^Binnenlandsch. Nieuws
Voor de Huiskamer
EERSTE KAMER
KERKNIEUWS
De Stille Omgang-herdenklnR
Op de spoorbrug
ONDERWIJS
TWEEDE KAMER
Voorlichting van den
Handeldrljvenden Middenstand
Ond-burgemeester mr. J. A. N.
Patijn
„Geen geval zoo erg als
het mijne”
Voorstellen van het Partijbestuur
voor het Congres
De S. D. A. P. en het
onderwijs
- i
cc:
VERGADERING VAN DONDERDAG.
Zendag 15 Maart
niet
van
Het beginsel
moet men voorzichtigheid be-
nu
een
ter
dat
aangenomen
af wachten
midden-
„Pnlchri Studio”
in
HuldlgingsbUeenkomst
I
t
aegt een ende rheamatlek-iyder
Na 77 jaar en flinker dan M jaar geleden!
der flnanUeeie gelijkstelling
gehandhaafd
tie
ml)
rft.
i)n
instandhouding van
uitnemendheid een
en voor de tot dit
ter
per
erd
W>
Ito
ilk
tat
an
its
van den
afdeellng
ph.
lb*
Contact met het departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid
Maar beperkt tot het Lager Onderwl><
alleen
Speciale compoaities
Voor deze gelegenheid heeft de heer Jan
Nieland een ..Marche pontificale'’ gecompo
neerd, welken hy bij de ontvangst van den
bisachop op t orgel zal uitvoeren na een
korte orgelimprovlsatie. De heer Theo van
der Bijl heeft eveneens speciaal een com
positie voor koor vervaardigd „Jesu dulcis
memorie”, welke door de kerkzangers wordt
gezongen.
IM.Kn op eens sloeg de tan om en wtf zagen den tijger, die
brallend en aset vurige oogen uit de ton keek. wy letton
het op een loopen, den kant van de zee op, bang, dat de
tijger ons acbte.-voigde. Maar het dier met de groote ton
aan atin staart dacht ar niet aan ons achterna te ratten.
HU bad te vaal ’ast van het gevaarte, waaraan atjn staart
was vastgeknaopt.
157. wy sprongen van de ton, want het had ons inspanning
gekost. WU aagen hoe de tijger met alle kracht aUn staart
trok, maar de knoop Meld sleh goed. De tijger bleef
gevangen, want hy zat in de ton. Het dier brulde ver
schrikkelijk. wy sagen, hoe hij zyn klauwen uit de ton
stak en wy sagen zyn scherpe nagels. Oe in den grand
boorden.
Arbeid, Handel en NUverheid.
De behandeling van de begrooting van
Arbeid, Handel en NUverheid voor 1031 wordt
voortgezet.
De heer MOLTMAKER (8.DA.P.) repli-
eeerend zegt, dat bet antwoord van den mi
nister ten aanzien van de tandtechnici hem
beeft teleurgesteld. Spr sou alsnog een her
examen willen zieh gehouden voor degenen
die daarop prUs stellen.
De heer BLOMJOUS (RJC.) betoogt, dat
de groote fout van de conventie van Was
hington inzake den achturendag zich thans
wreekt, nX de toelating van uitzonderingen
voor de Oostersche landen, die daarvan heb
ben geprofiteerd.
Minister VERSCHUUR antwoordt, dat de
heer van Embden geen middel aan de hand
heeft om gevallen van overtredingen der
velllgheldsbepallngen met meer ernstig ge
volg te bestraffen met principale hechtenis.
De Regeerlng zal de totstandkoming van
de ratificatie van Wash.ngton bevorderen.
Wat den bakkersnachtarbeid botieft, is on-
derteekening niet zoo gemakkeiljk, omdat de
banketbakkers er dan ook in zouden moeten
worden betrokken.
De begrooting van Arbeid, H. en N. wordt
s. b. s. goedgekeurd.
Het Offlcieele Gedenkschrift
Het Amsterdamsche Gezelschap van den
Stillen Omgang verzocht ons mede te
deelen, dat zUn officieel rijk geïllustreerd
en buitengewoon fraai uitgevoerd Gedenk
boek, samengesteld door zijn ondervoorzit
ter Leonardos van den Broeke. Vrijdag
verschijnt en verkrijgbaar is aan „1 Kasteel
De Herdenkingsbijeenkomst
De Herdenkingsbijeenkomst Zondag as.
in het Concertgebouw vangt precies te 2
uur aan. De deuren worden dan gesloten in
verband met de komst van Z. D. H. Mgr.
Aengenent.
Door het vrijkomen van enkele kaarten
bulten de stad, zijn nog eenige plaatsen aan
het secretariaat N.Z. Voorburgwal 187 te
bekomen. De bijeenkomst Is ook voor dames
toegankelijk.
burgemeester als geschenk aan de gemeente
aan.
