Gemengd Q^Cieuws
VOOR DE HUISKAMER
HET DRAMA TE GROOTEGAST
DE LEEUWENJACHT
RECHTSZA KEN
Tragisch voorval op een station
O verreden en gedood
-(
Een olie-gokje
Duitsche valsche munters gezocht
Handel in blanke slavinnen ontdekt
De dwaasheid ten top
KUNST EN KENNIS
De Vereenlgde Schouwspelers
De lijfarts van een negervorst
I
’iet bioscooppubliek grootendeels
variété-publiek
De dader van den moordaanslag op
Inspecteur Paul
De heer P. J. F. Kloppenburg dient
een aanklacht in
Her Openbaar Ministerie eischt tegen verdachte levenslange
gevangenisstraf
Een oor afgebeten
°P
- - - De
„Praktijken van een
bankier”
I
De smaak der bezoeken onberekenbaar.
Boelea stelt nog enkel'
mr
i
sialiesbevolking.
Zenuwltyder door trein vermorzeld
van de
eerste
Krankzinnig geworden
Door de olie In den put
het ge-
I
in
A penne hef wondermiddel
I
I
DAARDOOR HET GEHALTE DER
FILM BEPAALD
gecompliceerde
zakenmenschen
200 blanke slavinnen naar Argentinië
gebracht
De Zweedsche zoöloog Ivar Broman, pro
fessor aan de universlteit te Lund, is onlangs
Gisterenavond omstreeks half acht is tus
schen 8t. Oedenrode.cn Best een wielrüdster
door een onbekend gebleven auto overreden
en gedood
Oude
een
ik durfde niet
onder den boom te voorschijn komen.
i reque-
de heer
ver
en
een irreëel en on-
althans
beleedl-
ollecomblnatie
winsten te bel
over te 1.
Bij een vechtpartij tusschen Jongelui in de
Boteringestraat te Groningen heeft
cm, der vechtersbazen een ander een oor
afgebeten.
Twee Busstunsche families, die een kaart-
clubje vormden, wilden wel eens een grooter
gokje maken. Een der vrienden zei in een
te zitten, waarmede groote
winsten te behqlen waren. Hij wist den an
der over te haten om met 13.000 deel te
nemen. Het contract van drie handteeke-
nlngen met klinkende namen voorzien, werd
overgelegd en' in goed vertrouwen de
13.000 gestort. De geldschieter kwam ach
teraf op het idee om eens te informeeren
en nu bleek, dat de stellers van de z.g
handteekeningen van niets wisten. De olle-
speculant, ter verantwoording geroepen, gaf
onmlddellük toe. dat de heele affaire gefin
geerd was. Van de 13 400 was reeds 5000
opgemaakt. De gedupeerde deed aangifte
bij de politie en op last van de Justitie Is
de oplichter gisteren naar Amsterdam over
gebracht.
bestaan voortgezet, ook al veranderde het
peil van het variété en de maatschappelijke
situatie van tiet publiek.
dat gezien hadt De donder bei
door den muil van den leeuw,
sem viel hij voor ons neer."
Onze geweren gingen af, maar hij deed
alsof hij er geen acht op sloeg. Hij viel te
midden van onze troep, waarvan hij er drie
met z’n klauwen greep en ter aarde velde
m’n neef Ben-Meftah mei verbrijzeld hoofd,
de zoon van Ben-Ismael met verscheurde
borst en m’n oom Rabah. die door de hulp
van den Profeet geen ernstige verwondingen
had bekomen, maar die onder de klauwen
van den leeuw lag en ons toeriep „O. mijne
broeders, redt mi) redt mij uit dit gevaar
Bijna iedereen had de vlucht genomen
toen men zag hoe de leeuw onder de mannen
huishield. Maar de vrouwen trachtten ons
weer moed in te storten, door ons schandelijk
gedrag te laken. M'n nicht Aicha schreide
en rukte zich de haren uit het hoofd, toen
zij haar vader Rabah in zoo'n toestand zag.
„El-Arbi riep ze mij toe „red hem of
ik zie je nooit meer aan
„Ik zal het doen,” schreeuwde ik, en trad
op den leeuw toe, daar ik niet van verre
wilde mikken, uit vrees van een der mannen,
die hij onder zich hield, te zullen treffen.
Hij liet me tot drie stappen naderen,
maar juist toen ik op z'n kop zou aanleggen,
richtte hij zich op en sloeg met één slag van
z’n klauw het geweer uit m'n hand.
Aldus ontwapend, deed ik een sprong
achterwaarts en zette het op een loopen.
Naar de Haagsche Courant meldt, is de da
der van den moord-aanslag op inspecteur
Paul te 's-Gravenhage In de gevangenis
krankzinnig geworden en overgebracht naar
het Krankzinnigengesticht te Eindhoven. HU
was veroordeeld tot twintig Jaar gevangenis
straf.
Een brandende vraag.
Hoe moet In dit milieu de mogelUkheid
geschapen worden voor een filmpubliek, dat
eischen van gansch ander kaliber stelt?
