koken h Neem niet kwalijk me Snijbloemen dames Japonschort voor Wat zullen we Wenken en Raadgevingen Over blanketsel l* OP VERZOEK mwr. v/n- l 1 r I 8*- OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMI NG VERBODEN toch I Rozen In den knop MACHTELD. (Bovenwijdte 96 c.M.) -TTI JAM EN GELEI aangegeven ‘ï-'xrr.-. naar 1 l 1 ont- du- reeds niet te Pruimenjam Is ook iets waar je nogal gauw mee klaar komt. De pruimen moe ten enkel gewasschen worden en dan haal Je der de pitten uit. D»'s wel *n kliederig werkje, maar X schiet nogal gauw op as je der eenmaal den slag van beet hebt. Ik Schroeivlekken uit het linnengoed kun nen we uitmaken met het volgende pro bate middel: een hall ons voldersaarde wordt gekookt in een kwart liter azijn en het sap van drie uien. kamers onder de bedden geaet, doet den- zelfden dienst. Wasch haarborstels uit In koud water met een weinig ammonia. AAlbeswnffdol. Met me aalbessengelei had Ik vroeger heel wat meer werk dan tegenwoordig. By mevrouw zaliger wasch- ten we de bessen eerst flink *n keer of wat en dan werden ze uitgezócht en af geritst. Nou, dat wasschen en ultsoeken doe ik nou natuurlijk ook nog, maar af ritsen doe ik de bessen niet meer. Voor bessensap en bessengelei is dat niet noo dig. omdat je Immers toch alleen maar X ultloopende sap gebruikt. En dat af- In den zomer kan men in sommige stre ken wel eens veel last hebben van de sg. zwarte torren. Een prachtig middel om ze te vangen is, des nachts een kommetje met bier in de keuken neer te zetten. tx> hei sw hu I op Ka 2 ver fes feil der tho Brc dru is 1 ove den led< en i ge ti kan J ovei leze bloe beel zint berg rukl mur heel burt krac kom staa sche rich’ tem] hun Ui die aans aanv dat klaai gen Ge held< licht de f oord< Zij die d in gi He luist genot twee moge Ch pen kunst kers «ter i GU mens jaar De U te laren thans gert. Words Ooi k mi doth Bewaar macaroni in een luchtdichte trommel en dompel het voor het koken in kokend water (met zout). neem der altijd van die goedkoope kleine pruimpjes voor. Die zijn best voor Jam. Maar van reine claude pruimen maak je ze nog fijner. bessen, dat was me anders *n werkje om zeeziek van te worden, want er ging zoo veel tijd mee heen, dat Je andere werk bleef liggen. Nou gaan ze met steeltjes en al de pan In tot X sap flink uitloopt en dan laat ik ze door *n doek uitdrui pen. 1 Sap weeg ik later en daar komt dan hetzelfde gewicht an suiker by. ik schuim me Jam en gelei altijd goed af da’s vooral noodig voor bessengelei, die dan zoo fijn mooi doorschijnend rood wordt En X .’afschulmsel krijgen de kin deren as voorproefje op de boterham. X Smaakt eigenlijk net zoo goed as de rest, X ziet er enkel niet zoo mooi uit Goudsbloemen, donkerroode leeuwen bekjes, riddersporen In een grijs met blauwen Keulschen pot. Houd de «ten gels lang en laat de bloemen wijd ult- eenstaan. naamd. De Romelnsche vrouwen gebruikten reeds schoonheidsmiddelen. Zij beschouw, den rijstemeel als een kosmetisch mid del. Volgens Martinus. den bekenden punt dichter, vermengden zij het rijstemeel met boonenmeel en bereidden uit dit mengsel een schoonheidswater, JLomen- tum" genaamd. De kruisridders brachten uit het Oosten het gebruik over om wenkbrauwen wimpels zwart te maken (s. g. maqulller). Zoo heeft alles zijn kringloop. Nooit la er wat nieuws onder de zon. LOU8 VAN H. Nog enkele combinaties: Een enkele fijne roos in een slank gfaz zal voldoende schoonheid geven. Voor we de nieuwe aardappelen gaan schrappen (een werkje waaraan menigeen een broertje dood heeft) is het goed ze gedurende 5 minuten in warm water te laten staan, waarin een klont soda is op- gelost. Dat maakt de schil los en verge makkelijkt het schrappen veel. In een koperen bak of schaal: gouds bloemen in didp oranje en geel. Goudsbloemen