van het
„Noord-Hollandsch Dagblad”
1
Vrijdag 14 Juni 1820.
NlfcROPas
SLOTHOUBER
likdoorn
tinctuur
Vraagt gij een echte Kodak?
Fa. v. d. HORST. Langaatraat 21
1
311.
'd
1
8
MISKALENDER.
EPISTEL EN EVANGELIE.
Koopt deze dan bij een ERKENDEN KODAKHANDELAAR
Nlkmair Moderne ontwikkel en afdrukinrjchting. Mfcnilf
Van kleine en groote
menschen.
Over het gaan van
katholieken naar Indië.
s*-
OFFICIEEL KERKBERICHT
l
1
•ra «n» «M
2e
n
141
259
27
23
23 27 50
F
van
n
DamesklMdinfl
M.NOORD HOOR*.
16
30
28
39
12
22
20
90
lijk ia om kostgeld te betalen en dat O. E.
Heer ala het ware andere menschen schijnt
aangewezen te hebben om zich met die zorg
te belastent
8
3
8
5
3
3
2
1^
van vls-
wenkten
Father LEFEBER,
Directeur.
259 4- 141 400
400 50 8.
U VINDT een zeer groote keuze
ZWARTE MANTELS
in zijde, eharmelaine, wol georgette,
prima ribs
TOT IN DE GROOTSTE MATEN
16
15
14
13
12
11
10
9
8..
7..
6..
5..
lit ge
„gehuwd" uit te komen,
klein
l. Ten
raad meer. Nou,
er van en toen ik i
en groote ze-
;oeds gedaan.
VRIJDAG 21 Juni. Mis van den Zondag,
zonder Gloria. AH.
ni (le Zond. N.0.1
ZATERDAG 22 Juni.
Paus, Bel., d.
iet‘Vers en Credo; 2e or.
J, 3e naar keuze.
Z. Innocentius V.
24
21
48
28
12
2
- 2
igilie van
Paulinus.
en laatste
1 van
2 n
8 n
1
2
2
10
naar keuze.
DINSDAG 18 Juni. H. Epfaraem, Bel. en
KMfcl. d. (Mis Xni).
WOENSDAG 19 Juni. H.H. Gervasius en
Protasius, Mart.; 2e or. Ill (le Zond. N.OJO.)
Se naar keuze.
DONDERDAG 20 Juni. Z. Osanna Mgd.
a.d. (18 Juni); 2 or. m (le Zond. N.O.D.),
Se naar keuze.
MISKALENDER.
Week van 1622 Juni.
ZONDAG, 16 Juni. 4e Zondag na Pink-
ateren. Tijdeigen, Mis Dominus, 2e geb. A
cunctis. 3e naar keuze. Prefatie H. Drie-
vuld.
Fr. 2e geb. Z. Guido, 3e A cunctis. -
MAANDAG 17 Juni. Mis als Zondag zon
der Gloria, 2e geb. A cunctis. 3e voor Over
ledenen Fidelium (2 Nov.), 4e naar keuze.
DINSDAG 18 Juut H. Epbraëm, 2e geb»
H.H. Marcus, enz., Credo.
WOENSDAG, 19 Juni. H. Juliana, 9e geb.
H.B. Gervasius.
DONDERDAG 20 Juni. H. Silverius,
geb. A cunctis, 3e naar keuze.
Fr. "L. Michelina, 2e Octaafdag H. Anto
khis Padua. 3e H. Silveriua
VRIJDAG 21 Juni. H. Engelmundus. 2e
geb. H. AJoysius.
ZATERDAG 22 Juni. Mis de» Vi
Bk Jan zonder Gloria, 2e geb. H.
Of: Mis H. Paulinus, 2e geb.
Evang. der Vigilie.
OP DEN VIERDEN ZONDAG NA
PINKSTER.
Epistel uit den brief van den H. apostel
Paulua aan de Romeinen; VIII, 19— 23.