Dit is de brandende vraag van het fllrn-
probleem, omdat met de beantwoording van
deze vraag de filmkunst staat of valt. De
economische omstandigheden mag men be
oordeeld! zooals men wil. op de levensvat
baarheid van de kunst hebben zü niet weg
te cUferen invloed. De basis voor de film
kunst was tot op neden nog volkomen raad
selachtig. In Amerika is iedere artistieke
Poging een zaak van het toeval. In Europa
is zij een zaak van romantische episodes. In
Rusland is zü een nevenverschUnsel van
een betrekkelijk gunstig stadium; maar de
voorwaarden der Russen kan men met naar
Europa overplanten. Het zUn echter geen
omstandigheden van buitenaf, die het film-
pell laag houden. Het is al te naïef, om
voor dit filmpetl alleen de gewinzucht van
enkele industriemagnaten of de Indolentie
der bioscoopexploitanten aansprakelUk te
stellen. Het filmpubliek eischt in meerder
heid variété en, als het hooger eischen stelt,
stelt het eischen om beter variété, om prik
kelender ontspanning. Aan die eischen heeft
de filmproductie te gehoorzamen.
Het is daarom dwaasheid, van de Industrie
de renaissance der filmkunst te verwachten,
evenals het dwaasheid is, verstomd te staan
over een goede film in een bioscooptheater.
Het is volstrekt niet uitgesloten dat 'n film
maatschappij eens een goede film financiert,
maar het is niet te verwachten, dat zü dat
Naar de ..Montag" uit Buenos Aires meldt.
Is het de Justitie aldaar gelukt op het spoor
te komen van een der grootste organisaties
voor den handel in blanke slavinnen. De lei
ding dezer organisatie schUnt in handen te
zijn van een zekeren Samuel Korn, terwijl
de politie reeds de namen kent van 400
medeplichtigen.
De blanke slavinnen werden vooral In Rus
land en Polen gezocht.
Er werd uitgemaakt, dat deze bende reeds
tien Jaar haar luguber bedrijf uitoefent on
der den schuilnaam van een weldadlghelds-
vereenlglng.
Jaarlijks zouden uit Oost-Europa alleen al
zün
In een buitengewoon politieblad verzoekt
de Commissaris van Politie te Heerlen, te
vens grenscommissarls, opsporing, aanhou
ding en voorgeleiding ter fine van uitleve
ring van den Dritscher Wilhelm Engelhardt,
geb. 12 Juni 1897 te Dlenëhthal, kreis (In
terlaken <D.i, lang 1.675 M. ineengedrongen,
ovaal gezicht, blauwe oogen. spitste kin.
blonde haren, tatoueerlng op linkerarm. HU
wordt verdacht van valsche munterU. ge
pleegd te Oberhausen.
Engelhardt moet In het bezit zün van een
Nederiandsch paspoort ten name van Wes-
Hü 'noemt zich ook wel Alls.
Gisterenmiddag te ongeveer 4 uur was eeb
man. die te Utrecht gedetineerd en wegens
zenuwlUden verpleegd was. onder politiebe
waking op het Centraa. Station aanwezig,
om naar een gesticht in Velp te worden ge
bracht. Toende Dults hc trein uit Amster
dam bmnenrolde, wist hu aan zUn bewaken
te ontsnappen en sprong juist voor dén
naderenden trein op de rails. Geheel vermor
zeld Werd hu teruggevonden.
Je leeuw
schouwspel
hoofd was
nog, maar z'n borat was opengereten, en hij
stierf nog denzelfden dag. M’n oom Rabah
echter had slechts eemge kneuzingen beko
men. maar de poot van den leeuw had op
z’n borat gestaan en hij was in zwijm ge
vallen. Alle drie werden naar onze tenten
vervoerd. Drie dagen lang weergalmde de
iucht van onze rouwklachten.
Dit was de treurige afloop van onze jacht.
Het speet me wel, de oorzaak te zijn geweest
van den dood van twee mannen. Maar vanaf
dien dag heb ik woord gehouden, en nooit,
ofschoon hij tal van ossen en schapen ver
slond. heb ik er aan gedacht, opnieuw met
den leeuw slaags te raken. Ik had een overeen
komst met hem gesloten en men moet zijn
woord houden. Allah is groot l
van een wetenschappelijke expeditie uit Af
rika in zün vaderland teruggekeerd, aldus
lezen wU in de „Telegraaf.”
TUdens zUn avontuurlüken tocht vlel'them
gedurende eenigen tijd ook de twüfelachtige
eer te beurt, tot Ujiarte te worden benoemd
van den heerscher over een kleinen neger
staat in Centraal-Afrika. Want nauwelUks
had professor Broman 't gebied van den ne
gervorst betreden, of deze liet hem bij zich
ontbieden daar hU Juist hevige pUn in de
borst had Broman zag onmiddellijk daj de
Koning het waarschljnlük door overmatig
middagmalen wat extra benauwd had en gaf
hem met eenig ceremonieel 'n paar asperine-
tabletjes. die de vorst zijnerzijds op plechtige
wUze nearbinr.cn werkte. Nadat hij een paar
uur flink had gesnurkt was van zUn pUn tn
de borst niets meer te bespeuren.
Een paar dagefi nadien liet de vorst den
professor opnieuw ontbieden Voor alle ze
kerheid stik Broman maar alvast was aspe-
rlne bij zich daar hU aannam, dat het wel
weer een onschuldig geval zou zUn.
Doch wie schetst zijn verbazing, toen de
koning hem ditmaal opdroeg er onverwUid
voor te zorgen, dat hem een stamhouder en
troonsopvolger zou geboren worden. Natuur
lijk stond de professor met 0en mond vol
tanden, met het gevolg, dat de koning een
aanval van razernij kreeg en den professor
mitsgaders al diens medewerkers met den
dood dreigde ii.dier> zij er niet voor zorgden
dat nog voor hun vertrek het voortbestaan
van zijn dynastie was verzekerd.
Professor Broman en zUn metgezellen
achUen het toen maar wenschelUk. onmld
dellük het hazenpad te kiezen.
