JAN MUIL
DE 'fiEISVEREENIGING VAN
I
V<7?? alles wat
Het verhaal van Henle
Hick Leeuwaard
dne Zondagskinderen
fcn vader had drie zoons, die allemaal
®P Zondag geboren waren, en dat deed
hem veel plelzler. want hij dacht, dat t
hun nu zeker wel mee zou loopen in Ac
wereld, al was hij zelf een anne dromm-1,
aoodat hij ze niets bad kunnen laten lee-
B. l. n. s.
Tr.
l
I
MET PLAATJES VAN
I>< -R
A^-TIJO IM QA - LOP
Her H
HOO-G*
WORD
ZJT
IK
O*
°*n
©OK.
PIERROT.
BLAUW BLAUW LATEN
DE GEHOORZAME BAL
*4
Beste B. L. N. S.’ers en ’sters.
4
'f** l>C» Kelt*k
OPLOSSINGEN RAADSELS SERIE VU
5.
Livorno In Italië
Ik
de
„Omdat
Die stilstaan
7.
f
'i
f
i
83.
84.
82.
f
I
een sigaar
bark ark ar
Luiwagen
met r
De oorspronkelijke vorm der diaman
ten ia een regelmatig achtvlak (fig. I).
Die oorspronkelijke vorm wordt door net
slijpen heelemaa! gewli-l^d. Het slijpen,
werd mij verteld, is in 1456 uitgevonden
8.
9
10.
1.
2.
„Pietje? Pietje?"
„Wat blieft u. Moe? Wat blieft u, Moe?"
„Piet, wat wil je worden?”
„Ik word metselaar.
'k Metsel alle steenen
Netjes op elkaar.
En ik bouw ka teelen,
'n Toren met een kruis.
En ’t mooist van ales:
Voor Moe n pracht:g huls,”
g s
.Keesje? Keesje?”
„Wat olieft u. Moe? Wat blieft u. Moe?”
„Kees, wat wil''je worden?”
„Ik word muzikant. x
Met de Duitscbe moffen
Trek ik door het land.
k Draag 'n mooi groen jasje, -
'k B aas van fettettet.
En ik vang de centen
j Zoo maar in mn piet.”
„Heintje? Heintje?”
„Wat blieft u. Moe? Wat blieft u, Moer*
„Hein, wat wil je worden?”
„Meester In de school.
'k Zeg dan: „Beste kindera,
Maak nou maar wat jooll
Leeren Is niet no-dlg,
Doe je boek maar toe!
Pak je pet en klompen.
Ga maar naar je moei"
8.
A
Maar o, wee.voor hij Bruin de Beer bereikt had, liep
hij met zijn hoofd tegen een groeten steen op. Au,
wat deed dat zeer.
Teen de stede’ljke magistraat den boer
op strafte van n zware geldboete verbood
hiermede weer op de markt te komen,
liet de man het wegmaken met blauwe
verf, met welke zijn wagen he'Slemaal ge
schilderd was. HU liet er echter In licht
blauwe tint opzetten:
„De groote dieven rijden te paarde,
De kleine hangen tusschen h'rae! en aarde
En als de groote genoog hebben gestolen.
Wordt hun nog stad en land aanbevolen."
„Groo:e stelen en kleine stelen
Maar groo e s'elen het me st."
nog niet te-
flinke letters over
Bruin de Beer moest er erg om lachen, maar het
mooiste was nog. dat hij boven op Jan Muil s’n
hoofd ging zitten.
met
h|j
De koe. omdat ze met vier koevoeten
opgetild wordt
De slak
Drie muzikanten
Omdat hij van achteren geen oogen
heeft.
Ze bleef staan, draaide haar kop
schuin om
>«arUU>
L
R 1 e
Livre
Livorno
Karel
Ans
o
„Kijk eens wat een
prachtig dier.”
Het lezen van den brief had heel wat
tijd gekost en het was dan ook niet voor
vijf uur. dat het gezelschap uiteen ging
met de belofte, als het mooi weer was. den
volgenden Woensdag <e gaan wandelen
Natuurlijk werden de „zwarte" diamanten
na van alle kanten bekeken te zijn, in
het „museum" opgeborgen.
„Om met de heeren van 1 stadhuis niet
te kijven.
Zullen we het maar blauw, blauw laten
blijven.”
Wil
dan
weer
worden.
het
het pinnetje heen gebracht
waarhe’d n’et mag
schrijven.
Zal ik dit blauw maar blauw latent
blijven."
ongeslepen toestand (fig. 2 en 3) terug
van 410 op. 136 karaat (een karaat is
0.205 Gram). Die ..Regent" is een In
dische diamant. Ook in Brazilië worden
veel diamanten gevonden.
Het slijpen van diamanten gebeurt
bijna uitsluitend in Amsterdam.