Broeders, ik meen, dat men het lijden van
dezen tfld niet kan vergelijken bfl de toeko
mende heerlijkheid, die in ons geopenbaard
zal worden. Want het schepsel verwacht met
vurig verlangen naar de openbaring der kin
deren Gods. Want het schepsel is aan de
Ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar
om hem, die het er aan onderworpen heeft,
in hope: daar het schepsel zelf eens uit de
slavernij des bederfs zal verlost worden, tot
de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen
Gods. Want wfl weten, dat alle schepselen
zuchten, en tot nu toe als in barensnood zijn.
En zij niet alleen, maar ook wij zelven, die
*s geest es hebben; ook wfl
ven, en verwachten de op-
er nog meer gebeurd de laatste jaren? De
school was er gekomen. Ja, voor de kinderen
was dat een zegen geweest een groote ze
gen; inaar door de school bekeer je toch
geen volwassenen!
De half geloken oogen van den Pastoor
gingen nu heelemaal open en zijn lippen be
wogen niet meer. De bruidjes waren rechtsaf
geslagen oogen en daartusschen door het be
zien. Hemeltjelief, wat was dat mooi! Die
witte kleedjes en daarboven uit die aanval-
Missiehuis, Hoorn.
Postrekening 120937.
Er zyn verschiUende manieren om aan
de opleiding van een student mee te wer
ken Mag ik U eens uitlegikomen geven?
Wat dit allemaal te beteekenen heeft? Dat
zal ik U eens gauw vertellen.
Een jaar of tien geleden heb ik eens in
ons Studiehuis te Tilburg een soort van
census gehouden omtrent het aantal broer
tjes en zusjes onzer studenten. Ik kwam tot
verrassende resultaten.
Een zelfde berekening werd dezer dagen
gemaakt door een Missionaris van het H.
Hart en dat bracht mjj op het idee, het hier
ook nog eens te probeeren.
Het aantal studenten zfln nog altijd de 50
die ik in bet begin van het studiejaar in
bet tfldelflke huis heb weten te „persen”.
Het nieuwe huis biedt veel meer ruimte.
Het eerste cjjfer vertegenwoordigt dus
gezinnen waaruit onze studenten voortkomen.
Het tweede cijfer geeft het aantal kinderen
aan, waaruit die gezinnen bestaan.
Het resultaat is dus vierhonderd kinderen
voor vijftig gecinnen, of gemiddeld acht
kinderen per gezin.
Daarbjj komt nog dat onder dhj (nog
jonge) studenten er 10 oudste uit bet gezin
zfln en 9 op één na de oudste. Zoodat het
vaak voorkomt dat een student met blij
nieuws uit den familiekring verrast wordt.
En wat ik nu voor doel heb met dat sta-
tistiekje? -
Ik zal U met een wedervraag beantwoor
den:
GRATIS VAKKUNDIG ON DER RIGHT
DOMINIOAANSOHE KALENDER.
ZONDAG 16 Juni, ge Zondag N.O.D. 2e
>r. H.H. Quirinus en Julitta M., Se or. Ill
(le Zond. N.Ö.D.).
MAANDAG 17 Juni. Mis v. d. Zond.; zon
der Credo. 2e or. Ill (le Zond. N.O.P.); 3e
schepen, zoodat ze bijna zonken. Simon Pe
trus dit ziende, viel Jezus te voet en zeidet
Heer, ga van mfl; want ik ben een zondig
mensch. Want hfl, en allen, die bfl hem wa
ren, werden verbaasd Over de vischvangst,
die sfl gedaan hadden, zoo als ook Jacobus
en Joannes, de zonen van Zebedeus, die de
medegezellen van Simon waren. En Jezus
zeide tot Simon: Vrees niet; voortaaa zult gfl
menschen vangen. En zfl haalden de schepen
aan land, verlieten alles en volgden Hem.
„Mijnheer Pastoor”, zei hfl, „ik wou mijn
rekening weer in orde maken: zon ik kun
nen biechten?”
Ontroerd liep de Pastoor op hem toe en
legde hem de handen op de schouders: „Ger
rit, kerel”, zei hjj, „wat ben ik blfl, dat je ge
komen bent; ik bid vanavond een extra-ro-
zentooedje om O.L. Heer en Marip daarvoor
te bedanken. Zeker, zeker kun je aanstonds
biechten, dat komt in orde boor. Maar ver
tel me tóch eens, waar heb je den moed van
daan gebaald, om je zelf te overwinnen?"
