^Binnenlandsch Nïeinvs
Voor de Huiskamer
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST
VAN JAN KLAASSEN EN TRIJNTJE
DE KATHOLIEKEN EN HET
VLOOTPLAN
Ifè
0.88
8.70,
230,
kool
LG.
4.70
2.85
lem
sters
en
TWEEDE KAMER
Autostraat BerlijnAmsterdam
Rijksbegrooting voor 1931
m
(VS
1
Ford’s dempingsplannen
LANDBOUW EN VEETEELT
De Meelacciins
^77
-
Voorioopig Verslag Buitenlandsche
zaken
o
Het standpunt der Katholieken
Het Vlootplan
Zuiderzee-steunwet
Rede van den heer Ch. L. van de Bilt
-LM*1 afgezien van al die honderden mll-
lloenen zien we ook nog niet in. dat de auto’s
zooveel economischer zjjn. Integendeel. Voor
die 218.750 auto’s, die elk 300 dagen per jaar
rijden, heeft men toch minstens 250.000 man
bediening noodlg. terwijl nu onze heele bin
nennart stellig niet meer dan 40.000 eischt.
die ook nog gemiddeld niet zooveel verdienen
als chauffeurs.
Om een paar laarzen
en
een
De heer Marehant aan het woord
schikbare financiën Voor otm defensie kun-
Ik
Een mmiarden-saak
5 uur 80 ge
il et
verroer te water in Nederland
enorm
t
dan
zoo
De
hebben
Ja, maar ik kan 1
DO
I
«U
«17.
818.
i
t
a
r
Boven-Digoel
krijgt de heer
het geheele vervoer
slotsom dat noodlg
Het orgaan
tuning
bij de
iet de
t Ko-
reurd,
ireazte
hoog-
dsche
Carp.
ino:
fitte
Gele
>een
ot-
60,
M.
MS
174
■rk
tr-
«1
M.
Boven-Digoel zijn gezonden, volstrekt niet op
het rapport-Hlllen berust.
Wat de motie van den heer Cramer betreft
moet spreker zich aansluiten b(j degenen, die
de aanneming ervan ontraden.
Te half één wordt de vergadering verdaagd
tot vanmiddag één uur.
Wederom bespreking door de zes
bakkersorganisaties
ing.
roer
□en
tooi
■ni-
lut-
«1,
35,
ooi
M.
ote
ten
la-
u-
□-
ot
ie
n
o
n
s,
d
1930.
oma-
10.10.
uizen
□hel-
Jelne
-150,
1330,
.40—
4600
Vitte
Kool
-2.40,
Nep
6800
>pel-
lerd.
voer
ïan-
f 34
426.
>ber.
50—
wester
rreeni-
n een
gdurig
i bur-
Ueum-
vette
1.02;
icht;
kent
.63—
af
o;
66
0;
irovtn-
nschen
■n tien
he en
romen,
tedood,
▼rijge-
te ver
is van
geenerlel
en wel om de reden, dat het hoofdverkeer
van Nederland uit nu reeds via Ekuchede
OlanerbrugGrouau naar Dultachland gaat.
Ook de burgemeester van Ochtrop hield
een warm pleidooi voor de route over En
schede. Tenslotte besloot de vergadering
krachtig te Ijveren voor een autostraat via
GronauOlanerbrugEnschede. Een com
missie werd gevormd, welke nadere stappen
b(j de Duitsche regeerlng zal doen.
dit wetsontwerp zullen wij
als het aangenomen is,
leger, in de bedrijven.
te Genève aangenomen. Intusschen betreur
de men het. dat het Volkenbondswerk tot
dusver zoo weinig belangrijke resultaten
heeft opgeleverd
In de avondvergadering
CRAMER (S.D.) het woord tot het houden
zijner Interpellatie naar aanleiding van het
rapport van het lid van den Raad van Indlë,
den heer Hlllen. Inzake Boven Dlgoel en om
trent eventueele plannen der regeerlng om
het intemeeringskamp op te heffen.
Spr maakt eenige opmerkingen over den
gezondheidstoestand in Boven-Digoel alsmede
over de pogingen om daar een landbouwkolo
nie te vestigen, doch daarvoor is de streek ge
heel ongeschikt. Een aantal menschen zijn er
aan zwart waterkoorts overleden.
Spr. dringt aan op de invrijheidstelling van
de 412 door den heer Hlllen bedoelde perso
nen, maar bovendien op die van een paar
honderd onverzoenlljken" en daarna zoo
spoedig mogelijk alle overigen. Het argument,
dat de vriilatlng van honderden geïnterneer
den de politie last zou bezorgen, acht spr. niet
steekhoudend.
Toen de roevers na heel veel drinken, in diepen slaap
waren geraakt, werd het vliegtuig uit het hol genomen
n voor het vertrek gereed gemaakt. Jan, Piero, Trjjn.
Duim, Hein Driepoot hielpen en behulpzaam was de
.ooversvrouw. Zij was erg blij, dat zjj ook meemocht en
.oor bet eerst een vliegtocht maken zou.
Besprekingen te Münster.
Nederland en Deltochland
Verscheiden leden brachten de handels
politiek ter sprake, door Dultachland ge
volgd. Uitvoerige beschouwingen werden ge
houden over de zoogenaamde particuliere
overeenkomst met Finland. Het wilde den
leden, hier aan het woord, voorkomen, dat
de verhooging van het invoerrecht op onze
boter niet zonder meer behoeft te worden
aanvaard.
