5,
DE LUIE SPINSTER
VAN ALLES WAT
DE LOOZE STREKEN VAN
REINTJE DEN VOS
DE ZOON VAN DEN EDELMAN
2
|E.OG)D
uL
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
J
DOOR RO KOPUIT
0
-I r
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
MET PLAATJES VAN JOOPIE
0
I
0
0
0 L
C2>
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
XIV
Hoe Reinaart ten aanhoore van allen belijdenis van zijne zonden deed
PIERROT.
niks.
die holle, waarschuwende
en lekker haar voeten warmde.
DE BOEMERANG
H. POCUS.
DE BLINDE VLEK IN *T OOG
om
op te kunnen hal.-
o
„De mooie takken, mij ontnomen.
Die brengen onheil, wéAr zij komen!”
„De mooie takken, mij ontnomen.
Die brengen onhed, waar Bij komen."
X nu!” Maar X gebeurde, zooals de man
gezegd had; 't spinnewiel kwam In mus
We kunnen voor onze vriendjes makke
lijk zelf een Sint Nicolaas-cadeautje ma
ken en daar Is zelfs nu nog tijd genoeg
voor. Als we maar een mooie prentbrief
kaart hebben, dan kunnen we daar wat
EEN LIJSTJE VAN STOPVERF EN
SCHERVEN
Maar dat duurde ook niet heel lang.
Want ik beet er eentje dood,
En 'k moet tot m’n schand bekennen,
M'n verdriet was niet heel groot.
Lamm renbloed vond ik verrukk’lijk,
O. het smaakte mij zeer goed,
Daarna at ik ook het vleesch op,
Zooals ied’re slechtaard doet.
„En ik vond het toch zoo aardig
Om te hooren hun geblaat.
Dat het niet zoo lang meer duurde,
Of ik werd hun kameraad.
Hoor, hoe Reinaart nu z’n vader.
En zijn braven oom den Das,
Zoo maar leelijk ging verraden.
Of het alles eerlijk was.
Heden wil ik u dus zeggen.
Ja, ’t is waarlijk ongehoord.
Bijna waart gij, koning Nobel
Door uw eigen Hén vermoord!”
Koning Nobel, zeer bewogen
Door da schoone taal van Rein,
Zei heel zachtjes tot z’n vrouwtje:
„Zoo moest iedereen nu zijn.'*
„Dat zou ik toch heusch niet durven,'
Zeide Reintje nu heel gauw,
Maar hij dacht toen bij zichzelf:
„Straks speld ik wat op je mouw.’*
Luister nu, hoe loose Reinaart
Isegrim en Bruin den Beer
Verder in t verderf gaat storten.
Al was 't niet den eersten keer.
„Zeker zou ik ’t u ook zeggen,”
Zeide Rein met-droef gelaat,
..Want ik ben toch maar een arme.
Die er daad’lijk sterven gaat.
En ontsteld ging zij nu verder:
.Daar kan ik dus van opaan?
Weet, als jij weer staat te liegen,
Dan komt het je duur te staan.”
..Reinaart” zei de koningin nu,
,Js dat alles eerlijk waar?
Dus men wou mijn man vermoorden?
O, wat is dat vreeslijk naar!”
Toen de koning dit nu hoorde
Zeide hij„Jij slechte vent.
Zeg me daad’lijk. hoe je toch wel
Aan dien schat gekomen bent.”
.Zwijgt dus allen mijne Heden,
‘t Is de wensch van onzen heer.
Want zoudt gij niet naar hem luis-
t’ress
't Deed mij waarlijk 1 harte zeer.”
.Zeker wil ik ‘t u wel zeggen,"
Zeide Rein met valsch gezicht,
.Dezen schat heb ik gestolen.
Maar geloof me, t was m'n plicht.
Anders had men u, o Koning,
Van het leven vast beroofd,
eens goed.
>u ‘k liegen!
X. ntefs aan,
tortel leugens
gaan.”
en hü
pad.
t
■obcd
,De mooie takken, mjj ontnomen.
Die brengen onheil, waar zij komen."
Je sluit het linkeroog en kijkt met het
rechter scherp naar het witte kruisje op
onderstaande teekenlng
,,’k Zou het liever niet vertellen.
Maar mijn plicht zegt dat het moet.
Want al ben ik ook een valschaard.
Soms ben ik nog wel i
Bovendien, waarom Zo
'k Heb er immers toe!
