VIJFDE BLAD BLADZIJDE 1 VRIJDAG 28 MAART 1930 PROVINCIAAL NIEUWS I BERGEN VERGADERING VAN DEN RAAD Se*** I luiderfde 1 «SF 4 tji middag voltallig. Er bestond I 1 ge- weg on- zegt. deze mede- 't school voor het toerisme i blijven het is onlogiscl telden legen- adviseeren deze aanvraag om 12 W. door de rooilijn af zal De heer HEMELRI meer waard door de de van verzoekt spr., dat aan Prov. Suten zal voor dien wei erkennen en i onschuldig voor Na opening der vergadering volgde vast stelling van de notulen van de 10 en 12 Febr. El. gehouden vergaderingen. Aan de orde waren hierna de volgende iging ten behoeve 61 1/4 x ƒ9.56 of Veel belangstelling op de publieke tribune. Met 7 tegen 4 stemmen besluit de Raad Ged. Staten te verzoeken, den door het Berger Bosch geprojecteerden weg van het Provinciaal wegenplan af te voeren Ingekomen stukken. a. Kennisgeving van den Commissaris der Koningin, dat aan den Burgemeester verlof is verleend, om zich van 1 tot en met 23 April a.s. buiten de gemeente op te houden b. Beschikking van Ged. Staten, houdende verdaging der beslissing, ten aanzien der Gemeente-begrooting 1930 c. Door Ged. Staten goedgekeurd Raads besluit, strekkende tot onderhandsche ver huur van gemeentegrond aan de Zuidlaan d. Beschikking van Ged. Staten, inzake de overname in onderhoud van den Ooster- weg Turfweg, Kogendij k en Heerenweg. e. Bericht van het Gemeentebestuur van Alkmaar, betreffende de benoeming van de Burgemeesters van Schoor! en Wieringer- waard. tot Regenten van het Stadsziekenhuis te Alkmaar f. Bericht van den heer P. Bakker Czn., houdende aanneming zijiter benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur g. Dankzegging van den heer C. Zwakman Dzn., voor de toegekende weddeverhooging als secretaris-pennmgmeester van het Burger lijk Armbestuur h. Dankbetuiging van de Algemeene Be grafenis Vereenigmg Bergen, voor het van gemeentewege aangeschafte automatische be- graaftoestel i. Dankbetuiging van de NoordHoll. Ver eeniging „Het Witte Kruis”, voor de toe gekende subsidie voor 1930, ten behoeve van den Ontsmettingsdienst te Alkmaar i. Dankbetuiging van het Bestuur der Openbare Leeszaal en Boekerij te Alkmaar, voot de verleende subsidie voor 1930 •1 k. Dankbetuiging van het Bestuur der jjfcreeniging voor Huis- en Kraamverzorging te Bergen, voor de toegekende subsidie voor 1930 1. Jaarverslag der V.V.V. over 1929 en afschrift der rekening en verantwoording over 1929. B. en W. adviseeren bovenvermelde in gekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten. Weth. BOGTMAN deelde mede, dat de ziekenbarakken, hun bestemming kwijt geraakt gemeentewoning zullen worden door verbouw komen er Hemelrijk het meest-verstrekkend. De heer Dr. HEMELRIJK staat er op. dat zijn voorstel het eerst in stemming komt, om zoodoende een zuiverder stemming te krijgen. Het voorstel-HEMELRIJK. om Ged Staten natnertx het gemeentebestuur van Bergen te verzoeken den weg door het Berger Bosch, vanaf „De Franschman" tot „Dulnvermaak" van het Prov. Wegenplan te schrappen, wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Tegen de heeren Apeldoorn, Bogtman, Brugman en Zeiler. Voor de heeren Baltus. Swaag. den Das, Hemelrijk. Dirkson. Blank en Martin. Een zucht van verlichting ging er In de Raadzaal op; de publieke tribune liep leeg. Verzoek van den heer D. J. Smit, om eervol ontslag als lid van de Commissie tot Wering van schoolverzuim, wegens vertrek uit de gemeente. B. en W. stellen voor het gevraagde ont slag eervol te verlcenen onder dankzegging voor de bewezen diensten. Aldus besloten. Benoeming van een lid der Commissie tot Wering van Schoolverzuim. B. en W. gehoord de Commissie, bevelen ter benoeming aan no. 1 R. Wiarda no. 2 J. Haakman. De heer MARTIN vraagt bij welk onder wijs de heer Wiarda is. De VOORZITTER Bij het openbaar onderwijs. De heer MARTIN merkt op, dat de heer Staalman direct zijn toestemming gaf om in deze commissie zitting te nemen, terwijl er veel moeite is gedaan moeten worden om een tweede te krijgen. Het bevreemd spr., dat de heer Staalman no. 2 staat. De VOORZITTER zegt niet bekend te zijn met de wijze waarop de voordracht is samengesteld. Benoemd wordt de heer Wiarda met 9 stemmen 1 stem op den heer Haakman, 1 stem op den heer P. Baltus (buiten de voordracht om). Voorstel tot wijziging der nieuw vastge stelde Bouwverordening in verband met door Ged. Staten kenbaar gemaakte wen- schen. Naar aanleiding van een schrijven van Gedeputeerde Staten, waarbij