Het Geluksland Een pakje uit Zuid-Afrika Van alles wat DE REISVEREENIGING VAN JAN MUIL PLAATJ^Leeuwaard A F 2 DERDE BLAD l B. L. N. S. Kal «.Ir* s. BLADZIJDE l keizer te niet, OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN n en sterft, zee volk geeselen; Ik ul u het n M HUMKxn En De lijfarts ging nu op reis naar het d. M. en buigend en kruipend naderde dese den Betel van den machtigen vorst ZES NEDERLANDSCHE PLAATSNAMEN Jong en Dat om op RAADSELS: SERIE VII dat op iven ge- de k HET KUNSTJE VAN HET LEVENDE KWARTJE at in •r l- Zuid-Afrlka en dat was interessant. Een briefje waarschuwde de andere Opeens echter verscheen er een groote vogel op de golven V. Ten slotte moet je 66 even In een getal veranderen, dat 33 grooter Is. zon der er Iets bü te doen. heeft wel vleugels, maar kan er niet mee vliegen. n. d tr jaren kan achterhalen, doenl Vóór h< In China Het het een als HU voelde „Waarvoor wilt u dat weten, heer?" vroeg de waard segd enhU probeerde den dadelUk bU rich zelf en de werd dadelUk tientallen jaren HU was weer een jongeling 1. Met do dieven hebben mijn eersten dit gemeen, dat zü het licht schuwen. MUn tweede schildert in een oogwenk uw beeld, dit blUft bestaan, zoolang ge het bekUkt. Vroeger leefde mijn gehe UJke gast, wiens naam door kend wordt. 4. Mjjn eerste kan men niet verdrinken, mijn tweede en derde niet gemakkelUk vatten. MUn geheel gaat in de stilte van den nacht op roof uit. 5. Drie blinden lelden een lamme en twee blinden loopen overal mee. BU lede ren stap strooit de lamme zwart zaad op den besneeuwden akker uit. waaruit aanstonds Iets wonderlUks opechtet n ert vroo- lereen ge- Jtet dikke touwen en terwUl het den rug liep, sprak de de dokter, dat er ten Oosten van China een groot rUk moest liggen, een zeer gelukkig land. heerlUke planten groeiden, die kookt volgens een bepaald recept het leven van den mensch met van jaren kon verlengen. en, dat er iets bijzonders wachtte en icies op tUd, om twee uür, waren allen present tat Reindert toe. Het uitpakken kon dus beginnen. Het eerste kwam een brief te voor- schUn, dien mijnheer van Voorden vast voor zichzelf begon te lezen. Daaronder lagen allerlei pakjes, voor elk wat. Het eerste was een aardig gevlochten mand- I. Kunnen jullie ook laten zien de helft van achttien tien te. 2. De aarde heeft mU het schonken. MUn hoofd steeg In In de lucht, nam van jaar tot jaar toe en werd weldra veel grooter dan mUn voeten. Door het User kwam Ik om het leven, het water werd mijn draagbaar en het vuur mijn graf. TV. Laat ook eens even zien dat 2022 86 Op pen keer baadde de dokter In het heerlUke. frtesche zeewater en dartel de vrooHjk rond met zUn vrienden. HU te zitten, 't Was een ultgehold stuk.hout, waarop stalen veeren bevestigd waren, die met de hand konden getokkeld wor den (Flg. 2). In den brief stond, dat het een muziekinstrument was ..Sansa" ge noemd. Etgenlük was het uit den Congo afkomstig, want, zooals oom schreef, had hü de gezonden voorwerpen op een van zUn reizen verzameld. Voor Mlentje was er een prachtig ver sierde kalebes (Flg. 4). Oom schreef er bü. dat kalebassen In Afrika voor aller lei doeleinden gebruikt werden: om wa ter in te bewaren, om muziekinstrumen ten van te maken en voor verschillende andere dingen. Ten slotte kwam uit het pak een pakje „voor de B. L. N. 8.”