Andere leden vroegen ot het juist is, dat
Duitschland den doorvoer van Nederlandsen
vee naar Zuid-Slavië en TSjecho-BlowakUe
weigert en zoo ja, welke houding de regee
rlng dan te dezen aanzien heeft aangeno
men at denkt aan te nemen.
Dezer dagen is te Münster (Westfalen),
op uitnoodlging van het stadsbestuur, ucu
vergadering gehouden van vertegenwoordi
gers van gemeentebesturen, welke belang
hebben bij de ontworpen autosrtaat Berlijn
Amsterdam. Behalve afgevaardigden van
de Westfaalsche K v. K, waren ook verte
genwoordigers van het gemeentebestuur van
Enschede en van Enschedesche Mldden-
standsvreenlgingen aanwezig.
De voorzitter, de Münstersche Stadtrat dr.
Engelmeier. wees er op, dat volgens het
nieuwe, door het Duitsche Rljksverkeers-
ministerie ontworpen plan, de route van den
autoweg van Osnabriick, Rlrelne. Benthelm
en Oldenzaal zal loopen.
De Enschedesche afgevaardigden betoog
den de wenschelijkheid van wijziging der
route, daar hierbij de grootste Nederland-
sche grensstad niet wordt aangedaan, ter
wijl bovendien een omweg wordt gemaakt.
Het plan bestaat om van Enschede uit naar
Deventer een groote autostraat te bouwen
De heer VAN KEMPEN (VU.)
meening, dat de motle-Cramer
grond vindt in het rapport-Hlllen. Spr. ont
raadt dan ook de aanneming dier motie.
De heer JOEKES (V.D.) had gewild, dat
men gewacht had tot de Volksraad deze zaak
had behandeld. De voorzitter heeft echter de
interpellatie dezen avond willen afdoen.
Wat de motle-Cramer betreft, gelooft spr.,
dat moet worden afgewacht wat de Volks
raad er van zegt en dat het ook niet aangaat
deze motie aan te nemen, zonder dat de In
dische regeerlng er in is gekend. Spr. ont
raadt daarom de aanneming van die motie.
De heer DE VISSER is overtuigd dat al
len. die in den Boven-Digoel zitten, daar
onschuldig zjjn heen gebracht. Juist daarom
zitten rij er namelijk.
Verschenen is het Voorioopig Verslag der
Tweede Kamer betreffende hoofdstuk
der Rijksbegrooting voor 131.
Vele leden wenschten de regeerlng
VIJFTIEN ZES 22 OCT.
woord van hulde niet te onthouden voor de
houding door haar in het afgeloopen jaar
De Boven-Digoel is een verschrlkklngs-
oord, gespeend van alle humaniteit. Een
I oord, dat onmlddelljjk als verblijf voor men
schen dient te worden opgeheven.
Spr. dient de volgende motie in:
.De Kamer, gehoord de besprekingen om
trent Boven-Digoel, als gevolg van de toe
passing van de exorbitante rechten, van oor
deel. dat oogenblikkeljjk maatregelen tot op
heffing van het intemeeringskamp en tot
vrijlating van de geïnterneerden moeten
worden genomen, dat de exorbitante rechten
moeten worden ingetrokken en dat algeheele
I amnestie moet worden verleend aan alle po
litiek veroordeelden, gaat over tot de orde
van den dag".
Daar deze motie alleen door den heer
Wijnkoop wordt ondersteund, kan zij niet in
behandeling, worden genomen.
De heer FEBER (R. K.) betoogt, dat de
heer Cramer het rapport-Hlllen op zooda
nige wijze heeft uitgelegd dat het in zijn
kraam paste.
Spr. simt zich aan bU het rapport van
den heer Hlllen, waar hij een meer geschikte
gelegenhe.d voor kolonisatie bepleit.
Spr. hoopt dat de geïnterneerden zoo spoe
dig mogel’Jk naar een gezonder klimaat zul
len worden overgebracht.
De heer BEUMER (A.-R.) gelooft dat het
beter ware geweest, dat deze interpellatie
thans niet ware behandeld, ja nog beter, dat
zij niet ware toegestaan.
Aan een motie heeft spr. geen behoefte,
al is de motle-Cramer doodonschuldig, want
het is ook sprekers meening. dat de geïnter
neerden zoo spoedig mogelijk moeten worden
vrijgelaten en dat het intemeeringskamp zoo
spoedig mogelijk moet worden opgeheven.
Minister DE GRAAFF constateert dat de
bewering, als zouden onschuldigen naar den
bet front
tegenover
bet petitionnement is niets bereikt. Als men
die 1 mllltoen onderteekenaars had ge
organiseerd in den strijd, dan stond de zaak
anders,
moeten
vooral
overal.
De VOORZITTER, hamerend: Als u ZOO
Voortgaat, ontneem ik u het woord I
De heer DE VISSER: Overal «vaar wil de
massa's kunnen bereiken. (De voorzitter na -
teert zoo krachtig, dat het verdere ran de
woerden van den beer De Visser verloren
gaat).