Hierop werd door twee comlté-leden het
doek weggenomen, dat de schildert) bedekte.
De heer van Terwisga bood aan mevrouw
Patyn een fotografische opname van de
schilderij aan.
..Die Haghe-Sangers", onder leiding van
den heer O. L. Walther Boer zongen by de
onthulling het lied: „O, Heer die daer des
Hemels tente spreyt" van Valerius.
Vervolgens voerde dr. v. d. Meulen bet
woord om namens de gemeente het schllderU
te aanvaarden.
Ten slotte dankte mr. Patyn voor de hem
gebrachte hulde.
toen ze tot hun schrik be-
over een uitgestrektheid van
honderd meter de dwarsplanken
de rails ontbraken, zoodat zij ge
roer bet huldebiyk te verzamelen, dat aan
den heer Patyn aangeboden zou worden.
Behalve deze comitéleden waren nog enkele
autoriteiten ultgenoodigd om de plechtigheid
bU te wonen. ZJC.H. Prins Hendrik, verge
zeld van sUn adjudant jhr. Laman Trip,
deed eveneens van zyn belangstelling blU-
ken door tegenwoordig te zyn.
Voorts werden opgemerkt de Minister van
Buiteniandsche Zaken, jhr. Beelaerts van
Blokland, de deken van het diplomatieke
corps, de heer von Adlercreutz, de Itallaan-
sche gezant, graaf Sennl, de waarnemend
burgemeester, dr. W. W. van der Meulen met
den gemeente-secretcris mr. dr. Ter Pelk-
wUk, de wethouders, oud-wethouders die met
den heer PatUn hadden samengewerkt en
raadsleden, de gouverneur der residentie, de
garnizoenscommandant, de hoofden van de
afdeellngen der gemeente-secretarie bene
vens verschillende hoofdambtenaren, en de
directeuren der gemeentebedrijven.
De heer PatUn werd bij den ingang van
het gebouw begroet door een comité van ont
vangst. bestaande uit de heeren Baron Baud.'
mr. Lisman, Polis, Willy Sluiter en prof. v.
d. Bilt.
Aan mevr. PatUn werd door het zoontje
van baron Baud een boupuet bloemen aan
geboden.
Nadat de heer en mevr. PatUn naar de
voor hen bestemde plaatsen waren geleid,
bood ds voorzitter van het comité, de gep.
luit.-generaal W. H. van Terwisga aan den
heer v. d. Meulen de nieuwe burgemeester
was door ongesteldheid verhinderd aan
wezig to zUn de beeltenis van den oud-
een verdere vorming van kwaad’-
urlnezuur voorkomt. Hieruit ziet u
eenvoudige verklaring, waarom
niet kan bestaan in een
lichaam, dat regelmatig „de kleine, dageiyk-
sche dosis” krUgt.
Kruachen Salts is verkrijgbaar bU alle
apothekers en drogisten i f 0.90 en 1.80
per flacon. (Adv.».
van Aemstel” te Amsterdam, N.Z. Voor
burgwal 69—73. of aan het secretariaat van
het Geselschap N.Z. Voorburgwal 187, tele
foons 49313 Of 32037.
In dit boekje dat de geschiedenis der
laatste vyftlg jaar behandelt en tevens een
uitgebreid populair overzicht biedt van bet
HE Sacrament van Mirakel, zijn vereering
en den Stillen Omgang in den loop der
eeuwen, benevens bijzonderheden van H.
Stede en BagUnhof in dit boekje zyn
oa. de gegevens verwerkt welke de 13S aan
gesloten zusterorganisaties uit heel *t land
verstrekten.
Het Offlcieele Gedenkboek bevat tevens
het volledig programma der plechtigheden
van Zondag as en geeft een rijkdom aan
historische gegevens betreffende het Mira
kel en de geschiedenis van den Stillen Om
gang zelf zooals deze nog niet was ge
schreven Een 25-tal ten deele uitslaande
platen op kunstdrukpapier sieren den tekst.
Dit boek, in voornamen omslag, zal mede
wegens den zéér geringen prijs. door lede
ren Stillen Omganger als een waardevolle
herinnering worden bewaard
VERGADERING V’X DONDERDAG
Nijverheidsonderwijs
Veortgezet wordt de behandeling van de
•Vziging der Nyverheidacnderwyswet.
D® heer TILANU8 (C.-H.) dient een
•meudement in om de goedkeuring van de
Achting eener school bU den minister te
**«ngen. en verder een amendement om bU
"•Usende beschikking deze met redenen
"hklved ter kennis te brengen van belang
hebbende.
Spr. is tegen bet amendement-Gerhard.
