DE REISVEREENIGING 'VAN JAN 'MUIL J Een brief van Etteren vriendschap '4 VÉH&&RHQCD Ettck Leeuwaard ELU VAN ALLES WAT 1 «- <3 - DE B.L.N.S. Bk j D 0 MET PLAATJES VAN rJ U1 4? r ven selc ÉA I had vol- d. M i Hartelyke groeten van TILLY. j en droeg het langs denselfden gevaarlij ken weg HET MES, WAAR WATER UITLOOPT het Deventer, 1 Augustus 1930. Beste menschen, gekomen X, HET HUISORKEST. dutje te doen om even een I X *n LEUKE IJZERDRAADPUZZLE. gen. men al medelijdend al 147. 1* 148. 146. '2, Die stond al In de vroegte een versje op te seggen :W' Beer de Bruin kon het In het land van de Vogels best uithouden. Uit louter blijdschap maakte hij de gekste bokkensprongen. srh vsn gee de zeei beei beti doei zijn tige wer ssti leer V beh; bier wen blru beo< tot dier De den te r stat de 1 ovei se s kenl neir Zat» v»n d theek van d «si ce Opent derlan biMiot ïn ter m Opent sterda thans inwon aanme R.K. rkhtir nu sticht! ook e< Nad Gorcuo verder pennir goedge De 1 heeren herkoz tot vo< De j paald Hier itng o< hel". Een hem. directe tot de werd Verv dachte O. L. te stel dat de lijk p, Van Opegns kwam cm een hoekje juffrouw Gans aan- stapteen. Dat was je wat. Dat werd me een gekakel en gesnater van de andere wereld. plsche plant voor de veenstreken Natuur lijk vonden we ook nog pluisjes van het Wollegras, maar die vielen dadelijk uit en we Heten ze dus maar staan Nacht- orchideeën zagen we ook en wat ik nog Je doet dit als volgt: Je brengt den driehoek met den ring naar een der scharnierende punten van het kruis en vouwt dan het kruis dub bel. Nu schuif je den ring van den drla- hoek over het scharnierpunt heen en je brengt daarna den ring rond langs het kruis. De ring gaat er dan aan het andere scharnier heel gemakkelijk af. Aardig, wat? In ter Soek nade tiid ceerr gras aant van van op h zal i theol facul word catef De melij landt verge als 1 men strek of VI die b zijn kan verst handt symp zal hl de pr hetze De zen, 1 van 1 de Ai de L< de V: in de nemei van i ook i Je bent vlak by het kanaal en toch op een hoog terrein met hei en dennen. Aan het kanaal vonden we allerlei planten, die Ik nog niet kende. Gelukkig had ik mjjn flora meegenomen en op een rustig plekje gingen we eens kijken, wat we ge vonden hadden. Coba kende ze wei, maar ik vond het veel leuker zelf te zoeken. Geen pakte het droeg het weg, dien gevaar. In een j af gespeeld: ’n derde bas, enfin, De dirigent gegrepen. Het worteltje heeft nu uitge diend, het laat los en vergaat. Uit den stengel komen hechtschjjfjes te voor schijn en daarmee is het lot van de hei deplant beslist. Steeds meer hechtschyf- jes en boorworteltjes dringen in den sten gel door en de hei sterft. Je ziet dan ook heel vaak kale plekken op de hei, waar het Warkruid gegroeid heeft. De men schen noemden de plant ook wel Duivels naaigaren en meenden dan, dat de dui vel die stengels aan elkaar genaaid had. De bloemen van Warkruid zijn heel mooi Uchtrose, bijna wit, veel te mooi voor een plant, die zoo leeljjk doet. Als tweede komt onze tocht van gisteren *11 Weet je. wat die deed? Die stond al in de vroegte een versje op te zeggen, dat de zuster haar geleerd had en een heelen bos prachtige rozen hield ze in de hand. Het was een lang en mooi gedicht, dat zus opzei en toen ze klaar was, kwamen wij aan de beurt! Helaas, wjj hadden geen gedichtje en waien een heel klein beetje beschaamd, want dat hadden wij toch ook wel kun nen leeren; maar moeder nam ons dat heelemaal niet kwalijk. Hartelijk dankte zij voor de felicitatie enons cadeau viel reusachtig in den smaak. Vroolijk