I
rtoie-
Qdinnenlandsch Nieuws
fcWf
R I
DE INDISCHE BEGROOTING
VOOR 1931
Voor de Huiskamer
I
I
I
i
s
Leening Rotterdam
B.; x
RECHTSZAKEN
Mishandeling van een veldwachter
LUCHTVAART
De vliegtuigramp in Engeland
Een bange nacht
De moord te Cuyk
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
Crisissteun aan den akkerbouw
KUNST EN KENNIS
Prof. Einstein en het rulmte-begrip
SOCIAAL LEVEN
Het Notariaat
•n
RRW
Voorlichting van den Handel-
drijvenden Middenstand
Actie tegen de afsluiting van
de Zuiderzee
Praktijk-examens voor
ambachtslieden
I
Voorschotten aan de N.V. Kbn. Holl.
Lloyd
y<
va
ui
zu
va
Pi
De onrust in het &eheele Oosten
van een re&eerin&sfiemachti&de -
P.N.I. - De koloniale politiek
F Schrale huid 1
en gesprongen handen
genezen direct en blijven
heerljjk zacht ea lenig met
AKKER’s j
k KLOOSTERBALSEM J
Qk bijt niet!
- Afkeuring van
De vervol&in$
-/&
r
10 millioen i 4 ict.
Het verloren vliegschlp
Schenkt
Met
Verdere ontwikkeUng der relativiteit.
een
zou
Ik
niet,”
luidde
het antwoord
Een vergadering te Amsterdam
Werkplan voor den Mlddenatandadlenat
VrouwelUke notarissen.
t
4 -
Ui
v<
h
d
.vRi&rsoers
doch
door
Voor
terecht
van
een
Twee jaar en acht maanden gevangenisstraf
geMaeht
voorstellen
Het
10|
de
w<
m
dl
he
K.N.L.C. adresseert aan den Raad van
Ministers
te
door
di
tl
b<
rc
U
v
t<
z
V
ai
m
fa
al
zi
er
zi<
kl
zo
f
^Geen g
100 go<j.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de
twee fabrieksarbeiders uit Nieuwe-Pekela,
die in den nacht van 3 op 3 Augustus den
rUksveldwachter Ubels te Alteveer mishan
delden, veroordeeld tot twee Jaar en acht
maanden gevangenisstraf.
De rechtbank te Winschoten had hun vijf
Jaar opgelegd.
W1
th
dl.
op te
daarbij
I i i
Ujke vakorganisaties op het gebied van den
detailhandel.
Het ligt in de bedoeling binnenkort nog
maals een dergeiyke bijeenkomst te beleggen
Aan organisaties als bovenbedoeld, welke
ér prijs op stellen daarvoor een ultnoodiging
te ontvangen, wordt voorzoover zij zulks niet
eerder te kennen gaven, verzocht hiervan
kennis te geven aan den chef der afdeeling
Handel en Nijverheid van het Departement
van Arbeid, Handel en Nijverheid.
Betrekkingen met omringende landen
Van de toenemende beteekenls der be
trekkingen van Ned. Indië met de om
ringende landen, werd blijk gegeven door de
bezoeken van den koning van Siam, van
den gouvemeur-generaal van Indo-Chlna en
den gouverneur van de Straits en niet minder
door de tegenbezoeken, welke door den
landvoogd zijn gebracht.
’W
ri
De P. N. I.-iaak
De meening van bedoelde leden als zouden
de een jaar geleden verrichte huiszoekingen
gebleken zijn zeer voorbarig te zijn geweest,
acht de minister allerminst gefundeerd. Al mo
gen die huiszoekingen wellicht in zekeren zin
geen opzienbarende resultaten hebben opge
leverd, uit de ingestelde gerechtelijke ver
volging en de schuldigverklaring door den
rechter in eerste instantie van een viertal
militante leiders der P. N. I. aan het hun
ten laste gelegde, is duidelijk gebleken, det
te Juister tijd en op deugdelijke gronden is
ingegrepen.
Bij een lezing die prof. Einstein in Call-
fornië hield, kondigde hjj een nieuw begrip
over cosmologie aan. Hij verklaarde, dat
ruimte nooit iets dergelijks kan zijn als de
oude symmetrische rulmte-theorie. Daarom
wjjkt hij af van het oorspronkelijke begrip
van het heelal en van dat van den Neder-
landschen astronoom prof. De Sitter. HIJ
voegde er aan toe, dat het algemeene prin
cipe der relativiteit onvoldoende was en
verdere ontwikkeling els^hte.