7* S* voorgestelde substdie-regellng wil
galden voer de bestaande scholen. Het
•“"hdement-Lovlnk beveelt hy aan.
heer HEEMSKERK (A.-R.1 meent,
op weg en wel
de spoorbaan, omdat dit waarschyn-
UJk de naaste weg was en hun als de zeker
ste waarborg voorkwam tegen verdwalen.
Ze hadden ongeveer drie uren gaans afge
legd. toen zU de zon in de verte achter een
rU van heuvels zagen ondergaan.
Nog een uur loopen en ze zouden, naar ze
meenden, het doel van hun tocht bereikt
hebben. Ze kwamen nu aan een lange brug,
die over een deels ondiep en troebel, deels
schuimend water gelegen was, aan beide
zijden door stelle rotsblokken Ingesloten. De
brug rustte op slanke pijlers, die in 't mid
den wel twee honderd voet hoog waren en
dien duizelingwekkenden weg moesten ze bij
’t invallen der duisternis over.
Reeds waren ze een groot eind op de brug
voortgewandeld,
merkten,
minstens
tusschen
noodzaakt waren over de rails te loopen.
Voor iemand die goed z’n evenwicht wist te
bewaren en den voet stevig aan weerszijden
van de rails op den lengtebalk zette, waarop
het ijzer was aangebracht, was dit wel te
doen, maar het bleef in elk geval een waag
stuk. De minste misstap toch, de geringste
duizeling, kon den vermetelen wandelaar in
den gapenden afgrond storten.
Heinrich aarzelde dan ook. wierp een blik
op z’n relsgenoote en huiverde.
„Het Is 1 beste, dal we terugkeeren, sprak
hij.
„Nu we al zoover gekomen zijn?” vroeg het
meisje. Bent u bang?”
Ze zag, dat hij door die vraag in verlegen
heid gebracht werd en liet er direct op vol
gen:
„Ik meen natuurlijk voor mij.”
„Voor u. jal”
Marie glimlachte.
„Ik heb zoo dikwijls in de Alpen rond ge
zworven. soms langs den rand van diepe af
gronden,” hernam zij; „waarom zou ik dan
hier bang zijn?”
Maar Heinrich Pechter bleef aarzelen.
Een smalle balk met een rail erover was
toch nog Iets anders dan een vooruitsprin
gende rots. Het was hem als hoorde hij reeds
den doordringenden angstkreet van het meis
je, als zag hij haar kleedje al in de lucht
fladderen en haar reddeloos In de diepte ver
dwijnen.
,Jk zou een heelen dag verliezen, als ik niet
doorging,” zei het meisje, angstig en gejaagd.
„Wie weet of m’n vader niet reeds op sterven
Ugt? Ik moet naar den overkant. Laat me
maar alleen gaan. Lang kunnen we er niet
over denken, want anders missen we den
trein; het wordt al zoo donker.”
„Nu, volg me dan maar,” zei Heinrich
vastberaden; „houd u maar aan m’n jas vast,
om onder 1 loopen ten minste eenigen steun
te hebben. Als u valt, dan moeten we in Gods
haam maar beiden vallen. Houd u dus maar
goed vast. Maar als Ik mocht struikelen, laat
me dan direct los om niet In de diepte ge
trokken te worden.”
Belden schreden nu voorwaarts, langzaam,
bedaard en voorzichtig, maar nadat ze eenige
meters afgelegd hadden, bracht een hevige
ruk van den avondwind, die op de hoogte der
brug vrij z’n kracht ontwikkelen kon, het
meisje eenigszins aan 't wankelen. Ze bleef
staan en terwijl se haar evenwicht trachtte
te herwinnen, viel haar blik beneden haar in
de diepte en zij dulselde. Ze perste de lippen
krampachtig op elkander en deed een laatste
bovenmenschelUke poging om zich overeind
te houden. Door direct den linkerarm uit te
steken, gelukte het haar weer in evenwicht te
komen en ze stond weer vast op de voeten.
Ze konden nu den gevaarvollen tocht
voortzetten. Heinrich had, zonder zelf het
evenwicht te verliesen. zich niet kunnen om-
keeren en wist dus niet aan welk vreesdij*
gevaar zijn gezellin ontsnapt was.
BaitenlandacheZaken
..Aan de orde is Hoofdstuk III der Rjjksbe-
grooting voor 1931 (Buiteniandsche Zaken).
De heer VAN DER LANDE (RJC.) bepleit
onderzoek door een commissie van deskun
digen van de geschilpunten tusschen Neder
land en BelgUl.
De heer HEERKENS THIJ8SEN (RJC.)
wijst op de moeilijke taak der gezanten en
bestrijdt de meenlng, dat zij slechts menschen
zijn, dia hun land op feesten en partijen ver
tegenwoordigen. Ook voor den arbeid der
consuls heeft spr. groote waardeerlng. Spr.
dringt aan op een vertegenwoordiging in
Joego-Slavié, een land waar zaken vallen te
De heer KOSTER (VB.) bespreekt onze
verhouding tot Belglé.
