DE SOBRIËTASDAG TE UTRECHT
nieuwe richting in de Sobriëtas-actie
uitèestippeld - Een &oed èeslaaèd congres
Mor&en vergadering
Een Relikwie van St. Reinilda
FINANCIËN
Sodalitas Medicorum
RECHTSZAKEN
Tegen korte haren
Pastoor B. P. Aalberse
KUNST EN KENNIS
Ontvoering uit het Haagsche Bosch
De Karakorum-expedltie
KERKNIEUWS
Kon. Ver. „Het Nederl. TooneeT
Tableau de la troupe.
Plechtige Requiem voor
Mgr. Vuylsteke
De Limburgsche brandstichter staat
terecht
SOCIAAL LEVEN
Voortzetting van het onderzoek
Ridderorde Oranje Nassau.
h
0!
li
ki
gi
d<
F
ki
st
dl
vs
hi
ds
re
dr
tij
st<
m
to
Hi
ker
UJk
zoo
mo
blij
slis
slee
kan
trer
sein
op
eei
va
Mc
aa
dei
op
zee
in
me
nie
toe
kal
wo
I
kee
an<
tuu
arm
erfi
slee
hoe
blus
Li
is e
zaai
dier
over
ondi
tellj
loov
deze
held
gren
den
het
deiy
Dat
Neer
gem<
ding
moei
plaa
met
niet
alle
De t
«Un
wu l
»ijn
bloec
de n
gaat
meis
ri) t<
te st
gevoi
Ucha
blanl
iema
een
«ymp
hoezi
even:
tnels<
»oor
er ti
van
tot
»erwi
Hnde
'diens
•ode
keer
tenis
of ni
Da:
teger
als de offergedachte sterk belicht Onze sociale leiders zullen door ons ook
moeten worden. En bij het bespreken van-* wei overtuigd kunnen worden, dat de be- lair-bisschop aan Karantimn. .Vicaris-Apos-
wij hebben de overtuiging, dat deze richting
de goede is, omdat zij beantwoordt aan de be
hoeften van den tegenwoordigen tijd.
Dertig jaren geleden, aldus besluit directeur
Scheltinga zijn boeiend betoog, vermocht
Sobriëtas geestdrift te wekken en enthousias
me op te slaan voor haar werk, voor haar
idealen. De geschiedenis moet zich herhalen,
war er toen kon kan nu ook. Toen waren de
drankbestrijders in staat de katholieken van
Nederland te doen begrijpen, dat hunne ar
beid een zegen was voor de geheele samen
leving. Thans kunnen wij hetzelfde doen.
Het zal maar aan ons liggen, of wij vuur ge
noeg hebben om onze overtuiging aan ande
ren mede te deelen.
Vooruit thans in de nieuwe richting
De kerkeraad der Chr. Geref, Gemeente
te 's-Gravenzande heeft aan de gemunte
bekend gemaakt, dat meisjes met afgwtailpt
haar niet meer op de beljdenis-cateehleatie
worden toegelaten, terwijl tevens aan de
genen de kerkeiyke huwelijksbevestiging aü
worden onthouden.
Donderdagmorgen heeft de Hoogeerw. Pa
ter A. Jurrius, provinciaal der paters Do
minicanen in de kerk van den H. Domini-
cus aan het Steiger te Rotterdam, een
plechtige H. Mie van Requiem opgedragen
voor de zieleruat van Monseigneur Michael
Antonius Maria Gregorius Vuylsteke, titu-
Het Haagsche Gerechtshof heeft bevestigd
het vonnis betreffende den man, die door de
Haagsche rechtbank was veroordeeld we
gens ontvoering van een Jongetje in het
Haagsche Bosch en het plegen van niet na
der te omschrjjven handelingen met hem.
De hoofdinspecteur van politie, de heer
Simon, die eenigen tijd in Budapest heeft
vertoefd in verband met het politloneeie
onderzoek in de Sodalitas Medicorum -
zaak, is te Den Haag teruggekomen.
In verband met den huldigen stand van
het onderzoek konden geen verdere inlich
tingen worden verstrekt; wel kon worden
medegedeeld, dat het onderzoek in Honga
rije in vollen gang is. Het wordt thans
door de Hongaarsche politie voortgezet.
op de laatste sociale studieweek van Rolduc
eindigde niet voor niets met een lofzang op
de waarde van het offer voor het apostolaat
in de tegenwoordige arbeiderswereld 1 En het
zal dus ook niet zoo moeilijk vallen om aan
te toonen, dat juist die offervaardigheid zoo
goed wordt aangekweekt door ons stelsel
matig offer der drankderving.
Noodig zal zijn, dat we met deze sociale
leiders gaan spreken, hen voor onze oude en
toch weer nieuwe zaak trachten te winnen.
Vooral met de arbeidersbeweging is onze
Nederlandsche Drankbestrijding vanaf den
beginne goed bevriend geweest die vriend
schap moet blijven en groeien, van beide kan
ten, want we hebben elkaar noodig
De opvoedkundigen. Vooral hier heerscht
veel goede wil, edelmoedigheid en idealisme.
Ook hier moet overtuiging bijgebracht wor
den. En die overtuiging kunnen we weer
bijbrengen. Er is eigenlijk niets gemakkelij
ker dan te bewijzen van hoe groote waarde
ons drankdervingsoffer is voor het aller
voornaamste in de opvoeding van dezen tijd
de vorming van wilskracht. Voorgelicht door
onze congres-gedachten moeten we dus ook
met de onderwijzers in onze plaats contact
zoeken en krijgen en door gemoedelijke be
sprekingen ons inzicht propageeren. Vo ral
voor den bloei van ons Jeugdwerk Zullen
we op de meeste plaatsen den steun der onder
wijzers niet kunnen missen.