in overweging wordt gegeven alsnog eenige wijzigingen in de. bouwverordening te brengen, stellen B. en W. aan den Raad voor aan het verzoek geheel te voldoen, te weten ie. aan art. 16 een ae lid toe te voegen De Kathedraal van Yperen Ls in de oorlog* jaren totaal verwoest. Het verlies van dit prachtige bouwwerk werd ten zeerste betr card en spoedig gingen er stemmen op. om de Kathedraal te herbouwen. Dat de plannen intasscben werkelijkheid zijn geworden. toont deae foto wel duidelijk vervolgens die thans zijn, voor ingericht zes niet groote woningen voor een lage huur van pl. m. f 2.50, bestemd voor menschen van pl. m. 50 <aar welke minstens 3 iaar in de gemeente wonen Te gelegener tijd zal een desbetref fend voorstel in den raad komen. Voorts vraagt spr. de sanctie van den ge meenteraad voor het plan van B. en W. om- tijdens den verbouw van het slachthuis de' slachtingen en keuringen in het slachthuis te Alkmaar te doen plaats hebben, tegen een vergoeding aan de gemeente Alkmaar van de helft van de keur- en slachtloonen. De near ZEILER vraagt of er overleg met de slagers is gepleegd. Weth. BOGTMAN deehng aan één slager gedaan te hebben. Getracht zal worden dezen toestand zoo kort moge lijk te laten duren. De heer ZEILER Wanneer zal het werk volgens het bestek gereed komen? Weth. BOGTMAN N« a'r maand. De heer MARTIN acht met het oog op de arbeidswet overleg met de slagers toch wel gewenscht de slagers hebben toch reeds veel tijdverlies. De VOORZITTER merkt op, dat er toch geen andere weg gevonden kan worden daarom hebben ,B. en W. in principe reeds De weg door het bosch De VOORZITTER doet mededeeling van het schrijven van het comité van Actie, houdende mededeeling van de in de ver gadering van 10 Maart 1.1. aangenomen motie terzake het behoud van het Bergerbosch Zonder daar een weg voor doorgaand ver keer doorheen te leggen. De heer H. SWAAG ts over het advies van B. en W. heel slecht tevreden in de comité- vergaderingen van den raad heeft de burge meester medegedeeld, dat slechts tn de heel verre toekomst de mogelijkheid van den weg doot het bosch bestond. Uit de mede- deelingen blijkt thans, dat zoo goed als vast staat dat de weg er komt deze is tenminste op het Prov wegenplan geprojecteerd. Er bestaat dus gevaar voor de toekomst. Spr vraagt hoe het komt, dat in de stukken van Prov. Suten steeds gesproken wordt van „het gemeentebestuur van Bergen", terwijl «och de Raad nooit m dezen gekend is. Spr. kan zich m geen geval met het advies van B. en W vereenigen, daar dit advies spr. geheel verkeerd lijkt. Aan de hand hier- De VOORZITTER zegt op de protestver gadering een juiste toelichting gegeven te hebben. Wat de geheimhouding betreft de Sta ten hebben van de Zaak gerept, maar aldus spr. dat is niet onze schuld. Toch is van de détails niet gerept, hetgeen hier uit blijkt, dat enkele gepubliceerde cijfers niet juist zijn. Spr. vindt het niet prettig, dat hier ge sproken wordt van kwalijk nemen, van ver keerde voorstellingen en dergelljke. Spr noemt voorts den weg in het alge meen en in verbinding met andere wel een belang; de Provincie kijkt, waar een weg noodlg is en voorts hoe die weg dient aan gelegd te worden uit een groot wegenplan be zien Het is geen primaire of Provinciale weg maar een weg noodlg voor deze streek; wij wenschen een verbinding tusschen Eg- mond en Schoor!. Als de weg er zou komen, zullen wjj aldus spr. zeker de voor waarde stellen, dat hij vrij moet blijven van bebouwing. Wat betreft de verbinding Noord-Zuid. welken weg u kiest, maakt niet uithet lokaal belang is er mee gediend; als de Staten de zen weg verkiezen, past het ons. ons daar bij neer te leggen, tenzij blijkt, dat het al gemeen belang er door geschaad wordt; af keuring lijkt spr. niet noodig en we mogen dankbaar zijn, dat Bergen in het Prov. We genplan voorkomt. Wat de kosten van den weg betreft, kan spr. niets zekers zeggen; in ieder geval zal de weg een juweel worden, dat in geen deel het rustige cachet zal schaden; een weg langs den duinvoet zou spr. betreuren; door het duin zou men een van de mooiste we gen krijgen, zooals bijv de Middagterallee. Spr. raadt ernstig overleg aan en moet het gedane voorstel Prov. Staten te ver zoeken den weg van het Prov. Wegenplan te schrappen ten sterkste ontraden. De heer Dr. HEMELRIJK vindt het een delicate kwestie; er zijn tweeërlei belangen mee gemoeid; wat niet aangekocht wordt, gaat verloren, iedere eigenaar verkoopt zoo gauw en zoo graag mogelijk. Spr. vraagt