I rtoie- Qdinnenlandsch Nieuws fcWf R I DE INDISCHE BEGROOTING VOOR 1931 Voor de Huiskamer I I I i s Leening Rotterdam B.; x RECHTSZAKEN Mishandeling van een veldwachter LUCHTVAART De vliegtuigramp in Engeland Een bange nacht De moord te Cuyk LANDBOUW EN VISSCHERIJ Crisissteun aan den akkerbouw KUNST EN KENNIS Prof. Einstein en het rulmte-begrip SOCIAAL LEVEN Het Notariaat •n RRW Voorlichting van den Handel- drijvenden Middenstand Actie tegen de afsluiting van de Zuiderzee Praktijk-examens voor ambachtslieden I Voorschotten aan de N.V. Kbn. Holl. Lloyd y< va ui zu va Pi De onrust in het &eheele Oosten van een re&eerin&sfiemachti&de - P.N.I. - De koloniale politiek F Schrale huid 1 en gesprongen handen genezen direct en blijven heerljjk zacht ea lenig met AKKER’s j k KLOOSTERBALSEM J Qk bijt niet! - Afkeuring van De vervol&in$ -/& r 10 millioen i 4 ict. Het verloren vliegschlp Schenkt Met Verdere ontwikkeUng der relativiteit. een zou Ik niet,” luidde het antwoord Een vergadering te Amsterdam Werkplan voor den Mlddenatandadlenat VrouwelUke notarissen. t 4 - Ui v< h d .vRi&rsoers doch door Voor terecht van een Twee jaar en acht maanden gevangenisstraf geMaeht voorstellen Het 10| de w< m dl he K.N.L.C. adresseert aan den Raad van Ministers te door di tl b< rc U v t< z V ai m fa al zi er zi< kl zo f ^Geen g 100 go<j. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de twee fabrieksarbeiders uit Nieuwe-Pekela, die in den nacht van 3 op 3 Augustus den rUksveldwachter Ubels te Alteveer mishan delden, veroordeeld tot twee Jaar en acht maanden gevangenisstraf. De rechtbank te Winschoten had hun vijf Jaar opgelegd. W1 th dl. op te daarbij I i i Ujke vakorganisaties op het gebied van den detailhandel. Het ligt in de bedoeling binnenkort nog maals een dergeiyke bijeenkomst te beleggen Aan organisaties als bovenbedoeld, welke ér prijs op stellen daarvoor een ultnoodiging te ontvangen, wordt voorzoover zij zulks niet eerder te kennen gaven, verzocht hiervan kennis te geven aan den chef der afdeeling Handel en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid. Betrekkingen met omringende landen Van de toenemende beteekenls der be trekkingen van Ned. Indië met de om ringende landen, werd blijk gegeven door de bezoeken van den koning van Siam, van den gouvemeur-generaal van Indo-Chlna en den gouverneur van de Straits en niet minder door de tegenbezoeken, welke door den landvoogd zijn gebracht. ’W ri De P. N. I.-iaak De meening van bedoelde leden als zouden de een jaar geleden verrichte huiszoekingen gebleken zijn zeer voorbarig te zijn geweest, acht de minister allerminst gefundeerd. Al mo gen die huiszoekingen wellicht in zekeren zin geen opzienbarende resultaten hebben opge leverd, uit de ingestelde gerechtelijke ver volging en de schuldigverklaring door den rechter in eerste instantie van een viertal militante leiders der P. N. I. aan het hun ten laste gelegde, is duidelijk gebleken, det te Juister tijd en op deugdelijke gronden is ingegrepen. Bij een lezing die prof. Einstein in Call- fornië hield, kondigde hjj een nieuw begrip over cosmologie aan. Hij verklaarde, dat ruimte nooit iets dergelijks kan zijn als de oude symmetrische rulmte-theorie. Daarom wjjkt hij af van het oorspronkelijke begrip van het heelal en van dat van den Neder- landschen astronoom prof. De Sitter. HIJ voegde er aan toe, dat het algemeene prin cipe der relativiteit onvoldoende was en verdere ontwikkeling els^hte. De commissie van contact inzake Midden- standsaangelegenheden kwam in het afge- loopen jaar negenmaal bijeen. In de zeven tiende vergadering der commissie de eerjte in het nieuwe jaar die geleld werd dóór den heer F. K. J Heringa, chef der afdeeling Handel en Nijverheid, werd van gedachten gewisseld over het vraagstuk der praktijk- examens voor