Tegen
strijden
in het
De heer VAN^DE BILT (R.K.) wenscht
het standpunt der Katholieken ten opzichte
van deze materie nog eens uiteen te zetten.
Er is zeker geen meer vredelievende partij
dan de Katholieke. Dit vloeit uit haar ge
loof en haar beginsel voort. Als wij stem
men voor defensie-ultgaven. dan is <®t in
het belang van orde en rust. Wij beschou
wen deze uitgaven als die voor justitie en
politie, die nu eenmaal, helaas, niet te ver
mijden zijn. De militaire uitgaven moeten
beperkt blijven tot het noodzakelijke, zegt
het Katholiek program. Doch dat noodzake-
Hjke moeten wij dan ook voteeren. M/e erken
nen ook voor den Staat het recht van
zelfverdediging. We zijn voor gelijktijdige
ontwapening van alle landen, doch niet voor
eenzijdige ontwapening. In dit opzicht zijn
de buitenlandsche sociaal-democraten het
met ons eens. Men zegge niet: Nederland is
een klein land. Het is nog altijd de derde
koloniale mogendheid. Als Nederland en
Indlë onbeveiligd zouden zijn, dan zouden
deze Juist een gevaar opleveren voor den
wereldvrede.
Wij achten een vloot voor Indlë noodzake
lijk voor verdediging en voor vlagvertoon.
Het gebeurde op Curacao heeft aan ons pres
tige in Zuid-Amerika afbreuk gedaan.
Aan de plannen van den minister is men
niet gebonden, men kan er bij verandering
van omstandigheden van afzien. Is het voor
gestelde doelmatig? We hebben de laatste
vier of vijf jaar voldoende lectuur daarover
gekregen van deskundige zijde. Willen we
over twee kruisers geregeld kunnen beschik
ken. dan moeten we er drie hebben. Het ts
de bedoeling, dat het personeel van het eene
schip, dat in herstelling is, op het andere
overgaat.
Het personeel moet ook geoefend kunnen
worden op modern materieel. Een vast aan-
bouwplan geldt voor alle buitenlandsche
marines van eenige beteekenls reeds sinds
jaren. Het schema acht spr. zeer goed op
gezet. Het geeft een antwoord op de vraag
wat we binnen het raam der daarvoor be
Verbonding België
Verschillende leden vroegen in welk sta-£
dlum zich de onderhandelingen met België
thans bevinden. In de vorige Troonrede
werd de verwachting gewekt, dat de op
lossing in het verschiet was. Dit jaar is in
dit staatsstuk over deze zoo noogst belang
rijke kwestie gezwegen. Verschelden leden
hadden den indruk gekregen, dat de deel
neming van Nederland aan het eeuwfeest
der Belgische onafhankelijkheid een goeden
Invloed heeft gehad op de betrekkingen
tusschen deb eide buurtstaten, waardoor 'n
gunstige atmosf eer voor gemeen overleg
is geschapen. Deze leden gaveti uiting aan
hun waardeering over de onderscheiding,
waarmede de vertegenwoordigers van 1 Ne
derland in België, met name ook door deti
koning, zijn ontvangen. Andere leden zou
den de genoemde deelneming meer hebben
kunnen «vaardeeren. Indien zij een in 1931
gevierd onafhankelijkheidsfeest had betrof
fen.
De vraag werd gesteld of 't de regeerlng be
kend is. welk gevolg aan de plannen tot het
graven van een kanaal Lulk-Antwerpen is
gegeven. Dit is van groot belang voor de
watervoorziening van het Juliana kanaal.
De hier aan het woord zijnde leden wil
den er voorts op wijzen, dat het «vellicht
niet in alle opzichten juist is, de kwestie
van het Moerdijk kanaal geheel als een af
gedane zaak te beschouwen.
Verscheidene leden verklaarden met be
langstelling te hebben kennis genomen van
het feit, dat op de begrooting van .Water
staat gelden zijn uitgetrokken voor de ver
betering van het Hellegat en van het Ka
naal door Zuid-Beveland. «vaardoor aan de
van Belgische zijde geopperde bezwaren te
gen den vaarweg tusschen Rijn en Schelde
op breede wijze wordt tegemoet gekomen.
Jan en Jokko gingen weder het hol in. door de roovers-
vrouw vergezeld. Ze wees de schuilplaats aan, «vaar de
movers verborgen nadden al het geld. „Wat zullen zjj",
zei Jan. op hun neus kijken „als zü zien wat is gebeurd
Zij hebben zoo vaak anderen geld ontnamen, nu kriige*-
zjj zelf een beurt."
Bmvri.
De heer MARCHANT (V. D.) betoogt,
dat, wat tegen dit petitionnement is aan-
gwoerd. aangevoerd kan «voeden tegen elk
petitionnement bij elke gelegenheid. Ook het
petitionnement van „Kerk en Vrede" kan
nipt op zijde geschoven worden.
Men heeft den mond vol van internatio
nale ontwapening, doch wil de bewapening
in evenredigheid brengen met die der groote
koloniale mogendheden. Voor de verdediging
echter der onafhankelijkheid is het hier
aangevraagde bij verre na niet voldoende.
