DE BOEREN IN DE PEEL’ EN DE SPOORWEGPLANNEN D I 19 1 l j i i 1 I F"* DERDE' blad ZATERDAG 8 MAART 1930 ELCK WAT WILS - BLADZIJDE 4 '3 J I 1 i 1 J 1 u ARJHUR TERVOOREN. De gloeiende mannen Trekje No. 644 De schaduwzijde Dai 'a^wca-pogiag met altijd slaagt* En de krant.... en de hoofden van alle twee Het eenzame kruis midden op de uit gestrekte Peel-vlakte voldoende werd geacht. De havens zouden komen in beide gemeenten in de onmiddel- lijke nabijheid der bebouwde kom: te Venray aan de z-g. Kemp, nabij den Merseloscheweg en te Deurne nabij het Kasteel. r <£e knul met z’n „Treuer Reeds in «Juni 1923 werd in Uden, onder leiding van burgemeester J. C. van Beek van Deurne, een vergadering gehouden van een aantal gemeentebesturen, waarin werd betoogd, dat de ontginningen in de Peel strui kelblokken werden voor den aanleg van nieuwe wegen en dat het hoog tijd werd dat de verschillende gemeenten samen plannen maakten voor den aanleg van aarden banen, waaruit dan later harde wegen zou den Volgepropt lag m’n laatje Met wilde chaos ..achterstand”, 'k Had 't land. Maar 't gaf geen zier VooruitGeen getreuzel, gemier Aanpakken 1 Schiet op En dan de radio maar 'n avond stop Zoo gezegd, zoo gedaan. 'k Ben term aan 't werk gegaan. Maar och lieve hemel, wat viel 't tegen. Na ’n goed uur Zaten we met somber, zuur Gezicht, afwisselend verlegen, Elkaar aan te gapen. 9M’n vrouw ging zoetjes slapen.... Mijn werk wou niet vlotten.... De zwijgende luidspreker scheen te spotten in de eerste plaats zijn de kosten van de ontginning van woeste gronden reeds niet gering en als daar dan nog bijkomt, dat de produkten zoo moeilijk van de plaats zijn weg te krijgen, is men over het algemeen een beetje huiverig. Toch zijn in IJselstein, dat tot de gemeente Venray behoort, reeds een 35-tal boerderijen gebouwd met Rijk>- steun en zelfs een aantal zonder steun. De meeste dier ontginningen zijn nu ongeweer acht jaar aan den gang en men kan gerust zeggen, dat de proef geslaagd is. En er zou den zeker veel meer aanvragen zijn geweest, wanneer het Rijk meer gelden beschikbaar had gesteld voor het bouwen van boerderijen op woeste gronden. Vroeger werden voor schotten gegeven, die zes jaar renteloos waren De moderne school in het onder de gemeente Deurne behoorende gehucht Koesbeek, die gebouwd is door den jongen Venloschen architect Jos. Deltrap burgemeester Beek van Deurne, en Elsen- dorp, naar den „boeren-apostel” pater v. d. Eisen De Peel is echter grooter en hoezeer die groote uitgestrektheid een onontgonnen vlakte was, toch waren de Peelgemeenten *1 vanouds meermalen afgunstig op elkaar Isn aanzien van het bezit van een zouden kunnen blijken de belangen van het verkeer te hinderen. Vooral de gemeenten Venray en Deurne beschikken over zeer veel woeste gronden en zijn beide groote ontginners, voor haar is het dus van zeer groot belang, dat de spoorweg er komt, waar niet minder das 10.000 i 12.000 H.A. bij den spoorweg on- middellijk gebaat zullen zijn. Op het oogenblik schrikken vele boeven er nog van terug, om in de Peel te bouwgag Maar na 'n paar dagen Begon ik me al te vragen ..Wat tornt er van mn werk terecht Ik ben er geen, die 's avonds zegt. Of liever kan zeggen „Ziezoo, nou 't bijltje maar neerleggen. Och heerejéé Nee l En zoo kwamen, na die eerste roes, Stapels werk m’n plezier tot moes Trappen. ‘k Moest tooneei-manuscnpten kappen k Moest bundels drukproeven com- geeren En 'n stuk of drie rollen leeren, Artikelen schrijven voor m’n tooneel- biaadje; Walsten mee. Je genoot Dacht met aan ziekte, zorg, dood.... Je werd ontroerd Teruggevoerd Naar liedje* En zoete melodietjes Uit dagen van weleer. 