den voorzitter, of hij de notu len van Prov. Staten onjuist acht. De VOORZITTER: Ja zeker. Dr. HEMELRIJK: Daar valt dus niet meer over te spreken. Spr. blijft echter bj) zijn verzoek aan Prov*Staten; andere mogelijk heden kunnen aanvaard worden; doch spr. handhaaft zijn voorstel. De VOORZITTER noemt den verbindings weg Eeuwige Laan-Komlaan financieel ge sproken voordeeliger; doch niet wjj alleen aldus spr. bepalen den weg. doch de Pro vincie heeft dezen geprojecteerd. Dr. HEMELRIJK: Als de Provincie hem geprojecteerd heeft moeten we met des te meer klem ons verzoek doen; het risico, dat de weg door het bosch er komt, is te groot; de omweg, dien de toeristen zonder dien weg moeten maken, is niet zoo groot. De VOORZITTER merkt op, dat de weg nog niet op het uitbreidingsplan gezet is, omdat deze kwestie nog niet geregeld is. Spr. raadt aan nog even af te wachten en den weg eerst te laten uitpalen en te laten uitleg gen. Dr. HEMELRIJK: Ik begrijp niet, waar om u zoo op dien weg staat. De VOORZITTERDe weg is een alge meen belang. Weth. BOGTMAN noemt den weg ook een groot economisch belang; een belang van grondeigenaren; als Bergen goede ingezete nen kan houden in de gemeente, is dat een gemeentebelang; ook spr. acht den weg van belang. De heer ZEILER acht den weg als ver keersweg noodig. een weg Eeuwige Laan Komlaan kan nooit het verkeer verzwelgen. Spr steunt het denkbeeld van B. en W om eerst eens een nader onderzoek naar de ligging van den weg in te stellen. De VOORZI1T ek begriljvt. dat de heeren het ijzer willen smeden als het heet is; toch wil spr. voorstellen een commissie van 3 jiersonen uit den Raad te benoemen, die met B en W. de zaak onderzoeken; daar zou spr. zich volkomen mee vereenigen; spr. is er te gen. ZOO maar, zonder meer te verzoeken, den weg te schrappen De heer Dr. HEMELRIJK accepteert dit voorstel niet, omreden B. en W dit hadden moeten doen vóór dat de weg op het plan gebracht was. de weg staat niet als toerweg op het plan, maar als onderdeel van het Prov Wegenplan. Elke poging om de duinen te doorkruisen Ls te gevaarlijk en daarom moet daaraan ontkomen worden: spr blijft op zijn stand punt staan en hoopt, dat de meerderheid van den Raad zulks ook zal doen. De heer BRUGMAN steunt het voorstel van den Voorzitter, om een commissie te be noemen^ De VOORZITTERDe weg is niet door B. en W op het Prov. Wegenplan gezet; wij waren, voor het verschijnen van het Prov. Wegenplan zelf benieuwd of hij er op zou staan De heer SWAAG acht een commissie een gevaarlijk experiment: spr. ts 30 jaar lang Bergenaar en voldoende met de situatie be kend: spr. voelt niets voor den weg en hoopt, dat hjj van het Prov. Wegenplan wordt af gevoerd. Dr. HEMELRIJK: Als we den weg in het geheel niet wenschen. dan wenschen we ook niet een commissie De heer DEN DAS belieht nogmaals de flnancteele kwestie. Als men nu eenigszins toegeeft, zou men later moreel verplicht zijn de belofte na te komen en spr. wenscht zich niet moreel te verplichten. Het bosch is als natuurmonument niet alleen een belang voor Bergen, maar voor de heele provincie. De VOORZITTER vindt het voorstel-He- melrjjk niet goed gefundeerd. De heer Dr HEMELRIJK handhaaft zijn voorstel Als het verworpen wordt, kan het voorstel van B. en W. in stemming kranen De heer DEN DAS noemt het roomt oi 'gevraagd worden den weg van het Prov wegenplan af te voeren. De heer BALTUS merkt op, dat in dezen de heer Zeiler alleen vrij uitgaat, wat de voor standers van dit voorstel van B. en W. be treft. Alle op de protestvergadering aan wezige raadsleden gaan met het zaakje van Klomp accoord ook de heer Brugman. De heer APELDOORN Ik ben blij, dat ik niet op de protestvergadering geweest ben. De heer BALTUS stéunt het verzoek van den heer Swaag. De heer BRUGMAN De heer Baltus wekt den schijn alsof reeds besloten was, dat de weg er komt. De heer ZEILER herinnert er aan, hoe hij een van de zwarte schapen was, die tegen de motie op de Protestvergadering stemde. Er bestond daar echter geen gelegenheid de motie te bespreken. Spr. was tegen de motie, omdat deze een misverstand bevatte. Spr. wil niet het woord misleiding gebruiken, of schoon er wel tot eenige misleiding aanleiding is gegeven. Er werd n.l. in de motie beweerd, dat er plannen zijn om vanaf „De Fransch- man”, dwars door het Berger Bosch een weg te maken naar de Zuidlaan, voor doorgaand verkeer dat wekt den indruk, alsof de weg dwars door het Bosch zou komen, hetgeen niet het geval