In 't /voorbijgaan herinnert spr. er even
aan, dat wij ook met alle intellectueelen con
tact moeten krijgen juist de nieuwe rich
ting zal ’n middel blijken om hier winst te
maken.
Spr. meende hiermede voldoende te heb
ben aangegeven hoe de nieuwe richting in
de praktijk kan worden doorgevoerd en
besloot zijn rede met een krachtige peroratie,
de nationale, diocesane, gewestelijke en
plaatselijke bestuurders opwekkend ijverig
in deze richting het verloren terrein te her
winnen.
Nadat den geestdriftige instemming de ver
gadering geëindigd was, werd gelegenheid tot
het stellen van vragen geboden, waarvan een
geanimeerd gebruik werd gemaakt.
Met een dankwoord aan de sprekers, als-
ntede aan de aanwezigen voor hunne tegen
woordigheid, sloot de voorzitter met den
Chr. groet dezen uitstekend geslaagden
Sobrittas-dag.
Geschenken van Mgr. Kerckhofts en W»
Aengenent.
grond te plaatsen, wil Sobriëtas van eigen
leden en opk van de buitenstaanders de aan
dacht vestigen op het verband, dat er be
staat tusschen drankmisbruik en genot
zucht.
Nieuwe tijden vragen nieuwe wegen,
nieuwe kwalen nieuwe geneesmiddelen. De
genotzucht bedreigt alles en allen daarom
wil Sobriëtas in nieuwe richting gaan, door
haar leden voor te houden en in te prenten
„het is niet logiseh matig te zijn in één enkel
opzicht. Vrijwillig derft gij het alcoholgenot.
Brengt deze derving met volle overtuiging
als een offer. Weest er U van bewust, dat
gij door dit offer in dit bepaald punt, een
zekere houding aanneemt tegenover een
uiting, een exces van de genotzucht, doch
dat de geest, waarin ge dit offer brengt, moet
doorwerken op al Uw doen en laten. Dwaas
heid zou het zijn, dag in dag uit U zelve
het onthoudingsoffer op te leggen om aldus
de matigheid te bevorderen, terwijl gij die
zelfde deugd van matigheid geweld zou aan
doen door excessen op het gebied van, roo-
ken, levensgemakken, genotmiddelen, enz.
Spr. wil hier niet misverstaan worden.
Wij gaan, zoo zegt hij, niet in ons programma
schrijven den eisch tot geheelonthouding van
al datgene, wat thans exesessen baart, dat zou
een onmogelijkheid zijn. Wij blijven vragen
van onze leden het offer der onthouding van
alcohol, doch willen een nieuwe levens
richting zoeken in reine, oprechte vreugde
welke een diep godsdienstig leven geven kan
Zelfbeheersching willen wij aankweeken
tegenover de toomelooze driften, die thans
heerschen, eenvoud en waarheid moeten
komen in het maatschappelijk leven, in het
onderling verkeer der menschen, wat schijn
is en klatergoud dient te verdwijnen.
Zoo is dan door Sobriëtas uitgesproken, wat
zij wil met de nieuwe richting. Die richting is
ingeslagen, wij moeten thans met vasten stap
vooruit. Wij zijn zeker vag wat wij willen.
Pastoor B. P. Aalberse van de Parochie
St. Martinus te Voorburg, die gisteren zijn
40-jarig priesterjubileum viert, is by tan.
besluit benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau. Donderdagavond heeft wet
houder A. M. v. d. Griendt in tegenwoordig
heid van een groot aantal belangstellenden
den jubilaris de hem verleende oodenebd-
ding toegekend.
In de kerk van den H. Deeninlens te
Rotterdam
Gisteren had te Utrecht op den feestdag
van O. L. Vrouw ten Hemelopneming, in
Park Tivoli, een druk bezochte Sobriëtasdag
plaats.
Op het podium, alwaar tusschen een een
voudige bloemversiering, geflankeerd door
tal van banieren, het portret van wijlen Mgr.
Dr. Alph. Ariens prijkte had het federatie
bestuur plaats genomen.
De groote zaal van Tivoli was verder ge
heel gevuld met bestuurderen en vertegen
woordigers van de aangesloten Diocesane
Bonden en Secties en van dezer jeugdcom
missies, Clubs. Commissies en plaatselijke
afdeelingen, met dezerj geestelijke adviseurs.
Het volledig tableau de la troupe van de
Kon. Ver. „Het Nederlandsen Tooneel” be
staat uit; Directie: Louis Saalborn en DJ1*
Verbeek; regisseurs: Louis SaalbamJLXJhris-
pjjn Jr.. Elias van Praag en Betsy Ranuw
Beekman. Spelenden: de dames SLse Mauhs
(als gast), Jacqueline Roy aards—Sandberg.
