het oude paard hielp
Van alles wat
(De koekoeken onder de insecten
Het verhaal van
Hoe de vos
DE REISVEREENIGING VAN JAN MUIL "ET Leeuwaard
t-u
NAAR EEN DUITSCH VOLKSSPROOKJE
B.L.N.S.
T5>
n.
o
o
o
\l
*n xonnlg blaadje van mijn klimop
OP
dat is dan het teeken. dat allen
Ï1&&T
zich gapend ter ruste begeven.
(wist
Je.
dat
En toen die dat zag
de
den
Sek
o
EEN
SPELLETJE
en sleepte den vastgebondeii
leeuw met
zich
waarna de som weder 46 la.
3 maal 2 te 4
PIERROT.
OPLOSSING:
B
O
O
O
REKENFOEFJES
den
van
merkwaardig
de zeventienjarige, ge-
Je toekent op een stuk papier ot op
een lei een vierkant met 8 hokjes.
De som van de cijfers van 1 tot 8 te 45.
Zet men se nu op tweeërlei manier onder
elkaar en trekt men ae daarna af. aldus;
887854331
133458788
toen
en
De muurwesp kent haar vijandin maar
al te goed en wanneer ze haar in het
nest overvallen kan. bijt ze haar de vleu
gels af en gooit ze door het vlieggat naar
bulten. X. Y. Z.
In A heeft de nulletjes-zetter het ge
wonnen ,m B die van de kruisjes.
VsiwuKn
En hu heeft woord gehouden, en het
I paard volop te eten gegeven en goed ver-
wat kabouters zooal beleven
des avonds, als de kind’ren van 1 spelen
zoo moe,
Vaak ruimen de kind’ren hun speelgoed
niet op.
zulke slordige kind’ren
bestonden?)
Dan gaan se naar Puntmuts en die weet
wel raad,
hij zit zich niet lang te bezinnen.
hij gaat vlug aan *t werk en den volgenden
nacht
kunnen de kabouters weer lustig begin*
nenl
Ook
zwaar
En komen ze thuis, dat begrijp Jullie wel.
dan zijn heel wat schoentjes bezweken,
van die is het leer stuk en daar slijt de
hak.
van' een ander zjjn de zolen versleten!
Het oude paard was heel treurig en
bedroefd
En toen die dat zag. was hjj getroffen
door de inspanning, die zijn trouw paard
zich getroost had om maar weer bij hem
terug te mogen komen en hjj zei: „Nu
zal je je leven lang bij mij blijven en het
goed hebben, arm, trouw beest!”
te schoppen of te steigeren. Maar nu was
t oud geworden en kon bijna geen werk
meer doen m de boer had geen lust meer,
het arme dier nog langer eten te geven,
nu 't hem toch niet meer van nut kon
zijn.
Spottend zei hij tegen het paard: „Ge
bruiken kan ik je zóó niet meer, maar
ik meen het toch goed met je! Zou je
nog zóó sterk zijn, dat je me een leeuw
veranda al speelde. Sinds een paar uur
het was zomervacantle had ik met stil
genoegen het werk van een gewone
muurwesp bekeken, die druk in de weer
was in den tamelijk zachten zijmuur een
holletje te maken, waarin ze blijkbaar
haar eitje wilde leggen.
Ijverig vloog ze telkens met bouwma
teriaal af en aan. kroop in het kleine
gaatje, bleef eventjes weg en kwam er dan
achterwaarts weer uit om meer te halen
Onderwijl zoemde een kleine goudwesp
door m'n veranda heen. Je kent dat klei
ne glinsterende goud-glanzende schepsel
tje toch wel. dat 's morgens in de zon wel
een levend-geworden edelsteen lijkt.
Pak je het echter in de hand, onmid-
delluk houdt het zich dood, trekt 'voel
horens en poolen in en rolt zich in el
kaar. Laat het beestje dan echter ns op
tafel vallen. Eventjes wacht het nog. maar
vindt het de kust veilig, dan één twee
driehet ding is foetsiegevlogen.
Mijn goudwesp hier cirkelt heel nieuws
gierig om het holletje der nijvere muur
wesp. En nauwelijks is deze verdwenen,
of van alle kanten wordt door de goud*
juffer het bouwwerk bekeken.
