In het
van
J
romantische Bergland
kF
r
ai
ïijin
HF1 AhM
zN
k
f
OBER BAYERN
S.***
uder»
ester.
Ben kijkje la d» Partuchklamn.
Terugkomend na hal slot Hohenechwaagau.
De K.I.-rels.
Sneeuwballen gooien op den Waak.
De met freeeo's veraienlo kerk te Mittenwald.
we
ARTHUR TERVOOREM
Inwendige na da kerk te BttaL
4
Mof om ktfkjo to 4» FirtaMhUMm,
lom:
een
iten,
i
weet, hoe een meer er uit ziet, en niet naar
Eibsee en Badersee hoeft te gaan, om dat te
weten te komen, die slaat de plank heelemaal
mis. In geen opzicht, maar dan ook In geen
enkel, zijn deze bergmeren te vergelijken met
wat wij hier aan meren bezitten. Ik zal niet
loeit,
van
rein
Jaar
kerk berich-
ook aan den
boven
beetje
zich
1 te
rest
Olie
s de
■n ze
i op-
tukje
arb«,
se te
om
en?
auto
vol-
- of
wlen
een aardig
ondernemen
te komen,
vermoeiend
violen.
viool
C. H.
rkoop
i dan
van
r. 17.
dezer
tegen
zeggen, dat ze mooier zijn mooier la zoo
iets betrekkelijks: wat de een mooier vindt
noemt de ander leelijker maar ze zijn an
ders. Nergens ziet men bij ons het water zoo
blauw als dat van de Eibsee, nergens zoo
groen als dat van de Badersee, nergens voor
al is het zoo helder en doorschijnend als in
de Badersee. waar je duidelijk alles op den
den worden weggenomen. Op zijn reis naar
Beieren nam hij een albasten beeldje van de
moeder Gods met het kindje Jezus mee en
tegenwoordige
Ettal aangekomen, zijn zorgen zag weggeno
men, stichtte hij daar het klooster, dat
En toch,
kunstschatten
heerlijke
eering in glazen kisten boven vier der al
taren werden geplaatst, waar ze nu nog te
zien zijn. Verder laat ik hierbij een foto
van 't Inwendige der kerk afdrukken, die u 'n
beter beeld ervan kan geven, dan de uit
voerigste beschrijving, wanneer tenminste
de drukker mij genadiger is dan de vorige
week bij mijn Oberammergau-artikel en de
foto’s ook tot hun recht laat komen. Na de
bezichtiging werd In den kloosterkelder nog
even een glaasje van de door de monniken
bereide Benediktiner geproefd, die uitstekend
smaakte en na de lange wandeling door sa
cristie en kloostergangen een welkome en
klanun. grillige bergen,
langs den Rijn zelfs met
ruïnes van roofridder-
sloten er boven op. en
romantische brokjes na
tuur hebben ze er overal.
E zou hier in den auto wel op je knie
ën willen vaUen, om Onzen Lieven
Heer te bedanken voor al het moois.
dat Hij je laat zien.”
Dat was de uitroep? die een der deelnemers
aan de reis met den K.I.-treln naar Ober
Bayern over de lippen kwam, op een auto
tocht van Garmisch-Partenkirchen naar
gohensch wangau
Ik haal die woorden hier aan. omdat ze
■oo echt weergeven, wat al die 330 abonné's.
die de K.I.-rels meemaakten, gevoelden, al
geiden ze dat dan ook niet allemaal in
■like uitbundige bewoordingen daarvoor
■aren het nu eenmaal Hollanders!
sr m drommen heentrek
ken. al even schitterend is
als in den zomer, wan
neer de sneeuw op de
Berghellingen gesmolten is
en alleen op de hooge
toppen nog ^blijft liggen,
zoodat men er de sensa
tie kan beleven, om bij
een temperatuur, die je
de overjas als een lastig
ding doet beschouwen,
elkaar met sneeuwballen
te gooien.
