Vfcbrun Liïfmann, Verdronkencord
r Twee Pakjes
eefiPoeder Vetiooo^®
te
Fa. Spruijt, Langestraat
Beroemd sinds 1889.
OPTICIEN BROUWER
5
o
J.C. HEEP - ACCOUNTANT
o
o
o
o
o
o
ELCK WAT WILS
PROVINCIAAL NIEUWS
fabrikanten
van
LICUTZCUT ZONECMT WASCHCCMT
product, dat in
te Alkmaar verkrijgbaar bij:
En dat is nog
Koningsweg 4 Alkmaar - Telef. 646
0
Telef. 284
KOORSTRAAT 27
BABY-WEEGSCHALEN TE HUUR
0
ACCOUNTANCY EN BELASTINGZAKEN
0
o
ALKMAAR
0
o
Voldoende Duifzeep en zeeppoeder om de wasch fe
doen voor een heele week en de Duifzeep geheel gratis!
Dit voordeelige aanbod wordt U thans gedaan door de
Duif Zeeppoeder, het welbekende
Holland al sedert 40 jaar békend is.
niet alles. Zoowel Duifzeep, Duif
Zeeppoeder, als Duif Schuurpoeder bevatten Duif-
merken. Deze kunt U inruilen voor fraaie en nuttige
glas en aardewerk, zilver, keukengerei
ZWAAG
geschenken
of speelgoed voor de kinderen. Op deze wijze ontvangt
U witter waschgoed, gratis zeep en een keur van fraaie
geschenken en dat alles, door aankoop van
;41-
SCHAC.FN
Het Trouwkleed
1
5
4
0
acDac9a<=>aoic9RC9aoac3acdacDacDaoaoRdOR0a
Opticien Brouwer’s brillen staan aan de spits omdat
pasvorm en kwaliteit boven alles verheven is en
omdat wij de fijnste en mooiste Amerikaansche brillen
en pincenez leveren tegen exceptioneel lagen prijs.
De koning en de bedelares
f
- T'
f
terneergeslagen
pak
n«»m
en
T
II
omj?
N.V KON ZFFPFARRTFKEN DE DUIF V/H CHR. PLE1NFS. DEN DOLDER
-fc.
V
(Gevestigd 1922).
Lid Ned. ünle v. Ace.
Voorschot LandarbeMerswet Bü be
schikking van den MinknervanFlnancitn,
is aan deze gem-ente een voorschot uit
's R'iks kas verleend tot een maximum van
t 3300. ter uitbetaling van het door een
landarbeider benoodlgd bedrag voor de ver
krijging van een plaatsje.
Personalia De heer H. de Boer, te Op
meer, voorheen ploegbaas bü de tram
BehagenWognum Is geplaatst te Nieuw
koop
O
Vol. veel vo’ler dan op andere dagen is
het In het ruime voorportaal van de bank
van leenlng. Meest armelllk uitziende vrou
wen. mann-n en zelfs kinderen wachten met
ongeduld: Wie het vervallen pand vandaag
niet terughaalt, of de nog verschuldigde
rente niet aanvult, verliest het recht op z’n
eigendom Dan wordt het op de groote ver-
kocplng. die morgen begint, In het openbaar
verkocht.
De klok s'aat het uur, waarop de tregang
weidt geo-erd, en de naar de eerste verdie
ping voerende, breede houten trap dreunt
onder de haastige voetstappen der menigte.
Haastig loont en dr'ngt men door elkaar
letFr wil de eerste zl’n. ïn de bank van
leenlng zelve is vandaag weinig te dien,
maar tn het daaraangrenzende lokaal,
waar de renterege'lng geschiedt is het vol
leven en rumoer De eene Is nog ijverzuch-
tlger dan de andere; on”elukk!g de kassier,
als hü toevallig Iemand te woord staat, die
pen de oude vrouw, traan op traan van op
haar kleed, dat ae eens heeft gedragen, toen
ze Jong was en schoon, en dat ze sinds tien-
t allen van jaren niet meer heeft teruggezien.
