ik Ir. Josephus rheodorus Joannes Cuypers DE AMANDUS* EN BAVOFEESTEN TE GENT EN TE HAARLEM Deskundigen oordeel t VERDE KATHEDRAAL EENIGE DATA 1 -4.5 blijven in zelfbewuste de te dirht bij den door Dr. J. F. M. STERCK ov vlnoht 1 1 Xr. joszni Een meesterstuk van bouwkunst I een kathedraal «Genteen rijd heeft de Kathedrale Kok sonde* koepel ate Metals dfata «edaa* 1 t 1 TKZODOSXHI JOAOM UUIMM beiden thans moeilijk meer voorstellen. hoe De Kathedraal te Haarlem en 13de eeuw dreef Haarlem I v n Als iemand de bezwaren overwonnen heeft van de zoon te zijn van een groot man. dan zeker Joseph Cuypers Reeds door zUn opvoeding werd hij door zijn vader voorbe stemd om met hem de steigers te beklim men van de Nederlandsche kerkgebouwen. Te Roermond in 1861 geboren, kreeg hjj zijn Lager en Middelbaar onderwijs in de toen pas opgerichte H B S. van Rolduc; en nog zie ik de Hjngebouwde. energieke fi guur met mfj gebogen staan over de teeken- tafel aldaar. alwaar hij In Ml in den ouderdom van M jaar stierf. K< ge ge de tei aa al de ge kt H he tei re g« Wl wi d< re be K th oti St lu tij ge ni< ra eei W la g< F te d< zl di 1 t d ti n b e s h b v; U D' el A g' n! zt oorspronkelUken stellen Is de men Wij hebben een aantal architecten en kunstenaars gevraagd naar hun oordeel over de thans geheel voltooide Kathedraal. Hieronder laten wij de bU ons binneöge- komen antwoorden volgen: de plaatselijke conu zorg de geschledkuni abdij of plaatsten. len bouwmeester echter een zware mdien deze spitsen, althans niet vooruit in den eersten opzet vast- i.Slat Bavo' soar m. aotiat ut hat 1M muwbc. aeuia.ru, aat ia nat rrana mumaMui aanwaslg Is en de legende in beeld brengt, die eerbaalt hoe Haarlem opiatreehs het Jmt 1150 door dan Patroon der stad ton gered sUn. Ttidena een belegering toen de nood boog gestegen waa, verschoon volgens dit verhaal whist Havo” in de lucht en joeg de belegeraars f-ctest en ,irchi- het heilig beschrijft. De koepel, die nu vijf en twintig jaar het uiterlijke hoofdmonument van de Kathe draal Is geweest, mag ook in de toekomst blijven overheerschen over den geheelen bouw, als zfjnde van grooter symbolische waarde dan alle andere verheven deelen De Kathedraal vroeg voor de voltooiing van het uitwendige, zoowel als voor het goede gebruik van het inwendige, n.l. van schip en zijbeuken, aan de westzijde ruime overdekte portalen voor de drie hoofdingan gen. en klokketorens. die als krachtige steunpunten den bouw westelijk afsluiten Deze torens als vierkante prisma’s in strakke, rechte lijnen opgetrokken, zijn zoo boog opgebouwd, dat klokken met uurwerk en later speelwerk goed tot hun recht Ko men; dat de koepel niet meer alleen staat Tegen het einde der 19e eeuw vroeg de uitbreiding der stad Haarlem een nieuwe parochiekerk, en bewust van de innerlijke kracht van het sinds bUna 50 Jaren her stelde bisdom, durfde Haarlems vierde Bis schop na de Hervorming. Mgr. O. J. M. Bottemanne. die behoefte benutten om de feestgave zijner dlocesanen bij zijn gouden priesterfeest te bestemmen voor den bouw eener parochiekerk, welke tevens zou zijn een waardige kathedraal. De hooge bedoeling van is tot in onderdeden sprekend uitgewerkt en in een heerlijk plan tot een grootsch ge heel samengevoegd door Mgr. A. J. Oalller, die reeds als Vicaris-Oeneraal de geestelijke vader van het kathedraalplan mocht wor den en als Bisschop de toegewijde, kracht dadige en kunstzinnige voortzetter der ge weldige onderneming is. Hij vond in den bouwmeester Joseph Cuypers den kustenaar, die aan zijn groot- sche gedachten