„Ja”, antwoordde Gerrit, „wat zal ik U
zeggen? Je kan voor je eigen wel den com
munist uithangen, maar voor je kinderen
moet je d'r toch niks van hebben. En toen.
m(jn vrouw als maar bleef zaniken, dat ik
de kinderen naar uw school zou laten gaan,
heb ik haar verleden jaar d’r zin gegeven.
Nou, toen kwamen er gekke dingen te ge
beuren; Ik moest kateóhismus overhooren:
die moesten ze op school opzeggen; een
Kerstkribbe zetten: dat deden ze op school
ook; Marialiedjes zingen: die hadden ze op
school geleerd; en weet ik wat nog meer.
Ja, U lacht, maar ik moest wel, of het me
zinde of niet: ik kon toch het geluk van nfln
kinderen niet in puin trappen. Mijn oud
sten brachten boeken mee naar huis; die ben
ik gaan lezen, 't Waren maar kinderboeken;
toch las ik ze graag en ik ben er door aan
't prakkezeeren geraakt. Ik ben uit de partij
gegaan. Daar waren ze woest om, maar *t
kon me niet schelen. Naar de kerk ging ik
nog niet. Daar kon ik maar niet toe kome^
Mijn vrouw en mijn kinderen Heten me be^
tuilen. Ten laatste wist ik met mijn eigen
geen raad meer. Nou, gisterenavond kwaqi
het er van en toen ik mijn lieve kleine meM
in de processie zag loopen, werd het me tt
machtig; Ik heb gebuild als een kind en ik
heb God gevraagd, meelfl te hebben mei
aoo’n beroerling als ik. En nou weet U het
soowat”.
Een half uur later was 't gebeurd. Achteg
in de keik lag een man te schreien van ge«
luk. Vóór bet altaar lag de Pastoor: hfl bad
het beloofde rozenhoedje. En hjj voegde eg
een „Venl Creator” bij oea zegen voor «ij.
school.
(„Het Schoolbestuur”)!
weeg van de bloemen, die de kleintjes in de
eene hand droegen, terwijl zij de andere op
de borst hielden. Dat waren geen menschen-
k inderen, engelen waren het!
Maar wie was dat, die daar naast dien
pilaar stond? Christene zielen, zag hij goed?
Dat was „de dwarskop!" Beslist, dat was
'm! Hoe kwam die man nu opeens in de
kerk? Zoolang de Pastoor hier was, had hij
hem er nog nooit in kunnen krijgen, zelfs
met de Missie niet, toen er toch zoo vurig
voor hem gebeden was. En daar stond hij
nu, hoe was het mogelijk!
Plotseling vlamde er een vraag, een be
slissende vraag op in het brein van den Pas
toor: wat zal de man doen, als Ons Heer
hem voorbij gaat? Zal hjj knielen met de an
deren of zal hij blijven staan? Met gespan
nen aandacht, angstig bijna, hield de Pas
toor hem in het oog. Hfl zag, hoe de dwars
kop blijkbaar verteederd naar de bruidjes
keek. Toen de priesterrjj voorbijtrok, die den
Deken met Ons Heer voorafging, knielden
de menschen en de dwarskop knielde
mee: hij sloeg bei zijn handen voor zijn aan
gezicht en schokte, de kerel huilde blijk
baar!
„Ach lieve Heer”, bad de Pastoor, „grijp
hem, red hem! Haal uw arme schaap uit de
dorens: het kan niet meer, het schreit om U,
Heer, denk om zijn vrouw en zijn kinderen.
Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons,
zondaars, nu. o nu en in het uur van onzen
dood”....
Den volgenden avond om een uur of zes
kwam Geertrui, de huishoudster, den Pas
toor waarschuwen, dat Gerrit Maas hem
spreken wou.
„Zal ik hem maar wegsturen?” vroeg ze,
„wie weet, wat de vent in zijn schild voert”.
„Mensch bezondig je niet”, zei de Pastoor,
„d'r is op het oogenblik om dien man meer
vreugde in den hemel, dan om iou en negen
en negentig andere rechtvaardigen”. En hij
ging naar de spreekkamer.