't Maakte te week, leveitsblij, teer. Ie gaf te sigaar 'n herinnenngs knauw Bij 't hoor en van „De gescheiden, vrouw”, En al laatbij 'n waarschuwend geeuwtje. Neuriede ie mee nog met ,,’t Lustige weeuwtte”. t Werd 'n lieve gedacht'-lust En 'n dief van te nachtrust met de gemeente Deurne een overeenkomst aan te gaan, om voor gezamenlijke rekening over te gaan tot het doortrekken van het Deurnesche kanaal, met twee vertakkingen tot in de kommen dier beide, gemeenten. Het Peel-plateau kreeg daardoor een ver binding te water met het groote kanaalnet (Zuid-WillemsvaartWilhelminakanaal), ge schikt, volgens project, voor schepen van 300 ton. welke capaciteit voor industrie en hadden, totdat ze nu onlangs weer werden opgevat. Er waren namelijk nieuwe plannen ter sprake gekomen, geen kanaalplannen, maar spoorwegplannen. En waar nu Deurne geen kans zag, -om het kanaal te krijgen, wilde het in elk geval streven naar het on middellijk bereikbare: afwatering, harde wegen en spoorwegen. Er bestaat nu een comité, om het plan van een spoorweg verbinding VenrayDeurne te bevorderen, waarin zitting hebben het oud-kamerlid, thans Ged. Statenlid, J. A. Poels, voorzitter, burgemeester v. d. Loo. P. Pubben, wet houder en J. Vermeulen, raadslid allen te Venray, benevens burgemeester Van Beek, onder-voorzitter, en de wethouders Goossens en Van Deursen, alle dne van Deurne- In een enkele maanden geleden in het raadhuis te Venray gehouden vergadering, bedoeld om te komen tot een georganiseerd ..streekplan”, zijn ook de spoorwegplannen ter sprake gekomen en heeft het heele plan vasteren vorm aangenomen, doordat ook de beide commissarissen der Koningin in Noord-Brabant en in Limburg mr. dr. van Rijckevorssel en baron van Hövell tot Wester- flier aanwezig waren en blijk gaven van hun belangstelling in de zaak. Het voornaamste directe gevolg van deze vergadering was, dat aan de Heidemaatschappij werd opge dragen een voorontwerp wegenpian te ma ken, niet zooals vroeger, voor een bepaalde streek, maar voor de geheele Peel, waarmee ook rekening zal worden gehouden met hetgeen reeds door verschillende Peel gemeenten is tot stand gebracht. In af wachting daarvan zullen de verschillende gemeenten hun plannen opschorten opdat geen gronden worden uitgegeven en boerde rijen verrijzen op plaatsen, waar ze later de gehuchten, er uit den grond verrijzen. Kennen we er met sedert enkele jaren IJsel- itein, genoemd naar den vroegeren minister. Roesbeek. geheeten naar Pastoor Roes en De muziek sloeg 'n avond ellende kapot De volgende avond.... „Wat nou f" Vroeg m’n vrouw. Ik commandeerde HM!) energiek ..Muziek 1” „En al ie werk dan „Daar begin ik meteen In 't Hoett niet stil te zijn Als de rust wordt vermoord door - saggenjn. Laat maar gerust spelen, boor Ik werk er wel onderdoor Maar.och lieve Sint Juttemis. Dat werd me óók 'n geschiedenis Juist als ik er goed was ..in gekomen” Begon het orkest te „Wals-droomen”. En dan zat 'k.... En vergat 'k. Dat er ook gekerkt moest worden. En of ik mezelf ook aanporde. 't Hielp veel te kort En als ie vrouw dan plagerig wordt. Gaat zitten grinneken. O1 ie staat uit te hinneken. Dan ben ie heelemiil de sigaar En komt je werk nog minder klaar. Afijnmaar wéér es probeeren Misschien kon 'k beter 'n rol gaan leeren Maar juist bij 'n scène, roerend-schoon, (Als Moreno afscheid neemt van z’n zoon! Begon de tanfare-marsch „Alte Ka- meraden”. Of de „Marionetten-wachtparade”. En toen ik 1 Begon weer HitcuMr”- D«a maar coragecrcal Toen Sinterklaas, Die trouwe, goedgeefsche baas, ('k Had zóóiets nooit verwacht) 'n Radio in huis bracht, Was 'k blij als 'n kind, Dat 'n kast vol speelgoed vindt, 'k Heb gedanstgesprongen. En m’n longen Zongen Tot ze slap neer-hongcn. En uren Kon ik turen Naar het wonder-instrument, Dat als ’n evenement In ’t familie-leven Werd opgeschreven, 't Was n gezellige verkwikking ’n Omwenteling In de dagelijksche sleuren. 