zei moeder: „Nou jongens, als ik nu weer eens wat voor jullie naai, dan zal ik altijd weer herinnerd worden aan mijn beide flinke jongens!” De mooie vingerhoed deed flinke dien sten en moeder was erf o. zoo zuinig op. Je kunt dus begrijpen, hoe bedroefd moe der was, toen ze op een keer tot de ont dekking kwam, dat het ding weg was; des middags had ze hem -rog gebruikt toen ze vaders jas verstelde en na dien was hij spoorloos verdwenen. Waar moeder ook jonge katje neer bij zijn moeder, kwis pelstaartte eens en meldde zich weer bij zün baas, die intusschen ook had gezien, welke moedige redding Turk bracht. De haan kwam er echter tegen op, dat de ganzen de eer waardig werden gekeurd, om ze het eerst met een bezoek te vereeren. „Wij zijn veel nutti ger,** vond hij. Hl heef gene Is schil stel! in z derz Is door teit In wore 1 vord Ned< opge is. d zen? OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN - - i i--- aan de beurt. We gingen toen naar den IJsel en hebben daar wel een uur besteed met 'het zoeken naar Pothoofdplanten. Het Pothoofd in Deventer is de plaats, waar de leege graanzakken worden uitge schud. Echte Pothoofdplanten hebben we niet gevonden. Maar wel een paar zeldzame. nl. Wilde Ridderspoor en Bremraap. Bremrapen zijn wonderlijk uitziende planten met bloemen, die op Leeuwenbek jes lijken <Flg. 4). Ik zal probeeren of ik 1 die Bremraap, die ook een woekerplant -is, kan drogen. Maar zeker weet ik het niet, want de planten zijn erg vleezig. Ze leven van klaverplanten. We hebben nier nog heel wat fijne tochtjes gemaakt, ook naar Gorsel en Wilp. Misschien vertel ik daar een vol gende maal wel eens wat over. zocht en waar wij ook keken nergens was de vingerhoed te vinden. Eerst later, toen hij weer terecht was, begfepen we de toedracht der zaak. W#t was er namelijk gebeurd? We hadden in dien tijd een kleine, zwarte kat een alleraardigst dier, dat dol was op spelen: vooral dingen, die rol len konden, hadden haar voorliefde. Met haar fluweelen voorpootjes duwde ze die vooruit en als ze dan over den vloer weg rolden rende poes ze na. en zoo kon poes urenlang bezig zijn, zonder aan iets an ders te denken. Nu had moeder, nadat ze de jas had versteld, haar vingerhoed afgedaan en dien in den schoot gelegd. Ze voelde zich moe en besloot om even een dutje te doen, dan zou ze weer lekker zijn. De vingerhoed gleed nu van haar schoot, rolde op den grond en trok dadelijk de aandacht van de kat. Als een Jonge tijger wierp ze zich op haar prooi en speelde met den lichten vingerhoed, dat het een aard had. Van den eenen hoek naar den anderen vloog het ding en poes, onvermoeid, zat het voortdurend na. Maaropeens rolde de vingerhoed onder de groote mahoniehouten linnen kast. die ook bij ons in de kamer stond. Dat was voor poes natuurlijk geen be zwaar. want ze kon daar gemakkelijk onder kruipen. De vloer onder die kast was echter niet is. Wil dat domme verbranden?" Turk echter liep brandende balken. De boer streelde zijn braven hond en kon nu best begrijpen, dat er ook vriendschap kon bestaan tusschen de dieren onderling. nooit gezien had: Warkruid (Fig. 3). Dat plantje heeft een heei wonderlijken le vensloop. Uit het zaadje komt een klein, dun worteltje te voorschijn en een sten geltje. Dat laatste slingert zich om het dichtst bijzijnde steunsel heen en groeit dan weer verder. Eindelijk bereikt het een heidestengel en deze wordt stevig vast- hu was gekomen, paar minuten had alles zich voorzichtig legde Turk het Dit is een verbazend aardig en toch ooa zoo gemakkelijk kunstje, dat