Daar stond „de dwarskop” met zijn pet in
zijn handen, een beetje schuw, maar heele
maal niet onsympathiek; in zijn open eer
lijke oogen tintelde iets guitigs, zoo iets
als: wat zegt nou wel van zoo’ll snoek
aan den hengel?
óooais de Pastoor daar in de processie
meeliep in superpli met de waskaars in de
hand en de oogen half geloken, zou je zeg
gen, dat hjj met hart en ziel bjj het gebed
was, dat zijn lippen prevelden. Maar het
was niet zoo. Hij was verstrooid en geen
klein beetje. Zijn aandacht was bjj de men
schen om hem heen. Had hjj wet ooit de
kerk zoo vol gezien? Bjj de laatst Missie, ja
dat kon zjjn, maar anders toch niet. En wat
hadden ze dezer dagen het veertigurengebed
voorbeeldig meegemaakt! Op enkelen na
waren ze allen ter Communie geweest. De
Kindermis gisterochtend had hem vooral
diep getroffen. De Pater, die dezer dagen
preekte en hem geholpen had bjj het Com-
munie-uitreiken aan de kinderen, bad hem
's middags aan tafel geluk ge wenscht met
zóó n parochie.
Eigenaardig toch, een jaar of zes geleden
was er nog zooveel lauwheid en onverschil
ligheid. Toen was de omkeer begonnen. Hoe
was dat een zegen geweest, een
Die had zeker machtig veel gc^
Maar vroeger waren er toch ook geregeld
Missies gegeven. Waardoor din? Wat was
de eerstelingen des
zuchten in ons zeh
neming der kinderen Gods, de verlossing
van ons lichaam in Christus Jezus, onzen
Heer.
Evangelie volgens den H. Lucas; V, 1—II.
In dien tflde, als het volk op Jezus aan
drang, om Gods woord te hooren, stond Hfl
bfl het meer van Genesareth. En Hjj zag
twee schepen, aan den oever van het meer
liggen, daar de visschers waren afgegaan om
de netten te wasschen. Hjj klom nu in een
schip, hetwelk Simon toebehoorde, en hfl
verzocht hem, een weinig van land af te
steken. En nederzittende, leerde Hjj het volk
uit bet schip. Toen Hjj nu ophield met spre
ken. zeide Hjj tot Simon: Steek in zee, en
werp uwe netten uit om te vangen. En Si
mon antwoordde, en zeide Hem. Meester, wfl
hebben den gebeelen nacht gearbeid, en
niets gevangen; maar op Uw woord zal ik
het net uitwerpen. En als zfl dit gedaan had
den, vingen zjj een talrijke menigte
schen, zoodat hun net scheurde. Zij
dan hunne medegezellen, die in het andere
schip waren, dat zij zouden komen om ben
te helpen. En zjj kwamen, en vulden beide
schepen, zoodat ae bf
tras dit ziende, viel
Heer, ga van mfl;
mensch. Want hfl,
ren, werden verbaasd Óver de vïachvi
De oud-Provicaris van Batavia en Hoofd-
Pastoor van Semarang, de Z.Ew. Pater A.
van Hoof.S. J„ schrijft in het orgaan van
den St. Claverbond:
Telkens en telkens wordt mjj gevraagd:
„Pastoor, wat dunkt U, kan een katholiek
tegenwoordig gerust naar Indie gaan?”
Met een kort ,ja” of „neen'^kan men zich
van deze vraag niet afmaken: men begint
noodzakelflk te praten, over en weer te vra
gen, uit te léggen, en dan blijkt dikwflls, dat
er over deze kwestie veel te strenge maar
ook wel te laksche meeningen bestaan.
1 aat ik daarom trachten deze vraag eens
schrifteljjk te beantwoorden en wel zoo dui
delijk mogeljjk overeenkomstig de algemeen-
heerschende opinie een enkele uitzonde
ring doet daar niets aan af van ons, Je-
zulten-misskmarissen op Java. Met een ge
rust hart durf ik er bflvoegen, dat die mee-
ning ook de meening is van de overgroote
meerderheid der andere missionarissen
werkzaam in Nederlandsch-Indié.
