i
1
hier is PLAS
dJe Omslagdoek
A
(De Stem
6 dJecember
£en ^Bladzijde
,1
Kunsthandel
Fa. VAN DER HORST
DERDE BLAD
DONDERDAG 28 NOVEMBER 1929
BLADZIJDE 2
’n Sint Q^Cicolaas- ver telling
7
V.
AJ
Langestraat 21, Tel. 475, Alkmaar
d?
'n Vlaamtche Sinterklaas-vertellinè
‘Brief van een ..ontevredene" aan St. C^Cicolaas
w.
I
a
Hallo St. Nicolaas Hallo
3
Bijouterieën, Etsen, Titi, Koper,
Kussens, Schoorsteenloopers, Foto
albums, Fotoartikelen
ADRES VOOR
Pracht
St. Nicolaas-Cadeaux
IS
BLOM
Langestraat 71
ALKMAAR
MAGAZIJN VAN KUNST-,
LUXE- EN HUISHOUDELIJKE
ARTIKELEN.
I
éénEn in den loop van het iaar wel
kralen van den vuld zopden worden.... Hé. wat was dat
Alle soorten Goud en Zil
ver, Klokken en Pendules
en Huga-Horloges
Ridderstraat
heek Oaénraeht - alkmaar
V
M
■Sv -
I
I
i\.
J i
■r
En we zingen en we springm en we ztfn 100 blü.
Hier x(jn reen stoute kinderen bU
zoo sprak
Hg
l
9
ten.
stemmen
er
die w>h
y
zich op, maar net toen ze den blnnenkomen-
Kam maar binnen met aw fraerht
kal
door te begrijpen....
i
dan
was
zijn
looze lippen. O. op welk mensch zou dat
wel zijn? Als haar Jozef eens.... maar neen.
om door weel en allerlei Ie
tot een warmte-oatvangen.
Fn druiven, viel er een tn-
En druiven en asrrtb-r1*n
O, die zwarte Pieter, zwarte Plater,
zwarte Pieter,
O, die zwarte Pieter, zwarte Pintor
komt daar aan!
stelde hem gerust.
Goeien avond doktoor.
hart
ie zjj:
maar
heel,
Boot eens, wat een raar gestommel is
dien schoorsteen daar
Nicolaasavoad, toen zij a
op kamers woonden....
gewoeld had. toen
hü de pakios-dra-
Wat ik nu smeekend aan u vrtiag:
Schenk mij alsnog een schip met geld.
de tegemoet wilde gaan, viel deze haar met
een ..Dag moeder" om den hals. Oei. wat
schrok ’t menschje! Ze kon eerst geen woor
den vinden, maar in haar stoel gevallen, ze!
ze met onvaste stem:
Jongske SJef. wat zie ik u geerne hier
Maar Jozef, hij bloedde, en rood-doortrok-
ken was de mouw van zijn kapot bü den
menheer zjjn we rond geweest in 't gebuurte
en net is nu bune-nnuaas en hier are. men
neer aoauxir, aai ia van ons.... voor u.
en er kwam een groove speoulaüeman voor
oen dag. „En nu bjoue. zei Mie. want
ik kan me meer, en ze veegde met haar
sjaal 'n traan weg.
En deze Hanige, die is ook voor u men
heer doktoor, stotterde bjofle, die met kolen
leurde. „We zijn in 'n poeturenwinkel ge
weest en daar nebben ze ons gesegd dat de
heilige.... de Heilige.... Since Lucas ook
'ne missionaris was en *ne doktoer ook en
pttn hebben we ook gekocht.... da's ook
van ons.... voor u..., menheer doktoor.
Astebiieit menheer doktoor en da ge bedankt
zyt in naam van heel ons kantje.... en
laat de zatte Rik nu nog maar eens tegen
u iets zeggen, dan zullen we s nen kop eens
joviaal uiteen krabben.... en haar handen
krampten open tot klauwen.
dagboek in de schrijftafel, en het
schuwen van de medelijdende hospita
even gedwongen en zonder innerlijk
zijn plaats 1 r - -
aan den IJzer weer op te zoeken. En t moe- Theepot nette* op bet
Hertje. 1 stond daar met tranen in imar ,o’rt'* XOO‘U h*> **woon w"
trouwe oogen daar op den drempel van het
hutteke, te staroogen in het zwarte donker
vóór haar, met den omslagdoek In de han
den....
Strooide Plet met okkernoten.
