REINTJE DEN VOS DE SPONSEN ZIJN DUUR EEN NIEUWE KAMERAAD EN EEN KRUIPEND DIER DE ZOON VAN DEN EDELMAN I DE LOOZE STREKEN VAN fE 5 3 VAN ALLES WAT 7 c o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o Het eigenwijze„Kikkertje DOOR RO KOPUIT DE B.L.N.S. a 0 iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim MET PLAATJES VAN JOOPIE 0 0 0 o O oioioioioioioioioioiaoaoaoi loioioioioioioioioioiQioioioioioioi ioioioioioiqioioioioioioioioioioioi rI r„.. z: nt> nT< - Door OTTO KOCH XIX o het KrUgen het bevel, ..Help mij, help mij. Ram Bellijn, Bram l d. M En hij dacht weer aan een moord. „Kuwaart heeft wat zitten praten, deel te bereiken, als het scnild gebroken dertig 1 beetje ruw. HU werd dan ook door Jan A. L. EEN GEHEIMZINNIGE REEP PAPIER <a l VIJFDE HOOFDRTUK er 4 te drinken te geven. *s Morgens was de koorts wel over, maar Hubert was aóó afgemat. dal hü onmogelük kon opstaan. De goochelaar neemt een strook papier van 80 c.M. lengte en 1 of 3 c.M. breedte en laat deze door de aanwezigen zorg- „JU bent maar een gewone kikker, En weet er niets van.” zei de nikker. ..Denk JU maar liever om t gevaar Ven glndschen groeten ooievaar vind het zoo verschrlkkelUk. dat ik u geen betere legerstede kan aanbieden." „Ik ben blü," stamelde Hubert, „dat er ten minste Iemand Is. die rich Dus daar gingen zij gedrieën. Beide vonden zij het fijn En ook waarlijk zeer gewichtig. Kuwaart en de Ram Bellijn. En het duurde nu niet lang meer, Of zij stonden voor de poort, Kuwaart zou hem even brengen. Naar Malpertus zijn kasteel. Ook Bellijn ging even mede. Want dat scheelde hem niet veel. Nu stond Reinaart dan reisvaardig. En hij keek den koning aan, „Waarde Nobel." zei de snoodaard, „Ik ben werk’lijk aangedaan." Tranen liepen langs zijn wangen. Maar ze waren onoprecht, Want inwendig was hij blijde, O, wat was die Reinaart slecht! Hoe speel je dit klaar Men neemt vU< en twintig Maar toen zij hem zoo zag komen. Met zijn staf en laarzen aan, Keek zij toch wel wat verwonderd. En bleef even spraak’loos staan, „Lieve man en beste vader, Hoe heb jij 't 'm gelapt, Dat je zonder schram of stoeten, I Aan de gaig zoo bent ontsnapt?" „Daar geloof ik niet zooveel van. Het zijn niets dan leugens. Rein, Want ik hoorde Kuwaart roepen. Help mij, help mij, Ram Bellijn!" Maar toen ’t smeeken hem niet lukte. Zette hij het op een draf. Doch al heel gauw sneed die Reinaart, Hem den weg naar ‘t poortje af. „Lieve vrouwe Hermelijne, Koning Nobel liet mij gaan. En heeft Kuwaart mee gegeven. Die niet lang meer hier zal staan. Zelf verklaarde mij de koning. Dat Kuwaart de eerste was. Die mij schand'lijk heeft verraden, En ik vind ’t komt niet van pas. Daarom zweer ik, Hermelijne, Bij het recht van onzen God, Dezen trouweloozen Kuwaart Wacht een streng en treurig lot Toen de arme haas dit hoorde. Viel hij op z’n knie en zei: Rein, laat m'in het leven blifven. Heb toch medelij met mtf!" zen iun live s- te g. it >r t. L in en een Maar t kikkertje lachte brutaal. En kwekte door in klkkertsal. Vriend ooievaar deed toen een stap. En zei heel vlug en handig: „Hap 1“ Een negertje aat op een hek Een kikker in de sloot zei: „Kwek!" He: negertje kreeg toen een schok. Omdat het hiervan danig schrok. Maar aan "t arme Haasje Kuwaart Dacht men bij den maaltijd niet. En ook niet aan de familie, Die hij droevig achterliet. BUzonder