^Bmnenlandsch Nieuws
Nier meer dan
0,087
CHEVROLET
LITER
BENZINE
Voor de Huiskamer
de
Het kapitalisme
RECHTSZAKEN
De oorlogswinstmaker
KUNST EN KENNIS
Nobelprijzen
De nachttreinen
In den Wïeringermeer-
polder
Voorlichting van den
handeldrijvenden middenstand
De inbraak in de horlogerie aan de
Keizersgracht te Amsterdam
Een interview met
Minister Reymer
Waber op *t oogenblik zooal te zien
en te doen is
De Minister van Waterstaat en
Tweede Kamer
NERAL M O.T ORS CONTINENTAL S.A.
.de inhoud van een glaasje
Onlangs werd tijdens een officieele proef
neming op den weg vastgesteld, dat een
Chevrolet Truck een lading van 1700 KG.
met een gemiddelde snelheid van 40 KM. over
een afstand van 100 KM. op 14.77 liter ben
zine vervoert.
PEPERMUNT
De Radio-kwestie
Beide verdachten voor de Rechtbank
met
een
bewaakte
moeten
mededaders
te O.
De Nobelprijs voor natuurkunde
Tweede bespreking op het Departement
Enkele vervoercijfers
Nk vo
afgelegdi
mr. Van Arkel.
voor bet houden van zun
Een vraagstuk voor de Roiducsche sociale
studieweek
tien
tien
Rustig
hooriyk
geweest,
laste gelegd.
Toegekend aan Sir Chandraaechara
Venkata Raman
Prof. Hans Fischer te München win
naar van den Nobelprijs voor chemie.
Het
heel
reeds
een
Eenigen tijd geleden reeds werd in be
ginsel als onderwerp voor de in 1931 te
hoiplen sociale studieweek te Rolduc vastge
steld „het kapitalisme.’’
Thans is nader uitgewerkt de wijze waar
op zulks zou geschieden, en reeds Is dan ook
in overleg getreden met sprekers, die ook
vooral op economisch terrein gezag hebben.
Men zal het vraagstuk zoo veelzijdig mo
gelijk bezien, behalve dan de politieke zijde,
een rechercheur
perceel. 161 een
werktuigen. Ook
dere meenlng zijn,
clementie aan.
Mr. Goldstein, de raadsman van Gerber,
meende, dat de feiten niet waren bewezen,
hoogstens 6 hier sprake van medeplichtig
heid en deze is ntet ten laste gelegd.
Pleiter concludeerde tot vrijspraak.
De uitspraak werd bepaald op 37 Novem
ber as.
bespreken:
„kapitalisme en grootindustrie”;
.kapitalisme en de handel";
.kapitalisme en de bankwereld":
..verhouding van de Kerk tot het kapita
lisme’;
.kapitalisme en socialisme";
.kapitalisme en communisme";
gers en van den trein RotterdamMaas
tricht gemiddeld 18 reizigers gebruik.
De bezetting in den nacht van 3 op 4 No
vember was in totaal 78 reizigers. In den
nacht van 4 op 5 November 143 reizigers.
Teneinde aan de onderafdeeling Midden
stand meer bekendheid te geven en haar
werkzaamheden in toenemende mate aan de
belangen van den handeldrijvenden mid
denstand dienstbaar te kunnen maken, zul
len gaandeweg ook de overige vakorganisa
ties op het gebied van den detailhandel, die
tot nu toe niet werden gehoord, tot een be
spreking ten Departemente worden opgeroe
pen. Vereenlgingen op dit gebied, die op een
dergelljke ultnoodiging prijs stellen, worden,
voor zoover zij zich daartoe nog niet moch
ten hebben aangemeld, verzocht, hiervan
kennis te geven aan den Chef der Afdeeling
Handel en Nijverheid.
met afgevaardigden van vakorganisaties van
handeldrijvende middenstanders.
Dezer dagen vond in het Departement
van Arbeid. Handel en Nijverheid onder
leiding van den heer F. R. J. Heringa, chef
der Afdeeling Handel en Nijverheid, de eer
der aangekondigde tweede bespreking plaats
Tot I November maakten van den trein
AmsterdamGroningen gemiddeld 23 reiri-
Een Wolff-telegram uit. Stockholm meldt
dat de Zweedsche Academie voor Weten
schappen den Nobelprijs voor Chemie heeft
toegekend aan prof. dr. Hans Ftecher. hoog-
leeraar in de organische scheikunde aan de
Technische Hoogeschool te München.
De Nobelprijs te hem toegekend voor zijn
werken over de samenstelling van de kleur
stoffen van het bloed en de gal en voor dB
synthese van het haemin.
In totaal zijn hiermee veertien Nobelprijzen
in Duitschland gevallen, dwz. meer dan de
In deze bijeenkomst was van de Commte-
•Je van Contact Inzake Middenstandsaange-
jegenheden aanwezig mr. M. J. Wolff, ter
wijl bovendien vertegenwoordigers der drie
landelijke middenstandsbonden de bespre
kingen bijwoonden.
