Gemengd Q^Cieuws VOOR DE HUISKAMER HET DRAMA TE GROOTEGAST DE LEEUWENJACHT RECHTSZA KEN Tragisch voorval op een station O verreden en gedood -( Een olie-gokje Duitsche valsche munters gezocht Handel in blanke slavinnen ontdekt De dwaasheid ten top KUNST EN KENNIS De Vereenlgde Schouwspelers De lijfarts van een negervorst I ’iet bioscooppubliek grootendeels variété-publiek De dader van den moordaanslag op Inspecteur Paul De heer P. J. F. Kloppenburg dient een aanklacht in Her Openbaar Ministerie eischt tegen verdachte levenslange gevangenisstraf Een oor afgebeten °P - - - De „Praktijken van een bankier” I De smaak der bezoeken onberekenbaar. Boelea stelt nog enkel' mr i sialiesbevolking. Zenuwltyder door trein vermorzeld van de eerste Krankzinnig geworden Door de olie In den put het ge- I in A penne hef wondermiddel I I DAARDOOR HET GEHALTE DER FILM BEPAALD gecompliceerde zakenmenschen 200 blanke slavinnen naar Argentinië gebracht De Zweedsche zoöloog Ivar Broman, pro fessor aan de universlteit te Lund, is onlangs Gisterenavond omstreeks half acht is tus schen 8t. Oedenrode.cn Best een wielrüdster door een onbekend gebleven auto overreden en gedood Oude een ik durfde niet onder den boom te voorschijn komen. i reque- de heer ver en een irreëel en on- althans beleedl- ollecomblnatie winsten te bel over te 1. Bij een vechtpartij tusschen Jongelui in de Boteringestraat te Groningen heeft cm, der vechtersbazen een ander een oor afgebeten. Twee Busstunsche families, die een kaart- clubje vormden, wilden wel eens een grooter gokje maken. Een der vrienden zei in een te zitten, waarmede groote winsten te behqlen waren. Hij wist den an der over te haten om met 13.000 deel te nemen. Het contract van drie handteeke- nlngen met klinkende namen voorzien, werd overgelegd en' in goed vertrouwen de 13.000 gestort. De geldschieter kwam ach teraf op het idee om eens te informeeren en nu bleek, dat de stellers van de z.g handteekeningen van niets wisten. De olle- speculant, ter verantwoording geroepen, gaf onmlddellük toe. dat de heele affaire gefin geerd was. Van de 13 400 was reeds 5000 opgemaakt. De gedupeerde deed aangifte bij de politie en op last van de Justitie Is de oplichter gisteren naar Amsterdam over gebracht. bestaan voortgezet, ook al veranderde het peil van het variété en de maatschappelijke situatie van tiet publiek. dat gezien hadt De donder bei door den muil van den leeuw, sem viel hij voor ons neer." Onze geweren gingen af, maar hij deed alsof hij er geen acht op sloeg. Hij viel te midden van onze troep, waarvan hij er drie met z’n klauwen greep en ter aarde velde m’n neef Ben-Meftah mei verbrijzeld hoofd, de zoon van Ben-Ismael met verscheurde borst en m’n oom Rabah. die door de hulp van den Profeet geen ernstige verwondingen had bekomen, maar die onder de klauwen van den leeuw lag en ons toeriep „O. mijne broeders, redt mi) redt mij uit dit gevaar Bijna iedereen had de vlucht genomen toen men zag hoe de leeuw onder de mannen huishield. Maar de vrouwen trachtten ons weer moed in te storten, door ons schandelijk gedrag te laken. M'n nicht Aicha schreide en rukte zich de haren uit het hoofd, toen zij haar vader Rabah in zoo'n toestand zag. „El-Arbi riep ze mij toe „red hem of ik zie je nooit meer aan „Ik zal het doen,” schreeuwde ik, en trad op den leeuw toe, daar ik niet van verre wilde mikken, uit vrees van een der mannen, die hij onder zich hield, te zullen treffen. Hij liet me tot drie stappen naderen, maar juist toen ik op z'n kop zou aanleggen, richtte hij zich op en sloeg met één slag van z’n klauw het geweer uit m'n hand. Aldus ontwapend, deed ik een sprong achterwaarts en zette het op een loopen. Naar de Haagsche Courant meldt, is de da der van den moord-aanslag op inspecteur Paul te 's-Gravenhage In de gevangenis krankzinnig geworden en overgebracht naar het Krankzinnigengesticht te Eindhoven. HU was veroordeeld tot twintig Jaar gevangenis straf. Een brandende vraag. Hoe moet In dit milieu de mogelUkheid geschapen worden voor een filmpubliek, dat eischen van gansch ander kaliber stelt? Dit is de brandende vraag van het fllrn- probleem, omdat met de beantwoording van deze vraag de filmkunst staat of valt. De economische omstandigheden mag men be oordeeld! zooals men wil. op de levensvat baarheid van de kunst hebben zü niet weg te cUferen invloed. De basis voor de film kunst was tot op neden nog volkomen raad selachtig. In Amerika is iedere artistieke Poging een zaak van het toeval. In Europa is zij een zaak van romantische episodes. In Rusland is zü een nevenverschUnsel van een betrekkelijk gunstig stadium; maar