't Bracht nieuw licht, nieuwe kleuren. En *s avonds, als de jongens gingen pitten. Kon je 'r es extra voor gaan „zitten”, 't Avond-werk moest maar wachten. Daar konden ie gedachten Toch met bij vertoeven. En onder 't lezen der krant Ovei moora brand, .Inbraak, boeven (Dat gaat op den duui óók vervelen) Hoorde je de luidspreker kweelen. M’n vrouw stopte n sok, ’n kous Op de maat der walsen van Strauss. woeste vlakte; grensgeschillen waren dan ook in de oudheid geen zeldzaamheid. Er zijn zelfs legenden en sagen over ont staan, waarvan ik er hierbij een, die ik vond in een boekje van Pater J. Kleijntjens S. J. en dr. H. H. Knipperberg, wil over vertellen. Daar was dan weer zoo’n geschil tusschen de Noordbrabantsche gemeente Ba kei en de Limburgsche Venray. De inwoners van Ven ray konden het maar niet verkroppen, dat de grens juist was aangegeven op de scheiding van dorre heide en veengrond, zoodat Bakel al het veen, Venray alleen maar de hei had. In Venray moest toch ook gestookt worden, daar had men toch ook turf noodig; waarom moest Bakel die allemaal hebben Dat was niet billijk, meenden de Ven- raysche vroede vaderen, daar moest ver andering in komen. Maar hoe „Onder de raadsleden werden allerlei plannen besproken, gewikt en gewogen. Totdat op zekeren nacht tersluiks de grens palen een duizend meter meer westwaarts op Bakelsch gebied werden verzet, volgens instructie der hoogwijze heeren die. na veel hoofdbrekens, besloten hadden, kort, en krachtig in te grijpen. Zoo was geschied m een pekdonk>.ren nacht, zonder veel lawijt. Beter succes kon den zij zich met toegewenscht hebben dan hiermee behaald bleek. Want de geannexeer de grond bevatte een veenlaag van meters dik, en goeie tur. was overvloedig daaruit te steken. De gemeente was dus voor laren rijkelijk van deugdelijke brandstof voorzien; kou hoefde men in den winter niet meer te lijden. Die van Bakel namen met die misdadige grapjasserij geen genoegen en protesteerden Met m'n energie.... 't Werd haast 'n tragedie.... Benauwend stil Angstig kil.... Geen geluid.... geen zucht.... En als er werd gekucht. Gehoest. Iets, Jat soms moest.... Dan schrok je van ie eigen. 't Was met weg te krijgen, Die loodzware beklemming.... In ons kamertje kwam 'n stemming Van nul, komma nul Ik dacht „Flauwe kul 1 't Moet nog wennen....” Doch tegen elven moest 'k bekennen 'k Zei 't met hardop, 'k Had trouwens 'n prop In m’n keel, 't Was te veel Van m'n krachten gevraagd T")-»» ursn. «wvim» -«ie.'.zd M’n vingers gingen beven.... Enrk had nog maar zeven Regels geschreven Ik probeerde 't nog even Met 'n deuntje fluiten, Moest met n akelig sisie sluiten, Omdat m’n ega wakker schrok En 'n angstig gezicht trok.... Ze dacht, dat 'r brand was Of iets ergers aan de hand was.... Ze haalde nerveus Haar neus Op.Er kwam ’n lange griezel-gaap En ze viel weer in slaap. Wéér trachtte ik te schrijven. Miar ik kon er niet „bii” blijven. Ik „hoorde” de stilte spoken Met geen twintig pijpen rooken Kon ik m'n gedachten coacentreeren 't Verlammend gevoel was niet te weren M’n kop hing te treuren Er moest muziek zijn, of 'r zou iets „gebeuren”. De radio had ons omstrikt, revangen. Dreef ons, in tartend zwijgen En grimmig dreigen Naar ouvertures en naar zangen Half twaalf I Met 'n ruk (M’n vrouw schrok 'n droom stuk) Stond ik recht Geen woord werd gezegd.... Geen oogje ge knepen Er werd alleenbegrepen ’n Druk op de knop En 'n daver-jazz-mop l’t Was 'n vreeselijk gehoor, Maar 't leek 'n engelenkoor) Doorzinderde onze lijven We konden niet stil blijven. Wc voelden ons ais tot..»» zijn schoenen een laagje aarde van den Venrayschen grond gelegd. Verschillende Bakelsche waardigheids bekleder» bevonden zich ter plaatse om het pleidooi te vernemen dat hij houden zou. Zij allen waren overtuigd, dat het gepleegde onrecht op geeneriei wijze goed te praten viel. Tot hun groote verwondering waagde het de Venraysche burgemeester niettemin een