De heer J. J. R. Schmal, die met de lei
ding der onder-afdeellng Middenstand be
last te, gaf een uitvoerig overzicht van het
geen in bet belang van den detailhandel
sou kunnen worden gedaan, waarbij bij ge-
kleede jas op een werkdag,
van welstand.
Toen hij in de soos kwam, statig en fier
als een Amsterdamsen patriciër uit de 17e
eeuw stonden alle leden "an hun zitplaatsen
op, hieven hun bierglazen omhoog en brach
ten een daverend hoera uit op Weegschaal.
Deze was hiermee erg gevleid en wenkte den
kellner om een rondje. De soos scheen dien
avond rumoerig te worden, want allen
schreeuwden door elkaar en hadden het op
Weegschaal gemunt. Dit laatste kwam on
zen vriend wel wat verdacht voor; het had
den schijn, alsof se hem In ’t ootje namen.
Eensklaps schreeuwde Toon Bloemkool
door ’t lawaai heen: „ik kan geen krenten
meer gebruiken, Kobus, 1 wordt me te duur
aan vracht.”
„En ik." riep Jaap Zooltje, „kan Je in dat
geval dan ook niets meer leveren.
„Leve onze vriend Kobus!" juichte Plet,
de garen- en band-man. „leve de oorlogs
winstmaker!”
Weegschaal was ineens bleek geworden.
„Wat bedoelen jullie?" stamelde hy.
Toen werd, onder gejuich en gelach ver
teld. op welke wijze men den oorlogswinst
maker had beetgenomen om hem van z’n
winzucht te genezen. Kobus hoorde, terwijl
zweet op z’n voorhoofd parelde, de onthul
lingen aan en hoe de vrachtrijder lederen
dag een straatje omreed om aem. dezelfde
krenten weer thuis te bezorgenHet was
de ellendigste avond, welken Weegschaal ooit
beleefd had. Maar de soosleden hadden
machtig veel pret, omdat de grap zoo goed
goed gelukt was. Ze schaterden het uit en
hadden geen medelijden met hun vriend
Weegschaal, die rijk had willen worden in de
krenten. Kobus gevoelde zich in z’n gekleede
jas rampzaliger dan ooit!
Zes weken lang prijkte achter 't raam van
den winkel in de Regullersdwarsstraat op "n
groot bord met kolossale letters: Uitverkoop
van krenten.” En al dien tijd verscheen Ko
bus niet in de soos, want plezier had hy er
thuis genoeg van. waar Koba met een boozen
gloed in t oog, hem lederen dag naar de
krenten wees, welke de heele etalagekast
vulden.
Naar uit Stockholm wordt gemeld, heeft de
Zweedsche Academie van Wetenschappen den
Nobelprijs voor natuurkunde toegekend aan
Sir Chandraaechara Venkata Raman uit Cal
cutta. De Nobelprijs werd hem toegekend voor
zijn belangrijke onderzoekingen op het gebied
van de diffusie van het licht en de ontdekking
van het naar hem genoemde affect.
Chandrasechara Venkata Raman werd 7
November 1888 in Indië geboren. Na lager en
middelbaar onderwijs te hebben genoten be
gon hij zjjn studie in natuurkunde, met als
hoofdzaak metallographic. Na zijn studie te
hebben voltooid werd hij werkzaam gesteld
bij het Indische departement van Financiën.
In 1914 zette hij aan de universltelt te Ma
dras zijn studies voort om zich te specialisee-
ren en in 1917 werd hij geroepen om aan de
Hlndoe-unlversfteit te Calcutta te doceeren.
Daarna was hij nog werkzaam in 1920 in -La
hore, in 1933 in Madras en in 1935 in Patna.
I wlpdsman een beslissing moet durven nemen,
I een verantwoordelijkheid moet durven dra-
I gen. Deed ik dit niet, dan zouden de vraag-
I stukken zich eenvoudig opstapelen en dan
I zou Ik al spoedig in een labyrinth zitten.
I waar ik niet meer uit zou komen. Soms voel
I ik me als een Directeur van Publieke Wer-
I ken van Nederland en wie het land doorreist
I ziet, dat er op het oogenblik heel wat water-
I wegen, landwegen, overbruggingen, onder
handen zijn."
I .Amsterdam te ook in z’n schik met uw
I wetsontwerp inzake de Rijn-verbinding.”
I vind het heerlijk, dat ik die beslissing
I mocht en kon nemen. Ik hoorde juist, dat d«
I Commissie van Voorbereiding uit de Tweede
I Kamer mij zal vragen in haar midden te ver-
I schijnen, om nadere inlichtingen te geven.