zulke oorname vormen wist te geven, dat de kathedraulbouw ook hem een onvergankeltjken roem geschonken heeft. Na de jaren ven jannen opzetten, uitwerken, wijzigen en vaststellen, kon de Kathedraal, dank sjj ook de vrijgevigheid van de Haarlemsche dlocesanen, in twee betrekkelijk korte perioden van 1895—1896 en van 19021906. op de torens en den hoofdingang na. geheel worden afgebouwd. De volgende data uit de bouwgeschiedenis zijn vastgelegd: 15 Juni 1895 wordt de eerste paal gesla gen 4 October 1895 wordt plechtig door Mgr. In de 12de een drukken handel met (lent. Vanzelf hoor den de Haarlemmers de bijzonderheden uit het leven van den Heiligen Bavo. waardoor Jan Stuyt de hoo.'doprichter en bij de twee- een groote vereering voor desen Heilige ont stond. Toen de stad in grooten nood ver keerde. beloofden de inwoners den bouw van een basiliek ter eere van den H Bavo. met welken bouw in 1372 een aanvang werd genomen. In 1472 was de 8t. Bavo gereed en nu verzocht men aan den abt van het 8t. Bavo-klooster in Gent een rellquie van den patroon-heilige. De abt van het klooster zond een arm van den Heilige De stad Haarlem benoemde nu den schout en sche penen. den onderpastoor en alle geestelijken van de stad Oent tot leden van het 8t Bsvo- gilde. Tevens werd beloofd, dat jaarlijks een afgevaardigde de 84. Bavo-feeaten in Gent te- en breedte-gevoel. Dat doorgevoerd. 1__„ den middentoren als koepel, omsluit keljjk den inwendigen koepel, die het chlaal altaar overhuift, en in t hart van ’t De abdij van Gent De abdij, welke aan de Schelde stond, had een paar eeuwen later veel te lilden van de invallen van de Noormannen, reden waarom het in 851 door de monniken werd verlaten: later keerden zij echter weei terug, na de herstelling van het klooster door Amoud van Vlaanderen. De eerste abt was toen Gerard van Brogne In dien tijd breidde de stad, welke om de abdij was ontstaan, zich aan merkelijk uit. In de abdij hadden verschil lende belangrijke geschiedkundige gebeur tenissen plaats. Hier werd geboren Jan van Gent. hertog van Lancaster, soon van Eduard III. Ook had in het klooster plaats de huwe lijksvoltrekking van Philips den Stouten met Margaretha, dochter van Graaf Lodewljk van Male van Vlaanderen. Onder de regeering van Karel V werd het klooster opgeheven en de kloosterlingen ontslagen van de ge loften van eeuw ige armoede en gehoorzaam heid. ZU werden benoemd tot kanunniken van de tot kapittelkerk verheven kloosterkerk. Toen In 1540 Karel V naar Oent trok, om een opstandige beweging te dempen, werd aan de stad een zware schatting opgelegd en besloot Karel V hier een citadel te bou wen. juist op de plaats van het oude 8t. Bavoklooster. Het kapittel werd verplaatst naar de 8t. Janskerk. welke onder den titel van 8t. Bavo In 1559 tot bisschopskerk werd verheven. Tegelijkertijd werd de H. Bavo patroon van de Jtad. De oude abdij heeft langen tijd diensOgedaan als citadel. In 1834 werd deze omgezet in een museum, waarin •ssle voor monumenten- lenge vondsten, welke op omgeving betrekking hadden. kruis staat. Die koepel symboliseert ons den hemel, het heilig Jerusalem, zooals St. Jan het de macht van den koepel aangetast Twee tegen één zjjn de sterkeren. Maai ook al weer niet zóóveel sterker, dat ze de werking van den toren geheel kunnen beheerschen Daardoor verliest het geheel aan groct^ch a peet en aan rust van belijning en de beschouwer weet niet meer, waaraan zich nu te houden. Wil deze on-evenw ichtigheid weer hersteld worden, dm zullen de torens een nieuw wapen moeten krijgen om zich