zwaarwichtigen eed te zweren. Terwijl hij de twee vingers van zijn rechterhand om hoog stak in de richting van zijn pet, zwoer hij „Zoo waar als de schepper hier boven is, sta ik te dezer plaatse op Venrayschen grond.” Na deze door een eed bekrachtigde ver klaring viel er verder niet meer te redeneeren. De Bakelschen berustten in den afstand van het betwiste terrein. Doch na verloop van jaren stierven de vroede vaderen die medeplichtig waren aan het bedrog. Hun zielen konden geen rust vinden aan gene zijde van het graf, en zoo waren hun schimmen veroordeeld om als gloeiende mannen rond te spoken bij de bewuste grensstrook en zoo dikwijls de oorspronkelijke begrenzing* over te gaan als zij tijdens hun leven vergaderd hadden om het recht te verkrommen en te verdraaien ten eigen bate. Meermalen zagen dePeelbewoners van verre den schrikwekkenden stöet passeeren. Van dichtbij het spokenheir te aanschouwen is ech ter nog nooit iemand gelukt, hoewel door waaghalzen wel eens pogingen zijn aan gewend om hun nieuwsgierigheid te be vredigen.” Meermalen ben ik in de Peel geweest, en al heb ik er ook nooit de gloeiende mannen gezien, de hitte gevoeld heb ik wel. Dit wilde men veranderen. De burger vader van Venray besloot tot een stap, die tot verzoening leiden moest. Het volgende dan geschiedde na overleg met eenige raads leden. Op z’n Zondagsch gekleed, begaf hij zich naar de nieuwe grensschpMing. Heimelijk stuk dier had hij onder zijn pet een scheplepel, in er plannen tot het graven van kanalen door de Peel, maar daarvan zouden de kosten belangrijk meer bedragen en zonder steun van Rijk en Provincie zouden de gemeenten, die nu een maal geen groote gemeenten zijn, die niet kunnen betalen. Men besloot dus, zich voor- loopig te bepalen tot den aanleg van wegen. Een tweede vergadering volgde, nadat inmid dels de goedkeuring van Ged. Staten op het plan was verkregen en het resultaat van deze vergadering was, dat aan de Ned. Heide maatschappij werd op gedragen, een wegen plan te ontwerpen voorloopig voor wegen van de Dompt naar Zeeland en van Wanroy naar Boe kei. Met deze plannen werd al spoe dig een begin van uitvoering gemaakt en is men krachtig voort gegaan. Nu is er echter weer een ander plan opge komen, dat van den aanleg van 'n spoorweg van Deurne naar Ven ray, en naar aanleiding daarvan ben ik eens gaan praten met bur gemeester Van Beek van Deurne en burge meester v. d. Loo van Venray. Indertijd, reeds in 1934, was in den raad van Venray een plan ter tafel gekomen, om Want het kan daar heet zijn, geweldig heet, op die kale vlakte, waarop geen boom Maat behalve mid- denop een stuk of zes rondom een kruisbeeld, dat daar al vanouds staat in de eenzaam heid. Of eenzaamheid is het eigenlijk niet meer, want vlak er achter staat nu een boerderij, zooals er hier en daar verspreid over de vlak te meerdere staan. Er was echter tot nog toe geen systeem in de bouwerij dier boerde rijen, er bestond geen vast bouwplan, wat natuurlijk tengevolge zou kunnen hebben dat latere plannen tot uitbreiding last zouden ondervinden van reeds bestaande gebouwen. Om dat alles in goede banen te leiden was samenwerking noodig tusschen de verschil lende gemeenten en wel verre van elkaar als in den tijd der gloeiende mannen, dwars te zitten kwamen de gemeentebesturen nu bij elkaar, om den toestand te bespreken en in vriendschappelijk overleg maatregelen te nemen, die zouden kunnen leiden tot grooteren bloei van heel de Peihtreek. Deurne is met het systematiseeren van de Peel-ontginning al geruimen tijd bezig. Hen der oude boerderijen aan den rand der Peel-vlakte en daarnaast een flinke boerderij, zooals men er nu reedg een aantal in de Peel kan zien liggen en vervolgens twee jaar tegen vier procent* werden berekend, waarna ze in dertig annuïteiten moesten worden afgelostnu wil men dat zóó veranderen, dat er reeds na vier jaar twee procent rente zal worden be taald. De gemeenten blijven tegenover het Rijk garant voor de aflossingen, waartegen over ze echter de eerste hypotheek krijgen. Niet iedereen wil echter zoo geïsoleerd wonen, komt er evenwel een spoorweg, dan is dat bezwaar opgeheven en velen zullen besluiten in de Peel hun geluk te gaan bs- proeven. Daarom is het dan ook zoo ver blijdend, dat die spoorwegplannen nu reeds in een vergevorderd stadium verkeeren bezw?