VROUW MET MASKER WAT ZULLEN WE KOKEN? MANCHESTERPAK VOOR JONGENS VAN 6 JAAR WIJ DOEN HET ZELF 1 LENTE-GEDACHTEN HOE KAN IK EEN POUFFE MAKEN ONTBIJT LAKEN •^v |l e OP VERZOEK u (Lengte jas 45 c.M., bovenwijdte 68 c.M.) OP VERZOEK J OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN l- n be ct n n be- POLA S MACHTELD. B L I I DUTY. ADRIANA KNUIST—POLLEPEL. ANEMOON tak dan cyvteme I I a e r n t. is 1, Op bijgaande Illustratie vindt u eentge -- n voor Ie k n 18 X n d it n n n n ;r i n of 'r4. Jpn knippen we de schul- JvWTlrkeb) uit. Nu worden de op slerlng MOS. Flg- 6839 is van dlagonaalstof, die op t oogenbllk leer in en vogue Is. Het model ge ze dubbel stikt, einde puntig laat toeloopen. knipt ge 9 cM lang en heeft aan weerszijden een kleine pele rine over de schouders. Deze laat dus den rug onbedekt. De rok heeft tot de knieën ingestikte plooien. Een klein wit vest en dasje geven even een pittig cachet. Het complet op fig. 5826 is ge maakt van swart en witte tweedstof. De mantel heeft een z.g. 7/8 lengte en laat dus een klein gedeelte van den rok zien. Zoowel in mantel als Japon zien we ho rizontale découpes. wat bü de taille even een bolero-effect geeft. De halsuitsnijding is ook hier afge werkt door een ronde, witte bies met *n paar losse slipjes. vest met steekjes-gameerlng, een kinder- gamltunrtje met merkkrulsjes en ook de zijden shawl van de een of andere jurk, die niet meer modem te. Dese en nog veel meer onderdeelen van bet tollet kunnen wjj van lapjes uit de Als er de eerste lentedagen in Februari •n schuchter zonnetje door de kale hoo rnen in onze kamer valt en de eerste tulpen en hyacinten over de vensterbank naar bulten kijken, zjjn wjj vrouwen prozaïsch genoeg om te denken aan de voorjaarshoeden en mantels. Het duurt nog wel een tijd voor we de dunnere mantels kunnen dragen, maar wij willen ae toch bijtijds in onze kast hebben, niet waar! Hoe lijkt u het complet met den cape- mantel en den opstaanden kraagHet is gemaakt uit lichtgrijze tweed, met ver ven découpes en knoopen. Flg. details voor dameskleedlng, die u weinig geld zelf kunt fabrloeeren. Het zijn garneerlngen die wü welhaast altjjd kunnen gebruiken en bovendien kunnen maken van resten uit de lappen- Qp verzoek van verschillende kanten, zullen we bet vandaag eens over warme puddingen hebben, puddingen die je kookt ,AU bain Marie", dus die je, in een goed sluitenden vorm, laat gaar worden in n pan met kokend water. Om zoon pudding luchtig te krijgen, moet er ofwel gist bü. ofwel A voldoend aantal eieren en in elk geval moet het beslag flink geroerd worden; ook dient men ervoor te zorgen, dat het water in de pan aan de kook blijft en zoo noodig nu en dan wordt bijgevuld. Het water moet altijd *n paar centimeters onder het dek sel van den vorm blijven en de vorm mag slechts voor drie kwart gevuld worden, soodat er ruimte overblijft voor bet rijzen. Om te beginnen aal ik eens verschillen de recepten opgeven van warme puddin gen met oudbakken brood klaar gemaakt. Xk erger me d’r altijd over als ik heele stukken brood in de vuilnisbakken zie lig gen of bü de schillen. Dat vind ik sonde en zeker in *n tijd als we nu beleven, nu ieder blij moet wezen als ie t noodlge heeft. Bü mü gaat er geen sneedje brood verloren. Niet alleen kun Je oud brood weer net versch maken door t op de war me kachel rondom even knapperig te laten worden, maar bovendien is oud brood toch nog voor allerlei te gebruiken in de keuken. Vandaag koenen daarom de broodpud dingen eens aan de beurt. Vooreerst *n lekkere broodpudding met krenten en rozijnen. Op *n half pond oud brood zonder korst neem ik 3 of 3 eieren. K ons boter, 1 ons krenten, 1 ons roeünen, *n paar lepels sui ker, K om sucade (die laat ik ook wel eens weg) en S dX., dat ia *n beetje meer dan "n flink glas vol warme melk. Het brood laat ik in de melk weeken en wrijf bet dan goed fijn. De boter roer ik tot room, daar doe ik één voor één de eier dooiers bü, de suiker, de gewasschen kren ten en roeünen, de