ik jullie dat ook nog eens gauw leeren moet. Je neemt een gewoon tafelmes en laat dit eerst aan het publiek zien. Er is natuurlijk niets bijzonders aan. Nu verzoek Je iemand uit het gezelschap om op je elleboog met krijt 3 kruisjes te zetten en terwijl je beweert, dat je daar door uit het tafelmes water kunt laten vloeien, breng je de hand, waarin *t mes zich bevindt, even achter je schouder, kwasi om die kruisjes op je elleboog te laten zetten, maar in werkelijkheid om van je rug een klein, nat sponsje te pak ken. Zijn nu de drie kruisjes geteekend, dan begin je oogenschijnljjk met een gewel dige krachtinspanning op 't heft van het mes te drukken en het water loopt dan natuurlijk over het mes uit het in je hand verborgen sponsje. Nu beur je je arm weer op om de kruisjes even te laten wegvegen en onder wijl verberg je het sponsje weer op je rug. waarna je het publiek nogmaals het mes kunt laten zien. Er was brand: een groote boerderij stond in lichte laaie en de vlammen sloegen hoog uit het dak en vernielden alles, wat zich binnen in het gebouw bevond. Treurig stond de boer naast het vernielingswerk en keek naar het ver dwijnen van alles wat hjj zoo met moeite had opgebouwd in den loop der jaren. Eén geluk was het: alle menschen en dieren waren buiten gevaar; tot zelfs aan den hond en aan de groote bonte poes was het gelukt uit het brandende huls te geraken. Dat verheugde den boer, want hjj was een oprecht vriend der dieren en vreeselijk zou hij het gevonden hebben, als een der redelooze wezens in het vuur zou zijn omgekomen. Turk, de hond, Uep nog maar steeds onrustig rondhij scheen niet gerust. Het was net of hij luisterde naar de stem der kat, die pijnlijk miauwend langs de voeten van den boer en der boerin streek. Meermalen, had gevraagd: „Maar poes: wat ben je on rustig! Scheelt er wat aan?” Maar het arme dier kon niet ant woorden en bleef /naar steeds miauwén. Eén was er echter, die poes begreep en dat was Turk. Die zag in, dat poes wou vertellen, dat nog een levend we zen in het brandende gebouw was. dat dus alles wat leven had, nog niét gered was. Haar jong n.l., een poesje van een dag of tien oud, moest nog binnen zijn ergens in de huiskamer, waar haar mand in de nabijheid der kachel stond. Turk zette zijn voorpooten tegen een der ramen en keek wjjsgeerig naar bin nen „Boe. wat een hel.” scheen hij te denken. Hij besnuffelde den rook, die in dikkel balen uit het raam kwam gedre ven. En danwas zijn plan gevormd. Hij sprong naar binnen! „Wat een koebeest,” dacht de boer, „waarom gaat hij nu naar binnen, ter wijl er gc*n levend wezen meer in huis beest nu absoluut Een van de gevonden nog onbekende was de Vleugeltjesbloem (Fig. 1). Er groeiden zelfs nog twee soorten, name lijk 'n roode en n blauwe. Ook zag ik voor het eerst Sorbenkruid (Fig. 2), een ty- Als een van m’n jongens Jarig is en er dus „visite" gehouden wordt, komen er allerlei spelletjes op de proppen. Dan moet het natuurlijk iets zijn, wait *n heel stel aan mee kan doen. Nou. zoo Iets is m n „Huis-orkest”. De aanioerder of dirigent zet de hee- le visite op 'n rjj en geeft leder *n mu ziekinstrument, dwz. doet alsof. Den een bevordert hjj tot trommelslager, *n ander blaast den hoorn, 'n derde de fluit, 'n vierde strijkt de leder krijgt iets te doen. doet hun natuurlijk voor hoe ze hun in strument bespelen moeten, ma.w. welk geluld ze moeten maken. Klapt hij nu in de handen, dan be gint het hcele orkest te spelen, steekt ie de rechterhand omhoog, dan houden alle spelers onmiddeüjjk op. Maar als ie de bewegingen