in een tinnen kan, ge plaatst op een gepolijste Engelsche tafel of ouderwetsche kast, geven een mooie weerspiegeling. Heeft u ooit vuurroode geraniums voor tafel-decoratie geprobeerd, een stuk of zes roode bollen met hun eigen bladeren in een tinnen kan, of één of 2 bloem kronen drijvend in een tinnen schotel? Het vuurrood, het groen en het koude zilvergrijs staan bijzonder goed bij elkaar. Een heerlijk onderwetsch idee wordt verkregen wanneer verschillende tuin- bloemen door elkaar gerangschikt wor den. Zoon tuinbouquet, waarvan de ste len een enkele maal kort uitvallen, vol doet aardig op de ontbijttafel in een melk-glas met voet Men neemt hiervoor bijvoorbeeld ge mengde violen, een kortstellge roos, wat madelieven, anjers en flox. Eieren die te lang gekookt hebben en daardoor te hard zouden geworden «ijn, leggen we een minuut in een bak met koud water. Dat maakt ze zachter. Om in vochtige kamers het schimmelen van verschillende voorwerpen te voorko men, zet men er een schoteltje gebrande ongebluschte kalk neer. Een schoteltje met zout in vochtige slaap- en zieken- nog warmer gelijken. Daarentegen sullen de kleuren blauw, geel en lila minder Intens worden, en daarom worden ze bij voorkeur niet op een verlichte diner tafel gebruikt. Over het algemeen Is bij het schikken harmonieeren nog van meer belang dan contrasteeren. om de beste kleur- schema’s te verkrijgen. In den winter gebruiken we by voor keur takken van vroege boomen, hees ters, en struiken. Een kan vroege katjes of een tak met Jonge knoppen in een lichte venstemls geplaatst, zal ons een heerlijk lente achtig gevoel geven. In een modernen geslepen glazen bowl licht-mauve anemonen, met daar bis lange stengels vederachtige nepeta. Anemonen staan In een aardewerk-kan ook uitstekend. En als X arme schaap de „bende'’ had laten liggen waar ze lag, en meteen thee was gaan zetten? Dan had Riet X haar nooit vergeven, dat ze haar rustig in zoo’n ongezelllgen rommel liet zitten. JBnap jy nou dat ze zich niet geneerde, Bep? Gemoedelijkheid Is heel goed, maar zóó! Ik nam X haar kwkiyk hoor, dat wil Tr best weten!” Ja, die onverbeteriyke kwaïyk-nemers kennen we allemaal! Of liever: we ken nen ze niét; ze schuilen onder onze In tiemste kennissen, zooals samenzweerders onder de gunstelingen aan ’n hof. Want in ons gezicht zyn ze de vcrdraagsg^ws^ heid zelf; we kunnen geen kwaad bij ze doen! Niemand verstaat zóó goed de kunst, ons volmaakt op ons gemak te zet ten als de echte geniepige kwalyk-neem- ster! Dat is wel X allerkleingeestigste soort, te onsympathieker, daar er ook nog ’n goede dosis onoprechtheid en lafheid by komt En we hoeven geen boetpredikaties aan ae te verspillen, want ze zijn toch ten eenenmale ongeneesiyk. Maar betrappen wy ons zelf er óók niet dlkwyis op, dat we X een of ander kwalijk nemen, niet zoozeer t_. -Z-ZZ' bekrompenheid, maar tegen eigen beter weten in, Juist ondanks ons gezond ver stand, dat ons voorhoudt, hoe er toch werkelijk niet de minste reden voor is? Onze tafel is feesteiyk gedekt, we heb ben voor extraatjes gezorgd, X afgespro ken uur Is daa£ alle gerechten zyn kant en klaar en Juist „au point" maar de gast laat op zich wachten. We begrijpen er niets van; hy is anders de stiptheid zelf. Nog vyf, nog tien minuten verloopen. We worden wrevelig. We hebben een hek- Een lieflijke zomer-decoratle wordt ge maakt door een groeten tumbler, gevuld met korenbloemen en eenlge kleinere glazen er rondom heen, gevuld met slaapmutsjes. Ruikende lathyrus met daar tusschen fyn groen, In een bowl van Venetieansch glas of Boheemsch kristal. Een aardewerk kan of pot met koren bloemen, korenaren en papavers. Een Japansche kom in rood-bruin en goud is aardig met gele en bronzen tuln- bloemen, gemengde violen, tuln-anjelle- ren en