Moreel en volkenrechtelijk staan wjj sterk
m wij kunnen met vertrouwen
Biet welke regeling de regeerlng zal komen.
Ia dit stadium is het te vreezen, dat de on-
darhandellngen kunnen worden bemoeilijkt
door het opwekken van verlangens die niet
bevredigd kunnen worden
De heer DE BAVORNIN LOHMAN (C.H.)
betoogt, dat hij even ernstig als de minister
begeert een behoorlijke regeling van de ver
houding tusschen Nederland en België. De
belde landen zijn min of meer op elkander
aangewezen. Evenwel onder een belangrijk
units”. nJ. dat Belglé volkomen onafhanke
lijk sQ.
Spr vraagt ten slotte nadere inlichtingen
over de vragen door de Regeerlng ten aan
zien van de wateraftapplngen voor het Al-
bertkanaal aan de Belgische Regeerlng ge
steld.
De heer VAN EMBDEN (v.d.) betoogt, dat
de kans op neutraliteit, hoewel niet uitgeslo
ten, nauwelijks is te verwezenlijken. In 1929
«chreeft de regeerlng in haar toelichting tot
het wetsontwerp tot toetreding tot den Vol
kenbond. dat de kans op oorlog tusschen
bondsleden zeer verminderd werd. Spr. merkt
op, dat de Intern. Statenbond in tien Jaar
teen hand heeft uitgestoken naar den uit-
boew van bet neutraliteiterecht. Wat voor
teden is er, om. lijnrecht tegen den minister
in, de bevredigende macht van den Volken
bond thans zooveel geringer te achten? 8pr.’s
these luidt, dat Indien de kans op een naar
Volkenbondsrecht geoorloofden oorlog zeer
tering is, andere theoretisch te oonstrueeren
gevallen van een geoorloofden oorlog bulten
beschouwing kunnen blijven.
De vergadering wordt te 4.45 verdaagd tot
heden 11 uur.
Per radio
Ten einde de tienduizenden Stille Om-
gangers over heel het land, die de bijeen
komst niet kunnen bijwonen. toch in de
gelegenheid te stellen zich als t ware één te
gevoelen met de vergaderden, wordt de
Herdenkingsbijeenkomst door den K. R. O.
Zondagmiddag 15 Maart uitgezonden
van
de derde maal een bespreking plaats
vertegenwoordigers van vakor-
van handeldrijvende
RUkspos (spaarbank
i
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi
ging der wet tot instelling van een RUks-
posts paarbank.
De heer VLIEGEN (8. D. A. P.) vraagt of
het niet mogelijk is. dat het rentegevend
maximum voor vereeniglngen met maat
schappelijk of godsdienstig doel wordt ver
hoogd tot 5000.
De heer FLESKEN8 (R. K.) meent dat
rekening moet worden gehouden met aard
en doel van de Rijkspoetspaarbonk, die
alleen een aanvullende plaats mag Innemen.
Vooral moet bij eventueele renleverhooging
rekening worden gehouden met de rentever
goeding. die boerenleenbanken geven. Deze
laatste toch sjjn van veel grooter sociaal nut
dan de rljkspostspaarbank.
De heer BIEREMA (V. B.) wijst erop, dat
in de naaste toekomst de Inkomsten van
de rljkspostspaarbank zullen terugloopen. Op
dit terrein
trachten.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, Mr.
REYMER, wijst er den heer Vliegen op, dat
de Rljkspostspaarbank een spaarbank is en
geen beleggingsbank. Deze bank lijkt spr.
niet de juiste om kapitalen van vereenigin-
gen te beheeren. Op de belangen der parti
culiere banken zal worden gelet.
De heer BEUMER (A. R.) licht een amen
dement van de commissie van rapporteurs
toe om te bepalen, dat niet door de Kroon,
maar bij algemeenen maatregel van bestuur
worden geregeld de wijze van benoeming,
schorsing en ontslag der ambtenaren bij de
bank, behalve voOr wat betreft den directeur
en den onder-directeur.
De MINISTER neemt het over
De heer JOEKE8 (V. D.) verdedigt
amendement om In het ontwerp „ten hoog
ste 3 pet." te lezen: ,,ten hoogste 4 pet.”
MINISTER REIJMER wijst er op, dat
menige spaarbank in den laatsten tijd ge
noodzaakt is geweest, het rentepercentage
te verlagen. Gaat men nu dat van de Rijks-
postspaarbank belangrijk verhoogen, dan zal
de reserve spoedig verdwijnen. Een maxi
mum-rentepercentage van 4 pet. zou mis
leidend werken omdat sollede obligaties niet
meer dan 4.19 pet. geven.
Het amendement wordt verworpen met 33
tegen 22 stemmen.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. aangeno
men.
