i 1 hier is PLAS dJe Omslagdoek A (De Stem 6 dJecember £en ^Bladzijde ,1 Kunsthandel Fa. VAN DER HORST DERDE BLAD DONDERDAG 28 NOVEMBER 1929 BLADZIJDE 2 ’n Sint Q^Cicolaas- ver telling 7 V. AJ Langestraat 21, Tel. 475, Alkmaar d? 'n Vlaamtche Sinterklaas-vertellinè ‘Brief van een ..ontevredene" aan St. C^Cicolaas w. I a Hallo St. Nicolaas Hallo 3 Bijouterieën, Etsen, Titi, Koper, Kussens, Schoorsteenloopers, Foto albums, Fotoartikelen ADRES VOOR Pracht St. Nicolaas-Cadeaux IS BLOM Langestraat 71 ALKMAAR MAGAZIJN VAN KUNST-, LUXE- EN HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN. I éénEn in den loop van het iaar wel kralen van den vuld zopden worden.... Hé. wat was dat Alle soorten Goud en Zil ver, Klokken en Pendules en Huga-Horloges Ridderstraat heek Oaénraeht - alkmaar V M ■Sv - I I i\. J i ■r En we zingen en we springm en we ztfn 100 blü. Hier x(jn reen stoute kinderen bU zoo sprak Hg l 9 ten. stemmen er die w>h y zich op, maar net toen ze den blnnenkomen- Kam maar binnen met aw fraerht kal door te begrijpen.... i dan was zijn looze lippen. O. op welk mensch zou dat wel zijn? Als haar Jozef eens.... maar neen. om door weel en allerlei Ie tot een warmte-oatvangen. Fn druiven, viel er een tn- En druiven en asrrtb-r1*n O, die zwarte Pieter, zwarte Plater, zwarte Pieter, O, die zwarte Pieter, zwarte Pintor komt daar aan! stelde hem gerust. Goeien avond doktoor. hart ie zjj: maar heel, Boot eens, wat een raar gestommel is dien schoorsteen daar Nicolaasavoad, toen zij a op kamers woonden.... gewoeld had. toen hü de pakios-dra- Wat ik nu smeekend aan u vrtiag: Schenk mij alsnog een schip met geld. de tegemoet wilde gaan, viel deze haar met een ..Dag moeder" om den hals. Oei. wat schrok ’t menschje! Ze kon eerst geen woor den vinden, maar in haar stoel gevallen, ze! ze met onvaste stem: Jongske SJef. wat zie ik u geerne hier Maar Jozef, hij bloedde, en rood-doortrok- ken was de mouw van zijn kapot bü den menheer zjjn we rond geweest in 't gebuurte en net is nu bune-nnuaas en hier are. men neer aoauxir, aai ia van ons.... voor u. en er kwam een groove speoulaüeman voor oen dag. „En nu bjoue. zei Mie. want ik kan me meer, en ze veegde met haar sjaal 'n traan weg. En deze Hanige, die is ook voor u men heer doktoor, stotterde bjofle, die met kolen leurde. „We zijn in 'n poeturenwinkel ge weest en daar nebben ze ons gesegd dat de heilige.... de Heilige.... Since Lucas ook 'ne missionaris was en *ne doktoer ook en pttn hebben we ook gekocht.... da's ook van ons.... voor u..., menheer doktoor. Astebiieit menheer doktoor en da ge bedankt zyt in naam van heel ons kantje.... en laat de zatte Rik nu nog maar eens tegen u iets zeggen, dan zullen we s nen kop eens joviaal uiteen krabben.... en haar handen krampten open tot klauwen. dagboek in de schrijftafel, en het schuwen van de medelijdende hospita even gedwongen en zonder innerlijk zijn plaats 1 r - - aan den IJzer weer op te zoeken. En t moe- Theepot nette* op bet Hertje. 1 stond daar met tranen in imar ,o’rt'* XOO‘U h*> **woon w" trouwe oogen daar op den drempel van het hutteke, te staroogen in het zwarte donker vóór haar, met den omslagdoek In de han den.... Strooide Plet met okkernoten. Dat heeft me nog bet meest verdroten. *k Heb kiespijn, *n bedorven maag. met tranen in de oogen bedankte ze hem. 