Spr. acht het aangevraagde geld verspil
ling. Spr. erkent, dat de minister voor groote
moeilijkheden staat. Onder de gegeven om
standigheden kan een rechtsch minister van
Defensie niet anders doen dan over de zaken
met zekere blijmoedigheid heen loopen. De
argumenten voor de nationale ont«vapenlng
zijn sterk. Er heeft een ommekeer plaats in
de publieke opinie.
De heer DE VISSER (C. P.) zet het
standpunt van het communisme uiteen ten
opzichte van het mllitairisme. Dit ontwerp
bevestigt weer het standpunt der commu
nisten, dat binnen de orde van het kapita
lisme ontwapening ónmogelijk is.
Dit wetsontwerp is er op uit er op aan te
sturen, dat ook wij in een contra-revolu-
tionnairen oorlog tegen de Sovjet-Unie kun
nen deelnemen. Spr. wenscht dit wetsont
werp te zien zooals het is: een versterking
der militaire machten van de bourgeoisie
tegen bet proletariaat en tegen de Sovjet-
Unie.
Aan de orde is de voortzetting van de
algemeene beraadslagingen van het wetsont
werp tot verhooging van het achtste hoofd
stuk der Rijksbegrooting voor 1930 (koeten
van een kruiser en van een flottllje-vaartuig).
De heer LINGBEEK (H.G.8.) betoogt dat
de waarde van het petitionnement zooals nu
gehouden is. slechts zeer betrekkelifk is Zou
men alle Nederlanders eens hebben laten
stemmen, dan zou ongetwijfeld de meerder
heid het voorstel hebben af gestemd. Liet men
hetzelfde doen over belastingverlaging, dan
sou spr. zich ook terdege moeten bedwingen
om ook niet vóór te stemmen. Het parlement
blijft echter verantwoordelijk. Zoolang andere
regeeringen nog de wapenen niet hebben af
geschaft, moeten «rij niet doen alsof de
wereldvrede reeds een feit is. Een rechtge
aard huisvader zal zich te weer stellen als
men zijn huls tracht binnen te dringen. Zoo
ook moet Nederland zich niet rustig laten
kraken, maar zich tegen een onrechtmatigen
aanval verdedigen. Ieder, ook de staat, die
aangevallen wordt, heeft het volste recht zich
te verdedigen.
Het flottlljevaartulg, voor Curaqao bestemd,
is geen oorlogsschip, maar 'n vredesschip. De
anti-mllltalristen zullen hiertegen geen be
swaar kunnen maken. Laat de Minister dit
schip dan niet naar een oorlogsheld noemen,
maar bij voorbaat naar een vredesapostel als
den heer Marehant.
De beer DUYMAER VAN TWIST (A. R
is verheugd, dat de minister thans volgens
een vast plan met den vlootbouw te werk
wil gaan.
Wanneer Engelsche arbeiders protesteeren
tegen den vlootbouw. legt de arbeidersregee-
ring die protesten rustig naast zich neer en
de Duitsche soc.-dem. hebben en bloc ge
stemd voor den bouw van een pantserkruiser
en zij deden het met enthousiasme. Waar
om maken de Nederlandsche s. d. dan zoo*n
kabaal als de regeerlng eenvoudig haar
plicht doet? De Engelsche arbeidersregee-
ring set 20 oorlogsschepen op stapel. Wat
wil men hier dan met eenzijdige ontwape
ning?
nen doen.
Het voorgestelde flottieljevaartuig ter ver
dediging ven West-Indië acht spr. rationeel.
Spr. zou den minister «rillen vragen, nog twee
Z-booten te Curacao te statlonneeren of een
paar motorbooten met politiepersoneel om dï
riffen af te patrouflleeren.
We zullen goed doen dit voorstel, dat de
Volksraad met 34 tegen 13 stemmen accep
teerde. goed te keuren.
De vergadering wordt te
schorst.
op een diepte van 4 M Per strekkenden meter
zau dan 80 M3, zand noodlg zijn, of voor dis
6313 KM. 805.000000 M3.
1 Is de vraag, waar men al dat zand mos*
krijgen. De geheele Veluwe en-al onze duinen
zullen er wel aan gelooven moeten.
Men krijgt daarenboven alz die specie ook
niet voor een vriéndelijk gezicht. We zijn leek
op dit gebied, maar laat ons zeggen voor
2.80 per M3., dan wordt dit IK milliartl
gulden.
Onze binnenschepen zijn dan ook niet meer
nocdlg. Feitelijk behooren die vergoed ts
worden. Laat ons aannemen dat «re 12 000
binnenschepen hebben met een gemlddel.te
waarde van 8000.we slaan er maar een
slag naar dat vraagt dan ook «veer 100
mtllioen.
Maar, dan komt er nog iets bij. Ford «ril
voor die gedempte vaarwaters breede, moder»
ne autowegen hebben en nu moeten «SB
weer onze o->r*- 'dleheid bel'Men 1. t
kost dat toch 50 per strekkenden meter of
voor die 6313 K M. 315 000 000/
Dan m'len al'e schlpn-rs. haven- en ka-
naalbeambten. sluis- en brugwachters ver
dwijnen en die allen kunnen toch niet tc*
chauffeur nromoveerendie moeten ten dee.e
ook schadeloos rerteld worden Verder krijgt
men In den re'rel nog. overbouw, alles b0
Aan de orde is eindstemming over het wets-
«mtwerp tot wijziging der Zuiderzee-steunwet
De heer KERSTEN (S. G. P.) zegt, dat
hoewel bij zijn fractie bezwaren zijn blijven
bestaan, zij niet zal tegenstemmen, nu de
minister heeft toegezegd de rechten van de
erfgenamen te zullen overwegen b(j de vast
stelling van den algemeenën maatregel van
bestuur.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
TO tegen 2 stemmen, die der comi4>nlsten.
