ik
Ir. Josephus rheodorus Joannes Cuypers
DE AMANDUS* EN BAVOFEESTEN
TE GENT EN TE HAARLEM
Deskundigen
oordeel
t
VERDE KATHEDRAAL
EENIGE DATA
1
-4.5
blijven
in zelfbewuste
de
te dirht bij den
door Dr. J. F. M. STERCK
ov vlnoht
1
1
Xr. joszni
Een meesterstuk van bouwkunst
I
een kathedraal
«Genteen rijd heeft de Kathedrale Kok sonde* koepel ate Metals dfata «edaa*
1
t
1
TKZODOSXHI JOAOM
UUIMM
beiden thans moeilijk meer voorstellen. hoe
De Kathedraal te Haarlem
en 13de eeuw dreef Haarlem
I
v
n
Als iemand de bezwaren overwonnen heeft
van de zoon te zijn van een groot man.
dan zeker Joseph Cuypers Reeds door zUn
opvoeding werd hij door zijn vader voorbe
stemd om met hem de steigers te beklim
men van de Nederlandsche kerkgebouwen.
Te Roermond in 1861 geboren, kreeg hjj
zijn Lager en Middelbaar onderwijs in de
toen pas opgerichte H B S. van Rolduc;
en nog zie ik de Hjngebouwde. energieke fi
guur met mfj gebogen staan over de teeken-
tafel aldaar.
alwaar hij In Ml in den ouderdom van M
jaar stierf.
K<
ge
ge
de
tei
aa
al
de
ge
kt
H
he
tei
re
g«
Wl
wi
d<
re
be
K
th
oti
St
lu
tij
ge
ni<
ra
eei
W
la
g<
F
te
d<
zl
di
1
t
d
ti
n
b
e
s
h
b
v;
U
D'
el
A
g'
n!
zt
oorspronkelUken
stellen Is de
men
Wij hebben een aantal architecten en
kunstenaars gevraagd naar hun oordeel over
de thans geheel voltooide Kathedraal.
Hieronder laten wij de bU ons binneöge-
komen antwoorden volgen:
de plaatselijke conu
zorg de geschledkuni
abdij of
plaatsten.
len bouwmeester echter een zware
mdien deze spitsen, althans niet
vooruit in den eersten opzet vast-
i.Slat Bavo' soar m. aotiat ut hat 1M muwbc. aeuia.ru, aat ia nat rrana mumaMui
aanwaslg Is en de legende in beeld brengt, die eerbaalt hoe Haarlem opiatreehs het Jmt
1150 door dan Patroon der stad ton gered sUn. Ttidena een belegering toen de nood boog
gestegen waa, verschoon volgens dit verhaal whist Havo” in de lucht en joeg de belegeraars
f-ctest
en ,irchi-
het heilig
beschrijft.
De koepel, die nu vijf en twintig jaar het
uiterlijke hoofdmonument van de Kathe
draal Is geweest, mag ook in de toekomst
blijven overheerschen over den geheelen
bouw, als zfjnde van grooter symbolische
waarde dan alle andere verheven deelen
De Kathedraal vroeg voor de voltooiing
van het uitwendige, zoowel als voor het
goede gebruik van het inwendige, n.l. van
schip en zijbeuken, aan de westzijde ruime
overdekte portalen voor de drie hoofdingan
gen. en klokketorens. die als krachtige
steunpunten den bouw westelijk afsluiten
Deze torens als vierkante prisma’s in
strakke, rechte lijnen opgetrokken, zijn zoo
boog opgebouwd, dat klokken met uurwerk
en later speelwerk goed tot hun recht Ko
men; dat de koepel niet meer alleen staat
Tegen het einde der 19e eeuw vroeg de
uitbreiding der stad Haarlem een nieuwe
parochiekerk, en bewust van de innerlijke
kracht van het sinds bUna 50 Jaren her
stelde bisdom, durfde Haarlems vierde Bis
schop na de Hervorming. Mgr. O. J. M.
Bottemanne. die behoefte benutten om de
feestgave zijner dlocesanen bij zijn gouden
priesterfeest te bestemmen voor den bouw
eener parochiekerk, welke tevens zou zijn
een waardige kathedraal.