interesseerde plaatje van de voor i (Fig. 3). lag de len M ng en en 08 It- ds sn. n- rlk iag en üg- ge- t- 4 d. ar n- en en op en ita ek id. ag de ik ng U- le- [e- ig pi sn. ig. iar ger ar, ht, in- an en. in de. te ge lijk, ver. oor. ent al- no- van ler- ord tiet oeg de hts of I Daarom rie. I „Kuwaart, 1 Toen de Vos Reinaart dit hoorde, „Ik heb een mooi boek, waar r.Uerlel Dat je ons thans gaat verlaten, Moog’lijk dat je 't zelf ook weet 'k Geef je wel m'n beste wenschen, En 't ga je immer goed, Dus m’n brave trouwe dienaar. Veel geluk en nu, gegroet!” Maar hij zeide..Beste Bellijn Gij blijft even buiten staan, Dan gaat Kuwaart naar mijn vrouw toe. En daar ging de valsche Reinaart. O, wat voelde hij zich groot, I Met zijn reiszak en zijn schoenen, I En den stek vast in z’n poot. .Zeker, da’s de juiste waarheid,” Zeide Reinaart onverstoord, „Gif hebt waarlijk goede ooren, Dat jij ‘t zoo goed hebt gehoord." „Ha, nu kan ik lekker smullen. Van dien heerlijk vetten haas. Ook m'n kind'ren zullen smullen. Want het is een flinke baas." En mevrouw de Hermelijne At het vleesch en dronk het bloed, Smakte daarbij met de lippen. Zeker smaakte het haar goed. kikkertje was weg meteen. ooievaar stond op één been. Maar 1 nikkertje z’n schrik was groot. Hoe Reinaart afscheid nam en Kuwaart den haas op schandelijke manier doodde Ram Bellijn werd ongeduldig. Want de vos liet hem maar staan, ’.p hij heel kwaadaardig: kunt gij nog niet paan?" DRIE WEDSTRIJDEN I. Twee of meer jongens krUgen elk een glas met wat erwten er in voor zich en bovendien elk twee breinaalden. De kunst is om telkens met de brei naalden een erwt in een bakje, dat voor lederen deelnemer staat, over te gooien. Wie in een bepaalden tUd. b.v. tien minuten, de meeste uit zUn Klas in zü» bakje heeft getransporteerd, is de win- nair. II. Twee of meer kinderen krijgen leder een leeg glas voor zich en een vol doosje met luclfera Wie het eerst al zün lucifers op den rand van zün glas gelegd heeft, is win naar. Valt er eentje in het glas, dan moet men van voren af aan beginnen. III. Twee of meer kinderen krijgen ieder de stukjes van een in meerdere stukjes geknipte ansichtkaart voor zich. Wie de zUne het eerst weer in elkaar gflegd heeft, is de winnaar. achter het rotsige eiland een kleine bocht van ce zijn vinger op. „Ik bob een schildpad en die houdt nu een winterslaap.” Dat was voor Kees een ontdekking. Na afloop van de les hadden de jon gens tien minuten pauze en onmiddellUk stapte Kees op Bram af om hem nader over zUn schildpad te ondervragen Het bleek, dat Bram goed met de gewoonten van die kruipende dieren op de hoogte was. H|j had zün huisgenoot al een paar jaar en het dier hield geregeld zUn winterslaap. HU had zelfs een mooie foto van hem gemaakt. (Flg. 1>. ’s Zomers was het diertje altUd den tuin en daar ving het vliegen muggen. Ook dronk het wel sens beetje melk en at bet groenteafval ..Weet je nog meer van schildpadden af?” vroeg Kees. „O jo, nog een heeleboel. We hebben een heelen tüd In Indlë gewoond en daar kwamen heel wat soorten voor.