Wfl zullen de vraag in twee deelen split
sen-
le. Is het nuttig, goed, noodig voor de
groote zaak van Christus, dat er katholieke
leeken naar Indie gaan?
2e. Is ieder katholiek voor God en zjjn ge
weten verantwoord, als hjj naar India gaat?
Op de 1ste vraag luidthet antwoord kort
en klaar: boe meer vurig-katboiieke leeken
er naar Indie gaan, des te .beter. Laten zfl
gaan voor bestuur of onderwijs, voor han
del of culture, voor leger of vloot; zü kun
nen in elke *poeitie, overal enorm veel goed
doen. Gegeven de toestanden, die op het
oogenblik in India bestaan, zal natuurlijk
dat goede objectief grooter zjjn naargelang
de ontwikkeling van den katholieken leek
grooter un daarom zijn positie in de maat
schappij booger is en van wjjderen invloed.
Voor allee hooft India behoefte aan acade-
misch-gevormden: binnenlandsche bestuurs
ambtenaren, ingenieurs, chemici, doktoren,
officieren, advokaten enz., maar ook leer
aren en onderwijzers, onderofficieren en
knappe, energieke employés bfl banken en
cultures zjjn nog hard noodig. En ieder hun
ner, die overtuigd en. vurig katholiek is, kan
in zjjn kring een geweldige aanwinst zjjn
voor de goede zaak van Christus!
De katholieke leek in India doet goed en
kel en alleen reeds door zfln katholieke
plichten trouw te vervullen. Hfl geeft door
zjjn degeljjk katholiek leven steun en op
wekking aan anderen, aan Europeanen en
vooral aan de pasbekeerde Inheemschen;
hfl verhoogt het prestige van den katbolio
ken godsdienst doordat hü toont, dat men
én goed katholiek én tegeliflc een man van
wetenschap, van kennis, van karakter kan
zfln.
Toch zou een katholieke leek, die zich en
kel maar bepaalde bjj een goed katholiek
kerk- en binnenkamer-leven, zeker niet doen
wat Christus en de katholieke gemeenschap
van hem verwachten. Van den degeijjken
katholiek verwacht een ieder, dat hfl in zijn
positie ook zal werken naar buiten; de ka
tholieke zaak zooveel mogeiflk voor schade
zal behoeden, haar zal steunen en vooruit
stuwen zooveel hfl kan. En nu wU ik wel met
nadruk opmerken, dat dit in Indië nog veel
noodiger is dan elders en dat de gelegen
heden om dat te doen veel talrijker en van
veel verderstrekkend belang zfln dan bij
voorbeeld in Nederland metnfln min of meer
gevestigde toestanden.
Inderdaad ons heerlijk, zich zoo snel ont
wikkelend Indië heeft noodig mannen, die
mee willen komen steunen en drijven de
Roomsche actie, zoowel no':,,»ke als sociale:
Indië roept bovenal om leeken-apostelen,
om mannen en vrouwen, dié, in hooggestem
de Christus-liefde, met den missionaris mee
de Katholieke levensgedarhte willen ver
breiden te midden van miilioenen onweten
den.
0, een katholieke leek, die apostel wil zfln,
vindt in Indië overal, op alle gebied werk in
overvloed; werk méér dan iifl afkan.
Laat deze korte, algemeene uiteenzetting
voldoende zfln. Duidelijk genoeg blijkt er
uit: boe meer goed-kartiolieke leeken naar
Indië gaan des te beter.
Maar nu de 2de vraasr: ..Is iedere katho
liek voor God en zijn geweten verantwoord,
ais hjj naar Indië gaat?” En dan luidt het
antwoordt: dat ligt er aan.