En ’k zou niet met zo
Thans den dood in wil!
gewoon'.ük zijn sporen achterlaat -
doende de heele zaak zou kunnen"
raden.
Hoe kom Je nou aan kleefstof?
Is er een winkeltje van goochelbenoo-
dlgdheden in je woonplaats, dan haal je
daar een tubetje, want daar dit goedje
De Australische negen bezitten tn Iran
..boemerang" een buitengewoon goed
slingerwapen. HU wordt vervaardigd uit
een gebogen stuk boomstam en beeft da
Want je hebt er enkel maar voor noo-
dlg een beetje stopverf en 'n hoopje ge
kleurde porceleinscherf jes.
Je neemt dan eerst een stukje karton,
dat aan alle kanten ongeveer 1H o-M-
grooter is dan het plaatje, dat je In wilt
Nu plak je je prentbriefkaart
midden op je stukje karton
HET VERDWIJNENDE EN WEER
VERSCHIJNENDE GELDSTUK
o»o»cd»cd»cd»cdbcd»cd» ioioioioioioioioioioioioioioaoioioiaoioioi
©te
de kleefpartü
Kleefwas is
prima!
„Op een dag ontmoette ik Isegrim,
Hij stond in een hollen boom.
En hij zeide: „beste Reinaart,
Als ik t goed heb. ben ’k uw oom.”
„Van dien dag werden mij vrienden,
Reisden samen hand in hand,
Hij stal 't groote en ik het kleine
Uil uw overvloedig land."
.Daarna gaf hij mij de ribben.
Waar ik bijna niets aan had.
Maar het kon me niet veel schelen.
Want ik had een grooten schat.”
vui, WO»
I ‘k Zal 't u verder wel vertellen,
f Als u mij dan maar gelooft.”
baan graaft en je hebt er nog niet naar
gekeken, dan verandert het garen in ult-
geptoeen touw; dat gaat altijd zoo.” De
man was bij de hand en wilde den boel
niet in de war laten loopen; hü stond
vlug op, kleedde zich haastig aan en liep
naar de keuken. Maar toen hij bü den
ketel kwam en er in keek. Bag hij tot
zijn schrik niets dan een groote pruik
uttgeplozen touw. Toen hield de arme
man zich maar heel stil, want hij dacht,
dat de haan tóch gekraaid moest hebben,
zonder dat hü X geboord had en dat hü
nu al dat mooie werk van zijn vrouw
bedorven had. En in de toekomst -prak
hij heelemaal nooit meer van garen en
spinnen. En zijn vrouw nog minder; daar
zorgde ze wel voor! Maar al d e slimheid
deed haar toch niet veel eer aan. Wat
vinden jullie er van?
Behalve de scherven kan je er hier en
daar ook de schil van een apennootje
tusschen doen en dat dan ook verzilve
ren of vergulden.
Op dezelfde manier kun je ook *n ge
wonen bloempot prachtig versleren.
ZJs je 'n doodgewoon rood aarden
bloempotje eveneens met "n laagje
stopverf bedekt, doe Je verder net pre
cies als bü het lüstje.
Probeert het allemaal eens! Je zult
versteld staan over het resultaat, want
je kunt er werkelyk aardige dingen mee
maken.
„Samen hadden wij besloten:
Alles deelen we in twee.
Maar als Isegrim een kalf had,
Deelde hij ’t niet met me mee.
Had h[j soms een os of varken.
Deelde hij het met z’n vrouw-, S,
Ook gaf hij wat - aan z’n ktnd’ren,
En dat vond Ik vrees’Hjk flauw.”
en den volgenden avond bad ra op sljn
bevel al een heele streng gesponnen.
Toen se klaar was zei de man: „Nu te t
garen gesponnen, nu moet X ook ge
kookt worden.” En weer sloeg de schrik
haar om X hart, omdat ze bang was, dat
dat ijver.ge werken nu altijd zóó door zou
moeten gaan. En ze zei wel heel onder
danig: „Ja. we zullen het morgen vroeg
dadelijk doen." maar Innerlijk aon ae al
weer op een nieuwen streek.