ambachtslieden. Tevens kwam ter sprake de regeling van het nijverheids onderwijs en wel inzonderheid de vakoplei ding volgens het leerlingstelsel, eveneens een vraagstuk, dat reeds gerulmen tijd de aan dacht der commissie van contact heeft «n waarover de besprekingen werden voortgezet. Wat betreft de voorlichting van den in- dustrieelen middenstand, werd de wensche- lljkheld van tijd-, en bewegingsstudies be sproken, een onderwerp, waarvoor in overleg met de njjverheidsconsulenten de aandacht zal worden gevraagd van h"t Economisch Instituut voor den Middenstand. In de eerstvolgende vergadering van de commissie van contact zal het werkplan voor den mlddenstandsdlenst onder de oogen wor den gezien. Op het wetsontwerp, houdende voorzienin gen, door wijziging van de wet op het No tarisambt. tot meerderen waarborg voorben, die belangen toevertrouwen aan notarissen, zijn eenlge amendementen ingediend door mevr. BakkerNort. De bedoeling is om bulten allen twijfel te stellen, dat de vrou we lijke candidaat-notarls benoembaar is tot notaris en dat in art. 10 bedoelde verkla ring of getuigenis ook zal kunen zijn van een bekende en geloofwaardige vrouw. In den gemeenteraad van Amsterdam werd gisteravond een voordracht van B. en W. be handeld om hen te machtigen met de N.V. Koninklijke Hollandsche Lloyd een overeen- Het „Landelijk Comité tot behoud van de Zuiderzee” had Donderdagavond in het A. M.VJ.-gebouw een openbare vergadering be legd, in welke eenlge sprekers het woord De Vaderlandscbe Club Ten aanzien van de Vaderlandsche Club, meent de minister zich ertoe te mogen be palen, de verwachting uit te spreken, dat de leiders van die vereenlging op den duur zui len weten te verhoeden, dat hun propaganda die richting uitgaat, waardoor alleszins ver klaarbaar een geest van reactie bij anderen ontstaan of aangewakkerd zou worden. komst aan te gaan tot wijziging van de in het vorig Jaar Augustus gesloten overeen komst inzake het verleenen van voorschotten. Deze wijziging komt voort uit de nieuwe over eenkomst van de Regeering met deze Scheep vaartmaatschappij. Na een korte discussie, waarin voornamelijk werd aangedrongen, dat de Kon. Holl. Lloyd de belofte zal nakomen om met de vakver enigingen de belangen van het personeel Maatschappij te behandelen, werd de voor dracht goedgekeurd met 32 tegen 6 stemmen, stemmen. De gemeenteraad van Rotterdam heeft gisteravond een voorstel van B. en W. aan genomen tot het aangaan van een 4 pet. lee rling van 10 millioen, waartoe van de Roc- terdamsche Bankvereenlging en de Amster- damsche Bank een aanbieding was ontvan gen. In 1030 werd vanwege de onderafdeeling middenstand een tweetal vergaderingen ge houden met vertegenwoordigers van lande- Het verloren gegane vliegschip is de Blackburn Isis III, een vllegboot met drie motoren, een der grootste en zeker snelste vliegtuigen van de Engelsche luchtmacht. Vllegbooten van dit type zijn bestemd voor zeedienst in samenwerking met de vloot. De lengte van deze vllegboot was 30% M. bij een vleugelbreedte van 29% M. en een hoogte van bijna 8 Meter! In een adres aan den ministerraad wijst het Kon. Ned. Landbouw Comité op de ur gentie van de voorgenomen steunmaatrege len voor den akkerbouw, speciaal aardappel meel en suikerbieten, en wel omdat het bouwplan weldra definitief moet zijn opge maakt, de grond klaargemaakt en hulpstof- stoffen aangekocht moeten worden. Het K.N.L.C. hoopt, dat bedoelde maatregelen nog vóór 1 Maart bekend zullen zijn en door de beide Kamers zullen zijn aange nomen. paard, doodt slurpt nog geplengde bloed. De boerenwagens komen nader en nader en eindelijk in ’t gezicht. Langzaam en statig verwijdert zich de leeuw en verdwijnt in ’t kreupelhout. Neef zat nog even wezenloos als vroeger. Men moest hem van de bank tillen en in den wagen leggen. Ook zoo