I Het doet mij genoegen dat de oplossing zoo-
I wel in Amsterdam als in de provincie Utrecht
bevrediging wekt Weet u, het mooie van dit
Departement te, dat men iets tot stand ziet
t komen. Men ziet de resultaten vóór zich.
Kijkt u maar in het land. Dat vind ik pret
tig.”
Natuurlijk kwam het gesprek ook op de
radio-kwestie.
.Hoeveel slapelocee nachten heeft de radio-
strljd u bezorgd. Excellentie?”
„Geen enkelen. Dat ligt niet in m’n gestel.
Maar het te"en 's Ministers gezicht
sprak boekdoelen.
Op zijn verzoek schrijf ik geen bijzonder
heden over de schandelijke anonieme brie
ven, die hij heeft ontvangen en waarmee
I men zelfs z’n vrouw niet gespaard heeft. Het
te werkelijk heel erg geweest, maar ik eer
biedig *8 Ministers wensch en zwijg er verder
over.
JJt heb niets gedaan dan de wet uitge
voerd. Naar plicht en geweten. Dat moest
ik.”
„Beschouwt u den toestand van het oogen
blik als de elnd-besltelng?”
„Dat hangt van de verdere gebeurtenissen
af. Ik ben nu bezig uitvoering te geven aan
mijn toezegging, om gegevens te verzamelen
betreffende de vraag, hoe men in het buiten-
L land de kwestie van de politieke uitzendin
gen heeft geregeld. Dat daar alle politiek is
uitgesloten, is natuurlijk onjuist. Maar ik
vraag aan alle kanten inlichtingen en ik kan
u wel aeggen, dat ik niet alleen ambtelijke
inlichtingen vraag, maar ook niet-officieele.
Want ik wil niet alleen weten, hoe de letter
van de wet, maar ook hoe de practyk te en
hoe bet publiek die practyk beoordeelt en
waardeert. Ik hoop de gegevens spoedig aan
de Kamer over te leggen. Zooals u zich her
innert heb ik mij zelf bij het jongste debat
nog niet uitgelaten hoe ik denk over de poli
tieke uitzendingen, omdat dit onderwerp toen
niet aan de orde was, het ging toen alleen
over de preventieve censuur.”
■ven pauze.
Dan: „Och. ik mag u ook wel meedeelen
dat Ik juist heden advies aan den Radlo-
raad heb gevraagd over de kwestie: politiek
in den aether. Ik wil graag weten, hoe die
tegenover het vraagstuk staat. Ik acht het
in overeenstemming met den geest der wet,
dat ik den Raad heb gevrpagd mij daarom
trent van advies te dienen.”
Op de vraag of hij sterk voorstander is van
preventieve radio-censuur antwoordde Mi
nister Reymer:
„Ja, dat is gebleken. Zoolang de omroep-
vereenlglngen self de uitzendingen niet vol
komen in de hand hebben en niet volkomen
waarborgen dat niemands gevoelens gekwetst
zullen worden, zoolang zal de preventieve oen.
suur noodig blijven. Men roept om vrijheid,
mooi, maar vrijheid beteekent toch zeker ook
dat men de gevoelens van anderen moet eer
biedigen? Anders gaat de vrijheid voor die
anderen te loor. Als ik vrijheid heb op het
trottoir te kuieren, beteekent dit niet dat ik
een ander onderste-boven mag loopen, want
dan is deze niet vrij. De preventieve censuur
moet gehandhaafd blijven, zoolang de om-
roepvereenlgingen zélf haar niet overbodig
weten te maken. Er is veel leelfjks uitgezon
den. en ik heb tal van brieven gekregen, ook
van liberale families, die er tegen protesteer
den. dat ik zulke dingen toeliet. De radio
komt overal, in gestichten, in ziekenhuizen, in
fabrieken, in winkels, en er moet gewaakt
worden tegen onbehoorlijkheden."
inhoud
de tasch op tafel uitstallen, het was
nen gekomen en ik wilde er ook wel weer
ongemerkt uit! Plotseling begon in de
buurt een alarmsignaal te werken. Toen
was het te laat om de straat nog te be
reiken. We hebben ten slotte onze toevlucht
naar het dak gezocht.
Het pleidooi
Hierop was het woord aan mr. Kokosky,
de verdediger van Klopper.
Pleiter wees op de groote moeilijkheden,
waarmede Klopper te kampen heeft om nog
behoorlijk werk te vinden. K. heeft zyn
verklaringen gewijzigd om zijn medever
dachte niet in moeilijkheden te brengen.
