VIJFDE BLAD
BLADZIJDE 1
VRIJDAG 28 MAART 1930
PROVINCIAAL NIEUWS
I
BERGEN
VERGADERING VAN DEN RAAD
Se***
I
luiderfde
1 «SF 4
tji
middag voltallig. Er bestond
I 1
ge-
weg
on-
zegt. deze mede-
't
school
voor het toerisme i
blijven het is onlogiscl
telden
legen-
adviseeren deze aanvraag om
12
W.
door de rooilijn af zal
De heer HEMELRI
meer waard door de
de
van verzoekt spr., dat aan Prov. Suten zal
voor dien wei
erkennen en i
onschuldig voor
Na opening der vergadering volgde vast
stelling van de notulen van de 10 en 12 Febr.
El. gehouden vergaderingen.
Aan de orde waren hierna de volgende
iging ten behoeve
61 1/4 x ƒ9.56 of
Veel belangstelling op de publieke
tribune. Met 7 tegen 4 stemmen
besluit de Raad Ged. Staten te
verzoeken, den door het Berger
Bosch geprojecteerden weg van het
Provinciaal wegenplan af te voeren
Ingekomen stukken.
a. Kennisgeving van den Commissaris der
Koningin, dat aan den Burgemeester verlof
is verleend, om zich van 1 tot en met 23
April a.s. buiten de gemeente op te houden
b. Beschikking van Ged. Staten, houdende
verdaging der beslissing, ten aanzien der
Gemeente-begrooting 1930
c. Door Ged. Staten goedgekeurd Raads
besluit, strekkende tot onderhandsche ver
huur van gemeentegrond aan de Zuidlaan
d. Beschikking van Ged. Staten, inzake
de overname in onderhoud van den Ooster-
weg Turfweg, Kogendij k en Heerenweg.
e. Bericht van het Gemeentebestuur van
Alkmaar, betreffende de benoeming van de
Burgemeesters van Schoor! en Wieringer-
waard. tot Regenten van het Stadsziekenhuis
te Alkmaar
f. Bericht van den heer P. Bakker Czn.,
houdende aanneming zijiter benoeming tot
lid van het Burgerlijk Armbestuur
g. Dankzegging van den heer C. Zwakman
Dzn., voor de toegekende weddeverhooging
als secretaris-pennmgmeester van het Burger
lijk Armbestuur
h. Dankbetuiging van de Algemeene Be
grafenis Vereenigmg Bergen, voor het van
gemeentewege aangeschafte automatische be-
graaftoestel
i. Dankbetuiging van de NoordHoll. Ver
eeniging „Het Witte Kruis”, voor de toe
gekende subsidie voor 1930, ten behoeve
van den Ontsmettingsdienst te Alkmaar
i. Dankbetuiging van het Bestuur der
Openbare Leeszaal en Boekerij te Alkmaar,
voot de verleende subsidie voor 1930
•1 k. Dankbetuiging van het Bestuur der
jjfcreeniging voor Huis- en Kraamverzorging
te Bergen, voor de toegekende subsidie
voor 1930
1. Jaarverslag der V.V.V. over 1929 en
afschrift der rekening en verantwoording
over 1929.
B. en W. adviseeren bovenvermelde in
gekomen stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
Aldus besloten.
Weth. BOGTMAN deelde
mede, dat de ziekenbarakken,
hun bestemming kwijt geraakt
gemeentewoning zullen worden
door verbouw komen er
Hemelrijk het meest-verstrekkend.
De heer Dr. HEMELRIJK staat er op. dat
zijn voorstel het eerst in stemming komt,
om zoodoende een zuiverder stemming te
krijgen.
Het voorstel-HEMELRIJK. om Ged Staten
natnertx het gemeentebestuur van Bergen te
verzoeken den weg door het Berger Bosch,
vanaf „De Franschman" tot „Dulnvermaak"
van het Prov. Wegenplan te schrappen,
wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen.
Tegen de heeren Apeldoorn, Bogtman,
Brugman en Zeiler.
Voor de heeren Baltus. Swaag. den Das,
Hemelrijk. Dirkson. Blank en Martin.
Een zucht van verlichting ging er In de
Raadzaal op; de publieke tribune liep
leeg.
Verzoek van den heer D. J. Smit, om
eervol ontslag als lid van de Commissie tot
Wering van schoolverzuim, wegens vertrek
uit de gemeente.
B. en W. stellen voor het gevraagde ont
slag eervol te verlcenen onder dankzegging
voor de bewezen diensten.
Aldus besloten.
Benoeming van een lid der Commissie
tot Wering van Schoolverzuim.
B. en W. gehoord de Commissie, bevelen
ter benoeming aan no. 1 R. Wiarda no. 2
J. Haakman.
De heer MARTIN vraagt bij welk onder
wijs de heer Wiarda is.
De VOORZITTER Bij het openbaar
onderwijs.
De heer MARTIN merkt op, dat de heer
Staalman direct zijn toestemming gaf om in
deze commissie zitting te nemen, terwijl
er veel moeite is gedaan moeten worden
om een tweede te krijgen.
Het bevreemd spr., dat de heer Staalman
no. 2 staat.
De VOORZITTER zegt niet bekend te
zijn met de wijze waarop de voordracht is
samengesteld. Benoemd wordt de heer
Wiarda met 9 stemmen 1 stem op den
heer Haakman, 1 stem op den heer P.
Baltus (buiten de voordracht om).