1) Volgens een and -r verhaal was het
geen kruidenier, maar een tabaks .ande-
laar. die op het einde der vorige eeuw
in de Peperstraat te Gron ngen woonde,
en op zijn uithangbord een stelletje gou
wenaars (pijpen) met korte en lange
stelen had laten schilderen.
Ziezoo, nu weten jrllle weer evenveel
als ik van de diamanten. Ik hoop, dat
jullie met plezier en in goede gezond
heid dez^n brief leest. Als altijd met
hartelijke groeten. OOM ANTON.
„Is dat doosje al aangekomen?” vroeg
Ada „Ja" was het antwoord. „Maar laten
we eerst den brief verder lezen.”
Het gewone clubje was b'jeen om het
verhaal van Henk aan te hooren. t Zou
wel de laatste keer zijn, dat ze in huls o'j
elkaar kwamen." meende Relndert HU
wilde nu weer elke week geregeld gaan
wandelen.
..Ik zal.” begon Henk, .spreken over den
diamant.” Hè?" vroeg Toos. „Waar heb je
die wijsheid Ineens vandaan?" .Ja. zusje."
was het antwoord, „dat dacht je niet Br
Is een brief van oom over diamanten van
morgen juist g"komen Maar ik vond net
aard'ger hem te bewaren tot vanmiddag
als verrassing. Luister nu maar, wat oom
schrijft:
Het dansen werkte aanstekelijk. Ko Nijn en het
Nikkertje begonnen ook te dansen maar Krok Odll
wilde er niets van weten.
OatatAer
Hc-g» l ‘e
a.«K«vlak.
De kat voelde zich in het koninklijk
paleis vol muizen echt in haar element sn
beet er zóóveel dood dat ze niet meer te
tellen waren. Eindelijk werd ze heelemaal
warm van het werk en kreeg dorst; re
bleef staan, draalde haar kop schuin om
hoog en schreeuwde: „Miauw, miauw!”
Toen de koning en zijn gevolg dat zon-
antwoordde hij. „Dat is een
spotprijs voor zoo’n kostbaar dier!" riepen
ze allemaal, en betaalden hem graag, wat
hij vroeg.
Toen hij zoo rijk naar huis kwam, waren
tijn broeders heel verbaasd, en de tweede
wei: „Nee maar, ik ga ook eens probeeren
of ik mijn zeis zoo voordeellg van de hand
„Naar 't zeggen der hee en op ’t stadhuis,
Is dat van de groote stelen abuis.”
Het gevolg was natuurlijk,
overheidswege het gehezle
blauwe verf werd bestreken.
door Lodew’ijk van Berghem te Brugge.
Het wordt gedaan met fijne deeltjes
diamant. Het gewicht wordt door het
slijpen soms heel wat minder, maar de
waarde veel grooter. Zoo ging het ge
wicht van den „Regent”, die je hierbij
op een teekening vindt, In geslepen en
dat van
bord met
zoodat van
gedicht en teekening hu n.ets meer te
zien oleef.
De winkelier echter
vreden liet me'
het blauw heen schi
Jan Muil was er echter erg ontevreden over dat
Krok Odll niet meer wilde dansen. Woedend stoof
hil op hem af om hem een uitbrander te geven.
Op een dag Het hij ze alle drie bij zich
komen, en gaf den oudste een haan, den
tweede een zeis en den Jongste een zwarte
poes. „Ik ben al oud." zei hij, „en Ik zal
niet zoo lang meer leven. En nu zou Ik
jelui vóór mijn dood nog zoo goed moge-
lljk willen verzorgen. Geld heb ik niet, en
wat Ik jelui hier nu geef, schijnt zoo op
*t eerste gezicht ook niet veel waard te
zijn, maar bet komt er maar op aan. of
jullie er een verstandig gebruik van
maakt; zoekt maar een land op, waar
dergelijke dingen nog onbekend zijn, en
jelui fortuin is gemaakt."
Toen nu de vader gestorven was. trok
de oudste zoon er met zijn haan op u:t.
maar overal waar hij kwam, kenden ze al
hanwh; in de steden mg hij ze al van
verre opifle torens zitten en met den wind
meedraaien, en in de dorpen hoorde nij
er meer dan één kraaien, en niemand
verbaasde zich In 1 minst over zijn haan
aoodat het er nog niet bard naar uitzag,
dat hij er zijn fortuin mee zou maken.
Maar eindelijk en ten leste bracht ni)
het toch zóó ver. dat hij op een eiland
kwam, waar de menschen niets van een
baan af wisten en zelfs bun tijd niet kon
den indeelen. Ze wisten wel. wanneer het
morgen en avond was, maar wanneer ze
nachts eens niet slapen konden, of de
wacht moesten houden, konden ze geen
van allen uit den tijd wijs worden.
