I
E-CJGJD
Sinterklaas
De Sinterklaasavond van fn hond
St. cJ'Cicolaas
I
DE'REISVEREENIGING VAN JAN MUIL Leeuwaard
M lm
WW
2
TWEEDE BLAD
BLADZIJDE 3
o
r?
te
J.
751
Lj
VERBODEN
50
met den Majoor terugkomen, hè
waa een heel eind naar 1 dorp.
van
en
tionschef
en
nou.
Lij-
50
Ro. FT.
itH
in-
ra
ss
we
hem
vereerd
Clara
woont?”
veearts
en
Nou bedankt hy
Aardig, hè?
LINA TERVOOREN.
o
i
4
En t broertje en bet zusje,
die sliepen kalm en zacht...
en Pieter ging weer verder
naar bulten in den donkeren nacht!
„Wat zie ik, zijn jullie nog wakker
zeg, slapen jullie nog niet?
hoe komt dat zoo, lieve kinderen?"
zoo sprak de zwarte Plet.
Op *t bed in de kinderkamer,
daar zitten ze stil by elkaar,
ze konden vannacht heusch niet slapen.
Zelfs *t maantje dat vond bet wat raar!
Maar heusch, nu gaan we slapen.
Nu hebben w*U gezien!
Zag, lieve zwarte Pieter
U bent toch niet boos misschien?
moest Hendrik er met een lantaarn op
uit gaan om ben te zoeken
Toen zeiden dat broertje en zusje:
Och, lieve Pleterbaas.
we waren toch zoo nieuwsgierig
naar U en Sint Nicolaas!
30
IO—
30
est
Heilige
hingen
kleeren
ru
üe
lie
st
en
50
30
iet
ek
e»
n>
re-
t
en
ke
de
m
it.
en
et
„HU ligt in de kark van Romen
Mit den beide beentjes bloot"
if*
*5
a-
or
if-
>r-
30
A.
50
n-
tz.
35
r>-
K*
tr-
er.
ar
it-
W
at
e-
ar
et
anderen
leeltfk
o-
u-
>r-
si-
n-
en
re
ikt
ta
an
an
iet
iet
ste
<21
P-
lat
de
als
ire
ïe-
en
Uk
de
.je
It
en
re
de
an
ol
men i
Hans?"
Hans zei niets meer, want hU wist: als
l-
or
?n
m
eb
ie
Li-
e-
el
k
3-
JS
X
X
>r-
let
o»
is-
de
da
sa
to
op
u-
sn
sk
m
n.
as
Jn.
ed
se
tn
>i
Vannacht zou Sint Ntcolaas komen,
of wel zwarte Piet met z*n zak
met lekkers en mooie cadeautjes
of voor elk van de kinderen een pak!
En weet je wat die Pieter
toen stilletjes heeft gedaan?
hy vulde vlug de schoentjes
en is toen weer heen gegaan!
SQnderklaas. dat is een Edelmann,
Een Edelmann is hee.
Hee het een Brook van Krinten an
Een Rock van R1 eseb ree.
Sten oogjes stint van Rosientjes,
Slen Haar is van Bótholt (zoethout)
Sien Lippen siint van Stlkkergood
(suikergoed)
Slen Wangen sünt van Gold."
Cv
lieten ze zich toen door den Majoor
een poot geven
nis. want hy was Immers de schuld van
allen angst, die zijn grootmoeder en ook
Dora en Hendrik hadden moeten door
staan. En o, als Carla nu maar niet stev
werd!
Dora holde vooruit om melk te war
men en om beslag te maken voor de
poffertjes en de Majoor sprong, vtoo-
Ujk blaffend, tusschen de groepjes heen
en weer.
i
;.j!
•r!
,„O, daar is de Majoor,” zei Carla, nu
ook overeind komend. „Stoute jongen,
die is er vandoor gegaan en heeft ons
hier alleen gelaten!"
..Stoute jongen?” zei oma ojl veront
waardigden toon. „Als hy ons niet was
komen halen, waren jullie hier vannacht
misschien dood gevroren."
Tegelijk zag Dora haar man met de
lantaarn, en ze riepen hem toe, dat de
kinderen terecht waren.