muurbloemen door elkaar. In een blauw-wlt Delftschen pot, blau we en purper riddersporen, vermengd met goudsbloemen en korenbloemen. Een groote kan of vaas met roee en zachtmauve vingerhoedskruid, omgeven met grove varens even boven den rand, kan men plaatsen in de hal. Zalmkleurige oranje gladiolen, omge ven met varenkruid, staan X mooist in een zeer donkere goudsche laan. De zacht rose prunistakken hebben een slanke, blank kristallen vaas noodig. ANEMQöB, Reeds in de maand Augustus hebben we enkele van die dagen, waarop we het komende najaar om een hoekje zien glu ren. Als we de eerste herfstasters in ons tuintje zien, het eerste gele blad, dat naar beneden dwarrelt, de nevelige Augustusavonden en last not least de eerste winterhoedjes in de etalage, dan wat „Hemel, Riet, dat Je me Juist in die bende moet vinden! Tracht in 's hemels naam niet te kyken; ga diAr even zit ten. over ’n paar minuten heb ik weer orde geschapen. Gelukkig, dat ik juist alweer aan X inwrijven ben; dit is de laatste plank! Ik mag m wel even af maken, hè; je neemt me toch niet kwa- llijk?" „Welnee dot, maak toch niet zoo veel strijkages! Ik ben X toch maar! Ga gerust je gang, ik amuseer me zoolang wel met dit blaadjeGeneer Je vooral niet, zeg!” Wanneer men op een ongepoiysten ge woon houten vloer vet heeft gemorst, byv. in de keuken of in een kast, moet men er dadeiyk wat koud water op gooien. Daardoor stolt het vet en ver spreidt zich niet in het hout. Men kan het daarna rfiet een mes er af lichten. maakt ge van Ge kunt b.v. Iets gewerkte nemen en de bles effen. Men maakt het patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de stof legt, en wel zóó, dat ge eerst het rugpand, en daarna de beide voorpanden onder elkaar kunt wegknippen. De mouwen legt ge zoo neer, dat deze bü de halsult- snyding aan den voorkant een flink stuk in kunnen vallen. Alles wordt met één cM naad uitgeknipt, terwyl ge onder aan nog een 4 c.M. breeden zoom byre- kent Nu kunt ge «U-, schouder-, en mouwnaden met een platten naad ver binden, waarna ge onderaan het schort een 4 cM. breeden zoom inmaakt. De bies, welke na afwerking 4 cM. breed te. wordt 6 cJd. breed geknipt, en op den binnenkant aan, en op den goeden kant overgestikt. De bies langs den voorkant en de mouwen te recht, terwyl het stukje achteraan even op vorm geknipt moet worden. Nu kunt ge de mouwen Inzet ten; deze worden op het schort overge stikt. De ceintuur, welke mipst?ns 3 M. net vrouweiux gesiacnt, ziet men het tersluiks te voorschijn komen om er gauw even een streek mee over het glim., neusje te geven. Maar dit poedergebruik kan men eigenlijk geen blanketsel noemen, zooals er mede bedoeld werd in de 15e en 16e eeuw. Dat was eenvoudig zich het gelaat bedekken met witte verf. In de 18e eeuw toen het mode werd, het haar te poederen, kwam het roode blanketsel in zwang. In den eersten tyd werd het witte poeder om het gelaat een fraaier teint te bezorgen, bereid uit Indische kastanjes en later uit eierschalen. Catharina de Medici voerde in Frank rijk in een „poudre dirts" (vioolwortel. „En je hebt geen idee, Bep, wat *n bende daar uit die kast kwam! En zy zag eruit, zeg, om ’n cent te geven! Ik heb wel 'n half uur op ’n droogje moeten zitten tot ze den rommel er weer zoo- wat in had; ze maakte eerst doodleuk X karweitje af, hoor! Ik kan er niks aan doen, maar ik vond X vry onhebbelijk en niet byster gastvrij. zelfs tegenover ’n goeie kennis! Ik nam X 'r echt kwa llik!’