^Binnenlandsch Nïeinvs Voor de Huiskamer DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASSEN EN TRIJNTJE DE KATHOLIEKEN EN HET VLOOTPLAN Ifè 0.88 8.70, 230, kool LG. 4.70 2.85 lem sters en TWEEDE KAMER Autostraat BerlijnAmsterdam Rijksbegrooting voor 1931 m (VS 1 Ford’s dempingsplannen LANDBOUW EN VEETEELT De Meelacciins ^77 - Voorioopig Verslag Buitenlandsche zaken o Het standpunt der Katholieken Het Vlootplan Zuiderzee-steunwet Rede van den heer Ch. L. van de Bilt -LM*1 afgezien van al die honderden mll- lloenen zien we ook nog niet in. dat de auto’s zooveel economischer zjjn. Integendeel. Voor die 218.750 auto’s, die elk 300 dagen per jaar rijden, heeft men toch minstens 250.000 man bediening noodlg. terwijl nu onze heele bin nennart stellig niet meer dan 40.000 eischt. die ook nog gemiddeld niet zooveel verdienen als chauffeurs. Om een paar laarzen en een De heer Marehant aan het woord schikbare financiën Voor otm defensie kun- Ik Een mmiarden-saak 5 uur 80 ge il et verroer te water in Nederland enorm t dan zoo De hebben Ja, maar ik kan 1 DO I «U «17. 818. i t a r Boven-Digoel krijgt de heer het geheele vervoer slotsom dat noodlg Het orgaan tuning bij de iet de t Ko- reurd, ireazte hoog- dsche Carp. ino: fitte Gele >een ot- 60, M. MS 174 ■rk tr- «1 M. Boven-Digoel zijn gezonden, volstrekt niet op het rapport-Hlllen berust. Wat de motie van den heer Cramer betreft moet spreker zich aansluiten b(j degenen, die de aanneming ervan ontraden. Te half één wordt de vergadering verdaagd tot vanmiddag één uur. Wederom bespreking door de zes bakkersorganisaties ing. roer □en tooi ■ni- lut- «1, 35, ooi M. ote ten la- u- □- ot ie n o n s, d 1930. oma- 10.10. uizen □hel- Jelne -150, 1330, .40— 4600 Vitte Kool -2.40, Nep 6800 >pel- lerd. voer ïan- f 34 426. >ber. 50— wester rreeni- n een gdurig i bur- Ueum- vette 1.02; icht; kent .63— af o; 66 0; irovtn- nschen ■n tien he en romen, tedood, ▼rijge- te ver is van geenerlel en wel om de reden, dat het hoofdverkeer van Nederland uit nu reeds via Ekuchede OlanerbrugGrouau naar Dultachland gaat. Ook de burgemeester van Ochtrop hield een warm pleidooi voor de route over En schede. Tenslotte besloot de vergadering krachtig te Ijveren voor een autostraat via GronauOlanerbrugEnschede. Een com missie werd gevormd, welke nadere stappen b(j de Duitsche regeerlng zal doen. dit wetsontwerp zullen wij als het aangenomen is, leger, in de bedrijven. te Genève aangenomen. Intusschen betreur de men het. dat het Volkenbondswerk tot dusver zoo weinig belangrijke resultaten heeft opgeleverd In de avondvergadering CRAMER (S.D.) het woord tot het houden zijner Interpellatie naar aanleiding van het rapport van het lid van den Raad van Indlë, den heer Hlllen. Inzake Boven Dlgoel en om trent eventueele plannen der regeerlng om het intemeeringskamp op te heffen. Spr maakt eenige opmerkingen over den gezondheidstoestand in Boven-Digoel alsmede over de pogingen om daar een landbouwkolo nie te vestigen, doch daarvoor is de streek ge heel ongeschikt. Een aantal menschen zijn er aan zwart waterkoorts overleden. Spr. dringt aan op de invrijheidstelling van de 412 door den heer Hlllen bedoelde perso nen, maar bovendien op die van een paar honderd onverzoenlljken" en daarna zoo spoedig mogelijk alle overigen. Het argument, dat de vriilatlng van honderden geïnterneer den de politie last zou bezorgen, acht spr. niet steekhoudend. Toen de roevers na heel veel drinken, in diepen slaap waren geraakt, werd het vliegtuig uit het hol genomen n voor het vertrek gereed gemaakt. Jan, Piero, Trjjn. Duim, Hein Driepoot hielpen en behulpzaam was de .ooversvrouw. Zij was erg blij, dat zjj ook meemocht en .oor bet eerst een vliegtocht maken zou. Besprekingen te Münster. Nederland en Deltochland Verscheiden leden brachten de handels politiek ter sprake, door Dultachland ge volgd. Uitvoerige beschouwingen werden ge houden over de zoogenaamde particuliere overeenkomst met Finland. Het wilde den leden, hier aan het woord, voorkomen, dat de verhooging van het invoerrecht op onze boter niet zonder meer behoeft te worden aanvaard. Andere leden vroegen ot het juist is, dat Duitschland den doorvoer van Nederlandsen vee naar Zuid-Slavië en TSjecho-BlowakUe weigert en zoo ja, welke houding de regee rlng