Magda Janssens, Else Bondam iMxrie Mw-
nier-Nagtegaal. Sophie de Vrie. Betsy I*-
nucci-Beckman, Mlnny ten Hove, Bets van
Berkel, Hélène Treep-Vink. Antonette Sotos,
Marie Hamel, Julia de Gniyter. Rle G“-
huys Miep van den Berg. Anny Schuitema,
Miek'e Fllnk-Verstraete. Machteld van Wee-
le, Clsca van Bennekotn; de heeren Itois
Saalbom, Oscar Toumialre, Bart Kree:
Louis ChrlspUn, Jules Verstraete. Elim J»
Praag Oees Laseur, John Bobau. Dtnt
beek, Johan Tewechel, Richard Flink, Adol
phe Hamburger, Frans Nlenhuys. Rien vzn
Noppen, Ben Lucius. Johan Fiolet, Dotoen
de Gruyter. Alex Frank, Herman HoogkM
en Jan Lemaire Jr.
Een Reuter-telegram uit Srinagarbe
richt. dat de Karakorum-expedltie cbo&
leiding van het echtpaar Visser daar g»*'
ren veilig is aangekomen. Op haar weg p*”
de expeditie groote moeilijkheden te op
winnen. als hevige storm en koude en Pf»-
re sneeuwval. De eerste poging °m den a*'
rakotumpas over te trekken moeat woeden
gegeven, de tweede gelukte echter. Een ge
heel onbekend en onherbergzaam getoted^
Weeten van Bhyck Kashmir H in kaartV
bracht
De expeditie ia thans twee jaar ot”^'
weg geweest en heeft haar voorgw*®*0
programma succesvol uitgevoerd.
Op de Koudlmgletscher is een meer
dekt, dat naar men vreest, nieuwe op-
stroomingen in dit gebied te weeg «al»®'
gen daar het water regelmatig stijgt-
haar weg ontmoette de expeditie ®ev**rz~
hindernissen, die haar dwongen etSS
weg van arérig mijl te maken.
Openingswoord J. G.
Suring.
De voorzitter der federatie Sobriëtas, de
heer J, G. Sunng, sprak in zijn welkomst
woord zijn vreugde uit over de groote op
komst en zette vervolgens het doel van dezen
Sobriëtasdag uiteen, n.l. een vernieuwd en
verjongd Sobriëtas, met één slag in zijn
kleinste en verste afdeelingen bekend te
maken.
Spr. herinnerde er wijders aan, dat reeds
in 1923 wijlen Mgr. Dr. Ariens aanstuurde
op de wijziging in de organisitie en in de
strijdmethode. Tot aan zijn dood heeft hij
aangedrongen op grondverbreeding van zijn
geliefd plan. Het was zijn persoonlijke mee-
ning, dat de drankweer zich ook tegen andere
excessen der moderne genotzucht zou keeren,
bv. de sigarettenpest en de danswoede. Niet
altijd was het echter gewenscht den vooruit-
snellenden Ariens bij te houden. Voortgaande
herinnerde spr. aan den arbeid der com
missie, onder voorzitterschap van Z. E. Ruijs
de Beerenbrouck, daartoe op last van het
Doorluchtig Episcopaat samengesteld.
Komende aan de nieuwe richting welke
Sobriëtas gaat inslaan, herinnerde de heer
Suring aan het bekende manifest van de
maand April en den drukbezochten Sobriëtas
dag van vandaag, waarbij spr. er de aandacht
op vestigde dat de fomuleering van deze
nieuwe richting met de volle eensgezindheid
van het geheele federatief bestuur plaats
vond.
Spr. eindigde met den wensch, dat op
Maria’s voorbede deze eerste Sobriëtasdag
moge slagen en van beteekenis zijn voor den
Roomschen beschavingsarbeid en verklaarde
deze vergadering voor geopend.
Hierna kreeg kapelaan C. J. J. Terwisscha
van Scheltinga, secretaris der federatie, ge
legenheid tot het houden van een rede over
de nieuwe Richting.
Spr. begint met een herinnering aan
1898 toen in deze zelfde stad de katholieke
drankbestrijders voor de eerste maal in
congres bijeen kwamen. In zijn beroemde
encyclieken had Paus Leo XIII de mid
delen ter verbetering van de sociale mis
standen aangewezen en het is geen toeval
dat juist in die negentiger jaren de katho
lieke drankbestrijding opkwam. Men moet
n.l. bij de studie der sociale verhoudingen
voortdurend stuiten op het alcoholisme als
een der oorzaken van veel geestelijk en
stoffelijk leed onder de massa.
In de toen nieuwe tijden en inzichten
was drankbestrijding een der nieuwe'wegen
om de sociale welvaart te bevorderen en
het nieuwe geluid dat dr. Ariëns in zijn
„geesel der eeuw” deed weerklinken deed
massa’s vrijwilligers uit alle klassen en
standen en van eiken leeftijd in het Sobriëtas-
leger samenkomen.
Nieuwe tijden, nieuwe wegen, dit klinkt
ook uit het manifest waarin Sobriëtas, de
oude drankbestrijders-organisatie, aan
kondig? dat zij een nieuwe richting is inge
slagen. Maar zooals het meer met nieuwe
dingen gaat, deze nieuwe richting van
Sobriëtas werd, ondanks de nadere ver
klaring in het manifest niet door ieder goed
begrepen en daarom zegt Sobriëtas vandaag
duidelijk en onomwonden, zooals zij voor
3a jaar deed, tot geheel katholiek Nederland
wat zij wil.
Alarmeerende geruchten over de brand
stichtingen. die zich In het begin van 1930 in
de omgeving van Heerlen en Kerkrade al
maar herhaalden, hebben de burgerij aldaar
telkens opgeschrikt en in een angstige span
ning gebracht.