de voorwaarden der Russen kan men met naar Europa overplanten. Het zUn echter geen omstandigheden van buitenaf, die het film- pell laag houden. Het is al te naïef, om voor dit filmpetl alleen de gewinzucht van enkele industriemagnaten of de Indolentie der bioscoopexploitanten aansprakelUk te stellen. Het filmpubliek eischt in meerder heid variété en, als het hooger eischen stelt, stelt het eischen om beter variété, om prik kelender ontspanning. Aan die eischen heeft de filmproductie te gehoorzamen. Het is daarom dwaasheid, van de Industrie de renaissance der filmkunst te verwachten, evenals het dwaasheid is, verstomd te staan over een goede film in een bioscooptheater. Het is volstrekt niet uitgesloten dat 'n film maatschappij eens een goede film financiert, maar het is niet te verwachten, dat zü dat Naar de ..Montag" uit Buenos Aires meldt. Is het de Justitie aldaar gelukt op het spoor te komen van een der grootste organisaties voor den handel in blanke slavinnen. De lei ding dezer organisatie schUnt in handen te zijn van een zekeren Samuel Korn, terwijl de politie reeds de namen kent van 400 medeplichtigen. De blanke slavinnen werden vooral In Rus land en Polen gezocht. Er werd uitgemaakt, dat deze bende reeds tien Jaar haar luguber bedrijf uitoefent on der den schuilnaam van een weldadlghelds- vereenlglng. Jaarlijks zouden uit Oost-Europa alleen al zün In een buitengewoon politieblad verzoekt de Commissaris van Politie te Heerlen, te vens grenscommissarls, opsporing, aanhou ding en voorgeleiding ter fine van uitleve ring van den Dritscher Wilhelm Engelhardt, geb. 12 Juni 1897 te Dlenëhthal, kreis (In terlaken <D.i, lang 1.675 M. ineengedrongen, ovaal gezicht, blauwe oogen. spitste kin. blonde haren, tatoueerlng op linkerarm. HU wordt verdacht van valsche munterU. ge pleegd te Oberhausen. Engelhardt moet In het bezit zün van een Nederiandsch paspoort ten name van Wes- Hü 'noemt zich ook wel Alls. Gisterenmiddag te ongeveer 4 uur was eeb man. die te Utrecht gedetineerd en wegens zenuwlUden verpleegd was. onder politiebe waking op het Centraa. Station aanwezig, om naar een gesticht in Velp te worden ge bracht. Toende Dults hc trein uit Amster dam bmnenrolde, wist hu aan zUn bewaken te ontsnappen en sprong juist voor dén naderenden trein op de rails. Geheel vermor zeld Werd hu teruggevonden. Je leeuw schouwspel hoofd was nog, maar z'n borat was opengereten, en hij stierf nog denzelfden dag. M’n oom Rabah echter had slechts eemge kneuzingen beko men. maar de poot van den leeuw had op z’n borat gestaan en hij was in zwijm ge vallen. Alle drie werden naar onze tenten vervoerd. Drie dagen lang weergalmde de iucht van onze rouwklachten. Dit was de treurige afloop van onze jacht. Het speet me wel, de oorzaak te zijn geweest van den dood van twee mannen. Maar vanaf dien dag heb ik woord gehouden, en nooit, ofschoon hij tal van ossen en schapen ver slond. heb ik er aan gedacht, opnieuw met den leeuw slaags te raken. Ik had een overeen komst met hem gesloten en men moet zijn woord houden. Allah is groot l van een wetenschappelijke expeditie uit Af rika in zün vaderland teruggekeerd, aldus lezen wU in de „Telegraaf.” TUdens zUn avontuurlüken tocht vlel'them gedurende eenigen tijd ook de twüfelachtige eer te beurt, tot Ujiarte te worden benoemd van den heerscher over een kleinen neger staat in Centraal-Afrika. Want nauwelUks had professor Broman 't gebied van den ne gervorst betreden, of deze liet hem bij zich ontbieden daar hU Juist hevige pUn in de borst had Broman zag onmiddellijk daj de Koning het waarschljnlük door overmatig middagmalen wat extra benauwd had en gaf hem met eenig ceremonieel 'n paar asperine- tabletjes. die de vorst zijnerzijds op plechtige wUze nearbinr.cn werkte. Nadat hij een paar uur flink had gesnurkt was van zUn pUn tn de borst niets meer te bespeuren. Een paar dagefi nadien liet de vorst den professor opnieuw ontbieden Voor alle ze kerheid stik Broman maar alvast was aspe- rlne bij zich daar hU aannam, dat het wel weer een onschuldig geval zou zUn. Doch wie schetst zijn verbazing, toen de koning hem ditmaal opdroeg er onverwUid voor te zorgen, dat hem een stamhouder en troonsopvolger zou geboren worden. Natuur lijk stond de professor met 0en mond vol tanden, met het gevolg, dat de koning een aanval van razernij kreeg en den professor mitsgaders al diens medewerkers met den dood dreigde ii.dier> zij er niet voor zorgden dat nog voor hun vertrek het voortbestaan van zijn dynastie was verzekerd. Professor Broman en zUn metgezellen achUen het toen maar wenschelUk. onmld dellük het hazenpad te