*’ „Maar je wilt toch niet zeggen, dat je een Indische schildpad in je tuin hebt?” protesteerde Kees. en sjouwen zakken en kisten van t eene pakhnis naar t andere tot een pakje samen gehouden worden, spreiden haar blaadjes zich onder het vallen uit. Een en ander moet begrUpe- lUkerwUze tamelijk vlug in zUn werk gaan, zoodat bet oog onmogelük de plaats van herkomst der bloemen ontdekken kan en algemeen gedacht wordt, dat zü uit de gescheurde strook papier te voor schijn zün gekomen. Om de zekerheid te hebben, dat ds reep papier altüd in het midden door scheurt, kan men op de vereischte plaats een kleine insnUdlng maken of dis plek eenlgszlns bevochtigen. „Goeie Reinaart,” sprak de koning, ,,’t Doet mij werkelijk veel leed. „Ben je gek, ’t is een Oriekache land schildpad.” „Ja" zuchtte Kees, .zoo een heb ik er vroeger ook eens gehad. Maar die is dood gegaan." De kikker sprak hem hierna aan: „JU moest je maar eens wasschen gaan. Je bent zoo zwart I Kom. schuur je wit. Inplaats, dat je te luieren zit I” Verborgen Salamis in schoone. blauwe golf van Egina ligt de prachtige haven Piraeus voor onze oogen. Evenals in elke havenstad ziet men tr schepen van alle nationaliteiten bUeen liggen. - ooge pakhuizen staan in lange rijen niet ver van de kaden en machtige electrlscht kranen bewegen haar lange armen door de lucht en dragen de zwaar ste vrachten naar de ruimen der sche pen of brengen allerlei buitenlandsche producten uit liet Inwendige van *t schip naar boven om die in lange rijen op de kaden of op de reeksen van vrachtauto's te deponeeren, die gereed staan, de koop mansgoederen naar het binnenland van Griekenland te brengen. j schildpadden verder. Hé, kom dan morgen eens bij me en breng dat boek mee.” vroeg Kees. „Dan vcigaücii. üc B. L. N. S. uy my. ..De wat?" vroeg Bram. Daar ging de bel en de jongens moesten naar binnen. Om twaalf uur, terwUl ze naar huls liepen, gaf Kees verderen uitleg. Bram beloofde present te zullen zün. Hoewel volgens afspraak Ada aan de beurt was. had die niets geen bezwaar i Bram de gelegenheid te geven zUn boek te laten zien, t Was een boek met ge kleurde plaatjes en behandelde alle mo- gelUke soorten. Het meest waren de kin deren getroffen door de wreede manier waarop men het schildpad van de dieren losmaakt. Ze worden daarbU half ge roosterd en daarna weer vrijgelaten. Om de groote zeeschildpadden te pakken, maakt men gebruik van den tUd, dat ze aan land komen om eieren te leggen. Met stokken worden de dieren dan om gekeerd en daar ze zich niet kunnen omkeeren, wacht men tot er genoeg zün om ze te verzamelen. De schildpad, die de stof levert voor schildpad den-ver sierselen, is de karetschildpad. Ook de echte soepechildpad komt in zee voor. Een plaatje gaf een afbeelding van een roofvogel, die een schildpad in zün klauwen heeft. Er stond bü. dat deze vogels de schildpadden van een groote Dinsdagmorgen had Kees bü zün teeraar in de natuurlüke historie les gehad over de schildpadden. Toen mün- heer na afloop van zün verhaal vroeg, of er ook soms iemand was, die een schildpad hield. Bram Vermeer Reinaart ging het eerst naar binnen, Zei hij opgeruimd en btij: En hij dacht weer aan een moord. t .