De hooge bedoeling van
is tot in onderdeden sprekend uitgewerkt
en in een heerlijk plan tot een grootsch ge
heel samengevoegd door Mgr. A. J. Oalller,
die reeds als Vicaris-Oeneraal de geestelijke
vader van het kathedraalplan mocht wor
den en als Bisschop de toegewijde, kracht
dadige en kunstzinnige voortzetter der ge
weldige onderneming is.
Hij vond in den bouwmeester Joseph
Cuypers den kustenaar, die aan zijn groot-
sche gedachten zulke oorname vormen wist
te geven, dat de kathedraulbouw ook hem
een onvergankeltjken roem geschonken
heeft. Na de jaren ven jannen opzetten,
uitwerken, wijzigen en vaststellen, kon de
Kathedraal, dank sjj ook de vrijgevigheid
van de Haarlemsche dlocesanen, in twee
betrekkelijk korte perioden van 1895—1896
en van 19021906. op de torens en den
hoofdingang na. geheel worden afgebouwd.
De volgende data uit de bouwgeschiedenis
zijn vastgelegd:
15 Juni 1895 wordt de eerste paal gesla
gen
4 October 1895 wordt plechtig door Mgr.
In de 12de
een drukken handel met (lent. Vanzelf hoor
den de Haarlemmers de bijzonderheden uit
het leven van den Heiligen Bavo. waardoor Jan Stuyt de hoo.'doprichter en bij de twee-
een groote vereering voor desen Heilige ont
stond. Toen de stad in grooten nood ver
keerde. beloofden de inwoners den bouw van
een basiliek ter eere van den H Bavo. met
welken bouw in 1372 een aanvang werd
genomen. In 1472 was de 8t. Bavo gereed
en nu verzocht men aan den abt van het
8t. Bavo-klooster in Gent een rellquie van
den patroon-heilige. De abt van het klooster
zond een arm van den Heilige De stad
Haarlem benoemde nu den schout en sche
penen. den onderpastoor en alle geestelijken
van de stad Oent tot leden van het 8t Bsvo-
gilde. Tevens werd beloofd, dat jaarlijks een
afgevaardigde de 84. Bavo-feeaten in Gent
te- en breedte-gevoel. Dat
doorgevoerd. 1__„
den middentoren als koepel, omsluit
keljjk den inwendigen koepel, die het
chlaal altaar overhuift, en in t hart van ’t
De abdij van Gent
De abdij, welke aan de Schelde stond, had
een paar eeuwen later veel te lilden van de
invallen van de Noormannen, reden waarom
het in 851 door de monniken werd verlaten:
later keerden zij echter weei terug, na de
herstelling van het klooster door Amoud van
Vlaanderen. De eerste abt was toen Gerard
van Brogne In dien tijd breidde de stad,
welke om de abdij was ontstaan, zich aan
merkelijk uit. In de abdij hadden verschil
lende belangrijke geschiedkundige gebeur
tenissen plaats. Hier werd geboren Jan van
Gent. hertog van Lancaster, soon van
Eduard III.
Ook had in het klooster plaats de huwe
lijksvoltrekking van Philips den Stouten met
Margaretha, dochter van Graaf Lodewljk van
Male van Vlaanderen. Onder de regeering
van Karel V werd het klooster opgeheven
en de kloosterlingen ontslagen van de ge
loften van eeuw ige armoede en gehoorzaam
heid. ZU werden benoemd tot kanunniken
van de tot kapittelkerk verheven kloosterkerk.
Toen In 1540 Karel V naar Oent trok, om
een opstandige beweging te dempen, werd
aan de stad een zware schatting opgelegd
en besloot Karel V hier een citadel te bou
wen. juist op de plaats van het oude 8t.
Bavoklooster. Het kapittel werd verplaatst
naar de 8t. Janskerk. welke onder den titel
van 8t. Bavo In 1559 tot bisschopskerk werd
verheven. Tegelijkertijd werd de H. Bavo
patroon van de Jtad. De oude abdij heeft
langen tijd diensOgedaan als citadel. In 1834
werd deze omgezet in een museum, waarin
•ssle voor monumenten-
lenge vondsten, welke op
omgeving betrekking hadden.
kruis staat.