kiezen. De leeuw, die onze beesten had verslonden, sliep in het bosch van kurkeiken. Het was daar, dat we hem moesten opsporen. Ons plan was, on> in twee gelederen te scharen, het bosch op een twintigtal schreden te naderen na de vrouwen eerst op een rots n veiligheid gebracht te hebben. Vervolgens zouden we den leeuw sarren om hem z'n schuilplaats te doen verlaten, en wanneer hij te voorschijn kwam, onze geweren tegelijk op hem afschieten, waardoor hij dood zou neervallen. We naderden de slaapstede van den leeuw, terwijl de kieten der vrouwen ons tot moed aanspoorden. In het eerste gelid stonden de sterksten onzer mannen, die tevens de beste schutters waren. We hielden een oogenblik halt, zooals was afgesproken de geweren werden geladen en met gestrekte loopen gingen we voorwaarts. Ik riep den leeuw en sprak „O ossen- zrerslmder, verlaat je schuilplaats, kom in het gezicht der menschen. Het is vandaag je betaaldag Hij gaf geen antwoord. Dat is zoo het gebruik. Drie maal moet de uitdaging herhaald worden, zal de leeuw te voorschijn komen. Ik hernam dus „Doe nu niet als een hond kom te voorschijn als je een man bent Om meer kracht aan m’n woorden bij te zetten, wierp ik, evenals sommige mijner gezellen, steenen naar de plaats, waar we dachten dat hij was. ,-,Oriep de_verteller E!-Arbi, „als je te spreken en als de bhk- Voor het seizoen 1930—1931 heeft de heer een- Plerre Mols, directeur van het tooneelgezel- schap „De Vereenlgde Schouwspelers”, zich de medewerking weten te verzekeren van den heer dr. Wynand Frans, thans nog me dedirecteur van de N. V. „Het Oost-Neder- landsch Tooneel." De heer Wynand Frans zal hoofdzakelük de artistieke leiding op zich nemen. terwUl de zakéhjke directie in handen van den heer Pjerre Mols bhjft berusten. DE POSITIE DER MINDERHEID In de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" treffen wU een beschouwing aan over het filmpubliek, van de hand van Dr. Mennn ter Braak. Aangezien het artikel een onderwerp be handelt, dat 'n groot gedeelte onzer lezers wellicht Interesseeren zal, laten wU er hier her een .en ander uit volgen. „Het" publiek: ziedaar alles, ziedaar niets, elous genoemde medewerker. Over .het" pu bliek spreekt de bioscoopexploitant' over „het" publiek peinst de cineast, schrijft de courant, tobben Zukor en Pommer; en dien tengevolge verstaat men onder .het” publiek duizend heterogene dingen, die verw-irrend wreken op het oordeel, dat men zich van dit overal aanwezig en toch ongrUpbare monster vormt. Sommigen hebben vertrouwen In den smaak van het publiek en meenen, dat het eens tot Inzicht en keufe zal komen; moe ren meten het publiek af naar de laatste beursdebacle, naar zün waarde als loge- en Maar het monster zat me op de hielen. Ik wist, dat hij me spoedig zou inhalen en een reusachtigen cederboom bemerkend, die met z’n takken geveld op den grond lag, kroop ik er onder, juist toen de leeuw, in de hoop mi) te pakken, z'n klauwen ophief om ze in mijn vleesch te slaan. Hij begreep, dat hij z’n doel gemist had. en wierp zich op den boom, hem bijtend en verscheurend met klauwen en tanden, alsof het mijn persoon was, aan wien hij z’n woede koelde. „U begrijpt.zoo vervolgde El-Arbi zijn verhaal, „hoe hachelijk mijn positie was. M'n ouders, m’n vrienden en- de vrouwen krabden zich de wangen open ten teeken van rouw. Men dacht natuurlijk, dat ik verloren was. De leeuw was op en ik onder den boom. Z’n twee voorpooten raakten den eenen kant van den ceder, z’n twee achterpooten den anderen kant. Hij brulde vreeselijk uit z’n muil vlogen vlokken schuim en steeg een ondragelijke lucht op. „Hoe zal dat afloopen dacht ik, op de hulp van inenschen viel niet te rekenen. De leeuw had allen op de vlucht gejaagd. Ik nep den Profeet aan. Op hem alleen was m’n eenig uitzicht op redding gesteld. Daar schoot mij een gedachte te binnen. Ik had hooren zeggen, dat de leeuw het woord van den tnensch begreep en dat hij zich dikwijls door smeekbeden liet verteederen. Ik sprak hem dus in dier voege aan „O sultan der dieren, gij zijt de sterkste Wees edelmoedig jegens uw overwonnen vijand. Wannéér ge mij het leven laat, dan neem ik Allah tot getuige, dat ik u nooit meer zal aanvallen, noch een van uw ras." Alsof hij m’n smeekbede begrepen had, brulde de leeuw nog eens, verliet z’n stelling op den boom, en ging weer naar het woud terug, al voortgaande nu en dan een blik achterwaarts naar m’n schuilplaats werpend. Ge begrijpt, hoe verheugd ik was, toen de leeuw zich verwijderde, van zoolang hij nog m 't gezicht was. Nadat hij in 't bosch was verdwenen, riepen mijn ge zellen me toe. dat ik zou