De leeuw, die onze beesten had verslonden,
sliep in het bosch van kurkeiken. Het was
daar, dat we hem moesten opsporen. Ons
plan was, on> in twee gelederen te scharen,
het bosch op een twintigtal schreden te
naderen na de vrouwen eerst op een rots
n veiligheid gebracht te hebben. Vervolgens
zouden we den leeuw sarren om hem z'n
schuilplaats te doen verlaten, en wanneer hij
te voorschijn kwam, onze geweren tegelijk
op hem afschieten, waardoor hij dood zou
neervallen.
We naderden de slaapstede van den leeuw,
terwijl de kieten der vrouwen ons tot moed
aanspoorden. In het eerste gelid stonden de
sterksten onzer mannen, die tevens de beste
schutters waren. We hielden een oogenblik
halt, zooals was afgesproken de geweren
werden geladen en met gestrekte loopen
gingen we voorwaarts.
Ik riep den leeuw en sprak „O ossen-
zrerslmder, verlaat je schuilplaats, kom in het
gezicht der menschen. Het is vandaag je
betaaldag
Hij gaf geen antwoord.
Dat is zoo het gebruik. Drie maal moet de
uitdaging herhaald worden, zal de leeuw te
voorschijn komen. Ik hernam dus „Doe
nu niet als een hond kom te voorschijn als
je een man bent
Om meer kracht aan m’n woorden bij te
zetten, wierp ik, evenals sommige mijner
gezellen, steenen naar de plaats, waar we
dachten dat hij was.
,-,Oriep de_verteller E!-Arbi, „als je
te spreken
en als de bhk-
Voor het seizoen 1930—1931 heeft de heer
een- Plerre Mols, directeur van het tooneelgezel-
schap „De Vereenlgde Schouwspelers”, zich
de medewerking weten te verzekeren van
den heer dr. Wynand Frans, thans nog me
dedirecteur van de N. V. „Het Oost-Neder-
landsch Tooneel."
De heer Wynand Frans zal hoofdzakelük
de artistieke leiding op zich nemen. terwUl
de zakéhjke directie in handen van den heer
Pjerre Mols bhjft berusten.
DE POSITIE DER MINDERHEID
In de „Nieuwe Rotterdamsche Courant"
treffen wU een beschouwing aan over het
filmpubliek, van de hand van Dr. Mennn ter
Braak.
Aangezien het artikel een onderwerp be
handelt, dat 'n groot gedeelte onzer lezers
wellicht Interesseeren zal, laten wU er hier
her een .en ander uit volgen.
„Het" publiek: ziedaar alles, ziedaar niets,
elous genoemde medewerker. Over .het" pu
bliek spreekt de bioscoopexploitant' over
„het" publiek peinst de cineast, schrijft de
courant, tobben Zukor en Pommer; en dien
tengevolge verstaat men onder .het” publiek
duizend heterogene dingen, die verw-irrend
wreken op het oordeel, dat men zich van dit
overal aanwezig en toch ongrUpbare monster
vormt. Sommigen hebben vertrouwen In den
smaak van het publiek en meenen, dat het
eens tot Inzicht en keufe zal komen; moe
ren meten het publiek af naar de laatste
beursdebacle, naar zün waarde als loge- en
Maar het monster zat me op de hielen. Ik
wist, dat hij me spoedig zou inhalen en een
reusachtigen cederboom bemerkend, die
met z’n takken geveld op den grond lag,
kroop ik er onder, juist toen de leeuw, in de
hoop mi) te pakken, z'n klauwen ophief om
ze in mijn vleesch te slaan. Hij begreep, dat
hij z’n doel gemist had. en wierp zich op den
boom, hem bijtend en verscheurend met
klauwen en tanden, alsof het mijn persoon
was, aan wien hij z’n woede koelde.
„U begrijpt.zoo vervolgde El-Arbi zijn
verhaal, „hoe hachelijk mijn positie was.
M'n ouders, m’n vrienden en- de vrouwen
krabden zich de wangen open ten teeken
van rouw. Men dacht natuurlijk, dat ik
verloren was.
De leeuw was op en ik onder den boom.
Z’n twee voorpooten raakten den eenen kant
van den ceder, z’n twee achterpooten den
anderen kant. Hij brulde vreeselijk uit z’n
muil vlogen vlokken schuim en steeg een
ondragelijke lucht op.
„Hoe zal dat afloopen dacht ik, op
de hulp van inenschen viel niet te rekenen.
De leeuw had allen op de vlucht gejaagd. Ik
nep den Profeet aan. Op hem alleen was m’n
eenig uitzicht op redding gesteld. Daar schoot
mij een gedachte te binnen. Ik had hooren
zeggen, dat de leeuw het woord van den
tnensch begreep en dat hij zich dikwijls door
smeekbeden liet verteederen. Ik sprak hem
dus in dier voege aan
„O sultan der dieren, gij zijt de sterkste
Wees edelmoedig jegens uw overwonnen
vijand. Wannéér ge mij het leven laat, dan
neem ik Allah tot getuige, dat ik u nooit meer
zal aanvallen, noch een van uw ras."
Alsof hij m’n smeekbede begrepen had,
brulde de leeuw nog eens, verliet z’n stelling
op den boom, en ging weer naar het woud
terug, al voortgaande nu en dan een blik
achterwaarts naar m’n schuilplaats werpend.
