I leiuqD DE REISVEREENIGING VAN JAN MUIL MET ^Dick Leeuwaard ‘De prinses en de kleine weesjongen Het verhaal Gerrit van De maskerde wevervogel Van alles wat - B. L. N. S. I- I L 5 Jsngs «.g«l Tig i 'V I 1%: 1 OVERNEMING UTT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN maar terugkomen op geval beginnen." re Hij maakte na een groote sembah. Ti<- bed aan 'Fkainboc «ntMutag d. M. door 3. N. I’ dus en tollen. DE DUBBELE NAALD daar sag hjj opeens een meisje. win- maar neer om de groote bladeren der plsangboomen af te plukken. wan- onze „Dat Is anthocyaan," antwoordde Henk, „dezelfde kleurstof, die bU het afsterven van de bladeren de mooie herfsttinten doet ontstaan." die schooltijd Overal vogels aan. „Kom. stel je paleis OPLOSSING VAN: WIE WEET RAAD Schipper Teunissen vaart zoover ach teruit dat net andere scnlp m de onent kan varen on daarin zoolang wacht, tot schipper Teunissen met zijn beide sche pen voorbij is. Het was Woensdagmiddag en behalve Kcss waren alle leden van den B. L. N. 8. aanwezig. Henk had al eens ge.nformeerd bij dezen en genen, waar Kees zou kun- zitten, maar niemand wist er Iets l Jong». vn«üj Omo was een Javaansch weesjongetje, wiens vader en moeder aan de Bpaanschr grtep waren gestorven. Zijn broers er kusjes waren de wude wereld in gegaan en verdienden hun brood met werken op een theeplantage. Niemand keek om naar den armen Omo. die nog maar een jaar of acht oud was. en nog boven dien mank. Wat kon hun, die gezond van lijf en leden waren, het lot van him ongelukkig broertje schelen! Hij moest maar net als nj zijn brood leeren verdienen! en daaronder hangt zijn nest ffe schom melen. Het vrouwtje giert het uit van pret, wanneer zfj in het bolvormige ze nog wel op formaline zetten kinnen." „Dat is best," vond Henk. „En nu is het woord aan Gerrkt.' .Jullie weet natuurlijk," begon deze, „dat er ook wilde aardbeien zijn. Die vruchten zijn wel veel kleiner maar even lekker.” „Nou en of," viel Kees hier in. „We> worden er kleine aardbeien ge in Afrika treft men wever- Er leven daar ve. schillende teld heb. geldt bijna net zoo voor de frambozen. Al.een komt daar nog als vijand bij de frambozen»anu ifig. 5), sen dier, dat de iramoozen. waar het op ge zeten heeft oneetbaar maakt „Omdat het zoo treft, dat jullie tuer bent, wil Ik je bewijzen, dat we. niette genstaande al die vijanden toch zuc-.-ea met onze aardbeien gehad hebben. Met die woorden naaide Gernt uk de iaste een groeien pot aardbeien, deelde scho teltjes uit en lepels en geholpen "oor Toos. deelde hU leder een portie uit Henk verklaarde dan ook. toen alles afgeioopen was. dat zy nog nooit soo*n smakelijke voordracht gehad hadden. ft met een naald een klein gaatje in een stevig stuk papier. Op oen paar millimeter rechts daarvan steek je een tweede gaatje. De beide gaatjes zijn nu met meer zoover van elkaar verwij derd ais de pupil van ons oog breed is. Warneer je nu de belde gaatjes dicht voor net oog noudt en je kijkt dan naar een klein voorwerp - oijvoorbeeld ren naald - die niet te ver var net oog wordt atgehouden. dan zie je duidelijk twee naaiden. begon hij: „Ja. heer; Ik zou wel eiken dag met de prinses willen ik ben bang, dat ik dan op den duur niet gen-'-''? b'*d kan verzamelen dan staat de stok voor mij klaar." Weer een aardigheid, die op gezichte- bedrog rust. Je steekt „Dan.” ging Jan voort. ..hebben wfl de vijanden van de vruchten self. In de eerste plaats alle moceljjke slakken (flg. 3>. Dan als de aardbeien rijp beginnen te worden, komen de vogels. Soms is ook vriend egel <flg. 4> zoo aardig, een paar rijpe aardbeien voor zijn rekening te houden. Eindelijk hebben we nog last vsu schimmels, die