Naast haar staan de be'de Jonge mets'es met
lichtzinnigheid tn de oogen en goedheid tn
het hart. Wanneer ze genoeg gelachen heb
ben om de bespottelijke oude mode wikke
len ze het kleed voorzichtig in den boeze
laar der oude vrouw, die met e»n glans van
vreugde op het met rimne's doorploegde ge
laat, zich huiswaarts spoedt.
„Ik zal gehoorzamen.” luidde het ant
woord. „'Vergun mü slechts nog dezen nacht
tn het paleis te vertoeven. Morgenochtend
zal ik vertrekken.”
Des avonds bood se hem een glas kruiden
wijn aan en sprak:
„Morren zu’len we scheiden. Wees dezen
avond vronlljk: drink en verheug u."
Hij dronk zooveel, dat hij in een dienen
s'aap viel. Z’n vrouw zette hem toen in een
gereedstaand rütuig en bracht hem in een
een—me grot, te midden van rotsen.
.Waar ben ik’” rien de kon in e bil zijn
ontwaken; ..wie heeft mij hier gebracht?”
„Ik antvo-rdde de koningin.”
„Heb ik ie niet gezegd, dat ik Je niet
m~r w’ide zien?”
Dat is v-ar maar zie d't na nier eens In.
door u ond’rte’k-rd. wa'n ee verklaart,
dat Ik bet r—ht heb uit het paleis mee te
nnmnri p-n* U- hah WfJZC
Ik vnn m’‘n pvbrnlk.**
Nu d» kor-’n^ en keerde
met haar naar rijn paleis terug.
^delijk e©/z
&uif zeep
bij aankoop
|MP van twee pakjes
DUIF
Zeeppoeder Vetlooqmeel
j,
Openbare verhoring Bü publieke ver
huring werd de voormalige woning van het
hoofd der O. L. school voor onbepaalden
ti*d verhuurd aan de congregatie van de
Eerwaarde Zusters Ursulinen te Bergen, die
hier orderwls rvl’en erven aan de weldra
te orenen meisjesschool, voor f 501 per
Jaar.
Tweede
Frle-land
leden var.
broek, zal het bestuur néder overwegen tot
het stichten van een dergelüke veiling
over te gaan.
en toen zé bil hem kram, vroeg hü haar:
„Wat weerkl'nkt het verst?”
„Machtige vorst, het Is de donder en de
leugen.”
Daarop besloot de Koning met de kleine
bedelares die zulke gecsige en verstandige
antwoorden esf in ’t huwel”k te trcd'n
„Dat uw wil geschiedde." sprak zü. ..Alleen
verzoek ik U, mij een geteekend stuk te ge
ven. waarin ge verklaart, dat. zoo ge me ooit
terugzendt. het recht heb. datgene uit
u wpalels mede te nemen, wat mü het dier
baarste Is.”
De koning voldeed aan dit verzoek.
Eenlge maanden na zün huwelijk zei hü
In een boozen bui tot zün vrouw:
„Oe heen, ik wil Je niet meer zien.”
De grijsaard ging heel t„.
heen en vertelde dit nieuwe geval en het ge
vaar wurm hü verkeerde, aan z’n dochter.
ZIJ verznc'-t hem rustig te gaan slapen en
gaf hem de verzekering. dat alles goed sou
gaan
Den volgenden morgen zei ze tot hem ter
wijl ze hem een klein s*nkje hout gaf:
„Breng dit ean den Koning. en zeg hem,
dat. warneer hij daa-van een spinnewiel en
spoel en een weefgetouw heeft laten maken,
wij zeiler, en touwwerk van z’n streng vlas
zullen vervaardigen."
De arfhe men volgde stipt het gezegde
van z’n doch’er op.
„Het is goed.” zei de Koning. „Uit dit nieu
we antwoord zie ik het vlugge verstand van
hear die ’t eerst» antwoo-d gaf. Ga nu aan
uw docht-i zeggen, dat zij met deze drink
schaal het me-- leeg schept en dat tot een
droge welde maakt."