„nt Met zijn tante en met mij." JVERNEM1NG UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING V3RBODEN hen ook het i bütschlldpad, die zelfs menschen gevaarlük worden kan. 31 historische herinneringen kiest de bark haar baan. Welk een heerlük gezicht, als daar na elkaar die tientallen van schoooe eilandjes opduiken: maar onze slaven onder in het schip mogen er geen getuige van zün; een ondraaglijke lucht verspreidt zich door de enge ruimte hun ner gevangenis en zü vervloeken het oogenbliK, dat ze zich door den vogelaar lieten verschalken Den volgenden dag komt het open water der Egeïsche zee en de bark, die zeker aJ een goede vüftig jaar oud u, kraakt en steunt als de krachtige golven, opgestuwd door den westenwind, de oude wanden beukten. Hier en daar sij pelt ’t zeewater door reten en kleren bin nen. maar dat geeft niets de bark hee.'t bet wel eens harder te verantwoor den gehad en bereikte toch de veilige haven 1 Al spoedig passeert men de Sporadi sche eilanden en de kust van Klein-Azl£ doemt aan den gezichtseinder op. Nu woidt het tüd. de voorbereidende j werkzaamheden te beginnen voor de sponsenvangst. De zee wordt steeds on dieper en op den bodem van het door zichtige. blauwe water zien de kenners reeds de rotsen. Waarop de zoo begeerde sponsen als het ware gekleefd zitten. De ankers worden uitgeworpen en de bark ligt stil en vacht op de vangst, die haar holle maag straks zal vullen. De tien slaven worden voorgeroepen en KrUgen het bevel, zich uit te kleedeu. Elk krijgt een touw om het lichaam, dut tot onder de armen wordt ópgetrokken Achter elk van hen plaatst zich een der eigenaars, de elfde telt. Bü den derden tel moet elk der slaven zün longen flink gevuld hebben met lucht en daneen flinke duw en de arme kerel water, zinkt, waar de sponsen groeien. Met het meegevoerde haakje moet 1 een der Inoolste exemplaren En 1 viel voorover in de sloot. En komt dadelijk weer aan." van<? 2”! “?’t< ,n kasteel was Hermelijne. o. - - _„k„i Telkens dacht zij aan haar man, Dat hij nu misschien wel dood was, I Of nog erger, in den ban. vuldig en zoo secuur als ze dit wenschen, onderzoeken. Daarna neemt hü de strooi aan belde kanten vast en trekt haar middendoor, waarop een menigte bloe men uit de verscheurde strook te voor schijn komt. De toeschouwers verlangen natuurlük aanstonds de belde stukken der ver scheurde papleireep te onderzoeken, wat hun zonder eenlg bezwaar kan worden toegestaan Hoe speel je dit klaar Men neemt vüf en twintig A dertig I stuks papieren rozen of bloemen, die la ieder magazijn van tooverartlkelen zün te krUgen. Men vouwt ze tot een bundel- tje samen en slaat om het midden een eenveudigen zwarten draad zonder deaen te knoopen. Dit pakje bloemen verbergt men büvoorbeeld onder den rand van zün vest en steekt dp beide uiteinden van den draad in de broekzakken. Draagt men een zwarte broek, dan is de draad zelfs van dlchtbü niet te zien. Nadat men nu een gewone strook papier, waaraan niets b<jzonders te zien is. door een der aanwezige toeschouwers zorgvul dig heeft laten onderzoeken, neemt men in iedere hand een der uiteinden van dezen papieren reep en houdt hem tame- lük dicht voor het lichaam, op de hoogte der broekzakken. Tegelükertüd grüpt men, natuurlük op onmerkbare wüze. m't Ieders hand een der uiteinden van den draad vast en houdt dezen tegelük met de papieren strook in de hand. Trekt men deze strook nu met een klein rukje vaneen, dan worden de bloemen tegelü- kertijd uit haar schuilhoek weggeslingerd en komen op den vloer terecht, waar zij een niet onaanzienlük stapeltje vormen, want nu zü niet meer door den draad Duizenden havenarbeiders verdienen hier hun brood en sjouwen zakken en kisten van het eene pakhuis naar het andere.... kortom, het is hier het ge wone bedrijvige