De commissie van contact inzake Midden-
standsaangelegenheden kwam in het afge-
loopen jaar negenmaal bijeen. In de zeven
tiende vergadering der commissie de eerjte
in het nieuwe jaar die geleld werd dóór
den heer F. K. J Heringa, chef der afdeeling
Handel en Nijverheid, werd van gedachten
gewisseld over het vraagstuk der praktijk-
examens voor ambachtslieden. Tevens kwam
ter sprake de regeling van het nijverheids
onderwijs en wel inzonderheid de vakoplei
ding volgens het leerlingstelsel, eveneens een
vraagstuk, dat reeds gerulmen tijd de aan
dacht der commissie van contact heeft «n
waarover de besprekingen werden voortgezet.
Wat betreft de voorlichting van den in-
dustrieelen middenstand, werd de wensche-
lljkheld van tijd-, en bewegingsstudies be
sproken, een onderwerp, waarvoor in overleg
met de njjverheidsconsulenten de aandacht
zal worden gevraagd van h"t Economisch
Instituut voor den Middenstand.
In de eerstvolgende vergadering van de
commissie van contact zal het werkplan voor
den mlddenstandsdlenst onder de oogen wor
den gezien.
Op het wetsontwerp, houdende voorzienin
gen, door wijziging van de wet op het No
tarisambt. tot meerderen waarborg voorben,
die belangen toevertrouwen aan notarissen,
zijn eenlge amendementen ingediend door
mevr. BakkerNort. De bedoeling is om
bulten allen twijfel te stellen, dat de vrou
we lijke candidaat-notarls benoembaar is tot
notaris en dat in art. 10 bedoelde verkla
ring of getuigenis ook zal kunen zijn van
een bekende en geloofwaardige vrouw.
In den gemeenteraad van Amsterdam werd
gisteravond een voordracht van B. en W. be
handeld om hen te machtigen met de N.V.
Koninklijke Hollandsche Lloyd een overeen-
Het „Landelijk Comité tot behoud van de
Zuiderzee” had Donderdagavond in het A.
M.VJ.-gebouw een openbare vergadering be
legd, in welke eenlge sprekers het woord
De Vaderlandscbe Club
Ten aanzien van de Vaderlandsche Club,
meent de minister zich ertoe te mogen be
palen, de verwachting uit te spreken, dat de
leiders van die vereenlging op den duur zui
len weten te verhoeden, dat hun propaganda
die richting uitgaat, waardoor alleszins ver
klaarbaar een geest van reactie bij anderen
ontstaan of aangewakkerd zou worden.
komst aan te gaan tot wijziging van de in
het vorig Jaar Augustus gesloten overeen
komst inzake het verleenen van voorschotten.
Deze wijziging komt voort uit de nieuwe over
eenkomst van de Regeering met deze Scheep
vaartmaatschappij.
Na een korte discussie, waarin voornamelijk
werd aangedrongen, dat de Kon. Holl. Lloyd
de belofte zal nakomen om met de vakver
enigingen de belangen van het personeel
Maatschappij te behandelen, werd de voor
dracht goedgekeurd met 32 tegen 6 stemmen,
stemmen.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft
gisteravond een voorstel van B. en W. aan
genomen tot het aangaan van een 4 pet. lee
rling van 10 millioen, waartoe van de Roc-
terdamsche Bankvereenlging en de Amster-
damsche Bank een aanbieding was ontvan
gen.
In 1030 werd vanwege de onderafdeeling
middenstand een tweetal vergaderingen ge
houden met vertegenwoordigers van lande-
Het verloren gegane vliegschip is de
Blackburn Isis III, een vllegboot met drie
motoren, een der grootste en zeker snelste
vliegtuigen van de Engelsche luchtmacht.
Vllegbooten van dit type zijn bestemd voor
zeedienst in samenwerking met de vloot.
De lengte van deze vllegboot was 30% M.
bij een vleugelbreedte van 29% M. en een
hoogte van bijna 8 Meter!
In een adres aan den ministerraad wijst
het Kon. Ned. Landbouw Comité op de ur
gentie van de voorgenomen steunmaatrege
len voor den akkerbouw, speciaal aardappel
meel en suikerbieten, en wel omdat het
bouwplan weldra definitief moet zijn opge
maakt, de grond klaargemaakt en hulpstof-
stoffen aangekocht moeten worden. Het
K.N.L.C. hoopt, dat bedoelde maatregelen
nog vóór 1 Maart bekend zullen zijn
en door de beide Kamers zullen zijn aange
nomen.
paard, doodt
slurpt nog
geplengde bloed. De boerenwagens komen
nader en nader en eindelijk in ’t gezicht.