Gistermiddag is wederom een gecombi
neerde vergadering gehouden van de zes
samenwerkende bakkersorganisaties, waar
het voorstel-SnapperGojdeket, nl. om de
regeerlng te adviaeeren in plaats van een
maalgebod, een accijns op meel ad 0.25 per
baaltje van 50 KG. in te voeren als steun
maatregel voor de tarwecultuur, nogmaals
besproken werd Ondanks langdurige ge—
dachtenwissellng werd wederom geen over,
eenstemmlng bereikt. Er «rerd thans een
klein werkcomité Ingesteld, dat in overleg zal
treden met den minister.
Tot leden van dit comité benoemde de ver
gadering de heeren Hetzel. (Groot-Werk-
gevers). Hendrix <R. K Bakkersbond), AL
tena (Christelijke Bakkersbond), Snapper
(Bond van Werkgevers In het Israëlietisch
Bakkersbedrijf' en Van Noppen (Ned. Bak
kersbond).
De organisaties zullen hun volgende bijeen
komst houden Vrijdag as te 's-Gravenhage.
Vergadering van Dinsdag
Incidenten
Men heeft in den verkiezingstijd allerlei
punten op het program geplaatst; maar over
wat men wel voornemens was, heeft men
niet gesproken, waarschijnlijk onder de lei
ding, mijnheer de voorzitter, van uw leider,
den meest geraffineerden politicus.
De VOORZITTER: Ik kan die uitdrukking
niet toelaten. Ik roep u tot de orde.
De heer DE VISSER: Als er oorlog komt,
zullen wij be«rijzen. «rie den wereldvrede
werkelijk willen. Wij spreken geen mooie
woorden over ont«vapenlng als er geen vuil
tje aan de lucht is. Maar wat zullen de
sociaal- en vrijztnnig-democraten dan doen?
Dan sullen zij staan met den mond vol
tanden. Als gij gaat mobiliseeren, dan zal
*t zjjn oorlog, zeker, maar de klasse-oorlog
tusschen het kapitalisme en het proletariaat.
De VOORZITTERIk verzoek u daar
mede op te houden. Het begint langzamer
hand een beetje opruiend te worden.
De heer VISSER: U «reet, ik sprak als
communist.
De VOORZITTER:
niet toelaten!
De heer DE VISSERDan zullen «rij het
leger onbetrou«vbagr maken tegenover dc
bourgeoisie.
De VOORZITTERAls u zoo doorgaat,
ontneem ik u het woord.
De heer DE VISSER: Als jurist moest u
weten, dat ons hoogste rechtscollege die
Uitdrukking toelaatbaar heeft geoordeeld.
De VOORZITTER: Maar ik verzoek 'i.
niet voort te gaan met opruiende taal. U»-
tijd Is ook bijna om.
De heer DE VISSER, voortgaande, wordt
door den heer prof. Van der Bilt (11b.) ge
ïnterrumpeerd, die hem toevoegt: U mlslelot
het volk!
De heer DE VISSER Is bereid, met prof
Van der Bilt daarover te debatteeren voor
der massa. Hoe moeten we nu
dit wetsontwerp handelen? Met
Minister de Graaff beantwoordt
de interpellatie
minister van Koloniën, de heer DE
GRAAFF heeft In het rapport niet kunnen
ontdekken dat honderden personen ten on
rechte in Boven Dlgoel zouden zijn geïnter
neerd. De belangrijkste vraag acht spreker
deze, of een Instituut als een intemeerings
kamp mag voortgaan. Spreker meent dat dit
niet slechts mag maar moet voortgaan.
Een voordracht tot Instelling van een Indi
sche interdepartementale commissie is in
voorbereiding tot onderzoek naar een meer
geschikt oord voor intemeerlngsdoeleinden
De hee CRAMER dringt aan op hergevlng
van de volle vrijheid aan de door hem be
doelde personen, met hulp van de regeerlng
bij hun tewerkstelling in de vrije maatschap
pij
Ten slotte dient spr. de volgende motie in:
„De Kamer, gehoord de besprekingen In
zake het Boven-Digoelrapport. verzoekt den
minister van Koloniën te willen bevorderen,
dat spoedlig tot opheffing van het tatemee-
ringskamp aan den Boven-Digoel wordt over
gegaan, met vrijlating van de geïnterneerden
en hun terugzending naar hun woonplaats."
De heer Van BOETZELAER VAN DUB
BELDAM (C.-H.) vraagt, wat het ondersoek
naar een nieuw intemeeringsoord tot nu toe
heeft opgeleverd.
Spr. meent, dat het beter is dat de vrijge
latenen voorioopig met een zeer bescheiden
plaats genoegen nemen.
Oud-minister Van Djjk aan het
woord
De heer VAN DIJK (A. R.) heeft een
woord van waardeering voor den ^minister,
die onze maritieme middelen in zoodanigen
staat wil brengen, dat ze hun doelstelling
volkomen kunnen vervullen.
