DE REISVEREENIGING VAN JAN MUIL ME™TJ™ VAN ALLES WAT Een brief Tilly van Tuieren vriendschap F es Dick Leeuwaard VA DE B.L.N.S. E fi d. M. trok dadelijk de Hartelijke groeten van TILLY. en droeg het langs denaelfden gevaarljj ken weg HET ME8, WAAR WATER UITLOOPT het Deventer, 1 Augustus 1930. Beste menschen. gekomen HET HUISORKEST. om even een datje te doen 'n LEUKE IJZERDRAADPUZZU. gen, niet uit het afgespeeld: I 1 Die stond *1 in de vroegte een versje op te zeggen De ring gaat er dan aan het andere scharnier heel gemakkelyk af. Aardig, wat? t c c 1 c l n n d v n ii A 8 v V I V r mu- Den ’n de aa dr mt let It ha ca pu all de gel tl ie E luit ont het teil has net ZOU nle V ach ae n V 7 ei le d C o de de Ev scl ziji on lor «te na vei K bei dei bis 8eï de: bij: nat vri Weet je. wat die deed? Die stond al in de vroegte een versje op te zeggen. dat de zuster haar geleerd had en een heelen bos prachtige rozen hield ze In de hand. Het was een lang en mooi gedicht, dat zus opzei en toen ze klaar was. kwamen wij aan de beurt! Helaas, wjj hadden geen gedichtje en waren een heel klein beetje beschaamd, want dat hadden wij toch ook wel kun- nen leeren; maar moeder nam ons dat heelgmaal niet kwalijk. Hartelijk dankte zij voor de felicitatie enons cadeau viel reusachtig in den smaak. Vroolijk zei moeder: "„Nou jongens, ais ik nu weer eens wat voor jullie naai, dan zal Ik altijd weer herinnerd worden aan mijn heide flinke jongens!” De mooie vingerhoed deed flinke dien sten en moeder was er. o, zoo zuinig op. Je kunt dus begrijpen, hoe bedroefd moe der was. toen ze op een keer tot de ont dekking kwam, dat het ding weg was: des middags had ze hem nog gebruikt toen ze vaders jas verstelde en na dien was hp spoorloos verdwenen Waar moeder ook pische plant voor de veenstreken Natuur lijk vonden we ook nog pluisjes van het Wollegras, maar die vielen dadelijk uit en we lieten ze dus maar staan Nacht- orchldeeCn zagen we ook en wat ik nog ander blaast den hoorn, fluit, 'n vierde strijkt de zen in het brandende gebouw was, dat dus alles wat leven had. nog niet gered was. Haar jong n.l., een poesje van een dag of tien oud, moest nog binnen zijn ergens in de huiskamer, waar haar mand in de nabijheid der kachel stond. Turk zette zijn voorpooten tegen een der ramen en keek wijsgeerlg naar bin nen „Boe. wat een hel." scheen hij te denken. Hij besnuffelde den rook, die In dikke! balen uit het raam kwam gedre ven. En danwas zijn plan gevormd. HU sprong naar binnen! „Wat een koebeest,” dacht de boer, „waarom gaat hp nu naar binnen, ter wijl er geen levend wezen meer in huis beest nu absoluut Je bent vlak bij het kanaal en toch op een hoog terrein met hei en dennen. Aan het kanaal vonden we allerlei planten, die ik nog niet kende. Gelukkig ha<} ik mijn flora meegenomen en op een rustig plekje gingen we eens kUken, wat we ge vonden hadden. Coba kende ze wei, maar ik vond het veel leuker zelf te zoeken. Je doet dit als volgt: Je brengt den driehoek met den ring naar een der scharnierende punten van het kruis en vouwt dan het kruis dub bel. Nu schuif je den ring van den drie hoek over het scharnierpunt heen en je brengt daarna den ring rond langs het 1 kruis. gegrepen. Het worteltje heeft nu uitge diend. het laat los en vergaat. Uit den stengel komen hechtschUf jes te voor schijn en daarmee is het lot van de hei deplant beslist. Steeds meer hechtschjjf- jes