Langzaam en statig verwijdert zich de leeuw
en verdwijnt in ’t kreupelhout.
Neef zat nog even wezenloos als vroeger.
Men moest hem van de bank tillen en in
den wagen leggen. Ook zoo het negerjon
getje.
Een paar dagen later zou neef beproeven
staan; en toen Schuilenburg, hem
de behulpzame hand biedend,
lachend vroeg of hij nu content was eens
een leeuw gezien te hebben, maakte neef een
afwijzend gebaar en smeekte oom, toch
nooit meer van leeuwen te spreken.
Geheel hersteld keerde hij naar Kaapstad
terug, maar nooit meer zette hij een voet
in Transvaal.
Aan de Memorie van Antwoord op bet
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer ux
zake de wetsontwerpen betreffende de be
groeting van Nederlandsch-Indië voor 1931
is het volgende ontleend:
Het ligt in de bedoeling, om voortaan bij
het bepalen van de llnancieele politiek in
meerdere mate dan voor sommige diensten
thans reeds placht te geschieden, gebruik te
maken van werkplannen, loopende over
meer dan één jaar. Te dien einde heeft de
Indische Regeering den hoofden der Depar
tementen van algemeen bestuur opgedragen,
zulke werkplannen op te maken voor het
tijdvak 1932—1936
voerden tegen de afsluiting en drooglegging
der Zuiderzee en In welke de Zuiderzeefilm,
die een beeld geeft van de vlsscheriJ en de
nevenbedriJven, werd vertoond.
Uit Volendam en andere visschersplaatsen
op niet te verren afstand van de hoofdstad
waren visschers in autobussen naar Amster
dam gekomen om de vergadering bij te wo
nen, terwijl de zaal voorts gevuld was met
belangstellenden, die zonder daarmede te
getuigen tegen de afsluitdijk en drooglegging
der Zuiderzee wel eens de argumenten van
het „Landelijk Comité" wilden hooren.
De voorzitter van het comité, de heer F.
W. Drijver Jr. uit Harderwijk, zette het doel
van de actie uiteen: voorkomen, dat de
Zuiderzee wordt afgesloten, waardoor de vis-
scherU tot ondergang is gedoexhd, zoolang
niet vaststaat, dat tot verdere inpoldering
wordt overgegaan. Verklaard werd, dat,
wanneer niet vaststaat, dat de andere Zui
derzeepolders zullen worden tot stand ge
bracht, het een misdaad is de Zuiderzee af
te sluiten.
De burgemeester van Harderwijk, de heer
j. de Jong Saakes, behandelde voornamelijk
den flnancieelen kant van het vraagstuk.
Hjj concludeerde, dat er op de gronden ’n
verlies van ongeveer 355 millioen gulden zal
zijn en betoogde, dat er door de regeering ‘n
commissie van onderzoek moet worden Inge
steld en dat in afwachting van het rapport
van deze commissie de werken moeten wor
den stopgezet.
De heer Fred. Thomas uit Amsterdam
oefende scherpe critiek op den burgemeester
van Volendam, den heer Kolfschoten, daar
deze aan zijn gemeente verraad pleegt door
te trachten Edam tot een forensen-voorstad
van Amsterdam te maken. HIJ be
treurde verder al het schoone, dat door de
afsluiting van de Zuiderzee verloren zal
gaan.
De heer E. den Helder uit Harderwijk, van
wien in de eerste plaats de actie tegen de
afsluiting en drooglegging der Zuiderzee uit
gaat, verklaarde, dat de te winnen grond
niets waard zal worden, dat alle kosten dus
weggegooid geld zullen zijn en dat de Zui
derzeewerken een verlies van een milliard
gulden zullen opleveren.
De goed opgenomen film gaf een beeld van
hetgeen op en rond de Zuiderzee Is, wanneer
de vischvangst rijk is, zooals inderdaad de
laatste jaren het geval is. Veel van hetgeen
de film laat zien, zal echter ook na de af
sluiting en drooglegging van de Zuiderzee
blijven bestaan en met veranderde tekst
zou deze film even goed kunnen dienen voor
een actie pro als tegen de Zuiderzeewerken.
De sprekers van den avond meenden, dat
hun actie niet te laat komt. Om te kun
nen slagen zullen de organisators in hun
nog te beleggen bijeenkomsten aan voorstan
ders van de afsluiting en drooglegging der
Zuiderzee gelegenheid moeten geven hun
meening naar voren te brengen.
een zoo gecompliceerd verschijnsel Is dat
men Vllermlnst gerechtigd kan zijn daarvoor
eenzijdig als oorzaak gafx te wijzen „een niet
ty<ttg toegeven aan een rechtmatig verlan
gen naar zelfbestuur en onafhankelijkheid”.