Heel vroeg tn den morgen stond ae
op. maakte vuur aan en zette den ketel
op. maar tn plaats van het garen deed
ze er een dot u tgeplozen touw in en
Het dat almaar koken. Toen ging ae naar
haar man, die nog in bed lag en zei te
gen hem: „Ik moet even near den Ingang
van het bosch om wat dor hout te sprok
kelen, let jij onderwijl op het garen, dat
in den ketel ligt te koken! Maar Je moet
1 butijds doen, want denk er aan, als de
de man in een eeuwenouden eik was ge
klommen om een paar mooie rechte tak
ken uit te zoeken en ai te zagen, zat zij
al beneden ifi het dichte s ruikgewas,
gpar hü haar heelemaal niet zien kon.
verstopt. En opeens riep ze met een grie
zelige holle stem vanuit haar schuil
plaats, precies of de woorden uit den
boom kw amen
lijsten.
precies
Tevens maak je bovenaan met de punt
van 'n schaar twee kleine gaatjes,
later je „schilderij" op kunnen
gen. Nu neem Je een stukje ondoordring
baar papier (vetvrij papier, zooals oe
slagers gebruiken) en legt dit op Je
kaart, anders trekt de olie uit de stop
verf er In en dat geeft vleze vetvlekken.
Is dit vetvrij papiertje ‘goed passend op
je prentbriefkaart gelegd, dan leg Je een
laagje stopverf op het randje karton. Je
Reinaart stond daar als een zondaar;
Toen keek hij eens rond en zei:
„Ieder heb ik wat misdreven,
Maar de Hemel sta me bij.
Luister nu eens goed mijn heeren,
'k Was nog niet zoo lang gespeend,
Of daar zag ik leuke lamm’ren;
Daar heb ik toen mee gespeeld.”
Zij nam X altijd heel bedaard aan. borg
het weg op een grooten stapel en deed
nooit iets mee.
Na die eerste zware misdaad
Doodde ik er nog- veel meer,
led’ren dag at ik twee geiten,
Deed die arme beesten zeer.
Eiken dag werd ik nu slechter.
At maar hanen bij de vleet.
Daarna kippen en ook ganzen,
Die ’k gewoon in stukken beet.”
In een klein dorpje leefden eens een
man en een vrouw, die 't nu niet zoo
heel breed haddenen daar kwam nog
bij dat de vrouw zóó lui was, dat ze
maar liever heelemaal niet werkte. De
man verbouwde vlas op het kle ne veldje
achter zijn huls, maakte het zoover in or-
de dat X klaar was om gesponnen te
worden en bracht X dan bij zijn vrouw.
daar
onze
spinnewiel over, van haar oude moeder,
die gestorven Is; we zullen eens vragen
of je dat van haar moegt leenen."
„O Jé.” dacht de vrouw, „daar heb Je
zorgt er natuurlijk voor, dat hét aan alle
vier de kanten mooi gelijk Komt.
Is dit gebeurd, dan druk je voorzichtig
Je gekleurde porselelnscherf jes in de
stopverf.
Natuurlijk blijven er tusschen de ver
schillende scherven nog randjes stop
verf zichtbaar, die je nu moet gaan ver
gulden of verzilveren.
Is het heele zaakje goed gedroogd, dan
Is het lijstje klaar en kan het aan den
wand van je kamertje prijken.
eigenschap, dat hü naar zijn beginpunt
terugvliegt, wanneer hjj het doel, waar
naar hij geworpen wordt, mist.
Een boemerang in het klein, die de
zelfde bijzondere eigenschap van zün
grooten broer bezit, kan heel gemakke-
Hjk uit een stevig stukje karton gefabri
ceerd worden, dat men volgens boven
staand model uit nljdL
Dezen steekt men onder den nagel van
een der vingers der linkerhand en slin
gert hem dan in schuine richting naar
boven, doodat men hem met duim en
middenvinger der rechterhand wegknpt.
Hij zal dan volgens een kromme baan
wegvliegen, terwijl hü zich gelijktijdig om
zijn middelpunt rcnddraalt en ten slotte
weer voor de voeten of tenminste in de
nabijheid van den „werper" terecht
komen.
Niet te gelooven. hè?
Probeert bet maar eena
Toen had hij er opeens genoeg van.
Alle lust om hout te hakken was hem
vergaan, zoodat hU hals over kop naar
beneden klom en terug ging naar huis.
Zijn vrouw liep wat ze loopen kon langs
zjjpaaojei. om het eerst thuis te zijn. En
toen hij het huls in kwam, deed Ze heel
onschuldig en vroeg: „Nu, heb je mooi
hout voor mijn spinnewiel meegebracht?"
„Och nee." zei hij, „daar is niets van
terecht gekomen." En hij vertelde haar,
wat hem In het bosch overkomen was en
liet haar daarna een heelen tijd met rust.