Dat heeft me nog bet meest verdroten.
*k Heb kiespijn, *n bedorven maag.
met tranen in de oogen bedankte ze hem.
't Is daarom dat ge hier kwaamt, beste jon
gen? vraagt ze hem. Maar hij. niet alleen
liefhebbend zoon, maar ook trouw soldaat
maakte zich uit haar armen los en met een
„Vaarwel moeder" spoedde hij zich naar bui
ten en verdween in 't donker om i
Dien avond ook. Hij had verwacht, dat
zus en zwager sou bezoeken,
id het toch wel op een andere
Hij had *n schitterende positie. Zijn nasm
als dokter had een klinkenden naam. Hij
was 'n genóésheer in den vollen z&j van bs'.
woord: ’n vader voor tn zieken Hü sprak
met hen. deelde hun leed en wist woorden
te vinden, die gingen van hart tot hart. Wal
goed hij ongezien deed aan -zn krenken
zij alleen en God wisten het. Z'n voorbelde
ging naar de armen, dezen omringde hü met
teedere zorg, al wist hij dat de rekening niet
kon betaald worden. Spreek woordelijk was
gebleven in de volkrijke straten z'n grenze
looss toewi ling bij de eerste na-oorlogsche
grippe-épidemie, wanneer hij letterlijk vier-
en-twlnüg uur per dag zich schonk aan zijn
patiënten. En als, er sprake kwam van me
neer doktoor, dada was hij het steeds, die **r
mee bedoeld was. Van 'n kleschen tact
tegenover welken andersdenkende ook. was
nochtans bekend, dat hij dwarz-docr god
vruchtig was en wanneer hij eenigszins
kon geen dag aanving zonder de H. Mis
bij te wonen. Eens had een dronkaard hem
in de straat „Pilaarbijter" toegeroepen, doch
voordat de kerel het uitgeschreeuwd had. had
hij een paar flinke oorklappen beet van
het volkske-uit-de-straat en werd hem een
bul! geslagen.
De dokter calmeerde t volkske en nam
den dronkelap mee In *n bouw, waar hij hem
verzorgde, t Is nie gepermetteerd. meheer
Dokter, hadden ze hem gezegd, *n volgenden
keer zullen we zien, dat we 'n koppel blauw
oogen slaanals ge er niet bij zijt!
Nauwelijks ontwaakt, werd hem des mor
gens vroeg door den komoraal van zijn ee-
couade een telegram overhandigd. Een tele
gram een telegram op zijn nuchtere
maag! Met zenuwachtig bevende vinger?
opent btj het panier en„Heer In den
Hemel sta mij bij", schrikt h'1. verbleekend
btj het lezen van het plotselinge dood-be
richt van ziin innlggeliefde moeder. Het I
schrift danst hem voor de oogenhij
leest herleest ■<- en leest over, het begint
te draaien.... en had hij zich niet bijtijds
Vaatgegrepen. de jonge kerel zou taeen gezakt
ztjn. zóó hevig trof hem de «lag. Na een
>d-ge-
-te daad.
ca hoe had hij getracht wanhopig getracht
---geven te komen over de andere pensiongasten te redden...
tot een warsate-ontvangen. Hoe had bij al
les voor zijn vriend gedaan, had hif zoo veel
opgeofferd, en hoe had Willem alles geac
cepteerd, zonder er nooit iets voor terug te
geven!.
^Zoo bad hij. ook gedaan op dien venen St
i met hun beiden
ang had hij bet
niet kunnen volhouden met iemand op ka-:
mers wonen, die slechts in naam ie ..vriend”
was. maar in werkelijkheid naast ie leefde..
Neen, niet lang, maar toch nog zes maan
den! Lang genoeg om je „vriend'* door en
ze I— teAXwaswten
zfj was zijn eenige troost in de wereld. Zijn
vader was al laren dood en broers of zuster?
had hij nooit gekend. Bovendien was zijn
moeder al een versleten menschje en ge
kromd door het vele werken. Ze woonde stil
alleen in haar hutje bij het dorp, niet ver
van het oorlogsterrein. Vóór den oorlog had
Joeef door veldarbeid In hun onderhoud
voorzien. Nu teerde ze op haar spaarcentjes
en kreeg een kleine tegemoetkoming uit de
berooide gemeentekas.