dan te dezen aanzien heeft aangeno men at denkt aan te nemen. Dezer dagen is te Münster (Westfalen), op uitnoodlging van het stadsbestuur, ucu vergadering gehouden van vertegenwoordi gers van gemeentebesturen, welke belang hebben bij de ontworpen autosrtaat Berlijn Amsterdam. Behalve afgevaardigden van de Westfaalsche K v. K, waren ook verte genwoordigers van het gemeentebestuur van Enschede en van Enschedesche Mldden- standsvreenlgingen aanwezig. De voorzitter, de Münstersche Stadtrat dr. Engelmeier. wees er op, dat volgens het nieuwe, door het Duitsche Rljksverkeers- ministerie ontworpen plan, de route van den autoweg van Osnabriick, Rlrelne. Benthelm en Oldenzaal zal loopen. De Enschedesche afgevaardigden betoog den de wenschelijkheid van wijziging der route, daar hierbij de grootste Nederland- sche grensstad niet wordt aangedaan, ter wijl bovendien een omweg wordt gemaakt. Het plan bestaat om van Enschede uit naar Deventer een groote autostraat te bouwen De heer VAN KEMPEN (VU.) meening, dat de motle-Cramer grond vindt in het rapport-Hlllen. Spr. ont raadt dan ook de aanneming dier motie. De heer JOEKES (V.D.) had gewild, dat men gewacht had tot de Volksraad deze zaak had behandeld. De voorzitter heeft echter de interpellatie dezen avond willen afdoen. Wat de motle-Cramer betreft, gelooft spr., dat moet worden afgewacht wat de Volks raad er van zegt en dat het ook niet aangaat deze motie aan te nemen, zonder dat de In dische regeerlng er in is gekend. Spr. ont raadt daarom de aanneming van die motie. De heer DE VISSER is overtuigd dat al len. die in den Boven-Digoel zitten, daar onschuldig zjjn heen gebracht. Juist daarom zitten rij er namelijk. Verschenen is het Voorioopig Verslag der Tweede Kamer betreffende hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 131. Vele leden wenschten de regeerlng VIJFTIEN ZES 22 OCT. woord van hulde niet te onthouden voor de houding door haar in het afgeloopen jaar De Boven-Digoel is een verschrlkklngs- oord, gespeend van alle humaniteit. Een I oord, dat onmlddelljjk als verblijf voor men schen dient te worden opgeheven. Spr. dient de volgende motie in: .De Kamer, gehoord de besprekingen om trent Boven-Digoel, als gevolg van de toe passing van de exorbitante rechten, van oor deel. dat oogenblikkeljjk maatregelen tot op heffing van het intemeeringskamp en tot vrijlating van de geïnterneerden moeten worden genomen, dat de exorbitante rechten moeten worden ingetrokken en dat algeheele I amnestie moet worden verleend aan alle po litiek veroordeelden, gaat over tot de orde van den dag". Daar deze motie alleen door den heer Wijnkoop wordt ondersteund, kan zij niet in behandeling, worden genomen. De heer FEBER (R. K.) betoogt, dat de heer Cramer het rapport-Hlllen op zooda nige wijze heeft uitgelegd dat het in zijn kraam paste. Spr. simt zich aan bU het rapport van den heer Hlllen, waar hij een meer geschikte gelegenhe.d voor kolonisatie bepleit. Spr. hoopt dat de geïnterneerden zoo spoe dig mogel’Jk naar een gezonder klimaat zul len worden overgebracht. De heer BEUMER (A.-R.) gelooft dat het beter ware geweest, dat deze interpellatie thans niet ware behandeld, ja nog beter, dat zij niet ware toegestaan. Aan een motie heeft spr. geen behoefte, al is de motle-Cramer doodonschuldig, want het is ook sprekers meening. dat de geïnter neerden zoo spoedig mogelijk moeten worden vrijgelaten en dat het intemeeringskamp zoo spoedig mogelijk moet worden opgeheven. Minister DE GRAAFF constateert dat de bewering, als zouden onschuldigen naar den bet front tegenover bet petitionnement is niets bereikt. Als men die 1 mllltoen onderteekenaars had ge organiseerd in den strijd, dan stond de zaak anders, moeten vooral overal. De VOORZITTER, hamerend: Als u ZOO Voortgaat, ontneem ik u het woord I De heer DE VISSER: Overal «vaar wil de massa's kunnen bereiken. (De voorzitter na - teert zoo krachtig, dat het verdere ran de woerden van den beer De Visser verloren gaat). Tegen strijden in het De heer VAN^DE BILT (R.K.) wenscht het standpunt der Katholieken ten opzichte van deze materie nog eens uiteen te zetten. Er is zeker geen meer vredelievende partij dan de Katholieke. Dit vloeit uit haar ge loof en haar beginsel voort. Als wij stem men voor defensie-ultgaven. dan is <®t