Regeering en volksbeweging
De Minister stemt on voorwaardelijk in
met de in het V. V. uitgesproken meening.
dat, hoezeer samenwerking tusschen de re
geering en de organisaties der inheemsche
volksbeweging gewenscht is, en die samen
werking door de regeering moet worden be
vorderd, het gezag in het bewustzijn der
massa geschokt zou worden, indien de re
geering haar initiatief daartoe voortzet, ook
nadat de wederpartij tien uitdrukkelijk op
het standpunt van non coöperatie heeft ge
steld en dat standpunt onverminderd hand
haaft. HU moet evenwel onmlddeilijk hier
aan toevoegen, dat de in het V. V. ter spra
ke gebrachte feiten geen reden kunnen op
leveren voor de veronderstelling, dat deze
zienswijze niet door den Gouvemeur-Gene-
raal wordt gedeeld.
Ontegenzeglijk zal vooral in een land als
Indië. waar de groote massa nog niet heeft
geleerd te onderscheiden tusschen personen
en kwaliteiten, de bekleeder van eenlg open
baar ambt, opk wanneer hü in net publiek,
buiten zijn ambt handelt, zich zijn kwali
teit indachtig moeten blijven. Naar 's mi
nisters meening is de regeeringsgemachtigde
voor algemeene zaken ten dezen te kort ge
schoten. toen hy In de in het V. V. bedoelde
openbare terechtzitting verscheen als ge
tuige. in welke hoedanigheid hy uiteraard
niet sprak of handelde krachtens zyn ambt.
Of die regeeringsgemachtigde na het ge
beurde in de verdere uitoefening van zyn
ambt gehandhaafd kan blijven, hangt inzon
derheid af van hetgeen sedert is gebleken
omtrent de beteekenls van zyn houding ter
terechtzitting en voorts van de mate van
geschiktheid in algemeenen zin, van dien
hoofdambtenaar voor het door hem bekleede
ambt.
Het oordeel omtrent die punten blijve in
de allereerste plaats aan den Landvoogd.
Ook Indien echter dat oordeel op zich zelf be
vredigend luidt dan nog is de regeeringsge
machtigde niet vry te pleiten van het feit,
dat hy op een plaats en onder omstandighe
den, welke allerminst dit toelieten, zich niet
heeft weten te onthouden van een optreden,
dat inderdaad den indruk kan vestigen van
slapheid en toegeeflijkheid tegenover pei'so-
nen, verdacht van ondermyning van het Ne-
deriandsch-Indische gezag: een indruk, dien
de betrokkene tot eiken prijs had beboeren
te vermyden.
Met de andere leden, die zich ten deze
uitspraken, is de Minister van oordeel, dat
het geval Middendorp buiten beschouwing
kan blijven.
Ook naar ’s ministers gevoelen laat de
houding van een deel der Europeesche sa
menleving in Indië dikwerf te wenschen
over, maar hy moest ernstig bezwaar maken
tegen generallseerende gevolgtrekkingen.
Met andere leden is hy van oordeel, dat
gewezen mag worden op een sedert verschei
dene decenniën gevoerde onbaatzuchtige po-
Htiek, waarbij de belangen der inheemsche
bevolking zeer beslist op den voorgrond heb
ben gestaan. Die politiek wordt ook door ae
groote meerderheid der Europeanen In Indië
als de eenlg juiste erkend. Ook stemt de
minister toe, dat wederzljdsch begrijpen en
waardeeren onafwijsbare voorwaarden voor
samenwerking «yn, maar juist om die reden
- kan -K Jch niet vereenigen met de min rrf
meer vergoelijkende wijze, waarop somwij
len gesproken wordt over de actie van som
mige Europeesche bladen in Indië. De mi
nister stemt in met het betoog, dat ook de
politieke ontwikkeling der inheemsche be
volking bevorderd dient te worden. De op
merking echter dat de daarvoor noodige uit
breiding van het medezeggenschap veel te
langzaam gaat en in de onderste lagen veel
sneller moet gaan, wil geleideiykbeid in die
politieke ontwikkeling mogelijk blijven, acht
hy een bewering die den prlmairen eisen
miskent om een Juiste evenredigheid te be
waren tusschen de in reeds bestaande in
stellingen van jongen datum geboden gele
genheid tot. ontplooiing der deelneming aan
de behartiging der publieke zaak en het
zich slechts I.i de practyk geleidelijk
vormend vermogen om een verder strekken
de veranfwoordeiykheld te dragen.
