zag hem glimlachend aan. Ook de Griek
glimlachte; maar 't was in de bewustheid,
anderen in deze zaak te slim af te zijn ge
weest
„Indien gq vermoedde, dat ik den inboud
ken, zoudt gq wellicht niet zoo vriendeljjk
zijn", dacht hij bij zichzelf.
De Farizeër kwam met blinkend gezicht
terug.
„Gq hebt uw belofte voortreffelijk gehou
den”, zeide hjj: „wjj gaan ’t welslagen van
ons plan door een goeden maaltijd vieren.
Of hebt gjj reeds geavondmaald?”
..Daartoe had ik geen tijd", antwoordde
Oharikles; ..ik ben, na mjjn slag geslagen te
hebben, vlug den tempel uitgeloopen, den
schijn aannemende, alsof ik de Nazareners
vervolgde; ergens ’n huis binnengaan, durfde
ik niet. Bloedschuld is niet zoo licht te dra
gen”.
„Dat wiseht de t(jd wel 'Ait Niemand
zal u verdenken; morgen spreekt men over
de zaak niet meer.”
Ik veronderstel, dat Oharikles voortaan bjj
ons zal inwonen,” opperde de vrouw.
De Farizeër dacht even na.
„Neen, ’t is beter, dat onze vriend een
ander onderkomen zoekt. Men moet ons niet
voor bondgenooten aanzien bq de plannen,
die ik nog met zijn hulp ten uitvoer hoop
te brengen.”
Sulamith beet zich op de lippen.
„Anders zou dit ons eentonig leven wat
opgevrooljjkt hebben,” pruilde zjj. „Doe mq
’t genoegen, ons zoo dikwerf mogeljjk te
bezoeken,” wendde zjj zich tot den Griek.
De Griek beloofde ’t, en Salumith zweefde
de kamer uit, om bevel voor ’t maal te ge
ven.
„Eene zaak eisch ik van u,” sprak Jona
dab; „dat ge niet bjj Demas wederkeert.”
„Waarom niet?”
„Wql ik ’t niet wil”.
„Om welke reden denkt ge mq aan uwen
wil gebonden?”
De Farizeër glimlachte boosaardig.
..Staat het niet in mijn macht, u voor
den moord op den -Esseër te doen straffen?”
„Ik beken, dat ik u in staat acht, de
hand te verraden, die uw misdadige plannen
ten uitvoer bracht. Doch ik vrees u nietl”
Jonadab stond verbluft.
„Wat beteekenen deze woord?”
„Dat zal ’t uur u zeggen, waarop ge mij
verraden zult”.
„Ge zult dus, tegen mijn wil, bij Demas
blijven wonen?”
„Ik heb hieromtrent nog geen besluit
genomen. Toch dunkt mq, dat ik 't minst in
verdenking zou komen, met u in betrekking
te staan, als ik bjj uw vijand inwoonde’’.
..Doe wat ge wilt, maar wees voor
zichtig”.
volkomen
bloedschuld
scheen van hem weggenomen en met lichten
stap keerde hjj naar de stad terug, ’t Werd
reeds donker, toen hjj ’t huis van Jonadab
bereikte.
Deze had den ganschen dag in pijnlijke on
zekerheid gewacht. Charikles’ besluiteloos
heid en gejaagdheid hadden hem met niet
geringer kommer vervuld. „Misschien heb ik
hem wat veel beloofd. Denk eens: tien ta
lenten!”
Op dit oogenblik weerklonken schreden,
en spoedig stond Charikles vóór hem.
Jonadab sprong opgewonden van
zetel.
De Griek had ’n koele uitdrukking; niets
verried den moordenaar.
„Welnu!”- vroeg de Farizeër met heesche
stem, „is ’t plan gelukt?”
,.Ja”, antwoordde Charikles kort.
„Hebt gq ’t perkament in banden?”
De Griek haalde de lederen tasch voor
den dag.
„Hier is het".
„Geef hier, geef hier!” riep Jonadab
hq wildé den- kostbaren buit grjjpen.
Charikles deed ’n'‘schreede achteruit
stak weder de tasch in den zak.
„Eerst 't loon!”
De Farizeër haalde ’n stuk zilverplaat uit
een schuif in 'n muurkast.