de blijvende overmacht te veroveren Het voor de nand liggend wapen voor een toren is een spits, die omhoog rijst en n den letterlijken zin des woords torenhoog boven alles uitsicekt en die aan het gebouw een nieuw hoogtepunt zal weergeven Voor oogave reeds lagen. zou bijwonen en aldaar een waskaars van een pond voor het beeld van den Heilige zou aansteken. Verder verklaarde de stad Haarlem, dat voor de eliquie een kostbare, zilveren kist zou worden gemaakt. Een en ander werd medegedeeld in een brief, voor zien van het stadszegel waarop de Heilige was afgebeeld als edelman, met in de rech terhand een zwaard en in di linkerhand een valk De zilveren kist moest tijdens den beeldenstorm in veillvheid worden gebracht en werd daartoe overgebracht naar Keulen, vanwaar de kist in Ï575 naar Haarlem werd teruggezonden Toen in 1578 de stad geplun derd werd, verdween de kostbare kist met de rellquie. welke men niet meer terugvond. BU de plechtige inzegening werd een nieuwe rellquie van den Heiligen Bavo naar de kathedrale kerk overgebracht. Zoo werd de vrome band, welke vlnds eeuwen deze twee gllden.’teden met elkaar verbonden hield, door de groote plechtigheden, welke op han den zijn, vernieuwd en verstevigd. Het zou ons te ver voeren de vele schoonhe den van de kathedraal op te sommen, daar zulks een geheel boekdeel zou vorderen. Wij verwijzen dan ook naar de keurige uitgave ..De Kathedraal van Haarlem”, waarin uit voerig over het bouwwerk van binnen gespro ken wordt. Daarin kan men interessante bij zonderheden vinden b.v. over ’t Hoogkoor: op let van 1 presbyterium, 't bisschoppelijk al taar. den blsschoppelIjken troon, koorhek en koorbanken, preekstoel, enz. Ook de Sacra mentskapel en haar Sanctuarium vindt ge daarin behandeld. Lezenswaard is de be schrijving van de H. Famllie-kapel, H. Ma- ria-kapel. H. Hart-kapel en de kapel der smartvolle Moeder. Men krijgt in dit werk een zeer goeden In druk van den koepel, de kroon van den bouw. Talrijke Illustraties verluchten den tekst. De heer M. van Ooijen, architect te Haar lem, schrijft: Het geheel is m.i. een meesterstuk van bouwkunst. Alhoewel de belde nieuwe torens zoowel wat stijl als dctallleerlng betreft, ge heel los staan van het eerst gebouwde ge deelte der Kathedraal, is de samenvoeging van het geheel niet in het minst storend. De monumentale koepel heeft door den af bouw der belde torens m.i. niets van zijn waardigheid verloren, waar ik in het eerst bang voor was. Waar hij <de koepel) eerst als eenigste be kroning van de Kathedraal als vanzelf spre kend domineerde, komt hij thans door het scheppen van de m.i. meesterlijk geslaagde verhoudingen van de beide nieuwe torens, door deze z g mededingers nog meer tot zijn recht, zonder op zijn beurt het krachtige en machtige van de beide nieuwe torens ook maar eeuigszins te schaden. Mijn gelukwensch aan bouwheer en ge- heele Bisdom voor dit met recht meesterlijk voltooide werk. De macht van den koepe De heer Aug. M J. SevenhuU tect te Haarlem, oordeelt: De koepel, die tot voor korten t d de kerk haar karakteristiek silhouet vc. i end was hét hoogtepunt van het gansch bouw werk. Staande aan welken kant ook. werd het oog geboeid door het spel van vlakken en belijningen, die te zamen kwamen ,n dien eenen koepel en daar vond het oog rust in de bekroning van den top. De H. Bavo. In den tijd, dat Amandus bisschop van Maastricht was. woonde in Luik Ailowinus, lid van een oud adellijk geslacht. Na den dood van zijn echtgenoote, hoorde hij eens een preek van Amandus en was hierdoor zoo