Hoofdzaak is voor spr dat het hier gaat
om de positie van de overheid in het open
bare leven, die door God is ingesteld on het
nationale leven te beschermen en te ver
dedigen.
De vorige regeerlng heeft voor den aan
bouw van nieuwe schepen belangrijk te
weinig gevraagd. Daardoor is een achter
stand ontstaan. Het peil ligt thans te laag.
De kruiser voldoet echter niet ten volle aan
de eischen, die gesteld mogen worden. Ook
spr. acht „Washlngton”-krulsers te kostbaar
voor ons budget. Maar beperkt men zich,
dan moeten de kruisers toch volwaardig zijn.
Een eenzame woestijn, overspannen door
I eert grijzen hemel, sneeuw in de lucht, sneeuw
op den grond, eenige bivakvuren, wat uitge
mergelde menschen, een akelig krassende
troep raven, die her- en derwaarts op de lij
ken neerstreken en een aantal bevroren men-
schelijke geraamten «rezen den droeven weg
I aan, dien men gevolgd had.
Het was de terugtocht uit Rusland, in 1812,
van het zoo goed als vernietigde, groote Fran-
sche leger. Voor een hut van planken, die iets
I beter ingericht scheen dan de andere hutten,
I brachten eenige adjudanten rapport uit. Ze
I zagen er somber, afgemat en ontmoedigd uit.
En terwijl ze stampvoetten van koude, gaven
I ze door schimpen en schelden op 't klimaat,
I op den oorlog, op den keizer zelfs, die daar
achter in de tent lag te, slapen, hun ontevre
denheid lucht.
Ze vreesden niet meer, dat de Keizer hen
I hooren zou. Alles was hun onverschillig. De
tucht en het moreel der troepen waren ver-
d«renen. Een der hooge bevelhebbers, 'n knap
man met open gelaat en zwarte krulharen,
met gescheurde uniform en met slijk bedekte
laarzen, keek met treurigen blik naar z’n el
lendig uitziende kleedij. Het was Joachim
Murat, Koning van Napels en zwager van
Napoleon.
„Het is wel de moeite waard Koning te
I zijn, als men zulke vodden aan zijn Hjf heeft",
mopperde hij; „de armste bedelaar in mijn
rijk ziet er beter uit dan ik. Overwonnen zijn,
I uitgehongerd, bevroren en uitgeput, dat is al-
I lemaal niets, maar er uitzien als een schooier,
dat is erg."
Al de officieren, die om hem heen stonden,
I zagen er al even gehavend uit als hun chef.
Nog was Koning Murat aan 't mopperen,
toen hij twee adjudanten zag naderen, die
eenvoudig, doch zeer netjes gekleed waren.
De eene had een gladde, pas geschoren kin.
I de andere droeg een paar prachtige blinkende
laarzen, de eerste was graaf Narbonne. oud-
I minister van Koning Lodewijk XVI, de an-
I dere de markies Armand de Saint-George, de
zoon van een generaal.
„Wat drommel!" riep Murat; „hoe leggen
jullie het toch aan om altijd op 't rapport te
komen, alsof je uit een glazen kast kwam?"
„Alle eer aan m'n oppasser, sire,” ant-
I woordde de graaf.
„En die van u. markies, is zeker ook zoo'n
prachtmensch, niet?”
„Neen slre, de arme Michel werd bij Mos
kou doodgeschoten.”
,Jiu," hernam Murat, „ik zou m’n ko
ninkrijk «rillen geven voor zoo'n paar prach
tige laarzen."
.Dat kost u alleen een doosje schoensmeer
en een borstel."
<Maar wie poetst uw laarzen
mooi?"
\Jk zelf, sire."
„Wat zegt u daar?”
„O, dat is niet de eerste maal," lachte de
markies, „toen ik nog jong was heb ik al de
laarzen gepoetst van een zeer voornaam ge
zelschap."
„Waar was dat?”
„Op het kasteel van m'n vader, zoo wat
vijf en t«rintlg jaar geleden."
„Vertel ons daar wat meer van mijnneer
de markies; dat zal een aardige tljdpassee-
ring zijn, want de keizer schijnt vooreerst nog
niet wakker te worden.”
„Ongeveer een kwart-eeuw geleden", zoo
begon Armand de Saint-George. ..kreeg ik op
zekeren dag voor de eerste maal een geweer
in handen en mocht ik deelnemen aan de
jacht. Ik «vas daar niet weinig trotsch op. Het
sneeuwde bijna even hard als vandaag, maar
het was minder koud. Toen ik 's avonds thuis
kwam, was ik van onder tet boven met sl.-jk
bedekt, maar vol geestxi. ii'
's Morgens «vas k al vroeg uit de veeren om
weer op tijd op jacht U kunnen gaan. Ik was
kant en klaar en wa htle nog slechts op m n
laarzen. Toen de ta"rz»n lang )’<»hie«ren,
werd Ik nijdig op den ouden Jozef, die behalve
de mijne, ook de laarzen van nog een twaalf
tal andere personen moest verzorgen. Vol on
geduld verliet ik m'n kamer en riep, mij over
de trapleuning heen buigend:
„Jozef, waar blijven m’n laarzen toch? Ik
«vacht er al een half uur óp. Je bent toch
niet in slaap gevallen?''