* Appelgelei maakten we vroeger by mevrouw zaliger altyd van onrijpe af gevallen appels. Mevrouw had *n reuze tuin met veel vruchtboomen en zoodoen de hadden we veel afval ook. Alle soorten appels, meer of minder rijp, wormstekig en al, kunnen er voor gebruikt worden. En as ik nou es zoo'n zoodje krijgen kan voor *n koople, ben ik der ac de kippen by. De appels worden enkel maar gewas schen, niet geschild, en in vieren gesne den. Het wormstekige worde er uit ge haald. maar de klokhuizen biyven der in. Ik doe op die appels dan zoo veel water tot ze net onder staan en kook ae met •n citroenschil en ’n paar kruidnagelen tot ze heelemaal gaar zyn. Dan laat ik al X sap uitdruipen door ’n doek en kook X met de suiker tot X styf genoeg is. Die gelei wordt prachtig rood en zoo helder, dat je der doorheen kan kyken. En wie zelf appelboomen heeft, kan der alle ap pels voor gebruiken, die anders wegge gooid worden. ADMAftA X JSOgte, en strikken de bloemen losjes. Iedere tulnbezltter beplant natuuriyk een stuk van zyn tuin met snybloemen. Tegenwoordig kunnen we dit met de groote tuinen wel doen. Achter de meeste nieuwgebouwde huizen liggen tameiyk groote tui nen. Den tuin heelemaal voor snybloe men houden, raden we natuuriyk aan, daar hy dan In vele gevallen wild zal worden, indien we er niet heel zorg aan besteden. We houden dus een flink stuk om snybloemen te telen. Alle soorten moeten haar plaats hebben, willen we den heelen zomer door snyden. Van het vroege voor jaar: sneeuwklokjes, nar cissen, tulpen, anemonen, leeuwenbekjes, scabiosa, gladiolen, duizendschoon - tjes, dahlia’s en tot in het late najaar zelfs chrysanthen, om alleen nog maar de bekendste te noemen. Bloemen In den eer sten staat van wikkeling geplukt ren langer dan geheel geopende Maak aluminium vaatwerk nooit met soda schoon. Afwasschen met water en zeep (en dan nog zoo vlug mogeiyk af drogen) is ruimschoots voldoende. beginnen we weer te denken aan steviger japonnetjes ter vervanging van al die yie bloemerige dlngskes, die we dezen zomer gedragen hebben. Een tol letje, zooals op flg. 5536, te al van ’n wat warmer Engelsche stof, of wollen jersey in een beige-brulne tint. De bruln-zyden era vatte is op orlgineele wyze aange bracht; van voren in een punt, die met een knoop op de taille bevestigd te en van achteren vallen twee lange einden naar beneden. By ’n beetje frisch weer kunnen we één ervan om den hals slaan. De rok te zoo geknipt, dat ’n breede plooi juist in het midden wat langer valt. volle pracht prykende exem plaren. Langer b.v. zullen duren: geplukt, gladiolen, wanneer het eerste bloempje onderaan zich begint te ont vouwen, vroege narcissen, nog half In knop; papavers plukken we nog geheel in den knop; ze zullen spoedig opengaan en lang duren, terwyl het zien ontvouwen van de prachtige zyde-achtige bloembla den zeer mooi te. Wanneer we bloemen uit den tuin plukken, moet het snyden altyd gebeu ren In den vroegen morgen of den laten avond, voordat ze nog zon hebben, of als de zon weg Is. Ze worden met een scherp mes schuin gesneden, dus liever niet met een schaar afgeknipt. Dit schuin sny den gebeurt om de bloemen het water goed op te laten zuigen, hetgeen niet kan gebeuren als de stengel recht afge sneden wordt en vaak plat op den bodem der vaas komt te staan. Nadat de bloemen gesneden «ün, leg gen we ze zoo ver mogeiyk met de ste len in een bak met frisch water. We laten ze daar een fllnken tyd in liggen, daar de stengels dan voldoende vocht kunnen ophalen. Dit te vooral van be lang, wanneer we langdurige droogte hebben gehad. In de kamer moeten de bloemen altyd koel staan en buiten de zon; ze duren langer in de koude dan in de warmte. Het wegzetten In een koeler vertrek, dan waarin ze reeds stonden, doet ze merk waardig veel opleven. Het water wordt lederen dag ververscht en de stengels moet men lederen dag schuin afsnyden. Wanneer wy houtach tige takken in X water zetten, b.v. pruim- takken. katjes enz., worden de stengels van onderen gespleten en wordt een reepje van den bast afgehaald. Chrysan ten hangen hoofdzakelyk van deze be