het negerjon getje. Een paar dagen later zou neef beproeven staan; en toen Schuilenburg, hem de behulpzame hand biedend, lachend vroeg of hij nu content was eens een leeuw gezien te hebben, maakte neef een afwijzend gebaar en smeekte oom, toch nooit meer van leeuwen te spreken. Geheel hersteld keerde hij naar Kaapstad terug, maar nooit meer zette hij een voet in Transvaal. Aan de Memorie van Antwoord op bet Voorloopig Verslag der Tweede Kamer ux zake de wetsontwerpen betreffende de be groeting van Nederlandsch-Indië voor 1931 is het volgende ontleend: Het ligt in de bedoeling, om voortaan bij het bepalen van de llnancieele politiek in meerdere mate dan voor sommige diensten thans reeds placht te geschieden, gebruik te maken van werkplannen, loopende over meer dan één jaar. Te dien einde heeft de Indische Regeering den hoofden der Depar tementen van algemeen bestuur opgedragen, zulke werkplannen op te maken voor het tijdvak 1932—1936 voerden tegen de afsluiting en drooglegging der Zuiderzee en In welke de Zuiderzeefilm, die een beeld geeft van de vlsscheriJ en de nevenbedriJven, werd vertoond. Uit Volendam en andere visschersplaatsen op niet te verren afstand van de hoofdstad waren visschers in autobussen naar Amster dam gekomen om de vergadering bij te wo nen, terwijl de zaal voorts gevuld was met belangstellenden, die zonder daarmede te getuigen tegen de afsluitdijk en drooglegging der Zuiderzee wel eens de argumenten van het „Landelijk Comité" wilden hooren. De voorzitter van het comité, de heer F. W. Drijver Jr. uit Harderwijk, zette het doel van de actie uiteen: voorkomen, dat de Zuiderzee wordt afgesloten, waardoor de vis- scherU tot ondergang is gedoexhd, zoolang niet vaststaat, dat tot verdere inpoldering wordt overgegaan. Verklaard werd, dat, wanneer niet vaststaat, dat de andere Zui derzeepolders zullen worden tot stand ge bracht, het een misdaad is de Zuiderzee af te sluiten. De burgemeester van Harderwijk, de heer j. de Jong Saakes, behandelde voornamelijk den flnancieelen kant van het vraagstuk. Hjj concludeerde, dat er op de gronden ’n verlies van ongeveer 355 millioen gulden zal zijn en betoogde, dat er door de regeering ‘n commissie van onderzoek moet worden Inge steld en dat in afwachting van het rapport van deze commissie de werken moeten wor den stopgezet. De heer Fred. Thomas uit Amsterdam oefende scherpe critiek op den burgemeester van Volendam, den heer Kolfschoten, daar deze aan zijn gemeente verraad pleegt door te trachten Edam tot een forensen-voorstad van Amsterdam te maken. HIJ be treurde verder al het schoone, dat door de afsluiting van de Zuiderzee verloren zal gaan. De heer E. den Helder uit Harderwijk, van wien in de eerste plaats de actie tegen de afsluiting en drooglegging der Zuiderzee uit gaat, verklaarde, dat de te winnen grond niets waard zal worden, dat alle kosten dus weggegooid geld zullen zijn en dat de Zui derzeewerken een verlies van een milliard gulden zullen opleveren. De goed opgenomen film gaf een beeld van hetgeen op en rond de Zuiderzee Is, wanneer de vischvangst rijk is, zooals inderdaad de laatste jaren het geval is. Veel van hetgeen de film laat zien, zal echter ook na de af sluiting en drooglegging van de Zuiderzee blijven bestaan en met veranderde tekst zou deze film even goed kunnen dienen voor een actie pro als tegen de Zuiderzeewerken. De sprekers van den avond meenden, dat hun actie niet te laat komt. Om te kun nen slagen zullen de organisators in hun nog te beleggen bijeenkomsten aan voorstan ders van de afsluiting en drooglegging der Zuiderzee gelegenheid moeten geven hun meening naar voren te brengen. een zoo gecompliceerd verschijnsel Is dat men Vllermlnst gerechtigd kan zijn daarvoor eenzijdig als oorzaak gafx te wijzen „een niet ty<ttg toegeven aan een rechtmatig verlan