getroffen, dat hij zich bekeerde. Eenlgen tijd later trad hij in een door Amandus ge sticht klooster en ontving hier den naam Bavo Nadat Bavo tot priester was gewijd, maakte hij een studie-reis naar de verschil lende kloosters met toestemming van zijn geestelijke overheden. Teruggekeerd in Gent, leefde hij daar als een kluizenaar, maar werd herhaaldelijk door bezoekers lastig ge vallen en keerde hierom weder naar zijn klooster terug, waar hjj in 653 in geur van heiligheid stierf. De vele wonderen, die bij zijn graf, bij het klooster geschiedden, weren aanleiding om het klooster den naam Bavo te geven. Nu is gestreefd naar een Inwendig ruim te- en breedte-gevoel. Dat streven is naar bulten doorgevoerd, immers de vorm van wer- paro- Rolduc met zijn schoone oude architec tuur, zijn Romaansche kapel en krypt heeft op hem, als op zoovelen maar met min der bruikbaar resultaat een diepen in druk gemaakt en onder zijn kunstzinnigen directeur Everts was Rolduc ook Inderdaad een van de weinige oude kostscholen, waar aan den leerlingen iets van aeethetlsch schoon werd geojaenbaard. Als autodidact had Dr. Cuypers te zeer gemis gevoeld van een streng weten schappelijk technische opleiding om niet zijn zoon zoo spoedig mogelijk naar de polytechnische schooi van Delft te sturen, waar deze in 1883 na vierjarige studie zijn dviel-bouwkundig diploma met glans ge haald heeft. Maar zjjn hart trok naar de bouwkundige schoonheid daar bulten en zoo als eenige zeventiende-eeuwers deden, be zocht hij verschillende kunstmonumenten. kunstcentra en kunstenaars bulten Neder land. Daarna en daar tusschen kwam het werken op ’s vaders bureau te Amsterdam, van waaruit in een tot dan in ons land on gekende variatie van schoone verhoudingen en vormen de plannen voor kerken en we reldlijke gebouwen als van een rijke bron uitstroomden; en toch onder dien overvloed of misschien wel juist daardoor werd de zoon geen adept; maar ontwikkelde hjj eigen stijl en kunstidealen, wat reeds dade lijk merkbaar was in het mooie woonhuis en winkelcomplex. dat op zoo boeiende wijze den hoek van Weteringschans en Spiegel gracht vult en daar wel treffend stond als eerste groot werkstuk van den zoon tegen over ’s vaders meesterstuk, het Rijksmu- seum. Met de kerk te Nes aan den Amstel van 1890. dus nu juist vijftig jaar geleden, open de hij de haast onafzienbare rjj van bekoor lijke, dorpskerkjes, later voor een groot deel met Jan Stuyt samen ontworpen, waarvan Oegstgeest wel een der mooiste is en die met hun statig sierlijke torens ook ware hoogtejxinten vormen van het landelijk schoon er om heen, tot uiteindelijke groote tevredenheid van geestelijken, die daarvoor vaak veel eigen ideeen moesten prijs geven en tot trots der dorpelingen en hun nage slacht. Cuypers en Stuyt zijn omstreeks 1900 we! de meeat productieve Nederlandsche kerkenbouwers geweest Het was bij de inwijding van de kerk te Nes, dat de toen zelf nog jeugdige vicaris- generaal Mgr. Cahier sterk getroffen werd zoowel door Cuypers' diep inleven in de liturgische elschen als voor de liefde voor symboliek van dezen jongen geestdrtftigen architect, die trouwens nog altijd met even jeugdig vuur zijn plannen en werken weet te bepleiten. Het was ook juist die laatste eigenschap, die hem buitengewoon geschikt maakte om van zijn vader over te nemen het leeraar- schap aan de Museumschool boven het RlJks- museum. Joseph Cuypers was daarbij een van die gelukkig thans niet meer zeld zame leeraren op kunstgebied, die ook bulten hun eigenlijke vak aan hun leerlin gen algemeene