Ge begrijpt, hoe verheugd ik was, toen de
leeuw zich verwijderde,
van
zoolang hij nog m 't gezicht was. Nadat hij
in 't bosch was verdwenen, riepen mijn ge
zellen me toe. dat ik zou opstaan en snel als
de wind bij hen zou komen. Ik werd door
allen toegcuichr met kreteh van vreugde
en bewondering.
Ik hielp de drie mannen oprichten, die
geveld had. O, Allah, welk een
:I 1 Ben-Meftah was dood 1- Z'n
Gisteren was voor de voortgezette zlttiftg
van het Hof te Leeuwa den. vaar in hooger
beroep terecht s stond IJe Wijkstra. ver
dacht van moord of doodslag op vier veld
wachters te Groctegast, weer groote belang
stelling. Ook de gereserveerde tribune was
dicht bezet. Nadat eenlge arresten waren
uitgesproken wordt de verdachte binnenge
leid
Raadsheer
vragen.
Mr. Boe les: ..Hebt u op Hoving en Werk
man geschoten in schietende houding?"
Verdachte: „Dat kan ik niet zeggen"
President: ..Heeft Aaltje je ook geho}oeii
bU het aanreiken van wapens enz.?"
Verdachte: „Ik kan het mij niet herin
neren.”
IS DE DAAD NA OVERLEG
GEPLEEGD?
Had hU een plan, dan heeft hü dat zeker
dien morgen niet ten uitvoer gelegd. Is het
aan te nemen, dat die man. die razend was
gemaakt door de herrie binnen- en buitens
huis. na kalm beraad en rustig overleg zou
hebben gevuurd? De procureur-generaal wil
het overleg verplaatsen naar den tUd daar
voor. maar dat is een verplaatsing van de
moeilUkheid.
Aaltje van der Tuin heeft verdachte tot
zich getrokken, hem tot schandelUke daden
overgehaald en hem gemaakt tot een willloos
werktuig. Op een dag In Januari kreeg Aaltje
een oproep. Verdachte aeide: zü kan wel blü-
ven. maar ook wel gaan- Toen verschenen
op 18 Januari vier veldwachters. Aaltje wilde
niet mee. Verdachte bracht deze boodschap
bU de veldwachters, doch deze elschten van
hem de deur te openen. Verdachte kon de
deur van binnen niet openen. Aaltje begon te
lamenteeren. de politie elschte binnengelaten
te worden, verdachte UchamelUk en gees
telijk uitgeput wordt hoogst zenuwachtig
en toen zei Aaltje: schiet ze maar dood. Toen
werd verdachte radeloos; hij schoot Van der
Molen neer, daarna de anderen. Dan gaat
hU met Aaltje naar sUn neef. HU is onken
baar. ZU hangt hem nog om den hals en zegt
dat het maar goed is dat de politie dood is.
Dan gaat hU naar den dokter en zegt daar
half versuft wat hü gedaan heeft. Hoe is dit
te verklaren? Een man, die nog nooit iemand
kwaad heeft gedaan, die in ontwikkeling ver
voven z’n omgeving stond, die zich tevoren
nog nooit met vrouwen heeft afgegeven,
schiet terwille van een vrouw vier veldwach
ter! dööd.
Verdachte behoort tot het type der ner-
veuzen. die volgens prof. Heymans eerder in
moeilijkheden geraken dan andere meer be
voorrechten.
Alles wUst er op. dat men hier te doen
heeft met een voortgezette reeks dwanghan
delingen. Ook vioege. heeft men in verdach-
tes leven dwanghandelingen gevonden, zoo
zeggen de deskundigen A décharge. De des
kundigen A charge voeren hiertegen aan, dat
prof. Wiersma geen moord als dwanghande
ling bekend is
Het is sprekers bedoeling niet om hier tot
ontoerekeningsvatbaarheid te komen. Wel
wU?en paranoïde trekken, dwanghandelin
gen en sexueele hoerigheid op verminderde
toerekeningsvatbaarheid.
Het ligt voor de hand, dat men hier met
een grensgeval te doen heeft.
HU leidt aan sterke overwaardlge ideeën,
stelde zich op één lUn met Beethoven, Nietz
sche, Liszt e.d. De psychiaters zeggen dat
WUkstra zich op deze wijze veel uttliet. maar
hiertegen verzet zich dat WUkstra zegt: Ik
weet dat wat ik deed verkeerd was. maar ik
moest het doen.
Als men zich los maant van alle psychologie
en psychiatrie, dan blUkt, dat verdachte
geen immoreel mensch is. maar vooral ook
een slachtoffer der omstandigheden.
De procureur-generaal heeft de zwaarste
straf geëlscht die de wet kent en die gemoti
veerd met te zeggen: hU is in zün opvattin
gen onveranderlijk Is dit zoo om hierop een
elsch van levenslange gevangenisstraf te ba-
seeren. dan moet men hiervan rotsvast over
tuigd zUn. en hoe zal men het zijn.
Wat het Hof ook zal beslissen, spr. ver
zoekt dat verdachte zUn straf mag uitzitten
in een gesticht waar psychiatrische observatie
mogelUk Is. Spr. wijst op het ontstellende be
richt in de dagbladen dat een verdachte, ten
opzichte van wie psychiatrisch onderzoek is
geweigerd krankzinnig Is geworden.
Na re- en dupliek wordt de uitspraak be
paald op 26 Mei.
Het monster „publiek”.