Hendrik kwam op ‘n holletje aanzet
ten en in z'n biydschap nam hy de
kleine Carla in z'n armen en op *n
drafje liep hy met haar op „Denneheu-
vel” af. Hans gaf oma een arm en
rouwmoedig vroeg hy haar om vergiffe-
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING
hoe keurig!
voor de eer!” zei Carla verrukt.
En om de beurt lieten ze zich toen
door den Majoor 'n poot geven.
Petes had z'n kop omgedraaid en bo
vendien nog z’n oogen styf toe gekne
pen. om toch maar niets te zien van de
plechtigheid. Hy vond, dat hy voor het
vangen van die groote rat best het Kruis
van Verdienste had mogen hebben voor
levenslang. Want 't was 'n kanjer van ’n
rat geweest, een rat. zoo groot, als er
misschien nog nooit te voren door •n
poes gevangen was!
Maar ondank was 's werelds loont
En op hooge fluweelen pooten liep hy
terug naar z'n etensbak om zich te
troosten met den gebakken spiering, dien
hy voor z'n Sinterklaas gekregen had.
Oma had een brief gekregen van den
veearts in Amsterdam, en terwyi ze hem
las. keken de kinderen haar in spanning
aan.
„Zoo." zei Oma toen, „onze Majoor is
weer generen. Na Sinterklaas
hem dadeiyk.weer terug laten
dan hy al gevangen had. dan zou dit
nog
als
D'r to wel geen feest dat meer de be
langstelling heeft van ..groot", maar
vooral van „klein” in ons landje, dan
het feest van „Sinterklaas" (elgeniyk
Sint-her-Claes of heilige Heer Klaas).
Al achynt er in de oudste tijden reeds
'n dergeiyk feest bestaan te hebben,
voor ons is de H. Nicolaas btoschop van
Myra, in Lydië (dus heelemaal niet tr,
Spanje) de heilige ter wiens nagedach
tenis we "felgeniyk op 6 December dit
feest vieren, ofschoon er velen zyn die
van hem niet veel meer weten dan z’n
naam.
In Lydië gestorven, moet het gebeente
van den heiligen blsschop in Zuld-ftalii
begraven zyn. Het moet daarheen zyn
gebracht door Napelsche kooplieden, die
bet in 1087 roofden uit een klooster op
den Sionberg by Myra.
Die roovery schynt uit winstbejag ge
schiedt te zyji. want volgens de legende
Vloeide langen tyd olie uit het gebeente
van den Heilige, welke groote genees
kracht had.
In Oost-Friesland zongen de kinderen
in 'n bekend Sinterklaasliedje:
begon het met dichte, groote wolken te
sneeuwen.
„Gelukkig, dat we binnen zyn met den
Majoor!" riep Clara. „Mag hi) In 1
hoekje zitten. Hans? Hy vindt T zoo
leuk om naar buiten te kyken!"
Hans keek bezorgd naar z'n zusje. Als
t voor haar maar niet te koud was
straks Als de sneeuw maar ophield, eer
ze moesten uitstappen Zoolang re veilig
hier binnen zaten, waren die vlokken
nog wel leuk om naar te kyken. De Ma
joor hapte er nu en dan naar, maar tel
kens keek hy weer naar de kinderen
om hen te zeggen, hoe biy hy was, dat
ze weer by hem waren.
De sneeuw viel in steeds dichtere wol
ken en langzamerhand werd het donker
bulten en er stak een hevige wind op.
Op .JJenneheuvel" hadden ze eerst
heelemaal niet gemerkt, dat de kinderen
weg waren. Mevrouw Oldenhove gaf
haar kleinkinderen zooveel mogeiyk vry-
held om buiten te' spelen of boven op
den grooten zoldei, waar allerlei heer-
lykheden stonden: speelgoed nog uit den
tyd toen hun vader speelde met zijn
broers en zusje, oude meubelen en aller
lei wonderiyk hulsgerel. kisten vol oude
kleeren en zoo meer. Maar zy had den
kinderen dadeiyk aangewend, dat ze
stipt op tyd aan tafel moesten verschy-
nen.
Maar aooaJs je ziet, is dat niet waar.
Oorspronkeiyk een Oostersche kerk-
helllge, werd hy later ook in de weste
lijke lan^n vereerd omstreeks 830.
Vooral in we Rynstreken was hy popu
lair en de uitgewekenen naar ons land
in de 17de eeuw het Sinter-
over of deden het tenminste
En waaraan dankt deze H. Blsschop
nu die algemeene bekendheid en ver
eering?