't Is daarom dat ge hier kwaamt, beste jon gen? vraagt ze hem. Maar hij. niet alleen liefhebbend zoon, maar ook trouw soldaat maakte zich uit haar armen los en met een „Vaarwel moeder" spoedde hij zich naar bui ten en verdween in 't donker om i Dien avond ook. Hij had verwacht, dat zus en zwager sou bezoeken, id het toch wel op een andere Hij had *n schitterende positie. Zijn nasm als dokter had een klinkenden naam. Hij was 'n genóésheer in den vollen z&j van bs'. woord: ’n vader voor tn zieken Hü sprak met hen. deelde hun leed en wist woorden te vinden, die gingen van hart tot hart. Wal goed hij ongezien deed aan -zn krenken zij alleen en God wisten het. Z'n voorbelde ging naar de armen, dezen omringde hü met teedere zorg, al wist hij dat de rekening niet kon betaald worden. Spreek woordelijk was gebleven in de volkrijke straten z'n grenze looss toewi ling bij de eerste na-oorlogsche grippe-épidemie, wanneer hij letterlijk vier- en-twlnüg uur per dag zich schonk aan zijn patiënten. En als, er sprake kwam van me neer doktoor, dada was hij het steeds, die **r mee bedoeld was. Van 'n kleschen tact tegenover welken andersdenkende ook. was nochtans bekend, dat hij dwarz-docr god vruchtig was en wanneer hij eenigszins kon geen dag aanving zonder de H. Mis bij te wonen. Eens had een dronkaard hem in de straat „Pilaarbijter" toegeroepen, doch voordat de kerel het uitgeschreeuwd had. had hij een paar flinke oorklappen beet van het volkske-uit-de-straat en werd hem een bul! geslagen. De dokter calmeerde t volkske en nam den dronkelap mee In *n bouw, waar hij hem verzorgde, t Is nie gepermetteerd. meheer Dokter, hadden ze hem gezegd, *n volgenden keer zullen we zien, dat we 'n koppel blauw oogen slaanals ge er niet bij zijt! Nauwelijks ontwaakt, werd hem des mor gens vroeg door den komoraal van zijn ee- couade een telegram overhandigd. Een tele gram een telegram op zijn nuchtere maag! Met zenuwachtig bevende vinger? opent btj het panier en„Heer In den Hemel sta mij bij", schrikt h'1. verbleekend btj het lezen van het plotselinge dood-be richt van ziin innlggeliefde moeder. Het I schrift danst hem voor de oogenhij leest herleest ■<- en leest over, het begint te draaien.... en had hij zich niet bijtijds Vaatgegrepen. de jonge kerel zou taeen gezakt ztjn. zóó hevig trof hem de «lag. Na een >d-ge- -te daad. ca hoe had hij getracht wanhopig getracht ---geven te komen over de andere pensiongasten te redden... tot een warsate-ontvangen. Hoe had bij al les voor zijn vriend gedaan, had hif zoo veel opgeofferd, en hoe had Willem alles geac cepteerd, zonder er nooit iets voor terug te geven!. ^Zoo bad hij. ook gedaan op dien venen St i met hun beiden ang had hij bet niet kunnen volhouden met iemand op ka-: mers wonen, die slechts in naam ie ..vriend” was. maar in werkelijkheid naast ie leefde.. Neen, niet lang, maar toch nog zes maan den! Lang genoeg om je „vriend'* door en ze I— teAXwaswten zfj was zijn eenige troost in de wereld. Zijn vader was al laren dood en broers of zuster? had hij nooit gekend. Bovendien was zijn moeder al een versleten menschje en ge kromd door het vele werken. Ze woonde stil alleen in haar hutje bij het dorp, niet ver van het oorlogsterrein. Vóór den oorlog had Joeef door veldarbeid In hun onderhoud voorzien. Nu teerde ze op haar spaarcentjes en kreeg een kleine tegemoetkoming uit de berooide gemeentekas. Zoo koutten die twee dan en vertelden el kaar vele dingen. Ze hielden elkanders hoon levendig op een spoedig einde van dezen gruwelijken oorlog en zagen optimistisch de toekomst in. Toen kwam opeens de ongeluksdag van I December, een dag befloerst met diepen rouw. Triestig zette de nieuwe dag In met ktlsfjpelenden najaar-recen. De kleurloozc