Die koepel symboliseert ons den hemel,
het heilig Jerusalem, zooals St. Jan het
de macht van den koepel aangetast Twee
tegen één zjjn de sterkeren. Maai ook al
weer niet zóóveel sterker, dat ze de werking
van den toren geheel kunnen beheerschen
Daardoor verliest het geheel aan groct^ch
a peet en aan rust van belijning en de
beschouwer weet niet meer, waaraan zich
nu te houden. Wil deze on-evenw ichtigheid
weer hersteld worden, dm zullen de torens
een nieuw wapen moeten krijgen om zich
de blijvende overmacht te veroveren Het
voor de nand liggend wapen voor een toren
is een spits, die omhoog rijst en n den
letterlijken zin des woords torenhoog boven
alles uitsicekt en die aan het gebouw een
nieuw hoogtepunt zal weergeven
Voor
oogave
reeds
lagen.
zou bijwonen en aldaar een waskaars van
een pond voor het beeld van den Heilige
zou aansteken. Verder verklaarde de stad
Haarlem, dat voor de eliquie een kostbare,
zilveren kist zou worden gemaakt. Een en
ander werd medegedeeld in een brief, voor
zien van het stadszegel waarop de Heilige
was afgebeeld als edelman, met in de rech
terhand een zwaard en in di linkerhand een
valk De zilveren kist moest tijdens den
beeldenstorm in veillvheid worden gebracht
en werd daartoe overgebracht naar Keulen,
vanwaar de kist in Ï575 naar Haarlem werd
teruggezonden Toen in 1578 de stad geplun
derd werd, verdween de kostbare kist met de
rellquie. welke men niet meer terugvond.
BU de plechtige inzegening werd een nieuwe
rellquie van den Heiligen Bavo naar de
kathedrale kerk overgebracht. Zoo werd de
vrome band, welke vlnds eeuwen deze twee
gllden.’teden met elkaar verbonden hield,
door de groote plechtigheden, welke op han
den zijn, vernieuwd en verstevigd.
Het zou ons te ver voeren de vele schoonhe
den van de kathedraal op te sommen, daar
zulks een geheel boekdeel zou vorderen. Wij
verwijzen dan ook naar de keurige uitgave
..De Kathedraal van Haarlem”, waarin uit
voerig over het bouwwerk van binnen gespro
ken wordt. Daarin kan men interessante bij
zonderheden vinden b.v. over ’t Hoogkoor: op
let van 1 presbyterium, 't bisschoppelijk al
taar. den blsschoppelIjken troon, koorhek en
koorbanken, preekstoel, enz. Ook de Sacra
mentskapel en haar Sanctuarium vindt ge
daarin behandeld. Lezenswaard is de be
schrijving van de H. Famllie-kapel, H. Ma-
ria-kapel. H. Hart-kapel en de kapel der
smartvolle Moeder.
Men krijgt in dit werk een zeer goeden In
druk van den koepel, de kroon van den bouw.
Talrijke Illustraties verluchten den tekst.
De heer M. van Ooijen, architect te Haar
lem, schrijft:
Het geheel is m.i. een meesterstuk van
bouwkunst. Alhoewel de belde nieuwe torens
zoowel wat stijl als dctallleerlng betreft, ge
heel los staan van het eerst gebouwde ge
deelte der Kathedraal, is de samenvoeging
van het geheel niet in het minst storend.
De monumentale koepel heeft door den af
bouw der belde torens m.i. niets van zijn
waardigheid verloren, waar ik in het eerst
bang voor was.
Waar hij <de koepel) eerst als eenigste be
kroning van de Kathedraal als vanzelf spre
kend domineerde, komt hij thans door het
scheppen van de m.i. meesterlijk geslaagde
verhoudingen van de beide nieuwe torens,
door deze z g mededingers nog meer tot zijn
recht, zonder op zijn beurt het krachtige en
machtige van de beide nieuwe torens ook
maar eeuigszins te schaden.
Mijn gelukwensch aan bouwheer en ge-
heele Bisdom voor dit met recht meesterlijk
voltooide werk.
De macht van den koepe
De heer Aug. M J. SevenhuU
tect te Haarlem, oordeelt:
De koepel, die tot voor korten t d de
kerk haar karakteristiek silhouet vc. i end
was hét hoogtepunt van het gansch bouw
werk. Staande aan welken kant ook. werd
het oog geboeid door het spel van vlakken
en belijningen, die te zamen kwamen ,n
dien eenen koepel en daar vond het oog
rust in de bekroning van den top.
De H. Bavo.