Zoo koutten die twee dan en vertelden el
kaar vele dingen. Ze hielden elkanders hoon
levendig op een spoedig einde van dezen
gruwelijken oorlog en zagen optimistisch de
toekomst in.
Toen kwam opeens de ongeluksdag van
I December, een dag befloerst met diepen
rouw. Triestig zette de nieuwe dag In met
ktlsfjpelenden najaar-recen. De kleurloozc
dag met setnber-grauwe lucht, die geen zon
kende, verdoofde ook den jeugdigen gloed
van Gustaafs heldere oogen.
Het was een rampzalige oorlogeen
oorlog van overweldiging. Wreea geeseide ho
het artne land van Vlaanderen en zjjn niets
ontziende striemen kwamen neer op de
bloeiende gouwen, op de bekoorlijke dorpjes
>anet hun tevreden bewoners, en op de fraaie
welvarende steden.
En niet tevreden met het‘ eigendom en
het geluk van de menschen te verwoesten
alschte de mannenverslindende oorlog
aelfs hun bloedeigen kinderen op. de hoop
en troost van hun toekomst- Jongens met
den blos van gezondheid op de wangen en
de tinteling van levenslust in de oogen
werden opgeroepen tot bescherming van vrij
heid en van recht.
Bloemen waren het, die pas ontloken
reeds door een wreede hand van haar sten
gel werden gerukt; teedere bloesems, die be
deesd opengaande, door de ijzige aanraking
van den nachtvorst stierven.
(Mt Oustaaf en Jozef twee wakkere
Vlaamsche jongens, gaven gehoor aan den
oproep van hun vaderland. Ofschoon niet
uit hetzelfde dorp, waren ze spoedig ver
knochte vrienden geworden tijdens hun ver
blijf in de loopgraven. En in die lange troos-
teloos-trlestige dagen van stilliggen in d<-
loopgraven vonden die twee veel troost er.
opbeuring bij elkander. Dan «'as het een ge
not voor hen om mekaar te vertellen var.
thuis, van familie, van hun kinderjaren
Dan haalde Guus z'n warmkloppende jon
genshart eens op door zijn vriend te spreken
van het vredige dorpje in Zuid-Vlaanderen
tooals het daar lag, vóór den oorlog; hoe
de menschen daar net èén groot huisgezin
vormden, wat een goeden vader ze in den
pastoor hadden en hoe gezellig het bij hen
thuis toeging. Zijn ouders leefden beiden nog
en raakten al op jaren. Zijn vader was een
flksche Vlaming met ronden, gezonden kop
ééntje die er niet om heen draalde, maar
de dingen bij hun waren naam noemde. Zijn
moeder, «achter van aard, gulgeefsch. maar
niet sterk van gestel. Dan had hij nog een
grooteren broer en een kleinere zus en
daarover raakte hij bijna nooit uitgepraat.
Voor zijn moeder had hij onlangs een ca-
deaütje gekocht; dat zou ie haar met St
Nicolaas sturen. Het was iets, waar ze veel
not van kon hebben. En vergenoegd lachend
wreef hij zich in de handen.
Als zijn vriend even uitgepraat was.
begon Jozef te vertellen. Maar Jozef
veel ernstiger. Daartoe droegen zeker
levensomstandigheden bij. Als hij sprak, dan
had hij bet altijd maar over èèn persoon
één. om wie alle! zich groepeerde in zijn
vwbeelding: zijn moeder. Geen wonder, want
Hoeveel maal zou het alphabet,
In banket zijn omgezet?
Hoeveel harten, suikerbeesten.
Zijn „verslonden" door de meesten?
Hoeveel sokken, hoeveel dassen
Heeft een man niet moeten passen?
Hoeveel sporen, speelgoed-poppen
Blijken later prullen-stroppen?
Goeie, beste Sinterklaas,
Sympathieke Pleterbas.
Ik vroeg één das, 'k kreeg er tien.
Kan Plet dat nu met zien?
Zijn uw knechten hersenloos?
'n Dasspeld in ‘n hoedendoos
En waar bleef nu de „rooie rug”.
Of komt u daarvoor wel eens frug?
Waarom al dat touw toch. Bintje.
Met een enkel draadje bind je
Toch een pakje wel goed dicht,
Is „lakken" in uw landje plicht?
Schaatsen krijg ik. maar geen ijs.
Is die Piet wel heusch goed wjjs?
Vindt m*n zuster nu wel baat
De dokter stond paf met in ééne hand
Slnt-Lucas en in de andere z'n speculatie
man.