voordoet ten een of an deren speler, bijv van den violist, moeten alle spelers ophouden en speelt de violist alleen door, totdat de dirigent weer een ander instrument nadoet. Alle medespe!enden moeten natuurlijk den dirigent goed in de gaten houden en onmiddellijk klaar zijn, wanneer ze aan de beurt mochten komen. Hoe vlug ger de dirigent van t eene instrument op *t andere overgaat, des te leuker is het natuurlijk. Klapt ie echter weer in de handen, dan spelen alle instrumenten weer ge lijk. Degenen die fouten maken, nJ. niet op tfld als solist of tezamen met de anderen beginnen, of óók te lang door spelen, geven *n pand. We hebben er altijd de grootste pret mee en daarom moeten jullie het by de eerste de licste gelegenheid toch ook eens probeeren. Hiernaast zie Je een teekenlngetje van een draadfiguur, dat je heel gemakke lijk van koperdraad na kunt buigen. Nu gaat het er om den ring los te krfj- hetgeen ónmogelijk is. als je niet weet, hoe je dat aan moet pakken. Intusschen naderde moeders verjaarsdag hoe langer hoe meer en op den voor avond van het feest werd de som geteld, die we met zooveel moeite hadden bijeen gebrachtdrie gulden en 45 cent hadden we: zoodat nog slechts 55 ct. aan den prijs ontbraken. Enfin gelukkig was vader er en die hielp ons royaal uit den nood door ons drie kwartjes te geven. Toen naar den winkel! En een uurtje later stond het kokette doosje met een fluweelen hartje en den prachtigen vingerhoed by ons in slaapkamertje. Telkens en telkens moesten we er naar kijken, het open doen en sluiten en luisteren naar het zachte knapjren. dat gehoord werd, als het slootje dicht klapte. Voor dag en dauw waren we den vol genden morgen present om moeder te feliciteeren. We mochten zelfs in de slaapkamer komen, waar warempel onze kleine zus reeds aanwezig was. Als e*en zoo een dagje ouder wordt, dan komen heel vaak oude herinne ringen uit de kinderjaren in den geest opheel vaak kleine, schijnbaar on beduidende gebeurtenissen zyn het meest al. maar we denken er toch graag over, omdat ae zich hebben afgespeeld in het ouderlijk huis, waar onze lieve moeder, die al jaren geleden overleed, den scepter zwaaide en we zien ze dan weer voor onze oogen die goede, lieve moeder, zooals ze alle dagen druk in de weer was om te zorgen, dat alles in huis geregeld ging. We zien haar dan in de keuken vóór het heete fornuis of zittend op haar oude plaatsje by de kachel, terwyi ze onze kleeren verstelde. Ja onze moeder was een kunstenares met de naald. Hoe wist ze niet uit va ders oude jas nog een broek voor mij of mijn oudsten broer te maken. Bijna onzichtbaar wist ze de scheuren in onze blouse te stoppen en voor zus wist ze de aardigste jurkjes uit een af gedankte japon te tooveren! Wat waren we gelukkig, als we weer zoo iets nieuws van haar ontvingen en hoe gelukkig glimlachte de lieve vrouw, als sa zag, dat ze ons zoo n pleizier had ge daan! wy allen waren dol op onze moeder en wilden dat op een keer eens toonen door haar op haar verjaardag met een aardig geschenk te verrassen! Ze zou gauw jarig worden en mijn oudste broer en ik spraken af, dat we in ons geboortestadje eeas langs de uitstal lingen van de winkels zouden loopen om te kijken of er iets moois te vinden was, dat een geschikt cadeautje zou zün voor moeder. Erg gemakkeiyk was dat niet, want we wisten, dat moeder niet van prullen hield en ze zou het zonde van het geld gevonden hebben, als we zoo iets hadden gekocht. Op een keer liepen we langs een win kel, waar voor het uitstalraam een heele hoop werkeiyk mooie dingen lagen