geestelijke ontwikkeling trachten bij te brengen. Zelf heeft hjj de waarde daarvan levenslang erkend en be wezen: Het was de schoone zangkunst zijner moeder, die zijn vader zijn eerste huls in de Vondelstraat Leyerhove deed noemen en van deze meest geliefde zuster van Jos. Al- berdlngk Thijm erfde haar zoon stellig veel van de harmonie, die zijn werken kenmerkt Bijzonder hartelijk werd hij met jong en oud ontwikkeld R K. Amsterdam ook op genomen in den lltteralren kring van Thijm, waar toen voor alle nieuwere kunststroo- mlngen even groote belangstelling was als voor de schoone oude R- K. tradities, waar bij Thijm aan de bouwkunst ook zalf een groot deel van zijn hart verpand had. Met Anton Derklnderen bracht diens prooeasle- schildering hem samen en we kunnen ons De H. Amandus. De H. Amandus werd omstreeks het jaar 571 geboren te Nantes. Op 20-jarigen leeftijd trad hij in een klooster op het eilandje Oijen. Tevergeefs trachtte zijn vader hem over te halen, om weder zijn intrede in de wereld te doen. Amandus begaf zich hierom naar het klooster te Bourges, waar hij stond onder leiding van bisschop Austregisilius. Teruggekeerd van een bedevaartreis naar Rome, werd Amandus tot bisschop gewijd, zonder dat hem echter een bepaald bisdom mrd aangewezen. Amandus predikte overal het evangelie. Hjj preekte onder de Vlamin gen, de bewoners van Karlnthië en in de andere landen aan den Donau. Toen hij door koning Dagobert werd verbannen, trok hij naar de Gascogners en de Navareezen, keerde echter spoedig daarna wederom terug naar de Zuidelijke Nederlanden. De bewoners van die streken stonden in dien tijd als zeer ruw bekend en aanvankelijk had Amandus hier zeer weinig succes. Toen het gerucht zich verspreidde. dat Amandus een doode ten leve had opgewekt, bekeerden zich echter vele inwoners van de omstreken van Gent. Amandus bouwde hierop veel kloosters. In het jaar 630, juist dertien eeuwen ge leden, bouwde hij te Gent twee abdijen, welke hij belde onder de bescherming van den H Petrus stelde. In 649 werd Amandus benoemd tot bis schop van Maastricht, welke waardigheid hjj drie jaar bekleedde. Amandus werkte hierna nog eenlgen tijd onder de heidenen, maar trok zich toen in het klooster Elnon terug. den koepel. schikt. Door hun mageren vorm komt de ronde koepel weer beter tot zjjn recht. Deze vier kante klokketorens bltjven beheerschlng lager dan de kruinen van den koepel, die in elk opzicht, als symbool en als verfijnde vorm, de meerdere blijft van deze westelijke voorposten Als nu binnen de volgende twintig jaren het St. Bavo-pleln aan noord- en westzijde ook door kerkelijke stichtingen zal zjjn om- bouwd. dan mogen wij verwachten, dat niet meer gevraagd zal worden, waar de spitsen van de torens blijven Op het ombouwde plein zullen de torens met deze niet overmatige hoogte voldoende rijzig voorkomen. met zijn kroon en kruis, boven al het ove rige uit. maar, dat die pylonen, die krach tige staande massa’s aan het begin van net ruime schip, hunne taak naar bulten dui delijk vervullen om de bezoekers op te roe pen naar het heiligdom. Hun wijzen naar den hemel is niet zoo overweldigend dat men bijna vergeten zou de binnen te gaan, zooals te Keulen. Maar door hun plaatsing op geringen afstand van den koepel, blijven zjj ttaaraan onderge- Bottemanne de eerste steen gelegd aan den Pijler Charltas. 2 Mei 1898 wordt door den stichter het Hoogkoor en het Blsschopsaltaar plech tig geconsacreerd 1 Januari 1902 maakt Mgr Bottemanne tiet besluit bekend, het langschip der Ka thedraal zonder koepel of torens af te bou wen. 12 April 1902 wordt met den afbouw be gonnen. In het jaar 1904. kort na zijn bisschops wijding. besluit Mgr. Calller ook den koepel te bouwen. 