De oude getrouwe, die me van kindsbeen af
gekend had riep met gedempte stem om de
andeie huisgenooten niet «rakker te maken:
^De sneeuw ligt een voet hoog, mijnheer
Armand, en er is geen christen me nsch. in
wiens brein het zal opkomen om vandaag
naar de bosschen te gaan, 't Is goed om u een
ziekte op den hals te halen.”
Het was een wijze, raderlijke raad van den
ouden Jozef, maar een raad, die me niet be
viel en ik antwoordde droogjes:
„Ik vraag je niet om raad, maar m'n laar
zen, die je al lang klaar had moeten hebben.
In plaats van ze te poetsen, heb je zeker ge
slapen."
Nauwelijks had ik deze booee woorden
geroepen, of daar hoorde ik in 't benedenhuis
een welbekende stem m’n naam roepen. Ik
ging dadelijk naar beneden, want het was’
de stem van m'n vader, die door klein en
groot zeer gevreesd was.
M n vader stond mij in nachttoilet, in de
deur van z'n slaapkamer op te wachten.
„Wie heeft je verlof gegeven m'n bedienden
te commandeerenr\ vroeg hij kalm. ,JZ(jn ze
misschien in uw dienst, mijnheer? En waarom
spreekt ge een oud dienaar zoo ruw en barsch
aan? Weet je niet, dat je hier in huis niets
te zeggen hebt? Misschien zal je later kunnen
bevelen, maar daarvoor moet men eerst lee-
elkaar, zal men op een uitgave van 1.7 mü»
Hard «tuiden mo-t-n rekenen.
Doch zelf' daarmee zjjn we niet klaar. We
moeten ook., nu d" r”' 'en wct i. daar
voor andere vervoerTn,'’'’«*'en, in de eerste
p’aats vrachtauto’s hebben.
Hoeveel zouden er noodlg zijn? Dat wordt
weer een lastige berekening.
Nemen we de cijfers voor Loblth het eerst.
Daar is het vorig jaar gepasseerd 77.157 000
ton. z j
Het vrachtvervoer staat op Zon- en Feest
dagen geregeld stil, een vrachtauto moet,
zopwel als een schip of spoorwagen, soms
worden nagezien en gerepareerd, trekken
daarvoor te zamen 65 dagen, af, dan blijven
er 300 werkdagen over. Een vervoer van ruim
77 millioen ton in het jaar. zou dan per dag
ongeveer 257.000 ton bedragen. We meenen
dat de nieuwste vrachtauto's van Ford 2 ton
vervoeren, derhalve zouden voor dit vervoer
128.500 auto’s noodlg zijn of 64.250 in elke
richting.
Dat zouden heele slierten «vorden. als die
achter elkaar reden! Wanneer de onderlinge
afstand 20 M. is en minder zal toch niet
raadzaam zjjn dan krijgen we een lengte
van 1285 KM De afstand van Zevenaar naar
Rotterdam is 124 KM.
Ging het heele vervoer per spoor met volle
treinen van 60 eenheden en wagons van 15
ton. dan had men 290 treinen noodlg en zelta
met 20 tons «ragpns 220 treinen. Dit alles
natuurlijk boven/ het bestaande vervoer.
Of nemen we een ander ,punt. Door de
sluis te Utrecht in het Meraede-kanaal pas
seerden 21.951.000 ton of 73000 per werkdag.
Hiervoor waren 36500 auto’s noodlg of m.a.«r.
aaneensluitende rijen vati Utrecht naar Am
sterdam en van Amsterdam naar Utrecht.
Het blad berekent dvi
te water en komt tot de
zouden zijn 218.750 vrachtauto's,
vervolgt:
Zoö’n 2 tons Ford met opbouw komt naar
dhs mèegedeeld is, ongeveer op 2400 en zoo
zullen die ook een uitgave van 525 mtinnen
Vragen.
Verder zijn de exploitatiekosten ran derge-
Hjke auto's toch met bediening banden, ben
zine, onderhoud, wegenbelasting enz. min
stens 12 ct. per KM.
Het vervoer van b.v. 2 ton suiker van Gr>-
ningen naar Amsterdam (217 KM.) zou dus
26 kosten welnu, de vracht per schip is
tegenwoordig 2.25 per 2 ton
Van Ruhrort naar Rotterdam zal ruim 300
K.M. zijn. Het vervoer per ton <ou dus op
12 komen de schepen werden te Ruhrort
de vorige week bevracht voor f 0.30 per ton.
Het advies van den heer Ford hoe gced
natuurlijk bede» d. zal vooreerst neg wel niet
worden opgevolgd.”
Men kent de uitspraak van Henry Ford,
toen hij hier onlangs *n strook «rater van *n
paar honderd K. M. had gezien alsmede 't z.L
langzame vervoer te «veter: „Dempen die
zaak. Auto’s en wegen."
Het orgaan der schippersvereenlging
„Schuttevaer” heeft eens een berekening ge
maakt van de onkosten, die de uitvoering van
Ford s consigne zou meebrengen, alsook en
kele cijfers geponeerd in verband met de
eventueele toekomstige vervoermethode per
Ford-auto.