in het belang van orde en rust. Wij beschou wen deze uitgaven als die voor justitie en politie, die nu eenmaal, helaas, niet te ver mijden zijn. De militaire uitgaven moeten beperkt blijven tot het noodzakelijke, zegt het Katholiek program. Doch dat noodzake- Hjke moeten wij dan ook voteeren. M/e erken nen ook voor den Staat het recht van zelfverdediging. We zijn voor gelijktijdige ontwapening van alle landen, doch niet voor eenzijdige ontwapening. In dit opzicht zijn de buitenlandsche sociaal-democraten het met ons eens. Men zegge niet: Nederland is een klein land. Het is nog altijd de derde koloniale mogendheid. Als Nederland en Indlë onbeveiligd zouden zijn, dan zouden deze Juist een gevaar opleveren voor den wereldvrede. Wij achten een vloot voor Indlë noodzake lijk voor verdediging en voor vlagvertoon. Het gebeurde op Curacao heeft aan ons pres tige in Zuid-Amerika afbreuk gedaan. Aan de plannen van den minister is men niet gebonden, men kan er bij verandering van omstandigheden van afzien. Is het voor gestelde doelmatig? We hebben de laatste vier of vijf jaar voldoende lectuur daarover gekregen van deskundige zijde. Willen we over twee kruisers geregeld kunnen beschik ken. dan moeten we er drie hebben. Het ts de bedoeling, dat het personeel van het eene schip, dat in herstelling is, op het andere overgaat. Het personeel moet ook geoefend kunnen worden op modern materieel. Een vast aan- bouwplan geldt voor alle buitenlandsche marines van eenige beteekenls reeds sinds jaren. Het schema acht spr. zeer goed op gezet. Het geeft een antwoord op de vraag wat we binnen het raam der daarvoor be Verbonding België Verschillende leden vroegen in welk sta-£ dlum zich de onderhandelingen met België thans bevinden. In de vorige Troonrede werd de verwachting gewekt, dat de op lossing in het verschiet was. Dit jaar is in dit staatsstuk over deze zoo noogst belang rijke kwestie gezwegen. Verschelden leden hadden den indruk gekregen, dat de deel neming van Nederland aan het eeuwfeest der Belgische onafhankelijkheid een goeden Invloed heeft gehad op de betrekkingen tusschen deb eide buurtstaten, waardoor 'n gunstige atmosf eer voor gemeen overleg is geschapen. Deze leden gaveti uiting aan hun waardeering over de onderscheiding, waarmede de vertegenwoordigers van 1 Ne derland in België, met name ook door deti koning, zijn ontvangen. Andere leden zou den de genoemde deelneming meer hebben kunnen «vaardeeren. Indien zij een in 1931 gevierd onafhankelijkheidsfeest had betrof fen. De vraag werd gesteld of 't de regeerlng be kend is. welk gevolg aan de plannen tot het graven van een kanaal Lulk-Antwerpen is gegeven. Dit is van groot belang voor de watervoorziening van het Juliana kanaal. De hier aan het woord zijnde leden wil den er voorts op wijzen, dat het «vellicht niet in alle opzichten juist is, de kwestie van het Moerdijk kanaal geheel als een af gedane zaak te beschouwen. Verscheidene leden verklaarden met be langstelling te hebben kennis genomen van het feit, dat op de begrooting van .Water staat gelden zijn uitgetrokken voor de ver betering van het Hellegat en van het Ka naal door Zuid-Beveland. «vaardoor aan de van Belgische zijde geopperde bezwaren te gen den vaarweg tusschen Rijn en Schelde op breede wijze wordt tegemoet gekomen. Jan en Jokko gingen weder het hol in. door de roovers- vrouw vergezeld. Ze wees de schuilplaats aan, «vaar de movers verborgen nadden al het geld. „Wat zullen zjj", zei Jan. op hun neus kijken „als zü zien wat is gebeurd Zij hebben zoo vaak anderen geld ontnamen, nu kriige*- zjj zelf een beurt." Bmvri. De heer MARCHANT (V. D.) betoogt, dat, wat tegen dit petitionnement is aan- gwoerd. aangevoerd kan «voeden tegen elk petitionnement bij elke gelegenheid. Ook het petitionnement van „Kerk en Vrede" kan nipt op zijde geschoven worden. Men heeft den mond vol van internatio nale ontwapening, doch wil de bewapening in evenredigheid brengen met die der groote koloniale mogendheden. Voor de verdediging echter der onafhankelijkheid is het hier aangevraagde bij verre na niet voldoende. Spr. acht het aangevraagde geld verspil ling. Spr. erkent, dat de minister voor groote moeilijkheden staat. Onder de gegeven om standigheden kan een rechtsch minister van Defensie niet anders doen dan