opstaan en snel als de wind bij hen zou komen. Ik werd door allen toegcuichr met kreteh van vreugde en bewondering. Ik hielp de drie mannen oprichten, die geveld had. O, Allah, welk een :I 1 Ben-Meftah was dood 1- Z'n Gisteren was voor de voortgezette zlttiftg van het Hof te Leeuwa den. vaar in hooger beroep terecht s stond IJe Wijkstra. ver dacht van moord of doodslag op vier veld wachters te Groctegast, weer groote belang stelling. Ook de gereserveerde tribune was dicht bezet. Nadat eenlge arresten waren uitgesproken wordt de verdachte binnenge leid Raadsheer vragen. Mr. Boe les: ..Hebt u op Hoving en Werk man geschoten in schietende houding?" Verdachte: „Dat kan ik niet zeggen" President: ..Heeft Aaltje je ook geho}oeii bU het aanreiken van wapens enz.?" Verdachte: „Ik kan het mij niet herin neren.” IS DE DAAD NA OVERLEG GEPLEEGD? Had hU een plan, dan heeft hü dat zeker dien morgen niet ten uitvoer gelegd. Is het aan te nemen, dat die man. die razend was gemaakt door de herrie binnen- en buitens huis. na kalm beraad en rustig overleg zou hebben gevuurd? De procureur-generaal wil het overleg verplaatsen naar den tUd daar voor. maar dat is een verplaatsing van de moeilUkheid. Aaltje van der Tuin heeft verdachte tot zich getrokken, hem tot schandelUke daden overgehaald en hem gemaakt tot een willloos werktuig. Op een dag In Januari kreeg Aaltje een oproep. Verdachte aeide: zü kan wel blü- ven. maar ook wel gaan- Toen verschenen op 18 Januari vier veldwachters. Aaltje wilde niet mee. Verdachte bracht deze boodschap bU de veldwachters, doch deze elschten van hem de deur te openen. Verdachte kon de deur van binnen niet openen. Aaltje begon te lamenteeren. de politie elschte binnengelaten te worden, verdachte UchamelUk en gees telijk uitgeput wordt hoogst zenuwachtig en toen zei Aaltje: schiet ze maar dood. Toen werd verdachte radeloos; hij schoot Van der Molen neer, daarna de anderen. Dan gaat hU met Aaltje naar sUn neef. HU is onken baar. ZU hangt hem nog om den hals en zegt dat het maar goed is dat de politie dood is. Dan gaat hU naar den dokter en zegt daar half versuft wat hü gedaan heeft. Hoe is dit te verklaren? Een man, die nog nooit iemand kwaad heeft gedaan, die in ontwikkeling ver voven z’n omgeving stond, die zich tevoren nog nooit met vrouwen heeft afgegeven, schiet terwille van een vrouw vier veldwach ter! dööd. Verdachte behoort tot het type der ner- veuzen. die volgens prof. Heymans eerder in moeilijkheden geraken dan andere meer be voorrechten. Alles wUst er op. dat men hier te doen heeft met een voortgezette reeks dwanghan delingen. Ook vioege. heeft men in verdach- tes leven dwanghandelingen gevonden, zoo zeggen de deskundigen A décharge. De des kundigen A charge voeren hiertegen aan, dat prof. Wiersma geen moord als dwanghande ling bekend is Het is sprekers bedoeling niet om hier tot ontoerekeningsvatbaarheid te komen. Wel wU?en paranoïde trekken, dwanghandelin gen en sexueele hoerigheid op verminderde toerekeningsvatbaarheid. Het ligt voor de hand, dat men hier met een grensgeval te doen heeft. HU leidt aan sterke overwaardlge ideeën, stelde zich op één lUn met Beethoven, Nietz sche, Liszt e.d. De psychiaters zeggen dat WUkstra zich op deze wijze veel uttliet. maar hiertegen verzet zich dat WUkstra zegt: Ik weet dat wat ik deed verkeerd was. maar ik moest het doen. Als men zich los maant van alle psychologie en psychiatrie, dan blUkt, dat verdachte geen immoreel mensch is. maar vooral ook een slachtoffer der omstandigheden. De procureur-generaal heeft de zwaarste straf geëlscht die de wet kent en die gemoti veerd met te zeggen: hU is in zün opvattin gen onveranderlijk Is dit zoo om hierop een elsch van levenslange gevangenisstraf te ba- seeren. dan moet men hiervan rotsvast over tuigd zUn. en hoe zal men het zijn. Wat het Hof ook zal beslissen, spr. ver zoekt dat verdachte zUn straf mag uitzitten in een gesticht waar psychiatrische observatie mogelUk Is. Spr. wijst op het ontstellende be richt in de dagbladen dat een verdachte, ten opzichte van wie psychiatrisch onderzoek is geweigerd krankzinnig Is geworden. Na re- en dupliek wordt de uitspraak be paald op 26 Mei. Het monster „publiek”. Dat „het” publiek niet bestaat als con stante grootheid, maar slechts een denkbeeld is van hen die vreezen. hopen, gokken zijn gunst, is eigenlUk weinig nieuws. massa heeft de meest uiteenloopende koers waarden. ZU betoont zich soms gewillig, om den grofsten onzin dankbaar te slikken, en fluit dan weer onverwacht eeb onschuldig niemendalletje verantwaardlgd uit. „Het" publiek heeft Al Jolson, den edelen ober en