gen naar zelfbestuur en onafhankelijkheid”. Regeering en volksbeweging De Minister stemt on voorwaardelijk in met de in het V. V. uitgesproken meening. dat, hoezeer samenwerking tusschen de re geering en de organisaties der inheemsche volksbeweging gewenscht is, en die samen werking door de regeering moet worden be vorderd, het gezag in het bewustzijn der massa geschokt zou worden, indien de re geering haar initiatief daartoe voortzet, ook nadat de wederpartij tien uitdrukkelijk op het standpunt van non coöperatie heeft ge steld en dat standpunt onverminderd hand haaft. HU moet evenwel onmlddeilijk hier aan toevoegen, dat de in het V. V. ter spra ke gebrachte feiten geen reden kunnen op leveren voor de veronderstelling, dat deze zienswijze niet door den Gouvemeur-Gene- raal wordt gedeeld. Ontegenzeglijk zal vooral in een land als Indië. waar de groote massa nog niet heeft geleerd te onderscheiden tusschen personen en kwaliteiten, de bekleeder van eenlg open baar ambt, opk wanneer hü in net publiek, buiten zijn ambt handelt, zich zijn kwali teit indachtig moeten blijven. Naar 's mi nisters meening is de regeeringsgemachtigde voor algemeene zaken ten dezen te kort ge schoten. toen hy In de in het V. V. bedoelde openbare terechtzitting verscheen als ge tuige. in welke hoedanigheid hy uiteraard niet sprak of handelde krachtens zyn ambt. Of die regeeringsgemachtigde na het ge beurde in de verdere uitoefening van zyn ambt gehandhaafd kan blijven, hangt inzon derheid af van hetgeen sedert is gebleken omtrent de beteekenls van zyn houding ter terechtzitting en voorts van de mate van geschiktheid in algemeenen zin, van dien hoofdambtenaar voor het door hem bekleede ambt. Het oordeel omtrent die punten blijve in de allereerste plaats aan den Landvoogd. Ook Indien echter dat oordeel op zich zelf be vredigend luidt dan nog is de regeeringsge machtigde niet vry te pleiten van het feit, dat hy op een plaats en onder omstandighe den, welke allerminst dit toelieten, zich niet heeft weten te onthouden van een optreden, dat inderdaad den indruk kan vestigen van slapheid en toegeeflijkheid tegenover pei'so- nen, verdacht van ondermyning van het Ne- deriandsch-Indische gezag: een indruk, dien de betrokkene tot eiken prijs had beboeren te vermyden. Met de andere leden, die zich ten deze uitspraken, is de Minister van oordeel, dat het geval Middendorp buiten beschouwing kan blijven. Ook naar ’s ministers gevoelen laat de houding van een deel der Europeesche sa menleving in Indië dikwerf te wenschen over, maar hy moest ernstig bezwaar maken tegen generallseerende gevolgtrekkingen. Met andere leden is hy van oordeel, dat gewezen mag worden op een sedert verschei dene decenniën gevoerde onbaatzuchtige po- Htiek, waarbij de belangen der inheemsche bevolking zeer beslist op den voorgrond heb ben gestaan. Die politiek wordt ook door ae groote meerderheid der Europeanen In Indië als de eenlg juiste erkend. Ook stemt de minister toe, dat wederzljdsch begrijpen en waardeeren onafwijsbare voorwaarden voor samenwerking «yn, maar juist om die reden - kan -K Jch niet vereenigen met de min rrf meer vergoelijkende wijze, waarop somwij len gesproken wordt over de actie van som mige Europeesche bladen in Indië. De mi nister stemt in met het betoog, dat ook de politieke ontwikkeling der inheemsche be volking bevorderd dient te worden. De op merking echter dat de daarvoor noodige uit breiding van het medezeggenschap veel te langzaam gaat en in de onderste lagen veel sneller moet gaan, wil geleideiykbeid in die politieke ontwikkeling mogelijk blijven, acht hy een bewering die den prlmairen eisen miskent om een Juiste evenredigheid te be waren tusschen de in reeds bestaande in stellingen van jongen datum geboden gele genheid tot. ontplooiing der deelneming aan de