over de zaken met zekere blijmoedigheid heen loopen. De argumenten voor de nationale ont«vapenlng zijn sterk. Er heeft een ommekeer plaats in de publieke opinie. De heer DE VISSER (C. P.) zet het standpunt van het communisme uiteen ten opzichte van het mllitairisme. Dit ontwerp bevestigt weer het standpunt der commu nisten, dat binnen de orde van het kapita lisme ontwapening ónmogelijk is. Dit wetsontwerp is er op uit er op aan te sturen, dat ook wij in een contra-revolu- tionnairen oorlog tegen de Sovjet-Unie kun nen deelnemen. Spr. wenscht dit wetsont werp te zien zooals het is: een versterking der militaire machten van de bourgeoisie tegen bet proletariaat en tegen de Sovjet- Unie. Aan de orde is de voortzetting van de algemeene beraadslagingen van het wetsont werp tot verhooging van het achtste hoofd stuk der Rijksbegrooting voor 1930 (koeten van een kruiser en van een flottllje-vaartuig). De heer LINGBEEK (H.G.8.) betoogt dat de waarde van het petitionnement zooals nu gehouden is. slechts zeer betrekkelifk is Zou men alle Nederlanders eens hebben laten stemmen, dan zou ongetwijfeld de meerder heid het voorstel hebben af gestemd. Liet men hetzelfde doen over belastingverlaging, dan sou spr. zich ook terdege moeten bedwingen om ook niet vóór te stemmen. Het parlement blijft echter verantwoordelijk. Zoolang andere regeeringen nog de wapenen niet hebben af geschaft, moeten «rij niet doen alsof de wereldvrede reeds een feit is. Een rechtge aard huisvader zal zich te weer stellen als men zijn huls tracht binnen te dringen. Zoo ook moet Nederland zich niet rustig laten kraken, maar zich tegen een onrechtmatigen aanval verdedigen. Ieder, ook de staat, die aangevallen wordt, heeft het volste recht zich te verdedigen. Het flottlljevaartulg, voor Curaqao bestemd, is geen oorlogsschip, maar 'n vredesschip. De anti-mllltalristen zullen hiertegen geen be swaar kunnen maken. Laat de Minister dit schip dan niet naar een oorlogsheld noemen, maar bij voorbaat naar een vredesapostel als den heer Marehant. De beer DUYMAER VAN TWIST (A. R is verheugd, dat de minister thans volgens een vast plan met den vlootbouw te werk wil gaan. Wanneer Engelsche arbeiders protesteeren tegen den vlootbouw. legt de arbeidersregee- ring die protesten rustig naast zich neer en de Duitsche soc.-dem. hebben en bloc ge stemd voor den bouw van een pantserkruiser en zij deden het met enthousiasme. Waar om maken de Nederlandsche s. d. dan zoo*n kabaal als de regeerlng eenvoudig haar plicht doet? De Engelsche arbeidersregee- ring set 20 oorlogsschepen op stapel. Wat wil men hier dan met eenzijdige ontwape ning? nen doen. Het voorgestelde flottieljevaartuig ter ver dediging ven West-Indië acht spr. rationeel. Spr. zou den minister «rillen vragen, nog twee Z-booten te Curacao te statlonneeren of een paar motorbooten met politiepersoneel om dï riffen af te patrouflleeren. We zullen goed doen dit voorstel, dat de Volksraad met 34 tegen 13 stemmen accep teerde. goed te keuren. De vergadering wordt te schorst. op een diepte van 4 M Per strekkenden meter zau dan 80 M3, zand noodlg zijn, of voor dis 6313 KM. 805.000000 M3. 1 Is de vraag, waar men al dat zand mos* krijgen. De geheele Veluwe en-al onze duinen zullen er wel aan gelooven moeten. Men krijgt daarenboven alz die specie ook niet voor een vriéndelijk gezicht. We zijn leek op dit gebied, maar laat ons zeggen voor 2.80 per M3., dan wordt dit IK milliartl gulden. Onze binnenschepen zijn dan ook niet meer nocdlg. Feitelijk behooren die vergoed ts worden. Laat ons aannemen dat «re 12 000 binnenschepen hebben met een gemlddel.te waarde van 8000.we slaan er maar een slag naar dat vraagt dan ook «veer 100 mtllioen. Maar, dan komt er nog iets bij. Ford «ril voor die gedempte vaarwaters breede, moder» ne autowegen hebben en nu moeten «SB weer onze o->r*- 'dleheid bel'Men 1. t kost dat toch 50 per strekkenden meter of voor die 6313 K M. 315 000 000/ Dan m'len al'e schlpn-rs. haven- en ka- naalbeambten. sluis- en brugwachters ver dwijnen en die allen kunnen toch niet tc* chauffeur nromoveerendie moeten ten dee.e ook schadeloos rerteld worden Verder krijgt men In den re'rel nog. overbouw, alles b0 Aan de orde is eindstemming over het wets- «mtwerp tot wijziging der Zuiderzee-steunwet De heer