26 Februari 1906 wordt de voltooide Ka thedraal in gebruik genomen BU de eerste periode van den bouw was chlnale d l. met de minste persoonlUke offers verkregen productie de meest be langrijke grondslag Is, om nog iets schoons te kunnen scheppen. Ik wil slechts op het voornaamste wijzen van deze voltooide kerk. Wanneer wU hier van leer en, dat in Nederland het bU uit stek nationale bouwmateriaal, de baksteen, in alle opzichten de voorkeur verdient voor de Interieurs van kerken en kerkelijke ge bouwen, boven het niets zeggend pleister werk (waarbij de architect de moeilijkheden van de architectuur en versiering tot later verschuift; de gemakkelükste oplossing is dit reeds een zóó groote les. dat het geheele aanzien van de Nederlandsche kerkelU- ke bouwkunst er door op hooger peil zou worden gebracht. de Jac. Heemskerk en bü beide was de aan nemer C. Hulsebosch de uitvoerder. Sinds 1927 werden gebouwd: de belde to rens. de hoofdingang met tribune, de trouw- kapel, de kapel, de weetelUke hoofdgevel met drievoudig voorgebouwde portalen en een zü-ingang. BU deze werken was de heer Stefens hoofdopsichter. de heer Metselaar de uit voerder. 23 November 1938 werd de laatste steen gelegd van de beide torens. Ir Cuypers leg de den laatsten steen op den mannentoren, Mgr. J D. J. Aengenent op den vrouwen toren De torens machtiger gewenscht De heer Ir. O. Fried hof. architect B. N. A., te Haarlem, schrijft: Gedurende vele Jaren heeft de Kathedraal van St. Bavo met zUn machtigen koepel een belangrijk gedeelte van het Haarlemsche stadsbeeld beheerscht. Daar de hoofdfapade nog niet gereed was en bovendien van de bestaande verkeerswegen was afgekeerd, men de Kathedraal van de zijde van het koor, met haar prachtige kapellenkrans en fijn gedetallleerden koepel Men suggereerde zich een centraalbouw.dat was het ech ter niet en nu de torens ons dit duldclUk toonen, zUn we wat onwennig Ik krUg den Indruk, dat ook de architecten getwijfeld hebben en bang zUn geweest de schoonheid van den koepel te beïnvloeden. Maar vol gens het oorspronkelUke plan moest de koe pel een ondergeschikt accent zUn en dat is hU nu m.i. niet voldoende geworden De to rens had ik nog machtlger gewenscht. zoo- dat geen twUfel overbleef, wat de hoofd massa van den bouw zou zijn. Dr nieuwere we als jong* leden van de Oud-Amsterdam- sche schutterij voor die schildering hebben geposeerd Alphons Diepenbrock was reeds *ls student In de Oude Letteren hem een wljsgeerig kunstvriend; met Dr. A. AriAns dwaalde hU met een geestelUk kameraad langs Rome's kunstschatten Persoonlijk heb Ik Mjn kunatsan loeren waardeeren, toen we samen in 1887 bQ het gouden prleeterf eert van RktH Lep XXQ te en nu mag 't waar zUn, dat die plannen wer den opgemaakt onder de bekoring van oudere Fransche kathedralen en de mooie O. L. Vrouw van Maastricht; maar zoo van Iemand dan geldt van hem het gezegde: leder architect legt eigen aard in steen neer; en het geheel onzer kathedraal is een orl- gineele en logische samenvatting vin het boeiendste schoon van Romaansche, van Vroeg en Laat Gothische vormen. lederen leek zelfs tref, bijvoorbeeld on- middellijk de schoone >pbouw van de bul- tenzUde van het hoogkoor, waar een sym- phonische doorvoering van rijkversierde rondvormen culmineert in den forschen koe pel. Bevoegderen dan ik hebben reeds meerma len hun bewondering en instemming geuit over de