De oude bedelaar weende toen hü dit
nieuwe bevel overbraeht. Z’n dochter raadde
diem, maar weer rustig te gaan .slefien. de
nacht zou wel uitkomst brengén.
Den volgenden dag gtff ze hem een
met geplo-en touw en zelde:
..Als de Koning met dit werk alle stroo-
men de rivieren, die in het meer uitkomen,
heeft laten dichtstoppen, dan ral ik op zün
bevel het .-meer leegscheppen."
Nadat de Koning dit antwoord vernomen
had. wilde hü het verstandige meisje zien.
I nog niet aan de beurt Is. Dan moet hü een
I meer dan onvrlendelüke opmerking hooren.
I Vru-’.-’eloos verzoeken de beambten stil e.
Iet getal vrouwen is overwegend omdat de
mannen mc-est door aröe.d verhinderd zun.
I Daarom zijn er zooveel aroe.-ige gezichten.
De vrouw valt het hard zich in het on
vermijdelijke te schikken; zelfs de volgens de
wet va-(gestelde rente poogt zij te beknib
belen en tracht af te dingen bü den kas-
Een oud. gebogen vrouwtje, armelük maar
net gekleed, dringt met beide handen voor
uit door menigte heen om het betaal-
kantoor te bereiken. Zij reikt den kassier
het bank-van-leeningbriefje over; de be
ambte kent haar.
„Vrouw Vervaart. Je moet net pand nu
eindelijk afhalen; het staat toch al te lang;
er is niets aan te doen."
Vrouw Vervaart is schijnbaar onverschil
lig.
„Wat. kan het niet langer? Er staan nog
maar zes gulden op liet briefje Weet u wel,
wat het kleed gekost heeft? Vüftlg gulden.
Kom. het kan nog wel. Hier zün twee en
zeventig centen voor de rente; ik moet naar
huls, u weet toch”, en de stem der oude
vrouw beeft, „dat mijn dochter altüd ziek
is. en ik moet werken; ik heb vandaag nog
voei te doen.”
„Vrouw Vervaart”, herneemt de beambte
op welwlllenden toon. .Jieusch ik mag"niet.
Het kleed is al van 1879 hier en het br.efje
is nu al meer dan veertig jaar leder jaar
vernieuwd geworden. Je hebt op het beleen
de dikwüls en trouw afbetaald; de zes gul
den. die nog aan het briefje ontbreken, zal
je nog we! bü elkaar zien te krügen.”
„Wacht een ocgenbllkje.”
In de aangrenzende bank van leenlng ont
doet het oudje zich van haar oorbelletjes
De be-mbte wil er haar twee gulden op
geven. Zonder een woord te spreken neemt
zü de kleine som aan, want ze weet al lang,
dat hier geen handel wordt gedreven,
Weer staat ze voor den kassier.
„Neem nfl maar die twee gulden; het ove
rige zal ik morgen, wel zien te krügen. zoo-
dra ik het heb. breng ik het....”
De beambte weet dat vrouw Vervaart een
eerlüke vrouw is. maar toch zegt hü:
(Slavisch Volkssprookje)
Fr was eens een arme man die met z’n
eenlge dochter in een bouwvallige hut woon
de. Deze dochter was zeer verstandig en zij
onderrichtte haar vader in het gebruik van
voegzame woorden als hij bedelde. On een
dag ging hü naar den Koning en vroeg om
een aalmoes. De Kdhlng vroe- hem. wie
hem zoo beleefd had leeren spreken.
JJ'n dochter." antwoordde de bede'aar.
„Welnu" snrak de Koning. „zie hier der
tig eieren: die moet Je aan Je d-chte- bren
gen en zec—en dat ze die laat uitbroeden. Als
ze er In slaagt, zal ze beloond worden, zoo
niet. dar. wordt ge beiden gestraft.”