de vruchten met een spinneweb van grijze draden overtrekken. Ten slotte gaan er veel rotten door de vocht. Zie maar eens naar deze plaat jes” JEn wat ik nu over de aardbeien ver» De notulen lokten een complimentje uit aan het adres van Toos die te dit maal geïllustreerd had. Voor de volgende maal trof het lot Henk self. Naar welke richting Je de naald nok beweegt, je zult er altijd twee blijven zien. Alleen wanneer je den afstand van liet oog te groet neemt sie je de naal den steeds dichter bU elkaar komen rot M ten Slotte tot een naald beeld samen vloeien. ongeveer even oud als hij. gekleed In een prachtig zijden baadje en een mrt goud doorweven sarong: kleine gouden mui tjes bedekten haar bloote voeten In naar pikzwart hoofdhaar droeg ze een paar witte geurende rozen. Verschrikt bleef Omo staan, want hij dacht, dat hij met een bovenaardsch wezen te dien nad. Neen zoon schoon meisje had hij nog nooit gezien! Glimlachend kwam de prinses (het was n.l. de dochter van den vorst) op hem toe en sprak met een stem zoo UefelUk als van een engel- „Wie ben je en wat kom JU hier doen?” „Psan-ibiaderen plukken." antwoordde Omo dadelijk. „WH Je niet liever wat met mij spe len?” vroeg nu t prinsesje. „Spelen is toch veel aardiger dan bladeren pluk ken!” .Ónmogelijk." sprak Omo. „Ik heb geen tijd. Ik zou wel graag willen spe len zie je. maardan kom Ik straks met te weinig bladeren thuis en dan krijg Ik maar een half bordje rijst en nog een pas slaag op den koop toe „Nu." sprak daarop 1 prinsesje, „dan zal ik je helpen plukken, dan ben je gauw klaar en als je dan genoeg bladeren hebt, dan gaan we spelen. Ik heb prach tige ballen, tollen, zweepjes enz. Je moet straks eens komen iiety!” Omo had wel zin om zijn blad in den steek te laren en dadelijk te gaan spelen, maar.. de gedachte aan zjjn half bordje rijst en den vreeselUken stok rieoen hem tot zijn plicht. Dadeilik gingen bel den nu aan t werk. Het prinsesje en Omo werkten als beze enen om och maar gauw klaar te komen: zij kapte met Omo's mes de groote bladeren af en hü ritste met ranpe hand de groene vellen van ---1 zoo kom.” sprak nu de vorst, „fk voor om voortaan hier in het te blijven en niet meer naar je pleegvader terug te gaan Ik zal straks een boodschap sturen dat hij maar een* bij mij moet komen om daarover te pra ten Je mag dan veel studeeren. opdat je later een knap man zult worden.” Omo wist niet, of hij wel goed ver stond! Zou zoo iets mogelijk zijn? En toen het eindelijk tot hem door drong. keek hij den vorst en daarna de prinses met schitterende oogen aan en zelde. dat hU dat graag wou. Zoo kwam Omo dus aan het hof van der. vorst. Hij werd goede maatjes met de prin ses die tegelijk met hem studeerde. Omo werd tater een groot geleerde en trouwde met zijn speelmakkertje. de prinses. Zoo klom dus een arm weesjongetje tot een heel hoog ambt op. Intusschen daalde het sonnetje neer en 'de prinses moest terug baar t paleis. Ze gaven elkaar de nand en Omo moest be loven dat hij den anderen dag weer te rug sou komen! Nu daaraan behoefde nen van. .Misschien moet hij school.meende Ada. ..Laten wij in elk stelde Tilly voor. Juist op dit oogenblik werd er hard gebeld „Daar zul je hem hebben.” meende Toos. En Jawel daar stormde Kees bin nen. HU had een doosje In zijn hand, dat hij opende „Jonge muizen,* riep hU uit nog geheel buiten adem. „Ajakkes," zei Tilly, „wat een akelige beesten. „Leven se nog?” vroeg Ada belangstel lend. .Neen.” antwoordde Kees, „we hadden al lang het Idee, dat er in dc kast, die den heden zomer gesloten was geweest, iets niet plukt was. We hadden al eens een val gezet, omdat we muizen meenden te nooren Nu