DE REISV'EREENIGING VAN JAN MUIL
mJ
&5.
I
h
F
I
I
I
REGEN
Van alles wat
De tuintjes
(Dick Leeuwaard
I
CJBÜtJtÖ.
EG nBGB EEm BOB 0BBQ
I
jt;.
I
<1
L
b-
e
A
A
21 -
v
•o-
J
A
1 y/.-ttW
ftBQ.O
■s
MET PLAATJES VAN
DE B.L.N.S.
r
I
T
reef Ik Jullie
het hindert mij toch niaU
OVERNEMING UIT DEZE
»t
i
Ro. FRANKFORT
blaajja
M
KNIFKUNSTJB8
V
M.
H
cc* Keer
l
a
1
100.
nfl
iki-i
*t Was al voor den dim k«r.
Sahara eras. Wel aea keer achtereen
heel groote zandwoestijn waa aoo
tweede
zwanen.
hield zij veel. Behalve van de papavers
stelde zij zich veel voor van een paar
pioenrozen, waarvan de knoppen al mooi
gezwollen waren.
sen te lokken, ZJj had gelezen, hoe graag
die vogels papaverzaden lusten en hoe zij
onrijpe zaaddoozen met hun scherpe sna-
’k Voel m’n keepje al» een heitje
Net zoo veilig als een kluisje!
Regen, die kan mij niet deren.
Want m’n keepje is een leeren!
En het laat geen regen door.
Daar kreeg ik het immers voor!
Tikke-tak, tikke-tak,
Regen spettert op het dak;
Als de boomen staan te pruilen.
En de menschen vlug gaan schuilen.
Loop ik lachend door den regen,
Zie je wel, ik kan er tegen!
’k Stap maar rustig door de straten.
Wachten kan me heusch niet baten.
Nu ik toch naar school moet gaan,
'k Trok m’n regenkeepje aan!
Laat het regenen dat het giet.
Rijk maar eens, mij deert het niet!
ik wil haar niet
Pauline ver-
echter
vroeg:
110 De consul had tegen Ko Njjn gezegd, dat de baas
zelf moest komen. Zoo kwam het, dat Jan Muil per
soonlijk naar den consul toeging en *n diepe buiging
voor hem maakte.
Door de ziekte van Kees had de club
heel weinig aan de tuintjes gedaan. Dat
weinige had zich beperkt tot wieden en
enkele dingen zaaien.
Henk had ditmaal zin. eens wat prac-
tlsch nut van den grond te trekken. Toen
de club dan ook Woensdagmiddag bijeen
was om de tuintjes te bespreken, vertelde
hjj. dat ht) kropsla sou verbouwen.
Jan en Gerrit hadden hem goeden raad
gegeven: de grond was eerst flink omge
spit en bemest.
lil. Het Nikkertje was inmiddels op een goed Idee ge
komen HU had plaats genomen op den rug van
een biggetje en Uet Rob aoo rondrijden. Jan Muil
wou er niets van weten.
krijgen
eerst
dubbel
3
Reindert was nog nieuw in het vak.
Toch had hjj dankbaar gebruik gemaakt
van de aanbieding van mijnheer van
Voorden om ook een tuintje voor hem
af te zonderen. Het leek hem het aardigst
eens een verzameling bloemen van den-
zelfden vorm bijeen te hebben. Zoo had
hij om te beginnen doperwten gezaaid.
<Flg 8). Verder groote boonen. pronk
bennen en lathyrus; voor laatstgenoemde
planten had hij Ijzergaas gezet om ze er
tegenaan te laten groeien. Met hun ran
ken konden rij zieh vastgrijpen.
Aan Kees had mijnheer van Voorden
ook een tuintje aangeboden vóór hij ziek
werd. HU had er echter vriendelijk voed
bedankt, hij hield meer van dieren voor
planten kweeken had hij geen geduld.
Nadat heel den middag hard gewerkt
was, waren de tuintjes heel wat opge
knapt. Juist toen ze gingen uitrusten,
kwam er een verzoek van Kees, of ze
Jan had hem een soort aan de hand
gedaan, die goed kropte en niet gauw in
het zaad schoot. Mocht dit laatste toch
het geval zijn, dan kon hij nog genieten
van de slabloemen (Fig. II. Maar dit was
toch eigenlijk niet de bedoeling.
Tusschen de sla zouden uien gepoot
worden <Fig. 3). Ulenbloemen staan aller
aardigst.
Jan en Gerrit hielden zich broederlijk,
aan de aardbeien. Jan wou bovendien
probeeren wat slerpompoenen te vetten.
HIJ had ae in de kas opgekweekt. Nu de
grootste kans op nachtvorsten voorbij was,
wilde hij de plantjes in den vollen grond
zetten. Gerrit wilde een poging doen voor
augurken.