en boorworteltjes dringen in den sten gel door en de hei sterft Je ziet dan ook heel vaak kale plekken op de hei, waar het Warkruid gegroeid heeft. De men schen noemden de plant ook wel Duivels naaigaren en meenden dab, dat de dui vel die stengels aan elkaar genaaid had. De bloemen van Warkruid zUn heel mooi lichtrose, bijna wit, veel te mooi voor een plant, die zoo leeipk doet. Als tweede komt onze tocht van gisteren zocht en waar wp ook keken nergens was de vingerhoed te vinden. Eerst later, toen hij weer terecht was, begrepen we de toedracht der zaak. Wat was er namelijk gebeurd? We hadden in dien tpd een kleine, zwarte kat een alleraardigst dier, dat dol was op spelen; vooral dingen, die rol len konden, hadden haar voorliefde. Met haar fluweelen voorpootjes duwde ze die vooruit en als ze dan over den vloer weg rolden rende poes se na, en zoo kon poes urenlang bezig zUn. zonder aan iets an ders te denken. Nu had moeder, nadat ze de jas had versteld, haar vingerhoed afgedaan en dien in den schoot gelegd. Ze voelde zich moe en besloot om even een dutje te doen, dan zou ze weer lekker zUn. De vingerhoed gleed nu van haar schoot, rolde op den grond en., aandacht van de kat. Als een jonge tijger wierp ze zich op haar prooi en speelde met den lichten vingerhoed, dat het een aard had. Van den eenen hoek naar den anderen vloog het ding en poes, onvermoeid, zat het voortdurend na. Maar opeens rolde de vingerhoed onder de groote mahoniehouten linnen kast, die ook bp ons in de kamer stond. Dat was voor poes natuurlUk geen be zwaar. want ze kon daar gemakkelpk onder kruipen. De vloer onder die kast was echter niet „Dien moeten we koopen!" sprak mUn broer. „Ja,” antwoordde ‘ik. „Wat zal moeder daarmee gelukkik zijn!” Er lag een kaartje op 't gardige doosje en dat ding deed ons wel een beetje schrikken, want op dat kaartje stond de prijs vermeld: vier galden! „VreeselUk duur!” zei mUn broer, een beetje teleurgesteld. „Zooveel krügen we noglt bij elkaar!” !k vreesde daar ook wel voor, maar ik wist, dat er nog wel iemand te vinden was, die in het uiterste geval zou willen helpen: mUn vader namelUk. Als die onzen nood wist, zou hU wel bUspringen! Ik deelde dat mijn broer mee en die antwoordde: „Ja dat is zoo, vader zal wel willen helpen; maarwe moeten toch zorgen, dat we zooveel mogeluk bp- een krijgen en alleen in het uiterste geval moet vader er aan te paar komen.” Het werd pu de leuze zoo zuinig mo- gelpk te leven en zoo veel mogeipk op zij te leggen! Bezuiniging op allerlei ge bied. Chocolade-reepen van Droste en van aan de beurt. We gingen toen naar den IJsel en hebben daar wel een uur besteed met het zoeken naar Pothoofd plan ten. Het Pothoofd in Deventer is de Plaats, waar de leege graanzakken worden uitge schud. Echte- Pothoofdplanten hebben we niet gevonden. Maar wel een paar zeldzame, nl. Wilde Ridderspoor en Bremraap. Bremrapen zUn wonderlijk uitziende planten met bloemen, die op Leeuwenbek jes lijken <Fig. 4). Ik zal probeeren of ik die Bremraap, die ook een woekerplant is. kan drogen. Maar zeker weet ik het niet, want de planten zfjn erg vleezig. Ze leven van klaverplanten. We hebben hier nog heel wat fijne tochtjes gemaakt, ook naar Gorsel en Wilp. Misschien vertel ik daar een vol gende maal wel eens wat over. De boer streelde zijn braven hond en kon nu best begrijpen, dat er ook vriendschap kon bestaan tusschen de