I E-CJGJD Sinterklaas De Sinterklaasavond van fn hond St. cJ'Cicolaas I DE'REISVEREENIGING VAN JAN MUIL Leeuwaard M lm WW 2 TWEEDE BLAD BLADZIJDE 3 o r? te J. 751 Lj VERBODEN 50 met den Majoor terugkomen, hè waa een heel eind naar 1 dorp. van en tionschef en nou. Lij- 50 Ro. FT. itH in- ra ss we hem vereerd Clara woont?” veearts en Nou bedankt hy Aardig, hè? LINA TERVOOREN. o i 4 En t broertje en bet zusje, die sliepen kalm en zacht... en Pieter ging weer verder naar bulten in den donkeren nacht! „Wat zie ik, zijn jullie nog wakker zeg, slapen jullie nog niet? hoe komt dat zoo, lieve kinderen?" zoo sprak de zwarte Plet. Op *t bed in de kinderkamer, daar zitten ze stil by elkaar, ze konden vannacht heusch niet slapen. Zelfs *t maantje dat vond bet wat raar! Maar heusch, nu gaan we slapen. Nu hebben w*U gezien! Zag, lieve zwarte Pieter U bent toch niet boos misschien? moest Hendrik er met een lantaarn op uit gaan om ben te zoeken Toen zeiden dat broertje en zusje: Och, lieve Pleterbaas. we waren toch zoo nieuwsgierig naar U en Sint Nicolaas! 30 IO— 30 est Heilige hingen kleeren ru üe lie st en 50 30 iet ek e» n> re- t en ke de m it. en et „HU ligt in de kark van Romen Mit den beide beentjes bloot" if* *5 a- or if- >r- 30 A. 50 n- tz. 35 r>- K* tr- er. ar it- W at e- ar et anderen leeltfk o- u- >r- si- n- en re ikt ta an an iet iet ste <21 P- lat de als ire ïe- en Uk de .je It en re de an ol men i Hans?" Hans zei niets meer, want hU wist: als l- or ?n m eb ie Li- e- el k 3- JS X X >r- let o» is- de da sa to op u- sn sk m n. as Jn. ed se tn >i Vannacht zou Sint Ntcolaas komen, of wel zwarte Piet met z*n zak met lekkers en mooie cadeautjes of voor elk van de kinderen een pak! En weet je wat die Pieter toen stilletjes heeft gedaan? hy vulde vlug de schoentjes en is toen weer heen gegaan! SQnderklaas. dat is een Edelmann, Een Edelmann is hee. Hee het een Brook van Krinten an Een Rock van R1 eseb ree. Sten oogjes stint van Rosientjes, Slen Haar is van Bótholt (zoethout) Sien Lippen siint van Stlkkergood (suikergoed) Slen Wangen sünt van Gold." Cv lieten ze zich toen door den Majoor een poot geven nis. want hy was Immers de schuld van allen angst, die zijn grootmoeder en ook Dora en Hendrik hadden moeten door staan. En o, als Carla nu maar niet stev werd! Dora holde vooruit om melk te war men en om beslag te maken voor de poffertjes en de Majoor sprong, vtoo- Ujk blaffend, tusschen de groepjes heen en weer. i ;.j! •r! ,„O, daar is de Majoor,” zei Carla, nu ook overeind komend. „Stoute jongen, die is er vandoor gegaan en heeft ons hier alleen gelaten!" ..Stoute jongen?” zei oma ojl veront waardigden toon. „Als hy ons niet was komen halen, waren jullie hier vannacht misschien dood gevroren." Tegelijk zag Dora haar man met de lantaarn, en ze riepen hem toe, dat de kinderen terecht waren. Hendrik kwam op ‘n holletje aanzet ten en in z'n biydschap nam hy de kleine Carla in z'n armen en op *n drafje liep hy met haar op „Denneheu- vel” af. Hans gaf oma een arm en rouwmoedig vroeg hy haar om vergiffe- OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING hoe keurig! voor de eer!” zei Carla verrukt. En om de beurt lieten ze zich toen door den Majoor 'n poot geven. Petes had z'n kop omgedraaid en bo vendien nog z’n oogen styf toe gekne pen. om toch maar niets te zien van de plechtigheid. Hy vond, dat hy voor het