'A ffl DE REISVEREENIGING VAN JAN MUIL -I— JlE.CJ<3p VAN ALLES WAT Een wandeling ^Dick Leeuwaard Kleine Q^Iops J r c BLAD BLADZIJDE 2 (Een kostschool-herinnering)' Re&en - f- L\' A. 5 B. L. N. S. n f r MET Po a PLAATJES VAN c p fi d n Si b si ti 7ï7 vA ^>77= Axil V SSL ,1 Maar de k af «esjtesL een pietje t zün de maden al uitgekomen en graven zich in het vleesch. En ook de aaskevers zullen wel voor hun deel zorgen, 't Is een feest voor al die dieren." ZEG DIT EENS VLUG PP' I jL Zoodat vrouw RINGEN GOOIEN 3 2 1 5 4 8 2 6 1 3 4 6 3 5 3 3 1 6 1 v'l I f was vechtpartij an schuw verborg hij rich in een hoekje W. KNUTSELWERKJES Wat je van kiel al niet maken kunt! keurig den OP V«l 4. Een vechtpartij ontstond Oplossing van: „Het Toovervlerkant". 178 333 3M 3J9 «4« «45 357 143 178 305 «71 «9® «91 «93 300 330 «59 334 «55 231 «•7 au 315 330 312 l6l lÓJ 163 317 «54 «57 322 229 198 «97 «94 192 199 «90 310 177 174 302 «79 301 >03 I 240 »3« 147 «44 333 335 149 JlL- l 11. 8. a Kö. .fer3 5 een was leren kant van dat van Henk en 1 het ditmaal een wandeling door aan. over Daar gingen eens drie oude wtfljes over een zwik-zwak bruggetje. De eene, die heette vrouw Biba. de tweede vrouw Biba de Binka En de derde vrouw Sina -snikna-knlkker- de-knlkna. Toen nam vrouw Biba een steen. En smeet die naar vrouw Biba-de-Binka haar scheen Slna-snikna-knikker-de- knikna daarom green 12. Dat was me een schrik! En het duurde een heel tijdje voor se weer op het droge waren. Krok OdU bad natuurlijk schik. De meeste jongens maken 't liefst hun eigen speelgoed en de mijns dosn het net zoo. d ti S t P A at 'l 'UI i1’1 «51 «70 «•o «si 178 «73 «89 «50 I80 158 «M «73 «88 207 i8? 225 188 175 148 238 33f 189 318 «95 «66 316 214 226 a«9 169 309 182 «53 183 306 Krek. Odil. Van Aap. Kq Nijn en het NikKertje waren er intuuchen «tikum met den wagen vandoor gegaan. Krok OdU reed ze echter allemaal de sloot in. 337 «64 304 «87 313 228 338 306 Kijk de wind speelt: hoed, ik pak je. Wat kan die ondeugend zün! En hij bracht nu menig takje Van de hoornen op het plein. En hü raast naar allen kant; Kijk, de Herfst Is weer In *t landt R. v. Pr. OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Heel de straat ligt vol met plassen. Alles ziet nu. grijs en grauw. Iedereen neemt groote passen, Want naar huls wil leder gauw. Kom nu, kinderen, haast je wat. Anders word je o, zoo natl I Onze onderwijzer, die belast was met I het toezicht, kwam in volle vaart aange- loopen en was al gauw op de hoogte van 't geen was gebeurd. I HIJ was een man met een gouden hart, die veel heel veel van zijn leerlingen hield en die 't niet kon hebben, dat we elkaar plaagden. Als een vader nam hij Mops bü sich en Informeerde. Maar “t ventje kon we gens zijn vreeselljk hullen niet antwoor- een hevig snikken onderbrak het verdere gesprek Zie, de regen valt bü stroomen. Wat een weertje, wat een weerl En de wind blaast door de bootnen. Strooit de laatste blaadjes neer. Als je nu op straat moet gaan. Trek gerust je jas maar aanl Bovendien kun je, als je *n verfdoos rijk bent, de gefabriceerde dingen van püpi aarde prachtig kleuren. Ik zag bijvoorbeeld laatst 'n paar leuke bloempotjes van pijpaarde, waarin een klein heidebloempje was gezet. Een potje in bard-groens kleur en het andere fel-rood. De dingen stonden schoorsteen. Met behulp van wat