„Kijk eens." zei de oudste zoon tegen
deze menschen, „wat een prachtig, trotscb
dier! HU heeft een robljnroode kroon cp
zijn kop en draagt sporen als een ridder;
hij waarschuwt jelui in den loop van den
nacht driemaal op een bepaalden tijd, en
als hij voor t laatst roept, dan gaat de
zon gauw op. Roept hij echter op klaar
lichten dag, dan kun je er op rekenen,
dat er verandering van weer komt!”
De menschen daar vonden dat prachtig
mooi; ze bleven met hun allen een heelen
nacht op en hoorden met groote vreugde
boe de haan om twee, om vier en om zes
uur luid en duidelijk den tijd afriep. Ze
vroegen den man of het dier niet te koop
was. en hoeveel hij er voor hebben moest
„Ongeveer zooveel gdud als een ezel tor-
Julüe kennen na uurlük all maal de
uitdrukking: iets maar blauw, b auw
laten, m. a. w. er maar nle s me:r over
zeggen het maar laten, zooa’a het is.
Maar jullie weten waarschijn ijk niet,
waar deze zejswij-e vandaan is gekomen.
Dit wou ik je dus vandaag even ver-
te’.’en.
Zeker winkelier een uitstekend
mensenenkenner had een uithangbord
boven de deur van Z(jn winkel ghangen,
waarop bezems geschilderd waren
lange en korte stelen, en waaronder
had laten schilderen:
HU kreeg echter binnen een paar
dagen van de stedelijite overh id bericht,
dat zoo n opschrift' n et past? en hij dus
óf het bord moest wegnemen, of het
onderschrift verardTen.
Een paar - dagen later las men nu op
het uithangbord:
Naast dit verhaal is echter betreffen
de deze uitdrukking nog een tweede
vertelsel.
Het was namelijk de gewoonte. dat
voerlieden en schippers je ziet dat
trouwens tegenwoordig nog wel ens een
enkele maal op hun wagen of schui
ten een of ander versje Heten schilde
ren. Zoo had een zeker boertje het vol
gende gedichtje, dat van Vader Vondel
heet te zijn, op zijn wagen laten aan
brengen:
Ditmaal wil ik jullie wat vertellen
over een der belangrijkste ultvoerpro-
ducten van Zuld-Afrika, namelijk den
diamant. Zooals Jullie weet, is het een
van de voornaamste oorzaken geweekt
van den Boerenoorlog, dat er in Trans
vaal diamanten gevonden worden.
Ik heb zelf een en ander van de dia
mantvelden gezien en van verschillende
Ingenieurs over de diamanten gegevens
gekregen.
Zooals Henk wel zal weten, is de dia
mant niet anders, dan zuivere koolstof.
Bij heel hooge temperatuur verbrandt
diamant dan ook evengoed als een stuk
steenkool. Maar de steenkool bevat stof
fen. die bij lage temperatuur al brand
baar zjjn. We zouden geen kachel m-t
diamant kunnen stoken, zelfs al waren
we meer dan millionalr en behoefde we
het om de kosten niet te laten!
Het kunstmatig maken van diaman
ten is het eerst gelukt aan den Fran-
schen geleerde Moissan. Maar hij had
hiervoor ijzer noodig, van 2000 tot 3000
gr. Celsius!
Ongeveer een vierde gedeelte van de
diamanten is ongekleurd, de andere zijn
rose, geel, groen en zwart en een enkele
maal blauw. Vroeger werden alleen de
grootere steenen gezocht, maar nu wordt
ook het zand gezeefd, om de kleintjes
er nog uit te visschen.
Zwarte diamanten worden gebruikt
om harde gesteenten te doorboren. Er
^wordt dan een gat gemaakt, waarin
men een dynamletpatroon brengt om
het gesteente te doen springen. Ik stuur
hierbij een klein doosje als monster zon
der waarde met een paar zwarte dia
manten.
Jullie hebt natuurlijk allemaal wel
eens het kunststukje gez.cn met een cal,
waarin een getogen opening is ge
maakt. waardoor dan een touw getr -k-
ken is. zoodat de bal blijft stilstaan,
wanneer Je het touw strak spant. Wan
neer je het touw weer slap laat han
gen. glijdt de bal veer naar beneden.
Maar vandaag leer Ik jullie een nog
veel aardiger kunstje. Ik fabriceer jul
lie een dergeljjken bal. maar die alleen
zijn kunststukken vertoont, wanneer ja
het zelf wilt.