fijngevoelige wijze, waarop door hem de symboliek, door Mgr. Calller aangegeven, in levendige vormen en gouden kleuren werd vastgelegd Morgen zullen nu het voorportaal en de torens worden gewUd als het vorstelük af- sluitstuk van. dit Godgewijd paleis, tevens de schoonste kerk uit het bisdom. BU het tot stand komen der torens bleef de ontwikke lingsgang van meer dan dertig jaar niet zon der invloed. In het oorspronkelUk ontwerp van 1895 zUn zoowel op de viering, die nu den koepel draagt aks aan de westzUde spitse torens aan gegeven; maar elk die de ontwikkeling van Cuypers’ bouwstUl gevolgd heeft kon voorzien dat na de schoone maar forsche torens van Heerlerhelde in 1909 en van Halsteren van 1912 die spitse torenbouw hem niet meer zou kunnen bevredigen. BIJ de potloodschets van een voltooide kathedraal die hij in 1919 Mgr. Calller bU diens zeventigsten verjaardag aan bood. zien we eenzelfde soort torens met klei ne ronde koejjels bekroond. Doch velen was het een verrassing, en lang niet allen een aangename toen de op getrokken torens bUna plat werden afgedekt, vooral niet, omdat zU in hun sterken opbouw den koejjel, dien door ons allen nu al zooveel jaren als hoogtepunt gewaardeerden koepel, niet mee opnamen in de omhoogstrevlng. zoo- dat de grootsche Indruk ervan zeer werd ver zwakt Maar we wennen steeds meer aan de nieuwe - «rhouding. door de torens geschapen en vooral van het Zuid-oosten kUkend. moet ieder erkennen, dat door de torens én de har» monle. én de grootschheld van het geheel sterk gewonnen hebben. MogelUk zal morgen bU de avondbellch- tlng van cje buitenvormen der kathedraal heel Groot Haarlem door lichtende lUnen en vor men daarvan nog sterker worden overtuigd. Een algemeene hulde aan den bouwmees ter was dc Nederlandsche pers hem wel ver schuldigd en gaarne nam ik het verzoek aan daartoe iets bU te dragen. BU zUn meerderjarig worden heeft zUn jjeetoom Alberdingk ThUm hem toegezongen: Strek uw' geslacht tot roem; gij hebt uw naam te winnen. Als niet dlchterlUk vriend mag ik dit wel aldus omzetten: Ge strekt uw geslacht tot roem, en hebt uw naamj gewonnen. Aerde^ihout Amsterdam een tentoonstelling organiseer den van de Nederlandsche geschenken Z. H. toen aangeboden. Het was de kunsthistoricus Prof. Ougel. die zUn waarde als voorganger en leider voor de jongere generatie erkende door bU de re organisatie van de Polytechnische school tot Technische Hoogeschool Jos. Cuypers als hoogleeraar voor te dragen. Maar bouwmees ter voor alles, meende hU door die opvoe dende taak te veel gebonden te zullen wor den. Wel trachtte hij zijn architectonische beginselen over te planten in zUn zoons en mocht hij bij 't bouwen van de Amsterdam- sche Effectenbeurs kort voor den grooten oorlog zUn beide zoons actief bU den bouw en de versiering betrokken zien. Van zUn zoon Pierre Cuypers Jr. rUzen reeds eenige kerken tusschen die van vader en-grootvader op. Liefde voor architectonisch schoon, ge paard met een zuiver begrip van ruimtever- deellng in het algemeen, die eigenschappen brachten bU hem vanzelf groote daadwerke- lUke belangstelling voor oud stedenschoon en nieuwe ultbreidingplannen Hiervan heeft vooral Heemstede geprofiteerd, dat nog al tijd door zUn leiding van uit zijn eigen mooi stadhuis aldaar, uitgegroeid is en nog uitgroeit tot een der schoonste dorpen van Noord-Holland. de provincie die hU ook als lid der vaste Commissie der Uitbreidings plannen zeer aan zich neeft verplicht; en zooals hU jarenlang en nog zijn werktuden verdeelde tusschen Holland, vroeger meer spe ciaal