Voorstel tot wijziging der nieuw vastge
stelde Bouwverordening in verband met
door Ged. Staten kenbaar gemaakte wen-
schen.
Naar aanleiding van een schrijven van
Gedeputeerde Staten, waarbij in overweging
wordt gegeven alsnog eenige wijzigingen in
de. bouwverordening te brengen, stellen
B. en W. aan den Raad voor aan het verzoek
geheel te voldoen,
te weten
ie. aan art. 16 een ae lid toe te voegen
De Kathedraal van Yperen Ls in de oorlog* jaren totaal verwoest. Het verlies van dit
prachtige bouwwerk werd ten zeerste betr card en spoedig gingen er stemmen op. om
de Kathedraal te herbouwen. Dat de plannen intasscben werkelijkheid zijn geworden.
toont deae foto wel duidelijk
vervolgens
die thans
zijn, voor
ingericht
zes niet groote
woningen voor een lage huur van pl. m.
f 2.50, bestemd voor menschen van pl. m.
50 <aar welke minstens 3 iaar in de gemeente
wonen Te gelegener tijd zal een desbetref
fend voorstel in den raad komen.
Voorts vraagt spr. de sanctie van den ge
meenteraad voor het plan van B. en W. om-
tijdens den verbouw van het slachthuis de'
slachtingen en keuringen in het slachthuis
te Alkmaar te doen plaats hebben, tegen een
vergoeding aan de gemeente Alkmaar van
de helft van de keur- en slachtloonen.
De near ZEILER vraagt of er overleg met
de slagers is gepleegd.
Weth. BOGTMAN
deehng aan één slager gedaan te hebben.
Getracht zal worden dezen toestand zoo kort
moge lijk te laten duren.
De heer ZEILER Wanneer zal het werk
volgens het bestek gereed komen?
Weth. BOGTMAN N« a'r maand.
De heer MARTIN acht met het oog op
de arbeidswet overleg met de slagers toch wel
gewenscht de slagers hebben toch reeds
veel tijdverlies.
De VOORZITTER merkt op, dat er
toch geen andere weg gevonden kan worden
daarom hebben ,B. en W. in principe reeds
De weg door het bosch
De VOORZITTER doet mededeeling
van het schrijven van het comité van Actie,
houdende mededeeling van de in de ver
gadering van 10 Maart 1.1. aangenomen motie
terzake het behoud van het Bergerbosch
Zonder daar een weg voor doorgaand ver
keer doorheen te leggen.
De heer H. SWAAG ts over het advies van
B. en W. heel slecht tevreden in de comité-
vergaderingen van den raad heeft de burge
meester medegedeeld, dat slechts tn de heel
verre toekomst de mogelijkheid van den
weg doot het bosch bestond. Uit de mede-
deelingen blijkt thans, dat zoo goed als vast
staat dat de weg er komt deze is tenminste
op het Prov wegenplan geprojecteerd. Er
bestaat dus gevaar voor de toekomst. Spr
vraagt hoe het komt, dat in de stukken
van Prov. Suten steeds gesproken wordt
van „het gemeentebestuur van Bergen",
terwijl «och de Raad nooit m dezen gekend is.
Spr. kan zich m geen geval met het advies
van B. en W vereenigen, daar dit advies
spr. geheel verkeerd lijkt. Aan de hand hier-
De VOORZITTER zegt op de protestver
gadering een juiste toelichting gegeven te
hebben.
Wat de geheimhouding betreft de Sta
ten hebben van de Zaak gerept, maar
aldus spr. dat is niet onze schuld. Toch
is van de détails niet gerept, hetgeen hier
uit blijkt, dat enkele gepubliceerde cijfers
niet juist zijn.
Spr. vindt het niet prettig, dat hier ge
sproken wordt van kwalijk nemen, van ver
keerde voorstellingen en dergelljke.
Spr noemt voorts den weg in het alge
meen en in verbinding met andere wel een
belang; de Provincie kijkt, waar een weg
noodlg is en voorts hoe die weg dient aan
gelegd te worden uit een groot wegenplan be
zien Het is geen primaire of Provinciale
weg maar een weg noodlg voor deze streek;
wij wenschen een verbinding tusschen Eg-
mond en Schoor!. Als de weg er zou komen,
zullen wjj aldus spr. zeker de voor
waarde stellen, dat hij vrij moet blijven van
bebouwing.
Wat betreft de verbinding Noord-Zuid.
welken weg u kiest, maakt niet uithet lokaal
belang is er mee gediend; als de Staten de
zen weg verkiezen, past het ons. ons daar
bij neer te leggen, tenzij blijkt, dat het al
gemeen belang er door geschaad wordt; af
keuring lijkt spr. niet noodig en we mogen
dankbaar zijn, dat Bergen in het Prov. We
genplan voorkomt.
Wat de kosten van den weg betreft, kan
spr. niets zekers zeggen; in ieder geval zal de
weg een juweel worden, dat in geen deel
het rustige cachet zal schaden; een weg
langs den duinvoet zou spr. betreuren; door
het duin zou men een van de mooiste we
gen krijgen, zooals bijv de Middagterallee.
Spr. raadt ernstig overleg aan en moet
het gedane voorstel Prov. Staten te ver
zoeken den weg van het Prov. Wegenplan
te schrappen ten sterkste ontraden.