Ada was van plan van den vomer mee-
allemaa! een beetje kwamen praten. Aan
die ultnoodiging werd graag voldaan, en
aoo werd de rest van den middag gwillig
pratend doorgebracht.
1
te
Er was sens een erg arme houthak
ker. die slechts met heel hard werken
koet kon verdienen voor zichzelf
vrouw en zijn dochtertje, een heel
meisje, dat Pauline heette en aoo
dat ze best een prinses uit
Tikke-tak, tikke-tak.
Regen spettert op het dak.
Op de straten, tn de goten,
Rn de plassen lijken slooten!
Kijk. het regent dat het giet.
Maar i
t
Het waren leeuwen en krokodillen en zelfs was er ook een nijlpaard bij. En voor
het eerst van haar leven kreeg Netty ook een zebra te zien.
Maar jullie begrijpen wel. dat ze er allesbehalve mee in haar schik was. Want
wat wilden die beesten eigenlijk van haar?
Een der leeuwen kwam dichterbij, ging op zijn achterste poolen staan, en keek
Netty aan of hij een praatje met haar wilde malden.
Eerst kuchte hij *n beetje, maar toen Netty niets zei. werd hij woest en kwam
dreigend naar haar toe.
Netty dacht dat haar laatste oogenbllk geslagen was en begon verschrikkelijk
te gillen. En toen ze opkeek, dacht ze den leeuw recht in den opengesperden muil
te zien. Maar in werkelijkheid keek ze in de oogen van haar moeder, die naar boven
was gekomen om te zien wat dat gillen te beduiden had.
Nu eerst begreep Netty, dat alles maarkeen droom was geweest.
Maar sinds dien dag heeft Netty nooit -oneer vergeten wat de Sahara was.
I I ■ƒ- I
113. Maar Ko NVn. die zich evenmin aan de boosheid
van Jan Muil stoorde, sprong ook op een big en
rende zijn kameraad in draf achterna.
I
Kees hoopte maar, dat hU een volgende
maal weer met de club uit wandelen
mocht gaan.
.Waar vtt die?” vroeg THlpverbaasd.
.Kijk maar (Hg. de spoor is met
den steel vergroeid." Tusschea de gewone
geraniums stonden er ook met witom-
zoornde bladeren, waar Tilly erg trotsch
op was.
Tbos hield zich dit jaar aan begonia’s.
ZU had een heel aardig perkje van kleine
begonia's met groene, glimmende blaadjes
.(Hg. 5). Rond het perkje was een paadje
aangelegd en als rand van den tuin had
ztf randjesbloemen geplant
of ze begon van de Sahara te droo-
men.
Ze droomde, dat ve midden in een
gloeiend heete zandvlakte stond, dagen ver verwijderd
van de eerste de beste menscheltjke woning. En bovendien
waren die menschen alleen nog maar negers, dus een
soort van menschen. waarmee Je zoo gewoonweg ónmo
gelijk op kon schieten.
Ze wilde om hulp roepen, maar haar klein, mager
stemmetje ging in de groote ruimte verloren en klonk als
het angstig roepen van een eenzaam vogeltje.
Ze riep weer, maar nu een beetje harder, en nog barder
en nog harder, maar
het gaf niet
Netty begon te hui-
len. erbarmellfk te hul-
len, wanhopig strekte
ze haar armen uit en -T
riep om vajler en moe-
der. maar vader en *~rt Pp?
moeder waren niet tn
de Sahara en wisten Z
ook niet dat hun ox p
eenigste kindje daar VT J taf
vu. '~x. n I
Maar opeens wat x-
was dat achter een
laag zandheuveltje scheen Iets te
voorschijn te komen, en aan den l
anderen kant ook en toen Netty x.
om zich heen keek, zag ze dat er JJ
overal Iets begon te bewegen Maar
toen al die levende wezens dlch-
terbij kwamen, zag Netty wat net TB
was: het waren allemaal beesten. «wMH
die in de Sahara leefden.
de juffrouw op school had verteld, wat de
1 ge duidelijk verklaard, dat de Sahara een
__®<rekt, dat je er met een auto weken voor
noodig had om er doorheen te komen en dat bet er aóó warm was, dat je er seiner
en winter door een hoed moest dragen, omdat je er anders een zonnesteek kreeg
Maar toen de juffrouw na den zesden keer aan Netty vroeg wat de Sahara was.
te raden wat ze antwoordde.
De Sahara aoo vertelde Netty, was een soort van olifant.
Geen wonder, dat de heele klas gelachen had en de juf
frouw er bij o
Maar al lachte de juffrouw ook bet waa maar al te
duidelijk, dat Netty geen enkelen keer had opgelet en dat
xX ze dus de gevolgen van haar onoplettendheid moest onder-
vinden
Honderd keer moest ae schrijven: De Sahara is een sand-
iyi woestijn en geen olifant.
