DE REISVEREENIGING VAN JAN MUIL w Ada i' cDe vijf muzikanten Het verhaal van Van alles wat r8 ‘Dick Leeuwaard B.L.N.S. un z MET A 1 XV? Fï J'S PLAATJES VAN OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN ■ft i HO Fr. met zijn DE KURK IN DE FLESCH SaLelvcl dus ’N GOEDKOOPE TELMACHINE En we zijn ze fijn kwijt ge- 80 57. J Nu de Zotner is gevloden. Is het overal koud en guur, t Is zoo lastig voedsel zoeken, 't Is alles dood in de natuur! En als de lente weer terug kotnt, Dan vergeten zfj u niet. Ze zingen in de groene boonien. Uit dankbaarheid hun schoonste lied! Toe, strooi lederen dag wat kruimels, Of wat kleine stukjes brood, 't Vogelvolk is o, zoo dankbaar, Als gij ’t spaart voor hongerdood! en daarna nummer je iedere vinger in je gedachten. De duknen krijgen no. 6, de wijsvingers 7, enz. rek e ■V bevinden zich scherpe puntjes die tegen de klei of het hout aangedrukt worden en dan werkt bet dier, draaiend om zun as, dan eens links en dan weer rechts. 23. getallen midden tusschen de getallen die op 5 ein digen. Bij 82 maal 84 is ze dus 80. Je moet verder even door ’n proefreke- ning bepalen hoeveel je er later bij moet tellen. Op deze manier kan je met ’n beetje oefening zóó snel leeren rekenen, als Je nooit gedroomd zou hebben. „Ui K, Ji Door de naakte dorre boomen, Klinkt een sicht en treurig lied, ’t Is de stem van kleine vogels. ..Kinderen och, vergeet ons niet!* 16 c.M. lang worden. En je ziet dat dit een dubbele schelp is. Het slot (figuur 1 a> is bijzonder goed van tanden voor zien. Veel groote r steviger en rechter is bet tafelmesheft (Flg. 3). Het is nogal een 7 v-A-, delvingere tegen elkaar en zien dan da delijk 6 tientallen of 60. Maar mï doen we iets anders dan daarvoor. We tak ken ons namelijk van de onderste vin gers heelemaal niets meer aan. Daarentegen vermenigvuldigen we nu 3 maal 3 is 9. Dit getal tellen we b!J de reeds verkregen 60 is 69. Bovendien doen we er nog 100 bij, omdat elke vermenigvuldiging boven 10 meer dan 100 tot uitkomst geeft en we krijgen dan 160, is de uitkomst van 13 maal 13. bijzonderheid dat we het gevonden heb ben, want deze schelpen komen op onze kust niet zoo heel veel voor. De derde soort, de ook wel eens op onze kust wordt gevonden, de sabelscheede (flg. 3> heb ik nog niet gevonden. Wel heb ik verschillende soorten van rotsboorders flg. 4)dat is een heel zeld zame schelp. Boormossels komen «-el meer voor. Kijk hier heb je de ruwe boor- in de eerste plaats uit keileem, waarin de boormossels, naar mij dunkt, gemak- kelfjk kunnen boren. En nu heb ik nog een heel bijzondere schelp te laten zien. (Fig. 5). Dat is het muiltje, een Amerikaansche slakken soort. die pas sedert kort hier gevonden wordt. Maar ik houd op, anders gaat mijn verhaal veel lijken op een zeeslang, wat de lengte betreft En we krijgen nog loting en notulen.” Tilly las de notulen voor, die, als altijd, keurig gemaakt waren, zoodat ze weer eens een complimentje kreeg van Henk. De spreekbeurt voor den volgenden keer viel na loting op Jan. Hij wou als on derwerp behaqdelen ..Muggen". „Pas op voor muggenzifterij.” waarschuwde Henk nog. Daarna gingen te allen naar huis. Toe: d» z:okodi! etje van .eed oo d n wat J n M ul gezegd tad no: en ze g ch'n omdat V^n den Aap er zoo slecht van af was gekomen. den plaats. Toen verdwenen alle Elfen door een laag zij deurtje. Eenlge oogenbllkken later echter kwamen er door dezelfde deur kleine dwergen met heel lange baarden, die allerhande