is. Steeds is besproken, den weg om het Bosch te leiden, hetgeen echter de moeilijkheid meebracht van den ingang bij „Vrouwtje aan Duin”. Spr. herinnerde aan de uitlating van den beer Colnot, die zeide, dat het hem niet kan schelen, als de weg verderop zou komen ook spr. zou het buitengewoon jammer vinden als het Reigerbosch geschaad zou worden. Het is overigens met alleen een belang voor Bergen, dat de weg er komt, maar een algemeen streekbelang. Spr. is daarom voorstander van den weg en zal er altijd voor blijven streven. De heer BOGTMAN aanvaardt het protest voor zoover het van de Raadsleden komt van het Comité aanvaardt spr. het protest met bijna alle leden van dit Comité zijn leden van de Berger Schoolvereeniging, die den bouw van de school in een van de mooiste gedeelten van het Berger Bosch gevraagd hebben, waartegen spr. indertijd sterk geprotesteerd heeft. Er was heel goed een ander terrein te vin den Spr. verwijt het comité struisvogelpoli tiek. Was die school er nooit geweest, dan Zouden nu meer hectaren grond aangekocht kunnen worden. De heer DEN DAS maakt er B. en W. een verwijt van. dat de door den Voorzitter opgelegde geheimhouding in comitéverga- deringen over deze kwestie, nooit is opgehe ven. Dit *s des te akeliger voor een raadslid, als hij moet ervaren, dat langs anderen weg die geheimhouding mets waard was spr. houdt er niet van, als hem als raadslid iets gevraagd wordt, dat hij er om heen moet draaien en verzoekt B. en W. in het vervolg die geheimhouding spoediger op te heffen. Zooals B. en W. voorts deze zaak hebben voorgesteld, vindt spr. het te lauw. Spr. heeft uit de stukken van Prov. Staten den indruk gekregen, dat bij Prov. Staten de gedachtengang is vastgeroest, dat die weg er komt van „De Franschman" tot „Vrouw tje aan Duin.” Spr. kan zich geen enkel trace indenken, door de duinen naar „Vrouwtje aan Duin”, dat het natuurschoon niet zou schaden. De heer HEMELRIJK Een weg door de lucht. De heer SWAAG Een tunnel. De heer DEN DAS merkt op, dat zoolang het terrein bij particulieren in bezit was er nooit een plan voor dezen weg geweest is nu een overheidslichaam het terrein over neemt. komt wel de gedachte op aan dien weg. Als we zouden krijgen een weg langs den duinvoet, dan zou de weg duur gekocht Zijn. Beter is het, dat de gemeente de zaak ge heel in handen neemt. In dezen zenuwsloo- penden tijd is het noodig, dat er een rustige wandelgelegenheid is als het Heilooér Bosch en het Berger Bosch als de weg er zou ko men, Zou het niet slechts een toerweg worden, maat een race-weg en de rust van het Bosch zou verdwijnen. Als gewacht wordt te protesteeren tegen dit plan, zal het spoedig te laat zijn, omdat dit plan met het geheele plan samenhangt en alle andere wegen gebaseerd zijn op dezen weg. Wanneer het geheele plan voor een groot deel zal uitgevoerd zijn, is het te laat om dezen weg nog van het w’egenplan af ge voerd te ktijgen. De heer Dr. HEMELRIJK De deugd moet men in de kiem smoren. De heer DEN DAS wijst op de mogelijk heid, om een anderen weg aan te leggen dan door het bosch. Wei de andere gemeente, doch met Bergen heeft belang bij dezen weg door het bosch. Spr. merkt op, hoe verschillende staten leden indertijd subsidie aan Schoort voor den weg voor autoverkeer langs de duinen weigerden, omdat volgens hen deze mooie weg voor het toerisme gespaard diende te blijven het is onlogisch geredeneerd, als men nu wel een weg wil aanleggen, waar door het natuurschoon geschaad wordt. Het toerisme vindt in den weg Alkmaar- Helder een renweg en is met dezen weg toch met afdoende gediend. Dr. HEMELRIJK bespreekt allereerst de voorstelling van zaken door B. en W. Als het voorstel, om Ged. Staten te verzoeken, den weg van het plan ai te voeren, wordt aangenomen, slaan B. en W. een raar figuur met dat spr. daar bezwaar tegen heeft, want zij hebben het dan zichzelf te wijten. Maar aldus spr. wij zijn mede ver antwoordelijk voor die beraadslagingen, die B. en W. met Ged. Staten gevoerd hebben. Het is moeilijk nu te zeggen, dat we niet met dit plan akkoord gaaan, daar zooals uit de notulen van Prov. Staten blijkt het gemeentebestuur van Bergen dien weg door het Bosch, van „de Franschman” naar Duin- vermaak aansluitend op een weg door het Geestmer-ambacht een betere oplossing vond dan den door den Hoofd Ingenieur geprojec teerden weg over de Voert naar den Berger- weg. Als spr. van B. en W. gehoord heeft, dat deze notulen niet juist zijn, bestaat die moeilijkheid natuurlijk