Met korte tusschenpoozen brak bU her
haling in beide plaatsen brand uit met vaak
noodlottige gevolgen voor het bezit der eige
naars.
Toen de nood het hoogst steeg kwam men
op een verrassende wijze achter den pleger
dezer wandaden. Op 2 Mei zag de 17-Jarlge
slagerskecht H. Somers op den Heerlersteen-
weg een man. die onder een hoop keisteenen
een ontploffing veroorzaakte en zich per
rijwiel uit de voeten maakte in de richting
Spekholzerheide-Kerkrade. De jongen Is
dezen persoon gevolgd en slaagde er in hem
in de Drievogelstraat aan te wdzeu aan een
agent van politie, die tot arrestatie overging.
Het was opgevallen, dat bij de meeste
branden telkens dezelfde persoon gezien werd,
die meehielp aan het blusschingswerk en
zelfs verklaringen teekeude voor de verze
keringen.
Bij de arrestatie van v. S. bleek al aan
stonds dat hij deze man was en spoedig be
kende hl) de brandstichter te zijn.
Op last der Justitie werd er een onderzoek
ingesteld naar de geestvermogens van ver
dachte. Dr. Janssen oordeelde echter dat hij
niet in aanmerking komt om in een krank
zinnigengesticht te worden geplaatst.
Verdachte had zich thans te verantwoor
den voor de Rechtbank te Maastricht.
De officier van Justitie mr. Fabius, bracht
in zijn requisitoir een woord van lof aan H.
Somers. De feiten staan volgens spr. vast.
Op de vraag welken maatregel tegen dezen
verdachte moest worden getroffen, wilde de
officier het volgende opmerken. Op het eer
ste gezicht is verdachte normaal, doch bij
nadere beschouwing blijkt zijn gebrekkige
persoonlijkheid, zoodat hem de feiten niet
kunnen aangerekend worden. Hij stelde zich
derhalve op het standpunt van den deskun
dige, Dr. Janssen en requireerde, dat deze
verdachte zal worden gesteld ter beschikking
van de regeerlng.
Mr. Hensgens sloot zich in zijn verdedi
ging bij dezen eisch aan.
„Onder de nieuwe richting van Sobriëtas,
aldus het bekende manifest moet ver
staan worden, dat de R. K. Drankbestrij
ding bij het vervullen van haar eigen taak,
door het verdiepen van haar verstervings-
en offermotief, een geest van soberheid en
levenseenvoud aankweekt, welke zich keert
tegen alle moderne excessen van de genot
zucht.”
Duidelijk komt in deze zinsnede naar
voren, dat Sobriëtas erkent, nog steeds,
als vroeger, een eigen taak te hebben; en
zij wil deze eigen taak blijven vervullen.
Deze taak is, volgens de doelstelling in
de statuten aangegeven: bevordering van
de Christelijke matigheid en bestrijding
van het alcoholisme.
Het komt spr. met overbodig voor met
den meesten nadruk hier te verklaren, dat
Sobriëtas wil voort gaan met haar arbeid
als drankbestrijdersorganisatie, omdat zij
er van overtuigd is, dat er ook thans nog
een alcoholisme bestaat.
Men zegt dat de drankbestrijding uit
den tijd is, omdat het alcoholisme ver
dwenen zou zijn, men wijst dan op veel
Verminderde openbare dronkenschap, op
de sterke daling van het hoofdelijk ge
bruik van gedistilleerd en men conclu
deert, dat de drankbestrijding door ijverig
werken zichzelf overbodig heeft gemaakt.
Wat is daarvan waar
Spr. erkent, dat niet als dertig jaren
terug het alcoholisme zich zoo duidelijk
demonstreert in talrij ke tooneelen van open
bare dronkenschap, dierlijke verwording,
jammerlijke verwaarloozing van het huis
gezin, schreiende vrouwen en kwijnende
kinderen.
De openbare dronkenschap is afgenomen,
het alcoholisme heeft zijn ruwheid verloren,
het misbruik valt niet meer zoo in het oog
als voorheen.
Maar dat alles neemt niet weg dat er
thans nog een alcoholisme, een modern
alcoholisme bestaat.
Iedere sociale beweging moet met haar
tijd meegaan, omdat ieder tijdsgewricht
nieuwe nooden brengt en de Katholieke
drankbestrijding is er van overtuigd, dat
zü, voor het waarachtig welzij'n van land
en volk, haar arbeid moet voottzetten. Op
De Nieuwe Richting in de
praktijk
We weten nu, aldus vangt Pater Jacobs
zijn betoog aan, én uit het manifest én uit
de verklaring er van in het tijdschrift „So
briëtas” en elders en niet het minst door de
inleiding van dezen morgen wat de nieuwe
richting is en wil en wat zij niet is en niet wil.
We weten nu, dat Sobriëtas vraagt, dat
we in onze anti-alcoholistische beweging
voortaan meer rekening zullen houden met
de verschillende andere uitingen van genot
zucht en ook dat we in onze beweging, ons
werk de offergedachte meer op den voor
grond moeten plaatsen.
We weten tevens, dat met de nieuwe
richting Sobriëtas geen wezenveaandering
ondergaat, docht blijft wat ze vroeger was
een organisatie die gericht is negatief op
het bestrijden van het eigentiidsche akoho-
lismer en positief op het bevorderen der
kardinale deugd der Christelijke matigheid.
Wel vraagt Sobriëtas een zekere verande
ring in de leden der drankweerorganisaties.