gesnipperde sucade, het geweekte brood en op 1 allerlaatst het stijf geklopte wit van de eieren. Dese pud ding moet een uur lang, au bain Marte, koken. Voor een warmen pudding moet de vorm altijd eerst met boter worden bestre ken en dan rondom bestrooid met paneer meel. Dat paneermeel maak ik altüd zelf van de korsten van 1 oude brood, die ik tn den oven, als ik die toch aan moet heb ben, of op zü van 1 fornuis goed hard laat worden en dan fün stamp. Gemberpodding- Hiervoor gebruik Ik hetzelfde recept als dat hier boven staat Maar in plaats van krenten, roeünen en sycade neem ik dan 1 ons natte gember. De gember snü ik in kleine stukjes en rear die met hgt sap. door bet geweekte en fün gemaakte brood I Appelpudding- Op *n half pond sure ap pelen neem ik IK ons oud brood zonder kont, 1 om suiker, K om boter en 1 of 3 eieren. De appelen worden geschild, ge boord en met 1 komkommerschaafje fün gesneden, bet brood wordt geraspt en de boter gesmolten. De dooiers klop ik eerst met de suiker; daar roer ik dan de ge smolten boter door, het geraspte brood, de fün gesneden appelen en ten laatste het stüf geklopte eiwit. Neem ik maar één ei op dese hoeveelheid, dan gaat er eerst nog *n scheutje melk of water bü, omdat het beslag anders te droog Is. Vermicellipudding. Op 1 Uter melk neem ik IK ons vermicelli. K ons aman delen, 70 gr- suiker, schil van *n citroen. 6 eieren en boter om tn te smeren. De melk wordt eerst gekookt met de suiker en de afgeraspte schil van *n citroen. Daar wordt dan de vermicelli bjjgevoegd en men blüft roeren tot de vermicelli gaar is. Dan moet dat *n beetje afkoelen, waarna de dooiers er één voor één door heen geroerd worden en eer de pudding in den vorm gaat, het stüf geklopte Wit van de eieren Marmeladepudding. Op IK ons oud brood zonder korst neem Ik hiervoor ruim *n half potje marmelade. Tusschen twee haakjes, u vreet zeker wel, dat je mar- Dlt ontbütlaken Is alleen geschikt voor een ronde of precies vierkante tafel. Een cirkel wordt geknipt van stof; dit moet sulver ge beuren, door eerst met een passer of een touwtje den omtrek af te teekenen. De cirkel wordt dan In achten verdeeld en daarna weer een cirkel getrokken tien c.M binnen den ande ren en nu trekken we kleine halve cirkels, die hun mid delpunt hebben midden tus schen de verdeellünen en op den binnencirkel. Een duldelük voorbeeld geven we op de teekenlng. De halve cirkels worden nu omgefes tonneerd met dikke waschechte rijde tn rose, saumon of lila. Is alles rondom gefestonneei pen (de hal' even gebogen punten op het kleed geteekend met potlood en met den ket- tingsteek worden dese lünen gewerkt in lappenmand in el kaar zetten. Met een beetje overleg, smaak sn vooral handigheid. zün voor weinig geld de aardigste din gen te maken. R. K. wat uitgeknipt; nooit mouw afknippen. Van het kraagje wor den de zijkantjes dichtgestlkt. waarna het op den verkeerden kant van de jas wordt langs gestikt tot precies midden voor. Dan wordt het Jasje even gepast voor den onderkant. Hangt dese geljjk. dan wordt hü op lengte omgeregen. Daarna wordt de voeringjas in elkaar gestikt, waarna ge dese langs hals, vóór kanten, onderkant en mouwen tegen- zoomt. In de linkerhelft maakt ge op 3, 9, 16, 33 en 30 c.M. vanaf den boven kant de knoopsgaten in. De ceintuur knipt ge 80 cM. lang en 10 cM breed, waarna ge ze dubbel stikt, en 'één Het zakje breed, bet klepje 6 M. lang en 9 cM. breed; het wordt in den aangegeven vorm opgestikt. Hierna wordt de jas flink geperst, waar na de knoopen op de daarvoor bestem de plaatsen worden aangeset. Het is toch merkwaardig, wanneer men m* goed over nadenkt: Draagt men niet het masker, om zich te verbergen? Spreekt men niet telkens van de vlucht uit het eigen Ik in een andere huid, dte men tegelük met het costuum tracht aan te trekken, ook het costuum benuttend om een geheel andere Persoonlijkheid te scheppen? En toch is er een groot onderscheid tusschen masker en costuum. Wel werken m als t ware hand in hand, masker en costuum, wel streven ze naar één doel maar ze slaan daarvoor tegenovergestelde wegen in: het masker verbergt, om de bekentente van bet costuum te duidelijker en indrukwekkender te maken. Het mas ker verbergt wat karakteristiek voor den mensch is, het herkennlngsteeken, het uithangbord van den enkeling, het ge zicht, om den hoofdtrek van zijn karak ter, dte zich anders In het alledaagsche leven, in zorgen en werken weinig of niet mag laten gelden, eens sterk en onge stoord tot zün recht te laten komen door de keuze van bet costuum. Niet verbergen, maar ont-dekken. is de beteekenis en de vreugd van het costu me eren: is t een wonder, dat op de eerste plaats de vrouw daaraan hangt! Zü moet tenslotte de grootste offers brengen aan persoonlükheld, aan eigen belangen, aan particuliere wenschen en initiatief. Zü kiest dikwijls genoeg voor de buitenwereld een zeer bepaald masker, dat haar In vele gevallen werkelük tot een tweede natuur wordt, door de eindelooee Jaren waarin zü het dragen moet en den nadruk waarmee zü het doorvoert. Een masker van onbe wogen opgeruimdheid, van kalme zorg, van wensch-loose gelatenheid.... Is bet wonder, dat zü op de eerste plaats hoefte heeft, eens van achter dit masker weg te vluchten, eens zichzelf te zün. eens het leven te zien en zélf gezien te wor den uit een gezichtspunt dat met hür smaak overeenkomt! En dan bedelt haar masker: vergeet een keer, alleen maar de zen oenen keer, wat je van me kent, hoé ic me anders kent! Zie me één dag zóó. als ik bén of zooals Ik sou willen zün! Kük elgenlük ben ik een koningin, een ver geten koninginhet zou veel meer In mün aard liggen, me teedere, zoet-streetende versregels In t oor te laten fluisteren door een verliefden page, dan me door den af- deellngs-chef te laten afsnauwen. Elgen lük ben Ik een beroemde danseres, die er aan gewend is, lederen dag bergen bloemen te krijgen. In plaats van mün kor te dagen achter de schrijfmachine door te brengen; elgenlük ben Ik Pierrette, elgen lük ben ik een champagne-flesch. blond en vol bruisend leven; elgenlük ben Ik mand. Een bosje bloemen van. di verse kleuren* vilt, peau de pêche of andere stevige stof, een kraagje met motiefjes van over gebleven kleurige wol of züde, een een bruine vrouw van de verre eilanden, die zich onder een koesterende, eeuwige zon roode bloemen In de glanzende haren vlecht en met bonte, doorzichtige schel pen speelt. Elgenlük weet ik heelemaal niet zoo precies, wie en wat ik ben; daarom weet Je niet wat mün costuum zeggen wil, en ik zelf kan je er ook geen antwoord op geven, want ik ken mezelf niet. Jftet twee maar minstens zeventien verschil lende vrouwen wonen er in mü; welke moet ik uitbeelden met mün costuum? En welke is de ware? Ik ben Immers "n vrouw van mün tüd, een gecompliceerde, mo derne vrouw het raadsel, dat zichzelf niet vermag op te lossen. Het costuum te geen masker; bet te een zelf-belüdente. Natuurlük alleen maar dUr, waar het met zorg, met wikken en wegen gekozen wordt. Er zün nog een beeleboel andere redenen, die bü een bepaalde keuze den doorslag kunnen hebben gegeven. Maar ze moesten niet minder verraderlük zün. voor draagster endrager. Na zoo n beetje psychologisch gemijmer begrijpt men zonder veel moeite bet telt, dat de man zich veel en veel veld?—«ar eostumeert; dat de groote meerderheid er voor bedankt of In het andere geval zich niet bteonder op haar gemak voelt in de vermomming. Masker ja. Zich verbergen waarom niet? Maar ont dekken? Het zou een zwakheid beteeke- nen, aan 't licht te brengen, wat men anders wenscheUjk of noodig vindt, te verbergen. En in een vreemd omhulsel, een vreemd karakter vluchten? Waarom? Het zou niet passen; men zou er zich niet In kunnen bewegen, en zelf het gevoel hebben, een disharmonie te weeg te bren gen tusschen zichzelf en dat wat men moest voorstellen. Men sou zich be lachelijk maken.... En de neiging, zich te veranderen, uit zichzelf weg te glip pen, zal altüd In dié mate voorhanden zün, waarin men zich in de