In den tijd, dat Amandus bisschop van
Maastricht was. woonde in Luik Ailowinus,
lid van een oud adellijk geslacht. Na den
dood van zijn echtgenoote, hoorde hij eens
een preek van Amandus en was hierdoor
zoo getroffen, dat hij zich bekeerde. Eenlgen
tijd later trad hij in een door Amandus ge
sticht klooster en ontving hier den naam
Bavo Nadat Bavo tot priester was gewijd,
maakte hij een studie-reis naar de verschil
lende kloosters met toestemming van zijn
geestelijke overheden. Teruggekeerd in Gent,
leefde hij daar als een kluizenaar, maar
werd herhaaldelijk door bezoekers lastig ge
vallen en keerde hierom weder naar zijn
klooster terug, waar hjj in 653 in geur van
heiligheid stierf. De vele wonderen, die bij
zijn graf, bij het klooster geschiedden, weren
aanleiding om het klooster den naam Bavo
te geven.
Nu is gestreefd naar een Inwendig ruim
te- en breedte-gevoel. Dat streven is naar
bulten doorgevoerd, immers de vorm van
wer-
paro-
Rolduc met zijn schoone oude architec
tuur, zijn Romaansche kapel en krypt heeft
op hem, als op zoovelen maar met min
der bruikbaar resultaat een diepen in
druk gemaakt en onder zijn kunstzinnigen
directeur Everts was Rolduc ook Inderdaad
een van de weinige oude kostscholen, waar
aan den leerlingen iets van aeethetlsch schoon
werd geojaenbaard.
Als autodidact had Dr. Cuypers te zeer
gemis gevoeld van een streng weten
schappelijk technische opleiding om niet
zijn zoon zoo spoedig mogelijk naar de
polytechnische schooi van Delft te sturen,
waar deze in 1883 na vierjarige studie zijn
dviel-bouwkundig diploma met glans ge
haald heeft. Maar zjjn hart trok naar de
bouwkundige schoonheid daar bulten en zoo
als eenige zeventiende-eeuwers deden, be
zocht hij verschillende kunstmonumenten.
kunstcentra en kunstenaars bulten Neder
land. Daarna en daar tusschen kwam het
werken op ’s vaders bureau te Amsterdam,
van waaruit in een tot dan in ons land on
gekende variatie van schoone verhoudingen
en vormen de plannen voor kerken en we
reldlijke gebouwen als van een rijke bron
uitstroomden; en toch onder dien overvloed
of misschien wel juist daardoor werd de
zoon geen adept; maar ontwikkelde hjj
eigen stijl en kunstidealen, wat reeds dade
lijk merkbaar was in het mooie woonhuis
en winkelcomplex. dat op zoo boeiende wijze
den hoek van Weteringschans en Spiegel
gracht vult en daar wel treffend stond als
eerste groot werkstuk van den zoon tegen
over ’s vaders meesterstuk, het Rijksmu-
seum.
Met de kerk te Nes aan den Amstel van
1890. dus nu juist vijftig jaar geleden, open
de hij de haast onafzienbare rjj van bekoor
lijke, dorpskerkjes, later voor een groot deel
met Jan Stuyt samen ontworpen, waarvan
Oegstgeest wel een der mooiste is en die
met hun statig sierlijke torens ook ware
hoogtejxinten vormen van het landelijk
schoon er om heen, tot uiteindelijke groote
tevredenheid van geestelijken, die daarvoor
vaak veel eigen ideeen moesten prijs geven
en tot trots der dorpelingen en hun nage
slacht. Cuypers en Stuyt zijn omstreeks 1900
we! de meeat productieve Nederlandsche
kerkenbouwers geweest
Het was bij de inwijding van de kerk te
Nes, dat de toen zelf nog jeugdige vicaris-
generaal Mgr. Cahier sterk getroffen werd
zoowel door Cuypers' diep inleven in de
liturgische elschen als voor de liefde voor
symboliek van dezen jongen geestdrtftigen
architect, die trouwens nog altijd met even
jeugdig vuur zijn plannen en werken weet
te bepleiten.