,41 ier is een wissel voor twee talenten”.
„Gjj hebt er tien beloofd”.
„Wat! is Hanani dood?” riep Sulamith, ter
wijl zjj stormachtig Charikles' hand omklem
de. Spreekt ge waarheid?”
„Zqn bloed kleeft uog aan mjjn dolk.’
Ik liet zijn lijk in de balie van Salomon ach
ter”.
„Dank, duizendmaal dank, mjjn red
der! Geen k>on is te groot voor u!”
„Hebt gij werkelijk Hanani gedood?” vroeg
Jonadab. „Hoe is alles gegaan?”
,Jk trof hem in den tempel, juist op
het oogenblik dat een Biocurimstoet, zooals
men. het mq beduidde, zjjn offerande binnen
bracht: ik benuttigde het gedrang, door den
stoet teweeggebracht, om uw verlangen uit
te voeren”.
„En zqt ge niet voor den moordenaar
gehouden geworden?”
„Ik heb de schuld op de Nazareners
geworpen. Niemand is getuige geweest van
de daad, buiten dengene wlen ze gold”.
„Voortreffelijkl Ik zie, dat ge een leer
zaam scholier züt; ik verwacht nog menlgen
„De handen der Nazareners zqn zuiver
van bloed”, antwoordde de man. „Boosdoe
ners en moordenaars vindt men niet in hun
ne rjjen, maar het Is beter onschuldig te lij
den dan schuldig te heerschen".
Met deze woorden ging hjj heen.
Charikles voelde naar bet park ament, dat
hjj in zjjn borstzak verborgen had. Wat kpn
het behelzen? Een gewichtig geheim voor
zeker.
„Wellicht kan ik 't mq ten nutte maken”,
murmelde hjj. ,Ik wil weten, wat bet waard
is. Gemoord heb ik ihi toch; waarom
ik ’n vreemde met de vrucht mijner
daad laten heengaan?”
Hq keek om zich heen, ’t Was 'n stille
straat: toch trokken nu en dan eenige wan
delaars voorbij. Hij ging derhalve de stad uit
in de richting van den Olijfberg. Daar zette
hjj zich op een rotsblok, in de schaduw van
een olijfboom neder en haalde zqn roof te
voorschijn.
t Was ’n platte lederen tasch, aan alle
zjjden toegenaaid. Hq tornde een naad los en
trok het perkament er uit.
Hee langer hq las, hoe bogoeriger hq den
inboud verslond, 't Rood kleurde zjjn wan
gen, zjjn oogen fonkelden, ’t perkament sid
derde in zjjn handen.
„Ah!" bjjgde hjj, "Hat is het dus! Gjj hebt
niet te veel gebodafi, Jonadab; het schrift
was meer waard voor u. Maar ook voor mq!
Gq zult het hebben, maar.... het geheim
zal het mjjne zjjn".
Haastig rees hjj overeind en stapte op de
straat toe, die naar Bethanië leidde. Naast
den weg werden allerlei benoodigdheden
verkocht aan het volk, dat het Paaschfeest
ging bqwonen.
Charikles had spoedig gevonden wat hjj
noodig had: perkament en schrijfgerief. Hjj
keerde naar zjjn plaats terug en schreef het
gefrichtig stuk af. Nu kwam het er verder
op aan, den lederen buidel weer dicht te
maken, wat, met behulp van een der kra
mers, voortreffelijk gelukte.
Zqn gemoedsgesteltenis was
veranderd; het bewustzijn der
Allerbeminnelijkste Jezus.... In Uw Hart
heersobt kinderlieMe tot Haar, de zachtste,
de rninnendste, de offervaardigste kinder
liefde.
Beminnelijke Maria, wat een meer dan
serafjjnsche liefde klopt in Uw Hart voor
Uw Zoon, Uw Schepper!...
En deze wederzjjdsctie liefde wordt nu.
gekwetst.... In 's menschen hart ft de
smart heviger, naarmate de liefde sterker is.
0 Goddelijke Ljjder vaa Gethsemani, boe
wreed werd Uw Hart vermorzeld bij het zien
van het leed Uwer Moeder!....
Lieve Moeder van Jezus, wat werd Uw
Moederhart verpletterd, bjj 't zien en 't over
wegen van de bittere pijnen van Uw Jezus!..