luclfersstokjes kun je tf allerlei poppenspeelgoed van maken. Hoe vinden jullie bijvoorbeeld onder staand draagrekje. En zien die twee stoeltjes er niet aar dig uit? Voor de sittlngen der stoeltjes en voor het tafelblad neem je kleine stukjes kar ton. Bovendien kun je de stoelzittingen met een aardig gebloemd lapje beplakken, terwijl je voor de tafel uit je zusters lap- pendoos 'n fijn tafelkleedje knipt. de velden. Die zagen er al erg wlntersch en doodsch uit. Zoo hier en daar stond ■“5- Een goede kwarteeuw geleden was Ik op een kostschool ergens in het Zuiden van ons lend. Leuk was het er en gezel lig en ik leerde er goed. Het was geen groote school, dit Instituut, slechts een goede twintig jongens telde ze. Op een keer nu kwam er midden In het schooljaar een nieuweling. Dat was voor ons een heele gebeurtenis! Een Jong vent je was het nog zoo op t eerste ge zicht niet ouder dan 11 Jaar. 's Middags verscheen hü voor t eerst In de speelzaal en schuw verborg hü zich In een hoekje. HtJ wildé niet zeggen hoe hij heette, waar hij vandaan kwam enz. en daarom kwam een der onderwijzers naar ons toe. om te zeggen, dat we het kereltje niet lastig moesten vallen, omdat hij het hier nog Mijnheer liet hem stilletjes uitsnik - en toen de jongen een beetje tot hfj van Het werd winter en de gymnastiek lessen, die gedurende den zomer altijd in den grooten tuin waren gegeren, waar, door een schutting aan t oog der wereld onttrokken, de verschillende gymnastiek- werfctuigen, als ringen, klimrekken, een boegspriet enz. stonden opgesteld, werden nu In het groote, verwalmde lokaal ge geven. Ook hier stonden rekken en aller lei andere werktuigen; zoodat die, welke In den tuin waren, eenzaam en verlaten De omstandigheden voor een wandeling leken op Woensdag 16 October In 't be gin ver van gunstig. Tot twaalf uur regende het. Dan had Henk een boek op school laten liggen, dat hü beslist ge bruiken moest Jan was ziek en Tilly had om half twee moeten terugkomen, omdat zÜ haar les niet kende. Toch waren allen met uitzondering van Jan om drie uur bij elkaar, ditmaal bij Reindert aan huls, ’t Weer was intusschen veel verbeterd, do zon scheen zelfs en toen Henk dan ook voorstelde om maar te gaan wandelen, had niemand er bezwaar tegen. Het huls van Reindert lag juist aan den zoo werd omzwennd door een menigte groene metaalglanzende vliegen en zag er erg onooglijk uit. Voorzichtig peuterde Henk er een beetje aan met een stokje en toen bleek het het overblijfsel te zijn van een doode veldmuis <Fig. 4), die reeds in staat van ontbinding verkeerde. Allerlei Insakter^ krioelden er omheen. Daar wa re». de reeds genoemde groene vliegen, door Henk keizersvliegen genoemd: platte Iedere Jongen speelt graag met stop verf en de schilder komt niet bij ons over den vloer om ’u ruit in te zetten, of hfj wordt „ontlast” door m’n bengels van de niet gebruikte stopverf. Nou vind Ik stopverf eigenlijk geen speelmateriaal voor kinderen, al kun je er nog zulke fijne dingen van kneden. En daarom heb ik je wat pijpaarde cadeau gedaan. Je kunt dat goedje, nog wel in verschillende kleuren, betrekkeliJk goed koop krijgen. ’t Heeft bovendien nog het voordeel, dat het heel hard wordt en veel langer goed blijft dan stopverf. Bü lederen drogist Is pijpaarde te krij gen. Kun je geen stukje krijgen, neem dan maar fijne