Z. h. at. worden voorts nog
de wetsontwerpen:
Vereeniging van de gemeenten Driebergen
en Rjjsenburg;
Wetsontwerp wijziging van de voorschrif
ten betreffende de bevordering en het ont
slag van offlderen-vlleger bij de zeemacht.
De vergadering wordt verdaagd
jaar lang heb ik er over gedacht cm
dezen brief te schrijven. Het mag vreemd
lijken, maar ik heb deze zes jaar steeds In
de krant gekeken, of er ook één geval ge
noemd werd, dat zoo erg was als het mijne,
maar ik heb er géén gezien! Ik had altijd
last van zware hoofdpljn en leed aan rheu-
matiek. zoo erg als t maar kon. Ik kon niet
om de tafel loepen, zender me daaraan
vast te houden. Toen was ik nog geen vijf
tig.
Nu aal Ik b« leven en welzijn In Maart 77
worden. Ik heb meer dan 22 jaar lang Kru-
achen Balts gebruikt en geniet een uitste
kende goeondheid, beter dan toen ik nog
vijftig was. Ik heb geen spoor van rheuma-
tiek. heb het al sedert jaren niet meer. Als
dus Iemand Kruachen Balts kan waardeeren
ben ik het wel. Ik voel me niets ouder dan
toen ik 50 was en ik kan zonder eenige
moeite 8 KM. per uur loopen.” F. L.
Geen middel kan rheumatlek blijvend ge
nezen, tenzij het drie afzonderlijke func
ties verricht. Deze zijn: 1. oplossen dar
naaldscherpe urinezuur-kristallen, die de
pijnen veroorzaken; 2. afscheiden van deze
kristallen uit het lichaam; 3. voorkomen dat
bet urinezuur zich weer kan ophoopen. Een
enkelvoudig zout heeft maar een enkelvou
dige werking en dat is niet voldoende. In
Kruachen vindt u een combinatie van zes
verschillende zouten. Twee dezer zouten
zijn de meest werkzame oplossers van urine
zuur. die de medische wetenschap kent. Ztj
ronden spoedig de scherpe kanten af van de
pijnlijke kristallen en veranderen deze in
een onscbadeltjke oplossing. Andere zouten
in Kruachen sporen de werking der nieren
aan en helpen deae om de opgeloste urtne-
zuur-kristallen op natuurlijke wijze te ver
wijderen. Verder bevat Kruachen nog andere
zouten, welke voorkomen, dat het voedsel
in uw organisme kan gaan gisten en zoo
doende
aardig
dus de
rheumatlek
„Hou mij maar goed vast," sprak hij half
luid, als vreesde hij door te luid spreken de
brug te doen schudden. Maar iets heel anders,
helaas, wachtte onze reizigers.
Aan gene zijde der brug maakte de baan
een wending om een breeden heuvel, die de
naderende treinen aan t gezicht onttrok.
Maar eensklaps voelden Hejnrich en Marie
de brug onder hun voteen beven en in de
stille lucht vernamen zij een dof. gonzend ge
luld.
Beiden stonden als door den donder ge
troffen op 1 zelfde oogenbllk stil. Het klop
pen van hun hart scheen een oogenbllk te
zullen ophouden, doch weldra haalde het z’n
schade door een versnelden slag In. Vóór hen
vertoonden zich op geringen afstand de lich
ten eener locomotief, en zfj bevonden sleh
nauwelijks op het midden der brug!
Noch uitwijken, noch teruggaan eras meer
mogelijk. Van alle kanten dreigde hen de
dood.
„We zUn verloren!" fluisterde Marie sid
derend, „we zullen hier moeten sterven! Ach.
m’n armen vader!”
„God sta ons bjj!” zei Heinrich, doodsbleek
op den naderenden trein starend. „Had ik
maar een touw, dan konden we misschien nog
gered worden."
„Ik heb een stevige waschlijn in m’n va
lles.” antwoordde het meisje snel.
„Geef gauw hier!"
Heinrich bond het eene eind stevig om
Marie's borst, haalde het onder haar oksels
door, liet zich daarop op een knie zinken en
bevestigde het touw aan een der houten
dwarsleggers, die op dé lengtebalken waren
aangebracht.
Dreunend en donderend kwam de trein
nader en de pijp der locomotief liet haar
doordringend gefluit hooren. De brug schud
de alsof ze uit elkaar gerukt werd. Stoom,
donder, rook, vuur, meer zag of hoorde men
niet.
„O God!” zuchtte Marie.
Een oogenbllk daarna hing ze tusschen
hemel en aarde. Zedrelgde te stikken. Als be
dwelmd sloot se de oogen en boven haar
hoofd trok als een rollend onweer, de lange,
zwarte schaduw van den trein.
„Voorbij!” hoorde zij een bemoedigende
stem roepen. „God ztj dank dat we nog le
ven. Marie!”