. waarin zich een pakje Ivoren ringen be ging echter te ver en was op het punt te verdrinken. ZUn wonderdrankje had hü natuurlUk niet bU de hand en daarom vreesde hü reeds, dat hU nu zou moeten sterven. Opeens echter verscheen er een groote vogel op de golven, die hem toesprak: „Chineesche dokter, spring op mijn rug en ik zal u brengen naar het land. Met 'n heel gewichtige snuit vertel je aan je toehoorders, dat het je niet de minste moeite kost om *n kwartje of *n cent met doodgewoon pomp- of leiding water op het voorhoofd van een uit „de menigte" suit vastplakken en wel zóó stevig, dat le het d’r niet zal kunnen afschudden. NatuurlUk mag hü daarbU zUn handen niet gebruiken, alleen zün halswervels. NatuurlUk verbaasde gezichten. Je doet als volgt: Je neemt een kwartje en maakt dtt met water nat. (Dit te elgenUjk niet noodlg, maar je hebt nu eenmaal ge zegd. dat je er water bU noodlg had). Dan leg Je het kwartje op het voor hoofd van je slachtoffer en drukt het er tamelijk stevig aan voor een poosje, je vertelt er bU. dat Je het even moet vastplakken. Dan neem je je hand weg, maar zorgt er bü, dat je het kwartje meteen weg neemt, *t spreekt van zelf, zonder dat het voorwerp der oppIakkerU het merkt. Dat kan je bijvoorbeeld gemakkelUk doen, door je hand bovenwaarts over zUn voorhoofd te strüken. Ofschoon het kwartje er niet meer opzit, denkt de Jongen, dat het er we! opzit, want hü heeft het gevoel, dat het werkelUk nog op zijn voorhoofd kleeft. HU zal zün hoofd schudden, maar het geeft niks en niemendal. Tot le het tenslotte opgeeft en met zijn hand over z'n voorhoofd strUkt. Wat zet ie dan 'n verwonderd gezicht, wanneer ie merkt dat er heelemaal geen kwartje meer present is. De kinderen, die In het geheim zün. moeten natuurlUk net doen, of ze het kwartje zien zitten en bet slachtoffer alsmaar aanmoedigen om nog harder met z'n hoofd te schudden. Je zult zien, bjj Ti beetje gewillig slachtoffer, lach Je je slap. (derden van jaren leefde er m keizer, die zeer wreed was. vergrijp tegen de wetten van laiid strafte hU met den dood of met vreeselUke geesellng. Al «Un onder danen waren dan ook doodsbang voor den wreedaard en trachtten zoo ver mo gelijk uit zün buurt te blUven. Tegenspraak duldde hU niet: wat hü zei moest onherroepelUk gebeuren al e kostte het ook menschenoffers. Het volk haatte den vorst en de men- schen waren blU, dat hU reeds oud begon te worden en misschien spoedig zou ster ven. Dan zou er een nieuwe keizer ko men; één, die meer hart voor zün klein dorpje en stapte af in het eenlge ho telletje van ’t plaatsje. Mopperend be stelde hU daar den waard zün eten en Informeerde, of er in dat dorpje mis schien een heel wUs man woonde, die meer wist dan de andere menschen. De lUfarts werd geroepen en onderdanig buigend en kruipend naderde deze den zetel van den machtigen vorst en vroeg vol eerbied: „Wat wenacht Uwe Majesteit van mU, armen dokter?” „Luister goed,” sprak nu de keizer. .Ik word oud en zal 'misschien gauw moeten sterven „J*. Majesteit,” antwoordde de knappe dokter. ..maar dat te het lot van alle schepselen. De góden hebben dat nu een maal vastgesteld en geen dokter kan in deze wet zelfs de minste verandering brengen.” .Maar," zoo sprak ZUn Majesteit, op springend van zUn zetel, Jk wil niet onder die algemeene wet vallen. OU moet een middel vinden om mUn leven nog tientallen van jaren te rekken in gezondheid en geluk. Begrepen?” .Maar Majesteit „Stil dokter, doe wat ik je zeg. of ik 3. MUn eerste lettergreep vliegt en somtijds met verbazende snelheid en heeft toch geen vleugels. MUn tweede en derde loopt zonder beenen en mijn geheel „Waarvoor wilt u dat vroeg de waard. ..Om het leven van - onzen verlengen,” zei de lUfarts. „Daarvoor? Nu, dan help ik u hoewel ik het middel daartoe ken," sprak de waard. „Ik geef u schatten in rufl voor uw middel," bood de arts, maarde wijze man bleef iwUgen; hu voelde er niets voor het leven van den ouden tyran nog te verlengen Toen