pijpaarde. Doe er dan 'n beetje water bü en kneed ze tot het een dik papje wordt Het best kun je de pijpaarde goedhou- den in een vochtlgen doek gerold. En bekyk nu de plaatjes maar eens. Ik heb heel gemakkelüke dingen genomen die jullie allemaal gemakkelük na kunt maken. Met een klein beetje fantasie fabriceer je er zelfs nog een heele serie bij. den. ken zichzelf was gekomen, vernam Mops, dat hij een brief had gekregen van zijn moeder, waarin ze mededeelde dat ze zich erg naar gevoelde en misschien zou moeten worden geopereerd. En de arme kleine, die zoo ontzaglük veel van zün moeder hield, had zich dat erg aan getrokken. Hü had gebeden voor zün moedertje en de belofte gedaan, dat hü Paardenburg zat nog altüd uit het veld geslagen te kijken, toen Jan Muil kwam aanhuppelen. ..Vooruit.” zet hü. .Al» 1« wilt, moet je ópschieten plaagd hadden en beloofden hem dat we ons zouden beteren.... Nooit is Mops van deze treurige reis teruggekeerd.. Na den dood zijner moeder moest hü thuis blüven bü zün treurenden vader en nooit weer hoorden we wat van het ventje, dat op *t instituut zoon vreeselük leven had gehad. De vorige week hadden ze 't volgende fabrikaat Op ’n oud plankje, dat ze op den rommelzolder gevonden hadden zün ze aan 't schaven en zagen gegaan tot het een keurig stukje plank geworden was van 50 bü 30 c.M. Toen hebben ze er een heele serie spü- kers ingeslagen, zooals je op bovenstaand teekeningetje kunt zien, ongeveer 5 e.M. van elkaar. Daaronder weer 'n rü, 6 c.M. lager. En ten slotte nog ’n derde rü. Met ’n scheutje zwarte verf, dat er nog stond werden beren lederen draadnagel cijfers gezet Moeder leverde ’n stuk of wat gordünringen en het spel kon begin nen. Ze speelden om knikkers. Op anderhalven meter afstand mocht leder twee ringen gooien. De kunst was nu, om deze om de spü- kers te mikken; lukte dit, dan Werden er zooveel knikkers uit den pot betaald al» het spükemummer aangaf. Te voren had leder 5 knikkers In den pot gelegd, terwijl voor lederen mls-worp telkens 1 knikker boete verplicht was. Zoodoende was „de kas” altüd vol ge noeg om uit te kunnen betalen. M'n peuters met hun buurtvrlenden hebben er zich zeker IS uur mee ver maakt. Hoe denken jullie er over? Vinden jullie het niet de moeite Waard, om ook eens zoo’n ding te fabrlceeren? want Iets verder vond Ada een dooden mestkever (Fig. 5). De dekschilden lagen naast het dier; het achterlüf was geheel open. >1 „Dat is het werk van een loop kever," riep Toos uit. „Die sparen zelf* hun soortgenooten niet. De mestkever werd netjes in een lucifersdoosje meege nomen. De beide muizen kwamen niet meer in aanmerking om bewaard te wor den, al hoopte Henk nog eens een van die dieren op sterk water te kunnen zet ten. Het gezelschap was Intusschen bü een sloot gekomen, waar massa's bramen stonden. Nadat hiervan lekker gesmuld was. werd zingend de terugtocht aan vaard. Voor den zieken Jan werd ‘n trom meltje bramen meegenomen, terwül Henk en Toos ook voor moeder, vader en Mlentje een trommeltje vol meenamen. A. L. 