dag met setnber-grauwe lucht, die geen zon kende, verdoofde ook den jeugdigen gloed van Gustaafs heldere oogen. Het was een rampzalige oorlogeen oorlog van overweldiging. Wreea geeseide ho het artne land van Vlaanderen en zjjn niets ontziende striemen kwamen neer op de bloeiende gouwen, op de bekoorlijke dorpjes >anet hun tevreden bewoners, en op de fraaie welvarende steden. En niet tevreden met het‘ eigendom en het geluk van de menschen te verwoesten alschte de mannenverslindende oorlog aelfs hun bloedeigen kinderen op. de hoop en troost van hun toekomst- Jongens met den blos van gezondheid op de wangen en de tinteling van levenslust in de oogen werden opgeroepen tot bescherming van vrij heid en van recht. Bloemen waren het, die pas ontloken reeds door een wreede hand van haar sten gel werden gerukt; teedere bloesems, die be deesd opengaande, door de ijzige aanraking van den nachtvorst stierven. (Mt Oustaaf en Jozef twee wakkere Vlaamsche jongens, gaven gehoor aan den oproep van hun vaderland. Ofschoon niet uit hetzelfde dorp, waren ze spoedig ver knochte vrienden geworden tijdens hun ver blijf in de loopgraven. En in die lange troos- teloos-trlestige dagen van stilliggen in d<- loopgraven vonden die twee veel troost er. opbeuring bij elkander. Dan «'as het een ge not voor hen om mekaar te vertellen var. thuis, van familie, van hun kinderjaren Dan haalde Guus z'n warmkloppende jon genshart eens op door zijn vriend te spreken van het vredige dorpje in Zuid-Vlaanderen tooals het daar lag, vóór den oorlog; hoe de menschen daar net èén groot huisgezin vormden, wat een goeden vader ze in den pastoor hadden en hoe gezellig het bij hen thuis toeging. Zijn ouders leefden beiden nog en raakten al op jaren. Zijn vader was een flksche Vlaming met ronden, gezonden kop ééntje die er niet om heen draalde, maar de dingen bij hun waren naam noemde. Zijn moeder, «achter van aard, gulgeefsch. maar niet sterk van gestel. Dan had hij nog een grooteren broer en een kleinere zus en daarover raakte hij bijna nooit uitgepraat. Voor zijn moeder had hij onlangs een ca- deaütje gekocht; dat zou ie haar met St Nicolaas sturen. Het was iets, waar ze veel not van kon hebben. En vergenoegd lachend wreef hij zich in de handen. Als zijn vriend even uitgepraat was. begon Jozef te vertellen. Maar Jozef veel ernstiger. Daartoe droegen zeker levensomstandigheden bij. Als hij sprak, dan had hij bet altijd maar over èèn persoon één. om wie alle! zich groepeerde in zijn vwbeelding: zijn moeder. Geen wonder, want Hoeveel maal zou het alphabet, In banket zijn omgezet? Hoeveel harten, suikerbeesten. Zijn „verslonden" door de meesten? Hoeveel sokken, hoeveel dassen Heeft een man niet moeten passen? Hoeveel sporen, speelgoed-poppen Blijken later prullen-stroppen? Goeie, beste Sinterklaas, Sympathieke Pleterbas. Ik vroeg één das, 'k kreeg er tien. Kan Plet dat nu met zien? Zijn uw knechten hersenloos? 'n Dasspeld in ‘n hoedendoos En waar bleef nu de „rooie rug”. Of komt u daarvoor wel eens frug? Waarom al dat touw toch. Bintje. Met een enkel draadje bind je Toch een pakje wel goed dicht, Is „lakken" in uw landje plicht? Schaatsen krijg ik. maar geen ijs. Is die Piet wel heusch goed wjjs? Vindt m*n zuster nu wel baat De dokter stond paf met in ééne hand Slnt-Lucas en in de andere z'n speculatie man. Maan m'n beste menschen, dat heb ik niet verdiend.... ik heb enkel en alleen m’n piicht gedaan meer niet Maar dit moet ik zeggen: ik heb in num studentenleven al tijd schoone prjsultdeellngen