behartiging der publieke zaak en het zich slechts I.i de practyk geleidelijk vormend vermogen om een verder strekken de veranfwoordeiykheld te dragen. Zonder zich uit te spreken over een moge- iyk aandeel van communistische actie in de ongeregeldheden in Britsch Indië, volstaat de minister met te constateeren dat de in het geheele Oosten waar) te nemen onrust ■o» Ulerminst gerecht dig als oorzaak a Het beleid van den Landvoogd De Minister schaart zich aan de zijde van de leden, die in het algemeen hun instem ming betuigden met het beleid van den Oouvemeur-Oereraal en van hun afkeuring deden biyken over de in een deel der Euro- peesche pers in Indië tegenover het Regee- ringsbeleid aangenomen houding. De koers der algemeene politiek zal moe ten biyven gaan in de richting van een rurtig streven naar ontwikkeling m breeden zin, met eenparige samenwerking van alle bevolkingselementen. Eerste voorwaarde voor zoodanige ontwikkelingspolitiek is. dat het gezag onder alle omstandigheden krachtig gehandhaafd wordt. Dat revolutionnaire elementen door be noeming in oen Volksraad zouden komen waar zy de vryheid van het woord zouden kunnen misbruiken om aan hun kwaadwil lige gevoelens in het openbaar uiting te geven, acht ook de Minister ongewenscht. Het doel der koloniale politiek men de volle aandacht zoowel aan de hoogst belangrijke verschillen in cul tureel. economisch en maatschappelyk op zicht tusschen belde landen als aan het feit, dat het thans tot een onderwerp van reor ganisatie gemaakte bestuursstelsel in Britsch-Indië geheel andere vormen kent, dan de huidige bestuursvorming in Neder- landsch-Indië, dan zal het geen verdere toe lichting behoeven, dat bezwaarlijk thans een fundamenteele herziening der Indische Staatsregeling aan de orde ware te stellen met het doel om de staatsrechtelijke ver houdingen te herzien „in de richting van zelfbestuur In den geest van hetgeen (naai de verwachting der in het V. V. hierover aan het woord zijnde ledeni zeer waarschijn lijk straks aan Britsch-Indië zal worden toe gekend.” n den leeuw te brengen en met Gods hulp af te trekken. Begreep neef, dat het schot een zaak van leven of dood was? Zag hij, dat oom ging schieten? Ik weet het niet. Gelukkig bleef hy bewegingloos. Zonder te krassen, glijdt de loop langzaam over den rand van het sllkbord. De tromp geen anderhalven meter meer van den leeu wenkop verwyderd. Zoo goed mogelljk brengt Schuilenburg hel geweer in de richting. Nu dan maar. „Kets!” zegt de haan: het schiet wapen weigert. Brullend keert de leeuw zich om en staat met z’n bebloeden mull by het sllkborS. Zyn woedende blik schynt te vragen, wie het waagt geluid te maken, zich te verroe ren, te leven, waar hy de meester is. Maar alles is doodstil, nie's beweegt zich; de adem zelfs wordt Ingehouden. De reusachtige kop van den koning der wildernis bevindt zich rakelings by neeis linkerbeen, dat iets bulten den wagen hangt. De lucht van neefs vetlaars dringt in de wijd opengesperde neusgaten. Die lucht schynt het reukorgaan van den leeuw aan genaam te streden; althans, hy wendt zyn vurigen blik af en begint de vetlaars van neef te likken. En zie! de vetlaars schynt het dier in goeden luim te brengen; zyn toorn is bedaard. HU wrUft zich behaagiyk de flanken tegen het wiel en laat een te vreden gebrom hooren. BU den eersten aanval is het negerjonge tje In den bak onder de bank verdwenen, zyn hoofdje ligt achter het linkerbeen van neef, geen halven voet van den muil des leeuws. HU heeft vap angst de oogen ge sloten en nu het bewustzUn geheel verloren. Het voertuig omloopend, laat de leeuw nog het andere wiel als wrUfpaal dienst doen. Daarna gaat hU. zwaaiend met z’n staart, langs het levende paard en keert naar zyn prooi terug, om het versllndlngswerk te hervatten. Het sóhUnt hem goed te smaken; hy