Daar komt de muurwesp terug.... met
voedsel. Haar eitje heeft ze reeds in het
holletje gelegd en voordat dit heelemaal
dichtgemetseld wordt, moet eerst de noo-
dige voedselvoorraad voor de Jonge larve
bij elkaar gezameld worden.
Nog éénmaal moet ze uitvliegen.
Maar van deze laatste afwezigheid
maakt de goudwesp gebruik om ook haar
ei in het vreemde nest te leggen. Daar is
ze weer terug en zet zich heel vergenoegd
op 'n zonnig blaadje van mijn klimop.
Ia
wel als huisdieren gehouden, als een bi-
zonder soort zangvogeltjes. Zij waren
zelfs zoo in de mode, dat de dames gou-
Ik herinner me nog best, hoe we met
verontwaardiging naar het verhaal van
onzen ouden meester luisterden wat
kon die toch fijn vertellen. Moet je tegen-
wooidig om zomen van den koekoek
die niets met nest bouw en kinderopvoe
ding te maken wou hebben; die zn eieren
maar doodbedaard in andermans huis
legde en zelf als een echte boemelaar
door het leven ging. En we werden zelfs
giftig, als we dan hoorden, hoe dat koe
koeksjong eenmaal naarstig uitgebroed,
zelfs nog de meeste praats had in t huls
van zijn pleegouders en de eigen kinderen
maar honger liet lijden.
Jullie hebt zeker dien schreeuwleelijkerd
ook een heelen slechten kerel gevonden.
Maar wat zeg je me van de insecten, die
Scheurt men een papiertje in tweeën,
dan krijgt men 3 stukken; scheurt men
leder stuk nog eens door, dan krijgt men
2 stukken van glk deel.
Driemaal dus In tweeën gescheurd geeft
vier stukken.
Elk begint nou om de beurt het eerst.
De een teekent kruisjes en de ander nul
letjes. Het doel Is nu er drie in de goede
vqlgprde achter elkaar te krijgen, name-
-wKjk drie op *n rij. Is dit aan een van
beiden, gelukt, dan kan het, spelletje op-
nieuw beginnen, óm den vériiezer ook *n
kans te geven.
Hieronder 'n paar voorbeelden.
A
I Nu arriveert de muurwesp weer om
I heur holletje dicht te metselen, niets ver
moedend van den strijd, die later daar-
binnen door de beide larvenkinderen zal
gevoerd worden met als resultaat dat in
het komende voorjaar in plaats van haar
eigen kind uit het holletje een jonge
goudwesp zal kruipen.
Gelukkig gaat het niet altijd zoo.
paard; kom toch gauw mee. dan kun je
een koningsmaal houden!”
De leeuw liet het zich geen twee keer
zeggen, maar kwam dadelijk mee. En toen
ze b(j het paard stonden zei de vos: ..Hier
is t toch geen erg gemakkelijk plekje
voor je om te dlneeren. wel? ’t Zou veel
prettiger zijn, als je er rustig in je eigen
hol van kon smullen! Weet je wat? Ik
zal het paard met zijn langen staart aan
je vastbinden, aan kun je het zóó naar
je hol trekken en daar op je gemak op
peuzelen En dan krijg ik zeker ook wel
een klein stukje voor de moeite, hè?”
vroeg hij slim, opdat de leeuw zijn ge
dienstigheid niet verdacht zou gaan vin
den.
De leeuw vond dien raad prachtig en
beloofde gul, dat de vos een flink stuk
krijgen zou. Hij stelde zich op, zoodat de
vos het paard kon vastknoopen. en hield
zicïi netjes stil. Maar de vos bond met
den staart van het paard de achterpooten
van den leeuw bij elkaar en snoerde en
knoopte alles zóó vast, dat ”t met geen
mogelijkheid los te rukken was. En zoo-
dra hij met zijn werk klaar was. klopte
hij het paard op den schouder en riep:
„Trekken. Bruintje, trekken!”
Daar sprong het -paard opeens op en
sleepte den vastgebonden leeuw met zich
mee. De leeuw begon te brullen, dat dé
vogels uit het heele bosch van schrik op
vlogen. maar het paard liet hem rustig te
keer gaan en trok en sleepte hem over
het veld tot voor de deur van zijn meester
Nu kinderen. luister, dan vertel ik het
vlug
Ze sluipen héél zachtjes, zoo stü als een
muls,
in T huis bij de kinderen binnen,
ze kijken eens rond, of er Leis is te doen,
en gaan dan meteen maar beginnen!
hier kunt brengen, dan zal ik je houden
maar maak nu maar, dat je weg komt
uit mjjn stal!” En daarmee Joeg hjj het
arme dier het veld in.