vangen van die groote rat best het Kruis van Verdienste had mogen hebben voor levenslang. Want 't was 'n kanjer van ’n rat geweest, een rat. zoo groot, als er misschien nog nooit te voren door •n poes gevangen was! Maar ondank was 's werelds loont En op hooge fluweelen pooten liep hy terug naar z'n etensbak om zich te troosten met den gebakken spiering, dien hy voor z'n Sinterklaas gekregen had. Oma had een brief gekregen van den veearts in Amsterdam, en terwyi ze hem las. keken de kinderen haar in spanning aan. „Zoo." zei Oma toen, „onze Majoor is weer generen. Na Sinterklaas hem dadeiyk.weer terug laten dan hy al gevangen had. dan zou dit nog als D'r to wel geen feest dat meer de be langstelling heeft van ..groot", maar vooral van „klein” in ons landje, dan het feest van „Sinterklaas" (elgeniyk Sint-her-Claes of heilige Heer Klaas). Al achynt er in de oudste tijden reeds 'n dergeiyk feest bestaan te hebben, voor ons is de H. Nicolaas btoschop van Myra, in Lydië (dus heelemaal niet tr, Spanje) de heilige ter wiens nagedach tenis we "felgeniyk op 6 December dit feest vieren, ofschoon er velen zyn die van hem niet veel meer weten dan z’n naam. In Lydië gestorven, moet het gebeente van den heiligen blsschop in Zuld-ftalii begraven zyn. Het moet daarheen zyn gebracht door Napelsche kooplieden, die bet in 1087 roofden uit een klooster op den Sionberg by Myra. Die roovery schynt uit winstbejag ge schiedt te zyji. want volgens de legende Vloeide langen tyd olie uit het gebeente van den Heilige, welke groote genees kracht had. In Oost-Friesland zongen de kinderen in 'n bekend Sinterklaasliedje: begon het met dichte, groote wolken te sneeuwen. „Gelukkig, dat we binnen zyn met den Majoor!" riep Clara. „Mag hi) In 1 hoekje zitten. Hans? Hy vindt T zoo leuk om naar buiten te kyken!" Hans keek bezorgd naar z'n zusje. Als t voor haar maar niet te koud was straks Als de sneeuw maar ophield, eer ze moesten uitstappen Zoolang re veilig hier binnen zaten, waren die vlokken nog wel leuk om naar te kyken. De Ma joor hapte er nu en dan naar, maar tel kens keek hy weer naar de kinderen om hen te zeggen, hoe biy hy was, dat ze weer by hem waren. De sneeuw viel in steeds dichtere wol ken en langzamerhand werd het donker bulten en er stak een hevige wind op. Op .JJenneheuvel" hadden ze eerst heelemaal niet gemerkt, dat de kinderen weg waren. Mevrouw Oldenhove gaf haar kleinkinderen zooveel mogeiyk vry- held om buiten te' spelen of boven op den grooten zoldei, waar allerlei heer- lykheden stonden: speelgoed nog uit den tyd toen hun vader speelde met zijn broers en zusje, oude meubelen en aller lei wonderiyk hulsgerel. kisten vol oude kleeren en zoo meer. Maar zy had den kinderen dadeiyk aangewend, dat ze stipt op tyd aan tafel moesten verschy- nen. Maar aooaJs je ziet, is dat niet waar. Oorspronkeiyk een Oostersche kerk- helllge, werd hy later ook in de weste lijke lan^n vereerd omstreeks 830. Vooral in we Rynstreken was hy popu lair en de uitgewekenen naar ons land in de 17de eeuw het Sinter- over of deden het tenminste En waaraan dankt deze H. Blsschop nu die algemeene bekendheid en ver eering? Voornamelijk aan zyn buitengewone goedheid en hulpvaardigheid. Zoo verhaalt men van hem, dat njj eens een storm had voorspeld en daarna door zyn gebed de zee tot bedaren bracht, wat hem later verheven heeft 'tot schutspatroon