gekend en toeb nog al wat prijsboeken mee naar huls kun nen dragen, maar zoo n schoons als de uwe, die heb ik nog niet beleefd. Dat gaat naar mijn han en ge moogt er zeker van zijn dat ik u niet zal vergeten Wij ook niet, viel Mie in. die haar tong teruggevonden had. Maar laat den doktoor toch voort gaan, snauwden de anderen. En ginder ver in China voor u bidden en werken en als 't noodlg is zoo wat lijden en wat afzien, voor u. voor uwen man en uw kleine mannen, die ik allemaal zoo gaarne zie. Toen schoten hun oogen vol tranen. Maar nu moet ge me toch *n plezier doen. Voor u loopen we door t vuur, me neer öjktoor. Du's niet noodlg, maar laat u alien inschrijven in de Missiewerken. Ik zal uw namen opnemen, ge zet er uw handteeken onder Ik kan niet teekenen dan met ’n kruls- ke. want ik ben cle geleerd, snikte Bjofle. En dan zal menheer Pastoorr, de S frank bij u komen ontvangen. Gaarne, menheer Doktoor, voor U en voor die arm schaapkes van ginder och arme. En nu nog samen *n Wees Gegroetje voor mij. alstublieft, opdat ik *n goeie mis sionaris zou zijn. En door den gang gonsden de van ae volksvrouwen. Willem ziin maar hij ha< manier verlangd.... O. Willem had in dien tijd zoo vreemd, zoo bot kunnen doen, hij Oase ST. NICOLAA8-ETALAOE Is gereed. KOMT D EENS KIJKEN Oedipl. Horlogemaker Pracht collectie ANTIEKE UURWERKEN jü zelfs Goeien avond doktoor. Goeien avond verlichting, toen deze vertrok- menheer Doktoor! kwam het er uit de eene na de andere. Welnu Ik luister. Nog spraken ze niet tot er eene was dlr *p andere aanstiet met den elleboog: Alle! vooruit Mie gij hadt toch gezegd van het woord te doen. Enfin, als het dan toch moet, mcmne! de MIe *n mosselleurster die anders abso luut niet op h'r tong gevallen was Ahwe menheer Doktoor we hebben eehoord dat et er uit trekt om Pa’er te worden, einder wHe bil de Chtneeren en wij hebben ook *n hart menheer doktoor. dat re 'ne knlo—ale rnete vent zHt en dat ee nn« reken<nven zoo maar half of nie sebreeft en daarmee, menheer doktoer want wM h-bben ook *n hart en dat hebt re nooit rereed toen moek? voor Willem.... Hü beet zich ï«mrs smtm ven ts dat ge er altoos appel- de lippen bii het proeven van die cienen en bananen leegte, die in hem id in wandelde. lende en geschenken-koopende menschen ra duur zijn hebt nmeerbraeht en daarom Ik ben geen taal- en sulkerheld. Geef al die Pleterlul gedaan. Aan touw en lak heb ik geen spaan! dat de huur-piano beneden in de woonka mer van de pensionhoudster stood wier fleenuieke gezicht hij niet kon uitstaan en hoe. hij niet lezen mocht, omdat zijn kwel- L_j veel van zijn denken in beslag namenHü doorstond weer even de felle teleurstelling Bij *n GUette.apparaat? Heerlijk was dat marsepain. Moest t heusch van .zeep” wel zijn? Wat een stomme Pleterknechten, *k Zou wel met ze willen vechten. M'n handschoenmaat Is toch geen tien Kon die ezel dat niet zien? De speculaaspop was gebroken. Kunt U ook chokla-slgaren rooken? *k Vroeg beleefd een Radio, En kreeg zoowaar een Jtanky Po,” Die uit 'n veerend doosje sprang. En toen ik u ter eere zong. de? Wat was dat? Hoorde ze daar niet ge- drulsch? Of was het t ritselen van de dorre eikeblaren aan den boom, die naast baar huisje stond? Neen, hoor! daar was het weer, maar nu dichter bij, 't geluld van een voetstap, snet naderbij komend, nu vlak bij.... Op ging de deurklink en zwaar klonk een stap Ih het portaaltje. Moederke richtte koude papier De dokter staat nu in de beproefde Chl- neesche Missie, waarover de storm Is los gekomen. HIJ bleet echter behoed. In s"n stad bleef het ..kantje" hem gedenken. En elk jaaa deed MIe den teer voor de S tr. En ’»en enkel die weigerde. Toen dacht Ik aan *n brief dien de missio naris me schreef vékleden jaar, op Bint Niklaas-avond: Dank In mijn naam m'n volkske en dat de goede God en O. U Vrouwke het bescherme. spotte dan met alles, wat een ander dierbaar was, en had het sentimenteels onzin ge noemd, toen hij hem verzocht bad eea beetje vroeg terug te keeren, opdat ze daa met hun beidjes nog een weinig St. Ni colaas konden vieren Geantwoord daarop had hij niet, maar ia i was een vreemde woede gerezen, eea woede vermengd met een opkomende, to tale onverschilligheid Willem zou eens iets ontzien!.... Dezelfde woede, die toen indertijd op zija gezicht geteekend was. kwam nu nog eens te 'voorschijn op het goedmoedig gelaat van den dokter.Hemel, wat was bet een ellendige boel geweest!.... Zonder nog één schun? Doch de stille lach van de vrouwen woord tot zijn verdediging te zeggen, had hij Willem laten vertrekken, had. hü gezucht van ken was. Meer Herinneringen ontwaakten au bü de Brem. Het verder-lezea deed ze allen uit het verleden terugkeerenHij «net weer.: u-- haar vangarmen, hoe hij niet studeeren kon omdat het een feestavond was. boe het hem onmogelijk gemaakt was te musiceeren. om- I voorwerpen omiijnd. om ze dan lost te weien in het alles verkuil kerte.... En plotseling verwodde haast berouwend, als bij een inlev hij. waarom dat vreemd gespeel van bet licht en de duisternis hem zoor aantrekt Het is. omdat het als zijn leveg met ianeringen ia. Het geheugen haalt soms van die lang vergeten g< te voorschijn evenals het gnlbj zieken kon uitwerken dan zijne wetenschap Dien 7den December sou hij vertrekken Op 8t Niklaas-avond 'n wilden avond met lajje wolken en woesten wind «at hij thuis in s*n studeerkamer toen er plots gebeld werd. Een tiental volksvrouwen stonden in s*n corridor, wanneer hij beneden kwam. Toeh reen oneeluk gebeurd beste men Dokter de Brem zat op zijn kaieén voor de groole boekenkast die overvloeide van de te talrijke boeken. Stapeltje na stapenje schille hij en lei de goedgekeurde werken bij den grooten hoop, die morgen afgehaald zou worden.... Dit was als 't wars zijn St. Nicoiaaswerk. Elk iaar zocht hij dien avond geregeld zijn boekenkaat af, om te zien, welke dingen hij kon afstaan voor de bibliotheek vaa bet ziekenhuis, 't Was ais 't ware zijn cadeautje aaa de maatschappij, was ook zelf boedel. Maar oud-moedertje kon het er mee doen en daarom was ae te vreden met wat Onse Lieve Heer haar gegeven had. Maar één ding j was er één ding dat ze nog zoo graag wou: haar jongen, haar Sjef nog *n keer zien, die daar aan oen IJzer in de loopgraven lag, om den Pruis van haar schamel boeltje af 1e houden. O. haar Sjef, het was toch zooH schoen jong, zoo’n brave vent en hü hield zooveel van haar en 't menschje zuchtte 's diep Dsm. een schot klapte In het stille van den avond en niet zoo heel ver Het oude menseb schokte en sat op In gespannen houding. Nog een schot, iets dichter, en nog meller gleden de 1 pater-noster en vlugger, prevelden de bloed- toen de zoon van de hoepita iets naar bo- ivua bracht, dat beneden afgegeveu wae. ea waarvan hij even dacht.... maar dat be stemd was voor Willem.... Hij beet och weer op groote le hü de stat Bt_- - de boordevolle straten zag deinen, hü geen bioscoop wilde bezoeken, omdat hü geen lust gevoelde eenige honderden meters film té slikken; bij de straat weer oprende toen 'jje cabaretsterren. de