vader, verteederd ontvangen en zonder plau sibele redenen een ander industrieproduct, „In einer kleinen Kondltorei”, weggehoond. Een bewUs van smaakontwlkkellng kan men hierin bezwaarlUk zien. Zoo onberekenbaar is het Idool dat zelfs de geslepen der groote Amerikaansche trusts in een be stendige romantische lotswisseling leven, aan handen én voeten gebonden door hun klanten, waarvan zU de psychologie toch in theorie mcenen te doorgronden. Eén mi nieme structuurverandering kan voldoende zün, om de mode te laten omslaan, en hier een bankroet, daar een milliard aan te kon digen. Dit alles klinkt niet zeer hoopgevend en het is inderdaad ook weinig hoopgevend. Het huidige filmpubliek is bovendien van alle publieken wellicht het minst betrouwbare en het traagste. Het is b.v. geen ,Jcunst”-publlek geen concertzaal publiek, geen theaterpubliek waarin de critische elementen een belang- rUke rol spelen. Het is voor een groot deel een variétépubliek, dat zUn interesse in de laatste decenniën geleidelUk verplaatst heeft van het café chantant naar de filmsensatie. Het wordt in hoofdzaak dan ook bediend als een variétépubliek, aangesproken in de ter minologie van een dergelijke consumenten groep en behandeld als de groote gemeen schap van zich ontspannende avondultgaan- ders, die cijfers, machines en mechanische arbeid wenschen te vergeten in WL. prlmi- tief-romantische aanvulling van/ het 'ge moedsleven. Irt dezen still Is de film haar car rière begonnen, in dezen stUl heeft zU haar OpdrUven der sensatie. Het verdient aanbeveling, dit goed onder oogen te zien en dientengevolge aan toeval lige flultpartüen In toevallige theaters, bU toevallige films niet algfe veel waarde te hechten. De triomf der filmkunst zal voor waar niet uit de lucht komen vallen of zich- als een resultaat der industrleele evoluHé aandienen 1 Het gros van het filmpubliek behoorend tot de klasse der moderne hoofd en handarbeiders, verlangt in de bioscoop geen betere programma s, maar opdrüving van de sensatie en steeds verfUnder prikke ling van de slappe zenuwen; het verlangt in de bioscoop het leven op een leugenachtig, maar spannend niveau te vergeten tn leu genachtige, maat spannende avonturen, een wereld die niet bestaat, maar zonder Inspanning door den moeden geest te valschen is. Dit is de nuchtere waarheid, wie haar voorbüziet, is j vruchtbaar fantast. Het is volsrtekt niet toe vallig, dat de muzikale begeleiding steeds een enorme rol heeft gespeeld in het bios cooptheater, zonder overdrUving kan men zeggen, dat de meerderheid der industrle- films bU geen enkel publiek succes zou heb ben, als zU niet werd gedrAgen door de ont aarding van het gehoor, die zooveel kapel meesters mcesterlUk hebben bestudeerd en die in die soundfilm van vandaag en mor gen wordt geperfectlonneerd. Men behoeft maar oei.s een normale cli chefilm in een zwUgende studio te hebben gezien, om te weten, hoe gering het effect is. dat door het beeld alleen (van de slechte film wel te verstaan!) wordt gesorteerd! De muziek Is het. die den arbeidsslaaf uit zün doffe vermoeidheid wekt, de melodie is-het, die hem plotseling de wereld der sheiks en gentlemen opent. Het beeld vervult daarbu dikwijls eigenlUk de begeleidende rol; het geeft den toeschouwer de gelegenheid, de ontspanning, die de muziek teweeg brengt, met reeele associaties te versterken, zoodat hier de film niet veel anders doet dan de magische macht der slechte muzlelc accen- ‘ueeren 1 HET REQUISITOIR. Daarna Is het wootd aan den advocaat- generaal. „Er 1-," aldus mr. Viehoff. tn d" laatste dagen het mes gezet in de z el van verdachte en men zou bUna vergeten, dat op 18 Januari het mes is gezet in de vier veldwachters.Wat de zaak zelf betreft spreker meent dat het Openbaar Ministerie in deze zaak sterk staat, wat de bewijsle vering van doodslag betreft; deze is bui tengewoon eenvoudig. Bewijzen zUn er ook overigens genoeg. Alleen het dooden van Van der Molen levert een kleine'moeilijk heid op. Hier toch, zoo <s door de sectie vastgesteld, is de mee t waarschijnlijke doodsoorzaak een nede met het mes. Toen verdachte schoot, heeft hij toen gehandeld met het oemnerk van levensberooving? Des kundigen nemen hier aan. dat verdachte heeft gehandeld in blinde woede en er dus oogmerk oin te dooden geen sprake zijn De sectie echter, aldus spreker De heer P. J. F Kloppenburg, tot voor kort bankier, heeft bij den officier van justitie bU de arrondlssements-rechtbank te Amsterdam een aanklacht ingediend, met verzoek tot ver volging tegen F. H. J. Holdert, wonende te ParUs of voor zoover noodig tegen andere voor den Inhoud van het blad verat