NIEUWJAAR DE WATERNIMF UIT DEN VIJVER DE WONDEREN VAN KERSTVACANTIE DE ZOON VAN DEN EDELMAN HET YELLOWSTONE-PARK 1 I 7 i o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o Gelukkig NhuwJaar EEN SPROOKJE DE B.L.N.S. O llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllll o O MET PLAATJES VAN JOOPIE O O O O ?0 'i O os O Y - 0 1 je ««gen, OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER BOESTEMMING VERBODEN o daar steeg een vrouwenhoofd uit de diepte op. in een klein dorp leefde een rijke molenaar. en, 200- hoorde Beer in Yellowstone-Park v. d. M. V< komt Daar kwam de meid hem al tegémoet vierde Kerstboom, A. L. i ..Hebben -baarden?” vroeg Kees verbaasd. dieren verkregen en schijnt vooral voor te komen als de dieren ziek zjjn." een als De Dienzeltden nacht deed geen van beide gevangenen een oog dicht en reeds in den vroegen ochtend klonk er buiten een vreemd tumult. Het was de heer van Oldenhoven, die. uit zjjn roes ontwaakt, zijn mannen bevel gaf, om den graaf van Montfoort vóór te geleiden. Een der ruwste kerels haalde den graaf uit zijn gevangenis weg. ondanks den tegenstand, dien de jonge edel man bood. in het midden van de kamer stond ue met zijn lichtjes. Mevrouw Van Voorden zette zich aan de plano en ’t Oude jaar gaat van ons scheiden, Hoort het klokje twaalf slaan; Luid klinkt liet van alle kanten: ,,’t Nieuwe jaar is ingegaan!” 't Oude jaar vlucht op een drafje. Want het Nieuwe jaar staat klaar; En het schijnt ons toe te roepen: „Kind’ren, een gelukkig jaar!” Dat wij héél goed op gaan passen .Is iets, dat vanzelf cd spreekt. En geen één van al de kind’ren, Die toch zijn belofte breekt! Vlijtig leeren, ijv’rig werken, Wel, dat is naar onzen zin; En vervuld met goede plannen Gaan we ’t Nieuwe jaar weer in! d< h< dicht Dadelijk daarop ver hel C g b b dl te re „Wie ik ben, doet niets ter zake,” ant woordde ze, „maar ik help je, tenminste, alw ke de dc ni ht w< den het lenaar hij trokken." Toen bla lia’ de Mn ach zie: Mi wie dut hot «ür gev woi bes arl pn del he is "31 in in. 15 acl I Zu tex de bel I ver bot gin 6O.( get ierook wlen „Wel neen,” was het antwoord. ..Er zijn massa walvlsschen met tanden, zoo- dolfjjnen, brulnvisschen en andere. amber wordt uit den darm van de ■C5BCDBC3BCDBC3BCDBCDBQBCDBCDBC3BCD1CDBQBC3BCDBCDBBCDBO1C3B lOIOIOIOIOIOiOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOI IOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOI er iemand bij hem kwam, die hem toe fluisterde: „Xk zal Je helpen, je zoon terug te-krijgen Doe wat Ik zeg! Bestijg Den vorigen keer hebben we het gehad over geysers in X Yellowstone-park. niet waar? Nog een paar merkwaardige gey sers moeten we noemen; op de eerste plaats den Minuutman, een Mysertj£. dat precies om de minuut een giraal water een paar meter hoog opwerpt enhet Apollinaris-geysertje! Je kent Apollina- riswater, niet waar? Nu, dit geysertje spuit om de 5 minuten een kleinen straal uit van echt, natuurlijk Apolllnarlswaterl En nu nog eenige andere wonderen! Je hebt in het bewuste park ook z.g. Verfpotten. Wat zijn dat nu? Dat zijn diepe uithollingen in den bodem: de wan den daarvan bestaan uit een laag klezel- zure stefen en de geheele uitholling is gevuld met kokende modder, waarin kle- zelzuur is opgelost. Zoodoende krijgt de modder alle kleuren van dén regenboog. Hoog spat en borrelt de kokende modder soms omhoog en, vooral als de zonne stralen er op