eigen, aan allen bekende verschünlng niet op zün plaats voelt. Verbergen of ont-dekken, allegorie, ge droomd beeld van zichzelf, of verlangen, eens niét te hoeven liegen: de anderen moesten het masker zóó behandelen, als het behandeld worden wil; dat drukt het door de keuze van bet costuum Immers duldelük genoeg uit. Dan kan een ge- costumeerd en gemaskerd feest een wer kelijke bevrijdlng uit de banden der dorre werkelükheld worden, tüdelük vergeten schenken en daarmee een nieuwe, z{j het ook nog zoo bescheiden spoorslag zün voor .jnoed-houden” in het alledaagsche leven. melade, in den slnaasappelentüd, heel voordeellg zelf kunt maken? Behalve die marmelade moet er nog *n kwart liter melk bü (*n tumbler vol), *n schraal half onsje suiker, 3 eieren en ’n beetje boter. Ik klop de dooiers met de suiker en de melk, laat *t brood daarin weeken en roer er ten slotte het stüfgeklopte eiwit bü- Als ik nu me puddingvorm op de gewone ma nter met boter bestreken heb en met pa neermeel bestrooid, dan doe Ik er eerst *n laagje marmelade In, dan brood en ver der, laag om laag, marmelade en brood. De bovenste laag moet van brood wezen. Deze pudding Is tamelük vochtig en pit tig van smaak. Bü de andere broodpud dingen wordt nog wel eens *n vanille saus gegeven, maar dat te bü deze mar- meladepuddlng zeker niet noodig. Al dese puddingen moeten ongeveer 1 uur au bain Marte koken. Wie eenmaal aan dte broodpuddingen begint, zal ondervinden, dat je er telkens zelf nog wat andere van verzinnen kunt naar gelang van wat je ervoor In voor reed hebt Zoo is *n restje van appelmoes of van vruchten In blik soms prachtig in *n broodpudding te verwerken. Dan hoeft bet brood echter niet in melk geweest te worden, omdat de vruchten zelf vol doende sap hebben. Is er te vefl sap, "*an gebruikt men natuurlük niet alles. Ook te bet niet altüd noodzakelük. 3 of 3 eieren te nemen. Met één groot ei. Hink geklopt, kun je ook al heel wat doen. Behalve met oud brood, kunnen warme puddingen ook worden klaar gemaakt met bloem. Daar kan men selfrüzend bakmeel voor nemen, ofwel men maakt een glstbe- slag. Zulke puddingen moeten langer ko ken dan dte van oud brood. Ik zal hierbü het recept geven van: Warme rosünenpuddlng. Op “n half pond bloem neem ik hiervoor IK ons ro- zünen, 2 eieren, ’n goed half ons boter, schraal een vierde L. melk, K ons suiker. 1 theelepel kaneel. 20 gr. gist, *n snuifje zout en wat afgeraspte citroenschil. De gist maak Ik. met 'n schepje suiker, vloeibaar in lauw warme melk. De heele eieren klop ik in 'n kom met zout, ka neel en citroenschil, roer er de bloem door met 'n stevigen houten tepel, de suiker en langzamerhand de melk. Dat roer ik tot een mooi glad beslag zonder eenlg klon- tertje, doe er de gesmolten boter bü. de roeünen en de gist en laat het deeg, toe gedekt op ‘n lauw warme plaats bü de kachel, minstens een uur rüzen. Dan wordt de puddingvorm er mee gevuld. De se pudding moet ruim 3 uren koken. Men kan er gesmolten boter bü preeen- teeren met bruine suiker. Oranjepudding. Dit is weer *n heel an der soort pudding, dat wel au bain Marie wordt klaar gemaakt, maar dte ook koud kan worden voorgedtend. Men heeft er voor noodig: 4 eieren, 3 slnaasappeten, K citroen, 75 gr. basterdsuiker en evenveel witte suiker. Van 3 sinaasappelen wordt de schil af geraspt, wat bet beste gebeuren kan met klontjes suiker. Dan worden de sinaasap pelen en citroen uitgeperst. De eieren worden los geklopt met de bruine suiker en het vruchtensap met afgeraspte schil erbü gevoegd. De witte suiker laat men in de koekepan of in H üaeren pannetje tot een licht bruine stroop branden. De warme puddingvorm wordt eerst met warm water omgespoeld en dan laat men de beete gebrande suiker vlug langs den heeten binnenkant rondloopen; de rest blüft tn den vorm liggen. Het vruchten mengsel gaat dan in den vorm, die geslo ten wordt en in de pan met kokend heet water gezet waar de pudding anderhalf uur in moet blüven om te stelten. Het water moet heet blüven doch