We moeten ons gezichtsveld verbreeden en
tot het bewuste inzicht komen dat de vijand
van God en onzen medemensch, het alco
holisme waar wij tegen aan het vechten zijn,
één der afdeelingen is van een groot leger
dat genotzucht héét. We worden ons bewust
dat de 20-eeuwschc menschheid van alle
kanten bedreigd wordt door *t aaneen
gesloten front yan het genotzucht-leger, en
dat het alcoholisme des te gevaarli)ker is
omdat het juist een sector is van dat genot-
zucht-front.
In de praktijk gaan we dus al het goede
van vroeger behouden, en wat nieuws er
bij nemen, of liever wat nieuwen frisschen
geest uit nieuwe gedachten gewekt in dat
oude brengen.
Naar binnen. Vooreerst op de vergaderin
gen. Willen we eerlijk en flink de nieuwe
richting doorvoeren', dan moet in den ko
menden winter op al onze afdeelingen het
„wat” en het „hoe" maar vooral het „waarom”
van de nieuwe richting worden uiteengezet.
Daarbij zal zoowel de genotzucht in het al- I worden,
gemeen als de offergedachte sterk belicht C
Gedachtenw issel: ng
Na de zeer toegejuichte rede van Kapelaan
Terwisscha vond eene gedachtenwisseling
plaats.
De heer MEIJER uit Babberich vond
dat de Katholieken niet veel met een drank
wet of wijziging daarvan te maken hebben,
omdat zij geleid worden door de liefdewet.
Door ons voorbeeld van onthoiiding zullen
we anderen tot matigheid weten aan te
sporen. Bij alles wat we doen is op de eerste
plaats het uitgangspunt: de liefde tot God.
De heer KOETSCHRUIJTER uit Rot
terdam brengt de groeten over van een
medestrijder nl. Pater Ermann. Spr. vraagt
vervolgens welke waarde gehecht moet
worden aan de beteekenis van het woord
drankonthouding en drankderving, en waar
om niet het ^voord matighe d is gebezigd.
Waarom rich"Sobriëtas zich niet tot eigen
gelederen, zulks in verband met het gebruik
van bier en wijn 1
Pater OTTEN O.P. uit Huissen ziet in
dat de nieuwe richting een versterking zal
brengen naar binnen, doch niet hoe en of
men de nieuwe richting naar buiten zal
propageeren. Dit zal geen gemakkelijk
succes geven, omdat gevraagd wordt het
concrete offer van de drankderving. Spr.
stelt de vraag hoe het verklaarbaar is, dat
groote vereenigingen b.v. de Heemvaart
die toch ook het groote doel nastreven, niet
overtuigd zijn en niet naar ons zijn toege
komen.
De heer ZEGERS uit Utrecht gaf zijne
vreugde te kennen over de thans ingeslagen
richting en betreurt het dat zulks met jaren
geleden reeds is geschied.
Spr. vraagt of de inleider met hetgeen
hij over het biergebruik zei de, zich wil
uitspreken over de richting naar de geheel
onthouding.
De heer JONGSMA uit Bolsward klaagt
over de geringe medewerking zoowel van
intellectueele zijde als die van de geestelijk
heid.
De directeur van Sobriëtas beantwoordde
hierna de sprekers en zette het standpunt
van het bestuur uiteen. Na het zingen van het
Sobriëtas-lied werd de bijeenkomst ver
daagd tot ’s middags 3 uur.
De middagvergadering
Na het zingen van „Aan U o Koning der
Eeuwen” hield Pater J. JACOBS M.S.C.
een rede over
heid.
Voor onze eigen leden zal dus door de be
sprekingen over die offergedachten en haar
waarde meer bewust gemaakt worden dat
onze beweging ook is, een belangrijk stuk
zelfopvoeding, zclfvorming.
Onze vergaderingen zullen dus ook meer
op die zelf-vorming en opvoeding tot echte
katholieken worden gericht.
Dit zal verandering brengen, o.m. in de
taak van den geestelijken adviseur. Als men
onze beweging gaat zien, ook als *n stuk
geestelijke en zedelijke opvoeding, dan
spreekt het vanzelf dat dan de taak van den
vertegenwoordiger der Kerk, den geestelijken
adviseur uit den aard der zaak ’n zeer voor
name gaat zijn.
Voor de priester-kruisverbonden is hier
een mooie leidinggevende taak te vervullen.
Ook de aard onzer vergaderingen zal eenige
wijziging ondergaan, deze zullen een meer
godsdienstige tint krijgen.
Door 't feit zelf dat we onze vergadering
zelf gaan beschouwen als ook ’n element van
eigen geestelijk»* vorming zal die gods
dienstige tint ook door de inrichting zelf der
vergadering wat sterker kunnen spreken.
De praktische doorvoering der nieuwe
richting brengt mede, dat we minder eenzijdig
op onze vergaderingen kunnen zijn, er zal
meer stijl in de vergaderingen gebracht moe
ten worden.
Meer dan vroeger zal gesproken moeten
worden over vraagstukken van socialen
en anderen aard, die verwant zijn aan het
drankvraagstuk of er mee samenhangen. We
moeten op onze vergaderingen het alcoho
lisme gaan zien, zooals h^t in werkelijkheid
ié als een deel, als één uiting van de groote
kwaal der genotzucht. Daarom zullen we
vanzelf nu wat meer gaan spreken over de
andere excessen altijd zooveel mogelijk in
verband met het alcoholisme of z'n oorza
ken omdat, willen we den geest der nieu
we richting ontwikkelen, we onzen menschen
het onredelijke en het gevaarlijke ook van
die excessen goed bewust moet maken.
