pyj f O BI Tl i L r Elck wat goets Schoone zielen H E DEN Moderne tasschen Smakelijk eten Damesnach tjapon Nuttige wenken voor de huisvrouw Wat is myn kleur? - 5 du VE 4 •t n u INLEIDING n Op verzoek e i I 5! f- nnjr r •J*. ip u'', I OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Mgr. DUPANLOUF. RUSKIN. POLA. HERMAN GRAF KAY8ERUNO. ,o O MtmtMT. (bovenwijdte 120 c.M.) -JX. 'I o I I Ijl i DINY. I gBSR maakt alleen een goede Peteoieomvlekken kan men verwijderen met warm zeepsop. 1 I Zóó weet Ot Een lelie-ziel te bloeien; Heerlijk rein, in Goddelijke gratie: Laat ontbranden het Donderend avond-orkaan; Maar geen modder Ontwijdt er de ziel! (Hubert Buyle). van op Het Poetetetasoep op deselfde wijae als bo ven bereiden. Spinsde of pooteMnsoep met bawfltat Bij het doorgezeefde vocht met de Niet ons denken, maar ons doen is ten slotte het belangrijkste. Voor medelijden heeft de natuur velen een talent gegeven, voor mede-verblijden slechts weinigen. van 26 c.M, 15 c.M en een lange reep van 62 c.M., 5 c.M., voor de geer, welke er tusschen gezet wordt. Naai één deel tweed, 1 deel voering en 1 deel gaas op elkaar. Het gaas kont tusschen t tweed en de voering. De tweedstof vouwen we niet om, daar t geheel nog afgewerkt wordt met her. Als een heel klein meisje. Langs eenzamen veld-weg. Na vlijtige schooluren Huiswaarts keert: Verwal dé lokken van t spel, Ovaal gelaat, en Waterrelne oogen Ze draagt rond den hals. Aan een simpel koordje. Een kleine medalje Van wit metaal, (Want haar moeder is arm). „Goeden avond me kind”. Ze glimlacht naar mij! X xZ I I „tehuis”, vrouw. BÉ. 'Voer de bleeke blondine Dl injjn tuin. Draagt, heel hoog. Dan leliestengel Sneeuw-yrltten kelk. Glorieus aan De hemelen Jubelende zon: Stak op een storm. Plassende regen: Maar geen vuil Besmeurde de bloem. De getuigenis der menigte is niet het gewichtigst. Want in elk streved, in elke kunst, in elke wetenschap, ja zelfs in de deugd is het beste het zeldzaamste. CICERO. groente wordt 8 liter krachtige boufflcn gevoegd. Een uitje wordt in boter gefruit en met wat vocht door een zeef gewre ven, bij den bouillon gedaan. Deze aan de kook brengen met een stukje foelie en H ons tapioca en ongeveer een uur laten koken. Voor het opdienen de foelie verwijderen. Zoo gaat ergens een ziel. Eenvoudig en schoon. Door de wijde landouwen van *t leven. Maar diep uit uw verre Hemel-paleizen, Heeft uw eeuwig oog as herkend. O, Vader; Zie re glimlacht naar UI Schoone zielen, we gaan uw heerlijkheden verhalen! Rector O. VT8 Rector. We zien tn den laatsten tijd veel tas schen. welke een garnituur vormen met de shawl, handschoenen en ceintuur of passend bij een mantel, of een complet. We zien tasschen. meestal met een Hin ken grooten overslag, zonder Suiting, een gemakkelijk model, t welk men on der den arm draagt zijn. De vier beste kleuren voor straat- dracht zijn voor de bleeke blondine: Bleekgroen of mldden-groen; blauw groen (licht); henna of terra-ootta; va ren (grUs-groen). Blauwe oogen worden heel mooi aan gevuld door de eerste twee kleuren. De bleeke blondine heeft maar een be perkte keus en terwille der harmonie zijn talrijke nuancen haar ontzegd. Vermeden moeten worden: rood, denker groen, cérise, geel, lila, hel sterk blauw en alle schrille, levendige kleuren. De Inge wortelde meenlng, dat blauw blondines steeds het liefst staat gaat voor dit type niet op; het zou haar Integendeel akellg- Hets doen schijnen. Er zijn sommige vrouwen, die, door een of andere karakteristieke uiterlijke eigen schap te accentueeren, tot een ongewoon, exotisch type worden. Behalve wanneer dit met haar het geval is, moet de bleeke blondine geen effen zwart dragen, want dit verhoogt haar bleekheid. Haar zwarte japon moet verlevendigd worden door een weinig