Dat deden bijvoorbeeld
de K.I.-relzigers. bij een
uitstapje per Seildraht-
bahn naar den top van
den Wank. een 1780 meter
hoogen berg. Met vijfen
twintig te gelijk werden
ze langs den dikken stalen
kabel, waaraan de „tram
wagen” hangt, en waar
van de grootste spanning
ruim 500 meter bedraagt,
naar boven getrokken en
dan na een reis van tien
aangekomei}, dan waren
z. op een potje
echter
als ze daar
minuten waren i
er, die daarboven dadelijk
bier aanvielen. De meesten echter hol
den naar de sneeuw, een eindje verderop, om
daar soms tot aan de knieën in weg te zak
ken. wat de dames met haar dunne kousjes
heel wat gilletjes ontlokte. Maar het was zoo
erg niet, want bepaald nat werden ze er niet
van en het kleine beetje vochtigheid, dat
misschien nog aan de kleeren bleef hangen,
was in het heerlijke zonnetje dadelijk weer
opgedroogd.
Voor die het nooit heeft meegemaakt is
zoon tochtje per zweefbaan een heele sen
satie en er waren er onder de Kl-'ers dan
ook, die wel een beetje benauwd keken, toen
ze daar zoo tusschen hemel en aarde aan
een draadje hingen, al was er natuurlijk niet
het minste gevaar bij. Maar toch: .griezelig",
zei de een en „toch wel een beetje eng"
een half uurtje in de prachtige omge
ving gewandeld hebben en geproefd van den
heerlijken zoeten goudgelen Tyroolschen
wijn, den Muskateller, die algemeene spijt
opwekte, dat men er niet een ankertje van
kon meenemen.
heeft toch heel veel grotterigs en is met
niets anders te vergelijken, alleen is ze van
boven open, zie je dus bijna voortdurend de
vrije lucht boven je, al Is het veelal maar een
smal spleetje. En dan is er nog andere afwij
king. In de meeste grotten is het vochtig.
Nu wordt het
geheel door
bewoond.
En nu kan ik nog vertellen van het be
zoek aan het bekoorlijke dorpje Mittenwald,
aan de Oostenrjjksche grens gelegen, waar
we de eenige ter wereld bestaande, beroemde
vioolbouwschool bezochten, waar we zagen,
hoe een viool ontstaat. De leerlingen dezer
school komen uit alle deelen der wereld (één
was er uit Utrecht), maar
heel veel waren er op
het oogenblik niet, maar
twintig. Het bestuur der
school beklaagde zich over
zooveel
de be-
muriek
de be-
Een
in
menachen
En nu de avonden.
Die waren heel gezellig
en werden in de verschil
lende hotels in vroolijk
samenzijn doorgebracht
vooral in het Bahnhof-
hotel en in Partenkirchar
Hof. waar gedanst werd door de K. I>ers,
maar ook, en dat was voor de meesten toch
wel het aantrekkelijkst, door een troep
Beiersche Schuhplatler. die in hun aardige
en aan-inhoud-rijke volksdansen, nu eens
liefelijk, dan weer woest, heel wat meer
wisten te leggen, dan er met mogelijkheid
uit onze nietszeggende, dwaze moderne dan-*
sen te halen is.
Den laatsten dag hebben we in München
doorgebracht, de prachtige hoofdstad van
Beieren, waar we in het voor ons gereser
veerde Bahnhof-restaurant op de deuren
stonden plakkaten met „Reserviert für Ka
tholieke Illustratie, Haarlem” dineerden.