Even dwaas en onverantwoordelijk als
het is te zeggen: een katholiek gaat in In
di^ zeker godsdienstig en zedelijk ten
grónde, even onverantwoordelijk is het te
zeggen: een katholiek leeft in Indië even
veilig wat godsdienst en zeden betreft als
in Nederland. De waarheid ligt ook hier in
het midden. Dat men in Indië als goed ka
tholiek kan leven en enorm veel goed ver
richten, dat bewflzen dagelijks duizenden en
nogmaals duizenden, die dat metterdaad
doen, dat weerspreekt enkel en alleen reeds
veel grooter zfln. Wie in Nederland goed
wil leven, vindt voor dien wil all^s wat hfl
er voor noodig heeft; dit kunnen wfl van In
dië helaas nog niet zeggen, al mogen wfl in
de laatste jaren een geweldigen vooruit
gang eonstateeren. Daarom zfl voor een ka
tholiek, die naar Indië gaat.
De eerste eisch: hfl zfl een diep-overtuigd,
vurig katholiek.
Laat toch geen slappe, halve katholieken
daarheen trekken: menschen, die in Neder
land nauwelijks hun plichten vervulden: dat
soort katholieken, ja inderdaad, loopt het
grootste gevaar in Indië moreel geheel ten
gronde te gaan en aan de goede zaak veel,
heel veel schade te berokkenen:
de tweede eisch: hfl zfl gehuwd.
Gebuwd-zfln, zfl de algemeene regel
over de uitzonderingen aanstonds. Deze re
gel wordt door alle missionarissen een
enkele daargelaten onverbiddelijk vast
gehouden.
Op dien algemeenen regel kan een uit
zondering maken:
1. een jonge man, die zeker is een groo-
tere stad als standplaats te krflgen, waar
hfl een kerk en een pastorie vindt en de
noodige afleiding en gezelligheid in katho
lieke huisgezinnen en vereenigingen. Maar
ook nog in dit geval blflft het staan: veel
beter is bet
Moet voor kleinere plaatsen en onderne
mingen (cultures, mflnen enz.,) in het alge
meen absoluut de eisch gesteld worden
„gehuwd” daarheen te gaan, toch zou men
in een enkel „individueel” geval desnoods
kunnen volstaan dat de jonge man ongehuwd
daarheen trekt, mits hfl „verloofd” is en
binnen 1 of hoogstens 2 jaren zfln aan
staande vrouw hem naar Indiëvolgt.
Men heeft er vaak hier in Nederland geen
goed besef van, wat „eenzaamheid” is, hoe
demoraliseerend het „alleenzijn” werkt,
dan vooral dat alleenzijn in een vreemd
land met zfln un-heimisch-aandoende nach
ten, dikwerf ver van eigen landgenooten.
Zeker daar zfln karakters, die er tegen
kunnen, maar het zfln en blijven toch zeer
zeldzame uitzonderingen. Bovendien, hoe
in de laatste jaren de moreele toestand in
de cultures enz., ook moge verbeterd" zfln,
de gevaren, die nog altijd daar dreigen
vooral voor den ongehuwde van den kant
der Inheemsche vrouw enden omgang met
soms goAfedienstlooze immoreele collega’s,
zfln ook nu nog zeer, zeer groot; en het moet
wel een buitengewoon-flink, door-en-door-
katholiek jongmensch zfln, dat zfln geloof en
zfln reinheid daarbij ongerept weet te bewa
ren. Want en dit is wel het ergste mis
schien hfl mist zoo voortdurend, op een
enkelen zeldzamen dag na, zfln H. Mis en H.
Communie, alsmede de aanwezigheid van
een priester.
Neen, al zfln er voor de katholieke
zaak in Indië nog zooveel voordeelen aan
verbonden, dat er op allerlei gebied, in be
stuur en leger, handel en cultures, leidende
katholieke persoonlijkheden komen, men
mag de ziel, het eeuwige geluk van geen
onzer Roomsche jonge mannen daarvoor
prijsgeven.
Op gezag van tal van priesters, op gezag
van eigen ervaring opgedaan gedurende
een jarenlangen arbeid in Indië. herhaal ik:
Katholieken gaat naar Indië: daar ligt een
mooie toekomst voor U zelf open en een
taak voor God en de zielen: maar gaat er
niet heen, tenzfl gfl zflt gehuwd en diep
overtuigd, vurig katholiek.
lige reine kindersnunjes met die zedig neer
geslagen oogen en daartussehendoor het be-
der talrijk, de moeilijkheden en’ gevaren