Pleiter achtte hier geen diefstal, doch wel
een poging tot diefstal aauwezlg. Het ver
miste goed te in pefceel 173 teruggevonden,
de daad te dus niet voltooid, bovendien is
K. nooit in het rustig bezit van het goed
Poging tot diefstal te niet ten
dus zal vrijspraak
volgen. Mocht de rechtbank van een an-
dan dringt pleiter óp
In den nacht van 24 op 35 September
werd te Amsterdam de omgeving van de
Keizersgracht tusschen Raadhuisstraat en
Leliegracht in opschudding gebracht door
een aanhoudend en zeer krachtig claxon-
gebrul. Het bleek, dat het geluld kwam uit
perceel 173 op de Keizersgracht, dat als
kantoorgebouw in gebruik is. In het pand
te gevestigd de firma Henri Jullien, grossier
in horloges, pendules enz.
Eenlge agenten zetten zekerheidshalve
het geheele blok, waarin het perceel ligt af.
Een lid van de firma werd "gewaarschuwd.
Het huls werd van kelder tot zolder door
zocht. Toen men hiermede bezig was,
kwam de concierge van het gebouw Kei
zersgracht 163. een bankgebouw, waarschu
wen, dat hy in het naastgelegen pand.
Keizersgracht 161. gerucht had gehoord.
Ook hier werd een nauwkeurig onderzoek
ingesteld.
Te 3 uur 's nachts vonden „een agent en
op de vliering van het leege
zware tasch met Inbrekers-
was in dit perceel een
I beitel ontdekt, die aan den binnenkant in
een deurpaneel stak.
De inbrekers werden niet ontdekt. Dien
selfden nacht te omstreeks 4 uur hoorde
een der bewoners op het nog
graehtsgedeelte gestommel.
Opnieuw werd een onderzoek dp“de da
ken ingesteld, met het gevolg, dat In een
insnijding tusschen twee daken een tweetal
mannen door de politie werd aangetroffen.
ZU probeerden zich achter een schoorsteen
te verbergen.
De belde mannen, goede bekenden 'vin
de politie, werden zonder moeite gearres
teerd.
Gisteren stonden vow de Vijfde Kamer
der Amstesdamsche Rechtbank terecht de
44-jarige werkman H. J. F. Klopper en de
35-jarige timmerman J. H. Gerber verdacht
van diefstal van een horloge, een boa
sleutels, eenlge wijzerplaten en een ring
uit het perceel Kelzerskracht 173, ten na-
deele van K. Osleck. -m,.
Zoowel Klopper als Gerber werden
herhaaldelijk veroordeeld. Klopper was
der mededaders van de Inbraak bij Be
geer.
Zooals men zich zal herinneren trachtte
Gerber onlangs uit het Huls van Bewaring,
waar hij in voorarrest zit, te ontsnappen.
Ook uit de Bijzondere Strafgevangenis te
Scheveningen te G. reeds eenmaal ont
snapt.
De publieke tribune was geheel met be
langstellenden gevuld.
In de zaak waren 15 getuigen door het
O. M. gedagvaard.
Mr. T. Kokosky
Klopper,
legenheid vond om te wyzen op de be teek e-
nte van het onlangs opgerichte Economische
Instituut voor den Middenstand. Bij de ge-
dachtenwisseling kwam o.m. ter sprake h»t
vraagstuk van het teveel aan winkels, dat
van verschillende zijden werd béllcht.
Tevens werd gewezen op de wenscheiyk-
hetd van regeling van het uitverkoop wezen
en van het cadeaustelsel.
Dat wil zeggen, dat hij per 1 ton over
1 KM. niet meer verbruikt dan den inhoud
van een glaasje 0.087 Liter I
Het beste bewijs voor de spreekwoordelijke
zuinigheid van den Chevrolet Truck J Uw
transportkosten behoeven werkelijk niet hoog
te zijn. Indien U een Chevrolet Truck ge
bruikt, weet U dat U over een krachtigen,
snellen en betrouwbaren Truck beschikt, die
tevens bewezen heeft meer dan gewoon zui
nig te zijn.
Het termijnbetalingssysteem der
Motors Acceptance
den koopman mo
gelijk zijn bedrijf
te moderniseeren
zonder daarvoor
zijn kapitaal aan
te spreken. De kos
ten zijn, dank zij
practische en eco
nomische, moder
ne methoden, tot
het minimum be
perkt.
In de Regullersdwarsstraat stond op het
raam van een kruidenierswinkel geschil
derd: K. Weegschaal. De eigenaar van dien
naam had juist eenlge klanten geholpen
en een praatje gemaakt over den suiker, die
duur was en moeilijk te krijgen. Hij ging de
achterkamer binnen en vroeg: „Is de koffie
klaar, Koba?"
„Direct: ze moet nog even doorloopen,"
antwoordde z’n wederhelft. „Staat er veel
nieuws in de krant?”
„Kolommen vol over den oorlog
„Och. och." zuchtte juffrouw Weegschaal,
„wanneer komt daar toch eens 'n einde aan,
't is verschrikkelijk."
„Ze gaan belasting heffen op oorlogswinst.