xir- delUke directeuren, redacteuren. uitgevers en of drukkers van het dagblad De Telegraaf gevestigd te Amsterdam aan de N.Z. Voor burgwal 345 ter zake van laster, smaadschrift, althans eenvoudlgde ging. In het ochtendblad van de Telegraaf van 5 Maart 1.1. is n.l een artikel opgenomen on der 't onderschrift: „Drie A vier ton verduis terd?" met ’n ondertitel' „Rractljken van 'n bankier." waarin van den met name en kwa liteiten genoemde requestrant zonder eenig reserve en op pertinente wUze. als gold het vastnande feiten, het volgende wordt geschre ven: Op welke wUze de heer K. te werk ging moge bluken uit de echtscheiding, d:e hU het vorige jaar wist te bewerkstelligen, toen hij aan zag komen, dat het met zijn zaken bin nen afzlenbaren tijd zou mlsloopen en hij een flink bedrag „als appeltje voor den derst" wilde reserveeren. BU de echtscheiding werd bepaald, dat bjj zUn vrouw jaarlijks 5000 sou uitkeeraa Op zijn verzoek dit bedrag te mogen ka- pltaliseeren, teneinde het' ineens uit te be talen, werd overeengekomen, dat zU 100.000 zou ontvangen. Die 100.000 werden op haar naam over geschreven. doch de heer en mevrouw K. bleven samenwonen; vAn een feitelUke schei ding was geen sprake. Ook nu wonen zij samen in Haarlemvan de 100 000. die te voren uit de zaak gered waren.” Door deze passage wordt volgens strant de indruk gewekt, als zod K ten detrimente van zyn crediteuren, al thans van de crediteuren der Provinciale Bankvereeniging, waarvan hu directeur was. een bedrag van 100.000 hebben onttrokken en ten name van zUn echtgenoote gesteld met het oogn.erk om ten koste van den boedel zlchze’f te verrijken welk bepaald feit, straf baar vesteld bij art, 3»i er. 343 Wetboek van Strafrecht hem tn gezegde passage ondub belzinnig wordt ten laste gelegd. De heer K. deelt mede, dat het in be-, doelde passage medegedeelde volstrekt iede- en (ettelijken grondslag mist. HU is van meening. dat bovenbedoeld artikel hem in eer en goeden naam aanrandt en dat deze onverdiende blaam op zUn persoon geworpen niet nagelaten heeft bij het krantenlezend publiek den indruk te wekken, dat verzoeker de vermelde strafbare en uit den aard der i:aak zeer afkeurensw aardige handelingen heeft vernchi. r onderzoek bU den curator der Provinciale' Bankvereénlging. mr. D. van der Groot mr H J. pink, curator m het faillis sement van verzoeker, mr C. J, de Vries -nr en mr A Mout, advocaat van verzoeker zal zegt hU ten slotte aanstonds kunnen -aan- toonen. dat hetgeen de Telegraaf tn bedoeld Artikel heeft beweerd, volstrekt onjuist is. DE STRAFMAAT. Welke straf moet verdachte worden toe gekend? ZUn misdrijf is verschrikkelijk Spreker vindt de algemeene verontwaardi ging een gelukkig teeken Er blukt nog uit. dat ons volk als onrecht gevoelt, wat on recht is. Een afschuwelijk misdrijf als dit zal zeer zwaar moeten worden gestraft. In dit geval acht spreker het Compromis tusschen de maatschappelijke eischen en het verpletterd l Ben- IsmaëT leefde belang van - verdachte onbestaanbaar en -- 'hierom meent spreker, dat het vonnis der Groningsche rechtbank tnoet worden onder schreven. Als men aanneemt, dat het verdachte ernst is. als hU zich beschouwt als werktuig van een hoogere macht om het kwaad van deze wereld te volbrengen, wordt hU wel heel gevaarlUk. Deze gedachte zal verdachte, maal vrUgelaten. nog erger dingen doen plegen. Spreker acht in dit geval levenslange gevangenesstraf beslist noodzakelijk Als de president verdachte vraagt, of hU nog iets te zeggen heeft, antwoordt WUk stra, dat hU nimmer weer een misdrijf zal plegen. Dit is zijn eerste en laatste gewelddaad geweest. om der wille van de filmkunst zou doen. Men moet reëel zUn en van een bedrUf niet vergen, dat het artistieke liefdadigheid als doel zou gaan drUven. Het filmpubliek eischt zUn maal. BU voos idealisme Is men in dezen niet gebaat. De industriallseering en vermechanlseering onzer cultuur brengt als onvermUdelük vre- ^phUnsel mee. dat talloozen de spanning van den zelfstandigen arbeid niet meer kennen en dientengevolge ontspanning zoe ken na hun automatische inspanning Men kan niet voorspellen, hoe onze maatschappU zich ontwikkelen zal maar onmiddellUke hoop, dat deze toestanden zullen veranderen, dat m. a. w. het groote publiek in afzlenba ren tUd kan worden ..opgevoed" tot hoogere verlangens, kan niemand koesteren die zich ernstig van zUn milieu rekenschap wenscht te gevenw Verbeelding en waarheid. I De hulsdramaturg van het Grand-Guig- nol-theater te ParUs. waar uitsluitend kippe- velstukken worden opgevoerd, Louis Ara- guay. leverde dezer dagen zUn nieuwste kunstproduct bU de directie