Spr. behandelde vervolgens de vraag, wat
de doorvoering der nieuwe richting in de
praktijk zal meebrengen voor de propaganda
voor de actie naar buiten.
Met nadruk waarschuwt spr. reeds dade
lijk er tegen, dat men niet onder voorwend
sel van nieuwe richting ook maar een enkel
van onze oude door de ondervinding beproef
de en goed gebleken actie- en propagandamid
delen mag loslaten of verwaarloozen. De nieu
we richting moet geen vermindering maar
vermeerdering, geen verschrompeling, maar
groei zijn, ook naar buiten.
Eerst en vooral moeten we dus ook onder
de nieuwe richting als onze groote en
meest doeltreffende actie- en propaganda
middel blijven beschouwen onze eigen drank
derving, deafschaffingof de geheelonthouding.
We zullen zelfs de geheelonthouding nog met
meer nadruk moeten gaan propageeren dan
vroeger.
In den vorm dezer propaganda zal echter
weer verschil zijn, doordat nu naast het
liefdemotief (niet in de plaats daarvan) het
persoonlijk offermotief meer op den voor
grond zal treden. Ook zullen we in de pro
paganda voor geheelonthouding meer dan
tot nog toe rekening houden met de genot
zucht als algemeene kwaal.
Vooral in dezen zin, dat we in onze pro
paganda juist heel het complex van genots-
excessen zullen laten zien als de grootste
bedreiging van natuurlijk en bovennatuurlijk
geluk 1 We zullen laten zien dat tegen die
bedreiging zuchten en jammeren en preeken
niet helpt maar dat er alleen tegen helpt de
daad, die rechtstreeks tegen de genotzucht
ingaat, en dat juist de geheelonthouding zulk
een daad is.
De nieuwe richting brengt niet mee, dat
we in de toekomst af zouden zien van het
ijveren voor wettelijke maatregelen tegen het
alcoholisme j wel brengt zij mede, dat we
vooral moeten gaan bestudeeren wat door
den wetgever zou kunnen en moeten gedaan
worden tegen de nieuwe vormen van alco
holisme, die aan het opkomen zijn. Dat we
dus op onze vergaderingen bijv, studie gaan
maken van hetgeen tegenwoordig vooral
de aanleidingen tot drinken zijn, waar
tegen de wet iets zou kunnen en moeten
doen 1
Wij staan nu eenmaal tegenover een meer
verborgen, meer geraffineerd alcoholisme
dan voorheen, en dit verborgen alcoholisme
moeten we meer leeren kennen, door studie
uit de praktijk, om het des te beter te kunnen
bekampen.
Uitvoerig werd deze gedachte door spr.
ontwikkeld, waarna hij met een verwijzing
naar het Nijmeegsche Congres de groote
waarde schetste van de persoonlijke offer
gedachte in de katholieke drankbestrijding.
Door verbreiding van deze nieuwe gedachte
moet nieuwe belangstelling gewekt, nieuwe
medewerking voor Sobriëtas gewonnen wor
den. Hiertoe zullen we ons moeten wenden
tot de priesters, de leiders der sociale organi
saties en de opvoedkundigen.
De priesters. Twee punten staan vast
ie. Onder ons katholieke volk heeft Sobriltas
geen kans ah ze niet den steun heeft der
geestelijkheid 2e. een gedeelte der geestelijk
heid toont op dit oogenblik weinig daad
werkelijke belangstelling voor Sobriëtas.
Over het eerste kunnen we verheugd
zijn. Het is een der schoonste zijden van hef
Nederlandsch Katholicisme', dat ons katho
lieke volk op den duur uitvoert, wat het
door zijn geestelijke leiders wordt voor
gehouden.
Het tweede is minder verblijdend en al
is het verre van spr. daarvan de geestelijk
heid een verwijt te maken, toch zal het voor
de drankbestrijding en wellicht speciaal
voor de priester-kruisverbonden zaak zijn,
om aan onze priesters bewust te maken van
hoe groot belang de drankbestrijding in onze
dagen nog of weer voor de zielzorg.
Drankbestrijding is niet alleen negatieve
zielzorg n.l. het afweren van zonde en ge
varen voor zonde maar ook positieve ziel
zorg het aankweeken der christelijke deug
den, die in dezen tijd voor het katholiek leven
bijzonder ónmisbaar zijn en daaronder vooral
de geest van zelfverloochening en offer
vaardigheid.
De sociale leiders. Ook dezen hebben een
steeds stijgende invloed op de mentaliteit van
ons katholieke volk. Ook onze beweging zal
er niet weinig bij winnen als deze menschen
ons met de daad steunen.
Feit is, dat verschillenden dat doen, feit
is ook, dat verschillenden het niet doen feit
is echter eveneens, dat allen het zullen doen,
vanaf het oogenblik, dat ze klaar bewust gaan
beseffen hoeveel goed juist voor hun be
weging en voor den geest en 't geluk van ons
I katholieke volk door Sobriëtas kan bewerkt
Wjj lezen in „Bethanië het orgaan van
het Geaelschap der Vrouwen van Bethanië:
Toen een onzer enkele maanden geleden
in liet land van 8L Reinilda waa voor een
leaingen-tournee, in Maaaeyck, Genck, te
Trumen en omtrek, u zy natuurlijk te
Maaseyck (het oude Alden-Eyck) de nU-
kwieen van St. Reinilda gaan toen tan.