Ikkere spijzen binnen brachten. En toen ze daar mee klaar waren, wat een heel tijdje duurde, brachten ze nog vijf flesschen limonade ook; dat was voor eiken muzikant een hcele flesch. De muzicanten deden reus achtig hun best en ae legden hun servetten niet n er. voordat alles op was. De dwergen die het voortdurend druk hadden gehad met bedienen, ruimden de tafel weer af en de muzikanten namen hun Instrumenten en speelden T allervroolijkste wijsje, dat ze kenden. De Elfen die verzot zijn op muziek, kwamen onmlddel ijk te voorschijn en begonnen weer te dansen, maar de dwergen dansten mee. De muzksnen. de zich nu weer bee'emaal vckwikt ge voelden. en opgewekter waren dan ooit, w s en van geen uitschelden en toen ze zes uur achter elkaar gespeeld had den. waren ze nog niet moe. Bovendien vonden ze het veel te leuk om naar de Elfen te kijken. vant ze hadden nog nooit zoo mooi zien dansen. Maar opeens moest een van de muzikanten hoesten. HU wilde het n-g Inhouden, maar toen hU zich daarbij verslikte, blies hij op ens zoo valsch. dat de anderen verschrikt ophle’den. Op be‘~e r-’e oo’enbl k waren alle Elfen en dwergen verdwenen en de tafels en stoelen erbij. En toen de muzikanten eens in h t rond keken, zagen ze. dat net huls ook weg was. De muz kanten wa en er gewoonweg duizelig van. wat heel goed te begrijpen is, als je zes uur achter elkaar geblazen hebt. Toen ze weer heelemaal bfj waren gekomen, zagen ze dat ze ”nog op dezelfde plek waren, waar ze daarstraks waren taan zitten. In het bosch heerschte de diepste stilte en er was niets bijzonders te zien. y De muzikanten keken elkaar eens aan en vroegen 'ch af, wat dit te beteekenen had. Maar na dit wonderlijke avon tuur hadden ze er voorgoed ge noeg van gekregen om in het bosch muziek te maken, want wie weet, wat er een volgenden keer zou gebeu- ren. En aan de- zen eenen keer hadden ze meer dan genoeg om er zich een boe len tijd over te kunnen verwon deren. 324 We nummeren nu verder de vingers 21. 22, 23. 24 en 25 en kunnen dan deze ook met elkaar vermenigvuldi gen. De waarde der bovenste vingers is nu 20 en bij de uitkomst moeten wc thans 400 tellen. Zoo kunnen we doorgaan. Bjj vermenigvuldigingen tusschen 25 en 30 is de bovenste vinger weer 25 en tel len we bij de einduitkomst 600 Enzoovoorts. enzoovoorts tot 99 toe. Je begint dus altijd eerst de waarde te bepalen van de bovenste vingers. BUvoorbeeld voor de getallen tusschen 45 en 55 is deze waarde 50. Dus ste-ds Op deze wijze werkt ook de paalworm. Deze heeft maar een kleine schelp, die veel op die van de boormossel lijkt Het dier zelf is echter lang en wormvormig, vandaar de naam. Zooals Relndert ook wel weet, zUn de paalwormen buiten gewoon schadelijk voor houten zeewerin gen. Trouwens voor boormossels in nel algemeen is zelfs slecht gemaakt beton niet veilig.” ..Zouden die boormossels geen gevaar opleveren voor de Zuiderzeewerken 7" opperde Relndert. „Ik denk het wel.” was het antwoord van Ada. „Die dijken bestaan tenminste Jullie hebt misschien wel eens op 'n groot kantoor die fijne machines gezien waar je alle mogelijke dingen mee kunt uitrekenen. Eigenlijk moesten we allemaal zoo’n ding nebben, want voortdurend hebben we Iets uit te rekenen. Maar zoo n ma chine is gewoonweg niet te betalen. Nu hebben we 'p klein machientje, dat ons helpt, en dat is ons geheugen. Wan neer we dan ook bij voorbeeld 6x9 moe ten uitrekenen, dan Zegt die machine ons direct: 54. Maar wanneer we dan 49 met 