De heer Dr. HEMELRIJK vindt het een
delicate kwestie; er zijn tweeërlei belangen
mee gemoeid; wat niet aangekocht wordt,
gaat verloren, iedere eigenaar verkoopt zoo
gauw en zoo graag mogelijk.
Spr. vraagt den voorzitter, of hij de notu
len van Prov. Staten onjuist acht.
De VOORZITTER: Ja zeker.
Dr. HEMELRIJK: Daar valt dus niet meer
over te spreken. Spr. blijft echter bj) zijn
verzoek aan Prov*Staten; andere mogelijk
heden kunnen aanvaard worden; doch spr.
handhaaft zijn voorstel.
De VOORZITTER noemt den verbindings
weg Eeuwige Laan-Komlaan financieel ge
sproken voordeeliger; doch niet wjj alleen
aldus spr. bepalen den weg. doch de Pro
vincie heeft dezen geprojecteerd.
Dr. HEMELRIJK: Als de Provincie hem
geprojecteerd heeft moeten we met des te
meer klem ons verzoek doen; het risico, dat
de weg door het bosch er komt, is te groot;
de omweg, dien de toeristen zonder dien weg
moeten maken, is niet zoo groot.
De VOORZITTER merkt op, dat de weg
nog niet op het uitbreidingsplan gezet is,
omdat deze kwestie nog niet geregeld is. Spr.
raadt aan nog even af te wachten en den
weg eerst te laten uitpalen en te laten uitleg
gen.
Dr. HEMELRIJK: Ik begrijp niet, waar
om u zoo op dien weg staat.
De VOORZITTERDe weg is een alge
meen belang.
Weth. BOGTMAN noemt den weg ook een
groot economisch belang; een belang van
grondeigenaren; als Bergen goede ingezete
nen kan houden in de gemeente, is dat een
gemeentebelang; ook spr. acht den weg van
belang.
De heer ZEILER acht den weg als ver
keersweg noodig. een weg Eeuwige Laan
Komlaan kan nooit het verkeer verzwelgen.
Spr steunt het denkbeeld van B. en W
om eerst eens een nader onderzoek naar de
ligging van den weg in te stellen.
De VOORZI1T ek begriljvt. dat de heeren
het ijzer willen smeden als het heet is; toch
wil spr. voorstellen een commissie van 3
jiersonen uit den Raad te benoemen, die met
B en W. de zaak onderzoeken; daar zou spr.
zich volkomen mee vereenigen; spr. is er te
gen. ZOO maar, zonder meer te verzoeken,
den weg te schrappen
De heer Dr. HEMELRIJK accepteert dit
voorstel niet, omreden B. en W dit hadden
moeten doen vóór dat de weg op het plan
gebracht was. de weg staat niet als toerweg
op het plan, maar als onderdeel van het
Prov Wegenplan.
Elke poging om de duinen te doorkruisen
Ls te gevaarlijk en daarom moet daaraan
ontkomen worden: spr blijft op zijn stand
punt staan en hoopt, dat de meerderheid
van den Raad zulks ook zal doen.
De heer BRUGMAN steunt het voorstel
van den Voorzitter, om een commissie te be
noemen^
De VOORZITTERDe weg is niet door
B. en W op het Prov. Wegenplan gezet;
wij waren, voor het verschijnen van het Prov.
Wegenplan zelf benieuwd of hij er op zou
staan
De heer SWAAG acht een commissie een
gevaarlijk experiment: spr. ts 30 jaar lang
Bergenaar en voldoende met de situatie be
kend: spr. voelt niets voor den weg en hoopt,
dat hjj van het Prov. Wegenplan wordt af
gevoerd.
Dr. HEMELRIJK: Als we den weg in het
geheel niet wenschen. dan wenschen we ook
niet een commissie
De heer DEN DAS belieht nogmaals de
flnancteele kwestie. Als men nu eenigszins
toegeeft, zou men later moreel verplicht zijn
de belofte na te komen en spr. wenscht zich
niet moreel te verplichten. Het bosch is als
natuurmonument niet alleen een belang voor
Bergen, maar voor de heele provincie.
De VOORZITTER vindt het voorstel-He-
melrjjk niet goed gefundeerd.
De heer Dr HEMELRIJK handhaaft zijn
voorstel Als het verworpen wordt, kan het
voorstel van B. en W. in stemming kranen
De heer DEN DAS noemt het roomt oi
'gevraagd worden den weg van het Prov
wegenplan af te voeren.
De heer BALTUS merkt op, dat in dezen
de heer Zeiler alleen vrij uitgaat, wat de voor
standers van dit voorstel van B. en W. be
treft. Alle op de protestvergadering aan
wezige raadsleden gaan met het zaakje van
Klomp accoord ook de heer Brugman.
De heer APELDOORN Ik ben blij, dat
ik niet op de protestvergadering geweest ben.
De heer BALTUS stéunt het verzoek van
den heer Swaag.
De heer BRUGMAN De heer Baltus
wekt den schijn alsof reeds besloten was,
dat de weg er komt.
De heer ZEILER herinnert er aan, hoe
hij een van de zwarte schapen was, die tegen
de motie op de Protestvergadering stemde.