Het oude paard was heel treurig en
bedroefd en ging naar het bosch, om daar
een beetje beschutting te zoeken voor
den nacht. Daar ontmoette het den vos
die immers altijd erg nieuwsgierig is, en
nu ook dadelijk vroeg: „Wat loop je daar
zoo triestig rond, en waarom laat je je
kop zoo hangen?
„Och.” antwoordde het paard, .mijn
meester schijnt heelemaal vergeten te zijn,
boe trouw en vlijtig ik hem vroeger altijd
gediend heb. en omdat ik nu niet goed
meer ploegen kan, wil hjj me geen eten
meer geven en heeft me weggejaagd.”
..Zonder je eenige hoop of troost te
geven?” vroeg de vos.
„Die troost was erg schraal,” zei Bruin
tje. ..Hjj heeft gezegd, wanneer ik nog zoo
sterk was, dat ik hem een leeuw kon
brengen, dan wilde hij me houden, maar
hij weet zelf natuurlijk heel goed, dat ik
dat niet kan!”
„Wacht JU maar eens,” zei de slimme
vos, die dadelUk een plannetje had, zoo-
als vossen dat altijd hebben, „ik zal je
wel helpen! Ga hier maar languit op den
grond liggen, alsof je morsdood was. en
beweeg je vooral niet. Dan zul je wel
eens wat zien!”
Het paard deed, wat de vos verlangde.
Maar de vos liep op een draf naar den
daglicht komt schijnen,
i weer
vlug
hun schuilplaatsen moeten ver
dwijnen!
buna zonder uitzondering hun kinderen
te vondeling leggen, waar 't hun maar
gelegen komt?
En nel u eigenlijk bewonderenswaardig,
als je ziet, hoe secuur en zorgvuldig ze
hun eitjes onder dak brengen, zoodat het
hun aan beschutting en voedsel zeker
niet zal ontbreken. Van het wijfje van
den ..doodgraver" hebben jullie natuurlijk
allemaal wel eens gehoord. Die legt haar
eieren in een of ander gestorven vogel-
lichaam en ik heb zelf een keer gezien,
hoe een sluipwesp een rups van een kool
witje uitkoos tot wieg voor d’r kinderen,
die nu, tot hun uitvliegen, zich met de
levende rups konden voeden.
Ja, nu moet je meteen toch 'ns hoeren,
wat zich op 'n vroegen morgen op m'n
haarspelden droegen in den vorm
een cicade. Een cicade op een harp
gold als zinnebeeld der muziek.
Een merkwaardig soort cicade is de
Amerikaansche,
Daarom moest ook de titel van de be
kende fabel van Lafontalne: „La clgale
et la Fourml" niet in het Hollandsch
vertaald worden met ..De krekel en de
mier.’ maar: „De cicade en de mier'. En
daarmee beb ik jullie alles verteld wat ik
van het spuugbeestje weet.”
Een oogenbllk zwegen allen. Toen riep
Ada„Ik virxj, het kranig van Kees om
zoon inleiding te houden." „Bravo,”
klonk het van alle kanten.
Toen het weer stil was, vroeg Jan' ..En
is dat spuugbeestje nu schadelijk?”
„Zeker," verklaarde Kees. .Het diertje
zuigt aldoor sappen uit de plant en als
er veel bijeen zitten aan hetzelfde takje,
gaat dat ook dood.”
,£n nu," zei Henk met een blik naar
Fen boer had een lief, trouw paard,
dat hem jarenlang trouw gediend had
en de zwaarste lasten had voortgetrok
ken zonder ook maar één keer achteruit
Kees
niets
over
bleef
gezegd, keek hij heel benauwd naar
Henk's voorzittershamer, toen deze met
een slag-, neerkwam en Henk zei: „Het
woord is aan Kees.”
Zeven paar oogen waren op hem ge
richt, toen hij een boek voor den dag
haalde en daaruit een papiertje nam,
dat hij begon voor te lezen.
„Het spuugbeestje of de schuimclcade”.