jongleurs en de gewtl- i At grappen hem verveelden.. Hij glimlachte opnieuw bitter bij de gedachte aan het naar- zfjn-kamers-terugkeeren door de feeststad Even had bü de bespottelüke verleiding in zich weten opwellen om zich zelf een ca deautje te koopen. te laten bestellen ea om Op deze manier rijn eenzame houding tegea- Idee. En zijn vinger» schijnen nog eens opnieuw «de pen te omMern-nen om de ondrecht in het boek dat hij Willem wou geven, te schrappen en om daarna het boek ia zijn j kast te schuivea als een hooneade lach in be» gezicht van zim vriend! En toch had hü gegeven. Aan zfjn ..vriend” Willem dien egoist! Ziin vriend die hem verkocht en verraden bad. die hom laatste, dat hem restte ook nog ontnam, en daarna zei: „Ik wou dat ik haar nooit getrouwd had*'.... Ntr had hij niets meer. Zijn beide ouders gestorven ziin familie van vervreemd. Geen kind, geen vrouw. En weinig later pas een twee jaren na den oorlog stond de volkrijke gebuurte In rep en roer. De doktoor was bü al z'n zieken geweest, voor de laatste maal wellicht. bad hü gezeld. want wat bü reeds langen tüd In zich droeg, als 'n heilig verlangen ging nu werkelijkheid worden: hü King bin nen treden tn *n miaslonarls-congregaile. Langzaam en met *n schijnbare koelte had hü het aan z'n kranken gezegd. Er was tn alle hulzen, waar zieken waren, geweend geworden. Moeke Verhelmen was zelfs kwaa.i geworden en had door baar tranen been geroepen, dat bü bet niet mocht doen, om dat hü onmisbaar was; hü kon niet gederfd worden. Waarop de dokter eenvoudig hart geantwoord, dat, bulten Ood. wel niemand onmisbaar was en dat zün gebed en he' offer dat hü bracht, wellicht meer voor de ongeveer half vijf zün. Een vroege scheme ring donkerde reeds Over de Vlaamsche vel den en ontnam de dingen langzamerhand hun kleur en vorm. Ook de omlüning vaiP het hutteke. dat daar ginds lag weegedoken even bezijden den rand van het dorp, ver vaagde al meer en meer, weggedoezeld door het grauwende avondzwart. Maar door het venster glansde rood-geel een bescheiden olielampje, gelijk een glimworm, die in voch tig hout gekropen, zün glans uitstraalt in de omgevende duisternis en reeds op be- hoorlüken afstand gezien wordt. En bü het lampje zat oud-moederke. biddende haar pater nos- yL "X e, ter Rimpe- ]18. geelvel- oudje, met trouwe oogen, een eerlüke ziel weerspiegelen de, die nu een wei nig verstard tuur den naar iets heel heel moois. Wat tegelük heel ver voor haar was. Met gebogen handen «at geen vriend! Alles leeg, toekomst, heden en verleden Plotselmg hard rumoerig da telefoonbeT. „Hallo.. Ja.... Zoo. Ik kom terstond'.. Werk aan den winkel--..? Ernstige patiënt binnengebraebt Plezierige St. Nicolaas.. Gelukkig voor hem.... Geen gedachten, geen verdriet Als overspnngende vonken vliegen de gedachien door zün hoofd. en toch gaat alles even machinaal gedwon gen. als was bii zich er zelf met van bewust Dat opstapelen «M le uitde zoebte boeken ia de groots easvehair, dat jauw nog even nazien van de aadei» plan ten en het bijvoegen.-dat wegstuiten van het J ----2.L-t waar- ita. aU»s ,j leven Dan gauw nog een heet kopje thee ge- I com- (oortje gezet, zooals hij gewoon was altijd te doen, en na gedronken te hebben, zonder derde tafel mét gedraalde pooten en - - een vulkacheltje ziedaar de hoofd-, *'»arvo°' ktj werkte, maar t w.» (su zaak van den hoogst primitieven m- te'denken°m be’rhe” Hij was bang voor de maand December met haar tallooze feestdagen, die maar al lerlei herinneringen in hem wekten en hem sentimenteel deden wordenDaarom deed hij dit werk dan. ook telkens dezen avond, waarop geen mensch er aan dacht ziek te worden, om zich zelf zoo uit zijn eenzaamheid te nikken en zich vergetelheid te^ebenken. Zijn ouderwetsch-goeie hospita had hem bij zijn thee een trommeltje speculaas ge bracht, doch bij genoot er niet van.