Het was ook juist die laatste eigenschap,
die hem buitengewoon geschikt maakte om
van zijn vader over te nemen het leeraar-
schap aan de Museumschool boven het RlJks-
museum. Joseph Cuypers was daarbij een
van die gelukkig thans niet meer zeld
zame leeraren op kunstgebied, die ook
bulten hun eigenlijke vak aan hun leerlin
gen algemeene geestelijke ontwikkeling
trachten bij te brengen. Zelf heeft hjj de
waarde daarvan levenslang erkend en be
wezen: Het was de schoone zangkunst zijner
moeder, die zijn vader zijn eerste huls in de
Vondelstraat Leyerhove deed noemen en
van deze meest geliefde zuster van Jos. Al-
berdlngk Thijm erfde haar zoon stellig veel
van de harmonie, die zijn werken kenmerkt
Bijzonder hartelijk werd hij met jong en
oud ontwikkeld R K. Amsterdam ook op
genomen in den lltteralren kring van Thijm,
waar toen voor alle nieuwere kunststroo-
mlngen even groote belangstelling was als
voor de schoone oude R- K. tradities, waar
bij Thijm aan de bouwkunst ook zalf een
groot deel van zijn hart verpand had. Met
Anton Derklnderen bracht diens prooeasle-
schildering hem samen en we kunnen ons
De H. Amandus.
De H. Amandus werd omstreeks het jaar
571 geboren te Nantes. Op 20-jarigen leeftijd
trad hij in een klooster op het eilandje
Oijen. Tevergeefs trachtte zijn vader hem
over te halen, om weder zijn intrede in de
wereld te doen. Amandus begaf zich hierom
naar het klooster te Bourges, waar hij stond
onder leiding van bisschop Austregisilius.
Teruggekeerd van een bedevaartreis naar
Rome, werd Amandus tot bisschop gewijd,
zonder dat hem echter een bepaald bisdom
mrd aangewezen. Amandus predikte overal
het evangelie. Hjj preekte onder de Vlamin
gen, de bewoners van Karlnthië en in de
andere landen aan den Donau. Toen hij door
koning Dagobert werd verbannen, trok hij
naar de Gascogners en de Navareezen, keerde
echter spoedig daarna wederom terug naar
de Zuidelijke Nederlanden. De bewoners van
die streken stonden in dien tijd als zeer ruw
bekend en aanvankelijk had Amandus hier
zeer weinig succes. Toen het gerucht zich
verspreidde. dat Amandus een doode ten
leve had opgewekt, bekeerden zich echter
vele inwoners van de omstreken van Gent.
Amandus bouwde hierop veel kloosters.
In het jaar 630, juist dertien eeuwen ge
leden, bouwde hij te Gent twee abdijen, welke
hij belde onder de bescherming van den H
Petrus stelde.
In 649 werd Amandus benoemd tot bis
schop van Maastricht, welke waardigheid hjj
drie jaar bekleedde. Amandus werkte hierna
nog eenlgen tijd onder de heidenen, maar
trok zich toen in het klooster Elnon terug.
den koepel.
schikt.
Door hun mageren vorm komt de ronde
koepel weer beter tot zjjn recht. Deze vier
kante klokketorens bltjven
beheerschlng lager dan de kruinen van den
koepel, die in elk opzicht, als symbool en
als verfijnde vorm, de meerdere blijft van
deze westelijke voorposten
Als nu binnen de volgende twintig jaren
het St. Bavo-pleln aan noord- en westzijde
ook door kerkelijke stichtingen zal zjjn om-
bouwd. dan mogen wij verwachten, dat niet
meer gevraagd zal worden, waar de spitsen
van de torens blijven
Op het ombouwde plein zullen de torens
met deze niet overmatige hoogte voldoende
rijzig voorkomen.
met zijn kroon en kruis, boven al het ove
rige uit. maar, dat die pylonen, die krach
tige staande massa’s aan het begin van net
ruime schip, hunne taak naar bulten dui
delijk vervullen om de bezoekers op te roe
pen naar het heiligdom.
Hun wijzen naar den hemel is niet zoo
overweldigend dat men bijna vergeten zou
de binnen te gaan, zooals te Keulen. Maar
door hun plaatsing op geringen afstand van
den koepel, blijven zjj ttaaraan onderge-
Bottemanne de eerste steen gelegd aan den
Pijler Charltas.
2 Mei 1898 wordt door den stichter
het Hoogkoor en het Blsschopsaltaar plech
tig geconsacreerd
1 Januari 1902 maakt Mgr Bottemanne
tiet besluit bekend, het langschip der Ka
thedraal zonder koepel of torens af te bou
wen.