vallen, is dat een grootsch gezicht. Een ander wonder is de canon van de Yellowstone-rivter. Een canon is een rivierdal met stelle wanden. Nu kan men ergens in X park een geweldigen canon zien: 360 meter diep! Van boven is de breedte 600 M. en beneden (dus op de plaats, waar de rivier stroomt) 60 Meter. En als je naar de stelle wanden kijkt, dan zie je, dat die allerlei kleuren ver- toonen; terwijl je daartusschen nog aller lei tusschenkleuren vindt. Door inwerking van allerlei vulkanische verschijnselen heeft het oorspronkelijke gesteente al die kleuren gekregen. Als je zoo op den rand van dit canon- dal staat, zie je ook nog twee waterval len, welke de Yellowstone-rivler maakt. Eén, die 34 meter hoog is en één, die 103 meter hoog is. Langs een prachtige, na tuurlijke trap (de Trap van oom Tom genaamd) kan je naderen tot vlak ojj het schuimende en plassende water. Nog een wonder! Op een der uithoeken van X park staat de z.g. electrische berg. De top van dien hoogen berg bevat zóó veel magneetijzer, dat deze den bliksem tijdens een onweer voortd’irend aantrekt, zoodat een heerlijk vuurwerk op den berg top te genieten valt, als de donder ratelt en de bliksem door het luchtruim vliegt. Ook de versteende bosschen mogen we niet vergeten! „Die heb je elders ook." zal je zeggen. Welnu dat is zoo: maar het merkwaar dige hier is. dat de boomen nog net al' vóór duizenden Jaren rechtop staan en niet liggen izooals eld. rs>! Heele wou den van versteende boomen kan men hier bewonderen én je begrijpt, dat dit weer een indrukwekkend gezicht Is! Je hebt natuurlijk in het park ook warme meren, vaak heel groote. De tem peratuur van het water is heerlijk: er leven dan ook allerlei dieren in veel vlsch o.a. ook de forel, het eenige dier dat in het YellowsUme-park vrij mag worden gevangen. Nu *zle je heel vaak midden in het meer een geyser staan, ede kokend water opspuit en dit laat vallen in een door hem van klezelzuur gevormd bekken. Dit laatste bevat dus doorloopend kokend heet water, dat dus veel heeter is dan het water in het meer. Nu zie je heel dikwijls op den rand van hét bekken toeristen zitten, die in het warme water forellen vangen en/als ze er een gevan gen hebben, het arme dier in X kokend water van het bekken slingeren, om bet dier hier te koken en het daarna op te peuzelen: een heel wreed vermaak dus! „Ze zullen mij voor de rest van mijn leven in een donker, hok stoppen m’n kind. De heer van Oldenhoven heeft het gezegd en je kunt ervan op aan, dat hij woord zal houden. Ik hoop alleen maar dat hij niet zoo bar- baarsch zal zijn, ook jou op te sluiten." „Vader," riep de jongen uit, „ik hoop integendeel, dat hij ons niet zal scheiden. Wat zal er van mij geworden, zonder u? Bovendiennlemanc’ zal erin slagen mij van u los te rukken.** Thans kwam hij tot de ontdekking dat het voorhoofd van zijn zoon geheel met bloed bedekt was. „Vader,” sprak de knaap, .kon ik u maar bevrijden". De ketenen bleken echter te sterk om op eenigerlel wijze losgemaakt te kunnen worden. „Vader,” riep de jongen, „wat zal er met ons gebeuren?" En bij deze woorden keek hij z’n vader met z’n groote donkere oogen angstig aan. Terstond begon hjj een deuntje op de gouden fluit te blazen en legde X speel- tuig daarna aan den rand neer. Weer verscheen de vrouw en dadelijk daarop werd het hoofd en het bovendeel van tiet lichaam van den ongelukkigen knaap zichtbaar. Smeekend strekte hij de han den uit naar zijn vader. 