KERSTEN (S. G. P.) zegt, dat hoewel bij zijn fractie bezwaren zijn blijven bestaan, zij niet zal tegenstemmen, nu de minister heeft toegezegd de rechten van de erfgenamen te zullen overwegen b(j de vast stelling van den algemeenën maatregel van bestuur. Het wetsontwerp wordt aangenomen met TO tegen 2 stemmen, die der comi4>nlsten. Gistermiddag is wederom een gecombi neerde vergadering gehouden van de zes samenwerkende bakkersorganisaties, waar het voorstel-SnapperGojdeket, nl. om de regeerlng te adviaeeren in plaats van een maalgebod, een accijns op meel ad 0.25 per baaltje van 50 KG. in te voeren als steun maatregel voor de tarwecultuur, nogmaals besproken werd Ondanks langdurige ge— dachtenwissellng werd wederom geen over, eenstemmlng bereikt. Er «rerd thans een klein werkcomité Ingesteld, dat in overleg zal treden met den minister. Tot leden van dit comité benoemde de ver gadering de heeren Hetzel. (Groot-Werk- gevers). Hendrix <R. K Bakkersbond), AL tena (Christelijke Bakkersbond), Snapper (Bond van Werkgevers In het Israëlietisch Bakkersbedrijf' en Van Noppen (Ned. Bak kersbond). De organisaties zullen hun volgende bijeen komst houden Vrijdag as te 's-Gravenhage. Vergadering van Dinsdag Incidenten Men heeft in den verkiezingstijd allerlei punten op het program geplaatst; maar over wat men wel voornemens was, heeft men niet gesproken, waarschijnlijk onder de lei ding, mijnheer de voorzitter, van uw leider, den meest geraffineerden politicus. De VOORZITTER: Ik kan die uitdrukking niet toelaten. Ik roep u tot de orde. De heer DE VISSER: Als er oorlog komt, zullen wij be«rijzen. «rie den wereldvrede werkelijk willen. Wij spreken geen mooie woorden over ont«vapenlng als er geen vuil tje aan de lucht is. Maar wat zullen de sociaal- en vrijztnnig-democraten dan doen? Dan sullen zij staan met den mond vol tanden. Als gij gaat mobiliseeren, dan zal *t zjjn oorlog, zeker, maar de klasse-oorlog tusschen het kapitalisme en het proletariaat. De VOORZITTERIk verzoek u daar mede op te houden. Het begint langzamer hand een beetje opruiend te worden. De heer VISSER: U «reet, ik sprak als communist. De VOORZITTER: niet toelaten! De heer DE VISSERDan zullen «rij het leger onbetrou«vbagr maken tegenover dc bourgeoisie. De VOORZITTERAls u zoo doorgaat, ontneem ik u het woord. De heer DE VISSER: Als jurist moest u weten, dat ons hoogste rechtscollege die Uitdrukking toelaatbaar heeft geoordeeld. De VOORZITTER: Maar ik verzoek 'i. niet voort te gaan met opruiende taal. U»- tijd Is ook bijna om. De heer DE VISSER, voortgaande, wordt door den heer prof. Van der Bilt (11b.) ge ïnterrumpeerd, die hem toevoegt: U mlslelot het volk! De heer DE VISSER Is bereid, met prof Van der Bilt daarover te debatteeren voor der massa. Hoe moeten we nu dit wetsontwerp handelen? Met Minister de Graaff beantwoordt de interpellatie minister van Koloniën, de heer DE GRAAFF heeft In het rapport niet kunnen ontdekken dat honderden personen ten on rechte in Boven Dlgoel zouden zijn geïnter neerd. De belangrijkste vraag acht spreker deze, of een Instituut als een intemeerings kamp mag voortgaan. Spreker meent dat dit niet slechts mag maar moet voortgaan. Een voordracht tot Instelling van een Indi sche interdepartementale commissie is in voorbereiding tot onderzoek naar een meer geschikt oord voor intemeerlngsdoeleinden De hee CRAMER dringt aan op hergevlng van de volle vrijheid aan de door hem be doelde personen, met hulp van de regeerlng bij hun tewerkstelling in de vrije maatschap pij Ten slotte dient spr. de volgende motie in: „De Kamer, gehoord de besprekingen In zake het Boven-Digoelrapport. verzoekt den minister van Koloniën te willen bevorderen, dat spoedlig tot opheffing van het tatemee- ringskamp aan den Boven-Digoel wordt over gegaan, met vrijlating van de geïnterneerden en hun terugzending naar hun woonplaats." De heer Van BOETZELAER VAN DUB BELDAM (C.