12 April 1902 wordt met den afbouw be
gonnen.
In het jaar 1904. kort na zijn bisschops
wijding. besluit Mgr. Calller ook den koepel
te bouwen.
26 Februari 1906 wordt de voltooide Ka
thedraal in gebruik genomen
BU de eerste periode van den bouw was
chlnale d l. met de minste persoonlUke
offers verkregen productie de meest be
langrijke grondslag Is, om nog iets schoons
te kunnen scheppen.
Ik wil slechts op het voornaamste wijzen
van deze voltooide kerk. Wanneer wU hier
van leer en, dat in Nederland het bU uit
stek nationale bouwmateriaal, de baksteen,
in alle opzichten de voorkeur verdient voor
de Interieurs van kerken en kerkelijke ge
bouwen, boven het niets zeggend pleister
werk (waarbij de architect de moeilijkheden
van de architectuur en versiering tot later
verschuift; de gemakkelükste oplossing is
dit reeds een zóó groote les. dat het geheele
aanzien van de Nederlandsche kerkelU-
ke bouwkunst er door op hooger peil zou
worden gebracht.
de Jac. Heemskerk en bü beide was de aan
nemer C. Hulsebosch de uitvoerder.
Sinds 1927 werden gebouwd: de belde to
rens. de hoofdingang met tribune, de trouw-
kapel, de kapel, de weetelUke hoofdgevel
met drievoudig voorgebouwde portalen en
een zü-ingang.
BU deze werken was de heer Stefens
hoofdopsichter. de heer Metselaar de uit
voerder.
23 November 1938 werd de laatste steen
gelegd van de beide torens. Ir Cuypers leg
de den laatsten steen op den mannentoren,
Mgr. J D. J. Aengenent op den vrouwen
toren
De torens machtiger gewenscht
De heer Ir. O. Fried hof. architect B. N. A.,
te Haarlem, schrijft:
Gedurende vele Jaren heeft de Kathedraal
van St. Bavo met zUn machtigen koepel een
belangrijk gedeelte van het Haarlemsche
stadsbeeld beheerscht. Daar de hoofdfapade
nog niet gereed was en bovendien van de
bestaande verkeerswegen was afgekeerd,
men de Kathedraal van de zijde van het
koor, met haar prachtige kapellenkrans en
fijn gedetallleerden koepel Men suggereerde
zich een centraalbouw.dat was het ech
ter niet en nu de torens ons dit duldclUk
toonen, zUn we wat onwennig Ik krUg den
Indruk, dat ook de architecten getwijfeld
hebben en bang zUn geweest de schoonheid
van den koepel te beïnvloeden. Maar vol
gens het oorspronkelUke plan moest de koe
pel een ondergeschikt accent zUn en dat is
hU nu m.i. niet voldoende geworden De to
rens had ik nog machtlger gewenscht. zoo-
dat geen twUfel overbleef, wat de hoofd
massa van den bouw zou zijn. Dr nieuwere
we als jong* leden van de Oud-Amsterdam-
sche schutterij voor die schildering hebben
geposeerd Alphons Diepenbrock was reeds
*ls student In de Oude Letteren hem een
wljsgeerig kunstvriend; met Dr. A. AriAns
dwaalde hU met een geestelUk kameraad
langs Rome's kunstschatten
Persoonlijk heb Ik Mjn kunatsan loeren
waardeeren, toen we samen in 1887 bQ het
gouden prleeterf eert van RktH Lep XXQ te
en nu mag 't waar zUn, dat die plannen wer
den opgemaakt onder de bekoring van oudere
Fransche kathedralen en de mooie O. L.
Vrouw van Maastricht; maar zoo van
Iemand dan geldt van hem het gezegde:
leder architect legt eigen aard in steen neer;
en het geheel onzer kathedraal is een orl-
gineele en logische samenvatting vin het
boeiendste schoon van Romaansche, van
Vroeg en Laat Gothische vormen.
lederen leek zelfs tref, bijvoorbeeld on-
middellijk de schoone >pbouw van de bul-
tenzUde van het hoogkoor, waar een sym-
phonische doorvoering van rijkversierde
rondvormen culmineert in den forschen koe
pel.