'Deze greep blik semsnel toe eneen oogenblik later stond de jongen op den kant. Vlug als de wind ijlden beiden weg en dat was maar goed ook. want de lange grijp armen der waternimf staken ook reeds boven water uit om den verloren buit weer te pakken; maarbeiden waren al uit het bereik der vreeselijke armen. Zoo had de gelukkige vader zijp zoon - - gered! v. d. M wateroppervlakte, die zacht werd gerimpeld. zuchtte onze hij ouder doorloopen, in. Bij den vijver kwam hjj nooit! De jongen leerde al gauw omgaan met het geweer en zijn liefste bezigheid was het, te jagen In de bosschen op herten en wilde zwijnen. Zwaar werk behoefde hij in den molen niet te doen, want zijn vader had weer geld genoeg en kon werk volk genoeg in dienst nemen. Op een keer was hij weer op jacht in het bosch; hjj had een gelukkigen dag gehad, want een tiental hazen droeg zijn drager aan een langen stok achter hem I oon_ Toch zou hij nog graag ook een hert willen schieten! Bij den rand van het bosch bemerkte de jongen plotseling een prachtig hert met een heel groot gewei. Wacht, dat zou hem niet ontgaan! Hij legde aan enraak, het dier maakte een buiteling en viel toen dood ter aarde. Hoera! De jager en zijn hel-' per begonnen dadelijk het dier uit te weiden. De ingewanden werden uit het lichaam van X doode beest verwijderd, opdat het vleesch langer goed zou blij ven! Dat was een heel karwei, maar ein delijk was X toch'klaar. Lachend over X behaalde voordeeltje liep onze jager nu naar den vijver om zijn handen te wasschen. Hij dacht niet meer Ik heb wel gemerkt, dat, als je vraagt, dat de menschen dan eerst met naphtaline komen omdat dat veel goedkooper l0|0|0|0|0|0lolOIOl010IOIOIQ|QIOIQIIOIOIQ»IQIQIQIOIQIQIQiQiO«OIOIOIOIOIOlOIOIIQiO«0»OIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOl6lOB Het kind groeide voor spoedig op en de molenaar scherpte den kleine voort durend in: „Niet bij den vijver komen, jongen; anders krijg Je een ongeluk! Er zit een booze vrouw in, die je naar beneden wil trekken!" En schuw vermeed het kind, in de na bijheid van den vijver te spelen. Ja, toen werd en de school al had zat de vrees er nog steeds armoe en ellende! En dan stond hjj vaak midden in den nacht op, begaf zich naar den tuin om daar tot bedaren te komen en om er over na te denken, hoe hjj weer tot rijkdom zou kunnen komen. Zoo zwierf onze man midden in den nacht weer eens door den tuin; maar ook hier voelde hij zich niet rustiger worden. Hij opende daarom het hek en sloeg den weg in naar X bosch. Juist ging de maan op, die boomen en struiken spookachtig verlichtte. Moede geworden van het pein zen en ronddrentelen, zette hjj zich ein- dêlljk op den kant van den vijver neer, die dicht bij het bosch in een groot wei land was uitgegraven. Het .zilverachtige aan. gelaat van de maan weerspiegelde in de door een koeltje fer komt oorspronkelijk uit Japan en China. Met stoom wordt d» kftri*fer uil Zoo vierde de familie Van Voorden haar Kerstmis (fig. 3). „Nu we toch over deze dingen aan het spreken zijn," kwam Kees naar voren, „wou ik ook wel eens weten waar de kamfer eigenlijk vandaan komt. Jij ver zamelt zooveel dieren en zult dat dus wei weten, kamfer meestal aandragen, is.” „Naphtaline," viel nu Henk in, ,Jp>mt uit steenkool en wordt wel gebruikt cm op plaatsen op te hangen, die niet lek ker ruiken. Ze wordt ook wel tegen mot gebruikt, maar ik geloof