ZIJ zag omhoog. Boven haar hing, met de
handen aan het touw geklemd, de kloeke
Heinrich, die zich nu met inspanning van
al z’n krachten, weer naar boven werkte en
daarop het meisje langzaam naar boven
heesch. Met behulp van het touw schoot
thans de tocht beter op dan te voren Weldra
hadden ze de noodlottige brug achter zich.
Marie zonk op de knieèn, dankte God voor
beider wonderbare redding en eer zij het zag.
knielde Heinrich biddend aan haar zijde.
Daarop greep hij haar hand en drukte die
In de zijne. Het gezamenlijk doodsgevaar had
hen voor het leven vereenlgd
Per trein bereikten zjl de stad Dyon en van
daar zetten ze hun reis naar de Zwitaeroche
grens voort. Marie vond haar ouden vader
stervend; hij kon haar nog z’n zegen schen
ken. Heinrich bleef eenigen tijd in de Zwlt-
sersche bergen. Meermalen ontmoette hij
Marie en na de begrafenis van haar vader
fluisterde hij haar toe, dat bij voortaan
haar beschermer zou wezen, zooals hij op
de spoorbrug haar geleider geweest was.
Na eenige maanden werd Marie de gade
van Heinrich Pechter, die haar meenam naar
z’n vaderland.
Defensiebegrootlng.
Aan de orde is hoofdstuk VIII der Rijks-
begrootlng 1931 (Defensie).
Mevr. POTHUIS-SMIT (S.D.) komt op
voor de moblliéatle-slachtoffers, evenals voor
de oud-gepenslonneerden.
Wat de gasmaskerfabrlcage betreft, indien
het juist is, dat de moderne gasmaskers tegen
alle bekend gifgassen beveiliging verschaffen,
terwijl toch ook de andere mogendheden wel
over zulke maskers zulten beschikken, vraagt
spreekster, waarom dan toch nog met de
vervaardiging wordt voortgegaan: Immers,
gasaanvallen hebben geen zin meer als in de
legers iedereen zich er tegen kan beveiligen.
Spr. dient de volgende motie in:
J3e Kamer, overwegende dat het voor de
beïnvloeding van de publieke opinie ten bete
van bet werk der ontwapenlngs-conferentie
van 1931 van beteekenis is. een daad te ver
richten, waaruit de sympathie onzer Regee-
ring voor de Internationale ontwapening
blijkt;
van meenlng, dat niets zoozeer van den
goeden wil der volkeren zal getuigen als
een vermindering der militaire uitgaven In
het eigen land;
noodigt de Regeerlng uit bjj het ontwerpen
van de begrooting voor 1932, na te gaan,
welke posten op die begrooting kunnen wor
den geschrapt of verminderd en daarbij in
het bijzonder te denken aan herhalingsoefe
ningen, leger- en vlootdagen, manoeuvres
ed.”
De MINISTER VAN DEFENSIE, de heer
DECKERS, verzekert mevr. Pothuls-8mlt,
dat bü het onderzoek naar het Inkomen van
ouden van 'dagen gevoeligheden zullen wor
den ontzien Aangaande de mobillsatle-
slachtoffers zal een ontwerp binnenkort zijn
Departement verlaten.
De Nederlandache gasmaskers behoeven
voor die van geen enkel land onder te doen.
Spr. gelooft niet, dat de stelling te hand
haven Is. dat luchtaanvallen zullen zijn af te
weren door.onze afweermiddelen te vermin
deren. Integendeel gelooft spr„ dat daaraan
alle aandacht moet worden besteed. Spr. ge
looft ook niet, dat de volgende oorlog ge
voerd zal worden door de chemici.
De motie wordt verworpen met 22 tegen
9 stemmen Voor S.D. en VD. De begrooting
wordt aangenomen met 22 tegen 9 stemmen.
Tegen: S.D. en V.D.
aan dit onderwijs te voorzien en waarbij de
subsidleering van bet bijzonder onderwijs
door rijk en gemeenten zoodanig wordt ge
regeld, dat togen onnoodige splitsing wordt
gewaakt;
8. acht een stelselmatige voorziening, on
der voorgaan en leiding van de gemeenten,
in de behoefte aan vervolgonderwijs drin
gend noodlg en wel op zoodanige wijze, dat
de gemeenten zich aan de zorg voor dit
onderwijs niet kunnen onttrekken, dat reke
ning wordt gehouden met de eischen van
opleiding voor vak en beroep en met die
van de vrije jeugdvorming en dat de subsi
dleering van het bijzonder onderwijs niet
tot onnoodige splitsing zal leiden;
7. beschouwt een groote uitbreiding van
het nijverheidsonderwijs als een urgent
belang zoowel van de arbeidersklasse als
van het bedrijfsleven; stelt vast, dat op
het gebied van dat onderwijs allerminst
reden bestaat voor een splitsing naar con
fessie, terwijl deze splitsing op dit gebied
meer nog dan elders schade voor bet
onderwijs oplevert;
acht de stichting en
nijverheidsscholen by
taak voor de overheid
doel samenwerkende organisaties van werk
nemers en van werkgevers;
8. erkent de behoefte aan een wijziging
van de tegenwoordige subsidieregeling voor
middelbaar en voorbereidend hooger onder
wijs met dien verstande, dat gemeentelijke
en bijzondere scholen naar overeenkomsti-
gen maatstaf door het rijk worden gesub
sidieerd. echter zonder dat de volledige
kosten van het byzonder onderwijs door de
overheid worden vergoed.