Zonder zich uit te spreken over een moge-
iyk aandeel van communistische actie in de
ongeregeldheden in Britsch Indië, volstaat
de minister met te constateeren dat de in
het geheele Oosten waar) te nemen onrust
■o»
Ulerminst gerecht
dig als oorzaak a
Het beleid van den Landvoogd
De Minister schaart zich aan de zijde van
de leden, die in het algemeen hun instem
ming betuigden met het beleid van den
Oouvemeur-Oereraal en van hun afkeuring
deden biyken over de in een deel der Euro-
peesche pers in Indië tegenover het Regee-
ringsbeleid aangenomen houding.
De koers der algemeene politiek zal moe
ten biyven gaan in de richting van een
rurtig streven naar ontwikkeling m breeden
zin, met eenparige samenwerking van alle
bevolkingselementen. Eerste voorwaarde voor
zoodanige ontwikkelingspolitiek is. dat het
gezag onder alle omstandigheden krachtig
gehandhaafd wordt.
Dat revolutionnaire elementen door be
noeming in oen Volksraad zouden komen
waar zy de vryheid van het woord zouden
kunnen misbruiken om aan hun kwaadwil
lige gevoelens in het openbaar uiting te
geven, acht ook de Minister ongewenscht.
Het doel der koloniale politiek
men de volle aandacht zoowel
aan de hoogst belangrijke verschillen in cul
tureel. economisch en maatschappelyk op
zicht tusschen belde landen als aan het feit,
dat het thans tot een onderwerp van reor
ganisatie gemaakte bestuursstelsel in
Britsch-Indië geheel andere vormen kent,
dan de huidige bestuursvorming in Neder-
landsch-Indië, dan zal het geen verdere toe
lichting behoeven, dat bezwaarlijk thans een
fundamenteele herziening der Indische
Staatsregeling aan de orde ware te stellen
met het doel om de staatsrechtelijke ver
houdingen te herzien „in de richting van
zelfbestuur In den geest van hetgeen (naai
de verwachting der in het V. V. hierover
aan het woord zijnde ledeni zeer waarschijn
lijk straks aan Britsch-Indië zal worden toe
gekend.”
n
den leeuw te brengen en met Gods hulp af
te trekken.
Begreep neef, dat het schot een zaak van
leven of dood was? Zag hij, dat oom ging
schieten? Ik weet het niet. Gelukkig bleef
hy bewegingloos.
Zonder te krassen, glijdt de loop langzaam
over den rand van het sllkbord. De tromp
geen anderhalven meter meer van den leeu
wenkop verwyderd. Zoo goed mogelljk brengt
Schuilenburg hel geweer in de richting. Nu
dan maar. „Kets!” zegt de haan: het schiet
wapen weigert.
Brullend keert de leeuw zich om en staat
met z’n bebloeden mull by het sllkborS.
Zyn woedende blik schynt te vragen, wie
het waagt geluid te maken, zich te verroe
ren, te leven, waar hy de meester is. Maar
alles is doodstil, nie's beweegt zich; de adem
zelfs wordt Ingehouden.
De reusachtige kop van den koning der
wildernis bevindt zich rakelings by neeis
linkerbeen, dat iets bulten den wagen hangt.
De lucht van neefs vetlaars dringt in de
wijd opengesperde neusgaten. Die lucht
schynt het reukorgaan van den leeuw aan
genaam te streden; althans, hy wendt zyn
vurigen blik af en begint de vetlaars van
neef te likken. En zie! de vetlaars schynt
het dier in goeden luim te brengen; zyn
toorn is bedaard. HU wrUft zich behaagiyk
de flanken tegen het wiel en laat een te
vreden gebrom hooren.
BU den eersten aanval is het negerjonge
tje In den bak onder de bank verdwenen,
zyn hoofdje ligt achter het linkerbeen van
neef, geen halven voet van den muil des
leeuws. HU heeft vap angst de oogen ge
sloten en nu het bewustzUn geheel verloren.
Het voertuig omloopend, laat de leeuw nog
het andere wiel als wrUfpaal dienst doen.
Daarna gaat hU. zwaaiend met z’n staart,
langs het levende paard en keert naar zyn
prooi terug, om het versllndlngswerk te
hervatten. Het sóhUnt hem goed te smaken;
hy geniet zichtbaar. Toch verlaat de waak
zaamheid hem geen oogenbllk. want telkens
licht hU den kop op om het ongelukkige
been van neef te gaan likken. Het vet
schynt z’n eetlust op te wekken.