van alle zeevaarder^ Vandaar dat in tal van oude seesta» den. die hem alsPatroonheilige vereer den. als Amsterdam, Kampen. Stavoren e.a. te syner eere kerken werden ge sticht. Kwamen de zeelieden van a lange reis behouden thuis, dan gold hun eerste bezoek de kerk of kapel van den en als biyk van dankbaarheid ze hun nog vochtige zeemans- als aandenken aan den wand by zyn altaar. Maar bovenal werd en wordt Sint Ni colaas vereerd als kindervriend. In n oude Dordtsche stadsrekening van 1360 staat dan ook reeds te lezen: -op St her Nyelaea dach 1 L aan die Schoeien voor her oerlof”, wat zooveel zeggen wiL dat de kinderen dien dag vryaf kregen en bovendien nog een snoepdultje. Tal van legenden doen de ronde, waaruit Sint Nicolaas* kinderliefde bl-jkt. Zoo redde hy eens drie kinderen die, om nun honger te stillen, mosselen zochten en zich te ver in- zee gewaagd hadden, van een zekeren dood. De Hervorming deed ook de Helligen- vereerlng in den ban en allerwege werd de viering van het Sinterklaasfeest door het strenge Calvinisme verboden. Maar niettegenstaande deze verbods bepalingen is het Sinterklaasfeest in eere gehouden en gebleven en ook van t jaar vieren we het weer volop esz hopen stiekem dat ie onzen klomp weer aardig vol zal stoppen. Ja. over dien schoen en klomp, moet ik je toch nog even vertellen, boe zs daaraan gekomen zyn. Op zekeren dag wierp de Heilige man by *n armen soldaat, die diep in de zor gen zat. 'n portemonnale met geld door t openstaande raam, die net precies kt een van z’n schoenen terecht kwam. Nadien zette iedereen op Sinterklaas avond z’n schoen of klomp onder den - schoorsteen „op hoop van zegen", liefst met wat hooi en wortels er in „voor t paard". k Hoop nu maar dat jullie klomp van 1 jaar ook flink gevuld mag wor den. Chr. K. Toen Hans en Carla nu. op dien Woensdagmiddag, op den vastgestelden tyd voor het avondeten niet te voor- schyn kwamen, was hun grootmoeder eerst erg boos. Na een half uur begon ze ongerust te worden en toen er een uur was voorbygegaan. zonder dat er van de kinderen iets te hooren of te' zien was, moest Hendrik er met een lantaarn op uit gaan, om hen te zoeken. Na een poosje hield de oude dame het zelf ook niet meer uit in huls. Ze sloeg haastig een mantel om en bond zich een sjaal om het hoofd. „Ik ga zelf ook zoeken.” zei ze bevend tegen Dora, maar Dora wilde haar niet alleen laten gaan. En net maakten ze de voordeur open, toen kwam er een donkere massa op hen kwam aanstormen. ..Het is de Majoor!" riep mevrouw Oldenhove verbaasd. .Maar hoe komt die hier? Ik begryp er geen steek van!” „Als u ’t mij vraagt,” zei Dora, ,,’t zou me niets verwonderen, als de kinde ren hem gehaald hebben. Ze konden niet hebben, dat hy er op Sinterklaas avond niet by zou wezen,” Mevrouw Oldenhove keek naar den hond, die haar met smeekende oogen aanzag. „Wat heb je toch. Majoor, wat wou je zeggen?" De Majoor blafte, liep een eindje den tuin in. kwam weer terug rennen en liep weer naar buiten. ..Hy weet, waar de kinderen zyn!" zei de oude vrouw opgewonden. „Ja Ma joor, ik ga met je mee. Hy is braaf, braaf: de vrouw gaat met je mee.” Luid blaffend liep de majoor den weg op, telkens weer terugspringend naar zijn meesteres, die hem. gesteund door Dora, zoo vlug als ze kon. volgde. ,Ja, nou begryp ik *t,” steunde ze, hy- gend van 't harde loopen. „Ze zyn stil letjes naar Amsterdam