mag ntet keken. Als de pudding uit de pan geno men Is, laat men hem even afkoeten eer men hem omkeert. De caramel vloeit er dan als 'n saus om hevn. Den volgenden keer hoop ik weer an dere vraagsters tevreden te stelten. Benoodlgd voor de Jas, 1.06 M. stof van 80 c.M. breedte, 1 M. voering, 6 knoopen. Men maakt bet patroon op de aangegeven maten, waarna ge bet op de vaste lünen uitknipt, uitgezonderd het 7 C.M. groote zakje aan den voorkant. Nu kunt ge het patroon op de stof leg gen, waarna ge alles met een IK cM. broeden naad ultknlpt terwül ge onder aan het Jasje nog 4 cM. extra büknlpt. Hierna kunt ge de beide zü- en schou- demaden dlchtstlkken, waarna ge aan de belde voorkanten een 3K cM. broeden Inslag naar den verkeerden kant toe om- rügt. Ook de mouwnaden kunt ge dlchtstlkken, waarna ge onderaan een manchet opetlkt, welke ge 26 cM. lang en 7 cM. broed hebt geknipt. Deze wordt op het mouwtje gestikt, zoodat de mouw aan den onderkant eenigszlns wüd blüft. Dan kunt ge de mouwen in zetten. waarbü de mouwnaad 3 cJC. meer naar voren komt dan de zünaad. Is de mouw te wüd voor het armsgat, dan wordt bet armsgat onderaan nog deselfde kleur van bet feston of een contrasteerende kleur. Ten slotte worden de bloemen er op ge- teekend. in lederen halVën cirkel komt t zelfde motief. We kunnen hiervoor 5 cir keltjes trekken en. met oen paar eenvoudi ge blaadjes, se www hi onderaan M aangegeven. We kteeen frisache kleu ren. aooals pe tunia en cy^a- me-rood. volgenden Ula, weer rood, de blaad jes groen. We kunnen de bloempjes werken In den madeliefjee steek <a), In platten steek (b>, of gefes tonneerd mat blaadjes in dm koMnmteek (a). De vinger doekjes worden op deaelf de ma nier als het kleed gemaakt. of lint, dat stevig, halverwege der hoogte, om de pouffe wordt gestrikt. Men kan de pouffe echter ook maken van heel een voudig materiaal om er dam de een of andere aardige versiering op aan te brengen. Op een effen linnen of wollen stof kan men appllcatiewerk aanbrengen in opstekende kleuren, ofwel men bor duurt er *n fleurig motief op met kleu rige wol. Een en ander moet dam geschie den eer men de pouffe in elkaar naait. *n Zwarte pouffe van satinet of laken oude kleedingstukken kunnen hier soms nog wel heel geschikt materiaal voor opleveren kan men bedekken met een gebreid of gehaakt kleedje van verschillende kleuren wol of züde. Zoo n kleedje moet dan rondom 'n eind neer hangen. liefst met punten, wraraam een kwast bevestigd is. Een groote kwar* in bet midden, die tot handvat dient en tet sieraad tevens, bevestigt het kleedje op den pouffe. Het koord rondom de pouffe draait men dam van de wol of züde welke men voor bet kleedje genoenen beeft. Natuurlijk krügt ook dit koord een kwast aam belde uiteinden, soodat bet niet alleen ter versteviging dient, doch ook ter versiering. n n n Het geheele bestaat uit twee fonde stukken, één voor den boven- en één voor den onderkant en één rechte lap, welke die beide stuz- ken met elkaar moet verbinden. De grootte van een en amder kan men na- turlük zelf bepalen. Voor bet gemak geef Ik hierbü de meest geschikte maten op. Vopr boven- en onderstuk rekent men een mlddellün van 45 cM. en voor de hoogte 50 cM. Voor bet middenstuk beeft men dan een lap noodig, die 50 cM. boog en 143 cM. breed is. Dit middenstuk wordt eerst, precies op matat, aam elkaar gemaaid en dan glad oan de rondingen geset, waarbü men aan den onderkant een opening moet la^n voor bet vullen. Dit vullen moet met zorg gebeuren, want is zoo'n pouffe niet heel stevig op gevuld, dan zal hü al gauw in elkaar zakken. In plaats van kapok kan men voor de vulling krantenpapier nemen, tn stukken gescheurd en soepel gemaakt, door flink wrijven. Tevoren overlegt men hoe de pouffe tot iets slerlüks te maken. Heeft men er mooie meubelstof voor, of *n fleurig cre tonne wat alleraardigst is voor slaap kamer of serre dan te er geen andere versiering noodig dan *n büpassend koord

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 7