niet. In die notulen st^at echter uitdrukkelijk, dat het Gem. -Bestuur van Bergen, niet den weg langs den Voert wil.de maar heeft aangedrongen op den weg door het Bosch. Ofschoon toen op dien weg werd aangedrongen, zal nu ver zocht moeten worden dien weg van het wegenplan te schrappen de Raad zal echter aanvoeren, dat hij onbekend was met het feit, dat B. en W. op dien weg hebben aan gedrongen- Spr. sluit zich bij de heeren Swaag en Den Das aan en stelt voor Ged. Staten te verzoeken den weg van het Prov. Wegenplan af te voeren. B. en W. aldus spr. zijn te ver gegaan; dit neemt spr. hen niet kwalijk, alleen hadden zij in hun memorie van toelichting zulks moeten erkennen er blijkt echter mets hiervan uit het heele advies. B. en W. zijn - --jujden 21) moeten zaak hadden zij niet zoo moeten stellen. Als die I wacht, dat het plan reeds zoo'n vasten vorm notulen juist zijn, komt de zaak spr. een I sou hebben als thans blijkt. De heer DEN DAS merkt op, dat in de«e kwestie het belang van de Adviescommissie duidelijk is gebleken, de heer Blank, die bij de Begroeting bezwaar tegen deze com missie maakte, kan deze bezwaren thans we' laten varen. Conform besloten. Voorstel tbt vaststelling van rooilijn*» aan de Dorpsstraat, Raadhuisstraat en Hof- laan, vanaf de Schoolstraat tot het perceel van den heer Passer aan de Hoflaan. B. en W. stellen voorop het te dezer zake ingekomen bezwaarschrift van Mevr. J. C. DekkeriMaathuis, afwijzend te beschikken. Volgens de aan de Raadsleden en niet aan de pers verstrekte bijlage grondt me va. Dekker haar bezwaren op het feit, dat de ontworpen rooilijn langs de Dorpsstraat alleen blijkt te zijn ontworpen voor de beide haar toebehoorende perceelen en niet voor het verdere deel dezer straat, wat zeer eenzijdig is en niet billijk. Ook de verdere straatverbree- ding op den hoek Raadhuisstraat-Dorpsstraat wordt alleen gevonden door het vaststellen van een rooilijn, ten koste van meergenoemd perceel, hetgeen onbillijk is en de eigendoms rechten en belangen van adressante op niet te aanvaarden wijze aantast en benadeelt, terwijl juist voor het inkomend verkeer in de Dorps straat een verruiming aan de andere. Weste lijke of rechterzijde, gewenscht is, terwijl ook de zonder reden zeer willekeurige inspringende hoek geen zin of reden heeft. Adressante verzoekt daarom den Raad op biilijkheidsgronden de wegverbreeding eventueel te vinden naar beide zijden, ge meten uit het midden van den thans be- staanden weg en de rooilijn, inplaats van 5 tót 6 M. naar binnen, hoogstens M. binnenwaarts te brengen aan de Dorpsstraat tot de Raadhuisstraat en bovendien den inspringenden hoek te laten vervallen, zoo wel als den inspringenden hoek aan de Raadhuisstraat en het ontwerp-Raadsbesluit in dezen geest te wijzigen. B. en W. deelen in hun toelichting den Raad mede, dat ook een rooilijn is ontworpen aan de overzijde het drukke verkeer maakt een behoorlijken afstand tusschen de' be bouwing ter plaatse dringend noodig, zoodat het B. en W. minder wenschelijk voorkomt, dat zooals mevr. Dekker verzoekt de rooilijn op hoogstens 2 1 Meter uit de weg grens bepaald wordt. Voorts zijn B. en W. van oordeel, dat de gelegenheid tot bebouwing van het bedoelde perceel eer gunstiger dan ongunstiger wordt, terwijl zij er tenslotte de aandacht op vestigen dat de rooilijnen in overleg met de advies commissie voor Noordhollandsche gemeenten Zijn ontworpen. De heer DEN DAS vraagt welke bebou wing B. en W. bedoelen. De VOORZITTER merkt op, dat er eventueel winkelbebouwing kan komen. De heer BALTUS vindt de vorming van scherpe inspringende hoeken niet mooi voorts meent spr. dat deze verandering den grond niet ten goede komt. De heer BALTUS vrifagt of B. en W. niet te ver in het eigendomsrecht ingrijpen. Dr. HEMELRIJK vraagt of al eens on- derhandelmgen zijn gevoerd om van den tuin van de pastorie een stuk af te knijpen, om den hoek minder scherp te maken. De heer DIRKSON kan zich niet met de voorgestelde rooilijn vereenigen, omdat hierdoor de fam. Dekker te zeer benadeeld wordt als de gemeente grond noodig heeft, moet ze dien maar koopen. De heer ZEILER heeft geen “Sezwaa» tegen de vaststelling van deze rooilijn. Op den duur echter geeft deze rooilijn geen afdoende oplossing spr. geeft m overweging de onderhandelingen weer te hervatten, betreffende den tuin van de pastorie het lijkt spr. van bet grootste belang aan beide zijden grond aan te koopen. De VOORZITTER verzoekt bij de zaak te blijven. De