en één ding uit die verzameling trok ons by- aonder aan: *t was een prachtige, zilveren vingerhoed, die in een klein, met zijde gevoerd doosje tusschen allerlei andere dingen lag. ..Dien moeten we koopen!” sprak myn broer. ,4a,” antwoordde ik. ..Wat zal moeder daarmee gelukklk zyn!" Er lag een kaartje op *t aardige doosje en dat ding deed ons wel een beetje schrikken, want op dat kaartje stond de prys vermeld: vier gulden! „Vreeseiyk duur!” zei myn broer, een beetje teleurgesteld. „Zooveel krijgen we nooit by elkaar!” Ik vreesde daar ook wel voor, maar Ik wist, dat er nog wel iemand te vinden was, die in het uiterste geval zou willen helpen: myn vader namelyk. Als die onzen nood wist, zou hy wel by springen! Ik deelde dat myn broer mee en die antwoordde: „Ja dat is zoo. vader zal wel willen helpen; maarwe moeten toch zorgen, dat we zooveel mogelijk bij een krijgen en alleen in het uiterste geval moet vader er aan te paar komen.” Het werd nu de leuze zoo zuinig rno- geljjk te leven en zoo veel mogeiyk*-op zy te leggen! Bezuiniging op allerlei ge bied. Chocolade-reepen van Droste en van „Als jullie veel praatjes maken, dan boks ik je onderste boven," zei Ko Nyn. Geen wonder, dat juffrouw Kip zich allesbehalve op haar gemak gevoelde. Jullie zult wel graag weer eens iets uit de stad der stokvlsschen fietsen en koek hooren. Nu dan. het bevalt me best hier en we hebben al heel wat fietstochten gemaakt. Van twee wil ik Jullie vertellen, omdat we daarby vreemde planten ge vonden hebben. Zaterdag ben Ik hier gekomen en Maandag gingen we onzen eersten grooten tocht maken. Als ik zeg „we”, dan bedoel ik myn nichtje Coba, die net zooveel van planten -zoeken houdt als ik en het alleen maar jammer vindt, dat er in De venter geen B. L. N. S. bestaat. We gingen dan op de fiets naar den Zandbeltermolen. Wat is het daar mooi. door, sprong over over puin en door vlammen heen enbereikte eindelijk de mand achter de kachel in de huis kamer. Daarin lag nog altyd de kleine kat. die jankte van angst en die uit alle macht om moeder riep. oogenblik aarzelde de hond. Jonge ding by zyn nek en langs denzelfden gevaariyken uit het Van Houten waren onze geliefdkoosde lekkemy; maar dlkwyis llepen'we nu den winkel voorby, waar we die altyd koch ten, deden net alsof die lekkernijen onze liefde hadden verloren. En ai liep het water ons om de tanden, toch beweerden we dan: „neen ik heb er geen trek in!” Dat was voor z*n beiden weer een dub beltje bespaard en dat kwam de som ten goede, die we moesten byeen brengen. Watkru, 4. meer zoo solidehier en daar was hy wat vermolmd en op één plek was zelfs al een klein gaatje ontstaan. Het ongeluk wilde nu. dat de vingerhoed net daaiin terecht Ham endus verdween voor de ver baasde oogen van de kat. Je kunt dus begnjjien, dat moeder haar vingerhoed onmogelyk kon vinden, hoe ze ook zocht. En wy konden hem eienmin vinden, want we wisten niets af van het bewuste gat in den vloer. Steeds meer vermolmde het hout echter en eindeiyk zag vader, dat het noodig was. dat een deel van den vloer moest vernieuwd worden. De timmerman kwam, brak de verrotte planken weg en begon den grond onder den vloer wat om te woelen. Je raadt, wat er gebeurde! Hij vond den vingerhoed en gaf dien aan moeder terug. z Geheel zwart was hy uitgeslagen. Maar moeder was zoo blu als een engel, dat ze haar kleinood weer terug had. Hij werd schoongemaakt en weer in het doosje op geborgen; tot aan moeders dood heeft hy moeder bugestaan by het naaien. v. d. M.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 8