Dat „het” publiek niet bestaat als con
stante grootheid, maar slechts een denkbeeld
is van hen die vreezen. hopen, gokken
zijn gunst, is eigenlUk weinig nieuws.
massa heeft de meest uiteenloopende koers
waarden. ZU betoont zich soms gewillig, om
den grofsten onzin dankbaar te slikken, en
fluit dan weer onverwacht eeb onschuldig
niemendalletje verantwaardlgd uit. „Het"
publiek heeft Al Jolson, den edelen ober en
vader, verteederd ontvangen en zonder plau
sibele redenen een ander industrieproduct,
„In einer kleinen Kondltorei”, weggehoond.
Een bewUs van smaakontwlkkellng kan men
hierin bezwaarlUk zien.
Zoo onberekenbaar is het
Idool dat zelfs de geslepen
der groote Amerikaansche trusts in een be
stendige romantische lotswisseling leven,
aan handen én voeten gebonden door hun
klanten, waarvan zU de psychologie toch in
theorie mcenen te doorgronden. Eén mi
nieme structuurverandering kan voldoende
zün, om de mode te laten omslaan, en hier
een bankroet, daar een milliard aan te kon
digen.
Dit alles klinkt niet zeer hoopgevend en
het is inderdaad ook weinig hoopgevend. Het
huidige filmpubliek is bovendien van alle
publieken wellicht het minst betrouwbare en
het traagste. Het is b.v. geen ,Jcunst”-publlek
geen concertzaal publiek, geen theaterpubliek
waarin de critische elementen een belang-
rUke rol spelen. Het is voor een groot deel
een variétépubliek, dat zUn interesse in de
laatste decenniën geleidelUk verplaatst heeft
van het café chantant naar de filmsensatie.
Het wordt in hoofdzaak dan ook bediend als
een variétépubliek, aangesproken in de ter
minologie van een dergelijke consumenten
groep en behandeld als de groote gemeen
schap van zich ontspannende avondultgaan-
ders, die cijfers, machines en mechanische
arbeid wenschen te vergeten in WL. prlmi-
tief-romantische aanvulling van/ het 'ge
moedsleven.
Irt dezen still Is de film haar car
rière begonnen, in dezen stUl heeft zU haar
OpdrUven der sensatie.
Het verdient aanbeveling, dit goed onder
oogen te zien en dientengevolge aan toeval
lige flultpartüen In toevallige theaters, bU
toevallige films niet algfe veel waarde te
hechten. De triomf der filmkunst zal voor
waar niet uit de lucht komen vallen of zich-
als een resultaat der industrleele evoluHé
aandienen 1 Het gros van het filmpubliek
behoorend tot de klasse der moderne hoofd
en handarbeiders, verlangt in de bioscoop
geen betere programma s, maar opdrüving
van de sensatie en steeds verfUnder prikke
ling van de slappe zenuwen; het verlangt in
de bioscoop het leven op een leugenachtig,
maar spannend niveau te vergeten tn leu
genachtige, maat spannende avonturen,
een wereld die niet bestaat, maar zonder
Inspanning door den moeden geest te
valschen is. Dit is de nuchtere waarheid,
wie haar voorbüziet, is j
vruchtbaar fantast. Het is volsrtekt niet toe
vallig, dat de muzikale begeleiding steeds
een enorme rol heeft gespeeld in het bios
cooptheater, zonder overdrUving kan men
zeggen, dat de meerderheid der industrle-
films bU geen enkel publiek succes zou heb
ben, als zU niet werd gedrAgen door de ont
aarding van het gehoor, die zooveel kapel
meesters mcesterlUk hebben bestudeerd en
die in die soundfilm van vandaag en mor
gen wordt geperfectlonneerd.
Men behoeft maar oei.s een normale cli
chefilm in een zwUgende studio te hebben
gezien, om te weten, hoe gering het effect
is. dat door het beeld alleen (van de slechte
film wel te verstaan!) wordt gesorteerd! De
muziek Is het. die den arbeidsslaaf uit zün
doffe vermoeidheid wekt, de melodie is-het,
die hem plotseling de wereld der sheiks en
gentlemen opent. Het beeld vervult daarbu
dikwijls eigenlUk de begeleidende rol; het
geeft den toeschouwer de gelegenheid, de
ontspanning, die de muziek teweeg brengt,
met reeele associaties te versterken, zoodat
hier de film niet veel anders doet dan de
magische macht der slechte muzlelc accen-
‘ueeren 1
HET REQUISITOIR.
Daarna Is het wootd aan den advocaat-
generaal. „Er 1-," aldus mr. Viehoff. tn d"
laatste dagen het mes gezet in de z el van
verdachte en men zou bUna vergeten, dat
op 18 Januari het mes is gezet in de vier
veldwachters.Wat de zaak zelf betreft
spreker meent dat het Openbaar Ministerie
in deze zaak sterk staat, wat de bewijsle
vering van doodslag betreft; deze is bui
tengewoon eenvoudig. Bewijzen zUn er ook
overigens genoeg. Alleen het dooden van
Van der Molen levert een kleine'moeilijk
heid op. Hier toch, zoo <s door de sectie
vastgesteld, is de mee t waarschijnlijke
doodsoorzaak een nede met het mes. Toen
verdachte schoot, heeft hij toen gehandeld
met het oemnerk van levensberooving? Des
kundigen nemen hier aan. dat verdachte
heeft gehandeld in blinde woede en er dus
oogmerk oin te dooden geen sprake
zijn De sectie echter, aldus spreker
De heer P. J. F Kloppenburg, tot voor kort
bankier, heeft bij den officier van justitie bU
de arrondlssements-rechtbank te Amsterdam
een aanklacht ingediend, met verzoek tot ver
volging tegen F. H. J. Holdert, wonende te
ParUs of voor zoover noodig tegen andere
voor den Inhoud van het blad verat xir-
delUke directeuren, redacteuren. uitgevers
en of drukkers van het dagblad De Telegraaf
gevestigd te Amsterdam aan de N.Z. Voor
burgwal 345 ter zake van laster,
smaadschrift, althans eenvoudlgde
ging.