Er bestond daar echter geen gelegenheid de
motie te bespreken. Spr. was tegen de motie,
omdat deze een misverstand bevatte. Spr.
wil niet het woord misleiding gebruiken, of
schoon er wel tot eenige misleiding aanleiding
is gegeven. Er werd n.l. in de motie beweerd,
dat er plannen zijn om vanaf „De Fransch-
man”, dwars door het Berger Bosch een weg
te maken naar de Zuidlaan, voor doorgaand
verkeer dat wekt den indruk, alsof de weg
dwars door het Bosch zou komen, hetgeen
niet het geval is. Steeds is besproken, den
weg om het Bosch te leiden, hetgeen echter
de moeilijkheid meebracht van den ingang
bij „Vrouwtje aan Duin”.
Spr. herinnerde aan de uitlating van den
beer Colnot, die zeide, dat het hem niet
kan schelen, als de weg verderop zou komen
ook spr. zou het buitengewoon jammer
vinden als het Reigerbosch geschaad zou
worden.
Het is overigens met alleen een belang
voor Bergen, dat de weg er komt, maar een
algemeen streekbelang. Spr. is daarom
voorstander van den weg en zal er altijd voor
blijven streven.
De heer BOGTMAN aanvaardt het
protest voor zoover het van de Raadsleden
komt van het Comité aanvaardt spr. het
protest met bijna alle leden van dit Comité
zijn leden van de Berger Schoolvereeniging,
die den bouw van de school in een van de
mooiste gedeelten van het Berger Bosch
gevraagd hebben, waartegen spr. indertijd
sterk geprotesteerd heeft.
Er was heel goed een ander terrein te vin
den Spr. verwijt het comité struisvogelpoli
tiek. Was die school er nooit geweest, dan
Zouden nu meer hectaren grond aangekocht
kunnen worden.
De heer DEN DAS maakt er B. en W. een
verwijt van. dat de door den Voorzitter
opgelegde geheimhouding in comitéverga-
deringen over deze kwestie, nooit is opgehe
ven. Dit *s des te akeliger voor een raadslid,
als hij moet ervaren, dat langs anderen weg
die geheimhouding mets waard was spr.
houdt er niet van, als hem als raadslid iets
gevraagd wordt, dat hij er om heen moet
draaien en verzoekt B. en W. in het vervolg
die geheimhouding spoediger op te heffen.
Zooals B. en W. voorts deze zaak hebben
voorgesteld, vindt spr. het te lauw. Spr.
heeft uit de stukken van Prov. Staten den
indruk gekregen, dat bij Prov. Staten de
gedachtengang is vastgeroest, dat die weg
er komt van „De Franschman" tot „Vrouw
tje aan Duin.”
Spr. kan zich geen enkel trace indenken,
door de duinen naar „Vrouwtje aan Duin”,
dat het natuurschoon niet zou schaden.
De heer HEMELRIJK Een weg door de
lucht.
De heer SWAAG Een tunnel.
De heer DEN DAS merkt op, dat zoolang
het terrein bij particulieren in bezit was er
nooit een plan voor dezen weg geweest is
nu een overheidslichaam het terrein over
neemt. komt wel de gedachte op aan dien
weg. Als we zouden krijgen een weg langs
den duinvoet, dan zou de weg duur gekocht
Zijn.
Beter is het, dat de gemeente de zaak ge
heel in handen neemt. In dezen zenuwsloo-
penden tijd is het noodig, dat er een rustige
wandelgelegenheid is als het Heilooér Bosch
en het Berger Bosch als de weg er zou ko
men, Zou het niet slechts een toerweg worden,
maat een race-weg en de rust van het Bosch
zou verdwijnen.
Als gewacht wordt te protesteeren tegen
dit plan, zal het spoedig te laat zijn, omdat
dit plan met het geheele plan samenhangt
en alle andere wegen gebaseerd zijn op dezen
weg. Wanneer het geheele plan voor een
groot deel zal uitgevoerd zijn, is het te laat
om dezen weg nog van het w’egenplan af ge
voerd te ktijgen.
De heer Dr. HEMELRIJK De
deugd moet men in de kiem smoren.
De heer DEN DAS wijst op de mogelijk
heid, om een anderen weg aan te leggen
dan door het bosch. Wei de andere gemeente,
doch met Bergen heeft belang bij dezen weg
door het bosch.
Spr. merkt op, hoe verschillende staten
leden indertijd subsidie aan Schoort voor
den weg voor autoverkeer langs de duinen
weigerden, omdat volgens hen deze mooie
weg voor het toerisme gespaard diende te
blijven het is onlogisch geredeneerd, als
men nu wel een weg wil aanleggen, waar
door het natuurschoon geschaad wordt.
Het toerisme vindt in den weg Alkmaar-
Helder een renweg en is met dezen weg toch
met afdoende gediend.
Dr. HEMELRIJK bespreekt allereerst
de voorstelling van zaken door B. en W.
Als het voorstel, om Ged. Staten te verzoeken,
den weg van het plan ai te voeren, wordt
aangenomen, slaan B. en W. een raar figuur
met dat spr. daar bezwaar tegen heeft, want
zij hebben het dan zichzelf te wijten.
Maar aldus spr. wij zijn mede ver
antwoordelijk voor die beraadslagingen, die
B. en W. met Ged. Staten gevoerd hebben.
Het is moeilijk nu te zeggen, dat we niet met
dit plan akkoord gaaan, daar zooals uit
de notulen van Prov. Staten blijkt het
gemeentebestuur van Bergen dien weg door
het Bosch, van „de Franschman” naar Duin-
vermaak aansluitend op een weg door het
Geestmer-ambacht een betere oplossing vond
dan den door den Hoofd Ingenieur geprojec
teerden weg over de Voert naar den Berger-
weg. Als spr. van B. en W. gehoord heeft,
dat deze notulen niet juist zijn, bestaat die
moeilijkheid natuurlijk niet. In die notulen
st^at echter uitdrukkelijk, dat het Gem.