gegaan om den Majoor te halen, zulke ondeugende re kels. Ze gaan dadeiyk voor straf naar bed maar eerst moeten te heete melk hebben en warm eten natuuriyk en. zeg Dora, misschien kun je nog gauw wat poffertjes bakken, daar zyn ze zoo dol op!” Hans en Carla zaten naast elkaar, on der de opgestoken paraplule, die Hans uit voorzichtigheid had meegenomen, tegen ’n duintop aan, toen hun groot moeder met Dora, door den Majoor ge leld. daar aankwamen. „We waren zóó moe. we moesten even rusten," zei Hans geeuwend. „Maar we hebben niet geslapen, we hebben elkaar m de armen geknepen om wakker te biyven." die kleine Carla eenmaal iets zoo vast in den zin had. dan kon hy e- toch niet tegen op. En dus kon hy alleen nog maar opletten, dat zé werkeiyk haar warmsten mantel aantrok en haar oont- mutsje opzette en "n dikken wollen das omsloeg, toen ze er op uit trokken. Oma was, dadeiyk na het middag maal. ni»r huls gegaan, om te rusten en niemand zag de beide kinderen ver trekken. Het was een heel eind naar 1 dorp, daar ze eerst hun postwissels gingen in nen en toen naar het station liepen. Even waren ze pog bang, dat de sta- zlch met hen bemoeien sou, maar die stond juist druk te praten met iemand en zag niet eens. dat ze den trein instapten. En daar zaten ze op weg naar den Majoor. Majoor, een prachtige Belgische her dershond. „de Majoor” zooals de kinde ren hem noemden, had gevochten met hond en hy was daarby toegetakeld. dat oma, na voorlooplg te hebben verbonden, Oma, die hem niet eens scheen te hebben gehoord, was de kamer al uit, had zy de deur achter of Clara stond toch nog lang niet zóó iets prachtigs zyn. als wat de Majoor den voiigen avond had gedaan. De Majoor zat heel stil gedurende de plechtigheid en toen de toespraak uit was, stak hy Hans z’n grooten rechter poot toe. ,jcyk, eer. zoo hem Hendrik met hem naar den veearts in Amsterdam had gestuurd. Niet, dat de Majoor er zoo bekaaid was afgekomen. Hy was overwinnaar ge bleven. want de-vyand had meer verlie zen geleden dan hy. Maar ja, heele maal zonder zonde was de Majoor, he laas. niet geweest. Hy had een vogel te pakken gekregen en toen hy dien wilde gaan oppeuzelen, kwam die andere hond het hek overspringen. Nou hoef je niet te denken, dat hy dat deed om het arme vogeltje te redden. Heelemaal niet, hoor: Hy wilde zelf den vogel hebben en daarom maakte hy zoo’n misbaar. Hy brachten klaasfeest herleven. Zelfs in het Duitsche Oost-Friesland wist de Heilige den „Weihnachtemanu” (het Kerstmannetje) te verdringen. *n Leuk Sinterklaasversje uit die streek schryf ik nog even voor jullie af. hebben, denk ik.” ..Hè, Oma. hoe kan u T zeggen. Hy hoort er toch ook by en hy krygt ych ook z’n pakje z’n pakje met lever- .tooret en 1 pakje met de versche Hffifl” „Den zal hy die pakjes nou "n paar dagen later krygen.” zei Oma onver murwbaar. „Kan Hendrik vanmiddag niet even heen en weer gaan naar Amsterdam ora hem te halen. Oma?" smeekte Hans. „Geen denken aan, jongen, t gaat heusch niet. Daar zou de heele middag mee heengaan en zoo lang kan ik Hen drik onmogelijk missen. Er Is nog zóó yeel te doen!” Ja. dat wisten de kinderen: Oma had ftl hoop familieleden en kennssen en beschermelingen, die ze pakjes stuurde met Sinterklaas. Daar moest Hendrik de huisknecht en tuinbaas van ..Den nenheuvel" mee helpen. En Dora, zyn vrouw, was druk bezig in de keuken, waar vandaan