heer SWAAG meent, dat verbetering gezocht moet worden aan de zijde van de pastorie. (Op verzoek van den heer BALTUS gaat de raad in Comité). Na heropening merkt de heer DEN DAS op, dat de Prov. Adviescommissie zich hier in gemoeid heeft hetgeen spr. niet juist acht. Men weet nog met, hoe dit perceel bebouwd zal worden, daarom ziet spr. het nut van dien hoek niet in. Spr. kan zich met deze rooilijn wel vereenigen, omdat het eigendomsrecht niet wordt aangetast. De heer MARTIN wijst erop, dat het terrein verzwaard zal worden als 1/3 ervan 1 gaan. JK vindt het terrein kans op bebouwing. Daar de Adviescommissie haar oordeel geeft, wil spr. ook al ziet hij het nut van dit advies niet in er zich bij neerleggen. De VOORZIT 1 ER brengt het voorstel in stemming, dat wordt aangenomen met 8 tegen 3 stemmen. Tegen de heeren Swaag, Dirkson en Martin. Voorstel om van den heer T. van Diepen onderhands aan te koopen een strook grond voor verbreeding van den Bergerweg, gele gen langs de Zuidzijde van den Bergerweg, ter grootte van pl. mm. 5.80 M. bij pl. min. 2 M. van het kadastrale perceel, gemeente Bergen, Sectie A. no. 2800, tegen een koop prijs van f 2.50 per M2. De strook grond sluit aan op de reeds van denzelfden eigenaar aangekochte strook grond grootte 11.60 M2 koopsom f 29.- plus overdrachtskosten. Conform besloten. Aanvraag van het Bestuur der R. K. Jongensschool voor gewoon lager onderwijs, om voorschot op de gemeentelijke vergoeding overeenkomstig art. 101 der Lager Onder wijswet 1920 voor het dienstjaar 1930. B. en W. stellen voor het voorschot te bepalen op 80% van 24 leerlingen x f 9.56 (gemiddelde kosten per leerling der openb. lagere school over 1927) is f 183.55 en de uitkeenng te doen geschieden in vier zooveel mogelijk gelijke termijnen, verschijnende 1 April, 1 Juli, 1 October en 31 Dec. 1930. Conform besloten. Aanvragen der Besturen van de R. K. Bijz. lagere school „St. Ursula” de R. K. Bi)Z. U.L.O. school „St. Antonius” en van de Bergerschool-vereeniging voor hare scho len voor gewoon en uitgebreid lager onder wijs, om de gemeentelijke vergoeding bedoeld in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 over het dienst-jaar 1927. B. en W. stellen voor, de gemeentelijke vergoeding over 1927 vast te stellen voor d: a. St. Ursulaschool op 31 x ƒ9.56 of 2877.56 b. St. Antoniusschool op 61 x 35of ƒ2135.-F/394.78 (voor vakonderwijs) of in totaal op 2529. c. Berger School Vereenij harer lagere school op I J 585 55 d. Berger School Vereeniging ten behoeve, harer U.L.O. school op 22 x f 35.— of f 770. Conform besloten. Aanvraag van het Bestuur der Berger School Vereeniging om overeen komstig art. 72 der Lager Onderwijswet 1920 ten behoeve van haar school voor gewoon lager onderwijs uit de gemeentekas de benoodigde g, te verstrekken voor inrichting eener gek8.„- heid om onderwijs m de open lucht te geven. B. en W. adviseeren deze aanvraag om bericht en raad in handen van hun College te stellen. Conform besiotea. „Indien binnen den termijn, in art. dezer verordening gesteld, door B. en geenerlei beslissing is genomen, begint de in de eerste alinea van dit artikel bedoelde termijn van dertig dagen te loopen op den derden dag na dien, waarop uiterlijk eene be slissing door B. en W. had behooren te zijn genomen.” De toevoeging van het 2e lid was abusie velijk weggelaten. 2e. Art. 33 te lezen als volgt „Wanneer tusschen twee gebouwen aan dezelfde straat gelegen eenige ruimte wordt opengelaten, moet de afstand daartusschen ten minste één meter bedragen. Ten aanzien van de erfscheiding tusschen twee bouwterreinen geldt het voorschrift, dat de zijgevel, hetzij op de scheiding wordt geplaatst, hetzij daarvan ten minste l meter verwijderd blijft. Indien de zijgevel van het naastliggende gebouw zich op een afstand grooter dan 0.12 M. (snijding) en kleiner dan 1 Meter uit de erfscheiding bevindt, is het plaatsen van den zijgevel op de erfschei ding verboden. Bedraagt de afstand tusschen twee zij- 1 ge veis minder dan drie meter, dan mogen n de aan deze ruimte grenzende wanden van woningen geen vensters worden aange bracht dan met vergunning van B. en W.” De aanvankelijk voorgestelde redactie beoogde als regel de kleine tusschenruimten van 1224 c.M. te kunnen weren daar, waar zulks niet mogelijk zoude blijken, ware ontheffing te verleenen. Deze laatste bevoegdheid is thans dan ook komen te vervallen. Tevens wordt van deze gelegenheid bruik gemaakt bovendien voor te stellen ie. de eerste