Maan m'n beste menschen, dat heb ik
niet verdiend.... ik heb enkel en alleen
m’n piicht gedaan meer niet Maar dit moet
ik zeggen: ik heb in num studentenleven al
tijd schoone prjsultdeellngen gekend en toeb
nog al wat prijsboeken mee naar huls kun
nen dragen, maar zoo n schoons als de uwe,
die heb ik nog niet beleefd. Dat gaat naar
mijn han en ge moogt er zeker van zijn dat
ik u niet zal vergeten
Wij ook niet, viel Mie in. die haar tong
teruggevonden had.
Maar laat den doktoor toch voort gaan,
snauwden de anderen.
En ginder ver in China voor u bidden
en werken en als 't noodlg is zoo wat
lijden en wat afzien, voor u. voor uwen man
en uw kleine mannen, die ik allemaal zoo
gaarne zie.
Toen schoten hun oogen vol tranen.
Maar nu moet ge me toch *n plezier
doen.
Voor u loopen we door t vuur, me
neer öjktoor.
Du's niet noodlg, maar laat u alien
inschrijven in de Missiewerken. Ik zal uw
namen opnemen, ge zet er uw handteeken
onder
Ik kan niet teekenen dan met ’n kruls-
ke. want ik ben cle geleerd, snikte Bjofle.
En dan zal menheer Pastoorr, de S
frank bij u komen ontvangen.
Gaarne, menheer Doktoor, voor U en
voor die arm schaapkes van ginder och
arme.
En nu nog samen *n Wees Gegroetje
voor mij. alstublieft, opdat ik *n goeie mis
sionaris zou zijn.
En door den gang gonsden de
van ae volksvrouwen.
Willem ziin
maar hij ha<
manier verlangd.... O. Willem had in dien
tijd zoo vreemd, zoo bot kunnen doen, hij
Oase ST. NICOLAA8-ETALAOE Is gereed.
KOMT D EENS KIJKEN
Oedipl. Horlogemaker
Pracht collectie ANTIEKE UURWERKEN
jü zelfs Goeien avond doktoor. Goeien avond
verlichting, toen deze vertrok- menheer Doktoor! kwam het er uit de eene
na de andere.
Welnu Ik luister.
Nog spraken ze niet tot er eene was dlr
*p andere aanstiet met den elleboog:
Alle! vooruit Mie gij hadt toch gezegd
van het woord te doen.
Enfin, als het dan toch moet, mcmne!
de MIe *n mosselleurster die anders abso
luut niet op h'r tong gevallen was Ahwe
menheer Doktoor we hebben eehoord dat et
er uit trekt om Pa’er te worden, einder wHe
bil de Chtneeren en wij hebben ook *n hart
menheer doktoor. dat re 'ne knlo—ale rnete
vent zHt en dat ee nn« reken<nven zoo maar
half of nie sebreeft en daarmee, menheer
doktoer want wM h-bben ook *n hart
en dat hebt re nooit rereed toen moek?
voor Willem.... Hü beet zich ï«mrs smtm ven ts dat ge er altoos appel-
de lippen bii het proeven van die cienen en bananen
leegte, die in hem
id in wandelde.
lende en geschenken-koopende menschen ra duur zijn hebt nmeerbraeht en daarom
Ik ben geen taal- en sulkerheld.
Geef al die Pleterlul gedaan.
Aan touw en lak heb ik geen spaan!
dat de huur-piano beneden in de woonka
mer van de pensionhoudster stood wier
fleenuieke gezicht hij niet kon uitstaan en
hoe. hij niet lezen mocht, omdat zijn kwel-
L_j veel
van zijn denken in beslag namenHü
doorstond weer even de felle teleurstelling
Bij *n GUette.apparaat?
Heerlijk was dat marsepain.
Moest t heusch van .zeep” wel zijn?
Wat een stomme Pleterknechten,
*k Zou wel met ze willen vechten.
M'n handschoenmaat Is toch geen tien
Kon die ezel dat niet zien?
De speculaaspop was gebroken.
Kunt U ook chokla-slgaren rooken?
*k Vroeg beleefd een Radio,
En kreeg zoowaar een Jtanky Po,”
Die uit 'n veerend doosje sprang.
En toen ik u ter eere zong.
de?