dieren onderling. is. Wil dat domme verbranden?” Turk echter liep brandende balken, Van Houten waren onze geliefdkoosde lekkernij; maar dikwijls liepen we nu den winkel voorbij, waar we die altUd koch- teia deden net alsof die lekkernijen onze liefde hadden 'verloren. En al liep het water ons om de tanden, toch beweerden we dan: „neen ik heb er geen trek in!” Dat was voor z'n beiden weer een dub beltje bespaard en dat kwam de som ten goede, die we moesten bijeen brengen. Een van de gevonden nog onbekende was de Vleugeltjesbloem (Fig. 1). Er groeiden zelfs nog twee soorten, name lijk *n roode en n blauwe. Ook zag ik voor het eerst Sorbenkruid (Flg. 2), een ty- meer zoo solide; hier en daar was hij wat vermolmd en op één plek was zelfs al een klein gaatje ontstaan. Het ongeluk wilde nu. dat de vingerhoed' net daarin terecht kwam endus verdween voor de ver baasde oogen van de kat. Je kunt dus begrijpen, dat moeder haar vingerhoed ónmogelijk kon vinden, hoe ze ook zocht. En wU konden hem evenmin vinden, want we wisten niets af var het bewuste gat in den vloer. Steeds meer vermolmde het hout echter en eindelUk zag vader, dat het gioodig was. dat een deeL van den vloer moest vernieuwd worden.'De timmerman kwam, brak de verrotte planken weg en begon den grond onder den vloer wat om te woelen. Je raadt, wat er gebeurde! HU vond den vingerhoed en gaf dien aan moeder terug. Geheel zwart was hU uitgeslagen. Maar moeder was zoo blü als een engel, dat ze haar kleinood weer terug had. HU werd schoongemaakt en weer in het doosje op geborgen; tot aan moeders dood heeft hij moeder bUgestaan bU het naaien. v. d. M jonge katje neer bp zijn moeder, kwis pelstaartte eens en meldde zich weer bü zijn baas, die Intusschen ook had gezien, welke moedige redding Turk hath vol bracht Dan moet het natuurlUk iets zUn. waar n heel stel aan mee kan doen. Nou. zoo iets is m'n „Huls-orkest". De aanvoerder of dirigent zet de hee- le visite op 'n rij en geeft ieder 'n i ziekinstrument. dwz. doet alsof. een bevordert hU tot trommelslager, 'n derde bas. enfin, plantje heeft een heei wonderlpken le- leder krUgt iets te doen. De dirigent vensloop. Uit het zaadje Komt een klein, dun worteltje te voorschpn en een sten geltje. Dat laatste slingert zich om het dichtst bUzUnde steunsel heen en groeit dan weer verder. EindelUk bereikt het een heidestengel en deze wordt stevig vast- Als een van m'n jongens Jarig is en er dus „visite" gehouden wordt, komen er allerlei spelletjes op de proppen. Dit is een verbasend aardig en toch ook zoo gemakkelUk kunstje, dat ik jullie dat ook nog eens gauw leeren moet. Je neemt een gewoon tafelmes en laat dit eerst aan het publiek zien. Er is natuurlUk niets bUzonders aan. Nu verzoek je iemand uit het gezelschap om op je elleboog met krpt 3 kruisjes te zetten en terwUl je beweert, dat Je daar door uit het tafelmes water kunt laten vloeien, breng je de hand, waarin 't mes zich bevindt, even achter je schouder, kwasi om die kruisjes op je elleboog te laten zetten, maar in werkeipkheid om van je rug een klein, nat sponsje te pak ken. ZUn nu de drie kruisjes geteekend, daa begin je oogenschünlUk met een gewel dige krachtinspanning op 't heft van het mes te drukken en het water loopt dan natuurlUk over het mes uit het in je hand verborgen sponsje. Nu beur je je arm weer op om de kruisjes even te laten wegvegen en onder wal verberg je het