Soms doet hy een wandeling op eenlge
schreden afstand van den wagen, zonder
dien één seconde uit het oog tg verliezen;
soms plaatst hU zich voor het levende
paard op een wyze als wilde hy zeggen: nu
is het Jou beurt!
Zoo verliepen er uren, oneindige uren,
uren van ondraagiyken doodsangst. De
arme boeren begonnen ten laatste een ge
voel te krfjgen van verlangen naar het
einde. Die pUniglng duurt te lang; ver
scheurd te worden moet minder pynlljk, ile
dood een uitkomst zyn.
Maar wat is dit? Zou er redding komen,
zou het mogelUk zUn? Schuilenburg heeft 1
gemeend héél in de verte, zeer flauw, het
klappen van een zweep te hooren.
De leeuw staat roerloos, de ooren wyd
geopend.
Ja, daar herhaalt zich het geluid; ’t :s
waar!
Boerenwagens, met acht, tien spanossen,
komen den weg af. De lange zweepen der
drijvers klappen bU herhaling en gedurig
duldeiyker.
De leeuw is zeer onrustig geworden, t Is
gedaan met zyn festyn; dat begrijpt hy wel.
Hy schynt zich te beraden. ZUn prooi
meesleuren, dat gaat niet. Het half-verslon-
den paard maakt één geheel uit met het
andere, met den wagen, met de vetlaarzen,
met de wielen.
ZUn besluit is spoedig genomen. Met een
gesmoord gebrul springt hy op het levende
het op de gewone wUze en
eenlge teugen van het versch
de rechtbank in Den Bosch heeft
gestaan de 57-jarige arbeider D.
D., terzake dat hU in vereenlging met
ander opzettelijk, na rijp beraad en
kalm overleg, Berend Tap te Cuyk van het
leven heeft beroofd.
Verdachte ontkende, den moord gepleegd
hebben; hU had hem wel zien plegen
de vrouw B. M„ op wie hy jaloersch
was. Zelf had verd. den. man met een stuk
User geslagen. Er was geen afspraak ge
maakt. Met hun drieën waren sU in een
schuur. Om half drie ’s nachts zei de vrouw
tot verd.: nu is het tüd. Verd. heeft Tap
toen met het User geslagen, waarop de
vrouw hem bewusteloos sloeg. Na in een
hondendrinkbak de bloedvlekken te hebben
afgewasschen en het horloge van het
slachtoffer te hebben genomen, heeft verd.
Tap in een kruiwagen naar een sloot ge
bracht en daarin laten vaHen. De man
sprak nog. waarop de vrouw hem met een
gaffel in het hoofd stak. Vervolgens wierp
zU kalk, stroo en zakken op het lichaam.
Met behulp van peper is getracht, het spoor
voor politiehonden onvindbaar te maken.
Verd. ontkende, dat er een afspraak was
gemaakt om Tap te vermoorden. Of de man
geld had, weet verd. niet; de vrouw kan het
geweten hebben.
Het O.M.. waargenomen door jhr. mr. van
Asch van WUk, stelde vast, dat hier iemand
met opzet is gedood. Na zes maanden te
hebben gezwegen, is de vrouw M. een week
geleden in de gevangenis gaan praten. Verd.
krabbelt nu terug, maar spr. houdt hem aan
zUn eerste verklaringen, dat hU Inging op
de voorstellen van vrouw M. om Tap te
dooden. Het gezamenlUk aantal wonden
heeft den dood veroorzaakt. Spr. zal daarom
geen veroordeellng vragen wegens mooiu.
wegens doodslag. Als ook deze niet
de rechtbank bewezen wordt geacht,
kan verd. wegens het subsidiair ten laste
gelegde toch nog tot 5 jaar worden veroor
deeld. Verd. Is misschien door de vrouw
ovstvehoald. Er bestonden trouwplannen,
maar ook hebzucht en jaloezie waren in het
spel.
Spr. acht verd. minder schuldig dan de
vrouw. Wegens doodslag en diefstal eisebte
spr. acht jaren gevangenisstraf.
Daarna stond voor deselfde zaak terecht
de 45-jarlge vrouw B. M. Ook zU ontkende,
dat er een afspraak was gemaakt om Tap
te dooden. Als het om het geld was ge
weest, had zU wel iets in de boonensoep
kunnen doen. ZU bekende asch In het
bier van Tap te hebben willen doen om hem
te bedwelmen en dan zUn geld te rooven.