Wat was dat? Hoorde ze daar niet ge-
drulsch? Of was het t ritselen van de dorre
eikeblaren aan den boom, die naast baar
huisje stond? Neen, hoor! daar was het
weer, maar nu dichter bij, 't geluld van
een voetstap, snet naderbij komend, nu vlak
bij.... Op ging de deurklink en zwaar klonk
een stap Ih het portaaltje. Moederke richtte koude papier
De dokter staat nu in de beproefde Chl-
neesche Missie, waarover de storm Is los
gekomen. HIJ bleet echter behoed. In s"n
stad bleef het ..kantje" hem gedenken. En
elk jaaa deed MIe den teer voor de S tr. En
’»en enkel die weigerde.
Toen dacht Ik aan *n brief dien de missio
naris me schreef vékleden jaar, op Bint
Niklaas-avond: Dank In mijn naam m'n
volkske en dat de goede God en O. U
Vrouwke het bescherme.
spotte dan met alles, wat een ander dierbaar
was, en had het sentimenteels onzin ge
noemd, toen hij hem verzocht bad eea
beetje vroeg terug te keeren, opdat ze daa
met hun beidjes nog een weinig St. Ni
colaas konden vieren
Geantwoord daarop had hij niet, maar ia
i was een vreemde woede gerezen, eea
woede vermengd met een opkomende, to
tale onverschilligheid Willem zou
eens iets ontzien!....
Dezelfde woede, die toen indertijd op zija
gezicht geteekend was. kwam nu nog eens
te 'voorschijn op het goedmoedig gelaat van
den dokter.Hemel, wat was bet een
ellendige boel geweest!.... Zonder nog één schun? Doch de stille lach van de vrouwen
woord tot zijn verdediging te zeggen, had
hij Willem laten vertrekken, had. hü
gezucht van
ken was.
Meer Herinneringen ontwaakten au bü de
Brem. Het verder-lezea deed ze allen uit
het verleden terugkeerenHij «net weer.:
u--
haar vangarmen, hoe hij niet studeeren kon
omdat het een feestavond was. boe het hem
onmogelijk gemaakt was te musiceeren. om- I
voorwerpen omiijnd. om ze dan
lost te weien in het alles verkuil
kerte.... En plotseling verwodde
haast berouwend, als bij een inlev
hij. waarom dat vreemd gespeel van bet
licht en de duisternis hem zoor aantrekt
Het is. omdat het als zijn leveg met
ianeringen ia. Het geheugen haalt
soms van die lang vergeten g<
te voorschijn evenals het gnlbj
zieken kon uitwerken dan zijne wetenschap
Dien 7den December sou hij vertrekken
Op 8t Niklaas-avond 'n wilden avond met
lajje wolken en woesten wind «at hij thuis
in s*n studeerkamer toen er plots gebeld
werd.
Een tiental volksvrouwen stonden in s*n
corridor, wanneer hij beneden kwam.
Toeh reen oneeluk gebeurd beste men
Dokter de Brem zat op zijn kaieén voor
de groole boekenkast die overvloeide van
de te talrijke boeken. Stapeltje na stapenje
schille hij en lei de goedgekeurde werken
bij den grooten hoop, die morgen afgehaald
zou worden.... Dit was als 't wars zijn
St. Nicoiaaswerk. Elk iaar zocht hij dien
avond geregeld zijn boekenkaat af, om te
zien, welke dingen hij kon afstaan voor de
bibliotheek vaa bet ziekenhuis, 't Was ais
't ware zijn cadeautje aaa de maatschappij,
was ook zelf
boedel. Maar oud-moedertje kon het
er mee doen en daarom was ae te
vreden met wat Onse Lieve Heer
haar gegeven had. Maar één ding j
was er één ding dat ze nog zoo
graag wou: haar jongen, haar Sjef
nog *n keer zien, die daar aan oen
IJzer in de loopgraven lag, om den
Pruis van haar schamel boeltje af 1e
houden. O. haar Sjef, het was
toch zooH schoen jong, zoo’n brave
vent en hü hield zooveel van haar
en 't menschje zuchtte 's diep
Dsm. een schot klapte In het stille
van den avond en niet zoo heel ver
Het oude menseb schokte en sat op
In gespannen houding. Nog een schot,
iets dichter, en nog
meller gleden de 1
pater-noster en vlugger, prevelden de bloed-
toen de zoon van de hoepita iets naar bo-
ivua bracht, dat beneden afgegeveu wae. ea
waarvan hij even dacht.... maar dat be
stemd was voor Willem.... Hij beet och
weer op
groote le
hü de stat
Bt_- -
de boordevolle straten zag deinen, hü geen
bioscoop wilde bezoeken, omdat hü geen
lust gevoelde eenige honderden meters film
té slikken; bij de straat weer oprende toen
'jje cabaretsterren. de jongleurs en de gewtl- i
At grappen hem verveelden.. Hij glimlachte
opnieuw bitter bij de gedachte aan het naar-
zfjn-kamers-terugkeeren door de feeststad
Even had bü de bespottelüke verleiding in
zich weten opwellen om zich zelf een ca
deautje te koopen. te laten bestellen ea om
Op deze manier rijn eenzame houding tegea-
Idee.