sponsje weer op je rug, waarna je het publiek nogmaals het mes kunt laten zien Jullie zult wel graag weer eens iets uit de stadjgr stokvisschen fietsen en koek hooren. Nu dan. het bevalt me best hier en we hebben al heel wat fietstochten gemaakt. Van twee wil ik jullie vertellen, omdat we daarbU vreemde planten ge vonden hebben. Zaterdag ben ik hier gekomen en Maandag gingen we onzen eersten grooten tocht maken. Als ik zeg „we", dan bedoel ik mijn nichtje Coba, die net zooveel van planten zoeken houdt als ik en het alleen maar jammer vindt, dat er in De venter geen B. L. N. S. bestaat. We gingen dan op de flets naar den Zandbeltermolen. Wat is het daar mooi Eén was er echter, die poes begreep en dat was Turk. Die zag in, dat poes wou vertellen, dat nog een levend we- Hiernaast zie je een teekéningetje van een draadflguur. dat je heel gemakke lUk van koperdraad na kunt buigen. Nu gaat het er om den ring los le krU- hetgeen onmogelUk is, als je niet weet, hoe je dat aan moet pakken. Intusschen naderde moeders verjaarsdag hoe langer hoe meer en op den voor avond van het feest werd de som geteld, die we met zooveel moeite hadden bueen gebracht: drie gulden en 45 cent hadden we; zoodat pog slechts 55 ct. aan den prus ontbraken. Enfin gelukkig was vader er en die hielp ons royaal uit den nood door ons drie kwartjes te geven. Toen naar den winkel! En een uurtje later stond het kokette doosje met een fluweelen hartje en den prachtigen vingerhoed bij ons in slaapkamertje. Telkens en telkens moesten we er naar kUken. het open doen en sluiten en luisteren naar het zachte knappen, dat gehoord werd, als het slootje dich’ klapte. Voor dag en dauw waren we den vol genden morgen present om moeder te fellciteeren. We mochten zelfs in de slaapkamer komen, waar warempel onze kleine zus reeds aanwezig was. Als men zoo een dagje ouder wordt, dan komen heel vaak oude herinne ringen uit de kinderjaren in den geest opheel vaak kleine, schpnbaar on beduidende gebeurtenissen zpn het meest al, maar we denken er toch graag over, omdat ze zich hebben afgespeeld in het ouderlijk huis, waar onze lieve moeder, die al jaren geleden overleed, den scepter zwaaide en we zien ze dan weer voor onze oogen die goede, lieve moeder, zooals ze alle dagen druk in de weer was om te zorgen, dat alles in huis geregeld ging We zien haar dan in de keuken vóór het heete fornuis of zittend op haar oude plaatsje bü de kachel, terwijl ze onze kleeren verstelde. Ja onze moeder was een kunstenares met de naald. Hoe wist ze niet uit va ders oude jas nog een broek voor mU of mUn oudsten broer te maken. BUna onzichtbaar wist ze de scheuren in onze blouse te stoppen en voor zus wist ze de aardigste jurkjes uit een afgedankte japon te tooveren! Wat waren we gelukkig, als we weer zoo iets nieuws van haar ontvingen en hoe gelukkig glimlachte de lieve vrouw, als ze zag, dat ze ons zoo n pleizier had ge daan! WU allen waren dol op onze moeder en Wilden dat op een keer eens toonen door haar op haar verjaardag met een aardig geschenk te verrassen! Ze zou gauw jarig worden en mpn oudste broer en ik spraken af, dat we in ons geboortestadje eens langs de uitstal lingen van de winkels zouden loopen om te kUken of er iets moois te vinden was. dat een geschikt cadeautje zou zpn voor moeder. Erg gemakkelijk was dat niet want we wisten, dat moeder niet van prullen hield en ze zou het zonde