-Bestuur van Bergen, niet den weg langs den
Voert wil.de maar heeft aangedrongen op
den weg door het Bosch. Ofschoon toen
op dien weg werd aangedrongen, zal nu ver
zocht moeten worden dien weg van het
wegenplan te schrappen de Raad zal echter
aanvoeren, dat hij onbekend was met het
feit, dat B. en W. op dien weg hebben aan
gedrongen-
Spr. sluit zich bij de heeren Swaag en
Den Das aan en stelt voor Ged. Staten te
verzoeken den weg van het Prov. Wegenplan
af te voeren.
B. en W. aldus spr. zijn te ver gegaan;
dit neemt spr. hen niet kwalijk, alleen hadden
zij in hun memorie van toelichting zulks
moeten erkennen er blijkt echter mets
hiervan uit het heele advies. B. en W. zijn
- --jujden 21) moeten
zaak hadden zij niet zoo
moeten stellen. Als die I wacht, dat het plan reeds zoo'n vasten vorm
notulen juist zijn, komt de zaak spr. een I sou hebben als thans blijkt.
De heer DEN DAS merkt op, dat in de«e
kwestie het belang van de Adviescommissie
duidelijk is gebleken, de heer Blank, die
bij de Begroeting bezwaar tegen deze com
missie maakte, kan deze bezwaren thans we'
laten varen.
Conform besloten.
Voorstel tbt vaststelling van rooilijn*»
aan de Dorpsstraat, Raadhuisstraat en Hof-
laan, vanaf de Schoolstraat tot het perceel
van den heer Passer aan de Hoflaan.
B. en W. stellen voorop het te dezer zake
ingekomen bezwaarschrift van Mevr. J.
C. DekkeriMaathuis, afwijzend te beschikken.
Volgens de aan de Raadsleden en niet aan
de pers verstrekte bijlage grondt me va.
Dekker haar bezwaren op het feit, dat de
ontworpen rooilijn langs de Dorpsstraat
alleen blijkt te zijn ontworpen voor de beide
haar toebehoorende perceelen en niet voor het
verdere deel dezer straat, wat zeer eenzijdig is
en niet billijk. Ook de verdere straatverbree-
ding op den hoek Raadhuisstraat-Dorpsstraat
wordt alleen gevonden door het vaststellen
van een rooilijn, ten koste van meergenoemd
perceel, hetgeen onbillijk is en de eigendoms
rechten en belangen van adressante op niet te
aanvaarden wijze aantast en benadeelt, terwijl
juist voor het inkomend verkeer in de Dorps
straat een verruiming aan de andere. Weste
lijke of rechterzijde, gewenscht is, terwijl
ook de zonder reden zeer willekeurige
inspringende hoek geen zin of reden heeft.
Adressante verzoekt daarom den Raad
op biilijkheidsgronden de wegverbreeding
eventueel te vinden naar beide zijden, ge
meten uit het midden van den thans be-
staanden weg en de rooilijn, inplaats van 5
tót 6 M. naar binnen, hoogstens M.
binnenwaarts te brengen aan de Dorpsstraat
tot de Raadhuisstraat en bovendien den
inspringenden hoek te laten vervallen, zoo
wel als den inspringenden hoek aan de
Raadhuisstraat en het ontwerp-Raadsbesluit
in dezen geest te wijzigen.
B. en W. deelen in hun toelichting den
Raad mede, dat ook een rooilijn is ontworpen
aan de overzijde het drukke verkeer maakt
een behoorlijken afstand tusschen de' be
bouwing ter plaatse dringend noodig, zoodat
het B. en W. minder wenschelijk voorkomt,
dat zooals mevr. Dekker verzoekt de
rooilijn op hoogstens 2 1 Meter uit de weg
grens bepaald wordt.
Voorts zijn B. en W. van oordeel, dat de
gelegenheid tot bebouwing van het bedoelde
perceel eer gunstiger dan ongunstiger wordt,
terwijl zij er tenslotte de aandacht op vestigen
dat de rooilijnen in overleg met de advies
commissie voor Noordhollandsche gemeenten
Zijn ontworpen.
De heer DEN DAS vraagt welke bebou
wing B. en W. bedoelen.
De VOORZITTER merkt op, dat er
eventueel winkelbebouwing kan komen.
De heer BALTUS vindt de vorming van
scherpe inspringende hoeken niet mooi
voorts meent spr. dat deze verandering den
grond niet ten goede komt.
De heer BALTUS vrifagt of B. en W.
niet te ver in het eigendomsrecht ingrijpen.
Dr. HEMELRIJK vraagt of al eens on-
derhandelmgen zijn gevoerd om van den
tuin van de pastorie een stuk af te knijpen,
om den hoek minder scherp te maken.
De heer DIRKSON kan zich niet met
de voorgestelde rooilijn vereenigen, omdat
hierdoor de fam. Dekker te zeer benadeeld
wordt als de gemeente grond noodig heeft,
moet ze dien maar koopen.
De heer ZEILER heeft geen “Sezwaa»
tegen de vaststelling van deze rooilijn. Op
den duur echter geeft deze rooilijn geen
afdoende oplossing spr. geeft m overweging
de onderhandelingen weer te hervatten,
betreffende den tuin van de pastorie het
lijkt spr. van bet grootste belang aan beide
zijden grond aan te koopen.