Bevoegderen dan ik hebben reeds meerma
len hun bewondering en instemming geuit
over de fijngevoelige wijze, waarop door hem
de symboliek, door Mgr. Calller aangegeven,
in levendige vormen en gouden kleuren werd
vastgelegd
Morgen zullen nu het voorportaal en de
torens worden gewUd als het vorstelük af-
sluitstuk van. dit Godgewijd paleis, tevens de
schoonste kerk uit het bisdom. BU het tot
stand komen der torens bleef de ontwikke
lingsgang van meer dan dertig jaar niet zon
der invloed.
In het oorspronkelUk ontwerp van 1895 zUn
zoowel op de viering, die nu den koepel
draagt aks aan de westzUde spitse torens aan
gegeven; maar elk die de ontwikkeling van
Cuypers’ bouwstUl gevolgd heeft kon voorzien
dat na de schoone maar forsche torens van
Heerlerhelde in 1909 en van Halsteren van
1912 die spitse torenbouw hem niet meer zou
kunnen bevredigen. BIJ de potloodschets van
een voltooide kathedraal die hij in 1919 Mgr.
Calller bU diens zeventigsten verjaardag aan
bood. zien we eenzelfde soort torens met klei
ne ronde koejjels bekroond.
Doch velen was het een verrassing, en
lang niet allen een aangename toen de op
getrokken torens bUna plat werden afgedekt,
vooral niet, omdat zU in hun sterken opbouw
den koejjel, dien door ons allen nu al zooveel
jaren als hoogtepunt gewaardeerden koepel,
niet mee opnamen in de omhoogstrevlng. zoo-
dat de grootsche Indruk ervan zeer werd ver
zwakt Maar we wennen steeds meer aan de
nieuwe - «rhouding. door de torens geschapen
en vooral van het Zuid-oosten kUkend. moet
ieder erkennen, dat door de torens én de har»
monle. én de grootschheld van het geheel
sterk gewonnen hebben.
MogelUk zal morgen bU de avondbellch-
tlng van cje buitenvormen der kathedraal heel
Groot Haarlem door lichtende lUnen en vor
men daarvan nog sterker worden overtuigd.
Een algemeene hulde aan den bouwmees
ter was dc Nederlandsche pers hem wel ver
schuldigd en gaarne nam ik het verzoek aan
daartoe iets bU te dragen.
BU zUn meerderjarig worden heeft zUn
jjeetoom Alberdingk ThUm hem toegezongen:
Strek uw' geslacht tot roem; gij hebt uw
naam te winnen.
Als niet dlchterlUk vriend mag ik dit wel
aldus omzetten:
Ge strekt uw geslacht tot roem, en hebt uw
naamj gewonnen.
Aerde^ihout
Amsterdam een tentoonstelling organiseer
den van de Nederlandsche geschenken Z. H.
toen aangeboden.
Het was de kunsthistoricus Prof. Ougel.
die zUn waarde als voorganger en leider voor
de jongere generatie erkende door bU de re
organisatie van de Polytechnische school tot
Technische Hoogeschool Jos. Cuypers als
hoogleeraar voor te dragen. Maar bouwmees
ter voor alles, meende hU door die opvoe
dende taak te veel gebonden te zullen wor
den. Wel trachtte hij zijn architectonische
beginselen over te planten in zUn zoons en
mocht hij bij 't bouwen van de Amsterdam-
sche Effectenbeurs kort voor den grooten
oorlog zUn beide zoons actief bU den bouw
en de versiering betrokken zien. Van zUn
zoon Pierre Cuypers Jr. rUzen reeds eenige
kerken tusschen die van vader en-grootvader
op.