havenleven als elders. Nu echter heerscht de malaise in het zakenleven en deze doet haar Invloed ook en in seer hooge mate in de havensteden gelden. Statistieken Wijzen uit, dat het aantal schepen, dat Piraeus in de laatste maan den aandeed, nog niet de helft is van da* in het Jaar te voren. En de gevolgen demonstreeren zich mair al te goed. Honderden, neen, dui zenden havenarbeldera, gezond van .Uf en leden, staan in drommen büeen bü da opritten der bruggen, bü de hooge pak huizen; anderen bieden overal, waar ze slechts vermoeden, dat er iets te verdie nen kan zün. hun diensten aan meestal echter tevergeefs: er is geen werk voor die duizenden werkwilligen. En geen royal stadsbestuur staat hier klaar met zün ondersteuningen aan die nüvere sjc-iwers. Wanhoop, doffe smart leest ge op het meerendeel dier verweerde gezichten: en hun gezinnen moeten toch etenl.... En hier onder die slachtoffers der werkloosheid gaat de ronselaar rond om krachten te weken voor de bemanning van zün oude bark, die ginds ver bui ten de haven, op de blauwe wateren der blauwe golf onder zeil ligt. En hü laai de geldstukken in zün wüde zakken rammelen en glimlacht: „Geen werk, mannen? Ginds ligt mün bark zeilree. Ik bied u een ruime gage, als ge u voor drie maanden verbindt voor de sponaen- vlsscherü. Van avond nog zeilen we weg naar de kusten van Kleln-Azië.” En weer laat hij de geldstukken ram melen. toont den wanhopigen de blinken de piasters. De oogen van menlgen werk- looze schitteren begeerlg en handen wil len grüpen naar het geld, waaraan hun gezinnen zoo n behoefte hebben. Maar dan komt de kleine revolver uit den zak van den verleider en glimlachend speelt hü met het gevaarlüke wapen: een kleine waarschuwing slechts I Eemgen wenden zich af: ze hebben gehoord wat het wil zeggen: te vallen in de handen dier ronselaars I Anderen echter slaan toe. De koop wordt gesloten: een brief wordt onder- teekend: handgeld, dat echter slechts voorschot is op het te verdienen loon, wordt ultgerelkt en gauw naar huis ge bracht. waar bet omgezet zal worden in voedsel en kleeren. Doch weinig tüd blijft den verlokte nog om zün zaken re regelen om drie uur moet hü aan den kop der haven zün. waar het roeibootje van den ronselaar klaar ligt om hem met nog andere slachtoffers, meestal een tiental, te brengen naar de oude, onaee- waardlge bark, die in de verte op de golven ligt te dansen. Niets meer dan wat Kleeren mogen ze meenemen, geheel weerloos moeten ze overgeleverd zün aan de elf. die op de bark de lakens uit deden De roeibooten met haar treurlgen last ve-laten de haven en weldra is men ge komen bü de oude bark, waar eenlge stevige touwen bü neerhangen. „KBmt naar boven!” luidt nu het alles behalve vrlendelüke bevel, want eerst nu kan de ronselaar zich in zün waren aard vertoonen. Immers nu zün zün kornuiten in de nabüheid evenals hü gewapend met messen en revolvers. Menig havenarbeider waagt het niet langs die zwiepende touwen op te klau teren: zoo iets hebben ze nooit bü d« hand gehad I Maar dan komt de zweep te voorschün en zóólang wordt gedreigd en geslagen, tot allen boven zün. Dlk- wüls gebeurt het, dat een df meer der mannen, door de bedreigingen zenuw achtig geworden, het touw loslaat -»n neerploft in het water. Dan wordt ech ter alles op haren en snaren gezet om den armen slaaf weer boven te brengen: hü moet eerst de ontvangen som met be- hoorlüke rente in den vorm van zwaren arbeid hebben terug betaald, vóór hem gel -genheid gegeven wordt te ontsnap pen of te verdrinken. Op het dek wordt kennis gemaakt met het illustere elftal, de eigenaars van het oude schip, voor wier rekening de spon- senvtescherü wordt uitgecyfend. En rij laten het den armen gevangen staven van 1 begin af gevoelen, dat dezen niets hebben in te brengen: „gehoorzamen d sterven” Is voor hen slechts bet wacht woord. Als een kudde vee worden ae gedreven naar een afgeschut gedeelte van het ruim, waar ze voortaan, voor drie lange maanden, sullen blvakkeeren. Slechts nu en dan mogen se gedurende de vaart eens boven komen om wat frlsache lucht in te ademen en hun eten in ontvangst te nemen, dat hun uiterst krap wordt toegemeten. En soo aanvaardt het oude schip nu zün tocht naar de Levant Door een der schoonste eilandenzeeën der wereld vervolgt bet zün weg: tus- schen da Cydaden met haar tallooze in staan,” vertelde In zjjn angst riep d’arme Kuwaart: ..Help mij, help mij. Ram Bellijn, Deze Pelgrim wil mij dooden. Dat zou toch te vrees’ltjk zijn!" Maar zijn roepen hielp hem toch niets. Want al spoedig beet Reinaart, 1 In een ommezien den kop af i Van den armen haas Kuwaart. Hoe de zeeschildpadden ooit in staat zün een kuiltje te maken, was de kinde ren ook een raadsel; de vin vormige poo- ten leken allerminst groefwerktuigen. Al pratende en kükende was de tüd omgevlogen. Bram bleek een gezellige jongen te zün, al was hü wel eens een beetle ruw Hit werd dan ook door Jan ultgenoodigd den volgenden keer weer bü I hen te komen of mee te gaan wandelen als het goed weer vu Nu daar had Bram wel ooren naar en het clubje scheidde in de beste verstandhouding. stort in het zinkt tot op den bodem. nu handig t._. trachten af te rukken, waarna leder zün man fluks naar boven trekt. De meege brachte spons wordt af geleverd aan den eigenaar en dan begint het spel opnieuw: de man krijgt weer gelegenheid flink adem te halen en dan begint de tjeht naar de diepte nogmaals. Wee, als het hem meerdere malen achtereen vooral in *t begin is dat t geval niet gelukt, een mooie spons te bemachtigen. Dan wordt er gevloekt, ge dreigd. geslagen Is de wanhoop dezer mannen niet te verklaren, als ze alias vergetend zich werpen op hun beulen, de eigenaars van het schip? Het helpt echter niemendal. vergadert de B. L. N. S. bü mü”. want de minste poging tot opstand wordt gesmoord in hun bloed. En men is wel eens blü. dat er gelegenheid is, een voor beeld te stellen I Zoo gaat het, dag in. dag uit, week in. week uit, tpt de bark zwaar geladen is en terug kan keeren met haar kostbaren last. Vreeselük was echter het leed, dat deze moderne slaven te verduren hadden en te begrijpen is het, dat zü in die drie maanden vaak geestelük en llcha- melük ten onder gingen, onge schikt werden voor verder werk. Ge ziüt het nu kunnen be- "X grüpen. dat van die duizenden l werkloozen slechts weinigen A zich laten vangen: de spon- sen zün op die wüze wer- kelük te duur V A L i X n< Ook zü was diep ontroerd, toen se hoorde hoe de Jongen hier kwam. „Heer," zei de goede vrouw, terwül se naast het stroobed neerknielde, „ik die niemand heeft om hem troosten.” Nog dlenzellden middag kon Hubert weer de hut verlaten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 15