geniet zichtbaar. Toch verlaat de waak zaamheid hem geen oogenbllk. want telkens licht hU den kop op om het ongelukkige been van neef te gaan likken. Het vet schynt z’n eetlust op te wekken. Soms doet hy een wandeling op eenlge schreden afstand van den wagen, zonder dien één seconde uit het oog tg verliezen; soms plaatst hU zich voor het levende paard op een wyze als wilde hy zeggen: nu is het Jou beurt! Zoo verliepen er uren, oneindige uren, uren van ondraagiyken doodsangst. De arme boeren begonnen ten laatste een ge voel te krfjgen van verlangen naar het einde. Die pUniglng duurt te lang; ver scheurd te worden moet minder pynlljk, ile dood een uitkomst zyn. Maar wat is dit? Zou er redding komen, zou het mogelUk zUn? Schuilenburg heeft 1 gemeend héél in de verte, zeer flauw, het klappen van een zweep te hooren. De leeuw staat roerloos, de ooren wyd geopend. Ja, daar herhaalt zich het geluid; ’t :s waar! Boerenwagens, met acht, tien spanossen, komen den weg af. De lange zweepen der drijvers klappen bU herhaling en gedurig duldeiyker. De leeuw is zeer onrustig geworden, t Is gedaan met zyn festyn; dat begrijpt hy wel. Hy schynt zich te beraden. ZUn prooi meesleuren, dat gaat niet. Het half-verslon- den paard maakt één geheel uit met het andere, met den wagen, met de vetlaarzen, met de wielen. ZUn besluit is spoedig genomen. Met een gesmoord gebrul springt hy op het levende het op de gewone wUze en eenlge teugen van het versch de rechtbank in Den Bosch heeft gestaan de 57-jarige arbeider D. D., terzake dat hU in vereenlging met ander opzettelijk, na rijp beraad en kalm overleg, Berend Tap te Cuyk van het leven heeft beroofd. Verdachte ontkende, den moord gepleegd hebben; hU had hem wel zien plegen de vrouw B. M„ op wie hy jaloersch was. Zelf had verd. den. man met een stuk User geslagen. Er was geen afspraak ge maakt. Met hun drieën waren sU in een schuur. Om half drie ’s nachts zei de vrouw tot verd.: nu is het tüd. Verd. heeft Tap toen met het User geslagen, waarop de vrouw hem bewusteloos sloeg. Na in een hondendrinkbak de bloedvlekken te hebben afgewasschen en het horloge van het slachtoffer te hebben genomen, heeft verd. Tap in een kruiwagen naar een sloot ge bracht en daarin laten vaHen. De man sprak nog. waarop de vrouw hem met een gaffel in het hoofd stak. Vervolgens wierp zU kalk, stroo en zakken op het lichaam. Met behulp van peper is getracht, het spoor voor politiehonden onvindbaar te maken. Verd. ontkende, dat er een afspraak was gemaakt om Tap te vermoorden. Of de man geld had, weet verd. niet; de vrouw kan het geweten hebben. Het O.M.. waargenomen door jhr. mr. van Asch van WUk, stelde vast, dat hier iemand met opzet is gedood. Na zes maanden te hebben gezwegen, is de vrouw M. een week geleden in de gevangenis gaan praten. Verd. krabbelt nu terug, maar spr. houdt hem aan zUn eerste verklaringen, dat hU Inging op de voorstellen van vrouw M. om Tap te dooden. Het gezamenlUk aantal wonden heeft den dood veroorzaakt. Spr. zal daarom geen veroordeellng vragen wegens mooiu. wegens doodslag. Als ook deze niet de rechtbank bewezen wordt geacht, kan verd. wegens het subsidiair ten laste gelegde toch nog tot 5 jaar worden veroor deeld. Verd. Is misschien door de vrouw ovstvehoald. Er bestonden trouwplannen, maar ook hebzucht en jaloezie waren in het spel. Spr. acht verd. minder schuldig dan de vrouw. Wegens doodslag en diefstal eisebte spr. acht jaren gevangenisstraf. Daarna stond voor deselfde zaak terecht de 45-jarlge vrouw B. M. Ook zU ontkende, dat er een afspraak was gemaakt om Tap te dooden. Als het om het geld was ge weest, had zU wel iets in de boonensoep kunnen doen. ZU bekende asch In het bier van Tap te hebben willen doen om hem te bedwelmen en dan zUn geld te rooven. Verd. van D. had haar steeds aangesjxxird iets