48 1l eten vermenigvuldigen, dan hebben we toch maar liefst 'n papier met pot lood bij de hand, niet? Maar nu doe ik jullie vandaag *n re kenmachine cadeau, heelemaal voor niks, waarmee je alle mogelijke getallen tot 99 toe onderling met elkaar kunt ver menigvuldigen. Geloof je niet hè. Wacht maar eens eventjes. Je zult bin nen 'n paar minuten versteld staan over je eigen rekenvaardigheid. Je begint met je beide handen met den binnenkant naar je toe te houden ..De Zeeslang." zei Ada en ze keek gui tig den kring van al de oogen. die op haar gericht waren, rond. .De zeeslang interesseert me absoluut niet en, naar ik denk, jullie ook niet. Maar mijn schel penverzameling is in den vorigen zomer zoo uttgebreid. dat ik jullie daarvan nog niet alles verteld heb. Ik heb een paar heele mooie schelpen n« egebracht om jullie te laten zien. Wonder boven won der heb ik ze ongeschonden aan net strand gevonden. Daar heb je In de eer ste plaats de mesheften. Dit exemplaar heet zwaardscheede (firjuur I). Je ziet dat het een groote schelp is, hjj kan wel gingen naar binnen, en de die al een beetje brutaler werden, natuurlijk ook. Door een donkere gang, die verlicht werd door duizenden glimwormpjes, be reikten ze 'n groote zaal en In het midden van die zaal stond een tafel met vijf stoe len er omheen. De Elfen gaven den muzikanten een wenk te gaan zitten en daar ze niet goed wisten, wat ze anders moesten doen, leg- ze hun instrumenten neer en namen 59. De A-p g!n? mear oen Jan M*r! he-n n a’.ng? boord, keek hj 1 esbehaive vr endeljjk. „W.e u mar de baas?" vroeg hij. .Jullie of ik.” dween we*, even vlug als het gekomen was. Een paar seconden daarna echter kwam er weer een te voorschijn en legde ln bet kuiltje een groote hazelnoot en zoo ging het door, tot er in het kuiltje tien hazelnoten lagen. Toen verdween het eekhoorn tie voorgoed. Lachend staken de muzikanten ieder twee hazelnoten in hun zak en gingen verder. Ten slotte kwamen ze aan een klein hotelletje, waar ae wilden overnachten. „La*en we de kinderen van den waard een paar hazelnoten geven." zeiden ze tegen elkaar. ..Misschien mogen we dan wel in het hooi slapen." Maar jullie zult begrijpen hoe groot hun verrassing was. toen ze tot de ontdekking kwamen, dat ze geen hazelnoten, maar twee blinkende goudstukken in hun zak hadden. Ze begrepen, dat de elfen hen hadden willen beloonen. omdat ze de padden en dr wormen geen kwaad hadden gedaan De muzikanten waren verstandig genoeg om met het geld dat ze nu hadden, niet al te royaal om te springen. De goud stukken werden een voor een verbruikt en slechts dan alleen, wanneer ze met muziek maken niet genoeg hadden kun nen verdienen. Voortdurend moesten ze terugdenken aan de wonderlijke geschiedenis die zU in het bosch hadden beleefd, en deels uit nieuwsgierigheid, en deels met de hoop weer iets te beleven, keerden ze on zekeren dag naar het Elfen-bosch terug. Toen ze de oude plek weer bereikt had den, gingen ze weer in een kringetje zit ten en begonnen te spelen. Het duurde niet lang of de Elfen kwamen weer op zetten en dansten onvermoeid in het rond. Toen de muziek was afgeioopen. verdwenen de Elfen niet, zooals den vori gen keer, maar gaven den muzikanten een teeken haar te volgen. Zwijgend volg den de muzikanten de witte gestalten door het donkere gedeelte van het bosch Zoo bereikten ze na een kwartiertje een lief sprookjeshuisje, dat bijna schuil ging achter bloeiende heesters. De Ingang was heelemaal