I
m
t
DE REISVEREENIGING VAN JAN MUIL
/zg
Het Geluksland
II
Een pakje uit Zuid-Af. ika
fc
V<772 alles wat
CDick Leeuwaard
E„UG)D
FT
DERDE BLAD
II’
B. L. N. S.
TF "lili
1
JL
MET
fey
eDat komt er van!
-
-
T,.
PLAATJES VAN
*1
BLADZIJDE 1
F
er
keizer te
J
,-k.
gee-
waar
U FtMBMl
be-
a
ver-
J
ll
i
en knripend naderde deze den
zetel Tan den machtigen vorst
ZES NEDERLANDSCHE PLAATSNAMEN
I
ft
9
jong
o
op
RAADSELS: SERIE Vn
dat
iff
I
L
9>
c
4.
3.
2.
L
4
OVERNEMING DIT DEZE RLBKIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
Door Ro Frankfort
een ringvormig stuk afge-
genoeg
jaren kan achterhalen,
doen!
voor uw
de wijze
Zuid-Atnka en dat was Interessant.
Een briefje waarschuwde de andere
Opeens echter verscheen er een groote
vogel op de golven
Bever de Bruin en Paardenburg waren er gauw voor
te vinden. De beer en het paard wilden wel eens
meer van de wereld zien dan die vervelende Sahara.
Weldra daagden er nog meer liefhebbers voor de reis
op. Het waren Krok Odil. Ko NUn en Van den Aap.
Maar met dat stelletje raakte de wagen wel wat vcL
V. Ten slotte moet Je M even in een
getal veranderen, dat 33 grooter ia, zon
der er Iets bij te doen.
heeft wel vleugels, maar kan er niet mee
vliegen.
Jantje, kinderen mogen
Niet spelen met een schaar
Nu zie Je. de gevolgen
Zijn altijd o zoo naar!
De lijfarts
buigend
„Waarvoor wilt u dat weten, heer?" vroeg
de waard
aan
Oe-
ver-
e ven als
1. Met de dieven hebben mijn eersten
dit gemeen, dat zij het licht schuwen.
Mijn tweede schildert in een oogwenk
uw beeld, dit blijft bestaan, zoolang ge
het bekijkt
Vroeger leefde mijn geheel, een vroo-
HJke gast, wiens naam door iedereen ge
kend wordt.
als
Hij voelde
■o
S'
t"
T-i-..
te zitten. T Was een uitgehold stuk bout,
wam op stalen veeren bevestigd waren,
die met de hand konden getokkeld
4. Mijn eerste kan men niet verdrinken,
mijn tweede en derde niet gemakke ijk
vatten. Mijn geheel gaat in de stilte van
den nacht op roof uit.
5. Drie blinden lelden een lamme en
twee blinden loopen ovcr^J mee. Bij lede
ren stap strooit de lamme 'zwart* zaad
op den besneeuwden akker 'uit, waanilt
aanstonds iets wonderlijks ópschiet.
Toen liet de lijfarts de herbergier g~
selen met dikke touwen en terwijl het
1-j den rug liep, sprak de
KUNSTJES
h-
I. Kunnen Jullie ook laten zien
de helft van achttien tien is.
3. De aarde heeft mij het leven ge
schonken.
Mijn hoofd steeg in in de lucht, nam
van Jaar tot jaar toe en werd we.dra
veel grooter dan mijn voeten.
Door het ijzer kwam ik om het leven,
het water werd mijn draagbaar en het
vuur mijn graf.
TV. Laat ook eens even zien dat 3033
88.
Op een keer baadde de dokter in het
heerlijke, frissche zeewater en dartel
de vroolijk rond met zijn vrienden. Hij
ging echter te ver en was op het punt
te verdrinken.
Zijn wonderdrankje had hij natuurlijk
niet bij de hand en daarom vreesde hij
reeds, dat hij nu zou moeten sterven
Op.ens echter verscheen er een groote
vogel op de golven, die hem toesprak:
„Chlneesche dokter. spring op mijn
rus en Ik zal u brengen naar het land.
lï
Ifqoéi -
Kleine Jantje nam eens
Stillef les de schaar.
Maar wat toen gebeurde
Och, wat was dat-paar!
Jantje had een houtje.
Dat niet breken wou.
Hij dacht, met een schaartje
Gaat dat o zoo gauw.
..Henk, kom eens gauw beneden,” riep
mijnheer van Voorden op zekeren
Woensdagmorgen. Henk had wat getreu
zeld met aankleeden. maar nu maakte
hij gauw voort. Juist toen hij de trap af-
•kwam. hoorde hjj zjjn vader nog zeggen:
„Dank Je besteller" en toen hij beneden
kwam, lag er een pak op tafel van oom
uit Zuld-Afrika.