bleek- ot mldden-groen, en haar zwarte hoed met een tikje wit of zelfs een gesp of niet te groote speld In rood. En, waar crème of roomwit doorgaans zoo Hatteerend Is voor bijna alle types, zal de bleeke blondine toch bemerken, dat een matig gebruik van wat zacht- Mzsnr of een zwakke suggestie van tur koois het effect van wit in haar geval aanmerkelijk zal verhoogen. Teer llcht-grtjs, mits een heldere en geen „vuile” kleur, kan ze gerust dragen. DUB. Benoodigd: 1 M. ge werkte stof van 80 c.M breed. S M. effen stof. kleine knoopjes. Spianazteeoep De goed schoonge maakte spinazie wordt met het aanhan gende water gekookt; als ze geslonken en gaar is. op een vergiet gedaan, waarop men ze Hink laat uitlekken. Het spl- nazie-vocht wordt met een deel van de spinazie weggezet voor de soep. Het vocht met de spinazie door een zeef wrijven, zoo noodig water bjjvoegen, te zamen 2 liter, naar smaak. 1 ons boter en 80 gram bloem te zamen glad roeren op het vuur en de soep flink doorkoken. Dan doet men er 1 d.L. kookroom b(j en ten slotte een goed ultgeklopten eier dooier met een weinig nootmuskaat De soep opdienen met gefruite dobbelsteen tjes oud brood. Zuringsoep eveneens, doch tn plaats van nootmuskaat, neemt men fijne witte peper of Cayennepeper. Enkele zijn van een moderne streep- rlbstof of gerulto-geweven stof gemaakt, passende bij de shawl en zij zjjn afge werkt met leer, en hebben voor de slui ting een leeren knoop met knoopsgat. Weer andere bestaan uit een futuris tisch patroon, allerlei grillig gevormde stukjes vilt aan elkaar genaaid van harde kleuren, en voorzien van de bekende „Zip"-aluitlng. Deze sluiting is zper prac- ttach, en wordt vaak toegepast, en bij t zelf vervaardigen van een tasch kun nen we deze sluiting eveneens toepas sen. daar we dit artikel in de groote zaken per meter kunnen koopen. Veel zien we bij een tweed-costuum een tasch Van dezelfde stof. Onze teekentog toont zoo’n tasch, welke we zelf zeer goed kunnen maken. We hebben hiervoor noodig el tweed van M c.M breed, yt el artistieke zijde voor de voering, X el gaas voor de stevlgte en een reep van 35 c.M bij 1% c.M., zoo mogelijk van leer, peau de pêche, leerstof, of anders stevige ritetof en 38 cM. „Ztp”-sluitlng. Knip het tweed, de voering en het gaas, in drie deelen, twee De weg naar huiselijk geluk loopt over kleine struikelblokken, die we moeten ontgaan. I Gevernist hout reinigt men met vloei bare potassium en water. BU den drogist haalt men voor vijf centen van dat go®dJe en vermengt dit met 1 liter water. Óp het te reinigen hout doet men een weinig van dere vloeistof en wrijft dan stevig met een katoenen doek, dien men tot een Hinken dltken prop heeft gedraald, om te voor- dikke prop heeft gedraaid, om te voor- moeaakoolsaep van 2% L. bloemkool- water en bloemkoolresten, waarvan men een paar takjes achterhoudt. Het vocht met de overige bloemkoolstukjes door een zeef fijn wrijven en bij de takjes bloemkool voegen, 75 gram boter smelten met 80 gram bloem en met het vocht tot een gebonden soep roeren. J4 d.L melk of room meekoken gedurende eenlge minuten, dan een geklopten eierdooier en wat geraspte nootmuskaat bijvoegen met 35 gram in stukjes verdeelde boter en ten slotte de puree en de bloem konttakjes in de soep warmen. vlak voor bet opcüenen. is, aan de handen komt. Deze aouden daardoor )eelijk kunnen verbranden. Geel geworden pteneteeteea kan zeen weer helder krijgen met poeder van houtskool. Dit poeder ziften door een neteldoekach lapje, dan met oen weinig water tot een deegje roeren en daarmee de toetsen Insmeren en oumlddeUtjk uit wrijven, ZQden komen kan men praobUg repa- reeren met de zijde van oude zijden kousen. De oude kous, waarvan gewoon lijk het bovenstuk niet versleten is, wordt voorzichtig uitgetrokken