Verd. van D. had haar steeds aangesjxxird
iets in de soep te doen. Het Uzer heeft zU
niet in de handen gehad. Van D. heeft alles
gedaan en zü heeft slechts staan uitkijken
Toen Tap lag te kermen van pUn, heeft sU
hem aes slagen met het üzer in den nek
gegeven, om een einde aan zUn lUden te
maken en ook in de sloot heeft zU hem
geslagen, opdat hy de pUn niet zou voelen.
Verd. erkent na den dood van Tap goederen
uit zün kist te hebben weggenomen.
Het O.M. constateerde, dat verd. een
scherp verstand heeft, maar haar intellect
zal haar hier niet helpen. HU vraagt ver
oordeellng terzake van moord met voorbe
dachte rade. In Mei sprak de vrouw over
asch en was toen al bezig met de idee om
Tap uit den weg te ruimen. ZU is de grootste
aanstlchtster geweest van het gebeurde
Vroeger is sy ernstig verdacht van het doen
verdwUnen van een man, doch daar er
geen bewUs was, is het geen strafzaak ge
worden. Spr ziet geen enkele verzachtende
omstandigheid. De vrouw heeft zich meester
willen maken van het geld van Tap.
Spr. eischte twaalf jaar gevangenisstraf.
Uitspraak in beide zaken 19 Februari.
de houding
van leiders der
den leeuw niet. Snel wendt
den wagen en staart een paar
achtereen de ongelukkige boeren
aan. Groote God. welk een schrik! Schui
lenburg, roerloos als een steenen beeld, heeft
de hand nog aan de tromp en verwacht niet
anders dan in de volgende seconden de
klauwen van het roofdier in zUn lichaam te
voelen. Onbeweegiykheid alleen kan hem
redden. De leeuw, geen spoor van leven ont
warende. hervat nu ook zyn geslurp.
Een half uur later is het slaghoedje op
het schoorsteentje geplaatst. Het beslissend
oogenbllk nadert. De kans op redding is
uiterst gering. Schuilenburg weet het. Voor
eerst is de kogel niet aangezet en kan h<]
dus bU het zakken van de tromp, lichtelUk
uit de loop rollen, en dan durft hy om
dezelfde reden, nog minder het geweer aan
den schouder brengen om behooriyk aan te
leggen. Bovendien zal die beweging de aan
dacht trekken en den noodlottigen sprong
slechts verhaasten.
Er biyft niets anders over, dan het vuur
wapen op het sllkbord te laten rusten, het
voorzichtig in de richting van den kop van
„Jaren geleden is het gebeurd, maar het
is waard om verteld te worden. Ik verzoek
u dus, goed te luisteren,” zei m’n vriend
Burgers en hU stak met z’n vertelling van
wal:
„Een flksche boer in Transvaal. Schullen-
burg geheeten. had een neef uit Kaapstad
te logeeren. Met een klein kapitaaltje uit
Drente gegaan, was het jonge mensch op
goed geluk den Oceaan overgestoken, had
dadelUk aan de Kaap z’n hart verloren en
wilde nu gronden in Transvaal koopen.
Slaagde hy daarin naar z’n zin, dan zou hU
gaan trouwen en zich voor goed in de re
publiek komen vestigen.
Op zekeren dag werd de tilbury weer inge
spannen, om een land, in het district Wa
terborg, in oogenschouw te nemen. Dit land
lag tamelUk ver van de boerderü, zoodot
oom Schuilenburg al pruttelde, toen zijn
gast vóór het aanbreken van den dag nog
niet reisvaardig was.
Het lichte vaartuig op twee wielen, door
een span flinke pearoen getrokken, reed
vlug over den weg. Oom en neef zaten
naast elkander op de eenlge bank, terwijl
een klein negerjongetje, tegen het sllkbord
leunend en met de beentjes op de trede, aan
de voeten van zijn meester plaats vond.
De rit was niet onaangenaam. De frlssche
morgenlucht en de schoonheid der land
streek maakten den neef spraakzaam. Men
reed door een bUzonder mooie streek, hier
en daar versierd met boomen, waartusschcn
zich een heldere beek slingerde, die een
paar malen den ryweg doorsneed en stap
voets werd doorgetrokken.
„Hier konden wel eens leeuwen zitten,”
sprak oom Schuilenburg, den stroom van
neefs woorden, plotseling afbrekend.
„Leeuwen? Ik zou er graag eens
zien.”
„Zoo!
kortaf.
„Waarom niet, oom?’’
„Om twee geldige redenen."
„En die zUn?”
.Dat ik Jonge paarden voor den wagen
heb, die ik nog niet ken; en voornamelijk,
omdat ik Inderhaast mUn achterlader heb
vergeten.”