verborgen achter een hazelno tenstruik. De Elfen muzikanten. We kunnen het echter ook nog anders doen. Door de zes bovenste vingers te beschouwen als zes twintigtallen, dus als 120 en de vier onderste als 4 tientallen, dus 40. Samen dus 160. Dan gaan we weer naar de bovenste vingers 3 en 3 en ver menigvuldigen deze met elkaar is 9. zoo dat we dan eveneens weer krUgen 160 en 9 is 169 Maar je ziet, de eerste manier is het gemakkelijkst. Als je nu maar het vol gende onthoudt: Boven 10 maal 10 vermeerder je met 100; boven 15 maal 15 met 200, boven 20 maal 20 met 400, boven 25 maal 25 met 600, boven 30 maal 30 met 800 enz., enz. Willen we boven de 15 vermenigvuldigen, dan nummeren we onze vingers van 16 tot 20 (zie fig. IV met de cijfers 1620’. Je zet de vingers weer tegen elkaar en je rekent de bovenste vingers voor 20. Je doet nu weer net precies als daar net, alleen doe je er nu 200 bfl. Gauw maar weer ’n voorbeeld: 18 maal - We zien dadelijk 6 twintigtallen (120) plus 2 maal 2 eenheden (4) plus 200 is *t Gebeurt je herhaaldeluk, dat je de kurk van een fleschje er in schiet. Niet alleen dat ’t vervelend is, dat 't ding er in drijft, maar je bent tevens je stop kwijt. Maar je krijgt het ding er h«el gemak- kehjk weer uit met het instrumentje, dat je maken kunt van een stuk ijzer draad. zooals je dit hiernaast ziet op flg. L Je buigt het eind draad precies zóó, zooals dit op het teekeningetje is aan gegeven. Van draad A buig je boven 'n haak B. Deze dient om den vinger door te ste ken. Aan het ondereind buig je Ti spi- v raai D, waarvan Je het ondereind (C) ombuigt tot 'n rechtop-staande punt De pinken worden dus voor 10 aan gezien. Moet je nu 8 met 9 vermenigvuldigen, dan zet je de beide aldus genummerde vingers tegen elkaar (zie fig. I). Dus middelvinger linkerhand tegen den wijsvinger der rechterhand. De belde ringvinger en die, welke er nog boven zijn noemen we nu de „bovenste” vingers. Ze hebben de waarde van een tiental Links hebben we dus 3, is 30 en rechts Je laat nu het instrumentje door den hals van de flesch, zooals dit in het tweede teekeningetje is aangegeven. Wan neer je het ding dan omhoog trekt, wip je de kurk heel gapiakkeljjk uit de flesch. HOE VIND jrf piE MUIZENVAL? ’k Zal je eens even vertellen, hoe wjj het aangelegd hebben, toen we het vorig najaar als het ware door de muieen „op gegeten” werden. M •«Avonds liet Ooi Want Ko NIjn b!J zich zomen „Zeg eens, au nu. ik v nd dat ons g alschap* veel te groot wordt. Laten wij aan den Aap vragen, of hfl deze boodschap aan Jan Muil overbrengt toen nu een eindje verderop sebter pot eins DokodU uit net water zag oprijzen, schrok njj a^h bijna dood. Neen, maar, wa» waren er toch een enge beert en! Deze laatste uitkomst tellen we bjj de eerste <70> op en wat we nu krUgen <70 en 2 is 72) is de uitkomst der verme nigvuldiging van 8 maal 9. Nog 'n voorbeeld: We willen vermenigvuldigen 6 maal 6. Dan begin je dus met de twee vingers van no. 6. dat zijn de duimen, tegen el- klaar te plaatsen <zle figuur 2). We hébben nu aan iedere hand slechts één „bovenste” vinger, namelUk den duim zelf Dat geeft dan 10 en 10 is 20. Onderste vingers hebben we echter aan iedere hand vier. Dat geeft 4 maal 4 ■®Th6. De totaaluitkomst is dus 20 en 16 is 36. z Nog ’n ander voorbeeld (zie fig. III>:k We willen weten hoeveel of 10 maal 7 is. De linkerpink wordt gezet tegen den rechter wijsvinger. We zien dadelijk 50 en 20 is 70. De ..onderste" vingers links en rechts zUn 0 en 3; dat geeft dus 0 maal 3 is 0. De einduitkomst is dus 70 en 0 is 70. Wil Je nu grootere getallen vermenig vuldigen. dan geef je Je vingers andere nummers en wel van dutan tot pink met 11. 