al hield te de deur ook goed gesloten, allerlei heeriyke geuren het huls doorstn.cmden. Ja. druk was het wèl in huis. Maar dat die arme Ma- (Joor, nu hy torn weer b,et?r was. neg alleen moest biyven by vreemde men en nauwelijks zich dicht ge’ro*iten, haast haar broertje. „Heb je een plannetje, Hans?” fluis terde zy. Hans knikte. I „Ik ga den Majoor vanmiddag halen." „Je wou uaa:i.. t aan oma vragen, of •t mocht, niet? Maar je vroeg t liever ■niet, omdat ze het dan verboden zou ‘hei ten.” Hans knikte weer en hy werd 'n beetje rood, want heelemaal zuiver was i*t natuuriyk niet, w*t hy ging doen. I „Als we na tafel weggaan, zyn we dan Voor ‘t avonde'en weer thuis?” Hans keek zyn zusje aan. zy kon na- (tuuriyk niet mee. Het was vreeseiyk 'koud en Carla was niet sterk. Ze was al eens ziek gewurden. toen hy 's avonds te lang met haar bulten was gebleken en toen was Oma erg boos cp hem ge weest. „Ik vind -*t erg jammer, Carla, maar Ik kan jou niet mee nemen. Het is veel |te koud. En ik heb ook niet genoeg geld. ‘Ik moet het geld van dien postwissel jvan oom Emrt er voor van ’t postkan toor halen, zie je en dat is niet genoeg voor ons allebei. -Want als we teruggaan, moet ik voor den Majoor ook 'n kaartje nemen." „Ik heb van oom Ernst immers ook Vijf gulden voor m'n Sinterklaas gekre gen. Die ga ik dan ook halen.” - „t Is ook te koud voor je.” P „Ik doe m’n dikken mantel aan en toog ‘n wollen das om,” zei Carla vast besloten. ,jeyn zal t wezen, als we sa- De Sinterklaasavond werd heeriyk. Wonder boven wonder bleek het avon tuur Carla geen kwaad te hebben ge daan. Misschien hadden oma en Dora wel *n klem beetje overdreven met war me droge kleeren en heete melk en warme kruiken en zoo. maar nu was er ook zelfs geen verkoudheidje overgeble ven. en was ae zoo frisch en vroolyk als maar kon. En zy en Hans dankten oma wel honderd keer voor al bet mooie, dat er uit verschillende pakjes te voorschijn kwam. Ook van vader was er een over- heeriyk groot pak gekomen. De Majoor werkte zóó grappig met snuit en pooten om zyn pakjes open te krygen. hij likkebaardde zoo heeriyk van z'n leverworst en zoo triomfante lijk droeg hy de versche kluif naar z'n mand, dat zelfs oma zeggen moest, toch biy te wezen, dat de Majoor nu ook van de party was. Tot slot van den avond was er nog een plechtigheid. Je moet weten, dat Hans, tusschen allerlei rommel op zolder, eens *n bronzen kruisje had gevonden, dat hy ’t Kruis van Verdienste noemde. En dat Kruis van Verdienste kregen de Majoor of Petes, de groote witte kat, beurtelings aan hun halsband bevestigd, wanneer ze de een of andere heldendaad verricht had den. De Majoor had het eereteeken de laatste maal gehad, toen hy een land- looper, die op *n avond biykbaa'r met minder goede bedoelingen den tuin «ras ingeslopen, net zoolang by een van rn broekspypen had vastgehouden, tot Hen drik was komen opdagen. Maar na een poosje had hy het Kruis van Verdienste weer moeten af staan aan Petes, die, in den kelder, een reusachtig groote rat gevangen had. Na het gevecht met den grooten vreemden hond, hadden de kinderen het eereteeken weer aan den Majoor wtllen geven, maar oma had een te vredelle- venden aard om aan dit besluit haar goedkeuring te kunnen hechten. „Geen kwestie van.” had ze gezegd, „vechtersbazen hoeven niet aangemoe- digd te worden!” Toen de kinderen betoogden, dat die vreemde