in. met als hoofdtooneel een. hersenorieratle op het too neel, aldus lezen wU in „Het Vaderland”. De directeur hechtte er groote waarde aan deze .sensatie" zoo natuurgetrouw te bren gen en verzocht daarom prof. Pauche een dergelUke oj>eratle in diens kliniek te mo gen bUwonen. De vergunning werd ver leend; directeur Jack Jouvin teekende het heele verloop van den gecompllmenteerden medischen ingreep op en ging vol vreugde naar den schrijver om dien in te lichten. HU verhaalde hem in den breede hoe de pro fessor de plaatsen des-tnfecteerde. waar hU zUn mes wilde laten binnengaan, hoe hU zUn instrumenten ordent, den patiënt chlorofor meert en op het geschikte ooaenbllk blik semsnel begint te beitelen. Verder kwam Jouvin echter niet, want monsieur Araguay viel in onmacht Jouvin goot hem wat cognac in en vroeg hem toen, geweldig verwonderd, wat hem eigenlUk scheelde. Ben je heelemaal gek geworden om me zoo n verschrikkelUk too neel te beschrUven? Ik kan Immers niet eens zien dat je een vlieg doodslaat. Nu was de beurt aan Jouvin om verbaasd te zUn. Klaar je hebt toch zelf dat prach tige drama met de operatie geschreven, dat de toeschouwers het klppevel zal bezorgen? Bsn Je dan heelemiaj niet beroerd gewor den bU het schrüven van de hoofdscène? Hoezoo? luidde het antwoord van den ge- pUnlgden schrijver, ik had toch nooit kun nen droomen, dat een hersenoperatie zóó vreeselUk is; Krachtiger organisatie WU zien slechts één weg: krachtiger or ganisatie van de belangruke minderheid van „het” publiek, die in de film geen ontspan ning, maar culturéele en aesthetische span ning zoekt. Deze minderheid is er. en zU is in de laat ste jaren wonderbaarlUk snel gegroeid, al legt zU het in quantltatief ook ten eenen- male tegen het gros af. Deze minderheid, die de film als kunst begeert, kan zich laten gelden, zoodra zU tenvolle heeft beseft, dat zU geen meerderheid kan worden; zij kan gebied veroveren, zoodra zU het sprpokje van de „opvoeding” van het publiek als onbere kenbare, naamlooze massa heeft laten va ren. Tot nu toe was haar organisatie een- zUdig een organisatie van toeschouwers, van avantgarde-theaters, clnéclubs, .filmliga's, het zwakke punt zoeke men dan ook niet hier, maar in de organisatie der productie. Nog steeds is het publiek, dat de filmkunst wil, er niet voldoende van doordrongen, dat het bU de productie nauwelUks een stem in het kapittel heeft. Heeft Ruttmann zUn „Berlin" niet gemaakt louter door een royale geste van een firma, die overigens uit munt door revuefiftns? En is dit een gezonde basis, waarop de filmkunst vruchtbaar kan zUn? ,Het" filmpubliek bestaat niet. Maar naast het variétépubliek bestaat de groeiende min derheid. die van de litteratuur meer be geert,, dan Edgar Wallace, van de muziek meer dan Jack Hylton en zUn onovertrefba re band, van de film meer dan sensatie en chansons. ZU kan het goede, dat sporadisch in de bioscopen en uit de commercieele pro ductie verschUnt. gereedelijk waardeeren; maar laat hU zich bewust worden van haar andere basis, en van de hervormingen, die deze andere basis eischt. HET FLFIDOOL Na de pauze ts^het woord aan den verde diger. mr. Lev ie. te Groningen. Spr wil niet Ingaan op de kwestie hoe de dood van Van der Molen -s ingetreden. Practische belangen ziet spr. hierin niet, Dc procureur-generaal heeft een groot aantal getuigen gedagvaard. waarschUnlijk om den ten laste gelegden moord te bewU- zen De dagvaarding is aldus ingekleed, dat >i ten laste gelegd is vier keer moord subs, vier keer doodslag. Tussct\en deeen dubbelen mókrd subs, doodslag en ten laste leggen van vier afzonderlUke delicten, bestaat verband. Vei dacht heeft In een vermeend recht van onschendbaarheid van zUn huis het wapen opgenomen om een. naar hU meende, on rechtmatige handeling te beletten Hij heeft toen in i heftige gemoedsbeweging gescho ten Er is dus sprake van één besluit en niets wUst er op. dat hier genomen zün vier afw>n- derlüke besluiten. De deskundigen A décharge zün van oordeel, dat verdachte handelde in een sterk effectieven toestand en niet optrad tegen vier veldwachters, doch tegen de poli tiemacht. Waren er tien veldwachters ge ve st. dan had hü er ook tien doodgeschoten. Waarop voorts Is deze dagvaarding geba seerd? Op kletspraat in een klein plaatsje in de provincie. De een praat zün mond voorbü bij de marechaussee en draait het weer om voor den rechter-commissaris en verklaart dan weer anders voor de recht bank. 2kx- is de zaak verdraaid en onken baar gemaakt. Daartegenover staat, dat ieder.' die ver dachte kende, hem volstrekt niet vreesde en ook de vermoorde politiemannen geen