niet, dat het veel helpt. Maar de echte kamfer komt van den kamferboom (fig. 2). Echte kam- aan het verhaal, dat zijn vader hem zoo vaak had verteld en bovendiengeloofde hij het ook niet meer, nu hij zoo groot was. Ónmogelijk, een vrouw, die daar woont in het water! Zonder vrees bukte hjj zich dan ook over X water en zie nauwelijks raak ten zijn bebloede handen het wateroppervlak, of... daar steeg een vrouwen hoofd uit de diepte op, twee handen werden ook zicht baar. die den jongen vast grepen en in het water trok ken. Dit alles was In een paar seconden gebeurd, zoo dat de drager er maar wei nig van had bemerkt. Maar omdat hij den ouden mole naar vroeger al meer dan eens zijn zoon had hooren waarschuwen voor den vij ver. begreep hij. dat er iets vreeselijks moest gebeurd zijn. Als een dolle rende hij naar den molen en vertelde zijn baas, wat er gebeurd was. Deze schrok zóó hevig i dat hjj zich niet meer op de been kon L ouden en bewusteloos neerviel. Terwijl hjj daar zoo lag, was het, alsof Veel jaren geleden leefde ér in een klein dorp een rijke molenaar. Maar er kwamen slechte tijden en hoe langer hoe meer zag onze man zjjn schatten v«j minderen, tot hjj ten laatste doodarm was. *s Nachts kon hij niet meer slapen, want bange droomen fluit en sprak: „Haast u, vóór de zon opkomt, moet ge bjj den vijver zijn. Speel een deuntje op deze fluit en leg die daarna weer op den rand van den vijver neer. Houd je goed en red je zoon!" Vol hoop in het hart ging de arme vader weer naar den vijver Laat ik ten slotte nog even wijzen op heel U ime, bruine en grijze beren, dia in X park ronddartelen. Een beer (vooral zoo’n grijze!) is een gevaarlijk dier voor den mensch. Hier in het park zijn ze echter geheel tam geworden en komen tot vlak bij de toeristen om te bedelen. Nu. je begrijpt, d t de meesten dezer dames en heeren de dieren niet zonder lekker hapje weg laten gaan! „Nu wat... als?", vroeg de molenaar. „Als je mij afstaat, wat er dezen nacht bij jouw in huis geboren is.’ „Wat kan er bjj mij ge boren zijn.” dacht hij, „zeker een jonge kat. of een paar jonge geitjes!" „Goed." antwoordde hij dan ook en vlug stoof dij op z’n woning toe. Daar kwam de meid hem al tegemoet, vroolijk zwaai end en sprak, dat er zoo net een zoontje van hem ge boren was Hevig schrok de molenaar en weeklaagde nu luid „Ach. moet ik mjjn kind nu offeren? Nee, wat er ook gebeuren mag. ik geef hem niet, ik ben veel te blij, dat Onze Lieve Heer mij een zoon gegeven heeft, voor wien ik nu kan werken!” En vol liefde liep hij naar de wieg van z’n kind en met gevou wen handen dankte hij voor de gunst Zou er wel een gezelliger vacantie zijn, dan de Kerstvacantie? Als de dagen kort en de avonden lang zijn; als zoo graag nog wat zitten te schemereryfAls we onzen Kerstboom vast in elkaak zetten en den stal en het kribje! Bij de familie Van Voorden was het Kerstfeest altijd bijzonder gezellig. Dit jaar genoten ze extra, omdat Henk va cantie had. Kerstnacht was aangebroken als gewoonlijk, gingen allen naar de kerk. Daarna werd thuis een gezellige familiekring gevormd, waarin ook Beln- dert en Kees waren opgenomen op uit drukkelijk verzoek van Henk. De andere clubgenooten waren allen de stad uK en nu vond hjj het zoo sneu voor de belde jongens alleen te moeten blijven. Natuurlijk kwam het Kerstfeest ter sprake en werd een vergelijking gemaakt tusschen het Kerstfeest nu en vorige jaren. Daarna was