In het ochtendblad van de Telegraaf van
5 Maart 1.1. is n.l een artikel opgenomen on
der 't onderschrift: „Drie A vier ton verduis
terd?" met ’n ondertitel' „Rractljken van 'n
bankier." waarin van den met name en kwa
liteiten genoemde requestrant zonder eenig
reserve en op pertinente wUze. als gold het
vastnande feiten, het volgende wordt geschre
ven:
Op welke wUze de heer K. te werk ging
moge bluken uit de echtscheiding, d:e hU het
vorige jaar wist te bewerkstelligen, toen hij
aan zag komen, dat het met zijn zaken bin
nen afzlenbaren tijd zou mlsloopen en hij
een flink bedrag „als appeltje voor den derst"
wilde reserveeren.
BU de echtscheiding werd bepaald, dat bjj
zUn vrouw jaarlijks 5000 sou uitkeeraa
Op zijn verzoek dit bedrag te mogen ka-
pltaliseeren, teneinde het' ineens uit te be
talen, werd overeengekomen, dat zU 100.000
zou ontvangen.
Die 100.000 werden op haar naam over
geschreven. doch de heer en mevrouw K.
bleven samenwonen; vAn een feitelUke schei
ding was geen sprake. Ook nu wonen zij
samen in Haarlemvan de 100 000. die
te voren uit de zaak gered waren.”
Door deze passage wordt volgens
strant de indruk gewekt, als zod
K ten detrimente van zyn crediteuren, al
thans van de crediteuren der Provinciale
Bankvereeniging, waarvan hu directeur was.
een bedrag van 100.000 hebben onttrokken
en ten name van zUn echtgenoote gesteld
met het oogn.erk om ten koste van den boedel
zlchze’f te verrijken welk bepaald feit, straf
baar vesteld bij art, 3»i er. 343 Wetboek van
Strafrecht hem tn gezegde passage ondub
belzinnig wordt ten laste gelegd.
De heer K. deelt mede, dat het in be-,
doelde passage medegedeelde volstrekt iede-
en (ettelijken grondslag mist. HU is van
meening. dat bovenbedoeld artikel hem in
eer en goeden naam aanrandt en dat deze
onverdiende blaam op zUn persoon geworpen
niet nagelaten heeft bij het krantenlezend
publiek den indruk te wekken, dat verzoeker
de vermelde strafbare en uit den aard der
i:aak zeer afkeurensw aardige handelingen
heeft vernchi.
r onderzoek bU den curator der
Provinciale' Bankvereénlging. mr. D. van der
Groot mr H J. pink, curator m het faillis
sement van verzoeker, mr C. J, de Vries
-nr en mr
A Mout, advocaat van verzoeker zal zegt
hU ten slotte aanstonds kunnen -aan-
toonen. dat hetgeen de Telegraaf tn bedoeld
Artikel heeft beweerd, volstrekt onjuist is.
DE STRAFMAAT.
Welke straf moet verdachte worden toe
gekend? ZUn misdrijf is verschrikkelijk
Spreker vindt de algemeene verontwaardi
ging een gelukkig teeken Er blukt nog uit.
dat ons volk als onrecht gevoelt, wat on
recht is. Een afschuwelijk misdrijf als dit
zal zeer zwaar moeten worden gestraft.
In dit geval acht spreker het Compromis
tusschen de maatschappelijke eischen en het
verpletterd l Ben- IsmaëT leefde belang van - verdachte onbestaanbaar en
-- 'hierom meent spreker, dat het vonnis der
Groningsche rechtbank tnoet worden onder
schreven.
Als men aanneemt, dat het verdachte
ernst is. als hU zich beschouwt als werktuig
van een hoogere macht om het kwaad van
deze wereld te volbrengen, wordt hU wel heel
gevaarlUk. Deze gedachte zal verdachte,
maal vrUgelaten. nog erger dingen doen
plegen. Spreker acht in dit geval levenslange
gevangenesstraf beslist noodzakelijk
Als de president verdachte vraagt, of hU
nog iets te zeggen heeft, antwoordt WUk
stra, dat hU nimmer weer een misdrijf zal
plegen.
Dit is zijn eerste en laatste gewelddaad
geweest.
om der wille van de filmkunst zou doen.
Men moet reëel zUn en van een bedrUf niet
vergen, dat het artistieke liefdadigheid als
doel zou gaan drUven. Het filmpubliek eischt
zUn maal.
BU voos idealisme Is men in dezen niet
gebaat.
De industriallseering en vermechanlseering
onzer cultuur brengt als onvermUdelük vre-
^phUnsel mee. dat talloozen de spanning
van den zelfstandigen arbeid niet meer
kennen en dientengevolge ontspanning zoe
ken na hun automatische inspanning Men
kan niet voorspellen, hoe onze maatschappU
zich ontwikkelen zal maar onmiddellUke
hoop, dat deze toestanden zullen veranderen,
dat m. a. w. het groote publiek in afzlenba
ren tUd kan worden ..opgevoed" tot hoogere
verlangens, kan niemand koesteren die zich
ernstig van zUn milieu rekenschap wenscht
te gevenw
Verbeelding en waarheid.