vanmorgen von den we d> ze diertjes. Ze zUn blind en heelemaal kaal (flg, 1). Ik denk, dat we gen zijn Het blijft nu niet bU schelden, men wordt handgemeen. Het gruwelijk leven trekt al spoedig de aandacht van het geheele dorp. Ce twistenden moeten voor het gerecht kon en en beginnen hun pleidooi. Een van de twee moet schuldig zijn en de uitspraak word*, ge daan. Nu ontstaat er een geweldig kra keel. Met geweld wordt de veroordeelde verjaagd en mag zich niet meer oU de communiteit aansluiten, zijn nest wordt aan flarden gescheurd en de grashalmen vliegen in de lucht, om elk mogelUk aan denken aan nen weg te cUferen Kinderen zijn wispelturig en baldadig en onze vogel trekt met geweld alle blaadjes van den boom. soodat de Eucalyptus weldra uit kale takken be staat. DikwU's maken sU mu kwaad, wanneer ik deze baldadigheid gadesla. Dan neem Ik een steen op. gooi, men vliegi op, schreeuwt yen belang en eenige oogen blik en daamk ^begint hetzelfde spelletje. Kinderen blUven kinderen. kweekt.” ging Gerrit voert. „Dat zijn de Bredasche, die in kleine bloempotten verkocht worden. „WU kweeken alleen de grootere soor ten. Vermeerdering van aardbeienplan- ten gebeurt door de ultloopers te verza melen en uit te setten. Aardbeien hebben behoefte aan goeden grond. De bladeren van de aardbeien hebben veel .a*t van vlekziekten. Deze wordt gewoonlUk door schimmels veroorzaakt. De aangetaste bladeren nebben dan roede plekken <flg. 3> evenals bescha digde bramenbladeren Mieachlen weet Henk wel hoe die roode kleur ontstaat?” gaan, had zUn bladeren tngeleverd bij zUn pleegvader, had zUn dagelljttsch rantsoen ontvangen deze vond n.l. dat hij dien dag een flinke portie prach tig blad had Ingeleverd en was naai de rivier gegaan om zich lekker te ba Jon HU vertelde echter niets van de ontmoe ting met de prinses. Dat was zUn ge heim, dat hij aan niemand wilde <- tellen. En *s avonds ging hU op zUn bale-bale (rustbank) liggen en sliep als een roos en droomde van zyn piinscsje, dat daar in het KOnlnklUte paleis in haar prachtig bed lag en dat misschien rdk wel aan hem dacht. En den anderen morgen was hij weer vroeg op. nam weer een heerlUk bad. kamde zijn haren netjes op en naaide nog vlug een paar knoopen aan zQn oud. versleten oaadje. Toen ging hU neen en sloeg den weg tel naar de tuinen van den zoning. Langs denzelfden weg. dien hU gister had genomen, kwam hu in het prach- T prinsesje niet te twijfelen: morgen zou hij beslist terugkomen I En terwUl Omo rechts en de prinses links ging keken ze nog menig keertje om en zwaaiden met de hand. Op een drafje liep de prinses de binnen plaats van het paleis binnen en ont moette daar haar vader, den vorst. „En heeft mijn dochter vanmiddag heerlUk gespeeld?" vroeg de’e lachend toen hij daar met stralende oc.~en en hootro-dz wangen rijn dochter zag. „O. vader t was zoo heerlUKI” lachte de prinses, moet n.l. weten dat ik gespeeld heb met een vriendje „En wie was dat dan?" informeerde de voist. En toen kwam het verhaal van i-n armen jongen, die bladeren moest ver- zame en. En neer.uk verte.de .net przrsesje over Omo hoe goed hij kö'n tollen, noe hU haar had geholpen bij het spel enz. „En." voegde ze er bU. „morgen komt hij terug en dan gaan we weer eerst bladeren snijden en dan weer spe en." Lachend had de vorst naar *t verhaal der prinses geluisterd en hU beloofde, dat hU morgen eens zou komen kljSen. En *s nachts op naar bedje droomde de r<jke piinses nog van den armen Omo. Deze was ook regelrecht naar huis ge- nostje zit met haar kop in bet raam pje en de wind haar huisje in beweging brengt -Is de wind niet sterk genoeg dan roept zU haar echtgenoot en nu komt met een