liet de lUfarts de herbergier a. bloed hem langs waard: „Houd op met middel zeggen" En nu hoorde iÜn studeerkamer te denken over hetgeen de keizer, zün laat Je onmlddellUk ophangen! Ga heen zorg voor hetgeen Ik je heb gezegd. En pas op hoor, geen uitvluchten! middel moet en zal JU vinden!” en val zorg ging de --i op in te denken, diep vonden. (Flg 2). „De Afrikaansche oU- I fant" schreef oom hlerbU. „wordt ge jaagd en gedood om de tanden. Wanneer men die bemachtigd heeft, wordt van de III. Hier heb je 5 pruimen. Die moet Je onder 5 Jongens zóó verdeelen, dat leder er één krijgt en er toch een pruim in de fruitschaal blijft. had. De oude keizer dacht echter: alle men schen moeten sterven,'' Ja dat weet ik. Maar voor mjf, den keizer van China, moet een uitzondering gemaakt worden ik heb den knapsten ‘lUfarts der geheels wereld in mUn dienst en dien zal ik bevelen mU weer jong en krachtig te maken, opdat de dood mU nog in geen jaren kan achterhalen. Ja dat zal ik luksland. HeerlUk scheen de zon en vogels zongen er zulke schoone liede ren als nergens anders ter wereld. En er bloeiden bloemenbü duizen den!de eene nog al schooner dan de andere en daarbij ook de wonder- .bloem, die de dokter zocht. onderzUde een ringvormig stuk afge zaagd. Dit stuk te gemakkelUk genoeg uit te hollen, want het binnenste deel is zacht. Meestal wordt de binnenzijde ruw gelaten, en op de bultenzüde een-versie ring aangebracht. Het vangen en dcoden van de dieren was vroeger een wreed bedrijf De olifant stierf tenslotte aan uitputting door bloedverlies, daar de dikke huid het toe brengen van ernstige wonden ntoeilük maakte." V Was jammer, dat deze middag als alle geaeilige middagen aoo gauw om was. Met algemeene stemmen werd be sloten, dat de merkwaardige „olifants- tandenringen" zooals ze genoemd wer den. door Henk zouden bewaart! worden; dan waren alle Congozelcteaamheden bU elkaar. II. Weten Jullie misschien ook hoe ze in Frankrijk van negen lucifers acht maken. „Voor moeder van Voorden", stond bet papiertje. Daarop volgde een kleiner pakje, „voor Henk”. Henk pakte het uit en vondeen leuk gesneden poppetje (Flg.D. Het had een stukje slangenvel cm en twee kraaltjes als oogen. „Een afgodsbeeldje”, zei münhcer van Voorden, die al een groot gedeelte ■van den brief geleaen had en een lijstje had gevonden van de gezonden voorwer pen. Voor Toos Was er een sierlUke ge sneden kam, een leelUk ventje voorstel lend met een groeten wipneus (Flg. 2). Die wilde zU op haar kamertje hangen. Toen kwam er een grooter rechthoekig pakje, „voor vader”. BU het uitpakken bleek er een soort muziekinstrument in „Henk, kom eens gauw beneden,” riep mijnheer van Voorden op zekeren Hij bereidde zün drank op de manier zooals de waard in China dat had ge- -trank ook hU Jonger. HU was weer een jongeling geworden van 20 Jaren sterk en schoon en hU vergat zUn boodschap, vergat den ket- den keizer van China, den Zoon des He ven in dit Geluksland, waar men zoo heerlUk jong kon blijven. Weg met China en weg- met de aorg voor de ge zondheid van den wreedaard, die zich den kel?er van China, den Zoon des He mels noemt! En onze gewezen lUfarts bleef hier wonen, honderd jaar, tweehonderd J^ar- en nog voelde hU zich Jong en 'en sterk; maar China was geh zün gedachtenis verdweren 1 waar ge- I pi nel tientallen „Ga daar heen, heer." zoo eindigde de waard, „en ge suit tevreden zün en uw doel be reiken” De lijfarts ging nu op reis naar het Geluksland om te trachten deze bloemen machtig te worden. Na een lange reis Jcwam hü er aan en jahet was hier werkelUk Oe- Heer en Gebieder. Hem had bevolen. Dagen en nachten bleef hü daar zUn kamer