zinsnede van art. 34 aan te vangen met de woorden „Behoudens het geval, bedoeld in art. 679 van het Burgerlijk Wetboek” (is het verboden straatwaarts van de rooilijn, palen, hekken, stoepen.... te maken of te houden). Zulks om alle misverstand uit den te ruimen. ae. in art. 83, 4e alinea, het tweemaal voorkomende „minstens” te vervangen door „ten hoogste", hetgeen de bedoeling weer geeft. Conform besloten. Verzoekschrift van den heer C. de Ruiter houdende verzoek om goedkeuring van een verkavelingsplan voor een terrein aan den Bergerweg, hoek Groeneweg, kadastraal bekend gemeente Bergen, Sectie E Nr. 308. Aanvrager verzoekt het terrein te verkave len in 5 perceelen en wel voor het hoek- perceel (Bergerweg-Groeneweg), waarop reeds een woning is gebouwd, een front- breedte aan te houden van 33 Meter en voor de overige 4 perceelen 47 Meter of voor de 5 perceelen de frontbreedte te bepalen op 44 Meter. Burgemeester en Wethouders deelen den Raad naar aanleiding van vermeld adres, het navolgende mede In Juni 1928 werd adressant medegedeeld, dit de bewuste terreinen in verband met de lage ligging, zonder meer niet geschikt waren om te belxiuwen, zulks aan de hand van artikel 18 der bouwverordening. Aan bezwaren van B. en W. zoude o.a. tegemoet gekomen worden, indien bij iedere woning een terrein ter breedte van tenminste 50 M. aanwezig zoude zijn. De Raad verklaarde zich met deze ziens wijze van B. en W. te vereenigen. Zulks is adressant bij schrijven d.d. 24 Augustus 1928 medegedeeld. Waar de maat van 50 M. een minimum- maat is, die in dit geval niet zoude leiden tot onbebouwbaarheid van een oud kadastraal perceel en ook overigens niet tot abnormaal grootere terreinindeeling dwingt, adviseeren B. en W. den Raad op het request afwijzend te beschikken. Conform besloten. Adres van den heer D. W. Beijllonse te Amsterdam, houdende verzoek om in af wijking met de afwijzende beschikking van B. en W. alsnog vergunning te verleenen voor den bouw van een woning aan de Hertelaan. B. en W., gezien het advies der Advies commissie voor Noordholl. Gemeenten voor bouwontwerpen en uitbreidingsplannen, zijn van oordeel dat het bouwplan niet voldoet aan de ingevolge art. 17a der Bouwverorde ning te stellen architectonische eischen, in verband waarmede zij den Raad adviseeren op het adres afwijzend te beschikken. besloten. Weth. APELDOORN merkt op dat het met wel mogelijk is om te slachten enz. tij dens de bouwwerkzaamheden de hygiëne eisclit, dat er naar een andere gelegenheid wordt uitgezien en er is maar één weg Alkmaar. De heer DEN DAS vraagt, of in het be stek de bepalingen van de Coll- Arb. Over eenkomst zijn opgenomen. De VOORZITTER Deze zijn er uit drukkelijk in opgenomen. De Raad dezer gemeente vergaderde gister middag voltallig. Er bestond op de publieke tribune zeer veel belangstelling, zulks met het oog op het ingekomen adres van het Comité van Actie, voor het ongeschonden behoud van het Berger Bosch, waarin de Raad werd uitgenoodigd Gedeputeerde Staten ts verzoeken, den door het Berger Bosch ge- proiecteerden weg van het wegenplan af te voeren. Zooals wij in ons nummer van Woensdag konden publiceeren, stonden B. en W. af wijzend tegenover dit verzoek en stelden zij den Raad voor, eventueele stappen in dezen bij Ged. Staten achterwege te laten. Het feit, dat wij, door medewerking van een raadslid, in staat waren, deze zienswijze van B. en W. te kunnen publiceeren, had de belangstelling gaande gemaakt, zoodat de publieke tribune zoo druk bezocht was, dat ze zelfs te klein bleek. beetje verdacht voor, alsof er een Juchtje aan de zaak is spr. neemt het B. en W. kwalijk. Ook de taktiek van B. en W. bespreekt de heer HEMELRIJK als B. en W. dezen weg gepousseerd hebben en hij zou ook op het uitbreidingsplan staan, dan zou spr. daar een bepaalde taktiek in zien. Als we niet gewaarschuwd waren in de pers aldus spr. dan had het protest voortgeziekt en touden we groote moeilijkheden gekregen hebben <m er op terug te komen. Deze taktiek van B. en W. komt spr. onbegrijpelijk voor als een zaak als deze zoo'n opschudding wekt bij burgers en raadsleden, is er dan niet een belang van Bergen mee gemoeid. Het nut of het belang van den weg ziet spr. niet in. Ais er een geschikte oplossing te vinden is met het behoud van het Bosch, moet die aanvaard worden. Door dezen weg wordt de rust gestoord*; als er niet ingegrepen wordt, blijft er geen mooi plekje meer open. Deze weg is voor Bergen van weinig belang spr. geeft