Tot ze daarmede klaar was. wist ze wel wat de Sahara was.
Maar toen ae ’a avonds slapen ging, spookte nog altijd
de Sahara door haar hoofd en he duurde dan ook niet lang
In Biggenland leefden n->g andere dieren ook. Zoo
had N|jl Paard een ontmoeting met een echien
ezel. NU! Paard had nog nooit zoon mallen eael
TKy had voor haar tuintje geraniums
aangeachaft. Ze etonden al mooi in bloei
en Henk moest even zijn botanische ken
nis luchten. Tuingeranium of pelargonium
(Mg. 3). familly van de geraniumachtlgen
met als uitsondering een gespoorde
kroon.
Je kunt met knippen heel aardige resul
taten krjjgen als je een vierkant stus
papier eerst dubbel vouwt, daarna nog
eens dubbel en vervolgens langs de
diagonaal en er daarna figuurtjes vau
knipt.
BH het openslaan komen die figuurtjes
dan alle symmetrisch tegenover elkaar en
aoo kun je tafelkleedjes voor de poppen
kamer knippen of voor andere doeleinden.
Hieronder geef ik Jullie een paar voor
beelden van figuren, die op deze manier
ontstaan en opgeaet kunnen «rarden.
gen die nu gingen gebeuren, maar als ze
gedacht had, dat de poes de muis zou
verslinden, dan had ze zich deerlijk ver
gist. Neen iwor, de poés nam de muis
voorzichtig beet, klemde hakr onder zijn
kin en nam haar zoo mee naar het huls
van Pauline's ouders.
Toen de oóde vrouw dat zag werd ze
zoo woest, dat ze de poes haar dikken
stok achterna wierp, maar In haar
kwaadheid gooide ze zoo erg mis. dat de
stok tegen een boomstam terecht kwam
en doormidden brak.
De poes was kitusschen al thuis geko
men. legde daar de muis voorzichtig op
den vloer neer en keek Pauline's moeder
bijna smeekend aan. De muis vluchtte
natuurlijk haastig onder een kast, die in
den hoek van de kamer stond.
Maar Pauline's moeder was vol blijd
schap opgesprongen. „Neen maar Johan,'*
riep ze uit, „bén JU het?”
En warempel, op hetzelfde oogenbllk.
dat de stok van de toovarheks doormid
den brak, was de zwarte poes zoo maar
in een fltnken jongen kerel veranderd,
die al minstens tien jaar door de too-
verheks betooverd was geweest.
Nu hoorde Johan, dat de moeder van
Pauline ook zijn moeder was, en dat de
oude tooverheks een tante van hem was,
die hem altijd gehaat hid, omdat haar
eigen Jongen zoo n groote domoor was
en Johan daarentegen aoo flink zijn best
deed.
De oude tante was toen zoo Jaloersch
geworden, dat ze er niet tegenop had
gezien, met behulp van een paar leeljke
dwergen, een tooverheks te worden.
„Misschien kunnen we Pauline redden
als we haar aanraken met de gebroken
tooverstok van de heks,” sei Johan, die
natuurlijk met het lot van zusje erg
begaan was.
Zonder langer te wachten gingen Jo
han en zijn moeder naar buiten om den
gebroken stok te zoeken, die een eindje
verderop op het pad moest liggen.
Juist naderde de tooverheks in gesel
schap van eenlge dwergen om eveneens
den stok op te rapen en door de dwer
gen te laten repareeren.
Maar toen ze Johan en zijn moeder
sagen naderen, namen ze haastig de
beenen, en het viel beslist nog mee, als
je zag hoe hard de oude heks wel kon
loopen.
Toen ae den stok geyonden hadden,
probeerde de moeder van Pauline de
muis onder de kast vandaan te lokken
met een stukje spek. Nauwelijks echter
had ze haar snuitje te yoorschljn ge
stoken of Johan sprong op haar toe en
raakte haar aan met den tooverstaf.
En gelukkig had hU het goed gehad.
Op hetzelfde oogenbllk stond Pauline
weer gezond en wel voor haar moeder
en haar broer Johan, dien ze nog nooit
gekend had.
Johan was natuurlijk gelukkig, dat hjj
stjn weldoender uit den tijd
dat hij een poes was, weer
voor zich zag en hU zei
maar, dat hij Pauline sla
pend in het bosch had ge
vonden en haar toen hier
heen had gedragen, en toen
Pauline over haar poes be
gon te praten, aei haar t
moeder:
.Die poes zal wel wegge-/
loopen zijn, terwijl jij lag te
slapen en weet nu waar
schijnlijk den weg niet meer
terug te vinden."