Amsterdam en Roermond, zoo deed hu tegelUk als lid der provinciale Schoonheids commissie van Limburg ook daar zün in vloed ten goede gelde. Door de aantrekkclvke gaven als mensch hem aangeboren werden hem ook langen tyd de voornaamste be stuursposten toevertrouwd van den Bond van Nederlandsche Architecten. In 1922 wist hU door zUn haas) Fransche gave van ge- makkeUjk spreken in de Sorbonne te Parijs een groot gehoor te winnen voor het onder werp Stedenschoon ’n gebied waarin wU Frankrijk ver vooruit zUn. Na kennismaking met zTi werk en persoon benoemden Dultsche Fransche en Engelsche architectenbonden hem tot eerelid en correspondeerend lid. Helder en pittig wist hU ook in talrijke ar tikelen In „Architecture.” „Van onzen tUd” en het Glldeboek van het St. Bernulphus- gilde rijn ideeén weer te geven. Trouwens in zUn onvermoeide werkkracht is hU wel waarlijk zijns vaders zoon en nie mand, die dezen zwierigen artist de steigers ziet beklimmen of langs de wegen gaan, zou gelooven, dat hij de zeventig snel nadert. Twee treffende pendanten van samenwerking van vader en zoon worden hier nog even ver meld: Van omstreeks 1900 is van den toen reeds meer dan 70-jarigen Dr. P. Cuypers het ont werp voor de kerk te Steenbergen, die Jo seph en Stuyt gebouwd hebben en sterk blUkt de oude Gothieker daar geïnspireerd door de moderne vormen van Joseph's Ka thedraal en even sterk heeft de zoon zich weer ingeleefd in het kerkelUk meesterwerk van zijn vader: de St. Wllllbrordus aan den AmsteldUk, zoodat hu die nog schooner vol tooien kon, dan zUn vader het zich inder- tUd gedacht had. Heden ziet hU self na bUna 30 jaar zUn eigen kerkelUk meesterstuk voltooid, want reeds in 1893 kreeg hU van Mgr. Botteman ne de schoonste opdracht züns levens: het bouwen van de Kathedraal, waarvoor bU diens gouden priesterfeest de eerste fondsen verzameld waren die dank zU 's Bisschops opvolgers en den even onvemoeklen als vin dingrijken plebaan Westerwoudt tot op he den zUn blijven vloeien. Breed en machtig zette Cuypers dadelijk rijn plan uit, met kunde, inzicht en stijlge voel ontwikkelde bU hoofd- en onderdeden De bouwmeester van de Haarlemsche Kathedraal zich aanpassen bU den bouw. Deze vraag stellen Is twUfel er over uitspreken. Veilig kan het oordeel aan latere geslachten overlaten, wetende, dat de bouwmeester zUn werk met de grootste persoonlUke toewijding heeft verricht en dat dit in onzen tUd van ma- tUd staat tegenover de detailleering anders. Nu zUn de torens erbU gekomen en dan men er een 25 laar geleden tegenover hebben door hun gelUkwaardighc d in mass: stond Men verlangt crooter een’-ond zelfs --- --- - dikwijls geheel verdwijnen van alle versie ring. ornament of detail Het is zeer juist, dat de nieuwe torens daarom ook eenvoudi ger zijn gehouden dan dc oudere koejxd; naar mUn meening is echter d' schaal" van de detailleerlng niet in overeenstem ming met het oude gedeelte. De torens koepel. De heer L. C. Dumont, oud-directeur van Openbare Werken te Haarlem, meent, dat de torens te dicht bU den koepel staan, m.a.w. de kerk had tevens met een travee uitgebreid moeten worden. In de silhouet werkt niet fraai het zwak naar boven dun ner worden van de torens. Het nationale bouwmateriaal verdient de voorkeur. De heer A. J. Kropholler, architect te Wassenaar', vat zUn oordeel als volgt samen: De Redactie van dit blad vraagt mU enkele regels over den voltooiden St. Bavo en in het bUzonder een korte bespreking van de vraag of de torens al dan niet I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 8