-H.) vraagt, wat het ondersoek naar een nieuw intemeeringsoord tot nu toe heeft opgeleverd. Spr. meent, dat het beter is dat de vrijge latenen voorioopig met een zeer bescheiden plaats genoegen nemen. Oud-minister Van Djjk aan het woord De heer VAN DIJK (A. R.) heeft een woord van waardeering voor den ^minister, die onze maritieme middelen in zoodanigen staat wil brengen, dat ze hun doelstelling volkomen kunnen vervullen. Hoofdzaak is voor spr dat het hier gaat om de positie van de overheid in het open bare leven, die door God is ingesteld on het nationale leven te beschermen en te ver dedigen. De vorige regeerlng heeft voor den aan bouw van nieuwe schepen belangrijk te weinig gevraagd. Daardoor is een achter stand ontstaan. Het peil ligt thans te laag. De kruiser voldoet echter niet ten volle aan de eischen, die gesteld mogen worden. Ook spr. acht „Washlngton”-krulsers te kostbaar voor ons budget. Maar beperkt men zich, dan moeten de kruisers toch volwaardig zijn. Een eenzame woestijn, overspannen door I eert grijzen hemel, sneeuw in de lucht, sneeuw op den grond, eenige bivakvuren, wat uitge mergelde menschen, een akelig krassende troep raven, die her- en derwaarts op de lij ken neerstreken en een aantal bevroren men- schelijke geraamten «rezen den droeven weg I aan, dien men gevolgd had. Het was de terugtocht uit Rusland, in 1812, van het zoo goed als vernietigde, groote Fran- sche leger. Voor een hut van planken, die iets I beter ingericht scheen dan de andere hutten, I brachten eenige adjudanten rapport uit. Ze I zagen er somber, afgemat en ontmoedigd uit. En terwijl ze stampvoetten van koude, gaven I ze door schimpen en schelden op 't klimaat, I op den oorlog, op den keizer zelfs, die daar achter in de tent lag te, slapen, hun ontevre denheid lucht. Ze vreesden niet meer, dat de Keizer hen I hooren zou. Alles was hun onverschillig. De tucht en het moreel der troepen waren ver- d«renen. Een der hooge bevelhebbers, 'n knap man met open gelaat en zwarte krulharen, met gescheurde uniform en met slijk bedekte laarzen, keek met treurigen blik naar z’n el lendig uitziende kleedij. Het was Joachim Murat, Koning van Napels en zwager van Napoleon. „Het is wel de moeite waard Koning te I zijn, als men zulke vodden aan zijn Hjf heeft", mopperde hij; „de armste bedelaar in mijn rijk ziet er beter uit dan ik. Overwonnen zijn, I uitgehongerd, bevroren en uitgeput, dat is al- I lemaal niets, maar er uitzien als een schooier, dat is erg." Al de officieren, die om hem heen stonden, I zagen er al even gehavend uit als hun chef. Nog was Koning Murat aan 't mopperen, toen hij twee adjudanten zag naderen, die eenvoudig, doch zeer netjes gekleed waren. De eene had een gladde, pas geschoren kin. I de andere droeg een paar prachtige blinkende laarzen, de eerste was graaf Narbonne. oud- I minister van Koning Lodewijk XVI, de an- I dere de markies Armand de Saint-George, de zoon van een generaal. „Wat drommel!" riep Murat; „hoe leggen jullie het toch aan om altijd op 't rapport te komen, alsof je uit een glazen kast kwam?" „Alle eer aan m'n oppasser, sire,” ant- I woordde de graaf. „En die van u. markies, is zeker ook zoo'n prachtmensch, niet?” „Neen slre, de arme Michel werd bij Mos kou doodgeschoten.” ,Jiu," hernam Murat, „ik zou m’n ko ninkrijk «rillen geven voor zoo'n paar prach tige laarzen." .Dat kost u alleen een doosje schoensmeer en een borstel." <Maar wie poetst uw laarzen mooi?" \Jk zelf, sire." „Wat zegt u daar?” „O, dat is niet de eerste maal," lachte de markies, „toen ik nog jong was heb ik al de laarzen gepoetst van een zeer voornaam ge zelschap." „Waar was dat?” „Op het kasteel van m'n vader, zoo wat vijf en t«rintlg jaar geleden." „Vertel ons daar wat meer van mijnneer de markies; dat zal een aardige tljdpassee- ring zijn, want de keizer schijnt vooreerst nog niet wakker te worden.” „Ongeveer een kwart-eeuw geleden", zoo begon Armand de Saint-George. ..kreeg ik op zekeren dag voor de eerste maal een geweer in handen en mocht ik deelnemen aan de jacht. Ik «vas daar niet weinig trotsch op. Het sneeuwde bijna even hard als vandaag, maar het was minder koud. Toen ik 's avonds thuis kwam, was ik van onder tet boven met sl.