hond immers de aanvaller was geweest en dat de Majoor zich toch wei had moeten verdedigen en dat hy zich goed verdedigd had, liet ze zich in zoo verre vermurwen, dat de Majoor het Kruis van Verdienste even aan z'n nals- band mocht hebben, tot het tyd voor hem was om met Hendrik mee te gaan naar Amsterdam. Petes had net gedaan, of *t hem niet schelen kon, toen het eereteeken van hem werd afgenomen, maar toen ny t even later weer terugkreeg, zette hy ’n verwaand hoogen rug op en hy ging in z’n mand liggen spinnen van plezier, zonder zich om den armen bloedenden Majoor te bekommeren. Maar nu. op dezen Sinterklaasavond, nu werd het Kruis van Verdiensté hem voor goed ontnomen. Hans maakte het zorgvuldig vast aan den halsband van der. Majoor en hy hield er een kleine toespraak by, waarin hy zei, dat. met algemeene stemmen, besloten was hem het Kruis van Verdienste te verleenen. Voor levenslang. Want al ving Petes in de toekomst ook nog véél grootere ratten was jaloersch op den hond Majoor! Maar de Majoor liet zich zoo maar niet aanvallen; die wist zich te verdedigen. En hoef De twee kinderen zaten rustig in den trein, 'n Paar Jaar geleden, toen hun moeder gestorven was, waren ze wel al leen uit Indië gekomen, waar hun vader officier was, en dus beteekende zoo’n reisje voor hen ’n peulschilletje. „Weet je, waar de vroeg Carla opeens. „Natuuriyk. Ik heb zyn adres in m'n zak. 't Is dicht by 't Centraal-station." De veearts keek 'n beetje vreemd op. toen hy de twee kinderen zag, die den Majoor kwamen halen. „Maar je zult dien grooten hond niet aan den ketting kunnen houden in de drukte,” zei hy. „Aan den ketting?" herhaalde Hans. „We zullen den Majoor heusch niet be- leedigen door hem aan 'n ketting te houden! Die biyft toch wel by ons!" De veearts moest even lachen en toen hy den Majoor gehaald had en de uit- bur^*~ vreugde zag van den hond bil het weerzien van de kinderen, was hy wat gerustgesteld. En toen hy Hans hoorde zeggen „wy zyn Je maar even komen halen. Majoor, want oma kon Hendrik van daag niet missen." toen dacht hy dat alles in orde was. Maar later zei hy toch tegen z'n vrouw: Uk begryp niet, dat mevrouw Olden hove zulke jonge kinderen alleen naar Amsterdam stuurt!” De kinderen kwamen gelukkig bytyjs met den Majoor aan het Centraal-sta- tlon. En net toen ae in den trein zaten. gelukkig zal ik halen." „Na Sinterklaas?” riep Hans in dleoe teleurstelling. En Carla voegde er da- deiyk by: .Maar Oma. na Sinterklaas pas? Dan zou die arme Majoor Sinterklaasavond tusschen vreemde menschen moeten vie ren!” Oma glimlachte. ,XXAr zal hy we! niet veel weet Ze kunnen den slaap maar niet vatten, Ze denken maar steeds aan de pret, maar plots gaat de deur op een kiertje enstaat zwarte Piet aan hun bed! 25. Het volgende nummer werd uitgevoerd door Bruid de Beer en het Nikkertje, ’’ruin kroop over den grond, terwyi net Nikkertje boven op zyn rug stond. 27. Maar Struisvogel gcolde !*yi Paard een rotten appel naar zyn hoofd. .Maar dat laat ik er zoo niet bd zitten." zei NUi Paard en Wj Struisvogel achterna. M. Ooi Ifant en Ny! Paard waren de twee komieken van het circus. Ze waren wit grappl?, want bet publiek brulde van bet lachen. „Oma. magbegon Hans, maar hy hield opeens z'n mond en met de han den styf in zn zakken ging hy by 't venster staan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1929 | | pagina 7