Maar na een paar weken begon hij
toch weer; hij ergerde zich over de wan
orde In huls „Vrouw." rel hjj. ,,’t is toch
een schande, dat al dat kostelijke vlas
maar blült liggen! Weet je wat,
buurvrouw heeft nog een tweede
Wanneer je een goochelaar bezig riet
dingen te laten verdwijnen en weer te
voorschijn te tooveren, dan berust dit id
99 van de honderd gevallen op vinger
vlugheid en handigheid.
Vandaag wil Ik jullie ook een paar
methodes leeren, om een geldstuk, zoo
dikwijls je maar wilt, uit je hand te laten i
verdwijnen en daarin weer terug te too- 1
veren.
In een afgesleten dubbeltje, dat dus
nogai dun geworden Is, boor je een
gaatje, heel dicht bij den rand en haalt
er een zóo dun mogelUk vleeschkleurig
draadje door. De borduurdoos van Je zus
ter helpt je wel aan zoo Iets. Een dun.
wit paardehaar van een centimeter of
twaalf is ook heel geschikt.
De twee uiteinden van dit draadje
moeten warden toegeknoopt, waarna je
de thans ontstane lus zóó ver over den
duim van de rechterhand schuift, dat net
versleten dubbeltje precies In de hand
palm komt te liggen.
Wanneer je er nu maar voor zorgt, dat
je bU de vertoon ing van dit tooverkunstje
niet al te dicht bij de toeschouwers gaat
staan, is de draad of het haar, vooral des
avonds, wanneer de lamp aan is, vol
strekt niet te onderscheiden van de
hand.
Om nu het geldstukje te laten ver
dwijnen. sluit je je rechterhand, en maakt
daarmee net precies bewegingen of je net
ding fijn wilt wrijven Maar tegelijkertijd
schuif je het stiekum tusschen wijs- en
middelvinger door, zoodat het op de rug
zijde der hand komt te liggen, waar net
natuurlijk aan den draad blijft hangen.
Nu kun je de hand, die leeg schijnt te
zijn, gerust uitsteken en er vrij mee wer
ken. omdat het dubbelt je 'een halve cent
gaat ook uitstekend, is trouwens nog
duidelijker te zien ook) niet vallen kan.
Natuurlijk moet je er zorgvuldig op
passen, dat je „publiek” de rugzijde van
je hand niet te zien krijgt, anders zou
het geheim onmiddellijk verraden z in.
Moet het geldstuk nu weer te voor-
tchljn getooverd worden, dan sluit je de
hand opnieuw en tracht het weer tus
schen de beide genoemde vingers door
naar den handpalm te werken en te
duwen, wat je heel gemakkelijk zal luk
ken. door met den duim den draad
of het haar aan te tcekken en de vin
gers een tikjevan elkaar te spreiden.
Dit kunststukje kan men op verzoek
net zoo dikwijls herhalen, als je zelf maar
wilt. Maar ik zou Je toch, en dat
geldt voor alle goocheltoeren, aanraden,
dergeljjke kunstjes niet al te dikwijls
achter elkaar te herhalen, omdat er in
het gezelschap altijd van die pientere
luitjes zijn, die heel goed hun oexjen
den Kost geven, vooral den tweeden of
derden keer en er zoodoende steeds ge
vaar voor ontdekking bestaat.
Je Kunt ook op de volgende manier te
werk gaan Je legt het dubbeltje op net
onderste lid van den rechter-, middel- cn
wijsvinger en drukt b(j net sluiten der
hand den duim er op. waarvan de nagel
vooraf met een weinig kleefwas bestreken
moet zijn, zoodat je geldstukje er aan
blijft vastkleven.
Is dit gebeurd, dan maak Je met je
band een beweging, of Je het dubbeltje
het luchtruim Inslingert en toont daarna
aan de nieuwsgierige omstanders je leege
hand.
Het dubbeltje zit ondertusschen vast
gekleefd aan den nagel van den naar
achteren gerlchten duim en kan dus, bfj
een doelmatige houding der hand heele
maal niet in de gaten loopen.
Moet het ding nu weer te voorschijn
getooverd worden, dan ba) je heel een
voudig Je hand weer tot een vuist en
strijkt het dubbeltje weer van den kleef-
nagel af.