en de draad op een kaartje gewonden. Deze zijde is dun en sterk en kleurt doorgaans beter bij de kousen, die gerepareerd moeten worden, dan gekochte zijde of gpiitkatoon. •n Huismoeder richtte tot ons het ver zoek, om eens wat te vertellen over het afkookwater van groente. Zij had dit tot nu toe steeds weggegooid en nu was haar verteld, dat zij daar nog best een lekkere soep van kon koken. Zeker me vrouw, dat Is waar. De beste voedlngs- deelen van de groente blijven juist in het afkookwater achter en daarom is het zoo zonde en jammer, dat ftoovele huis vrouwen dat water wegweken. Het kan verwerkt worden den volgenden dag in een heerlijke soep, mét de resten van de gebruikte groente van den vorlgen dag. Men kan er naar verkiezing een magere of door toevoeging van bouillon een krachtige soep van bereiden. Wij laten hier eenlge recepten volgen: O De vrouw strove naar de grootst Ban gelijke ontwikkeling, beschaving en vol making, neme aan geestelijken en wide lijken arbeid deel en late zich niet af schrikken door eenlg vooroordeel Al leenzjj blijve vrouw bij alles wat dj wil en doet; züj ontwlkkele zich tot het hooger vrouwelijke, tot een vrijer, edeler mensch, zij vervorme zich echter niet tot machine. Dat staat voor haar gelijk met in den dood te gaan. Zfj weae en blijve zichzelf: vrouw. Men kan een huls maken doch Dit Wfl komen u de heerlijkheden van Schoone Zielen verhalen. Toen God eens de H. Theresia in een visioen een blanke kinder-ziel toonde, sloeg zU haar handen voor haar oogen en riep uit: houd op Heer, of ik sterf van verrukking l De H. Catharina riep bjj het zien van een stel, in staat van genade, als bulten zich zelve bij den aanblik van dit hemel- schouwspel: als k niet wist, dat er slechts één God is, zou ik meenen een God te hebben aanschouwd I De stralende pracht van een ziel overtreft alles wat er aan natuurlijk, aardsch schoon bestaat. Zij is een ge heel andere zonne, dan die welke de aarde licht en warmte geeft. In haar diepte liggen gansch andere schatten vertoorgen dan die, welke de zwijgenoe afgronden van onze planeet bergen. Zij is een ander meesterwerk dan het schoon ste, dat ooit de geniaalste kunstenaar uit marmer of metaal te voorschijn riep, omdat zij het meesterwerk is van dien eenigen Goddelijk Artiest, die haar boet seerde naar eigen goddelijk model in den Hof van geneugten. (Gen. 1-36). Als kinderen, die stamelen over de wonderen van het heelal, zoo kunnen wil slechts over de wondere heerlijkheden van dat geheimzinnig rijk der ziele stamelen. Toch willen wU den gehelm- zinnlgen sluier, die voor dat stuk hemel land hangt, een oogenbllk weg schuiven en met de oogen des geestes doordringen in de duizelingwekkende vergezichten van Gods overrijke genade-schatten, opgestapeld tn de blinkende afgronden van een menschen-ziel. Een mystieke Thabor is een menschen- ziel, op welks hoogen blanken top de God heid woont in driewerf-stralend glorie- licht. (Ephes. V-8). Als een nieuw geldstuk draagt zij de Gelakte voorwerpen worden gereinigd door ze in te wrijven met een weinig olijfolie en meel en dan schoon te poet sen met een droog wallen lapje. Lak noch verguldsel hebben hiervan te lijden. den goeden onderkant laat den den spilt. worden geslagen. Het kraagje, dat ge 46 c.M lang en 30 e.M breed hebt geknipt, wordt aan den achterkant overgezoomd. De bies onder aan de mouw maakt ge 6 c.M. breed en moet in den vorm van de mouw aan den onderkant geknipt wor den. Nu kunt ge de mouwen In zetten De mouwnaad komt 3 c.M. meer naar voren dan de zijnaad van de nachtjapon. Voor sluiting maakt ge in het split UekM knoopsgaatjes. waarvoor de plaats u op de teekenlng wordt aangegeven. Op het onderbeleg kunnen dan de knoopjes aangezet worden. Sommige vrouwen kleeden zich naar hun