Sinds eeuwen rusten daar niet alleen Mn
door Reinilda of haar zuster Harllndte ge.
weien sluier, een door haar verlucht hand-
schrtft, een stuk kasullel, dat blsschop tam
bert zou gedragen hebben en andere tast
baarheden, maar ook haar heilig gebeente
Begrupeli’icerwyze kwam by ons, leden
der Relnilda-stichiing, de wensch óp, een
relikwie van onze H. Patrones te towtten.
Z. D. H. Mgr. J. D. j. Aengenent 13 nu
zoo goed geweest ons hierin te verbiyden,
en zoo heeft op zyn verzoek Z. D. H. Mgr
L. Kerckiioffs, blsschop van Luik, vla ten
Hoogeerw. heer Deken van Maaseyck en
den ZeerEerw. heer Pastoor en mej. Schooi,
meesters te Roosteren ons twee teer koata
bare relikwieën doen geworden. De wv»
groote is het heele voorhoofdsbeen van SL
Reinilda. Het tweede kleinere stuk been is
verdeeld In vieren, om zoo voor elk Rei-
nildahuis een relikwie van de patrones van
het huis te bezitten.
Zelf kwam Mgr., die de relikwieën boven
dien In een passende capsula wilde laten
zetten, ons de mededeeling doen van de
schenking van Mgr. Kerckhofts.
En de Zeereerw. heer J. van der Tujn,
secretaris van het bisdom, kwam de groote
relikwie van St. Reinilda brengen, omslo-
ten door een kostbaar zilveren schrijn, ge
schenk van Z. D. H. Mgr. Aengenent. Te
vens bracht Z. E. een relikwie van een der
martelaren van Gorcum. nJ. een 17 cM
lang been, die Monseigneur eveneens in een
zilveren schrijn had laten zetten. Deze 1A1-
kwie zal in het altaar geplaatst warden var
het ReinUda-huis te Rotterdam.
dat de overleden blsschop, als oud-Delfs-
havenaar aan deze stad het meest verwant
was en tevens daar de meeste familieleden
van Monseigneur z.g. in Rotterdam nog
wopnachtlg zyn.
Aan het zwaar in rouw gehulde Hoog,
altaar droeg de Hoogeerw. Pater Provinèfói
om half elf de plechtige H. Mis van Requiem
op, daarby geassisteerd door den Zeereerw.
Pater Jac. Nielen, prior in het klooster té
Huissen, als diaken en door den Weleer*.
Pater D. v. d. Waart, kapelaan te Rotter
dam, als sub-diaken.
De beide assistenten waren klasgenooten
van Monseigneur..
Rond de katafalk, waarop een myter en
een stool waren geplaatst, benevens het wa
pen van Mgr. Vuylsteke: „In Pace et Aequl-
tate'. hadden, behalve de familieleden,
plaats genomen vele Orde-broeders Van
Monseigneur.
Door het zangkoor van de St. Domlnlcm.
kerk werd met medewerking van de R. K.
Vereenlgde Kerkzangers, onder leiding van
den heer C. Hardenbohl,de drie-stemmlM
Requiemmis van A. Perosl uitgevoerd.
Na het H. Evangelie besteeg de Zeereerw
pastoor G. Wolsky. oud-vlcarls-provinotelk
van Curasao, den kansel voor het honden
van een lijkrede.
Hierna werd het H. Misoffer voortgemt,
De plechtige Requlemdlenst werd beslo
ten met het verrichten van de absoute. m»,
eens door den Hoogeerw. Pater Provlncteal.
de eerste plaats door te wijten op het mo
derne alcoholisme, dat zich onderkennen laat
in zijn verschillende uitingen. Ons Ka
tholieke volk in al zijn geledingen moet weer
doordrongen worden van het feit, dat een
zijner oude vijanden zich gemoderniseerd
heeft, en wederom bedreigt de geestelijke en
zedelijke waarden.
Uitvoerig gaat spr. dan na. waarin dit
moderne alcoholisme bestaat. De drink
gewoonte moge al gefatsoeneerd zijn, in
feite bestaat zij nog terdege: het totaalcijfer
van gedistilleerd-gebruik moge al gedaald
zijn, het bierverbruik is veel hooger dan
voorheen, terwijl cocktails en allerhande
Amerikaansche dranken en drankjes hun
intrede gedaan hebben.
En dan, men vergete niet: Het jachtende,
haastende leven van thans met zijn snelheids-
manie cischt helderheid van hoofd en vast
heid van hand: motortractie en stoomwezen
vragen bestuurders, die absoluut vrij Zijn
van iederen alcoholinvloed. Zoo ontstond
de Vereeniging voor Alcoholbestrijding bij
het Snelverkeer (V.A.S.), een moderne
drankbestrijdersactie, wier nut en nood
zakelijkheid algemeen erkend wordt.
Het bedrijfsleven wordt steeds vermecha-
niseerd op het gebied van machinebouw. De
handwerksman van vroeger kon zich heel
wat meer permitteeren dan de arbeider in
onze moderne fabrieken. Voor dezen laatste
is alcohol geheel uit den booze bij zijn werk.
En wordt, bij de moordende concurrentie
van het heden de strijd om het bestaan niet
een inspanning van alle lichamelijke maar
vooral geestelijke krachten
Op deze en tal van andere gevaren hebben
de drankbestrijders te wijzen, niet het minst
tegenover de misleidende en steeds driester
wordende reclame van het meer en meer ge
concentreerd wordende drankkapitaal.