Liefde voor architectonisch schoon, ge
paard met een zuiver begrip van ruimtever-
deellng in het algemeen, die eigenschappen
brachten bU hem vanzelf groote daadwerke-
lUke belangstelling voor oud stedenschoon en
nieuwe ultbreidingplannen Hiervan heeft
vooral Heemstede geprofiteerd, dat nog al
tijd door zUn leiding van uit zijn eigen
mooi stadhuis aldaar, uitgegroeid is en nog
uitgroeit tot een der schoonste dorpen van
Noord-Holland. de provincie die hU ook als
lid der vaste Commissie der Uitbreidings
plannen zeer aan zich neeft verplicht; en
zooals hU jarenlang en nog zijn werktuden
verdeelde tusschen Holland, vroeger meer spe
ciaal Amsterdam en Roermond, zoo deed hu
tegelUk als lid der provinciale Schoonheids
commissie van Limburg ook daar zün in
vloed ten goede gelde. Door de aantrekkclvke
gaven als mensch hem aangeboren werden
hem ook langen tyd de voornaamste be
stuursposten toevertrouwd van den Bond
van Nederlandsche Architecten. In 1922 wist
hU door zUn haas) Fransche gave van ge-
makkeUjk spreken in de Sorbonne te Parijs
een groot gehoor te winnen voor het onder
werp Stedenschoon ’n gebied waarin wU
Frankrijk ver vooruit zUn. Na kennismaking
met zTi werk en persoon benoemden Dultsche
Fransche en Engelsche architectenbonden
hem tot eerelid en correspondeerend lid.
Helder en pittig wist hU ook in talrijke ar
tikelen In „Architecture.” „Van onzen tUd”
en het Glldeboek van het St. Bernulphus-
gilde rijn ideeén weer te geven.
Trouwens in zUn onvermoeide werkkracht
is hU wel waarlijk zijns vaders zoon en nie
mand, die dezen zwierigen artist de steigers
ziet beklimmen of langs de wegen gaan, zou
gelooven, dat hij de zeventig snel nadert.
Twee treffende pendanten van samenwerking
van vader en zoon worden hier nog even ver
meld:
Van omstreeks 1900 is van den toen reeds
meer dan 70-jarigen Dr. P. Cuypers het ont
werp voor de kerk te Steenbergen, die Jo
seph en Stuyt gebouwd hebben en sterk
blUkt de oude Gothieker daar geïnspireerd
door de moderne vormen van Joseph's Ka
thedraal en even sterk heeft de zoon zich
weer ingeleefd in het kerkelUk meesterwerk
van zijn vader: de St. Wllllbrordus aan den
AmsteldUk, zoodat hu die nog schooner vol
tooien kon, dan zUn vader het zich inder-
tUd gedacht had.
Heden ziet hU self na bUna 30 jaar zUn
eigen kerkelUk meesterstuk voltooid, want
reeds in 1893 kreeg hU van Mgr. Botteman
ne de schoonste opdracht züns levens: het
bouwen van de Kathedraal, waarvoor bU
diens gouden priesterfeest de eerste fondsen
verzameld waren die dank zU 's Bisschops
opvolgers en den even onvemoeklen als vin
dingrijken plebaan Westerwoudt tot op he
den zUn blijven vloeien.
Breed en machtig zette Cuypers dadelijk
rijn plan uit, met kunde, inzicht en stijlge
voel ontwikkelde bU hoofd- en onderdeden
De bouwmeester van de Haarlemsche Kathedraal
zich aanpassen bU den
bouw. Deze vraag stellen Is
twUfel er over uitspreken. Veilig kan
het oordeel aan latere geslachten overlaten,
wetende, dat de bouwmeester zUn werk met
de grootste persoonlUke toewijding heeft
verricht en dat dit in onzen tUd van ma-
tUd staat tegenover de detailleering anders. Nu zUn de torens erbU gekomen en
dan men er een 25 laar geleden tegenover hebben door hun gelUkwaardighc d in mass:
stond Men verlangt crooter een’-ond zelfs --- --- -
dikwijls geheel verdwijnen van alle versie
ring. ornament of detail Het is zeer juist,
dat de nieuwe torens daarom ook eenvoudi
ger zijn gehouden dan dc oudere koejxd;
naar mUn meening is echter d' schaal"
van de detailleerlng niet in overeenstem
ming met het oude gedeelte.
De torens
koepel.
De heer L. C. Dumont, oud-directeur van
Openbare Werken te Haarlem, meent, dat
de torens te dicht bU den koepel staan,
m.a.w. de kerk had tevens met een travee
uitgebreid moeten worden. In de silhouet
werkt niet fraai het zwak naar boven dun
ner worden van de torens.
Het nationale bouwmateriaal
verdient de voorkeur.
De heer A. J. Kropholler, architect te
Wassenaar', vat zUn oordeel als volgt samen:
De Redactie van dit blad vraagt mU
enkele regels over den voltooiden St. Bavo
en in het bUzonder een korte bespreking
van de vraag of de torens al dan niet
I