De VOORZITTER verzoekt bij de zaak
te blijven.
De heer SWAAG meent, dat verbetering
gezocht moet worden aan de zijde van de
pastorie.
(Op verzoek van den heer BALTUS gaat
de raad in Comité).
Na heropening merkt de heer DEN DAS
op, dat de Prov. Adviescommissie zich hier
in gemoeid heeft hetgeen spr. niet juist
acht. Men weet nog met, hoe dit perceel
bebouwd zal worden, daarom ziet spr. het
nut van dien hoek niet in. Spr. kan zich
met deze rooilijn wel vereenigen, omdat het
eigendomsrecht niet wordt aangetast.
De heer MARTIN wijst erop, dat het
terrein verzwaard zal worden als 1/3 ervan
1 gaan.
JK vindt het terrein
kans op bebouwing.
Daar de Adviescommissie haar oordeel
geeft, wil spr. ook al ziet hij het nut
van dit advies niet in er zich bij neerleggen.
De VOORZIT 1 ER brengt het voorstel
in stemming, dat wordt aangenomen met 8
tegen 3 stemmen. Tegen de heeren Swaag,
Dirkson en Martin.
Voorstel om van den heer T. van Diepen
onderhands aan te koopen een strook grond
voor verbreeding van den Bergerweg, gele
gen langs de Zuidzijde van den Bergerweg,
ter grootte van pl. mm. 5.80 M. bij pl. min.
2 M. van het kadastrale perceel, gemeente
Bergen, Sectie A. no. 2800, tegen een koop
prijs van f 2.50 per M2.
De strook grond sluit aan op de reeds van
denzelfden eigenaar aangekochte strook grond
grootte 11.60 M2 koopsom f 29.- plus
overdrachtskosten.
Conform besloten.
Aanvraag van het Bestuur der R. K.
Jongensschool voor gewoon lager onderwijs,
om voorschot op de gemeentelijke vergoeding
overeenkomstig art. 101 der Lager Onder
wijswet 1920 voor het dienstjaar 1930.
B. en W. stellen voor het voorschot te
bepalen op 80% van 24 leerlingen x f 9.56
(gemiddelde kosten per leerling der openb.
lagere school over 1927) is f 183.55 en de
uitkeenng te doen geschieden in vier zooveel
mogelijk gelijke termijnen, verschijnende
1 April, 1 Juli, 1 October en 31 Dec. 1930.
Conform besloten.
Aanvragen der Besturen van de R. K.
Bijz. lagere school „St. Ursula” de R. K.
Bi)Z. U.L.O. school „St. Antonius” en van
de Bergerschool-vereeniging voor hare scho
len voor gewoon en uitgebreid lager onder
wijs, om de gemeentelijke vergoeding bedoeld
in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 over
het dienst-jaar 1927.
B. en W. stellen voor, de gemeentelijke
vergoeding over 1927 vast te stellen voor d:
a. St. Ursulaschool op 31 x ƒ9.56 of
2877.56
b. St. Antoniusschool op 61 x 35of
ƒ2135.-F/394.78 (voor vakonderwijs)
of in totaal op 2529.
c. Berger School Vereenij
harer lagere school op I
J 585 55
d. Berger School Vereeniging ten behoeve,
harer U.L.O. school op 22 x f 35.—
of f 770.
Conform besloten.
Aanvraag van het Bestuur der Berger
School Vereeniging om overeen komstig art.
72 der Lager Onderwijswet 1920 ten behoeve
van haar school voor gewoon lager onderwijs
uit de gemeentekas de benoodigde g,
te verstrekken voor inrichting eener gek8.„-
heid om onderwijs m de open lucht te geven.
B. en W. adviseeren deze aanvraag om
bericht en raad in handen van hun College
te stellen.
Conform besiotea.
„Indien binnen den termijn, in art.
dezer verordening gesteld, door B. en
geenerlei beslissing is genomen, begint de in
de eerste alinea van dit artikel bedoelde
termijn van dertig dagen te loopen op den
derden dag na dien, waarop uiterlijk eene be
slissing door B. en W. had behooren te
zijn genomen.”
De toevoeging van het 2e lid was abusie
velijk weggelaten.
2e. Art. 33 te lezen als volgt
„Wanneer tusschen twee gebouwen aan
dezelfde straat gelegen eenige ruimte wordt
opengelaten, moet de afstand daartusschen
ten minste één meter bedragen.
Ten aanzien van de erfscheiding tusschen
twee bouwterreinen geldt het voorschrift,
dat de zijgevel, hetzij op de scheiding wordt
geplaatst, hetzij daarvan ten minste l meter
verwijderd blijft. Indien de zijgevel van het
naastliggende gebouw zich op een afstand
grooter dan 0.12 M. (snijding) en kleiner
dan 1 Meter uit de erfscheiding bevindt, is
het plaatsen van den zijgevel op de erfschei
ding verboden.
Bedraagt de afstand tusschen twee zij-
1 ge veis minder dan drie meter, dan mogen
n de aan deze ruimte grenzende wanden
van woningen geen vensters worden aange
bracht dan met vergunning van B. en W.”
De aanvankelijk voorgestelde redactie
beoogde als regel de kleine tusschenruimten
van 1224 c.M. te kunnen weren daar,
waar zulks niet mogelijk zoude blijken,
ware ontheffing te verleenen. Deze laatste
bevoegdheid is thans dan ook komen te
vervallen.