En wat ons katholieken vooral niet on
verschillig mag laten is de zinnenprikkeling,
die overal rondwaart in kleeding, pers, re
clame, enz. De verleiding op den openbaren
weg is zooveel grooter en verlokkender; meer
dap ooit is noodig, dat rie remmen van helder
inzicht en vasten wil aangezet worden, wil
de begeerlijkheid niet losslaan als een woe
dend monster.
Alcoholgebruik is daarom mede zooveel
gevaarlijker dan vroeger, want een lichte be
dwelming maakt de remmen reeds losser.
Het platteland, door de huidige verkeers
middelen uit zijn isolement verlost, is meer
dan vroeger met de groote steden in aanra
king gekomen, en er is wel verandering, geen
verbetering gekomen in de drinkgewoonten.
Vervolgens is het thjns lang niet meer de
mannelijke helft van het menschdom alleen,
dat met de drinkgewoonten in aanraking
komt.
Tegenover dit alles heeft de drankbestrij
ding de juiste voorlichting te geven, het ge
vaar te signaleeren, zonder ophouden.
Bovenal echter blijven we werken aan de
versterking van onze organisatie; aan de vor
ming en opvoeding van een breede schare,
die niet meedoet met de heerschende drink
gewoonten, doch vrijwillig zich onthoudt van
alle sterke dranken of wel van alles wat alco
holische drank is.
Deze ontzegging, deze drankderving is
ongetwijfeld een offer. Niet om 't gemis van
alcoholgenot als van iets aangenaams, doch
de uitzonderingspositie die de onthouder in
neemt brengt hem herhaaldelijk in onaange
naamheden met zijn omgeving, wanneer die
de drinkerij nog huldigt als een der beschaaf
de omgangsvormen voor gezellig samenzijn,
als 'n levensbehoefte waaraan voldaan moet
worden.
Sobriëtas vraagt dit offer der onthouding
en móet het blijven vragen, wil zij met suc
ces haar strijd tegen den drinkdwang en de
drinkgewoonten voeren.
Aan deze oude, in wezen niet veranderde
taak van Sobriëtas, die zij ook in de toekomst
als de hare zal blijven beschouwen, wordt 'n
nieuwe toegevoegd, n.l. het aankweeken van
een geest van soberheid en levenseenvoud,
die zich keert tegen alle moderne excessen
van de genotzucht; welke geest zal worden
aangekweekt door het verdiepen van het ver-
stervings- en offermotief. Hierin ligt dan ook
de Ifern der nieuwe richting.
De na-oorlogsche jaren kenmerken zich
door een ontstellende toename van de genot
zucht en verspilling in alle standen der maat
schappij.
Het is een kwestie van geld dat verkwist
wordt en waardoor toestanden geschapen
worden, die om verbetering schreeuwen,
maar het is ook een kwestie van moreele ver
wording.
Oneerlijkheid, bedrog, woeker, het zijn
alle openbaringen van de schrikkelijke ge
notzucht. De openbare schaamteloosheid en
het zedenbederf ook langs straten en wegen
zijn zoozeer toegenomen, dat men van alle
kanten om maatregelen roept.
Wat een moreele volkskracht wordt met
die verkwisting mede vermorst. Genotzucht
verzwakt en verweekelijkt het volk, maakt
het minder ontvankelijk voor hooger en be
ter, want zij ontneemt het de kracht tot zelf
overwinning en telfontzegging, welke noodig
zijn voor eigen persoonlij kheid-vorming en
voor allen arbeid aan anderer welzijn.
Sobriëtas kan en mag voor dat alles niet
blind zijn, want haar eigen actie wordt mede
door de genotzucht bedreigd.
Het alcoholisme, door Sobriëtas bestreden,
heeft verschillende oorzaken doch de naaste
oorzaak drinkdwang, drinkgewoonten en
verkeerde drankideeën hebben alle een ge-
meenschappelijken stam, waaruit zij ont
spruiten, zij vinden alle hun voedingsbo
dem in de genotzucht als diepste oorzaak.
Zal Sobriëtas haar taak met uitzicht op
succes willen volvoeren, zoo zal zij vooral
deze diepste oorzaak van het alcoholisme
niet uit het oog mogen verliezen. Zij zal tegen
over de zucht naar genieten moeten «tellen
den geest van versterving en onthouding,
de voortdurende bereidheid om te offeren,
d-w.z. om afstand te doen van het lagere
hier het alcoholgenot om het hoogere
soberheid en levenseenvoud in den geest
der christelijke versterving te bereiken.
Het drankdervingsoffer blijft Sobriëtas
propageeren als een daad van naastenliefde,
door het practische voorbegjd worde den
onmatigen geleerd, dat een leven van ont
houding momenteel mogelijk is. De ver-
1
tl
d
dia offergedachte zal meer dan vroeger be
klemtoond worden de waarde van onze anti-
drank-beweging voor om zelf, voor den uit-
diensten van dit offer tot heil van den naaste
woedt opgedragen aan den Offeraar, den
Christus van den Calvarieberg.
strijding van „dien stortvloed van genot
zucht” alleen mogelijk is door den geest van
tolicus van Curacao, aaaistent-biaschop by
den Pauseiyken troon.
Voor deze plechtige ziele-mis was de St,
Domlnlcuskerk te Rotterdam gekozen, om-