Voornamelijk aan zyn buitengewone
goedheid en hulpvaardigheid.
Zoo verhaalt men van hem, dat njj
eens een storm had voorspeld en daarna
door zyn gebed de zee tot bedaren
bracht, wat hem later verheven heeft
'tot schutspatroon van alle zeevaarder^
Vandaar dat in tal van oude seesta»
den. die hem alsPatroonheilige vereer
den. als Amsterdam, Kampen. Stavoren
e.a. te syner eere kerken werden ge
sticht. Kwamen de zeelieden van a
lange reis behouden thuis, dan gold hun
eerste bezoek de kerk of kapel van den
en als biyk van dankbaarheid
ze hun nog vochtige zeemans-
als aandenken aan den wand
by zyn altaar.
Maar bovenal werd en wordt Sint Ni
colaas vereerd als kindervriend. In n
oude Dordtsche stadsrekening van 1360
staat dan ook reeds te lezen: -op St her
Nyelaea dach 1 L aan die Schoeien voor
her oerlof”, wat zooveel zeggen wiL dat
de kinderen dien dag vryaf kregen en
bovendien nog een snoepdultje.
Tal van legenden doen de ronde,
waaruit Sint Nicolaas* kinderliefde bl-jkt.
Zoo redde hy eens drie kinderen die,
om nun honger te stillen, mosselen
zochten en zich te ver in- zee gewaagd
hadden, van een zekeren dood.
De Hervorming deed ook de Helligen-
vereerlng in den ban en allerwege werd
de viering van het Sinterklaasfeest door
het strenge Calvinisme verboden.
Maar niettegenstaande deze verbods
bepalingen is het Sinterklaasfeest in
eere gehouden en gebleven en ook van
t jaar vieren we het weer volop esz
hopen stiekem dat ie onzen klomp weer
aardig vol zal stoppen.
Ja. over dien schoen en klomp, moet
ik je toch nog even vertellen, boe zs
daaraan gekomen zyn.
Op zekeren dag wierp de Heilige man
by *n armen soldaat, die diep in de zor
gen zat. 'n portemonnale met geld door
t openstaande raam, die net precies kt
een van z’n schoenen terecht kwam.
Nadien zette iedereen op Sinterklaas
avond z’n schoen of klomp onder den -
schoorsteen „op hoop van zegen", liefst
met wat hooi en wortels er in „voor t
paard".
k Hoop nu maar dat jullie klomp
van 1 jaar ook flink gevuld mag wor
den. Chr. K.
Toen Hans en Carla nu. op dien
Woensdagmiddag, op den vastgestelden
tyd voor het avondeten niet te voor-
schyn kwamen, was hun grootmoeder
eerst erg boos. Na een half uur begon
ze ongerust te worden en toen er een
uur was voorbygegaan. zonder dat er
van de kinderen iets te hooren of te'
zien was, moest Hendrik er met een
lantaarn op uit gaan, om hen te zoeken.
Na een poosje hield de oude dame
het zelf ook niet meer uit in huls. Ze
sloeg haastig een mantel om en bond
zich een sjaal om het hoofd.
„Ik ga zelf ook zoeken.” zei ze bevend
tegen Dora, maar Dora wilde haar niet
alleen laten gaan. En net maakten ze de
voordeur open, toen kwam er een donkere
massa op hen kwam aanstormen.
..Het is de Majoor!" riep mevrouw
Oldenhove verbaasd. .Maar hoe komt
die hier? Ik begryp er geen steek van!”
„Als u ’t mij vraagt,” zei Dora, ,,’t
zou me niets verwonderen, als de kinde
ren hem gehaald hebben. Ze konden
niet hebben, dat hy er op Sinterklaas
avond niet by zou wezen,”
Mevrouw Oldenhove keek naar den
hond, die haar met smeekende oogen
aanzag.
„Wat heb je toch. Majoor, wat wou
je zeggen?"
De Majoor blafte, liep een eindje den
tuin in. kwam weer terug rennen en
liep weer naar buiten.
..Hy weet, waar de kinderen zyn!" zei
de oude vrouw opgewonden. „Ja Ma
joor, ik ga met je mee. Hy is braaf,
braaf: de vrouw gaat met je mee.”