-jk bedekt, maar vol geestxi. ii' 's Morgens «vas k al vroeg uit de veeren om weer op tijd op jacht U kunnen gaan. Ik was kant en klaar en wa htle nog slechts op m n laarzen. Toen de ta"rz»n lang )’<»hie«ren, werd Ik nijdig op den ouden Jozef, die behalve de mijne, ook de laarzen van nog een twaalf tal andere personen moest verzorgen. Vol on geduld verliet ik m'n kamer en riep, mij over de trapleuning heen buigend: „Jozef, waar blijven m’n laarzen toch? Ik «vacht er al een half uur óp. Je bent toch niet in slaap gevallen?'' De oude getrouwe, die me van kindsbeen af gekend had riep met gedempte stem om de andeie huisgenooten niet «rakker te maken: ^De sneeuw ligt een voet hoog, mijnheer Armand, en er is geen christen me nsch. in wiens brein het zal opkomen om vandaag naar de bosschen te gaan, 't Is goed om u een ziekte op den hals te halen.” Het was een wijze, raderlijke raad van den ouden Jozef, maar een raad, die me niet be viel en ik antwoordde droogjes: „Ik vraag je niet om raad, maar m'n laar zen, die je al lang klaar had moeten hebben. In plaats van ze te poetsen, heb je zeker ge slapen." Nauwelijks had ik deze booee woorden geroepen, of daar hoorde ik in 't benedenhuis een welbekende stem m’n naam roepen. Ik ging dadelijk naar beneden, want het was’ de stem van m'n vader, die door klein en groot zeer gevreesd was. M n vader stond mij in nachttoilet, in de deur van z'n slaapkamer op te wachten. „Wie heeft je verlof gegeven m'n bedienden te commandeerenr\ vroeg hij kalm. ,JZ(jn ze misschien in uw dienst, mijnheer? En waarom spreekt ge een oud dienaar zoo ruw en barsch aan? Weet je niet, dat je hier in huis niets te zeggen hebt? Misschien zal je later kunnen bevelen, maar daarvoor moet men eerst lee- elkaar, zal men op een uitgave van 1.7 mü» Hard «tuiden mo-t-n rekenen. Doch zelf' daarmee zjjn we niet klaar. We moeten ook., nu d" r”' 'en wct i. daar voor andere vervoerTn,'’'’«*'en, in de eerste p’aats vrachtauto’s hebben. Hoeveel zouden er noodlg zijn? Dat wordt weer een lastige berekening. Nemen we de cijfers voor Loblth het eerst. Daar is het vorig jaar gepasseerd 77.157 000 ton. z j Het vrachtvervoer staat op Zon- en Feest dagen geregeld stil, een vrachtauto moet, zopwel als een schip of spoorwagen, soms worden nagezien en gerepareerd, trekken daarvoor te zamen 65 dagen, af, dan blijven er 300 werkdagen over. Een vervoer van ruim 77 millioen ton in het jaar. zou dan per dag ongeveer 257.000 ton bedragen. We meenen dat de nieuwste vrachtauto's van Ford 2 ton vervoeren, derhalve zouden voor dit vervoer 128.500 auto’s noodlg zijn of 64.250 in elke richting. Dat zouden heele slierten «vorden. als die achter elkaar reden! Wanneer de onderlinge afstand 20 M. is en minder zal toch niet raadzaam zjjn dan krijgen we een lengte van 1285 KM De afstand van Zevenaar naar Rotterdam is 124 KM. Ging het heele vervoer per spoor met volle treinen van 60 eenheden en wagons van 15 ton. dan had men 290 treinen noodlg en zelta met 20 tons «ragpns 220 treinen. Dit alles natuurlijk boven/ het bestaande vervoer. Of nemen we een ander ,punt. Door de sluis te Utrecht in het Meraede-kanaal pas seerden 21.951.000 ton of 73000 per werkdag. Hiervoor waren 36500 auto’s noodlg of m.a.«r. aaneensluitende rijen vati Utrecht naar Am sterdam en van Amsterdam naar Utrecht. Het blad berekent dvi te water en komt tot de zouden zijn 218.750 vrachtauto's, vervolgt: Zoö’n 2 tons Ford met opbouw komt naar dhs mèegedeeld is, ongeveer op 2400 en zoo zullen die ook een uitgave van 525 mtinnen Vragen. Verder zijn de exploitatiekosten ran derge- Hjke auto's toch met bediening banden, ben zine, onderhoud, wegenbelasting enz. min stens 12 ct. per KM. Het vervoer van b.v. 2 ton suiker van Gr>- ningen naar Amsterdam (217 KM.) zou dus 26 kosten welnu, de vracht per schip is tegenwoordig 2.25 per 2 ton Van Ruhrort naar Rotterdam zal ruim 300 K.M. zijn. Het vervoer per ton <ou dus op 12 komen de schepen werden te Ruhrort de vorige week bevracht voor f 0.30 per ton. Het advies van den heer Ford hoe gced natuurlijk bede» d. zal vooreerst neg wel niet worden opgevolgd.” Men kent de uitspraak van Henry Ford, toen hij hier onlangs *n strook «rater van *n paar honderd K. M. had gezien alsmede 't z.L langzame vervoer te «veter: „Dempen die zaak. Auto’s en wegen." Het orgaan der schippersvereenlging „Schuttevaer” heeft eens een berekening ge maakt van de onkosten, die de uitvoering van Ford s consigne zou meebrengen, alsook en kele cijfers geponeerd in verband met de eventueele toekomstige vervoermethode per Ford-auto. We ontleenen aan genoemd orgaan de vol gende interessante gegevens, die tegelijkertijd een karakteristiek beeld leveren van het enorm vervoer te water: „Wij hebben heel wat