-.. Hij zou er morgen wat van in den zak steken voor de kinderen, dan was de juffrouw meteen ook weer gerustgesteld Nu moest hoe een ellendige verveling hem beetpakte in hij werken om tijdig klaar te komen Boek na boek volgde, de rijen dunden, die -l-_ -weer aange- 1?.. Zijn hand haalde uit een der meest verbo- t gen hoeken een donker gebonden citaat- 7 i-l. boek, dat hij zich met meer herinneren kon dat -ou te erg zün. neen, ae zou hemel en' ....Doeh toen hij bet opende, schokte het éende. w roe'en de gedachten hem te aarde verbidden, dat haar jongen j *Ün hoofd en ontroerde hij heel eventjes. De kachel was uitgedoofd en het was: Het was een dagboek! Zijn dagboek! Eens koud geworden in het eenzaam vertrekje.hl> zoo sentimenteel geweest, om een Was het daarom, dat oud-moederke zoo ril- dagboek te houden! Wat was die tijd ver.. I Voor de dokter er zelf eigenlijk aan dacht. was bü bezig al die bladzijden door te snuf felen en kwam hij tenslotte aan een St Ni colaasavond van jaren geleden.... En weer maakte de Brem een eenzaam heid van dien tijd door; voelde hij, boe hij ia die langzaam vergane dagen werkelijk behoefte bad gehad, om zijn gemoed eens uit te storten, al was het dan maar op het wvuuv papier.. Ja, hij had dringend aan het boek vertrouwd, hij, sentimenteéltje van een en twintig jaren. die hij zeker aan nie- mand verteld zou hebbenZijn ouders in Indié. hij als eemg kind naar Nederland ge zonden om te leeren..., Wat had hq wel eens verlangd naar een hartelijk, meend woord, naar een sympathi minuut of wat begon hü weer geregeld te dennen en een diepe droefheid tnaaate ueh van hem meester. De tranen sprongen hem in de oogen. Zoo trof hem zijn vriend Jozef. Deze schrok hevig; maar toen je 't telegram zag. vroeg hü uit kieschheid niet naar de oorzaak van zijn smart. Gus^aaf echter ver mande zich na eenige oogenbllxken en sprak met een stem vol ontroering: ^lozel. zoo ooit, dan ben ik vooral nu blü, dat ik een vriend heb. bü wien ik mijn hart kan uit storten." En hü vertelde, dat züd moede: zoo onvoorzien gestorven was en dat hü haar met Sint Nicolaas nog zou bedacht hebben. Van zün met moeite verzamelde spaarcenten was hü onlangs in de gelegen heid geweest een sierlüken. smaakvol ge- klaurden omslagdoek te koopen; een stukje echt Vlaamsch werk met züden kwastjes Maar nu, ach!hü zou den kostbaren doek niet eens tneer willen zienJoaef j ïi'id nog een Öudë* tnoedsr: die moest hü er maar mee verrassen. Zoo sprak zün goed en Jozef troostte zün vriend en zei. dat i \n/ moeder dolgraag een plelzlertje zou i vyllen verschaffen, maar dat hij den doek beslist wilde betalen. Maar Gustaaf wilde van geen geld weten, en schonk den does als vriend aan een vrféhd En een weinig melankoniek gtngen de beide jonge mannen op hun post en tuurdentuurden naar de vüandelüke overzüZoo verliep die morgen. Dien eigen avond vertelde Jozef zün plan aan z'n vriend. Zün moeder woonde niet ver af. maar een half uur. Daarom lachte het Jozef toe het goeie mensch eens te verrassen met den omslagdoek en wel den avond voor St. Nicolaas. ftaar daarvoor zou hü de voorste Duitsche wachtposten schuins moe- ten passeeren. Maar enfin, hü zou het toch wagen: probeeren zou hü het zulle; en