Ik'lees hier
Z’n vrouw viel hem In de rede:
„Dat is nou de eenlge belasting, waar we
rïlet aan behoeven te betalen. Maar ik zou
I met bet grootste genoegen in die belasting
vallen. Dan wist ik ten minste, dat we wat
extra’s verdiend hadden.”
„Zoo denk Ik er ook over, vrouw. Het is
jammer; als je eens leest wat voor winsten
er gemaakt worden op meel en rijst!
Weet je wat vader-zallger zei? „Dat we nog
eens rijk zouden worden in krenten.”
Z’n vrouw gaf hierop een pruttelend ant
woord, maar Kobus' oogen glinsterden, want
hem was een plannetje Ingevallen. Morgen
toch zouden er tien tonnen krenten bij hem
aankomen van honderd kilo elk, tegen zestig
gulden per ton. ’t Kwam er nu maar op aan
afnemers te vinden.
Twee avonden per week was er „Soos” in
de „Verlakte Laars.” Daar kwamen dan bij
een de schoenmaker van den hoek, de frult-
man, de loodgiet-r uit de buurt, Kobus en
nog andere vrienden. Kobus had besloten,
op een soos-avond eens bij de leden te infor-
meeren. Vooral Joop, de schoenmaker gold
als een gladde vent; die zou er wel Iets op
weten.
Toen ’t dan ook dien volgenden Vrijdag
soos-avond was. ging Weegschaal vroeg van
huls. Jaap, de schoenmaker was er al en
Toen Bloemkool, de fruitman, ook. Beiden
zaten achter een glas bier en rookten er lus
tig op los.
„Je bent vroeg vandaag,” zei Jaap; „dat
zijn we niet van Je gewoon.”
„Dat komt, omdat er ongewone dingen
zijn,” sprak Weegschaal, geheimzinnig. „Ik
weet, dat je altijd vroeg komt. Maar laat ik
eerst een glas bier bestellen... mij een glas
donker. Ik zal Jullie nu eens vertellen, wat
de kwestie is. Klik eens, ik heb raad noodig.
Op 't oogenblik zijn er menschen, die reus-
i achtige oorlogswinst maken. Ik ben van plan
mij onder hen te scharen. Ik heb tien tonnen
krenten gekocht van honderd kilo elk Dat
heeft me zeshonderd gulden gekost;
kapitaaltje voor een gewoon burgerman.
Maar nu weet ik niet, op welke wijze ik m’n
krenten aan bijv. Duitschland moet verkoo-
pen. Weten jullie soms een uitweg? Jij Jaap,
je bent nog al vindingrijk, weet JU raad? Of
JIJ, Toon? Je hebt nog al relaties?"
„Nou." zei Jaap; „daar moet ik eens over
denken."
„Ik ook,” deed Toon gewichtig; „daar kan
ik je zoo maar niet direct antwoord op ge
ven."
Op dit oogenblik ging de deur van het
sooslokaal ope;- en de andere leden kwamen
luid pratend binnen.
„Goeden avond, goeden avond."
„Zoo Kobus, JU ook al present, dat te
prachtig, want we moeten nog een revanche
party spelen. Het biljart te nog vrij, laten
we maar direct beginnen,’’ zoo begroette
Pyp. de loodgieter, zijn vriend Weegschaal.
Terwyl de andere leden zich aan de tafel
zetten en bier dronken, gingen Weegschaal
en Pyp naar 'f biljart om hun partytJe te
maken. Een uurtje das ma toen de partij
uit was. ontstond er eenig gedrang by ’t
biljart, omdat meerdere ander* leden ook
hun krachten op ’t groene laken wilden be
proeven.
Toon de frultman vond hierbij gelegenheid
zijn vriend Weegschaal even ter zijde te ne
men.
„Ik kan je helpen.” sprak hy zacht, „maar
wilde er daar strakjes niet over spreken,
omdat Jaap er bij zat. Ik kan de krenten
plaatsen en koop ze van Je op. tegen honderd
gulden de ton.’’
„Dat is dan voor my een winst van vier
honderd gulden.” lachte Weegschaal, zich de
handen wrijvend.
„Ja.en als je meer voorraad weet te
krygen. koop ik ik alles op onder dezelfde’
condities.”
„Prachtig, prachtig.” juichte Weegschaal;
,m n vader-zaliger had wel gelijk, die goede
man.”
„Wat zeg je?”
„Dat m’n vader gelyk had, toen hy be
weerde, dat ik in de krenten ryk sou wor-
den."
„Enfin, morgen laat ik de tien ton btf je
weg halen
Daarna ging Toon aan ’t biljart omdat het
zyn beurt was om te spelen.
Terwyl Weegschaal nog vol blijdschap
naar ’t biljart stond te kyken. kwam Jaap,
de schoenmaker, naast hem staan.
„Ik wilde dat daar zoo strakjes niet zeg
gen,” fluisterde hij; ..maar ik ben ook in t
bezit van tien tor. krenten. Ik weet er geen
weg mee: als je soms een afnemer weet, dan
doe ik ze je graag over voor zestig gulden de
ton.”