vaarwaters in ons land." „In de door het Ministerie van Water staat uitgegeven „Wegwijzer voor de Binnen vaart" worden 7498 KM. beschreven. Daar bij zijn echter 1155 KM. rivieren (waarvan 320 K.M. riviermond) en met permissie van den heer Ford zouden we die «vel on gedempt «rillen laten, zoodat er voor dempen 6313 KM over blijft. Eigenlijk zijn we er daarmee nog niet, «rant de landbou«vvaarten. veenwjjken en derge- Hjke zijn boven niet bijgeteld. Zij zeker een lengte van 1000 KM. Daar zal heel wat zand voor noodlg zijn! Wel is waar, hebben niet alle kanalen af metingen als b.v. het Merwedekanaal. maar we mogen toch «rel op een gemiddelde breedte op kanaalpeil rekenen van 20 M. en ren gehoorzamen. Poets zelf je laarzen, jong- mensch, en zorg dat ze blinken als een spie gel." Vol eerbied voor m'n geduchten maar ook goeden vader, gehoorzaamde ik zonder mor ren en ging naar Jozef, die heel wat ran me te hooren kreeg. Maar de brave man sprak me niet tegen en had medelijden met me. Hij haastte zich m'n eerste laars af te werken. En toen ik de andere met tegenzin aanpakte om ze te poetsen, maakte hij ze zachtjes uit m'n handen los en begon ze zelf te poetsen, zonder dat ik protesteerde. „Is dat de manier, waarop je je rader ge hoorzaamt?" Verschrikt keerde ik me om, terwijl Jozef, niet minder ontsteld, zjjn borstel liet vallen. M'n vader, die me stilletjes op z'n pantof fels gevolgd was, keek ons met strenge blik ken aan. „Verschooning. mijnheer de markies," sta melde Jozef, terwijl hij z'n borstel opraapte. Mijn vader zei niets en deed hem geen enkel verwijt. Maar hij trok den borstel uit zijn handen en gaf dien aan mij,.terwijl hij met z'n vinger op de rij laarzen wees, die nog gepoetst moesten worden. .Deze plaats verlaat je niet," beval hij, voordat alle laarzen gepoetst zijn en goed ook. Kom Jozef.” En hij liet me alleen met vier en twintig laarzen en een grooten pot schoensmeer. In 't begin «vas ik wanhopig. Ik had er zóó op gerekend om op dit zelfde uur, gevolgd door mijn hond en het geweer ep den schou der, door de bosschen te dwalen. Met al dat werk zou ik nooit klaar komen. 1 Was on- noodig het ónmogelijke te beproeven. Maar ik kon toch ook niet gevangen in die kamer blij ven. te meer daar het een prachtige dag «verd en de Jacht veel beloofde. Na lang zuchten en klagen pakte ik einde lijk den borstel en begon te krabben, te wrij ven en te borstelen als een bezetene. Maar Ik was zeer onhandig, want ik had nog nooit schoenen gepoetst. Nu eens schoot de laars uit m’n handen, dan weer de borstel, maakte m’n manchetten «ruil; m'n gezicht zag er uit als dat van een schoorsteenveger. Maar er is geen enkel werk dat ondank baar stemt, als men er zich met hart en ziel aan geeft. Langzamerhand kwam ik tot de bevinding dat het poetsen me beter afging. Ik had veel moeite met de laarzen blinkend te maken, want het leer was nat. Doch door rusteloos «vrijven en borstelen kwam de glans er eindelijk op. Zooals ik daags te voren de neergeschoten patrijzen netjes op rjj naast elkaar gelegd had. zoo zette ik nu met dezelfde zorg de gepoetste laarzen op een rü naast elkander. Als een generaal z’n soldaten, zoo inspec teerde ik nu mijn gepoetste laarzen. Ze blon ken als 'n spiegel. Terwijl ik met aandacht keek, zag ik m’n vader weer in de deur ver schijnen. HU lachte en zei vriéndelijk „Zoo is het goed, Armand. Ik ben tevreden over je. Deze les zal niet tevergeefsch voor je geweest zijn. Je hebt vanmorgen drie dingen geleerd: le dat men eerbied verschuldigd is aan z'n oversten en achting aan z'n minde ren; 2e dat, wat men zelf doet, in den regel het beste gedaan wordt; 3e dat men smaak krijgt, ook in 't schoenen poetsen, als men het met ijver en lust doet. Bovendien, «rie «reet of hetgeen je nu geleerd hebt, je later niet te pas kan komen." En inderdaad, zoo eindigde de markies z’n verhaal; „het is me ook te pas gekomen. Want gedurende m’n ballingschap heb ik op straat in Londen de schoenen der voorbijgangers blinkend gepoetst en daar m'n brood mee verdiend.” Een algemeen gelach volgde en toen Napo leon, die Juist zijn tent verliet, belangstellend vroeg: „Waarom die vroolijkheid. mijne hee ren?” antwoordde de koning van Napels: „om een paar laarzen, Sire.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 7