handeling af. Verschillende chemicaliën zyn gepro beerd om slappe bloemen weer te doen opleven, zooals kamfer, ammoniak, aspe- rlne. Asperlne wordt vaker toegepast; een half tabletje in een vaas met water is voldoende. By het schikken der bloemen denken we In de eerste plaats aan het kiezen van de juiste vaas. Er zyn twee manieren. De eerste, waar de kan of pul het meest tot zyn recht moet komen; dan zetten we weinig bloemen van een niet overheerschende kleur In zoo’n kan. De tweede manier te juist het kiezen van een bescheiden vaas om de schoon heid der bloemen tot haar volle recht te laten komen. De vazen moeten voldoen de groot zyn om de bloemstengels in X water te laten staan. Lage pullen gebruiken we by voorkeur voor kort gestoelde, en hooge vazen voor langstelige bloemen. Lage pulletjes zyn by uitstek geschikt voor de vroege voorjaarsbloemen, prtmu- laveris, sneeuwklokjes, lelletjes van dalen, blauwe duifjes, viooltjes en ook voor de latere anemonen, lathyrus enz., terwyl groote vazen gebruikt worden voor gla diolen, irissen, rosen, dahlia's, chrysan ten, enz. Te nauwe vazen vermyde men beslist, tenzy we ze gebruiken voor een enkele bloem. In een te nauwe vaas kunnen bloejtnen niet leven; ze verstikken. Een vaas mag niet, indien gevuld, top zwaar zyn. Een laagje zand op den bo dem kan In zoo’n geval helpen. Bloemen met een teere kleur vooral zetten we niet alle met de stengels even diep in de vaas; dit zal de natuuriyke schoonheid der bloemen schaden. We snyden de stengels op verschillende sentoer met de aardappelen, en de dop erwtjes worden er niet lekkerder op. Om niet te spreken van X geklopte eiwit op de puddingNa nog vyf minuten nemen we het gloeiend kwaïyk. De gast komt. We ontvangen hem met nauweiyks te verbergen gemeiykheid. Als straks X maal niet dit te, wyt hy X hei- meiyk aan óns natuuriyk. Had eens moeten zien hoe prachtig alles een kwar tier geleden er uit zag! Duizend veront schuldigingen. Hy te meer dan tydig van huls gegaan; er te stagnatie met de trams geweestErgens In onze hersens ont spant zich iets» Hy te geen man. die zich met uitvluchtjes ophoudt. „Hy kan er volstrekt niets aan doen.” zegt ons ge zond verstand. Helpt dat Iets? Welneen, ons gevoel gaat door, onze wrevel biyft, we nemen X hem nog steeds kwaïyk en wéten al den tyd, dat we onredelük zyn! Doet er niet toe! „U néémt X me toch niet kwaïyk?” vraagt hy. „O néé!” meesmuilen we. „U kon X toch heelemaal niet helpen!” Als we ons eigen zuurzoete gezicht eens kon den zienEen goede gastvrouw moest steeds tegenover den spiegel zitten! En we behooren nog tot de allerbeste zeld zaamheden, als we onze knorrigheid in ons eigen gastvrouweiyk hart begraven en niemand den volgenden dag van ons hoort; die Martens zeg, komt die me daar toch om over zevenen aanzetten! Lóllig, als je je den heelen middag hebt uitgesloofd om alles in orde te hebben! Ik was woedend!” Net als die Riet, weet u wel, die we daarstraks zoo'n spook von den Weet u wel, dat kwalyk-nemen 'n ge woonte is? Je doet X niet zoo maar zoo nu en dan je doet X eeuwig en altyd, of Je doet X nooit. Je krygt er gevaariyk gauw den smaak van te pakken. Je begint op ‘n dag kwaïyk te nemen en houdt er niet meer mee op. Wat wél ophoudt op den duur, dat is X gewetens-stemmetje van X verstand. We raken eiken keer dieper en ontroerder overtuigd van ons eigen geiyk en goed recht Op X laatst zyn we er aan verslaafd, we dorsten er naar, iets kwaïyk te kunnen nemen. We zyn de klassieke „verongeUJkte” vrouw geworden, de martelares, tegen wie vrten- uit verstandeiykê den en vreemden samenspannen. We zyn goedaardige, self-made vervolglngs-waan- zlnnigen. Hebt u lust t zoover te bren gen? Ik niet! Laten we samen probeeren, ons zelf bytyds te genezen! Coué-metho- de I „Martens-kon-er-niks-aan-doen