„Aangenomen!" riep Weegschaal.
.Mooi zoo. dan ad ik ae je morgen thuis
laten bezorgen."
De beurt om te spelen was nu aan Jaap.
Weegschool zette zich verheugd aan het ta
feltje en bestelde nog een glas donker.
I De heer D. Hans., hoofdredacteur van ..De
Avondpost”, heeft een onderhoud gehad met
den Minister van Waterstaat over diens
werkzaamheden aan het drukke Departe-
I ment. We nemen enkele gedeelten uit zyn
relaas over:
I „Och ja, ik heb heel wat te doen hier. En
zoo uiteenloopend. nietwaar? En dan
(een glimp van gelukzaligheid legde zich óp
’s Ministers gezicht) „en dan die heerlijke
radioHet departement te in latere
jaren wel een beetje van karakter ver
anderd. De politiek is er bygekomen. Myn
voorgangers hadden vrijwel uitsluitend tech
nisch Departement, maar tegenwoordig zyti
er ook al politieke vraagstukken by be
trokken."
„U kunt tevreden zijn, Excellentie, 1
het oordeel van het Voorloopig Verslag."
Levendig-gebarend
„Dat kan ik. Verleden jaar sprak men z’n
beduchtheid uit, omdat er een nlet-techni-
cus aan het hoofd kwam, en als de Kamer
nu tevreden is, te dit een reden voor my om
nog wél zoo hard door te werken.”
dA mentaliteit trok mij aan. Deze blijd
schap van den Minister was mënscheiyk. Hij
staat niet onverschillig of hooghartig tegen
over het oordeel der Kamer: hfj te er blij
mee. Hij heeft den indruk gewekt van voort
varendheid en van den moed om beslissin
gen te durven nemen. Dit zei ik hem.
.Men moet weten wat men wil”, zei de Mi-
Het beste
HHk Bl W opw.-KKlnQ <-n
verfrissctiinQ,
Requisitoir
voorlezing van enkele voor de politie
„Je verklaringen, was het woord aan
den,Officier van Justitie»
voor bet houden van zun requisitoir.
Na aan het verleden der verdachten te
hebben herinnerd, wees de officier er op.
dat er zeer vele bezwarende omstandigheden
tegen verdachten zijn aan te wijzen.
Sprker achtte de ten laste gelegde diefstal
in vereeniglng bewezen. Reeds hebben zoo
wel G. als K. zware vrijheidsstraffen onder
gas 1.
Spreker vroeg ten slotte veroordeellng
van beide verdachten tot een gevangenis
straf van twee jaar en zes maanden.
verdedigde verdachte
terwijl Gerber werd verdedigd
door mr. Goldstein.
Onder bewaking van vier ryksveldwach-
ters namen de beide verdachten in de be
klaagdenbank plaats.
Nadat de getuigen waren gehoord werd
Klopper aan een uitvoerig verhoor onder
worden.
Klopper zeide. dat hy met Gerber in het
leege huis (Keizersgracht 161) was gegaan.
Gerber wilde zien of er in het huls wat
te „maken” was. Klopper wist zelfs niet
eens wat er in de tasch zat, die was hem
door een „kennis" In de handen geduwd.
Den naam van den „kennis” wtldde KI. niet
noemen.
Mr Meckman deed hierop den
van
een volledige inbrelcers-inventarls.
Klopper: Al dien rommel heb ik op de
gracht van een „persoon” gekregen.
Pr. mr. Meckmann: By den rechter
commissaris hebt u verklaard de deur van
het leege huls te hebben geopend.
Dat heb ik zoo maar op me genomen.
•Volgens verdachte Gerber was het een
verkenningstocht. De deur van perceel 161
stond open. „We moesten wat verdienen”,
aldus verdachte.
Pres.: Durf Inbrek^n en verdienen te by
u hetzelfde.
Verdachte: U vraagt toch naar de waar
heid?
Verdachte Gerber zette zijn verhaal al
dus voort: we waren in het perceel 161 bin
nen, en gingen niar den zolder om daar
kalm onzen tyd af te wachten. Op een ge
geven moment begon ergens een kind te
huilen, ik dacht toen aan mijn eigen kind
en we besloten van onze plannen af te
zien, maar ik zag geen kans ongezien naar
bulten te komen; ik was ongqnerkt bln-
„Wat ben je onrustig." zei juffrouw
Weegschaal tot haar man; „de koffie heb
je koud laten worden, wat je gewoonte niet
is. Je loopt in den winkel maar heen en
weer en het schynt, dat er op straat veel te
zien valt."