oogen, d.w.z. ze laten zich bij het kiezen van hun lievelingskleur leiden door de tint daarvan. Maar wanneer b.v. ons haar opvallend mooi van tint Is, doen we het best, dit als uitgangspunt te kiezen boven alledaagsche oogen. En het ver standigst is het, de huidskleur te bestu- deeren, en te ontleden, uit welke tinten ze Is samengesteld. Wat aan ons uiterlijk het sterkst treft als mooi en blzonder, dat moeten we accentueeren. Vandaag zullen we eens zien, wat de bleeke blondine zooal kan dragen, en wat niet. De vrouw met lichte, eenlgszins doffe haren, en weinig natuurlijke kleur, komt bij kleedingkeuze voor moeilijke problemen te staan. Want ze moet niet alleen die sterke kleuren vermijden, die haar door het contrast geheel en al uit vagen, maar ze moet ook op haar hoede zijn voor te teere nuances, die haar per soonlijkheid al gauw zouden neutraliaee- ren en haar een „verschoten” uitzicht geven. Daar ze spoedig bleek ziet, zal ze dit 1 graag eenlgszins willen maskeeren, en ter zelfder tijd zal ze rekening willen houden met heur haar. Ze zal tot de ontdekking komen, dat groen, waarin het aanvullend rood schuilt, dat alle vleeschtinten verle vendigt, een wijze keus Is. Laten we het vooroordeel, dat alle groen per se bleek* maakt, toch eens laten varen. Zoolang we geen hoeden dragen met groen-gevoerden binnenrand, zullen we bemerken, dat groen juist teere types opvallend flat teert. De kleur mag echter niet te donker De opvoeding bestaat hi de veredeling, ontwikkeling en versterking van alle natuurlijke, redelijke en godsdienstige vermogens. De huiselijke haard Is het rijk der liefde, waar de moeder koningin la ken. Het apUt is na af- werfcing 4 cM. breed. Van effen stof knipt ge twee spil treepen. welke 33 cM. lang en 10 c M. breed zijn, waarna ge deze op bijna 3 cAL vanaf het midden op den verkeer den kant aan- en op kont overstikt en den van het spilt puntig toe loopen. Het kraagje wordt aan binnenkant opgestikt tot mid- voor, zoodot de 3 cM. van het die overblijven, tegen elkaar te Aspergesoep Het water, waarin dt asperges gekookt zfjn en waarin men de harde stukken en gewasschen schillen (dus bet afval) heeft laten meekoken, giet men ten slotte door een zeef en wrijft alles zoo fijn mogelijk. Men zorgt ongeveer 2% L. vocht te hebben. Van 85 gr. bloem en 75 gr. boter roert men op *t vuur een glad papje en voegt het vocht onder voortdurend roeren bij. Even door koken tot alles gebonden is, dan J4 d.L. room er bij koken en ten slotte 2 goed uitgeklopte eierdooiers met een weinig witte peper en geraspte nootmuskaat. Heeft men nog een restje asperges van den vortgen dag, dan verdeelt men die in kleine stukjes en warmt deze In de soep, even voor het opdienen. ZUn Bloed; met Zijn zielen, van verhalen! Als van zelf komt ons wéér voor den geest dat rag-f|jne herdersliedje van den Vlaamschen dichter Hubert Buyle, dat we reeds elders citeerden, maar dai ook zoo treffend juist hier past: Nu maken we de andere deelen even- zoo. Stik vervolgens de strook voor de geer op de machkie aan één zijde aan de ééne helft van de tasch en de andere zijde aan de tweede helft; zoodot door de strook de twee helften aan elkaar komen te zitten en zoo de tasch vormen. (Zie de schetsteekenlng). Vouw nu de bovenkanten van de tasch in en beves tig de „Zlp"-slultlng er aan. De tasch wordt rondom afgewerkt met leer of leer stof. Een andere aardige tasch kunnen ww maken met wollen borduurwerk. De grootte van de tasch is 25 cM. X 15 c M We kiezen kleuren, zooals zee- bruln, oranje en jade-groen. Het wordt gewerkt op stevig gaas, de rest van de tasch wordt gemaakt van een stevige rib- stof, twee lagen met gaas er tusschen voor stevlgte De steken worden gewerkt over zes draden van t linnen, behalve voor "t begin, den