9. acht een wetteiyke regeling van bet
handelsonderwys noodzakeiyk, opdat dit
onderwijs zich onder leiding en toezicht van
de overheid overeenkomstig de daaraan
bestaande behoefte zal kunnen ontwikkelen;
10. verwerpt voor het hooger onderwijs
de splitsing naar confessie, aangezien by
bet hooger onderwijs de vrije beoefening
der wetenschap verzekerd moet zijn en door
geen vooropgestelde dogma's worden belem
merd; erkent voor alle richtingen bet recht
om haar wetenschappelyke opvattingen aan
de algemeene universiteiten en hoogescho-
len te onderwyaen en verlangt ook voor het
socialisme plaats by het hooger onderwijs;
11. het Congres wekt de arbeidersklasse
en haar soclaal-democratische vertegen
woordigers in de openbare lichamen op, aan
de groote belangen van het onderwijs aan
houdende aandacht en zorg te wijden, opdat
door de verheffing van het geestelijk peil
van de bevolking en van de arbeidersklasse
in het bljaooder de komst van het socia
lisme wordt voorbereid.
Gisterenmiddag om 3 uur heeft in Fulcbri
Studio te Den Haag een byeenkomst plaats
gehad ter huldiging van dan oud-burgemees-
ter van ’s-Gravenhage mr. J. A. N. Patijn.
Een groot aantal aanwezigen vulde de fraai
met palmen en tapijten versierde zalen van
bet gebouw.
Aanwezig was bet algemeen comité uit de
burgert), dat zich gevormd had om gelden
Voor het Congres 1931 der S.DJLP. zUn
door het Party bestuur de volgende voorstel
len Ingediend betreffende het onderwys.
Het Congres der 8JDA..P.
kennis genomen hebbende van het rap
port over de onderwys-paclflcatie, uitge
bracht door de commissie, welke bij besluit
van 8 Maart 1930 door het Partybestuur is
ingesteld;
1. bevestigt de uitspraak van het Gro
ninger congres van 1902, waarby de Party
het beginsel van de financleele geiykstel
ling van het byzonder en het openbaar on
derwys heeft aanvaard;
2. acht, met handhaving van dat beginsel,
zoodanige herziening van de Lager Onder-
wyswet geboden, dat een einde wordt ge
maakt aan de misbruiken, waarvoor de be
staande wet ruimte heeft gelaten, en dat
verspilling van overheidsgeld, overdreven
schoolsplitsing en ontwrichting van het on
derwys voor de toekomst zooveel mogelyk
worden voorkomen;
3. is van oordeel, dat het beginsel van de
financleele geiykstelling. voor bet lager
onderwys erkend en ook alleen voor het
Lager Onderwys in de Grondwet neerge
legd. niet is te aanvaarden voor de andere
onden» ysgebieden. aangezien de gronden,
waarop dat beginsel voor het lager onder
wys steunt, niet of slechts in geringe mate
voor de andere onderwysgebieden bestaan;
No. 10 13 Maart
4. beschouwt de voorziening in de be
hoefte aan onderwys van elke soort in de
eerste plaats als de taak der overheid, die,
voorzoover zy die voorziening aan byzon-
dere instellingen overlaat, voor peil en hoe
danigheid van het byzonder ouderwijs
verantwoordeiyk moet blyven;
5. verlangt voor het voorbereidend (be
waarschool-) onderwijs een wettelijke rege
ling, die de gemeenten verplicht en
financieel in staat stelt om in de behoefte
<Een ware gebeurtenis!
Voor eenige jaren reisde een ndjner vrien-
den. Heinrich Pechter, die lang In een En-
gelsch handelshuis werkzaam geweest was,
als passagier met de stoomboot naar HAvre,
waar hy voor z’n huis zaken te doen had. Op
de boot bevond zich, ook als passagier, een
aantrekkeiyk Zwltsersch meisje; Marie Lorm
heette zy. Haar bescheidenheid en schroom
valligheid sloten alle vertrouweiykheid uit.