I
De hulsdramaturg van het Grand-Guig-
nol-theater te ParUs. waar uitsluitend kippe-
velstukken worden opgevoerd, Louis Ara-
guay. leverde dezer dagen zUn nieuwste
kunstproduct bU de directie in. met als
hoofdtooneel een. hersenorieratle op het too
neel, aldus lezen wU in „Het Vaderland”.
De directeur hechtte er groote waarde aan
deze .sensatie" zoo natuurgetrouw te bren
gen en verzocht daarom prof. Pauche een
dergelUke oj>eratle in diens kliniek te mo
gen bUwonen. De vergunning werd ver
leend; directeur Jack Jouvin teekende het
heele verloop van den gecompllmenteerden
medischen ingreep op en ging vol vreugde
naar den schrijver om dien in te lichten. HU
verhaalde hem in den breede hoe de pro
fessor de plaatsen des-tnfecteerde. waar hU
zUn mes wilde laten binnengaan, hoe hU zUn
instrumenten ordent, den patiënt chlorofor
meert en op het geschikte ooaenbllk blik
semsnel begint te beitelen. Verder kwam
Jouvin echter niet, want monsieur Araguay
viel in onmacht
Jouvin goot hem wat cognac in en vroeg
hem toen, geweldig verwonderd, wat hem
eigenlUk scheelde. Ben je heelemaal gek
geworden om me zoo n verschrikkelUk too
neel te beschrUven? Ik kan Immers niet
eens zien dat je een vlieg doodslaat.
Nu was de beurt aan Jouvin om verbaasd
te zUn. Klaar je hebt toch zelf dat prach
tige drama met de operatie geschreven, dat
de toeschouwers het klppevel zal bezorgen?
Bsn Je dan heelemiaj niet beroerd gewor
den bU het schrüven van de hoofdscène?
Hoezoo? luidde het antwoord van den ge-
pUnlgden schrijver, ik had toch nooit kun
nen droomen, dat een hersenoperatie zóó
vreeselUk is;
Krachtiger organisatie
WU zien slechts één weg: krachtiger or
ganisatie van de belangruke minderheid van
„het” publiek, die in de film geen ontspan
ning, maar culturéele en aesthetische span
ning zoekt.
Deze minderheid is er. en zU is in de laat
ste jaren wonderbaarlUk snel gegroeid, al
legt zU het in quantltatief ook ten eenen-
male tegen het gros af. Deze minderheid, die
de film als kunst begeert, kan zich laten
gelden, zoodra zU tenvolle heeft beseft, dat
zU geen meerderheid kan worden; zij kan
gebied veroveren, zoodra zU het sprpokje van
de „opvoeding” van het publiek als onbere
kenbare, naamlooze massa heeft laten va
ren. Tot nu toe was haar organisatie een-
zUdig een organisatie van toeschouwers, van
avantgarde-theaters, clnéclubs, .filmliga's,
het zwakke punt zoeke men dan ook niet
hier, maar in de organisatie der productie.
Nog steeds is het publiek, dat de filmkunst
wil, er niet voldoende van doordrongen, dat
het bU de productie nauwelUks een stem
in het kapittel heeft. Heeft Ruttmann zUn
„Berlin" niet gemaakt louter door een royale
geste van een firma, die overigens uit
munt door revuefiftns? En is dit een gezonde
basis, waarop de filmkunst vruchtbaar kan
zUn?
,Het" filmpubliek bestaat niet. Maar naast
het variétépubliek bestaat de groeiende min
derheid. die van de litteratuur meer be
geert,, dan Edgar Wallace, van de muziek
meer dan Jack Hylton en zUn onovertrefba
re band, van de film meer dan sensatie en
chansons. ZU kan het goede, dat sporadisch
in de bioscopen en uit de commercieele pro
ductie verschUnt. gereedelijk waardeeren;
maar laat hU zich bewust worden van haar
andere basis, en van de hervormingen, die
deze andere basis eischt.
HET FLFIDOOL
Na de pauze ts^het woord aan den verde
diger. mr. Lev ie. te Groningen.
Spr wil niet Ingaan op de kwestie hoe de
dood van Van der Molen -s ingetreden.
Practische belangen ziet spr. hierin niet,
Dc procureur-generaal heeft een groot
aantal getuigen gedagvaard. waarschUnlijk
om den ten laste gelegden moord te bewU-
zen De dagvaarding is aldus ingekleed, dat
>i ten laste gelegd is vier keer moord subs,
vier keer doodslag. Tussct\en deeen dubbelen
mókrd subs, doodslag en ten laste leggen van
vier afzonderlUke delicten, bestaat verband.
Vei dacht heeft In een vermeend recht van
onschendbaarheid van zUn huis het wapen
opgenomen om een. naar hU meende, on
rechtmatige handeling te beletten Hij heeft
toen in i heftige gemoedsbeweging gescho
ten Er is dus sprake van één besluit en niets
wUst er op. dat hier genomen zün vier afw>n-
derlüke besluiten. De deskundigen A décharge
zün van oordeel, dat verdachte handelde in
een sterk effectieven toestand en niet optrad
tegen vier veldwachters, doch tegen de poli
tiemacht. Waren er tien veldwachters ge
ve st. dan had hü er ook tien doodgeschoten.
Waarop voorts Is deze dagvaarding geba
seerd? Op kletspraat in een klein plaatsje
in de provincie. De een praat zün mond
voorbü bij de marechaussee en draait het
weer om voor den rechter-commissaris en
verklaart dan weer anders voor de recht
bank. 2kx- is de zaak verdraaid en onken
baar gemaakt.