Ook maakten we er een autotocht van on
geveer twee uren, waarop we heel München
met al zijn merkwaardige gebouwen te zien
kregen, ook het buiten de stad gelegen slot
Nymphenburg, dat door koning Ludwig werd
gebouwd en geïnspireerd is op 't slot te Ver
sailles,
vrijwel
particulieren
die er 'n woning in ge
huurd hebben, t Buiten
aanzicht is nog ongerept
en de omgeving met zijn
vijvers en fonteinen
wordt keurig onderhouden
Het verdere van den
dag kon ieder naar eigen
goeddunken besteden. Da
een bracht een bezoek
aan de beroemde Plna-
■kothek met zijn schitte
rende verzameling oude
schilderijen, de ander
zocht zijn troost het
was warm dien dag in
het Hofbrauhaus, of zat
In den tuin van Lowen-
brau, bij de klanken van
een militaire muziekka
pel, achter een literspot
van dat heerlijke MUn-
chener bier, maar allen
gingen ze winkelen om
voor thuis het een of an
der mee te brengen.
's Avonds om elf uur
stapten we weer in onzen
extra-trein, die die heele
week netjes op ons in
München had staan wach
ten, en spoedig sliepen de
meesten. Den volgenden
ochtend konden we nog
genieten van den rit langs
ien Rijn en omstreeks den
middag waren we weer In
Utrecht. De pret was op.
Maar dat er nog lang
werd nagepraat en dat de
herinnering aan de reis
nog heel lang zal blijven
leven, daarvan ben ik ze
ker. De gesprekken in
den trein bewezen
het wel, hoe men al
gemeen genoten had en
tevreden was. De regeling was dan ook bui
tengewoon goed geweest en de grootste vol
doening zal de heer Speet, die de geheels
reis in elkaar zette, zeker wel hebben,
wanneer hij hier de woorden leest, die ik
op het station in Nijmegen, waar vele deel
nemers den trein verlieten, een der vertrek-
kenden tot een ander hoorde zeggen: „Za
zijn gek bij de K. I., dat ze zóó veel voor
zóó weinig geld geven!”
Want het bewijst, dat de menschen meer
gehad hebben, dan ze redelijkerwijze kon
den verwachten.
1332 werd ingewijd. De inwijding der kerk
had eerst meer dan dertig jaar later plaats.
Het door den keizer uit Italië meegebrachte
Genade-beeldje staat nu nog op het hoofd
altaar. En nu kan ik nog vertellen, dat de
kerk in 1744 door brand gedeeltelijk vernield
en niet weer precies in den ouden vorm
opgebouwd werd, en als ik het werk van dr.
P. Placldus Glasthaner OB.B. over het kloos
ter en de kerk nalees, zou ik u nog meer
kunnen meedeelen, maar ik vrees, dat het
dan een droge opsomming zou worden van
feiten, die sommigen misschien belang zou
inboezemen, maar die de meesten ongelezen
zouden laten en daar schrijf ik nu eenmaal
niet voor.
Daarom vertel ik alleen nog maar, dat de
kerk een prachtbouwwerk in Rokokostijl is,
die tal van kunstschatten bevat en o.a. ook
de gebeenten van vier martelaren, die om
streeks 1670 uit Rome naar Ettal gebracht,
daar in kostbare gewaden gestoken, ter ver-
Onze lezers weten, uit de berichtjes die
neds tijdens de reis in ons blad zijn versche
nen, dat het hier betreft een reis, door de
Katholieke Illustratie voor
haar lezers in elkaar ge
zet, een reis naar Ober
ammergau en verder door
Beteren en Tirol.
Van Oberammergau en
de Passiespelen schreef ik
reeds de vorige week; die
spelen waren natuurlijk
het hoofddoel van de reis
«i daarom behandelde ik
die ook het uitvoerigst,
wat echter niet wil zeg
gen. dat het verdere deel
Van de reis 't profane,
gedeelte, om het zoo eens
uit te drukken, in tegen
stelling met het geestelij
ke in Oberammergau
maar zoon bijkomstig-
beidje was.