Luid blaffend liep de majoor den weg
op, telkens weer terugspringend naar
zijn meesteres, die hem. gesteund door
Dora, zoo vlug als ze kon. volgde.
,Ja, nou begryp ik *t,” steunde ze, hy-
gend van 't harde loopen. „Ze zyn stil
letjes naar Amsterdam gegaan om den
Majoor te halen, zulke ondeugende re
kels. Ze gaan dadeiyk voor straf naar
bed maar eerst moeten te heete melk
hebben en warm eten natuuriyk
en. zeg Dora, misschien kun je nog gauw
wat poffertjes bakken, daar zyn ze zoo
dol op!”
Hans en Carla zaten naast elkaar, on
der de opgestoken paraplule, die Hans
uit voorzichtigheid had meegenomen,
tegen ’n duintop aan, toen hun groot
moeder met Dora, door den Majoor ge
leld. daar aankwamen.
„We waren zóó moe. we moesten even
rusten," zei Hans geeuwend. „Maar we
hebben niet geslapen, we hebben elkaar
m de armen geknepen om wakker te
biyven."
die kleine Carla eenmaal iets zoo vast in
den zin had. dan kon hy e- toch niet
tegen op. En dus kon hy alleen nog
maar opletten, dat zé werkeiyk haar
warmsten mantel aantrok en haar oont-
mutsje opzette en "n dikken wollen das
omsloeg, toen ze er op uit trokken.
Oma was, dadeiyk na het middag
maal. ni»r huls gegaan, om te rusten
en niemand zag de beide kinderen ver
trekken.
Het was een heel eind naar 1 dorp,
daar ze eerst hun postwissels gingen in
nen en toen naar het station liepen.
Even waren ze pog bang, dat de sta-
zlch met hen bemoeien sou,
maar die stond juist druk te praten met
iemand en zag niet eens. dat ze den
trein instapten. En daar zaten ze
op weg naar den Majoor.
Majoor, een prachtige Belgische her
dershond. „de Majoor” zooals de kinde
ren hem noemden, had gevochten met
hond en hy was daarby
toegetakeld. dat oma, na
voorlooplg te hebben verbonden,
Oma, die hem niet eens scheen te
hebben gehoord, was de kamer al uit,
had zy de deur achter
of Clara stond
toch nog lang niet zóó iets prachtigs
zyn. als wat de Majoor den voiigen
avond had gedaan.
De Majoor zat heel stil gedurende de
plechtigheid en toen de toespraak uit
was, stak hy Hans z’n grooten rechter
poot toe.
,jcyk,
eer.
zoo
hem
Hendrik met hem naar den veearts in
Amsterdam had gestuurd.
Niet, dat de Majoor er zoo bekaaid
was afgekomen. Hy was overwinnaar ge
bleven. want de-vyand had meer verlie
zen geleden dan hy. Maar ja, heele
maal zonder zonde was de Majoor, he
laas. niet geweest. Hy had een vogel te
pakken gekregen en toen hy dien wilde
gaan oppeuzelen, kwam die andere hond
het hek overspringen. Nou hoef je niet
te denken, dat hy dat deed om het arme
vogeltje te redden. Heelemaal niet, hoor:
Hy wilde zelf den vogel hebben en
daarom maakte hy zoo’n misbaar. Hy
brachten
klaasfeest
herleven.
Zelfs in het Duitsche Oost-Friesland
wist de Heilige den „Weihnachtemanu”
(het Kerstmannetje) te verdringen.
*n Leuk Sinterklaasversje uit die streek
schryf ik nog even voor jullie af.
hebben, denk ik.”
..Hè, Oma. hoe kan u T zeggen. Hy
hoort er toch ook by en hy krygt ych
ook z’n pakje z’n pakje met lever-
.tooret en 1 pakje met de versche Hffifl”
„Den zal hy die pakjes nou "n paar
dagen later krygen.” zei Oma onver
murwbaar.
„Kan Hendrik vanmiddag niet even
heen en weer gaan naar Amsterdam ora
hem te halen. Oma?" smeekte Hans.
„Geen denken aan, jongen, t gaat
heusch niet. Daar zou de heele middag
mee heengaan en zoo lang kan ik Hen
drik onmogelijk missen. Er Is nog zóó
yeel te doen!”