Daartegenover staat, dat ieder.' die ver
dachte kende, hem volstrekt niet vreesde en
ook de vermoorde politiemannen geen vrees
voer hem koesterden.
Uit dit alles blükt wel. dat hier niet van
moord kan worden gesproken en zeker niet
van vier vooraf opgemaakte plannen om vier
bepaalde veldwachters te dooden.
Het rapport der deskundigen noemt pleiter
eéh eerbiedwaardig document, dat wUst op
groote energie en groote toewijding. Omdat
echter eenlge vragen volgens pleiter niet vol
doende werden opgelost, veraocht pleiter nog
een onderzoek door twee bekende psycholo
gen
Het is totaliter onbewezen dat WUkstra
iets wist van het binnentreden van de politie
in zün woning. Eerst, toen de politie reeds
zün huis binnendrong en hü tusschen twee
vuren kwam in te zitten, eerst toen heeft hü
radeloos en niet wetend wat hü moest doen,
gevuurd.
van
zou
wijst wel anders uit.
Wat betreft de b<k*U voering
voorbedachten rade heeft men te doen 'n
de eerste plaats met de uitlatingen van
verdachte vóór het misdrijf en ten tweede
de handeling van den verdacht? tijdens het
misdrüf. Hierbij is ?met groot overleg te
werk gegaan. Het misdrüf van moord ver
onderstelt voorbedachten rade, d.w.z. voor
dat de moord plaats V'-nd. moet verdachte
reeds een plan om te depden hebben geno
men. Hoe zün zielstoestand tijdens de uit
voering was. doet nl'-ts ter zake.
Wat het vonnis der* Groningsche recht
bank betreft, hiermee kan spreker niet
meegaan. HU beschouwt het misdrijf niet
alleen psychologisch, maar ook Juridisch als
één geheel.
De rapporten van deskundigen zün van
belang In de eerste plaats voor de vraag,
of men hier te doen heeft met bewuste
handelingen en in de tweede plaats of men
te doen heeft met dwanghandelingen: ten
derde wat betreft den affect-toestand en
ten vierde wat betreft den geestestoestand.
Voor het misdrijf is rechtens alleen het
psychiatrisch rapport van belang Wat de
heeren Roels en Grtinbaum bijbrengen moge
heel belangrijk zün. maar rechtens is het
van geen belang.
8pr. kan van prof. Grünbaum begrüpen.
dat hij uit het oogpunt van wetenschap
WUkstra gaarne nog een Jaar in observatie
zou willen nemen, maar voor de handha
ving van het recht zou dit werkeerd zün.
Juist het feit, dot in den laatsten tijd
zoo veel misdrijven w-rden gepleegd, waar
voor ieder redelijk motief ontbreekt en die
toch door volkomen normale personen
werden gepleegd, viel op. Dit wordt toege
schreven aan maatschappelüke factoren. De
vrijheid om te doen en te laten wat men
wil, is steeds meer ingenerkt en dit wekt
b<J velen een minderwaardigheidsgevoel en
om toch de wereld te toonen dat men een
persoon is. gaat men tot misdrüven over.
Uit het verhoor der talrijke getuigen A
charge is wel gebleken, dat de meening van
de deskundigen omtrent verdachte's stand
punt tegenover het gezag in het algemeen
wordt bevestigd. Vast is komen te staan
-dut verdachte een haat koesterde tegen
alles, wat hem hinderde in zijn vrijheid om
te doen en te laten wat hü wil; men moet
verdachte i/let zién als een bewisten anar
chist, maar wel als Iemand, met een te ver
doorgedreven vrüheidsgevoel en die daar
door is geworden een onmaatschappelijk
mensch.
Men heeft gezegd, dat verdachte ten op
zichte van Meyer een omtrekkende bewe
ging maakte uit zün Jagers instinct, maar
zoo lang hazen en konijnen geen irevaarlUke
dieren zün, kan spreker niet begrijpen, dat
Wijkstra eeh omtrekkende beweging maak
te om de kogels van Meyer te ontgaan “n
dat hü deze beweging toch ook maakte
acht spreker van zeer groot belang; hoewel
hü niets meer zag en niets meer hoorde en
dus denken moest: Meyer zal wel dood zijn,
houdt hij nog zoo zeer rekening met de
mogelUkheid dat Meyer niet dood is.
dat hü precies denzelfden weg terug maakt
naar zün woning. Daar gekomen zegt hij
tegen Aaltje: „Nu staat het er raar voor"
Nogmaals gaat hü er op uit om te zien of
Meyer dood is. Als hü den man vindt *n
deze nog een arm beweegt, lost hij een ka-
rabUnschot op hem en bespringt hem en
snijdt hem met een mes den hals af. Dan
gaat hij naar de andere veldwachters en
snüdt hen ook den hals af. Sluit dit uit
een affect? Neen, maar voor den voorbe
dachten rade is dit van belang.
Er loopen over verdachte de wondcrlijk-
ste varhalen. Velen hebben gezegd: die man
Is óf een beestmensch óf krankzinnig. Ver
dachte is noch het een. noch het ander.
doch iemand met een te sterk ontwikkeld
vrüheidsgevoel. zeer emotioneel, ook. maar
ook iemand, die buitengewoon egocentrisch
ts en zich afvraagt, welke plaats voor hem
In de wereld is weggelegd. Dit zUn geen on-
j gunstige eigenschappen, maar men heeft
ook aan te nemen dat verdachte van
t Jongsaf aan nooit plichten geleerd heeft,
doch slechts enkel rechten.