vaart, vliegt tegen het nestje op en hoe harder de schok hoe grooier de pret. Maar die gedienstigheid van haar man duurt Wet al te lang, want hij houdt van plagen. Stilletjes vliegt hU onder het nestje, grijpt het beet met zUn belde poot en en de schom mel staat stil Oruwe'Uk kwaad komt zu uit het nest, begint rude te maken. maar handgemeen worden zU niet het blUft bU schelden. Dan weer zien zu hun buurman bezig met het bouwen van een nieuwe woning. Het nest is bUns klaar en de eigenaar gaat weg om ean paar andere grasscheutjes te halen Zoo- dra het terrein vrU is, gaan sU op de In aanbouw zUnde woning af en trekken er zooveel gras uit als de ttjd nun toe laat Heel onnoozel gaan zU op een tak z'tten en de bouwer begrUpt al gauw ou hur stl'zwijfendheld. dat zU de schuldi- estuurd van i. die verder gelegen waren om de groote bladeren der plsangboomen at te plukken: die moest hjj dan van de hoofdnerf ontdoen en de groote groene blaastroosen moest aU netjes oprollen tot pakken en dan ging zUn pleegvader elZen dag naar de passar <markt> om daar die strooken te ventoo- pen aan winkeliers in eetwaren, die deze blatistrooken gebruikten om daarop hun koopwaar uit te stallen en tevens als bord, waarop de leZkemuen aan de koopers werden overgereikt. En wee den armen jongen, als hU eens te weinig blad thuis bracht of als de zwalitex van net groene goed wat minder was dan anders! Dan stond de stok Klaar en in piaats van een vol oord rU»t kreeg hU dan slechte de helft om zUn honger te stil len Omo had dus een treurig bestaan! Dlkwuls benUdde hU zun dorpsgenootjee. de dessaschool bezochten en die na konden ravotten en spe.en naar narteiust. Hu ken nooit eens knik keren ol tollen, want dan sou hU te weinig blad verzamelen en zUn pleegva der ooos worden. Neen spelen *as mets voor neml En hoe graag ook had hU naar schooi gewild om te leeren lezen en rekenen l Maar ook dat Kon niet. Voor nem gold alleen de regel: werken, werken; zoo hard je maar kant Zoo gingen voor manken Omo de la ren voorbU Bonder de minste verandering tothU eens in aanraking kwam met een prinses, een werkeUjke. echte pnn- •Ml Hoe dat soo zwam? Luister Ik sal 1 je nier vertellen! Op een Keer was Omo weer druk bezig in een tuin, die naast het park van den TOni iag. Een smalle sloot en een laag haagje scheidden dezen tuin slechte van den Konmgstuln. ongemerkt nu naderde Omo de lage neg en t kleine slootje *n daar aan den overkant nu sag hu dr prachtigste plsangboomen staan, die nu ooit had gesien. Daar sou nu neen gaan! Heel voorzich tig Klauterde bU over de haag en de sloot en eenige oogenblikken later daar stond nU ai in den groolen tuin van Jen vorst. DadeiUk liep hU op de plsangboo men toe om zijn werk te beginnen* maar daar zag nu opeens een meisje gewoonste is op sommige plaatsen o a. in Kavlrondo de gemaskerde iploceus ve- latus). Het is een pracht-vogel mst syn goud-geel kleedje, hier en daar oek.ad- derd met een glt-zwart plekje om net goud beter tot »Un recht te doen komen Eenige roode stipjes op sUn keel en eeu groen tintje op sUn staart en ons vogeltje schitte:t in de son sooals maar weinig vogels dat doen. De groote zwart* piek om zUn oog en op zUn wtng heeft nem den bijnaam gegeven van den gemas- kerden. De vogel houdt niet van eenzaamheid. Niet alleen zUn zU in groote getallen te eamen, maar Kiezen een boom uit, zoo dicht mogelijk bij de woningen der menschen. De vogel houdt nu eenmaa: van leven maken en hoort ook graag wat leven beneden nem. De Eucalyptus boom uit Aus.ralie ingevoerd is Mjn ge- llefkoocd verbluf Ge geur van dezen ooom schUnt den vogel aan te trekken en de dunne zutakken leenen zich uit stekend voor