En zijn vinger» schijnen nog eens opnieuw
«de pen te omMern-nen om de ondrecht in
het boek dat hij Willem wou geven, te
schrappen en om daarna het boek ia zijn j
kast te schuivea als een hooneade lach in
be» gezicht van zim vriend!
En toch had hü gegeven. Aan zfjn ..vriend”
Willem dien egoist! Ziin vriend die hem
verkocht en verraden bad. die hom
laatste, dat hem restte ook nog ontnam,
en daarna zei: „Ik wou dat ik haar nooit
getrouwd had*'.... Ntr had hij niets meer.
Zijn beide ouders gestorven ziin familie van
vervreemd. Geen kind, geen vrouw.
En weinig later pas een twee jaren na
den oorlog stond de volkrijke gebuurte
In rep en roer. De doktoor was bü al z'n
zieken geweest, voor de laatste maal wellicht.
bad hü gezeld. want wat bü reeds langen
tüd In zich droeg, als 'n heilig verlangen
ging nu werkelijkheid worden: hü King bin
nen treden tn *n miaslonarls-congregaile.
Langzaam en met *n schijnbare koelte had
hü het aan z'n kranken gezegd. Er was tn
alle hulzen, waar zieken waren, geweend
geworden. Moeke Verhelmen was zelfs kwaa.i
geworden en had door baar tranen been
geroepen, dat bü bet niet mocht doen, om
dat hü onmisbaar was; hü kon niet gederfd
worden. Waarop de dokter eenvoudig hart
geantwoord, dat, bulten Ood. wel niemand
onmisbaar was en dat zün gebed en he'
offer dat hü bracht, wellicht meer voor de
ongeveer half vijf zün. Een vroege scheme
ring donkerde reeds Over de Vlaamsche vel
den en ontnam de dingen langzamerhand
hun kleur en vorm. Ook de omlüning vaiP
het hutteke. dat daar ginds lag weegedoken
even bezijden den rand van het dorp, ver
vaagde al meer en meer, weggedoezeld door
het grauwende avondzwart. Maar door het
venster glansde rood-geel een bescheiden
olielampje, gelijk een glimworm, die in voch
tig hout gekropen, zün glans uitstraalt in
de omgevende duisternis en reeds op be-
hoorlüken afstand gezien wordt. En bü het
lampje zat oud-moederke. biddende haar
pater nos-
yL "X e, ter Rimpe-
]18. geelvel-
oudje,
met trouwe
oogen, een eerlüke
ziel weerspiegelen
de, die nu een wei
nig verstard tuur
den naar iets heel
heel moois.
Wat tegelük
heel ver voor haar
was. Met gebogen
handen
«at
geen vriend! Alles leeg, toekomst, heden en
verleden
Plotselmg hard rumoerig da telefoonbeT.
„Hallo.. Ja.... Zoo. Ik kom terstond'..
Werk aan den winkel--..? Ernstige patiënt
binnengebraebt Plezierige St. Nicolaas..
Gelukkig voor hem.... Geen gedachten,
geen verdriet
Als overspnngende vonken vliegen de
gedachien door zün hoofd. en toch
gaat alles even machinaal gedwon
gen. als was bii zich er zelf met
van bewust Dat opstapelen «M le uitde
zoebte boeken ia de groots easvehair, dat
jauw nog even nazien van de aadei» plan
ten en het bijvoegen.-dat wegstuiten van het
J ----2.L-t waar-
ita. aU»s
,j leven
Dan gauw nog een heet kopje thee ge-
I com-
(oortje gezet, zooals hij gewoon was altijd
te doen, en na gedronken te hebben, zonder
derde tafel mét gedraalde pooten en - -
een vulkacheltje ziedaar de hoofd-, *'»arvo°' ktj werkte, maar t w.» (su
zaak van den hoogst primitieven m- te'denken°m be’rhe”
Hij was bang voor de maand December
met haar tallooze feestdagen, die maar al
lerlei herinneringen in hem wekten en hem
sentimenteel deden wordenDaarom
deed hij dit werk dan. ook telkens dezen
avond, waarop geen mensch er aan dacht
ziek te worden, om zich zelf zoo uit zijn
eenzaamheid te nikken en zich vergetelheid
te^ebenken.