Ja. dat wisten de kinderen: Oma had
ftl hoop familieleden en kennssen en
beschermelingen, die ze pakjes stuurde
met Sinterklaas. Daar moest Hendrik
de huisknecht en tuinbaas van ..Den
nenheuvel" mee helpen. En Dora, zyn
vrouw, was druk bezig in de keuken,
waar vandaan al hield te de deur ook
goed gesloten, allerlei heeriyke geuren
het huls doorstn.cmden. Ja. druk was
het wèl in huis. Maar dat die arme Ma-
(Joor, nu hy torn weer b,et?r was. neg
alleen moest biyven by vreemde men
en nauwelijks
zich dicht ge’ro*iten,
haast haar broertje.
„Heb je een plannetje, Hans?” fluis
terde zy.
Hans knikte.
I „Ik ga den Majoor vanmiddag halen."
„Je wou uaa:i.. t aan oma vragen, of
•t mocht, niet? Maar je vroeg t liever
■niet, omdat ze het dan verboden zou
‘hei ten.”
Hans knikte weer en hy werd 'n
beetje rood, want heelemaal zuiver was
i*t natuuriyk niet, w*t hy ging doen.
I „Als we na tafel weggaan, zyn we dan
Voor ‘t avonde'en weer thuis?”
Hans keek zyn zusje aan. zy kon na-
(tuuriyk niet mee. Het was vreeseiyk
'koud en Carla was niet sterk. Ze was al
eens ziek gewurden. toen hy 's avonds
te lang met haar bulten was gebleken
en toen was Oma erg boos cp hem ge
weest.
„Ik vind -*t erg jammer, Carla, maar
Ik kan jou niet mee nemen. Het is veel
|te koud. En ik heb ook niet genoeg geld.
‘Ik moet het geld van dien postwissel
jvan oom Emrt er voor van ’t postkan
toor halen, zie je en dat is niet genoeg
voor ons allebei. -Want als we teruggaan,
moet ik voor den Majoor ook 'n kaartje
nemen."
„Ik heb van oom Ernst immers ook
Vijf gulden voor m'n Sinterklaas gekre
gen. Die ga ik dan ook halen.”
- „t Is ook te koud voor je.”
P „Ik doe m’n dikken mantel aan en
toog ‘n wollen das om,” zei Carla vast
besloten. ,jeyn zal t wezen, als we sa-
De Sinterklaasavond werd heeriyk.
Wonder boven wonder bleek het avon
tuur Carla geen kwaad te hebben ge
daan. Misschien hadden oma en Dora
wel *n klem beetje overdreven met war
me droge kleeren en heete melk en
warme kruiken en zoo. maar nu was er
ook zelfs geen verkoudheidje overgeble
ven. en was ae zoo frisch en vroolyk als
maar kon. En zy en Hans dankten oma
wel honderd keer voor al bet mooie, dat
er uit verschillende pakjes te voorschijn
kwam. Ook van vader was er een over-
heeriyk groot pak gekomen.
De Majoor werkte zóó grappig met
snuit en pooten om zyn pakjes open te
krygen. hij likkebaardde zoo heeriyk van
z'n leverworst en zoo triomfante lijk
droeg hy de versche kluif naar z'n
mand, dat zelfs oma zeggen moest, toch
biy te wezen, dat de Majoor nu ook van
de party was.
Tot slot van den avond was er nog een
plechtigheid. Je moet weten, dat Hans,
tusschen allerlei rommel op zolder, eens
*n bronzen kruisje had gevonden, dat hy
’t Kruis van Verdienste noemde. En dat
Kruis van Verdienste kregen de Majoor
of Petes, de groote witte kat, beurtelings
aan hun halsband bevestigd, wanneer ze
de een of andere heldendaad verricht had
den.
De Majoor had het eereteeken de
laatste maal gehad, toen hy een land-
looper, die op *n avond biykbaa'r met
minder goede bedoelingen den tuin «ras
ingeslopen, net zoolang by een van rn
broekspypen had vastgehouden, tot Hen
drik was komen opdagen. Maar na een
poosje had hy het Kruis van Verdienste
weer moeten af staan aan Petes, die, in
den kelder, een reusachtig groote rat
gevangen had.
Na het gevecht met den grooten
vreemden hond, hadden de kinderen het
eereteeken weer aan den Majoor wtllen
geven, maar oma had een te vredelle-
venden aard om aan dit besluit haar
goedkeuring te kunnen hechten.