een ken was moedig vuur tintelde in zün oogen, toen hü bovenarm. Moederke werd er bleek van. want ze dacht aan de scho'en van zooeven, maai I Jozef zei dat het niets was en dat <je Pruis Het was de vüfde December. *t Kon zon een slecht schutter was.... Lang zat ie daar met z'n oud moederke te keuvelen. Dan gaf ie haar zün cadeautje en RW? rug, handen tn den I schoot, zat ze daar in I den oudeiwetschen leun- stoel, al maar kralen schuivende met de kno- Jkige vingers, almaar pre- y*velende met de dorre r lippen en den kop gedekt met het kanten mutske, waaronder enkele dunne lokskes wit haar uitkeken, sachtkes schuddend m regelmatige ouder- domstrllllng Oud-moederke was verstrooid: ae bad niet In het hart. Ze dacht aan wat. telkens weer, en kon aan niets anders denken dan daaraan. Maar ze wilde niet afdwalen en dreef haar speelsch gedacht telkens 'terug bin nen de grenzen van het gebed; en a! maar kralen schuivende met de kno kige vingers en al maar prevelende met de dorre lippen zat ze daar. De oude hangklok met zwaar koperen wichten aan lange kettingen, sloeg vüf. Dan was het weer stil en het eentonig tik-takken maakte het nog stiller ta het schamele vertrek. Naast de klok’ stond een eikenhouten kast, met aan lederen kant een vaas d'r op en in het midden een Madonnabeeld. Vertier nog enkele oorlogsschilde- rüen van Waterloo, wat heilige pren- ten. een paar stoelen met bedenke- lüke zitting, een oude, half afgeschil- een vulkacheltje ziedaar de hoofd ts proeven, schift hij zijn jas aan. Zija band reikt naar net knopje van het eleo- triscb lichtdaa is alles ia t duister ge huld.... Hij weet niet, wat het ia dat beta terug tot in het midden der kamer drijft, zonder iets ts stoo'.ea. of omver le la<ea tuimelen, langs de bekende dinges tot aaa de tafel, waarop bit voorover deunt. Hij kijkt naar het opglimmen vaa het burgerlijk comfoortie, waarin een kooltje ligt uit ta dooven en volgt dan bet grillig verlichiea der kamer door de knetterende en spelende vlammen in den haard aehter de mica- plaatjea Even ziet hij dan vaag de bekende i weer opga- llend doa lerlijk snel, jeving weet van met ziin her- - immers soma vsn die lang vergelen gebenrteniasea te voorschijn evenals het grillig gespeel der vlammen dingen uit de duisternis haalt Maar het zijn gebeurtenissen; die men vergetea kan. als men wil, die men terug kan duwea in de duisternis, even stellig als men al de voorwerpen, welke nu even te voorschija treden, zeker aal zien, wanneer men bet knopre uiu Ji aait. En dat wit ook htj. Hij wil het knopje omdraaien over zijn levea. hij wil licht Licht om de werkelijke, tastbare gebeurtenissen onder de oogen te zien, ea om daar de goede zijde van te vinden Licht om de wrange herinneringen te doen ver dwijnen in een zelf gewilde vergetelheid. Licht om ziin eigen leven mooi te maken ea ziin streven! Met een blij opgeruimd gezicht gaat hij door de woelige menigte, hü benijdt de vroo- lijke mtnschen met hun pakies ea gesicbts- verra'ringen niet meer, hij heeft immers ook ziin geschenk gekregen misschien wal he' mooiste geschenk van sijn leven.... En als het hem na urea werkelijk eindelijk gelukt de vrouw, moeder van vier kinderen, die haar nog niet misten kunnea. aan de klauwen van den gretig onwillig-wijkenden dood te ontrukken, dan voelt hij. innerlijk zeker overtuigd, dat h!) de kracht ea dea moed zal vinden, zün gedachten tot werke lijkheid te brengen.... Vreemde, maar gelukkige SL Nicolaas..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1929 | | pagina 10