„Jullie begrijpt wel dat ik zoo niet voor
het heele gezelschap voor den dag zou
durven komen als ik niet ergens anders
mijn licht opgestoken had. Ik heb daar
om mjjn oom. die leeraar is in Tiel, er
eens naar gevraagd. Zelf had ik den vo-
rigen zomer enkele teekenlngen gemaakt.
Zie maar eens: hier is het spuugbeestje
in zün schuim (fig. 1). En hier (fig 3)
zonder. Zoon gek groen beestje, dat zoo
gauw mogeljjk wegkuiert. Oom vertelde,
dat het diertje zelf dat schuim maakt om
zich te verbergen. Hjj zit vast met zijn
kaken in de plantenstengels geboord en
zuigt er het sap uit. Dan vórmt hjj uit
zijn uitwerpselen schuim, dat hem ten
slotte heelemaal verbergt. Later groen
dat beetje na eenige verveningen uit tot
een echte cicade (fig. 3> een diertje, dat
in zijn gedrag veel op een sprinkhaan
lijkt. Het is maar 5 tot 6 C.M groot.
Verwant met de schuimclcade zijn
diertjes, die goede vrienden van de mie
ren zijn en die door hen in het nest op
gekweekt worden als hun eigen larven.
Andere verwanten zijn: de zingende cica
den. Vroeger bjj de Grieken werden zij
noemd. Dit dier is 4 c.M. lang en beeft
een zwart met rood achterlijf. De oogen
zjjn oranje, de vleugels hebben roode
aderen. De eieren worden gelegd in een
spleet van een dun takje, die het wijfje
met. haar achterlijf gemaakt heeft. Ge
heel volwassen leeft het dier 5 tot 6 weken
in de boomkruinen. Veel voedsel hebben
zij dan niet noodig; maar ze leiden een
plezierig leven. Datzelfde geldt ook voor
de cicaden, die in Zuid-Frankrijk leven.
i
leeuw, die niet ver daar vandaan zjjn hol
had cn deed net, of hij hem groot nieuws
kwam brengen: „Goeden avond, vriend
Leeuw, nu weet ik toch zooiets moois
Voor je. Daarginder ligt een verseb, dood
Tilly, „de notulen. Maar laat ik eerst
verklaren, dat al de vorige notulen door
commissie zjjn goedgekeurd. Er ts
maar één ding, dat ontbreekt, namelijk
de illustratie van de verschillende voor
vallen.”
„Waarvoor Henk en Toos voortaan zul
len zorgen." viel Henk in.
„Juist,” antwoordd? Henk, daar is over
gesproken. Maargezien de keurige
teekenlngen van Kees en gezien het feit
hier zette Henk een allerijselijkst def
tig gezicht dat velen der hier aanwe
zigen achten en negens op het rapport
hebben voor teekenen (we hebben nog
ruim een week vacantie hoor ik daar
naast mij fluisteren) meen ik, dat haast
iedereen wel in staat is zelf zjjn werk
te illustreeren. Gaat iedereen daarmee
accoord Dan beginnen wij met deze
week. Tilly wil nog wel even de notulen
van de vorige maal voorlezen."
deze notulen werden zonder be-
goedgekeurd. zoodat alten tevre
den naar huis gingen. De volgende week
zou volgens het lot Ada aan de oeurt
zjjn. De bijeenkomst zou gehouden wor-
bjj Jan en Gerrit aan huls. Maar
ieder wenschte vurig, dat de bijeenkomst
niet in huls zou gehouden worden,
maarop de Ijsbaan op schaatsen.
A. L.
u
MET Z*N TWEERN
OVERNEMING <J1T DEZE RLBR1EK ZONDER TOES LEMMING VERBODEN
dan blijft er als rest ever 864187533
had aldoor verklaard, dat hij
zenuwachtig was om zjjn verhaal
het .spuugbeestje", zooals hij het
noemen, te houden, maar eerlijk
keek hij heel
Schoenmaker Puntmuts is druk in de
«•eer,
de kabouters, die werken
zoo lang
z*n plaats heeft gevonden.
draven maar steeds heen
en weer.
wat zjjn er veel laarsjes versleten.
hoe komt dat. zeg. loopen kabouters zoo
veel?
dat wil je misschien wel eens weten!
55. Het hondje oa^ia eerst, dat bü voor uen gek werd
gehouden, maar toen de korung der dieren ar sell aan
te pas kwun. geloofde hu bet en zei. dat hij den weg
zou wijzen.