Uit de weinige woorden, die Pechter van haar
vernam, maakte deze op, dat rtj te Londen
by een bloedverwante gewoond had, die plot
seling was gestorven, zonder iets van belang
na te laten, zoodat het meisje besloot naar
d’r geboorteland terug te keeren. Zy verlang
de ook naar huis, omdat haar vader, zooals
ze vernomen had. ernstig ongesteld was.
De heer Pechter, een degeiyk jongmensch.
gevoelde een levendige belangstelling In het
meisje en achtte zich verplicht, zoolang zy
alleen reisde, als haar beschermer op te tre
den. Hy begeleidde haar dus tot Parijs. Hier
hadden ze het ongeluk tien minuten te laat
aan den trein te komen, doch vernamen, dat
meerdere rnyien verder pen andere trein bin
nen vyf uren zou vertrekken. Gelegenheid om
direct daarheen te ryden. was er niet.
„Maar ik moet verder," zei Marie; „m’n
vader is vermoedeltjk doodziek en ik moet
zoo gauw mogelyk thuis zyn.”
„De weg Is verscheidene rnyien lang,” ant
woordde Heinrich, „te lang voor een jonge
dame om te voet a.t te leggen.”
„U vergist zich, mynheer.” lachte 1 jonge
meisje; „wy Zwitsers zien niet tegen een
voetreis op; van kindsbeen af ben ik aan
lang loopen gewend.”
Belden begaven zich
langs
dat de Kamer niet vrij is om een begroo-
tingspost af te stemmen, die op de wet
berust. Daarom begrijpt spr. het beswaar
van den heer Tllanus niet.
Ook tegen het gemotiveerd meedeelen van
beschikkingen heeft spr. bezwaar uit hoofde
van vertrouweiykheid der adviezen. Het
amendement-TUanus berust op een niet
zeer juiste staatkundige gedachte.
De heer GERHARD (8.D.A.P.) betoogt,
dat de minister van financiën niet kan
uitmaken of ergens een school noodlg is.
Dit behoort thuis by den minister van
onderwijs. In dit verband verdedigt hy
nader zyn tweede amendement.
MINISTER TERPSTRA neemt het amen
dement van Rappord over. (Uitschakeling
onderwysraad by subsidleering van ambu
lante landbouwhuishoudcursussen). Hy be
strijdt het eerste amendement-Gerhard
(zelfde regeling voor bestaande scholen).
Het begrip „uitbreiding van bestaande
scholen” is te vaag en het amendement
geeft te veel tydverlies.
Het amendement-Suring tot publiceertng
van het advies van den Onderwysraad ver
dient geen aanbeveling. Publiceertng kan
afbreuk '’oen aan de waarde van zulk een
advies. Dit moet vertrouweiyk blijven.
Spr. zeide de inschakeling van den Minis
ter van Financiën onmisbaar te achten.
Maar deze kan geen subsidies naar willekeur
schrappen. Met het tweede amendement-
Gerhard kan spr. niet meegaan. De minister
sou er prijs op stellen als de Kroon een be
slissing nam.
De heer TTLANUS wyzigt zyn eerste
amendement zoodanig, dat de Kroon weder
wordt Ingeschakeld. Het tweede trekt hy in.
De MINISTER neemt het eerste nu over.
De heer SURING (R. K.) trekt zyn amen
dement in.
De VOORZITTER deelt mede, dat de heer
Gerhard zyn tweede amendement (uitscha
keling minister van financiën) heeft inge
trokken.
Het eenige overgebleven amendement, dat
den heer Gerhard (subsidieregeling)
wordt verworpen met 39 togen 31 stemmen.
Dezer dagen heeft vanwege het Departe
ment van Arbeid, Handel en Nyverbeid
voor
gehad met
ganisatles
standers.
De vergadering, onder leiding
heer F. K. J. Heringa, chef der
handel en nyverheid, gehouden, werd by-
gewoond door de leden der commissie van
contact inzake middenstandsaangelegen-
heden, den Zeereerw. heer dr. J. van Beur
den O.Praem mr. H. Byleveld en mr. M
J. Wolff, terwyi voorts vertegenwoordigers
van een 8-tal der bedoelde organisaties als
ook van den Kon. Middenstandsbond aan
wezig waren.
De heer Heringa wydde in zyn openings
woord een korte beschouwing aan het ka
rakter der commissie van contact inzake
mlddenstandsaangelegenheden. waarna de
heer J. J. 8chmal, die met de leiding van
den middenstandsdlenst belast is, de aan
wezigen uitvoerig omtrent de beteekenis
van de onderafdeeling middenstand van
het Departement en van het Economisch
Instituut voor den middenstand inlichtte.
By de gedachtenwisseling, welke daarop
volgde, bebben verschillende afgevaardig
den hun vak rakende vraagstukken ter
sprake gebracht.
is
ter
Ier
le-
sr-
ik
Ige
tie