zun nest. Men kan deze vogels niet beter ver- gelUken dan met een t.oep oa.dadige jongens, die juist uit school zgn ge komen en springen en schreeuwen om een uiting te geven aan het overtoi igt kinderleven dat in nen zit Eten «cnynt maar een Dijzaak te zijn, spe.en is ar hoofdzaak. Het leven beg nt zoodrs de zon opkomt en zu zUn pas moe neer de zon ondergaat. Andere vogels bouwen hun nest zulks noodzakelyk is. tlge park aan, keek naar links cn rechte enontdekte elr.dcbjk tusschen het geboomte zjn speelmakkertje. Maar ze was met a.lcen: een heer, de.’tig gekleed, stond naast haar. Dat was ze ker haar vader dacht Omo. Verschrikt bleef h'J staan, bedacht zich een oogenblik en wilde het op een loopen zetten; maar de vorst lachte hem toe en wenkte hem, dat hU zou blijven. Zoo raapte Omo al zUn moed bUeen en bleef staan op de plaats, waar hU was. Langzaam naderden nu de konlng en de prinses en kwamen eindelijk b'J Omo. HU maakte nu een groote sembah (bui ging) voor den vorst en voor de prinses „Ik heb al veel van je gehoord Omo. sprak de vorst nu. „Vertel me eens. of je «el lust hebt om alle dagen hier te komen «pe en met de prinses.” Omo durfde bUna niet opkijken tot den vorst en bleet dus zwU*ren: maar toen ae machtige heer en ook de prinses hem aangemoedigd hadden om toch te spie ken. begon hij graag spelen; de hoofdnerf. Nog nooit had Omo prettig gewerkt als nu. Onder den arbeid vertelde de pttnses van haar pa leis. van den vorst en van het lekkere eten, dat sU eiken dag kreeg en dlkwiils schaterde se het uit vzn pret, als ze zav hoe bard Omo werkte en hoe hU met zUn manke been van den eenen boom naar den anderen liep en haar niet kon Inhalen. in korten tUd had Omo een bundel van de prachtigste bladeren bUeen en vond nu. dat het genoeg wzul ZUn Kapmes wierp hU in 't gras en toen begon t spel. Hoepelen, tollen. Knikkeren alle spel letjes kwamen aan de beurt! HeerlUk speelde het tweetal daar In den konings hof! Het prinsesje Kreeg een Kleur als een roos en vermaakte zich kostelUk En Omo moest bekennen, dat hU nog nooit m zUn leven soo’n prettlgen dag had beleefd. gemaskerde wever beschouwt het als een tUdverdrUf Misschien komt net. om- soorten van die eigenaardige vogels: de 1 dat die vogels erg ba'dadig zUn en van scheuren en trekken houden want nun nest, is gevlochten van breed gras en het aftrekken van gras Is louter een i vermank. Het uiteinde van den dunsten bulgzaamsten tak wordt uitgekozen Hullend stond de kleine jongen op den dag der begrafenis van zUn ouders tn het Kleine nulsje en riep om vader en moeder. Een ouurman ontfermde zich toen over den Kleine en nam hem ou zich in huls. Denk echter met. dat Omo nu een ge lukkig leven Kreegl O neen; niets deed mes om den armen jongen net gemis auner oude.s te vergoeden! Hard werken moest net manke kereltje en Kreeg slechts karig voedsel in ruil voor run arbeid. Maar Omo Klaagde niet en deed zUn best zooveel hU Ken. Wat hU dan moest doen? Eiken dag weer werd nu m den tuin «Un pleegouders of in tuim 7#. Bruin de Beer ging aanstonds naar naar toe gaf baar een handje rn bracht naar vervolgens te midden van de dieren terug. Ol ie WU warenl safe*’ -•ƒ*- w 74. Cn ook Jan Muil liet zich niet onbetuigd Als ^en malle stond nU msar in het rond te tollen net ton lang tot hU doodmoe was. 71 Niemanu schter nad er aan gedactii dat Mlentje naar het naasu>un*nde oeekje was gegaan om zien te was- schen roen se dan ook terugkwam dansten Ko Nun en net Nikkertje een vreugdedans 75. Krok Odi) en Beer de Bruin Kwamen eveneens ver heugd toegesneld. Geen van allen hadden se Mlentje graag willen missen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 14