^i tegen den aanleg zijn er, praktisch gesproken, niet meer. Die spoorweg zal ongeveer een miljoen kosten en het spreek wel vanzelf, dat “de Peel-gemeenten die kosten niet kunnen dragen. Maar dat hoeft ook niet, de spoorwegdirectie heeft zich bereid verklaard, de exploitatie op zich te nemen van de lijn, waarvan de eigenlijke kosten van aanleg op zeven ton geraamd zyn. mits de gemeenten Venray en Deurne de benoodigde gronden om niet willen af staan, waartegen beide geen bezwaar heb ben. Het comité heeft zich thans tot de a minister van Waterstaat gewend, met het verzoek te willen bevorderen, dat het Rijk de totstandkoming van den spoorweg voor zijn rekening neemt en een desbetreffend voorstel bij de Tweede Kamer te wille a indienen. Het laat zich dus aanzien, dat eindelijk de Peel ontsloten zal worden en een mooie toekomst tegemoet gaat, waarmee Neder land. maar in de eerste plaats Noord Lim burg en Oost Brabant ten zeerste gebaat zullen zijn. Er bestond toen reeds een plan-Bongaerts, waarvan de kasten geraamd waren op 960.000 gulden, waarvan één derde gedeelte zou moeten komen voor rekening van het Rijk, één derde voor de provinciën Noord-Brabant en Limburg en één derde voor de gemeenten Venray en Deurne. De raad van Venray besloot met algemeene stemmen over te gaan tot de uitvoering van dit plan, maar Deurne durfde dat niet aan zooals burge meester Van Beek mij meedeelde, ziet Deurne het groote belang van het kanaalplan zeer wel in en is men er ook van meening, dat het er beslist moet komen, maar.de gemeente kan het eenvoudig niet betalen. Het gevolg was, dat geen verdere bespre kingen tusschen de beide gemeenten plaatst e Peel. Als je tegenwoordig het woord Peel hoort uitspreken, dan denk je algauw tan de uitgestrekte vlakte tusschen Deurne en Venray, omdat daar in de laatste jaren de ontginning krachtig ter hand genomen is en de «J01?*»- laat ,k **ever bescheidelijk zeggen tegen de schending van hun gebied. Het de «huchten. er u.r d„ --- pr<jtejt het andefe D<_ wjin. digheid tusschen de eertijds bevriende ge meenten spitste zich toe tot bitterzuren wrevel, tot scherpen haat. 'k Liet me vast niet koejeneeren 1 Toen na dne dagen ’t drukwerk heel netje» In keurige [jakketjes Werd thuisbezorgd Toen heb ’k m'n eigen haast geworgd En de laatste haren uit m’n kop getrokken.. t Stikte van de „bokken". In plaats van „souper” stond er Suppé Voor „drama” stond „Zampa” ’n. keer of twee* Voor- 't woordje „stoel" stond *t woordje „smoel’’ En „gevel” stond er, in plaats va* „gevoel”. En 'n zin, die moest luiden „Hij zit op de grot". Was jandon geworden „Hij zit op de pot.’’ •Ik weet geen raad meer. M’n kop doet zeer Schrijf 'k zónder muziek, ’t wil niet - vlotten Schrijf 'k mèt muziek.... 't gaat ijselijk hotten.... k Voel me hulpeloos. Lamgeslagen.... En ik. zou willen vragen Aan de wijze heeren. Die al ’n poos confereeren Over wijziging In den jaarkring ..Helpt mij, die geen mensch meer ht r maar'n „ding". n Arme radio-verslingerling Helpt mij I Maakt de kalender zóó, Dat er tets overblijft voor m’n radio Want wegdoen dat ding, gaat óók niet meer—m Of er sternen er twee.. ..aaiUtarrita^, Het hoenderpark ,J)e Waranda” in de Peel De kerk en de school in het dorp IJselstein, gelegen in de gemeente Venray

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 7