BU deren goocheltoer zou Ik ie aan wil
len raden, geen dubbeltje van een der
toeschouwers te leenen. maar Je eigen
spullen te gebruiken, daar de kleefwas
Doe Je d-t op een af tand van oog tol
papier, zocals die bij het gewene lezen
gebruikelijk is. dan zie Je gelijktijdig liet
kruisje en de cirkelronde witte v’.ek op
den zwarten achtergrond. Kom je dan
heel langzaam met je oog steeds dichter
bjj het papier, zonder het kruisje uit net
oog te verliezen, dan verdwijnt plotse-
QT^eer^llng de witte kr.ng om bij verdere rAde-
en-ver- [ring weer te verschVnen. 1
Dit tijdelijk verdwijnen geschiedt In X
algemeen op ongeveer 20 c.M. afstand
van het oog tot het papier en wordt ver
klaard door een zich tn leder °°8 be
vindende tg. blinde vlek.
Zijn bijl bleef in de lucht zweven; hij
kreeg X werkelijk een beetje benauwd en
begon er weer over te piekeren, wat dat
toch zijn kon Maar na een Poosje vatte
hl) weer moed en hU greep voor de derde
maal zijn bijl en wilde toeslaan. Maar
wéér klonk
stem:
veel bU goocheltoeren wordt gebruikt, is
het in dergelijke zaken steeds verKryg-
baar. Je kunt het ook met gewone boom-
of terpentijnwas doen, maar dan mislukt
nog wel eens.
echter in dit opzicht
De man werd opmerkzaam, legde zijn
bijl even weg en dacht er over na, wat
dat vel te beduiden kon hebben. „Och
wat," dacht hjj bij zichzelf: „Je ooren
zullen een beetje gesuisd hebben, mauk
Je geen onnoodige zorgen!" Hij pakte dus
zfjn bUl weer stevig met beide handen een fijn lijstje om maken, eigenlijk met
beet en wilde Juist een ftks:hen slag
doen, toen hij weer uit het dichte gebla
derte hoorde roepen:
Op een goeden dag begon dat haar
man te vervelen en hU scho'.d haar uit,
omdat ae nooit iets wilde uitvoeren.
„Maar be te man. hoe kan ik spinnen
ft geen spinnewiel heb?" vroeg de
vrouw, die met haar handen in haar
schoot bU de kachel mt en lekker haar
voeten warmde.
_Nu< als X anders niet is." zei de man,
Ulan zal ik Je wel eens gauw helpen Ik
zal naar X bosch gaan, wat mooi eiken
hout hakken en dan een pracht van een
spinnewiel voor Je maken I Hè, me dunkt,
ik hóór het al snorren!”
Zoo gezegd, zoo gedaan, en hU ging
meteen met zijn bijl op pad. Maar de
vrouw sloeg de schrik om X hart: ze
■ag zich al den heelen dag Bitten spin- j
nen aan het vlas van d en reusachtlgen
stapel, dien ze had opgespaard Brrrrr
nee. dat was niets voor haar. Ze wist er
wat beters op. Stilletjes sloop ze haar
man na en sloeg een klein bo-chnaad'e In.
waarlangs ze heel hard voortliep. Toen
o
o
o
o
CD»
HU trachtte zich op te richten, maar viel tn de armen van den ridder,
die was toegesneld om hem op te vangen. Zijn gelaat werd wit, als dat van
een doode.
„Vader, vader!” riep zijn soon ontsteld uit, „sterf niet, zooals mijn
moeder gestorven Is
.Zooals mijn moeder gestorven Is," herhaalde de graaf ontsteld....
„nu begrUp ft alles...."
Meteen was hU bewusteloos.
Men bracht hem naar zijn legerstede en de dokter gaf hem een slaap-
-Maar,” vervolgde de graat van Montfoort, terwijl hü zün blik In net
rond liet dwalen, „waar Is je moeder? Waarom Is ze niet bier om mij te
ontvangen?"
De Jonge edelman slaakte een diepen zucht en bedekte zijn gelaat met
de belde handen.
En de ridder trad naderbU en zei: .Heer, uw vrouw Is bevangen door
aan zware koorts.reeds twee weken lang
„Welnu, breng me bü haar." zei de gewonde, „dan Kan Ik zelf zien, hoe
het met baar gezondheid staat."
®O>OBORO>QBa»CD»QiOiCDiCD»CD»QiO»CD»Q»O» IOICD»OI lOIOIOIOIOfQIQIQIOIOIO
De mooie takken, mij ontnomen.
Die brengen onheil waar zij komen.