'i ie' wat vreemd vond en niet zoo aanstonds zich bü ons aansloot. We bleven dus een beetje uit zün buurt en maakten giebelend onze opmerkingen over onzen nieuwen makker. Erg voordee- dig zag hij er niet uit: een groot rond hoofd had hü. korte beentjes en een rol rond lüf. zoodat hü al dadeUJk den bü- naam kreeg van Mops. Ja, jongens zün nu i eenmaal zoo met een enkel woord weten ze zoo. iemand precies den julsten naam te geéen! Als Mops nu maar flink geweest was en goed van zich afgebeten had, als hü werd geplaagd, dan zou hü het wel gered hebben op ons instituut; maar het ventje was altüd even traag, liet zich uitschel den en was ook In de klas een van de donasten. Je kunt dus wel begrüpen. dat kAps het niet prettig had bü ons. Wü waren ook ürerlge beoefenaars van de gymnastiek en waren erg nieuws gierig. hoe Mops het er bü het examentje, dat elke nieuweling moest afleggen, vóór hü aan de oefeningen mocht deelnemen, wal zou afbrengen! Het verliep bitter slacht voor den armen Mops: hü moest touwklimmen. Met alle krachtsinspanning wist hü zich een paar decimeter omhoog te werken, snakte toen als een vlsch op t droge naar adem en liet zich onder algemeen gelach der jongens, die zün prestaties gadesloegen weer naar beneden zakken. Mops werd In de allerlaagste gymklas geplaatst en maakte daar nog een droevig figuur. Je kunt wel begrüpen. dat de jongen het bü ons heelemaal niet prettig vond; vooral nog. toen wü hoorden, dat hü op zün kamertje een kalendertje had ge maakt. waarop hü met loodrechte streep jes bet aantal dagen, dat nog verloope: moest tot de Kersctvacantie precies ha', aangegexen, en eiken avond een dezer loodrechte streepjes doorkraste alweer een dag voorbü! Zoo gauw we dat wisten, kwam er aan t geplaag geen eind: „Hé Mops, hoeveel dagen nog? Je hebt je verteld. *t aantal streepjes klopt niet Zag Mops; de direc teur heeft gezegd, dat je wegens je lui heid met Kerstmis niet naar huls mag!” Zoo sarden ws het jongetje. En vooral het laatste maakte Mops bit ter bedroefd. Hü had heimwee, de kleine jongen! En al hadden wü dat zelfde gevoel in meer dere of mindere mate ook allen, wü lieten het niet zoo blükenl wat spurrie *Flg. 1) de meeste landen lagen echter braak. Op esp van de dwars wegen had een boer een stuk of tien knolletjes verloren, die natuurlük een welkome buit waren en na geschild t» zün met Gerrit's zakmes, werden opgege ten. Even later riep Gerrit het heele ge zelschap büeen voor een vondsi. namelük een doode spitsmuis (Fig. 2). Hü wees vooral op den behaarde» staart en de spitse tandjes. „Een echte insekteneter" merkte Reindert op. Het diertje had blük- baar nog niet lang daar gelegen, het had nog bloedende wonden. „Zeker door een uil gepakt." meende Ada. ..Dat zou wel kunnen." antwoordde Reindert. „want ik' heb hier al vaak een steenuiltje (Fig. 3> in de buurt gezien.” Even later wees Toos Iets aan in het karrespoor. Dat „lets' aaskevers, die zoo vlug mogeiük een don ker plekje opzochten en een paar zwart met roode kevers, doodgravers, blükbaar met hun 'graafwerk bezig. Alsof hü voor de klas zün les stond op te zeggen, sprak Henk^^.uDI 1 prooi Hnjei bijkomen. t Was wel een fortuinlüke wandeling. 