Zijn ouderwetsch-goeie hospita had hem
bij zijn thee een trommeltje speculaas ge
bracht, doch bij genoot er niet van.-.. Hij
zou er morgen wat van in den zak steken
voor de kinderen, dan was de juffrouw
meteen ook weer gerustgesteld Nu moest hoe een ellendige verveling hem beetpakte in
hij werken om tijdig klaar te komen
Boek na boek volgde, de rijen dunden, die
-l-_ -weer aange-
1?..
Zijn hand haalde uit een der meest verbo-
t gen hoeken een donker gebonden citaat-
7 i-l. boek, dat hij zich met meer herinneren kon
dat -ou te erg zün. neen, ae zou hemel en' ....Doeh toen hij bet opende, schokte het éende. w roe'en de gedachten hem te
aarde verbidden, dat haar jongen j *Ün hoofd en ontroerde hij heel eventjes.
De kachel was uitgedoofd en het was: Het was een dagboek! Zijn dagboek! Eens
koud geworden in het eenzaam vertrekje.hl> zoo sentimenteel geweest, om een
Was het daarom, dat oud-moederke zoo ril- dagboek te houden! Wat was die tijd ver..
I Voor de dokter er zelf eigenlijk aan dacht.
was bü bezig al die bladzijden door te snuf
felen en kwam hij tenslotte aan een St Ni
colaasavond van jaren geleden....
En weer maakte de Brem een eenzaam
heid van dien tijd door; voelde hij, boe hij
ia die langzaam vergane dagen werkelijk
behoefte bad gehad, om zijn gemoed eens
uit te storten, al was het dan maar op het
wvuuv papier.. Ja, hij had dringend aan het
boek vertrouwd, hij, sentimenteéltje van
een en twintig jaren. die hij zeker aan nie-
mand verteld zou hebbenZijn ouders in
Indié. hij als eemg kind naar Nederland ge
zonden om te leeren..., Wat had hq wel
eens verlangd naar een hartelijk,
meend woord, naar een sympathi
minuut of wat begon hü weer geregeld te
dennen en een diepe droefheid tnaaate ueh
van hem meester. De tranen sprongen hem
in de oogen. Zoo trof hem zijn vriend Jozef.
Deze schrok hevig; maar toen je 't telegram
zag. vroeg hü uit kieschheid niet naar de
oorzaak van zijn smart. Gus^aaf echter ver
mande zich na eenige oogenbllxken en sprak
met een stem vol ontroering: ^lozel. zoo
ooit, dan ben ik vooral nu blü, dat ik een
vriend heb. bü wien ik mijn hart kan uit
storten." En hü vertelde, dat züd moede:
zoo onvoorzien gestorven was en dat hü
haar met Sint Nicolaas nog zou bedacht
hebben. Van zün met moeite verzamelde
spaarcenten was hü onlangs in de gelegen
heid geweest een sierlüken. smaakvol ge-
klaurden omslagdoek te koopen; een stukje
echt Vlaamsch werk met züden kwastjes
Maar nu, ach!hü zou den kostbaren
doek niet eens tneer willen zienJoaef j
ïi'id nog een Öudë* tnoedsr: die moest hü er
maar mee verrassen. Zoo sprak zün goed
en Jozef troostte zün vriend en zei. dat i
\n/ moeder dolgraag een plelzlertje zou i
vyllen verschaffen, maar dat hij den doek
beslist wilde betalen. Maar Gustaaf wilde
van geen geld weten, en schonk den does
als vriend aan een vrféhd En een weinig
melankoniek gtngen de beide jonge mannen
op hun post en tuurdentuurden naar
de vüandelüke overzüZoo verliep die
morgen.