„En wat is dit dan?” vroeg neef, op het
geweer wUzend dat tusschen hen stond.
„Dat Is een oud percussie-geweer, sedert
lang niet gebruikt. Heel goed mogeiyk, dat
ik geen enkel dopje bU me heb,” voegde hü
er met gefronst voorhoofd by, terwyi hU
met zorg z’n zakken onderzocht. „Ja, daar
zitten er nog een paar,” zei hy op luchtigen
toon en daar de beek Juist overgetrokken
was, liet hy de paarden den draf aannemen.
„Ik heb al zoo lang gewenscht een leeuw
in het wild te zien,” babbelde neef voort;
„liefst op een afstand natuurlek. Hy valt
immers alleen aan als hy honger heeft?
Wanneer hU goed gegeten heeft, zou ik hem
wel eens van dichtby willen zien.’’
Een paar uren vóór den middag werd
het land bereikt, dat voor een bepaalden
Prijs te koop was. Het onderzoek viel gunstig
uit. De rykdom van den bodem oyertrof de
verwachting.
De avond was reeds gevallen toen oom
Schuilenburg verklaarde, dat het tUd werd
terug te rijden. Immers, tegen één uur na
middernacht ging de maan onder, en ’t was
raadzaam vóór dien tijd thuis te zyn.
Als neef niet zoo heel verdiept was ge
weest in de plannen, die hU in ’t hoofd had,
dan zou het hem stellig niet ontgaan zUn.
dat Schuilenburg veel aandacht wydde aan
zyn tweespan. Hy zou hebben opgemerkt,
dat oom telkens onderzoekende blikken
rechts en links van den weg wierp, en er
weldra eenlge bezorgdheid op zUn anders
strak gelaat te lezen stond.
Het mlddernacht-uur was reeds lang
voorbij. De maan naderde langzaam de kim
en wierp nog slechts een flauw schynsel op
het aardrijk. Daar weergalmt eensklaps een
doordringend gebrul, de lucht trilt, de bla
deren sidderen, de grond dreunt. Eenlge
seconden later stort zich een reusachtlgc
leeuw met wyd-opengesperden muil op een
der paarden. Met één beet zyner vreeseiyke
tanden vermorzelt hy het de nekbeenderen
Schuilenburg hoort ze kraken en daar ligt
zyn paard dood. De leeuw richt zich op en
slurpt gretig eenlge teugen van het bloed,
dat golvend uit de groote wonde stroomt.
Daarna kykt hU trotsch om zich heen, docli
schUnt geen reden te vinden om vooreerst
meer slachtoffers te maken. Het andere
paard staat onbeweegiyk. Het durft niet
eens te rillen van doodsangst en in den
wagen verroert zich ook niets; de tong van
neef is plotseling verstUfd, zijn gelaat wit
en levenloos geworden, oogen, armen, rud,
zyn als versteend. Ademt hy? ’t Valt te
betwyfelen.
Schuilenburg heeft het geweer gegrepen;
zyn kalmte verlaat hem niet. Toch loopt
hem een koude rilling langs den rug. als hy
zich herinnert, dat het vuurwaj>en niet
geladen is. TerwUl de leeuw zich aan zijn
paard te goed doet, tast zyn hand naar den
kruitzak, en langzaam, uiterst langzaam,
brengt hU de lading naar de tromp. God
dank; dat is gelukt! Nu een kogel uit z’n
vestzak gekregen. Hoeveel tüd kost dat niet,
want de bewegingen moeten onmerkbaar
zyn. Het duurt oneindig lang. Daar zakt
elndeiyk de kogel in den loop. Het doffe
geluid, hierdoor ontstaan, ontgaat het oor
van den leeuw niet. Snel wendt hy den
kop naar
minuten i
99. En toen het vuur heeriyk knapperde, waren ze weldra ge
droogd. Toen dachten ze aan hun zak met oliebollen, die nu
goed te pas kwamen, want ze hadden honger gekregen. We
mogen nog biy zün. dat wy er zoo zyn afgekomen, zei Bolle-
buisje, terwyi hü In den oliebol hapte, wy zün tenminste
op vasten grond, maande Toekie.
100. Maar nauweiyks had hü dat gezegd, of het eilandje waarop
zy zoo rustig zaten, begon te bewegen. Want het eilandje
was een walvtsch, die wakker geworden door een brandend
gevoel op zyn rug, veroorzaakt door het vuurtje van de drie
vrienden, zich heen en weer begon te schudden en toen
plotseling vooruit schoot Mauwtje piepte van angst.
z<
z!
k