en vergat te eten en te drinken; maarhü kwam geen stap verder. HU kon geen middel vinden pm zUn Heer tientallen van jaren Jonger te maken. Wat moest er van hem worden, hU dat middel niet vond? reeds flen strop om zijn hals en zag zich in den geest reeds het schavot beklim men! HU zou op reis gaan dwars door het groote Chineesche keizerrijk reizen om iemand te zoeken, die misschien een middel wiet, het leven des keizers te ver lengen Zoo gezegd zoo gedaan! De lUfarts stapte In zijn draagstoel en liet zich van de eene stad naar de andere sjouwen: confereerde met de knapste professoren; maargeen hunner kende het middel, dat hü zocht en waarvan zün leven afhing. Op een keer kwam hü in een waar ge thuis hoort, naar China. Het is uw tUd. dat ge het Geluksland ver laat en veroudert en sterft, evenals uw oude meester.” Hem bleef niet anders over dan te doen wat de vogel zei. Vlug droeg het dier hem over de groote zee en op een morgen landde het dier en zette den man. die In het Ge luksland was geweest, op den oever van zün vaderland neer. Het eerste, wat hU deed, was te In- formeeren naar den ouden keizer, zUn meester. Maar men lachte den man uit! eenigen riepen: „Maar wie züt gü dan. dat ge dat niet weet? De keizer, van wlen gü spreekt, leefde vóór driehonderd Jaar. WU hebben dien wreedaard na tuurlUk niet -gekend en güa die nog zoo jong zUt. kunt hem ook niet gekend hebben. WU hebben nu een heel goeden keizer, die alles voor ons doet, wat hü maar kan En nu vertelde de oude lUfarts wat hem was overkomen en terwül hü daar stond te praten, zagen de omstanders hem verouderen zün baard werd grUs. zün gericht gerimpeld en zUn rug ge kromd en toen hü klaar was met zün verhaal, zonk hü ineen enstierf. Zoo was het eind van den man, die In Geluksland wm geweest. Diep bedroefd lijfarts naar huls en sloot zich „Wat fün. dat het net Woensdag is.” riep Moos. „En dat ze juist toevallig alle maal bU ons komen,” vulde Henk aan Die „ze” waren de medeleden van den Hónd voor levende Natuurstudie. „Nu Jongens", zei münheer van Voorden, Door* Ro Frankfort KUN8TJE8 Jantje, kinderen mogen Niet spelen met een achaar. Nu zie Je. de gevolgen ZUn altüd o zoo naar! Kleine Jantje nam eens Stilletjes de schaar. Maar wat toen gebeurde Och, wat was dat naar! Jantje had een houtje. Dat niet breken wou. HU dacht, met een schaartje Gaat dat o zoo gauw. Maar die kleine Jantje Prikte in z’n hand. En die domme Jongen Schreeuwde moord en brand! Au, dat viel niet mee hoor! Of dat pün deed, heusch Dikke tranen rolden Zoo maar langs z'n neus! Bever de Eru r, en Paardenburg waren er gauw voor te vinden. De beer en het paard wilden wel eens meer van de wereld zien dan. die vervelende Sahara. L Ook in de Sahara bü Jan Muil, den leeuw, was het dóórgedrongen, dat de menschen dikwüls in heele clubjes op reis gingen. Ze noemden dat een Relsvereenlging. 4. Weldra daagden er nog meer liefhebbers voor de reis op. Het waren Krok Odll, Ko Nün en Van den Aap, Maar met dat stelletje raakte de wagen wel wat vcL 2. Jap Muil had een eigen wagen met een ezeltje er voor. Waarom zou hü zelf niet een reisvereenl- ging op touw zetten? zeld met 'aankleeden. maar nu maakte hü gauw voort. Juist toen hü de trap af kwam, hoorde hü zün vader nog zeggen: „Dank Je besteller" en toen hü beneden kwam, lag er een pak op tafel van oom uit Zuid-Afrika. Je te laat op school. Vanmiddag kun Je ongestoord genieten van het kUken.” Of Henk erg met zün gedachten bü de les was, valt te betwUfelen. Tenminste wat de wiskunde betreft. Maar daarna was er aardrijkskundeles en JuUt over

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1929 | | pagina 14