Tevens wordt van deze gelegenheid
bruik gemaakt bovendien voor te stellen
ie. de eerste zinsnede van art. 34 aan te
vangen met de woorden
„Behoudens het geval, bedoeld in art. 679
van het Burgerlijk Wetboek” (is het verboden
straatwaarts van de rooilijn, palen, hekken,
stoepen.... te maken of te houden).
Zulks om alle misverstand uit den
te ruimen.
ae. in art. 83, 4e alinea, het tweemaal
voorkomende „minstens” te vervangen door
„ten hoogste", hetgeen de bedoeling weer
geeft.
Conform besloten.
Verzoekschrift van den heer C. de Ruiter
houdende verzoek om goedkeuring van een
verkavelingsplan voor een terrein aan den
Bergerweg, hoek Groeneweg, kadastraal
bekend gemeente Bergen, Sectie E Nr. 308.
Aanvrager verzoekt het terrein te verkave
len in 5 perceelen en wel voor het hoek-
perceel (Bergerweg-Groeneweg), waarop
reeds een woning is gebouwd, een front-
breedte aan te houden van 33 Meter en voor
de overige 4 perceelen 47 Meter of voor de
5 perceelen de frontbreedte te bepalen op
44 Meter.
Burgemeester en Wethouders deelen den
Raad naar aanleiding van vermeld adres,
het navolgende mede
In Juni 1928 werd adressant medegedeeld,
dit de bewuste terreinen in verband met de
lage ligging, zonder meer niet geschikt waren
om te belxiuwen, zulks aan de hand van
artikel 18 der bouwverordening.
Aan bezwaren van B. en W. zoude o.a.
tegemoet gekomen worden, indien bij iedere
woning een terrein ter breedte van tenminste
50 M. aanwezig zoude zijn.
De Raad verklaarde zich met deze ziens
wijze van B. en W. te vereenigen.
Zulks is adressant bij schrijven d.d. 24
Augustus 1928 medegedeeld.
Waar de maat van 50 M. een minimum-
maat is, die in dit geval niet zoude leiden tot
onbebouwbaarheid van een oud kadastraal
perceel en ook overigens niet tot abnormaal
grootere terreinindeeling dwingt, adviseeren
B. en W. den Raad op het request afwijzend
te beschikken.
Conform besloten.
Adres van den heer D. W. Beijllonse te
Amsterdam, houdende verzoek om in af
wijking met de afwijzende beschikking van
B. en W. alsnog vergunning te verleenen
voor den bouw van een woning aan de
Hertelaan.
B. en W., gezien het advies der Advies
commissie voor Noordholl. Gemeenten voor
bouwontwerpen en uitbreidingsplannen, zijn
van oordeel dat het bouwplan niet voldoet
aan de ingevolge art. 17a der Bouwverorde
ning te stellen architectonische eischen, in
verband waarmede zij den Raad adviseeren
op het adres afwijzend te beschikken.
besloten.
Weth. APELDOORN merkt op dat het
met wel mogelijk is om te slachten enz. tij
dens de bouwwerkzaamheden de hygiëne
eisclit, dat er naar een andere gelegenheid
wordt uitgezien en er is maar één weg
Alkmaar.
De heer DEN DAS vraagt, of in het be
stek de bepalingen van de Coll- Arb. Over
eenkomst zijn opgenomen.
De VOORZITTER Deze zijn er uit
drukkelijk in opgenomen.
De Raad dezer gemeente vergaderde gister
middag voltallig. Er bestond op de publieke
tribune zeer veel belangstelling, zulks met
het oog op het ingekomen adres van het
Comité van Actie, voor het ongeschonden
behoud van het Berger Bosch, waarin de
Raad werd uitgenoodigd Gedeputeerde Staten
ts verzoeken, den door het Berger Bosch ge-
proiecteerden weg van het wegenplan af te
voeren.
Zooals wij in ons nummer van Woensdag
konden publiceeren, stonden B. en W. af
wijzend tegenover dit verzoek en stelden zij
den Raad voor, eventueele stappen in dezen
bij Ged. Staten achterwege te laten. Het feit,
dat wij, door medewerking van een raadslid,
in staat waren, deze zienswijze van B. en W.
te kunnen publiceeren, had de belangstelling
gaande gemaakt, zoodat de publieke tribune
zoo druk bezocht was, dat ze zelfs te klein
bleek.
beetje verdacht voor, alsof er een Juchtje
aan de zaak is spr. neemt het B. en W.
kwalijk.
Ook de taktiek van B. en W. bespreekt
de heer HEMELRIJK als B. en W. dezen
weg gepousseerd hebben en hij zou ook
op het uitbreidingsplan staan, dan zou spr.
daar een bepaalde taktiek in zien. Als we
niet gewaarschuwd waren in de pers aldus
spr. dan had het protest voortgeziekt en
touden we groote moeilijkheden gekregen
hebben <m er op terug te komen.
Deze taktiek van B. en W. komt spr.
onbegrijpelijk voor als een zaak als deze
zoo'n opschudding wekt bij burgers en
raadsleden, is er dan niet een belang van
Bergen mee gemoeid. Het nut of het belang
van den weg ziet spr. niet in. Ais er een
geschikte oplossing te vinden is met het
behoud van het Bosch, moet die aanvaard
worden. Door dezen weg wordt de rust
gestoord*; als er niet ingegrepen wordt, blijft
er geen mooi plekje meer open. Deze weg is
voor Bergen van weinig belang spr. geeft
den heer Zeiler in overweging geen wegen
maniak te worden. Als terwille van het toeris
me een weg van een ton moet worden aan
gelegd'is dat voor Bergen een duur grapje.