12, 13. 14 en 15. Veronderstellen we nu eens weer, dat we 13 maal 13 moeten (fig. IV) vermenig vuldigen, dan zetten we dus de beide mid- Wjj hebben ’n oud stuk fietsband geno men en dit met het eene eind in net muizengat gestopt, maar zóó. dat de ope ning open bleef. Het andere eind duw den we in een gebarsten weckflesch, waarin we te voren ’n stukje kaas ge daan hadden ik verzeker je, bfj bosjes hebben we ze gevangen. Zoo hebben we alle muizengaten ..af- gevischt” en raakt. Hebben jullie ook last van muizen? Probeert dan ook onze muizenval eenst Br waren eens vflf muzikanten, die van het eene dorp naar het andere trokken, maar niettegenstaande ae muziek maak ten. dat het een lust was, verdienden ze weinig, omdat er maar weinig menschen waren, die hun wat gaven. Op zekeren dag raakten ze in een groot bosch verzeild en omdat ze niets anders te doen hadden, besloten ze maar wat muziek te gaan maken. En zoo gebeurde het, dat er midden in het bosch vroolljke dansmuziek weerklonk. Opeens zagen ze tot hun verbazing, dat er een heeleboel gestalten dansend na derbij kwamen. Het waren elfen, die mooie witte ianonnen droegen en op hun rug groote vleugels hadden, die deden denken aan de vleugels van mooie insec ten. maar ze waren natuurlijk veel groo ter. Geruischloos dansten ze in het rond over het frissche gras en het leek wel, of ze ternauwernood den grond aanraakten. Dan weer dansten ze twee aan twee en d«n weer m«ak*en ze een wijden Jtring die rondom de muzikanten een zwierigen rondedans uitvoerde. De muzikanten waren natuurlijk heel erg onder den Indruk van hetgeen ze zagen en ze durfden niet uitschelden Maar op het laatst werden ze zoo moe dat ze wel moesten en op hetzelfde oogen- blik waren* dan ook alle elfen verdwenen. Het duurde een heelen tijd voor de mu zikanten van hun verbazing bekomen waren en zich weer durfden bewegen. De aanvoerder van het gezelschan be sloot eindel'ik een nieuw stuk ie te geven en weldra klonk er weer andere muziek door het stille bosch. Maar dezen keer verschenen er geen elfen maar allerlei dieren, die ze anders verschrlkkeliik leelijk vonden, zooals nad- den en slakken en ratten en wormen. Onk d?”e beesten begonnen zoo goed en zoo kwaad als het ging om de muzikanten h--n lansen. De muzikanten sneelden echter dapper door en geen een dacht er aan de dieren 0^... te doen. Toen ook dit muziekstukje uit was wa ->-> sla? all- onged’erte verdwenen. ..Alle goede dingen bestaan in drieën.” zei aanvoerder, en hij zette een nieuwe m-'odle in. Ditmaal echter kwam er een eek hoorntje aangewipt Het beest Ié maakte poot een klein kuiltje en ver- mossel en hier de Amerikaansche (flg. 4). Bij de ruwe moet je vooral op den binnenkant letten <Fig. 5). „Waarom heeten die dieren boormos sels?” vroeg Toos. „Dat zal ik Je vertellen. Ik zou haast denken dat de mijningenieurs bij de boor mossels in de leer zjjn geweest. Het dier zet zich vast met den voet, zijn meest gespierde gedeelte, en richt zich dan bij na loodrecht op. Op de beide schelpen vfer „bovenste” vingers is 40. Samen dus 70. De ..onderste" vingers (links 2 en rechts 1) tellen voor eenheden en worden met elkaar vermenigvuldigd. Dat is ta ons geval dus 2 maal 1 is 2.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 8