..Koba." antwoordde Weegschaal zenuw
achtig; „ik zal het je vertellen: we zyn op
weg om rjjk te worden, schatryk. De tien
ton krenten heb ik gekocht voor zeshonderd
gulden en Ik heb een kooper voor duizend
gulden. Vandaag komen ze den heelen voor
raad weghalen en weer nieuwen voorraad
brengen, die ik óók weer kwijt raakwe
worden rijk, Koba, vier honderd gulden ver
dienen op één dag! Zie je. dat noemen we
nu oorlogswinst.”
*.Je valt me mee, lachte de juffrouw; „Je
hebt Je best gedaan. Nou, Ik mag het hopen,
dat we rijk worden, want we hebben er lang
genoeg op moeten wachten.”
Dien middag tegen drie uur hield een
groote vrachtwagen stil vóór den winkel van
Weegschaal.
„We komen van Bloemkool,” zei de voer
man; ..de tien ton krenten halen.”
„Kom maar binnen; Ik zal Je wel
handje helpen."
En Kobus Weegschaal werkte zich in ’t
zweet; want het was geen klein karweitje,
de tonnen van honderd kilo naar den wagen
te brengen. Maar de karwei kwam klaar, z’n
laatste krachten gebruikte hy om uit de
winkella een kwartje te halen voor den voer
man. Toen zonk hy In de huiskamer afgemat
op een stoel neer.
„Ik kom een beetje bij," sprak hU tot z’n
vrouw, nadat hy wat op z’n verhaal gekomen
was. „Het werk was zwaar, maar vier hon
derd gulden winst te ook geen kleinigheid.”
Na een uur kwam de zelfde groote vracht
wagen voor den winkel, beladen met tien
ton krenten.
«Ik kom van het Veem,” zet de voerman;
„van Jaap Zooltje om tien ton krenten te
brengen. We zullen maar afladen.’’
„Ga je gang,” sprak Weegschaal.
En geen half uur later stond het huis weer
onder de krenten. Iedere kamer kreeg weer
z’n deel, ook de keuken en de slaapkamer
en deze zagen er weer juist uit als een uur
geleden.
Dit gevalletje herhaalde zich twintig dagen
achtereen. Juffrouw Weegschaal vond dat
op- en af laden erg lastig, maar Kobus bracht
haar aan 't verstand dat hy „tusschenper-
soon" was; dat Toon Bloemkool de afnemer
was en Jaap Zooltje de leverancier. Ze be
schouwden Weegschaal als den onmtebaren
persoon, die de „adressen” had.
„Praat er vooral niet over” sprak hij met
nadruk tegen z'n vrouw, „want, als ze het
wisten, dan val ik er natuurlijk bulten en
doen ze het samen.”
„Maar het geld?" vroeg Koba.
„O, dat komt wel terecht," lachte Weeg
schaal, „by zulke bedragen loopt dat over een I
bank, en als de maand om is, zal ik beiden
om afrekening vragen. Dan blyft er
duizend gulden winst voor my over,
duizend gulden
En trots wierp Weegschaal het hoofd in
den nek.
Dien avond was het weer .soos” Toen
het naar negen uur liep, ging hij z'n gekleede
jas aantrekken. Kobus meende, dat nü hij
kapitalist, groothandelaar en oorlogswinst
maker was, wel wat deftiger voor den dag
kon komen dan voorheen.
„Wel,” zei hjj tot z’n vrouw; ..hoeveel
menschen in Amsterdam maken vier hon
derd gulden winst per dag? Over een maand
of twee gaan we rentenieren en op een van
de grachten wonen.’
Droomend van rükdom ging hij dien avond
naar de soos. Hy meende, dat iedereen op
straat hem eerbiedig aankeek, want een ge
kleede jas op een werkdag, dat getuigde
dóórwerken, en toch in een be
snel tempo, ziedaar den indruk,
dien men krijgt als men den moed heeft
om den omringdyk te verlaten om zich
K.M. ver te begeven in den nieuwen pol
der, om aldaar den stand van zaken eens
in oogenschouw te nemen.
Op den dyk staande ontwaart men in de
verte verschillende groote werktuigen. die
nteter. ,jÓt begrijp inderdaad dat ~n bê- heziR zijn aan het slooten graven en ver-
der valt het oog op een groot aantal kletne
verplaatsbare schuurtjes, de schaftlokalen
voor de ongeveer 800 arbeiders, die in
groepjes verdeeld in den polder bezig zijn
met het nivelleeren van het terrein, het
verspreiden van de slootaarde en het ma
ken van greppels en drainages. Staande op
den dyk te Kolhorn te Aardswoud krijgt
men het idee van een echten kleipolder, als
men zyn blik laat gaan over de uitgestrekte
slibvelden, die in dezen tijd van het jear
door den velen neerslag van vettigheid glim
men.