Volstrekt niet.
t.JNa Zondag de Passie-
jilelen te hebben büge-
*goond is het heele gezel
schap Maandagmorgen
■per extra-trein vertrokken
naar Garmisch-Parten
kirchen en van daar uit
Zijn nog dienzelfden dag
en ook Dinsdag. Woens
dags en Donderdags ver
schillende auto- en andere
tochten ondernomen naar
allerlei berienswaardige
streken en gebouwen, ter
wijl Vrijdags München
werd bezocht, vanwaar
's avonds om 11 uur de
terugtocht naar Holland
werd aanvaard.
Wie Garmisch-Parten
kirchen en de omstreken
kent, weet hoe schitterend
mooi die twee dorpen met
het gemeenschappelijke
ttation daar in het Beier-
ache hooggebergte liggen
en welke heerlijke uitstap
jes er te maken zijn: die
«Ie streek niet kent, geef
Ik den raad, in September met den tweeden
KX-trein mee te gaan, om met eigen oogen
te genieten van alles, waarvan ik hier toch
naar een flauwg beschrijving kan geven.
En nog niet eens een volledige beschrij
ving. want daarvoor zou ik wel de halve
krant noodig hebben en daar zouden de an
dere redacteuren tegenop komen en waar
schijnlijk ook wel de lezers.
Maar het is ook niet noodig. om van-dag-
tot-dag en van-uur-tot-uur de K I.-reis te
volgen, om een algemeenen Indruk te geven
Van dat ideale vacantie-oord. dat 's winters.
Wanneer de liefhebbers van de wintersport
nog dan
ik genoten
dat Je
zijn. En toch, meer
die kunstschatten heb
het heerlijke uitzicht,
hebt. Je hoeft maar naar buiten te kijken,
aan welken kant en door welk raam ook, of
je wordt geboeid door de overweldigende, de
schitterende natuur, waarop Je hier, zoo
hoog, een prachtig gezicht hebt.
We zijn op dien zelfden dag ook nog over
de grens geweest, in Lermoos, in Tyrol, waar
krijg je hier-en-daar wel eens een druppel,
door het gesteente doorsijpelende water op
Je kleeren hier regent het op enkele plaat
sen voortdurend en zonder paraplu of regen
jas kan je er je dan ook niet in wagen, als
je niet doornat wü worden. Maar geen nood,
heb je geen beschermend kleedingstuk bij je,
in een tentje vlak voor den ingang van de
Klanun zijn voor een prijsje regenmantels te
huren. Dan ga je naar binnen en laat je
maar stilletjes nat worden; Je natten mantel
geef Je bij Je terugkeer weer af en kurkdroog
wandel je terug naar je hotel.
En Je hebt wat moois gezien, wat overwel
digends. Als je zulke dingen* ziet, dien wild
bruisenden bergstroom, ingesloten door zware
hoog opgaande rotsen in de grilligste vormen,
dan kan je je den romantlschen aard, bet
„schwarmerische" van den Dultscher roo
goed begrijpen. In zoon omgeving móet je
wel romantisch worden. En al hebben ze nu
niet overal in Duitschland een Parinach-
weer een ander. Maar toen ze eenmaal boven toen hij in Ampferang, het
waren, was alles weer in orde en er was er
geen een, die den terugtocht niet aandurf
de en daarom maar liever langs den stellen
berg naar beneden liep, wat trouwens een
heel moeilijke kJauterpartü van ruim twee
uur beteekende.
En wat kon Je onderweg niet genieten van
de heerlijke vergezichten op en over de ber
gen. waar Je anders, beneden staande, tegen
op keek, als tegen de wanden van een gevan
genis, waar Je in opgesloten zat. Want dkt
wil ik hier meteen even zeggen, dat, hoe mooi
ik de streek ook vond en hoe belangwekkend
alles er was, ik er toch
niet graag zou wonen, *n
meening. die de meeste
der reizigers en in het
algemeen de meeste Hol
landers wel met mij zullen
deelen. Wij, die gewend
rijn aan de ruime verge
zichten over onze lage
landen, krijgen In de ber
gen op den duur een ge
voel van benauwenis; dat
steeds maar aankijken
tegen soms heele stelle
bergwanden, dat je-om-
sloten-voelen door mas
sieve rotsgevaarten, drukt
ons en ik kan me voor
stellen, dat je er ten slotte
somber, melankoliek door
zou worden.