Dien eigen avond vertelde Jozef zün plan
aan z'n vriend. Zün moeder woonde niet ver
af. maar een half uur. Daarom lachte het
Jozef toe het goeie mensch eens te verrassen
met den omslagdoek en wel den avond voor
St. Nicolaas. ftaar daarvoor zou hü de
voorste Duitsche wachtposten schuins moe-
ten passeeren. Maar enfin, hü zou het toch
wagen: probeeren zou hü het zulle; en een ken was
moedig vuur tintelde in zün oogen, toen hü bovenarm. Moederke werd er bleek van. want
ze dacht aan de scho'en van zooeven, maai
I Jozef zei dat het niets was en dat <je Pruis
Het was de vüfde December. *t Kon zon een slecht schutter was....
Lang zat ie daar met z'n oud moederke te
keuvelen. Dan gaf ie haar zün cadeautje en
RW?
rug, handen tn den
I schoot, zat ze daar in
I den oudeiwetschen leun-
stoel, al maar kralen
schuivende met de kno-
Jkige vingers, almaar pre-
y*velende met de dorre
r lippen en den kop gedekt
met het kanten mutske,
waaronder enkele dunne
lokskes wit haar uitkeken, sachtkes
schuddend m regelmatige ouder-
domstrllllng
Oud-moederke was verstrooid: ae
bad niet In het hart. Ze dacht aan
wat. telkens weer, en kon aan niets
anders denken dan daaraan. Maar ze
wilde niet afdwalen en dreef haar
speelsch gedacht telkens 'terug bin
nen de grenzen van het gebed; en a!
maar kralen schuivende met de kno
kige vingers en al maar prevelende
met de dorre lippen zat ze daar. De
oude hangklok met zwaar koperen
wichten aan lange kettingen, sloeg
vüf. Dan was het weer stil en het
eentonig tik-takken maakte het nog
stiller ta het schamele vertrek. Naast
de klok’ stond een eikenhouten kast,
met aan lederen kant een vaas d'r op
en in het midden een Madonnabeeld.
Vertier nog enkele oorlogsschilde-
rüen van Waterloo, wat heilige pren-
ten. een paar stoelen met bedenke-
lüke zitting, een oude, half afgeschil-
een vulkacheltje ziedaar de hoofd
ts proeven, schift hij zijn jas aan. Zija
band reikt naar net knopje van het eleo-
triscb lichtdaa is alles ia t duister ge
huld.... Hij weet niet, wat het ia dat beta
terug tot in het midden der kamer drijft,
zonder iets ts stoo'.ea. of omver le la<ea
tuimelen, langs de bekende dinges tot aaa
de tafel, waarop bit voorover deunt. Hij
kijkt naar het opglimmen vaa het burgerlijk
comfoortie, waarin een kooltje ligt uit ta
dooven en volgt dan bet grillig verlichiea
der kamer door de knetterende en spelende
vlammen in den haard aehter de mica-
plaatjea Even ziet hij dan vaag de bekende
i weer opga-
llend doa
lerlijk snel,
jeving weet
van
met ziin her-
- immers
soma vsn die lang vergelen gebenrteniasea
te voorschijn evenals het grillig gespeel der
vlammen dingen uit de duisternis haalt Maar
het zijn gebeurtenissen; die men vergetea
kan. als men wil, die men terug kan duwea
in de duisternis, even stellig als men al de
voorwerpen, welke nu even te voorschija
treden, zeker aal zien, wanneer men bet
knopre uiu Ji aait. En dat wit ook htj. Hij
wil het knopje omdraaien over zijn levea. hij
wil licht Licht om de werkelijke, tastbare
gebeurtenissen onder de oogen te zien, ea
om daar de goede zijde van te vinden Licht
om de wrange herinneringen te doen ver
dwijnen in een zelf gewilde vergetelheid.
Licht om ziin eigen leven mooi te maken ea
ziin streven!
Met een blij opgeruimd gezicht gaat hij
door de woelige menigte, hü benijdt de vroo-
lijke mtnschen met hun pakies ea gesicbts-
verra'ringen niet meer, hij heeft immers
ook ziin geschenk gekregen misschien wal
he' mooiste geschenk van sijn leven....
En als het hem na urea werkelijk eindelijk
gelukt de vrouw, moeder van vier kinderen,
die haar nog niet misten kunnea. aan de
klauwen van den gretig onwillig-wijkenden
dood te ontrukken, dan voelt hij. innerlijk
zeker overtuigd, dat h!) de kracht ea dea
moed zal vinden, zün gedachten tot werke
lijkheid te brengen....
Vreemde, maar gelukkige SL Nicolaas..