HET KUNSTJE VAN HET LEVENDE
KWARTJE '‘A'
Maar die kleine Jantje
Prikte in z"n hand.
En die jjomme Jongen
Schreeuwde moord en brand!
Au. dat viel niet mee hoor!
Of dat pijn deed, heusch
Dikke tranen rolden
Zoo maar langs s'n neus!
onderzijde -
zaagd. Dit stuk is gemak kei ijk genoeg
uit te hollen, want het binnenste deel ia
zacht. Meestal wordt de binnenzijde ruw
gelaten, en op de buitenzijde een versie
ring aangebracht.
Het vangen en dcoden van de dieren
was vroeger een wreed bedrijf. De olifant
stierf tenslotte aan uitputting door
bloedverlies, daar de d*ke huid het toe
brengen van ernstige wonden nsoelUJk
maakte.”
f Was Jammer, dat deze middag als
allo gezellige middagen zoo gauw om
was. Met algemeene stemmen werd be
sloten, dat de merkwaardige „olifants
tanden ringen" zcoals ze genoemd wer
den. door Henk zouden bewaard worden;
dan waren alle Congozeldzaamheden bU
elkair.
„Wat fUn. dat het net Woensdag is.*
riep Moos. „En dat ze juist toevallig alle
maal bij ons komen.” vulde Henk aan
Die „ze” waren de medeleden van den
Bond voor levende Natuurstudie. „Nu
jongens", zei mynheer van Voorden,
„maak nu maar gauw vcort. anders kom
je te laat op school. Vanmiddag kun Je
ongestoord genieten van het kijken.”
Of Henk erg met zijn gedachten bij de
les was, valt te betwijfelen. Tenminste
Jan Muil had een eigen wagen m:t esn ezeltje
er voor. Waarom zou hij zelf niet een reisverVenl-
glng op touw zetten?
„Waarvoor wilt u dat weten, beer?”
vroeg de waard.
„Om het leven van onzen
verlengen.” zei de lijfarts.
„Daarvoor? Nu, dan help ik u niet
hoewel ik het middel daartoe ken,”
«prak de waard.
,Jk geef u schatten in ruil
middel,” bood de arts, maar
man bleef zwijgen; hij voelde er niets
voor het leven van den ouden tyran nog
te verlengen
Ook in de Sahara bU Jan Muil, den leeuw, was het
doorgedrongen, dat de menschen dikwijls in heele
clubjes op’ reis - gingen. Ze noemden dat een
Met Ti heel gewichtige snuit vertel Je
aan Je toehoorders, dat het je niet de
minste moeite kost om 'n kwartje of *n
cent met doodgewoon pomp- of leiding
water op het voorhoofd van een uit „de
menigte” zult vastplakken en wel zóó
stevig, dat ie het d'r niet zal kunnen
afschudden. Natuurlijk mag hjj daarbij
zijn handen niet gebruiken, alleen zijn
halswervels.
Natuurlijk verbaasde gezichten.
Je doet als volgt:
Je neemt een kwartje en maakt dit
met water nat. (Dit is eigenlijk niet
noodlg, maar je hebt nu eenmaal ge
zegd. dat je er water bij noodlg had).
Dan leg je het kwartje op het voor
hoofd van Je slachtoffer en drukt het
er tamelijk stevig aan voor een poosje,
je vertelt er bij, dat Je het even moet
vastplakken.
Dan neem Je Je hand weg, maar zorgt
er bij, dat Je het kwartje meteen weg
neemt, ‘t spreekt van zelf, zonder dat
het voorwerp der opplakkerij het merkt.
Dat kan Je bijvoorbeeld gemakkelijk
doen, door je hand bovenwaarts over
zijn voorhoofd te strijken. Ofschoon het
kwartje er niet meer opzit, denkt de
jongen, dat het ér wel opzit, want hij
heeft bet gevoel, dat het werkelijk nog
op zUn voorhoofd kleeft.
HU zal zUn hoofd schudden, maar het
geeft niks en niemendal.
Tot ie het tenslotte opgeeft en met
zijn hand over s’n voorhoofd strijkt.
Wat zet le dan Ti verwonderd gezicht,
wanneer le merkt dat er heelemaal geen
kwartje meer present Is. De kinderen ,1’e
in het geheim zUn. moeten natuurlUk net
doen, of ze het kwartje zien zitten en het
slachtoffer alsmaar aanmoedl-en om nog
harder met z'n hoofd te schudden Je
zult zien, bü Tl beetje gewillig slachtoffer,
lach je je slap.
werd geroepen en onderdanig
en kruipend naderde deze den
zetel van den machtigen vorst en vroeg
vol eerbied: „Wat wenscht Uwe Majesteit
van mU. armen dokter?”