Twintig maal Tót u X gelooft 1 Niet alleen met uw verstand, maar met een glimlach van instemming en verzoening! Gelukkige Martensen der toekomstige gastmalen lang moet zyn en 10 cM. breed geknipt wordt wordt dubbel gestikt omgehaald en aan den vóórkant bevestigd, terwyl men op de zijnaden, op 30 cJC vanaf het armsgat, even een lusje maakt waardoor de ceintuur wordt gehaald. Om het wegzakken van den onderslag te voorkomen, zet men aan den binnenkant een paar bard (es aan, welke men dicht- strikt Fig. 5537 geeft het idéé van mantel- japon. De lange revers laten een smalle V-vormige opening voor een lichtge kleurd vest. Het half-hooge boordje zal misschien niet iedereen flatteeren, maar wie het kan hebben, zal het zeer gedis tingeerd staan. By dit costume dragen we geen ceintuur, hetgeen het by uit stek geschikt maakt voor zwaardere fi guren. Het rokje heeft ’n paar platte plooien. Fig. 5568 zal In crêpe georgette of crêpe de chine een buitengewoon chique namlddagtollet zyn. De punt in de taille en het heupstuk zyn geheel geplteseerd en natuuriyk op voering gezet. De ble zen, die er kruislings overheen loopen, geven er de sleriyke lyn en tevens de versiering aan. Juist onder den elleboog is de mouw versierd door een schuine bles, die rond den arm loopt en In een strik afhangt. Een ruime volant Is laag aan de taille gezet en verleent dit cos tume haar byzondere élégance. POLA. Benoodigd: 3.50 M. stof van 70 c.M. breed, 1 M. stof voor de bles en de ceintuur. Bovenstaand schort goed waschbare stof. Kralsbessenjam. 'n Mensch wordt toch hoe langer hoe wyzer. Ik heb altyd Jam gemaakt van klapbessen. Die kan je nog allls goedkoop krijgen en der is niks geen atval aan om zoo te zeggen en niet veel werk ook, want we haalden alleen maar de kroontjes en de steeltjes van de bessen af en dan goed gewasschen en klaar was Keesje. Nou, de kinderen vonden die bes senjam altyd heel lekker, maar me man had X land aan die groote schillen en onze Llentje kon der ook niet goed mee overweg en dat vond ik jammer, want iets wat goedkoop is en makkeiyk te ma ken en lekker en gezond, nou, als huis vrouw zynde is dat net wat Je hebben moet, waar of niet? En nou heb ik er wat op gevonden. As ik nou me klapbes sen gewasschen heb en de kroontjes en steeltjes zyn der af, dan haal ik ze dood gewoon door den vleeschmolen en dan kook Ik ze met de suiker als bessen en dan hoeft X heele zaakje maar ’n goed kwar tier te koken en X te in orde. En nou te me Jam zóó, dat ze der allemaal even fyn van smullen, want van de schillen merk je nou om zoo te zeggen niks meer. Van aanbranden heb ik ook geen last. Weet u waarom? Ik leg altyd Xi paar knikkers onder in me pan als Ik Jam kook. En roeren doe Ik natuuriyk ook. zoo lang als X zaakje kookt. Je kan die jam van groene, gele of roode klapbes sen maken. Ik heb nu roode genomen en de jam ziet er prachtig uit en dat is ook wat waard vind ik. 7 k d d d Het poederdoosje met donsje ontbreekt tegenwoordig byna in geen enkel dames, taschje. Zelfs by de jongere generatie onder t o E poeder) het tegenwoordige „poudre de ris”. De hertogin van Aumoat bracht meer een fynere soort poeder in omloop, n.l. het beroemde „poudre 4 la maré- liefst é*n voor één, „I zoodat elke bloem 11 apart tot haar recht II komt, en ze _niet sa- men op een hoopje II staan. II By enkele fyne soor- II ten, waar het bloem- II blad zelf niet ge- Dw bruikt wordt, voegen Ew we wat ragfyn groen "k toe, zooals by lathy- t Jy rus, rozen, anjers ens. jK' De kwestie der kleurschlk- king hangt veel van per- sooniyken smaak af, doch als gids willen we hier en kele gegevens behandelen. Voor tafelversiering by avondlicht (kunstlicht) staan rose en rood prachtig: \x I Bi L4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 12