Het verkeer door Bergen moet ontlast wor
den; Bergen heeft er geen behoefte aan om
z(jn duin en bosch te versnipperenwel is
het een belang met het oog op de vreemde
lingen. die zomers komen, dat dat alles be
houden blijft.
Het verkeer uit de richting Alkmaar is
veel grooter dan dat uit de richting Castri-
cum; ook al was het omgekeerde het geval,
dan bleef spr. nog op hetzelfde standpunt
staan; als het verkeer op Breelaan en Dorp
straat door dezen weg ontlast zou worden,
dan zou er nog een belang mee gemoeid zijn,
dit is echter niet het geval. Bergen moet le
ven van de menschen. die een dagje komen
en van de pensiongasten, maar niet van de
automobilisten, die er maar doorjakkeren.
Men komt niet in Bergen om auto te rijden;
het is volslagen onzin zoo'n offer te bren
gen voor een toerwegals het verkeer op
andere wijze geleid kan worden
Dat B. en W de oplossing Eeuwige Laan-
Komlaan aan de hand gedaan hebben, blijkt
niet uit de notulen van Prov. Staten. Deae
weg zou de kom van het dorp ontlasten en
zou niet zoo duur zijn.
Spr. concludeert, dat het belang van den
weg voor het verkeer nihil is; het belang
voor het toerisme gering, maar de schade en
het flnantieele offer veel te groot.
Van ontsluiting van het natuurschoon
voor autorijders is geen sprake, daar deze er
doorheen rennen en het landschap als een
film zien. Daar kunnen wij Bergen niet aan
opofferen.
De heer ZEILER: We moeten beginnen
met alle hulaen in de Eeuwige Laan af te
breken.
De heer HEMELRIJK; Ik zou de eerste
zijn die daaraan zou medewerken; dan kruip
ik wel ergens anders; Spr. stelt reeds zijn
terrein zooveel mogelijk voor natuur-liefheb-
bers open.
Spr. vreest, dat het Jachtpad en dergelijke
laantjes verloren zullen gaan.
Bergen verliest heel veel van zijn pittores
ke plekjes.
De kosten van den weg zijn ontzaglijk
en kunnen wij dat verantwoorden? Boven
dien geldt het een weg van twijfelachtig be
lang. het geld kan beter besteed worden voor
aankoop van meer terrein als natuur-monu-
ment; als spr. voor de keuze gesteld werd,
een weg of een bosch. dan zou spr. niet
aarzelen het laatste te kiezen
Spr.’s slotconclusie is, dat een weg door
het bosch, zonder de natuur te schenden,
onmogelijk is.
Spr. stelt daarom voor, om namens het
gemeentebestuur van Bergen Ged. Stalen
dringend te verzoeken den weg af te voeren
van het Prov. Wegenplan: en als de Provin
cie zegt, dat die weg nog niet vaststaat, dan
is het niet overbodig, dat wij ons uitspreken,
dat we den weg biet wenschen. 4
Weth. APELDOORN ontkent, dat B. en W.
op geheime manier deze zaak behandeld heb
ben; in de comlté-vergaderingen is er wel
over gesproken; spr. voelt wel voor den weg,
die niet door het bosch en het Relgersbosch,
maar wel er omheen zou loopen. Als de leden
meenen. dat B. en W. hen erin hebben laten
loojien, dan hadden zij in de comlté-verga
deringen meer moeten vragen. Spr. ziet ech
ter dezen weg niet zoo zwart-gallig in;
is echter mogelük. dat spr. mis kijkt.
Er is altijd nog bosch genoeg over.
De heer ZEILER vraagt, waarom in de
comitévergaderingen nooit wat werd gezegd
en wel nu na de protest-vergadering.
Dr HEMELRIJK is van meening, dat B.
en W. gezondigd hebben; de weg heeft reeds
dergelijken vasten vorm aangenomen, dat hij
op het Prov. Wegenplan voorkomt; dat wist
de Raad niet, uit de notulen van Prov. Sta
ten en uit de kranten hebben we zulks ver
nomen; hadden we het geweten, dan zouden
we er IA geheime vergaderingen wel over ge
sproken hebben
Spr. neemt het wethouder Apeldoorn kwa
lijk. dat hij er thans nog doekjes om windt.
De heer MARTIN verklaart zich ook een
tegenstander van den weg en spr. betreurt
de geheimhouding, die den raadsleden was
opgelegd; spr. moest hierdoor, iemand die
hem erom vroeg, inlichtingen weigeren en
moest zeggen: ik weet nergens van; achter
af bleek, dat Prov. Staten van alles wisten
en dus wel konden inlichtenook spr. is over
tuigd, dat het bosch een rustige en onge
stoorde wandelplaats moet blijven.
De heer BLANK bejammert het ook als
de weg door het bosch er komen zou; het
is nooit de opaet van de gemeente geweest,
daar een weg te maken: spr. wil de natuur
daar ongerept laten.
De heer SWAAG merkt op. dat B. en W
wel gesproken hebben van een weg in de
verre toekomst, daarom had spr niet ver-