We ontleenen aan genoemd orgaan de vol
gende interessante gegevens, die tegelijkertijd
een karakteristiek beeld leveren van het
enorm vervoer te water:
„Wij hebben heel wat vaarwaters in ons
land." „In de door het Ministerie van Water
staat uitgegeven „Wegwijzer voor de Binnen
vaart" worden 7498 KM. beschreven. Daar
bij zijn echter 1155 KM. rivieren (waarvan
320 K.M. riviermond) en met permissie
van den heer Ford zouden we die «vel on
gedempt «rillen laten, zoodat er voor dempen
6313 KM over blijft.
Eigenlijk zijn we er daarmee nog niet, «rant
de landbou«vvaarten. veenwjjken en derge-
Hjke zijn boven niet bijgeteld. Zij
zeker een lengte van 1000 KM.
Daar zal heel wat zand voor noodlg zijn!
Wel is waar, hebben niet alle kanalen af
metingen als b.v. het Merwedekanaal. maar
we mogen toch «rel op een gemiddelde
breedte op kanaalpeil rekenen van 20 M. en
ren gehoorzamen. Poets zelf je laarzen, jong-
mensch, en zorg dat ze blinken als een spie
gel."
Vol eerbied voor m'n geduchten maar ook
goeden vader, gehoorzaamde ik zonder mor
ren en ging naar Jozef, die heel wat ran me
te hooren kreeg. Maar de brave man sprak
me niet tegen en had medelijden met me. Hij
haastte zich m'n eerste laars af te werken.
En toen ik de andere met tegenzin aanpakte
om ze te poetsen, maakte hij ze zachtjes uit
m'n handen los en begon ze zelf te poetsen,
zonder dat ik protesteerde.
„Is dat de manier, waarop je je rader ge
hoorzaamt?"
Verschrikt keerde ik me om, terwijl Jozef,
niet minder ontsteld, zjjn borstel liet vallen.
M'n vader, die me stilletjes op z'n pantof
fels gevolgd was, keek ons met strenge blik
ken aan.
„Verschooning. mijnheer de markies," sta
melde Jozef, terwijl hij z'n borstel opraapte.
Mijn vader zei niets en deed hem geen
enkel verwijt. Maar hij trok den borstel uit
zijn handen en gaf dien aan mij,.terwijl hij
met z'n vinger op de rij laarzen wees, die
nog gepoetst moesten worden.
.Deze plaats verlaat je niet," beval hij,
voordat alle laarzen gepoetst zijn en goed
ook. Kom Jozef.”
En hij liet me alleen met vier en twintig
laarzen en een grooten pot schoensmeer.
In 't begin «vas ik wanhopig. Ik had er
zóó op gerekend om op dit zelfde uur, gevolgd
door mijn hond en het geweer ep den schou
der, door de bosschen te dwalen. Met al dat
werk zou ik nooit klaar komen. 1 Was on-
noodig het ónmogelijke te beproeven. Maar ik
kon toch ook niet gevangen in die kamer blij
ven. te meer daar het een prachtige dag «verd
en de Jacht veel beloofde.
Na lang zuchten en klagen pakte ik einde
lijk den borstel en begon te krabben, te wrij
ven en te borstelen als een bezetene. Maar Ik
was zeer onhandig, want ik had nog nooit
schoenen gepoetst. Nu eens schoot de laars
uit m’n handen, dan weer de borstel,
maakte m’n manchetten «ruil; m'n gezicht
zag er uit als dat van een schoorsteenveger.
Maar er is geen enkel werk dat ondank
baar stemt, als men er zich met hart en ziel
aan geeft. Langzamerhand kwam ik tot de
bevinding dat het poetsen me beter afging.
Ik had veel moeite met de laarzen blinkend
te maken, want het leer was nat. Doch door
rusteloos «vrijven en borstelen kwam de glans
er eindelijk op.
Zooals ik daags te voren de neergeschoten
patrijzen netjes op rjj naast elkaar gelegd
had. zoo zette ik nu met dezelfde zorg de
gepoetste laarzen op een rü naast elkander.
Als een generaal z’n soldaten, zoo inspec
teerde ik nu mijn gepoetste laarzen. Ze blon
ken als 'n spiegel. Terwijl ik met aandacht
keek, zag ik m’n vader weer in de deur ver
schijnen.
HU lachte en zei vriéndelijk
„Zoo is het goed, Armand. Ik ben tevreden
over je. Deze les zal niet tevergeefsch voor je
geweest zijn. Je hebt vanmorgen drie dingen
geleerd: le dat men eerbied verschuldigd is
aan z'n oversten en achting aan z'n minde
ren; 2e dat, wat men zelf doet, in den regel
het beste gedaan wordt; 3e dat men smaak
krijgt, ook in 't schoenen poetsen, als men het
met ijver en lust doet. Bovendien, «rie «reet of
hetgeen je nu geleerd hebt, je later niet te
pas kan komen."
En inderdaad, zoo eindigde de markies z’n
verhaal; „het is me ook te pas gekomen. Want
gedurende m’n ballingschap heb ik op straat
in Londen de schoenen der voorbijgangers
blinkend gepoetst en daar m'n brood mee
verdiend.”
Een algemeen gelach volgde en toen Napo
leon, die Juist zijn tent verliet, belangstellend
vroeg: „Waarom die vroolijkheid. mijne hee
ren?” antwoordde de koning van Napels: „om
een paar laarzen, Sire.'