En zoo kwamen Pauline en
Johan nooit van elkaar te we
ten. dat ze ooit van him
leven een muis en een poes
waren geweest, wat na
tuurlijk heel erg gelukkig
was. omdat ze elkaar er al
tijd mee geplaagd zouden
hebben en als ze somt ooit
kibbelden, zouden ze elkaar
voor „poes" en voer „muls"
hebben uitgescholden, wat
voor beiden heel erg verve
lend was geweest.
den
zijn
lief
mooi was,
het een of andere sprookje had kunnen
HJn.
Pauline had het altijd reusachtig druk
«n als ae niet berig was het hukihouden
te doen, dan ging se met de geiten het
bosch in.
Op sekeren dag had ae haar vader,
aooals gewoonlUk, het middageten in
het boach gebracht, omdat de houthak
ker, als hij eerst heelemaal naar huls
moest, veel te veel tjd zou verlieaen.
Op den terugweg echter zag ze m een
greppel een zwarte poes, die jammerlijk
miauwde en bevend een van de voor
pootjes in de hoogte hield. Pauline ging
naar het beestje toe en onderzocht bet
pootje. Het bloedde, dus vermoedeHjk
had de poes zich aan een glasscherf of
iets dergeiyks verwond.
Pauline had heel erg met het poesje
te doen, legde het voorzichtig op het
gras en omwikkelde den gewonden poot
met een zakdoek. Toen dit gebeurd was,
nam ae de poes in haar schort mee naar
buis.
Hier had Pauline alle gelegenheid de
poes goed teu verzorgen en het duurde
slechts enkele dagen, of het verband
kon achterwege blijven en de poes kon
bet ziekbed verlaten.
Maar nu wachtte Pauline een groot
verdriet, want een paar dagen later was
de poes verdwenen.
Op een goeden morgen ging Pauline
weer het bosch in om voedsel voor de
geiten te zoeken, en om meer tegelijk te
kunnen meenemen had ae een groot
blauw schort omgebonden. Zoo kwam ze
al dolende bU een klein huisje terecht
waar een vrouw in de deur stond te
breien En aan de voeten van deze vrouw
zat een zwarte kat. Onmlddeliyk had
Pauline de poes herkend, die zU ver
pleegd had. De poes kwam naar haar
toe en betuigde haar haar aanhankelijk
heid. door haar kopjes te geven.
„Het njkt wel of de poes je kent," zei
Het eerote wordt een soort van vflte-
park. Je teekent bet voorbeeld natuurlijk
eerst na. Wanneer je het heele zaakje
uitgeknipt en daarna uitgevouwen hebt,
kun je alle huisjes rechtop zetten. Ook
met de hekjes kun je dit doen.
Het tweede voorbeeld wordt *n lijver
met zwanen, die tusschen waterleUn
zwemmen.
Op deze manier kun je misschien zelf
ook wel eens iets bedenken. Door ver
schillende dieren uit te knippen kun je
op deze manier 'n heelen dierentuin
krijgen
Het 13 vooral een aardig werkje om een
ziek broertje of zusje er mee bezig te
houden.
de vrouw.
„Dat doet ze ook,” antwoordde Pau
line en nu vertelde ae de vrouw, hoe ze
de poes gevonden en verpleegd had.
„Wou je die poes graag hebben?"
vroeg de vrouw.
.O ja.” antwoordde Pauline, .Jk had
ae graag gehouden." -*
^Je bent een lief kind.” zei de vrouw
toen. .4e mag de poes van mQ hebben."
Pauline was natuurlijk heel erg blij en
ging onmiddellijk met haar nieuwen
achat naar huis.
Opeens echter ontmoette ae een oude
vrouw, die heelemaal voorover liep en
er net uitzag als een verdroogde appel.
En haar scherpe kin en haar tandelooze
mond maakten haar aoo
leeltjk, dat Pauline het al
lerhelste meteen maar was
weggeloopen.
De vrouw ging
voor haar staan en
.Wat draag je daar in dat
schort, mijn kind."
Een swarte poes,” ant
woordde Pauline, „die ik
gekregen heb van de Juf
frouw, die daarginds in dat
huisje woont.”
„Kan ik haar van je koo-
pen?" vroeg de vrouw.
.Neen,
kwijt," riep
schrikt.
Toen hief de oude vrouw
haar stok op en riep kwaad.
„Dan zal de swarte poes je
opeten."
En op hetzelfde oogen
bllk was Pauline zoo maar
in een muls veranderd. De
muis maakte natuurlijk dat
ae wegkwam, maar poes was
haar te vlug af. De
oude viouw zag grljn-
send naar de din-
RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
veltjes openscheuren Zij hoopte nu maar,
dat haar tuintje een aardige verscheiden
heid papavers zou opleveren. Vooral van
die soorten met fijne Ingesneden blaadjes