„Geen kwestie van.” had ze gezegd,
„vechtersbazen hoeven niet aangemoe-
digd te worden!”
Toen de kinderen betoogden, dat die
vreemde hond immers de aanvaller was
geweest en dat de Majoor zich toch wei
had moeten verdedigen en dat hy zich
goed verdedigd had, liet ze zich in zoo
verre vermurwen, dat de Majoor het
Kruis van Verdienste even aan z'n nals-
band mocht hebben, tot het tyd voor
hem was om met Hendrik mee te gaan
naar Amsterdam.
Petes had net gedaan, of *t hem niet
schelen kon, toen het eereteeken van
hem werd afgenomen, maar toen ny t
even later weer terugkreeg, zette hy ’n
verwaand hoogen rug op en hy ging
in z’n mand liggen spinnen van plezier,
zonder zich om den armen bloedenden
Majoor te bekommeren.
Maar nu. op dezen Sinterklaasavond,
nu werd het Kruis van Verdiensté hem
voor goed ontnomen. Hans maakte het
zorgvuldig vast aan den halsband van
der. Majoor en hy hield er een kleine
toespraak by, waarin hy zei, dat. met
algemeene stemmen, besloten was hem
het Kruis van Verdienste te verleenen.
Voor levenslang. Want al ving Petes in
de toekomst ook nog véél grootere ratten
was jaloersch op den hond Majoor!
Maar de Majoor liet zich zoo maar niet
aanvallen; die wist zich te verdedigen.
En hoef
De twee kinderen zaten rustig in den
trein, 'n Paar Jaar geleden, toen hun
moeder gestorven was, waren ze wel al
leen uit Indië gekomen, waar hun vader
officier was, en dus beteekende zoo’n
reisje voor hen ’n peulschilletje.
„Weet je, waar de
vroeg Carla opeens.
„Natuuriyk. Ik heb zyn adres in m'n
zak. 't Is dicht by 't Centraal-station."
De veearts keek 'n beetje vreemd op.
toen hy de twee kinderen zag, die den
Majoor kwamen halen.
„Maar je zult dien grooten hond niet
aan den ketting kunnen houden in de
drukte,” zei hy.
„Aan den ketting?" herhaalde Hans.
„We zullen den Majoor heusch niet be-
leedigen door hem aan 'n ketting te
houden! Die biyft toch wel by ons!"
De veearts moest even lachen en toen
hy den Majoor gehaald had en de uit-
bur^*~ vreugde zag van den hond bil
het weerzien van de kinderen, was hy
wat gerustgesteld. En toen hy Hans
hoorde zeggen
„wy zyn Je maar even komen halen.
Majoor, want oma kon Hendrik van
daag niet missen." toen dacht hy dat
alles in orde was. Maar later zei hy toch
tegen z'n vrouw:
Uk begryp niet, dat mevrouw Olden
hove zulke jonge kinderen alleen naar
Amsterdam stuurt!”
De kinderen kwamen gelukkig bytyjs
met den Majoor aan het Centraal-sta-
tlon. En net toen ae in den trein zaten.
gelukkig
zal ik
halen."
„Na Sinterklaas?” riep Hans in dleoe
teleurstelling. En Carla voegde er da-
deiyk by:
.Maar Oma. na Sinterklaas pas? Dan
zou die arme Majoor Sinterklaasavond
tusschen vreemde menschen moeten vie
ren!”
Oma glimlachte.
,XXAr zal hy we! niet veel weet
Ze kunnen den slaap maar niet vatten,
Ze denken maar steeds aan de pret,
maar plots gaat de deur op een kiertje
enstaat zwarte Piet aan hun bed!
25. Het volgende nummer werd uitgevoerd door Bruid
de Beer en het Nikkertje, ’’ruin kroop over den grond,
terwyi net Nikkertje boven op zyn rug stond.
27. Maar Struisvogel gcolde !*yi Paard een rotten appel
naar zyn hoofd. .Maar dat laat ik er zoo niet bd
zitten." zei NUi Paard en Wj Struisvogel achterna.
M. Ooi Ifant en Ny! Paard waren de twee komieken
van het circus. Ze waren wit grappl?, want bet
publiek brulde van bet lachen.
„Oma. magbegon Hans, maar hy
hield opeens z'n mond en met de han
den styf in zn zakken ging hy by 't
venster staan.