het een poosje stil en toen merkte Mientje op: „Waarom zou den de H. Drie-Koningen juist wierook en myrrhe aan het Kind gebracht heb ben?" „WeL" antwoordde Henk, „ze brachten het kostbaarste, wat ze bedenken konden. En in het Oosten kende men die reuk stoffen als heel kostbare stoffen." „En weet je ook waarvan eigenlijk afkomstig is?" vroeg K het gesprek begon te interesseer „Jawel,” antwoordde Henk, „de plant, waar wierook van afkomstig is, heet: Boswellla en is verwant met den citroen. Ook de plant, die myrrhe levert is hier mee verwant en draagt den Latijnschen naam: Commiphora myrrha. Beide plan ten komen in X wild voor in Abessinië. „Worden er in het Oosten niet nog meer reukstoffen gebruikt?” vroeg Rein- dert „Ik herinner me uit de verhalen van Sindbad den Zeeman, dat daar tel kens sprake is van amber als reukstof. Is dat oene van een plant afkomstig?” Even moest Henk lachen. „Neen,” ant woordde hij. .Amber komt van den pot- visch (fig. 1), een groote walvischsoort met tanden in den bek. Kijk, hier heb je een plaatje.” (fig. 1). Diep zuchtte onze man en sprak zachtjes: „Neen, ik zie geen uitweg om mijn rijkdommen terug te krijgen!” Daar hoorde hij opeens eert heldere vrouwenstem, die uit den Tijver scheen te komen, die sprak: „Zoo, zoo zie jij geen uitweg? Nou, ik wel!” De molenaar schrok hevig! Verbaasd keek hij naar het water enzag boven het oppervlak het hoofd van een vrouw uitsteken. Lange, zwarte haren omlijstten bet bleeke gericht en allerliefst glim lachte ze. Onze man werd kalmer en ■prak nu: „Wie bent u? En hoe zou u mij kunnen helpen?” den hoöfcen berg dicht bü den vijver. Op den top zal je een huisje zien. ga daar binnen. Een oude vrouw zal wat je te doen hebt." Spoedig was de molenaar nu o- weg naar den top en weldra stond hij voor het huisje. Het was net, alsof men daarbinnen van zijn komst afwist. althans de deur werd dadelijk geopend en een vriendelijk oudje voegde hem toe: .Molenaar, hier heb je een gouden kam. Ga vanavond, als de maan in den vijver schijnt, op den rand zitten, kam daarna je haar en leg daarna den kam dicht bij den waterkant neer. Kijk dan goed, wat er gebeurt Kom daarna weer terug bij mij.” De deur sloot zich en de molenaar ging naar den vij ver. Juist brak de maan door de wolken heen en keek recht in den vijver. De molenaar kamde zich het haar en legde daarna den kam dicht bjj het water neer. scheen het vrouwenhoofd weer boven het water, greep den kam enverdween daarna weer in de diepte. Even later kwam het hoofd van den zoen van den molenaar boven water kijken! Treurig blikten zijn oogen den vader aan en wan hopige pogingen wendde hij aan om op het land te komen. Helaas! Het leek net, alsof hu aan de beenen weer naar om laag werd getrokken, want eensklaps verdween hij weer in het nat. De onge lukkige vader riep hem bjj z’n naam, maarhij kwam niet terug. Treurig steeg hjj weer naar den top van berg. „Heb je hem gezien?" vroeg oude vrouvXje. „Ja," sprak de mo- treurig; „maar X was net, alsof met geweld naar beneden werd ge- 0 gaf de vrouw hem een gouden daar weerklonken de mooie tonen der k^rst'I'deren. Weldra zetten allé stem pet hout vrijgemaakt.” men mee m en klonk het gezang der Daar gingen de schuifdeuren open co jonge temmen door het huls. allerlei beelden voor den geest beelden van 0. s t t E a c t li n li 11 n< at ve bt gr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1930 | | pagina 20