„Luister goed.” sprak nu de keizer. .Ik
word oud en zal misschien gauw moeten
sterven
„Ja. Majesteit,” antwoordde de knappe
dokter. ..maar dat is het lot van alle
schepselen. De góden hebben dat nu een
maal vastgesteld en geen dokter kan in
deze wet zelfs de minste verandering
brengen.”
„Maar." zoo sprak ZUn Majesteit, op
springend van zUn zetel. Jk wil niet
onder die algemeeóe wet vallen. OU
moet een middel vinden om mUn teven
nog tientallen van jaren te rekken in
gezondheid en geluk. Begrepen?"
„Maar Majesteit
„Stil dokter, doe wat Ik je zeg, of Ik
laat je onmiddellUk ophangen I Ga heen
en r~ 2.
En pas op hoor, geen uitvluchten?
middel moet en zal JU vinden!"
en \ol zorg ging de
i op in
leden, dat er tets bUzonders wachtte en
precies op tijd, om twee uur, waien allen
present tot Rclndert toe. Het uitpakken
kon dus beginnen.
Het eerste kwam een brief te voor-
schjjn. dien mUnheer van Voorden vast
voor zichzelf begon te lezen. Daaronder
lagen allerlei pakjes, voor elk wat. Het
eerste was een aardig gevlochten mand-
zorg voor hetgeen Ik Je heb gezegd.
----1 Dat
III. Hier heb Je S pruimen. Die moet
je onder 5 jongens zóó verdeden, dat
leder er één krUgt en er toch een pruim
in de fruitschaal blUft.
▼óór honderden van jaren leefde
in China een keizer, die zeer wreed was.
Het minste vergrUp tegen de wetten van
het land strafte hU met den dood of met
een vreeselUke geesellng. Al zUn onder
danen waren dan ook doodsbang voor
den wreedaard en trachtten zoo ver mo-
gelUk uit zUn buurt te blUven-
Tegenspraak duldde hjj niet: wat hU zei
moest onherroepelUk gebeuren al
kostte het ook menschenoffers.
Het volk haatte den vorst en de men
schen waren blU. dat hU reeds oud begon
te worden en misschien spoedig zou ster
ven. Dan sou er een nieuwe keizer ko
men; één. die meer hart voor zUn volk
bad.
De oude keizer dacht echter: alle men
schen moeten sterven, ja dat weet ik.
Maar voor mU. deïi keizer van China,
moet een uitzondering gemaakt worden
Ik heb den knapsten lUfarts der geheele
wereld in mUn dienst en dien zal ik
bevelen mU weer Jong en krachtig te
maken, opdat de dood mU nog in geen
jaren kan achterhalen. Ja dat zal ik
3. MUn eerste lettergreep vliegt en
somtijds met verbazende snelheid en
heeft toch geen vleugels MUn tweede en
derde loopt zonder beenen en mUn geheel
TI Weten jullie misschien ook hoe ze
in FrankrUk van negen lucifers acht
maken.
Voorden", stond
op het papiertje. Daarop volgde een
kleiner pakje, „voor Henk”. Henk pakte
het uit en vondeen leuk gesneden
poppetje (Flg.lr. Het had een stukje
slangenvel cm en twee kraaltjes als
oogen „Een afgodsbeeldje", zei mUnheer
van Voorden, die al een groot gedeelte
van den brief gelezen had en een lUstje
had gevonden van de gezonden voorwer
pen. Voor Toos was er een slerlUke ge
sneden kam, een leelUk ventje voorstel
lend met een grooten wipneus (Pig. 3).
Die wilde zU op haar kamertje hangen.
Toen kwam er een greoter rechthoekig
pakje, „voor vader”. BU het uitpakken
bleek er een soort muziekinstrument in
luksland. HeerlUk scheen de zon en de
vogels zongen er zulke schoone liede
ren als nergens anders ter wereld. En
er bloeiden bloemen bU duizen
den!de eene nog al schooner dan
de andere en daarbU ook de wonder
bloem. die de dokter zocht-
HU bereidde zUn drank op de manier
zooals de waard In China dat had ge
zegd enhU probeerde den
dadelUk bU zich zelf en zie
werd dadelUk tientallen jaren
HIJ was weer een Jongeling
waar ge thuis hoort, naar China. Het
Is uw tUd. dat ge het Geluksland
laat en veroudert en sterft,
uw oude meester.”
Hem bleef niet anders over dan te
doen wat de vogel zei.
Vlug droeg het dier hem over, de
groote zee en op een morgen landde het
dier en zette den man. die In het Ge- I
luksland was geweest, op den oever van
zyn vaderland neer.