De grüsaard keerde naar ’n hut lenig en
vertelde het geval aan z’n dochter. Deze on
derzocht de eieren, bemerkte dat re gekookt
waren, maar haalde heur vad-r over te gaan
slapen terwijl ze hem de verzekering gaf
dat alles goed zou afloopen. Daarna
ze een pan die ze met boonen en water vuld
en op het. vuur zette.
Den volgenden morgen, toen de boonen
geheel gaar gekookt waren, zei ze tot haar
vader dat hi' op den weg moest gaan s'aan
op de plek waar de Koning voorbij zou ko
men. ..Als u den Koning ziet." vervolgde zü.
„dan moet ge de essen voor den ploeg aan
drijver en uitroepen: „Moge de Hemel mbn
gekookte erwten goed dóen opkomen!” HU
zal u dan zeggen dat gekookte erwt»n niet
kunnen opkomen. Dan moet ve hem ant
woorden dat dit evenmin mogel'fk Is als ge
kookte eieren te laten uitbroeden.”
De grl'saard volgde d»z»n raad, en de Ko
ning maakte uit z’n antwoord op. dat dl’
hem door z’n dochtar was voorgezegd
zeide tot hem:
„Neem deze streng vlas maak me daar
van zeilen, touwwerk en alles wat noodlg is
voor de uitrusting van een schip. Slaagt
daarin niet, dan maak ik een eind aan je
leven."
.Jioe graag ik ook zou willen. Ik mag niet:
Je moet het beleende pand nu eindelijk af
halen”.
„Waar haal ik direct zooveel geld van
daan?” jammert de vrouw, en meer tot zich
zelf dan tot de omstanders, gaat zü voort:
..Het is m n trouwkleed, witte, zware zijde,
eens, voor negen en veertig jaar heb ik het
aangehad Ik moest het al spoedig beleenen.
omdat mün man in ’t zelfde jaar al gauw
na ons trouwen, stierf. Het kleed had ik van
hem. Twintig gulden heb ik er op gekresen
en op zes gulden na heb ik nu alles afbe
taald. Ik laat het niet vervallen; ze moe
ten me er in begraven."
Tevergeefs star-n haar oude oogen den
rusteloos werkenden beambte aan; het g ld
nnkelt op de betas'tafel; voortdurend wor
den de br'efjes heen en weer gere kt; de
opde vrouw wankelt: snikkend zet ze zich
op een naast de betaaltafel slaande bank.
Niemand voelt iets voor de smart der on
gelukkige, voor haar tranen om het kleed,
dat reeds diep in deveertig jaar hier be
leend is en waarin ze zoo vurig hoopt be
graven te worden. De dame die haar 'uwee-
len. de heer met volle nortemonnaie. die zün
gouden horloge terug ontvangt, bekommeren
zich niet om het leed van een ander. Met
moeite staat de oude vrouw op en gaat naar
buiten.
Bü de deur wordt ze staande gehouden
door twee jonge dames, vrooltjk en druk,
blijkbaar door nieuwsgierigheid hierheen
gedreven.
„Vrouwtje", zegt een van haar, „we heb
ben alias gehoord: hier heb je vier gulden
van m n vriendin en mü-’’
Dit zeggend, drukte zü haar het geld tn
de hand.
Met belde handen vat het oudje de toe
gestoken hand.
Het jonge meisje bloost van verlegenheid.
.Juffertje.’ herneemt de oude vrouw, „u
moet me nu zeggen, waar u woont; iedere
week zal ik u een gulden brengen, zoo waar
ik een eerlijke vrouw ben.”
„Nu. dan is het goed, vrouw Vervaart”,
lachte het eene meisje, ..maar je moet ons
eerst het trouw leed van 1879 laten zien;
daar zün we zeer nleuw'giertg naar
Na een kwartiertje zit bulten op de trap-
Bloembollenveiling In We«t-
- Op verzoek van een 34-tal
de Groen ten veiling te Groote-
Vd f!
A A
F?/? q ■c? y\,.\
fe
Zm