in de soep te doen. Het Uzer heeft zU niet in de handen gehad. Van D. heeft alles gedaan en zü heeft slechts staan uitkijken Toen Tap lag te kermen van pUn, heeft sU hem aes slagen met het üzer in den nek gegeven, om een einde aan zUn lUden te maken en ook in de sloot heeft zU hem geslagen, opdat hy de pUn niet zou voelen. Verd. erkent na den dood van Tap goederen uit zün kist te hebben weggenomen. Het O.M. constateerde, dat verd. een scherp verstand heeft, maar haar intellect zal haar hier niet helpen. HU vraagt ver oordeellng terzake van moord met voorbe dachte rade. In Mei sprak de vrouw over asch en was toen al bezig met de idee om Tap uit den weg te ruimen. ZU is de grootste aanstlchtster geweest van het gebeurde Vroeger is sy ernstig verdacht van het doen verdwUnen van een man, doch daar er geen bewUs was, is het geen strafzaak ge worden. Spr ziet geen enkele verzachtende omstandigheid. De vrouw heeft zich meester willen maken van het geld van Tap. Spr. eischte twaalf jaar gevangenisstraf. Uitspraak in beide zaken 19 Februari. de houding van leiders der den leeuw niet. Snel wendt den wagen en staart een paar achtereen de ongelukkige boeren aan. Groote God. welk een schrik! Schui lenburg, roerloos als een steenen beeld, heeft de hand nog aan de tromp en verwacht niet anders dan in de volgende seconden de klauwen van het roofdier in zUn lichaam te voelen. Onbeweegiykheid alleen kan hem redden. De leeuw, geen spoor van leven ont warende. hervat nu ook zyn geslurp. Een half uur later is het slaghoedje op het schoorsteentje geplaatst. Het beslissend oogenbllk nadert. De kans op redding is uiterst gering. Schuilenburg weet het. Voor eerst is de kogel niet aangezet en kan h<] dus bU het zakken van de tromp, lichtelUk uit de loop rollen, en dan durft hy om dezelfde reden, nog minder het geweer aan den schouder brengen om behooriyk aan te leggen. Bovendien zal die beweging de aan dacht trekken en den noodlottigen sprong slechts verhaasten. Er biyft niets anders over, dan het vuur wapen op het sllkbord te laten rusten, het voorzichtig in de richting van den kop van „Jaren geleden is het gebeurd, maar het is waard om verteld te worden. Ik verzoek u dus, goed te luisteren,” zei m’n vriend Burgers en hU stak met z’n vertelling van wal: „Een flksche boer in Transvaal. Schullen- burg geheeten. had een neef uit Kaapstad te logeeren. Met een klein kapitaaltje uit Drente gegaan, was het jonge mensch op goed geluk den Oceaan overgestoken, had dadelUk aan de Kaap z’n hart verloren en wilde nu gronden in Transvaal koopen. Slaagde hy daarin naar z’n zin, dan zou hU gaan trouwen en zich voor goed in de re publiek komen vestigen. Op zekeren dag werd de tilbury weer inge spannen, om een land, in het district Wa terborg, in oogenschouw te nemen. Dit land lag tamelUk ver van de boerderü, zoodot oom Schuilenburg al pruttelde, toen zijn gast vóór het aanbreken van den dag nog niet reisvaardig was. Het lichte vaartuig op twee wielen, door een span flinke pearoen getrokken, reed vlug over den weg. Oom en neef zaten naast elkander op de eenlge bank, terwijl een klein negerjongetje, tegen het sllkbord leunend en met de beentjes op de trede, aan de voeten van zijn meester plaats vond. De rit was niet onaangenaam. De frlssche morgenlucht en de schoonheid der land streek maakten den neef spraakzaam. Men reed door een bUzonder mooie streek, hier en daar versierd met boomen, waartusschcn zich een heldere beek slingerde, die een paar malen den ryweg doorsneed en stap voets werd doorgetrokken. „Hier konden wel eens leeuwen zitten,” sprak oom Schuilenburg, den stroom van neefs woorden, plotseling afbrekend. „Leeuwen? Ik zou er graag eens zien.” „Zoo! kortaf. „Waarom niet, oom?’’ „Om twee geldige redenen." „En die zUn?” .Dat ik Jonge paarden voor den wagen heb, die ik nog niet ken; en voornamelijk, omdat ik Inderhaast mUn achterlader heb vergeten.” „En wat is dit dan?” vroeg neef, op het geweer wUzend dat tusschen hen stond. „Dat Is een oud percussie-geweer, sedert lang niet gebruikt. Heel goed mogeiyk, dat ik geen enkel dopje bU me heb,” voegde hü er met gefronst voorhoofd by, terwyi hU met zorg z’n zakken onderzocht. „Ja, daar zitten er nog een paar,” zei hy op luchtigen toon en daar de beek Juist overgetrokken was, liet hy de paarden den draf aannemen. „Ik heb al zoo lang gewenscht een leeuw in het wild te zien,” babbelde neef voort; „liefst op een afstand natuurlek. Hy valt immers alleen aan als hy honger heeft? Wanneer hU goed gegeten heeft, zou ik hem wel eens van dichtby willen zien.’’ Een paar uren vóór den middag werd het land bereikt, dat voor een bepaalden Prijs te koop was. Het onderzoek viel gunstig uit. De rykdom van den bodem oyertrof de verwachting. De avond was reeds gevallen toen oom Schuilenburg verklaarde, dat het tUd werd terug te rijden. Immers, tegen één uur na middernacht ging de maan onder, en ’t was raadzaam vóór dien tijd thuis te zyn. Als neef niet zoo heel verdiept was ge weest in de plannen, die hU in ’t hoofd had, dan zou het hem stellig niet ontgaan zUn. dat Schuilenburg veel aandacht wydde aan zyn tweespan. Hy zou hebben opgemerkt, dat oom telkens onderzoekende blikken rechts en links van den weg wierp, en er weldra eenlge bezorgdheid op zUn anders strak gelaat te lezen stond. Het mlddernacht-uur was reeds lang voorbij. De maan naderde langzaam de kim en wierp nog slechts een flauw schynsel op het aardrijk. Daar weergalmt eensklaps een doordringend gebrul, de lucht trilt, de bla deren sidderen, de grond dreunt. Eenlge seconden later stort zich een reusachtlgc leeuw met wyd-opengesperden muil op een der paarden. Met één beet zyner vreeseiyke tanden vermorzelt hy het de nekbeenderen Schuilenburg hoort ze kraken en daar ligt zyn paard dood. De leeuw richt zich op en slurpt gretig eenlge teugen van het bloed, dat golvend uit de groote wonde stroomt. Daarna kykt hU trotsch om zich heen, docli schUnt geen reden te vinden om vooreerst meer slachtoffers te maken. Het andere paard staat onbeweegiyk. Het durft niet eens te rillen van doodsangst en in den wagen verroert zich ook niets; de tong van neef is plotseling verstUfd, zijn gelaat wit en levenloos geworden, oogen, armen, rud, zyn als versteend. Ademt hy? ’t Valt te betwyfelen. Schuilenburg heeft het geweer gegrepen; zyn kalmte verlaat hem niet. Toch loopt hem een koude rilling langs den rug. als hy zich herinnert, dat het vuurwaj>en niet geladen is. TerwUl de leeuw zich aan zijn paard te goed doet, tast zyn hand naar den kruitzak, en langzaam, uiterst langzaam, brengt hU de lading naar de tromp. God dank; dat is gelukt! Nu een kogel uit z’n vestzak gekregen. Hoeveel tüd kost dat niet, want de bewegingen moeten onmerkbaar zyn. Het duurt oneindig lang. Daar zakt elndeiyk de kogel in den loop. Het doffe geluid, hierdoor ontstaan, ontgaat het oor van den leeuw niet. Snel wendt hy den kop naar minuten i 99. En toen het vuur heeriyk knapperde, waren ze weldra ge droogd. Toen dachten ze aan hun zak met oliebollen, die nu goed te pas kwamen, want ze hadden honger gekregen. We mogen nog biy zün. dat wy er zoo zyn afgekomen, zei Bolle- buisje, terwyi hü In den oliebol hapte, wy zün tenminste op vasten grond, maande Toekie. 100. Maar nauweiyks had hü dat gezegd, of het eilandje waarop zy zoo rustig zaten, begon te bewegen. Want het eilandje was een walvtsch, die wakker geworden door een brandend gevoel op zyn rug, veroorzaakt door het vuurtje van de drie vrienden, zich heen en weer begon te schudden en toen plotseling vooruit schoot Mauwtje piepte van angst. z< z! k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 10