eersten boog werken we eerst over twee, dan over vier en vervolgens over zes draden, om 't onregelmatige effect te verkrijgen. ANEMOON. Op verzoek van één der Lc--_ tezeresaen wordt de nachtjapon, welke tn één der vorige artikelen be sproken is, op een bovenwijdte 100 C.M., nogmaals beschreven een bovenwijdte van 130 c.M. is reedvasm. alvorens tot het teeke- nen van het patroon over te gaan, even na te meten, of de rugbreedte (46 C.M.) voor de persoon voor wie de nachtjapon gemaakt wordt, juist te Men maakt dan het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het zóó op de stof legt, dat eerst het voorpand, dan het rugpand en daaronder de beide mouwen naast el kaar weggeknipt kunnen worden. Aan de zijkanten moet ge kleine geer tjes aanstikken, welke naast voor- en rug-pand wegvallen. De zijnaden en de naden van de mouwen kunt ge met een platten naad verbinden, waarna ge on der aan de nachtjapon een 3 c.M. broeden zoom instikt. Aan den voorkant rimpelt j ge den schouder in tot op 17 c.M.. waarna ge er den rugkant op kunt stik- Wel niet zoo dat we ons hoofd met veel omzich tigheid door een tram- of trelningang moeten wringen, wat een twintigtal jaren geleden het geval was, maar groot zullen de hoeden toch zijn. Hoe we ze bij een flink* zomerwindje op onze veelal toch nog kortgeknipte hoofdjes zullen houden Is me tot nu toe nog een raadsel, te meer daar we heusch niet meer tot over onze ooren in den hoed zitten, maar alle modellen een flink deel van ons voorhoofd laten zien. Natuurlijk vangen die groote hoeden niet zoo heel veel wind, doordat ze meestal doorzichtig zijn; paardenhaar, openge werkt stroo of imitatiekant zullen we veel zien. In De man is de kracht, de vrouw ds schoonheid; hij is de rede, die heerscht; zij de wijsheid, die aanspoort tot gema tigdheid; de eene kan niet bestaap zon der de andere en daarom heeft de Heer belden geschapen voor één doel. INDISCHE SPREUK. overeenstemming met de teOetten sullen veel zwarte hoeden gedragen worden, opgevroolijkt door een bandeau of strik van wit of omgekeerd. Natuurlijk moeten we bij elk toiletje een hoed hebben. Wie echter *n beetje economisch is aan gelegd, weet het wel zoo te regelen, dat haar hoed bij verschillende tolletjes gedragen kan worden. Er zal wel ten allen tijde een vraag zijn naar kleine hoedjes. Om ons niet aan de al te felle zonnestralen bloot te stellen, heeft Madame mode er alweer Iets op bedacht, n.l. de vollle, die van onderen een bles je heeft van stijve zijde, of een smal reepje vilt, waardoor zij om ons gezicht hangt als *n wUd uit-' staand rokje. Of veel dames zich dezen zo mer achter zoo’n gor dijntje zullen ver schuilen? beeltenis der Godheid. Zij B de eeuwig blanke tent, waarin Vader, Zoon en H. Geest hun stralenden troon opsloegen. (Joon: XIV-23). zij is van goddelijk ge slacht. (n Petr. 1-4). Een bloeiende Paradijs-tuln Is Zij, waarin God en Zijn Engelen wandelen in den middagstond, waarin die hemel- hovenier met eigen handen plantte den boom des levens, waaraan Hij. hing de gouden vruchten van zijn liefde en ge nade. Schoone ziel, gij ztft de levende boom, geplant door goddelijke hand aan de waterbeken, waarlangs het levend water stroomt, dat lescht de eeuwig dorsten den! Gij zjjt de majestueuze palm in het paradijs des geloofs, wier blanke vruch ten de eeuwige verten groeten! De hemelsche ceder, wiens koninklijke pracht onze oogen slaat tn de boei der eeuwigheid! Gij zjjt de blinkende parel, gevallen uit Gods kroon; de kostbare schat in den akker, voor welks bezit wjj alles willen verkoopen. Schoone zielen, die een God schiep naar Beeld; die HIJ kocht voor Zijn voedt met Zijn vleesch en vult tegenwoordigheid; schoone uwe heerlijkheden willen wjj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 14