vrees voer hem koesterden. Uit dit alles blükt wel. dat hier niet van moord kan worden gesproken en zeker niet van vier vooraf opgemaakte plannen om vier bepaalde veldwachters te dooden. Het rapport der deskundigen noemt pleiter eéh eerbiedwaardig document, dat wUst op groote energie en groote toewijding. Omdat echter eenlge vragen volgens pleiter niet vol doende werden opgelost, veraocht pleiter nog een onderzoek door twee bekende psycholo gen Het is totaliter onbewezen dat WUkstra iets wist van het binnentreden van de politie in zün woning. Eerst, toen de politie reeds zün huis binnendrong en hü tusschen twee vuren kwam in te zitten, eerst toen heeft hü radeloos en niet wetend wat hü moest doen, gevuurd. van zou wijst wel anders uit. Wat betreft de b<k*U voering voorbedachten rade heeft men te doen 'n de eerste plaats met de uitlatingen van verdachte vóór het misdrijf en ten tweede de handeling van den verdacht? tijdens het misdrüf. Hierbij is ?met groot overleg te werk gegaan. Het misdrüf van moord ver onderstelt voorbedachten rade, d.w.z. voor dat de moord plaats V'-nd. moet verdachte reeds een plan om te depden hebben geno men. Hoe zün zielstoestand tijdens de uit voering was. doet nl'-ts ter zake. Wat het vonnis der* Groningsche recht bank betreft, hiermee kan spreker niet meegaan. HU beschouwt het misdrijf niet alleen psychologisch, maar ook Juridisch als één geheel. De rapporten van deskundigen zün van belang In de eerste plaats voor de vraag, of men hier te doen heeft met bewuste handelingen en in de tweede plaats of men te doen heeft met dwanghandelingen: ten derde wat betreft den affect-toestand en ten vierde wat betreft den geestestoestand. Voor het misdrijf is rechtens alleen het psychiatrisch rapport van belang Wat de heeren Roels en Grtinbaum bijbrengen moge heel belangrijk zün. maar rechtens is het van geen belang. 8pr. kan van prof. Grünbaum begrüpen. dat hij uit het oogpunt van wetenschap WUkstra gaarne nog een Jaar in observatie zou willen nemen, maar voor de handha ving van het recht zou dit werkeerd zün. Juist het feit, dot in den laatsten tijd zoo veel misdrijven w-rden gepleegd, waar voor ieder redelijk motief ontbreekt en die toch door volkomen normale personen werden gepleegd, viel op. Dit wordt toege schreven aan maatschappelüke factoren. De vrijheid om te doen en te laten wat men wil, is steeds meer ingenerkt en dit wekt b<J velen een minderwaardigheidsgevoel en om toch de wereld te toonen dat men een persoon is. gaat men tot misdrüven over. Uit het verhoor der talrijke getuigen A charge is wel gebleken, dat de meening van de deskundigen omtrent verdachte's stand punt tegenover het gezag in het algemeen wordt bevestigd. Vast is komen te staan -dut verdachte een haat koesterde tegen alles, wat hem hinderde in zijn vrijheid om te doen en te laten wat hü wil; men moet verdachte i/let zién als een bewisten anar chist, maar wel als Iemand, met een te ver doorgedreven vrüheidsgevoel en die daar door is geworden een onmaatschappelijk mensch. Men heeft gezegd, dat verdachte ten op zichte van Meyer een omtrekkende bewe ging maakte uit zün Jagers instinct, maar zoo lang hazen en konijnen geen irevaarlUke dieren zün, kan spreker niet begrijpen, dat Wijkstra eeh omtrekkende beweging maak te om de kogels van Meyer te ontgaan “n dat hü deze beweging toch ook maakte acht spreker van zeer groot belang; hoewel hü niets meer zag en niets meer hoorde en dus denken moest: Meyer zal wel dood zijn, houdt hij nog zoo zeer rekening met de mogelUkheid dat Meyer niet dood is. dat hü precies denzelfden weg terug maakt naar zün woning. Daar gekomen zegt hij tegen Aaltje: „Nu staat het er raar voor" Nogmaals gaat hü er op uit om te zien of Meyer dood is. Als hü den man vindt *n deze nog een arm beweegt, lost hij een ka- rabUnschot op hem en bespringt hem en snijdt hem met een mes den hals af. Dan gaat hij naar de andere veldwachters en snüdt hen ook den hals af. Sluit dit uit een affect? Neen, maar voor den voorbe dachten rade is dit van belang. Er loopen over verdachte de wondcrlijk- ste varhalen. Velen hebben gezegd: die man Is óf een beestmensch óf krankzinnig. Ver dachte is noch het een. noch het ander. doch iemand met een te sterk ontwikkeld vrüheidsgevoel. zeer emotioneel, ook. maar ook iemand, die buitengewoon egocentrisch ts en zich afvraagt, welke plaats voor hem In de wereld is weggelegd. Dit zUn geen on- j gunstige eigenschappen, maar men heeft ook aan te nemen dat verdachte van t Jongsaf aan nooit plichten geleerd heeft, doch slechts enkel rechten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 13