den heer Zeiler in overweging geen wegen maniak te worden. Als terwille van het toeris me een weg van een ton moet worden aan gelegd'is dat voor Bergen een duur grapje. Het verkeer door Bergen moet ontlast wor den; Bergen heeft er geen behoefte aan om z(jn duin en bosch te versnipperenwel is het een belang met het oog op de vreemde lingen. die zomers komen, dat dat alles be houden blijft. Het verkeer uit de richting Alkmaar is veel grooter dan dat uit de richting Castri- cum; ook al was het omgekeerde het geval, dan bleef spr. nog op hetzelfde standpunt staan; als het verkeer op Breelaan en Dorp straat door dezen weg ontlast zou worden, dan zou er nog een belang mee gemoeid zijn, dit is echter niet het geval. Bergen moet le ven van de menschen. die een dagje komen en van de pensiongasten, maar niet van de automobilisten, die er maar doorjakkeren. Men komt niet in Bergen om auto te rijden; het is volslagen onzin zoo'n offer te bren gen voor een toerwegals het verkeer op andere wijze geleid kan worden Dat B. en W de oplossing Eeuwige Laan- Komlaan aan de hand gedaan hebben, blijkt niet uit de notulen van Prov. Staten. Deae weg zou de kom van het dorp ontlasten en zou niet zoo duur zijn. Spr. concludeert, dat het belang van den weg voor het verkeer nihil is; het belang voor het toerisme gering, maar de schade en het flnantieele offer veel te groot. Van ontsluiting van het natuurschoon voor autorijders is geen sprake, daar deze er doorheen rennen en het landschap als een film zien. Daar kunnen wij Bergen niet aan opofferen. De heer ZEILER: We moeten beginnen met alle hulaen in de Eeuwige Laan af te breken. De heer HEMELRIJK; Ik zou de eerste zijn die daaraan zou medewerken; dan kruip ik wel ergens anders; Spr. stelt reeds zijn terrein zooveel mogelijk voor natuur-liefheb- bers open. Spr. vreest, dat het Jachtpad en dergelijke laantjes verloren zullen gaan. Bergen verliest heel veel van zijn pittores ke plekjes. De kosten van den weg zijn ontzaglijk en kunnen wij dat verantwoorden? Boven dien geldt het een weg van twijfelachtig be lang. het geld kan beter besteed worden voor aankoop van meer terrein als natuur-monu- ment; als spr. voor de keuze gesteld werd, een weg of een bosch. dan zou spr. niet aarzelen het laatste te kiezen Spr.’s slotconclusie is, dat een weg door het bosch, zonder de natuur te schenden, onmogelijk is. Spr. stelt daarom voor, om namens het gemeentebestuur van Bergen Ged. Stalen dringend te verzoeken den weg af te voeren van het Prov. Wegenplan: en als de Provin cie zegt, dat die weg nog niet vaststaat, dan is het niet overbodig, dat wij ons uitspreken, dat we den weg biet wenschen. 4 Weth. APELDOORN ontkent, dat B. en W. op geheime manier deze zaak behandeld heb ben; in de comlté-vergaderingen is er wel over gesproken; spr. voelt wel voor den weg, die niet door het bosch en het Relgersbosch, maar wel er omheen zou loopen. Als de leden meenen. dat B. en W. hen erin hebben laten loojien, dan hadden zij in de comlté-verga deringen meer moeten vragen. Spr. ziet ech ter dezen weg niet zoo zwart-gallig in; is echter mogelük. dat spr. mis kijkt. Er is altijd nog bosch genoeg over. De heer ZEILER vraagt, waarom in de comitévergaderingen nooit wat werd gezegd en wel nu na de protest-vergadering. Dr HEMELRIJK is van meening, dat B. en W. gezondigd hebben; de weg heeft reeds dergelijken vasten vorm aangenomen, dat hij op het Prov. Wegenplan voorkomt; dat wist de Raad niet, uit de notulen van Prov. Sta ten en uit de kranten hebben we zulks ver nomen; hadden we het geweten, dan zouden we er IA geheime vergaderingen wel over ge sproken hebben Spr. neemt het wethouder Apeldoorn kwa lijk. dat hij er thans nog doekjes om windt. De heer MARTIN verklaart zich ook een tegenstander van den weg en spr. betreurt de geheimhouding, die den raadsleden was opgelegd; spr. moest hierdoor, iemand die hem erom vroeg, inlichtingen weigeren en moest zeggen: ik weet nergens van; achter af bleek, dat Prov. Staten van alles wisten en dus wel konden inlichtenook spr. is over tuigd, dat het bosch een rustige en onge stoorde wandelplaats moet blijven. De heer BLANK bejammert het ook als de weg door het bosch er komen zou; het is nooit de opaet van de gemeente geweest, daar een weg te maken: spr. wil de natuur daar ongerept laten. De heer SWAAG merkt op. dat B. en W wel gesproken hebben van een weg in de verre toekomst, daarom had spr niet ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 20