Je begint met een houten bal te ne
men van ongeveer. 5 centimer doorsnede
en je snijdt die dan in twee helften. Nu
sla je Iets voerbij het middelpunt van
het eene rechte snijvlak een klein spij
kertje. Niet heelemaal er In: het met
er zoowat een halven centimeter uit blij
ven steken. Nu neem Je het platte vlak
van den anderen halven bal en holt dit
van binnen uit tot op een diepte van 1
centimeter. De* bede helften kun Je nu
weer netjes tegen elkaar plakken, tar-
je er daarna tn de richting van
snijvlak netjes een gat doorheen
en er daarna een touw doorheen
wfji
het i
boort
steekt
De bal werkt nu gewoon zooals dé
bekende bal: trék Je namelijk aan beldo
uiteinden, dan blijft je steken, laten we
het touw weer even scheten, dan glijdt
ie natuurlijk naar beneden.
Wanneer nu een ander beweert, dat Ie
dit kunstje ook wel kan uitvoeren, dan
duwt men, vóór men den bal overgeeft,
het touwtje een beetje naar binnen en
houdt hem tevens een beetje scheef,
waardoor het touw van het pinnetje af
gaat.
Het touwtje wordt In het binnenste
van den bal nu niet gehlndrd en loopt
nu heek maal vrij en recht door den
bal heen.
Je het dan zelf weer probeeren,
kan het touw heel gemakkelijk
om
gelukte het hem toch ook. een eiland te
vinden waar de menschen niets van *en
zeis afwisten. Wanneer daar het korer.
rijp was, reden ze kanonnen naar de
akkers en schoten het neer! Maar dat «ras
een lastige geschiedenis: de eene schoo’
te hoog, de ander raakte in plaats van
den ha'm de aar en schoot ze weg; een
heeleboel ging daarbij verloren en boven
dien was net een gruwel‘k spektakel'
Toen ging, de man met de zeis on een van
de akkers staan, en maaide hot koren zoo
stil en zoo vlug neer, dat de menschen
met wi'd-onen monden van verwonderi"g
naar hem stonden te kWten. Ze wa-ww
graag bereid, hem voor het wonderljke
werktuig te geven, wat hij maar verlang
de, en hij kreeg een paard, dat beladen
was met zooveel goud als het maar dra
gen kon.
Nu wilde de jongste broer zijn kat na
tuurlijk óók graag aan den man brengen
Het ging hem precies als de anderen. Zoo
lang hij op het vasteland bleef, kon h!j
niets er aan ..verdienener waren overal
katten en wel zóóveel, dat de pasgeboren
Jongen meestal in het water verdronken
werden. Eindelek Het hij zich overva-en
naarêCTt eiland en daar trof hij het ge
lukkigerwijze zóó. dat er daar nog nooit
een kat gez'en was en de muizen er zóó
de overhand genomen hadden, dat ze op
de tafels en banken dansten, of de heer
des huizes thuis was of niet. De menschen
jammerden geweldig over deze plaag «n
de koning zelf wist zich in zijn paleis niet
te bergen: in alle hoeken piepten en flo
ten de muizen en knaagden alles stuk
wat ze met hun scherpe tand‘es maar tc
pakken konden krijgen. Daar Het de jong
ste zoon nu zijn kat op jacht gaan, en
al gauw had ze een paar zalen van het
paleis grondig gereinigd en de menschen
verzochten den koning dringend, het won
derdier voor het rijk te koopen. De koning
betaalde graag den gevraagden prijs: een
muilezel, beladen met zooveel geld als hij
maar dragen kon. en de jongste broer
kwam met de allergrootste schatten thuis,
want een muilezel is nog vee! sterker dan
een paard of een gewone ezel.
derllnge geschreeuw hoorden, schrokken
ze erg en liepen in hun angst met t'n
allen het paleis uit. Daarbuiten hield de
koning toen raadsvergadering, «rat er wal
't baste gedaan kon worden; tenslotte
werd er besloten, een heraut naar de kat
te zenden en haar te verzoeken, goedwillig
het paleis te ontruimen: zoo niet, dan «ou
zij met geweld verwijderd worden. Want
de raadsheeren zeiden: „Liever nog «rillen
we ons door de muizen laten plagen, een
last, waaraan we tenminste gewend zijn
dan ons leven door zoo’n ondier in gevaar
laten brengen 1" Een edelknaap moest naar
boven gaan en poes vragen of ze het
ka'teel goedwillig verlaten wilde. Maar de
kat.
was
dan:
verstond: „Niet nou! Niet nou!" en bracht
den koning dit antwoord over.
„Dan zal het ondier moe'en wijken voor
geweld.” besloten de raadsheeren. Kanon
nen werden aangesleept en het paleis ‘n
brand geschoten. Toen het vuur de zaal
bereikte, waar de poes zat. sprong zij net
raam uit en kwam, als altijd op haar
pootjes terecht. Maar de belegeraars hid
den niet op. eer het heele paleis met den
grond gel jk was gemaakt. Nu de muizen
was de koning In alle geval kv.’Jtl
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
wier dorst steeds nog maar grooter
geworden, antwoordde niet anders
„Miauw! Miauw!" De edelknaap