Het eerste, wat hU deed, was te In-
formceren naar den ouden keizer. zUo
meester.
Maar men lachte den man uit! En
eenigen riepen: „Maar wie zyt gU dan.
dat ge dat niet weet? De keizer, van uien
gU spreekt, leefde vóór driehonderd
Jaar. WU hebben dien wreedaard na
tuurlUk niet gekend en gU- die nog zoo
jong zUt, kunt hem ook niet gekend
hebben. WU hebben nu een heel goeden
keizer, die alles voor ons doet, wat hU
maar kan o
Rn nu vertelde de oude lUfarts wat
hem was overk n.en en terwyi hU daar
stond te praten, zagen de omstanders
hem verouderen zUn baard werd grijs,
zUn gezicht gerimpeld en zUn rug ge-
kromd en teen hU klaar was met zUn
verhaal, zonk hU Ineen en stierf.
Zoo was het eind van den man, die in
Geluksland was geweest.
bloed hem langs
waard:
.Houd op met geeselen; ik zal u bet
middel zeggen"
En nu hoorde de dokter, dat er ten
Oosten van China een groot rUk moest
liggen, een zeer gelukkig land,
heerlUke planten groeiden, die ge
kookt volgens een bepaald recept het
teven van den mensch met tientallen
van Jaren kon verlengen. „Ga daar
heen, heer," zoo eindigde de waard, „en
ge zult tevreden zUn en uw doel
reiken"
De lUfarts ging nu op reis naar het
Geluksland om te trachten deze bloemen
machtig te worden.
Na een lange reis kwam hU er
en Ja.het was hier werkehjk
tengen
Zoo gesegd zoo gedaan!
De lUfarts stapte in zUn draagstoel
en liet zich van de eene stad naar de
andere sjouwen: confereerde met de
knapste professoren; maargeen
hunner kende het middel, dat hU zocht
en waarvan zUn leven afhing.
Op een keer kwam hU in een klein
dorpje en stapte af In het eenlge ho
telletje van T plaatsje. Mopperend be
stelde hU daar den waard zUn eten en
informeerde, of er In dat dorpje mis
schien een heel wUs man woonde, die
meer wist dan de andere menschen.
trank
ook hU
Jonger,
geworden
van 30 jaren sterk en schoon en hU
vergat sUn boodschap, vergat den Zel
den keizer van China, den Zoon des He
ven tn dit Geluksland, waar men zoo
heerlUk jong kon blUven. Weg met
China en weg met de zorg voor de ge
zondheid van den wreedaard, die zich
den keizer van China, den Zoon des He
mels noemt I
En onze gewezen lUfarts bleef hier
wonen, honderd Jaar, tweehonderd jaar
en nog voelde hU zich Jong en gezond
en sterk; maar China was geheel uit
zjjn gedachtenis verdweccn 1
aie mei ae nana konden getokkeld wor-
den (F*ig. 3). In den brief stopd, dat het
een muziekinstrument was „Satua"ge
noemd. ElgenlUk was betruit dén Congo
afkomstig, want, zooals oom schreef. hAd
hU de gezonden voorwerpen op een van
zUn reizen verzameld.
Voor Mientjo was er een prachtig
sierde kalebas (Flg. 4). Oom schreef er
bU, dat kalebassen In Africa voor aller
lei doeleinden gebruikt werden: om wa
ter In te bewaren, om muziekinstrumen
ten van te maken en voor verschillende
andere dingen. Ten slotte kwam uit het
pak een pakje „voor de B. L. N. 8.”.
waarin zich een pakje Ivoren ringen be
vonden. (Flg 2). .De Afrlkaansche oli
fant" schreef oom hierbU, „wordt ge- 1
Jaagd en gedood om de tanden. Wanneer I
men die bemachtigd heeft, wordt van de
Heer en Gebieder, Hem had bevolen.
Dagen en nachten bleef hU daar
zUn kamer en vergat te eten en te
drinken; maarhu kwam geen stap
verder. HU kon geen middel vinden om
zUn Heer tientallen van Jaren jonger
te maken.
Wat moest er van hem worden,
hU dat middel niet vond?
reeds den strop om zUn hals en zag zich
in den geest reeds het schavot beklim
men:
HU zou op reis gaan dwars door
bet groote Chlneesche kelzerrUk reizen
om Iemand te zoeken, die misschien een
middel wist, het leven des keizers te ver-
Diep bedroefd ^22
UJfarts naar huls en sloot zich c~ tz.
zUn studeerkamer om te denken, *dlep
te denken over hetgeen de keteer, zUn
wat de wiskunde betreft. Maar daarna
was er aardrykskundeles en Juist over