van het geld gevonden hebben, als we zoo iets hadden gekocht. Op een keer liepen we langs een win kel waar voor het uitstalraam een heele hoop werkelijk mooie dingen lagen en één ding uit die verzameling trok ons bp- zonder aan: t was een prachtige, zilveren vingerhoed, die in een klein, met zijde gevoerd doosje tusschen allerlei andere dingen lag. door, sprong over over puin en door vlammen heen en...,, bereikte eindelUk de mand achter de kachel in de huis kamer. Daarin lag nog altpd de kleine kat, die jankte van angst en die uit alle macht om moeder riep. Geen oogen blik aarzelde de hond, pakte het Jonge ding bU zpn nek en droeg het langs denzelfden gevaaripken weg, dien hU was gekomen, gevaar. In een paar minuten had Alles zich voorzichtig legde Turk het Er was brandeen groote boerderij stond in lichte laaie en de vlammen sloegen hoog uit het dak en vernielden alles, wat zich binnen in het gebouw bevond. Treurig stond de boer naast het vernielingswerk en keek naar het ver dwijnen van alles wat hU zoo met moeite had opgebouwd In den loop der jaren. Eén geluk was het: alle menschen en dieren waren bulten gevaar; tot zelfs aan den hond en aan de groote bonte poes was het gelukt uit het brandende huls te geraken. Dat verheugde den boer, want hp was een oprecht vriend der dieren en vreeselijk zou hU het gevonden hebben, als een der redelooze wezens in het vuur zou zUn_ omgekomen. Turk, de hond, liep nog maar steeds onrustig rond: hp scheen niet gerust. Het was net of hij luisterde naar de stem der kat. die pUniPk miauwend langs de voeten van den boer en der boerin streek. Meermalen had men al medelijdend gevraagd: „Mair poes: wat ben je on rustig! Scheelt er wat aan?" Maar het arme dier kon niet ant woorden en bleef maar steeds miauwen. OVERNEMING LIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN nooit gezien had: Warkruid (Flg. 3). Dat doet hun natuurlpk voor hoe ze hun in strument bespelen moeten, m.a.w. welk geluid ze moeten maken. Klapt hp nu in de handen, dan be gint het heele orkest te spelen, steekt ie de rechterhand omhoog, dan houden alle spelers onmiddelipk op. Maar als la de bewegingen voordoet van een of an deren speler, bpv van den violist, moeten alle spelers ophouden en speelt de violist alleen door, totdat de dirigent weer een ander Instrument nadoet. Alle medespelenden moeten natuurlUk den dirigent goed in de gaten houden en onmiddelipk klaar zpn, wanneer Ze aan de beurt mochten komen. Hoe vlug ger de dirigent van 't eene Instrument op 't andere overgaat, des te leuker is h« natuurlUk. Klapt ie echter weer in de handen dan spelen alle instrumenten weer ge- ipk. Degenen die fouten maken, nJ. zie op tpd als solist of tezamen met di anderen beginnen, of óók te lang door spelen, geven 'n pand. We hebben er altpd de grootste pre mee en daarom moeten jullie het bp d eerste de beste gelegenheid toch ook oei probeeren. 147. Opeens kwam om een hoekje juffrouw Gans aan stappen. Dat was je wat. Dat wend me een gekakel en gesnater van de andere wereld. 146. „Als jullie veel praatjes maken, dan boks ik je onderste boven,” zei Ko NUn. Geen wonder, dat juffrouw Kip rich allesbehalve op haar gemak gevoelde. De haan kwam er echter tegen op, dat de ganzen de eer waardig werden gekeurd, om «e het eerst met een bezoek te vereeren. „WU zün veel nutti ger." vond hU-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 14