'Ie. doodgravers denken hun igVaven vóór er andere dieren als voedsel voor hun Jongen, keizersvliegen zün hun te vlug Zie maar eens” en Henk wees aan, dat scheen te leven. ..Daar stond*- «n niemand zich ermee bemoeide gedurende den langen wintertüd. Op een keer liep Ik door den tuin om mün morgenwandeling voor het begin der lessen te maken. Het was vinnig koud eu allen hadden we dan ook onze dikke over jassen aan. Ik kwam in de nabijheid van de schutting, waarachter de gymnastiek werktuigen rustten. Wat zag ik daar echter? Een groet aantal van mün medeleerlingen was daar verzameld én reeds van verre waarschuw den ze me om geen leven te maken. Nieuwsgierig trad Ik nader. „Wat hebben jullie toch?" vroeg Ik. „8tt” was t antwoord. „Mops 13 aan 't gymnastiseeren." Voorzichtig gluurde ik over de schutting en zag den stumperlgen Mops, die zün jas had uitgetrokken en bü den boeg spriet stond met het vaste plan er op te klauteren. Heel zacht lioorden we hem tellen één, twee, drie en daarna stond hü op den zwiependen mast. Bovenmenschelüke pogingen wendde hü aan om op de been te blüven al balanceerend en met de arme zwaaiend ging het ronde rompje steeds voorwaarts: komisch was het te zien, hoe I hü zich inspande. Meer dan eens stonden we op ’t punt om in lachen uit te barsten; maar we hielden ons stil om het eind van deze comedie mee te kunnen maken Reeds was het ventje het midden van den boegspriet gepasseerd en moedig ging hü verder over het steeds dunner wordende laatste eind. Zou hü het halen? Dat moest verhinderd worden. Joelend en juichend sprongen eenige jongens nu over de schutting en liepen op den ba- lanceerenden boegspriet toe. „Vallen Mops, vallen!" schreeuwden ze en om den armen jongen In het nauw te >gen, begonnen ze 't dtng vreeselük heen en weer te schudden, zoodat Mops vlak bü 't dunne eind naar beneden tuimelde. „Hoera.” riepen we. flJfce Mops!” Het ventje was met een plof op den grond gevallen en woedend over de hem aangedane beleediging was hij weer opgesprongen en op den belhamel toegerend, die hem had doen vallen. Een ontstond, waaraan wel een tiental knapen deelnamen. Het werd een herrie van belang. 10. „Als dat zóó beglni.'. ze: I aaruanourg. .dan ga ik niet «nee. Jij moet a’tijd d-m baas spelen. Jan Muil sloeg bijna achterovct van schrik. buiten In de kou van het begin tot het eind over den boegspriet zou loopen. Als hem dat gelukte, zou hü het beschouwen als een gunstig voorteeken voor ’t behoud van zün lieve moeder. Een hevig snikken onderbrak het ver dere gesprek en even later vervolgde het kereltje; „En münheer. het zou zeker ge lukt zijn als die Piet, die ellendeling me niet naar beneden had laten tuime len!”.... Een groot medelüden greep den onder- wIjzer aan. Vol liefde streelde hü het ventje over zün gladde haren en nam hem mee naar zün kamer om weer op z’n verhaal te komen. De klas begon; maar geen onzer was dien morgen bü zün werk. We dachten aan onze laffe daad en namen ons voor eerbied te hebben voor de groote smart van Mops. We zouden hem niet meer plagen; we begrepen, hoe hü moest lüden na dat vreeselüke bericht. En onwillekeu rig verplaatsten wü ons in zijn omstan digheden. Goddank, ons moedertje nog gezond! x Een paar dagen later kwam er telegram voor Mops. Zün moeder heel ernstig ziek en de arme jongen moest hals over kop weg. f De huisknecht werd uitgezonden om een huurrijtuig te halen en zoo vertrok Mops naar den trein.... Maar wü, wü wilden hem niet zóó maar laten vertrekken. We gingen allen zon der uitzondering naar hem toe om af scheid te nemen van het ventje. Harte- lijk drukten we hem de hand en wensch- ten hem het beste toe'. We zelden hem, dat het ons speet, dat we hem zoo ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1929 | | pagina 6