Een geheel ander beeld, schryft het
„Mdbd.”, krygt men als men den polder
ingaat te Wleringen aan de Haukes. Omdat
de grond daar wat lichter is, wat zanderiger,
lykt alles daar meer op een ontginning,
doch waar men het oog ook wendt, telkens
wordt men verrast door het tempo, waarin
de onderscheidene werkzaamheden worden
ten uitvoer gebracht. Opvallend is het, dat
de oude zeebodem overal zoo vlak ligt. Be
houdens de oneffenheden ontstaan door
stortgronden, afkomstig van onder water
aangelegde kanalen, ligt alles behoorlek
vlak.
Het maken van slooten wordt nog uit
gevoerd door de directie der Zuiderzee
werken. Machige machines, van meer dan
20.000 kilo, staan daarvoor op den drassi-
gen bodem opgesteld, die op één werkdag
160 meter sloot ter breedte van 2.75 meter
graven. Bakken van 0.75 kub. M. worden
telkens uitgegraven Moesten de 5 arbeiders,
die by deze machine werkzaam zyn, de
slooten uit de hand graven, dan zouden zy
samen per dag 25 mter kunnen af maken
Wat verder werkt weer een ander type
machine, die de slooten uitgraaft in den
vorm van een overlangs doorgesneden
cylinder; een sneldraalend wiel, voorzien
van kleine bakjes baggert den grond weg
en verspreidt de aarde meteen over een af
stand van 8 tot 10 meter. Opschieten moet
het werk, want in totaal moeten ongeveer
1200 K.M. sloot gegraven worden.
Waar de slooten klaar zyn, komen de
arbeiders om den grond gelijk te maken,
terwyl anderen weer In
graven van greppels, hoewel ook hiervoor
weer machines aanwezig zyn. Op de klei
worden deze greppels gelegd op 10 Meter af
stand. op het meer zanderige gedeelte op
15 meter. De bedoeling is om op de klei
gronden, by voldoende ontwatering, later
weer om den anderen een greppel te dich
ten. Op de uiteinden der akkers wordt het
water uit de greppels met drainagepotjes
naar de slooten geleid.
Ontzaglijke moeilijkheden moeten telkens
worden overwonnen. Ieder onderdeel der
werkzaamheden te als het ware een vraag
stuk op zichzelf. Denk eens aan ’t feit, dat
alle arbeiders nog langs ongebaande we
gen zich naar het werk moeten begeven,
terwijl ook de aanvoer van materialen met
groote moeite gepaard gaat. De bodem te
wel begaanbaar, - doch verzakkingen van
tractors en wagens komen meermalen voor
In dezen tijd van overmatigen regen
val. Alleen op Haukes is een fietspad ter
lengte van 5 K.M. ongeveer, terwyl andere
wgen in voorberiding zyn.
Voor de Commlssie-Lovlnk wordt een
proefbedryf aangelegd, ongeveer 4 KM. van
Kolhorn. Een groot gedeelte van dit ter
rein, ter grootte van ongeveer 40 H.A., is
van grondwaterbulzen voorzien, om het
verloop van het grondwater na te kunnen
gaan by de verschillende wijzen van drai-
neeringssystemen, welke hier aan de prac-
tyk zullen worden getoetst.
Aan de Haukes te Wieringen op de lich
tere gronden staat alreeds ongeveer 250 H.A
rogge te groeien. Deze heeft men aldaar
gezaaid om verstuiven van deze gronden
tegen te gaan, waardoor de afwaterings
kanalen zouden verstoppen. Het ligt in de
bedoeling om het aanstaanje voorjaar deze
gronden met graszaden in te zaaien.
bezaaien van deze complexien ging
eenvoudig. Over het genivelleerde land
werd de rogge breedwerpig uitgezaaid en
met een schyvenegge ondergewerkt.
De arbeiders zyn ondergebracht in lood
sen of vinden een tehuis bij de bewoners
in de omgeving van den naburlgen polder.
Gezien het ruwe jaargetijde en het zware
werk, dat velen hebben te verrichten, wor
den hooge etechen gesteld aan hun weer
standsvermogen en de Arbeidsbeurzen, die
rijp en groen hierheen hebben gestuurd,
hebben er zeker niet by stil gestaan, dat
voor dit soort ontginningswerk alleen
krachtige geschoolde arbeiders gebruikt
kunnen worden. Wanneer dan ook melding
wordt gemaakt van werkstakingen betreft
dit veelal de waardeering der arbeidspresta
ties van menschen. die minder geschikt zyn
voor dit zware werk, dat vooreerst onder
zoo weinig gunstige omstandigheden moet
worden verricht.
General
Corporation maakt het
welke naar men weet In de politieke studie
dagen van Amersfoort wordt belicht.
De navolgende verdeeling van het onder
werp geeft eenigen kijk In welke richting
men in de rustige sfeer van Rolduc het
zoo hoogst actueele onderwerp zal ,Aan-
snüden.”
Vooraf zal gaan een algemeene inleiding
op het vraagstuk.
Vervolgens heeft men zich gedacht te doen