Maar daar heb je op
’n reis van 8 of 14 dagen
nog geen last van, dan
heeft alles de bekoring
van het nieuwe voor je,
dan geniet Je met volle
teugen van het wondere,
het machtige, het groot-
sche het anders-dan -
gewone.
De Eibsee en de Bader
see, twee meren, die we
met de KX’ers bezocht
hebben.
Meren, die hebben we
hier ook. Zeker en heel
veel zelfs. We hebben ons
Brasemermeer en ons
Aalsmeerder meer; we
hébben ons Nieuwe meer
m ons Kagenneer en we
rebben zelfs onze Friesche
meren.
Maar wie daarom zou
leggen, dat hij wel
de radio, die
schade doet aan
oefening van de
en dus ook aan
hoefte aan
piano of een
huls de
iraalen tegenwoordig lie
ver aan het knopje, dan
hebben ze ook muziek
Ook hebben we hier de
prachtige, tusschen 1434
en 1446 gebouwde Petrus
en-Paulus
tigd. die
buitenkant tot boven aan
den toren geheel met
fresco's is beschilderd,
iets eenigs in Duitsch
land, en waarin van bin
nen alles vroolijk en
vriendelijk is gehouden
om. zooals de blijmoedige
pastoor, die ons het kerk
gebouw persoonlijk rond
leidde en ons alles ver
klaarde, het zei, „froh-
lich und freundlich dem
Herrn dienen zu können.”
Roomsche blijdschap
dus, die we bij ons ook
meer-en-meer leeren ken
nen en in toepassing
brengen.
Niet alleen roofndder-
sloten. ook koningssloten.
We hebben er op deze
KI.-reis ook een van ge
zien, nX Hohenschwan-
gau. een kasteel, dat wjj
na een prachtigen auto
tocht, door bergterrein
van Kloster Ettal uit
bereikten. Dat wil zeg
gen. wij kwamen met de
auto's tot aan den voet
van den berg, waarop het
slot ligt en moesten toen
klimpartijtje
om
Een
misschien
voor sommigen van het
gezelschap, maar toch voor niemand onover
komelijk. En wat we te zien kregen, loonde
de moeite. Niet, dat *k nu zoo roepen kan
over het slot zelf; dat is het mooiste als je
het, beneden staande, daar hoog op den
berg ziet liggen, van binnen is het nogal
pronkerig en de beschilderingen, eerst van<
lateren tijd, zijn nogal gewoontjes. Maar
wel bevat het. nu eigenlijk als een soort
museum ingerichte slot tal van kunstschat
ten. die de moeite van het bekijken waard
van
van
er
klooster Ettal, waar de prachtige kerk en
het klooster uit de veertiende eeuw werden
bezichtigd, die door Keizer Ludwig den Beier
werden gesticht, bij zijn, terugkeer uit Italië.
Volgens een overlevering had de keizer de
gelofte gedaan, om een klooster en een kerk
te stichten ter eere van de Heilige Maagd,
wanneer de zorgen, die hem kwelden, In ver
bet beeld van een wateraymf, dat koning
Ludwig II van Beleren op den bodem heeft
laten plaatsen.
Een ander maal zijn we gegaan naar het
Weer een ander beeld: De Partnachklamm.
U hebt natuurlijk wel eens een grot ge
zien, de grot in Valkenburg, of misschien
wel de oude, door den walm der toortsen
zwart aangeslagen grot van Han. of de nieu
we, blanke grot van Dinant?
Dan weet u precies, hoe de Partnach
klamm niet is.
En toch, een betere vergelijking weet ik
niet. Want al is, wat trouwens de naarn al
zegt Klanun beteekent Schlucht, bergkloof.