^Binnenlandsch. Nieuws Voor de Huiskamer EERSTE KAMER KERKNIEUWS De Stille Omgang-herdenklnR Op de spoorbrug ONDERWIJS TWEEDE KAMER Voorlichting van den Handeldrljvenden Middenstand Ond-burgemeester mr. J. A. N. Patijn „Geen geval zoo erg als het mijne” Voorstellen van het Partijbestuur voor het Congres De S. D. A. P. en het onderwijs - i cc: VERGADERING VAN DONDERDAG. Zendag 15 Maart niet van Het beginsel moet men voorzichtigheid be- nu een ter dat aangenomen af wachten midden- „Pnlchri Studio” in HuldlgingsbUeenkomst I t aegt een ende rheamatlek-iyder Na 77 jaar en flinker dan M jaar geleden! der flnanUeeie gelijkstelling gehandhaafd tie ml) rft. i)n instandhouding van uitnemendheid een en voor de tot dit ter per erd W> Ito ilk tat an its van den afdeellng ph. lb* Contact met het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid Maar beperkt tot het Lager Onderwl>< alleen Speciale compoaities Voor deze gelegenheid heeft de heer Jan Nieland een ..Marche pontificale'’ gecompo neerd, welken hy bij de ontvangst van den bisachop op t orgel zal uitvoeren na een korte orgelimprovlsatie. De heer Theo van der Bijl heeft eveneens speciaal een com positie voor koor vervaardigd „Jesu dulcis memorie”, welke door de kerkzangers wordt gezongen. IM.Kn op eens sloeg de tan om en wtf zagen den tijger, die brallend en aset vurige oogen uit de ton keek. wy letton het op een loopen, den kant van de zee op, bang, dat de tijger ons acbte.-voigde. Maar het dier met de groote ton aan atin staart dacht ar niet aan ons achterna te ratten. HU bad te vaal ’ast van het gevaarte, waaraan atjn staart was vastgeknaopt. 157. wy sprongen van de ton, want het had ons inspanning gekost. WU aagen hoe de tijger met alle kracht aUn staart trok, maar de knoop Meld sleh goed. De tijger bleef gevangen, want hy zat in de ton. Het dier brulde ver schrikkelijk. wy sagen, hoe hij zyn klauwen uit de ton stak en wy sagen zyn scherpe nagels. Oe in den grand boorden. Arbeid, Handel en NUverheid. De behandeling van de begrooting van Arbeid, Handel en NUverheid voor 1031 wordt voortgezet. De heer MOLTMAKER (8.DA.P.) repli- eeerend zegt, dat bet antwoord van den mi nister ten aanzien van de tandtechnici hem beeft teleurgesteld. Spr sou alsnog een her examen willen zieh gehouden voor degenen die daarop prUs stellen. De heer BLOMJOUS (RJC.) betoogt, dat de groote fout van de conventie van Was hington inzake den achturendag zich thans wreekt, nX de toelating van uitzonderingen voor de Oostersche landen, die daarvan heb ben geprofiteerd. Minister VERSCHUUR antwoordt, dat de heer van Embden geen middel aan de hand heeft om gevallen van overtredingen der velllgheldsbepallngen met meer ernstig ge volg te bestraffen met principale hechtenis. De Regeerlng zal de totstandkoming van de ratificatie van Wash.ngton bevorderen. Wat den bakkersnachtarbeid botieft, is on- derteekening niet zoo gemakkeiljk, omdat de banketbakkers er dan ook in zouden moeten worden betrokken. De begrooting van Arbeid, H. en N. wordt s. b. s. goedgekeurd. Het Offlcieele Gedenkschrift Het Amsterdamsche Gezelschap van den Stillen Omgang verzocht ons mede te deelen, dat zUn officieel rijk geïllustreerd en buitengewoon fraai uitgevoerd Gedenk boek, samengesteld door zijn ondervoorzit ter Leonardos van den Broeke. Vrijdag verschijnt en verkrijgbaar is aan „1 Kasteel De Herdenkingsbijeenkomst De Herdenkingsbijeenkomst Zondag as. in het Concertgebouw vangt precies te 2 uur aan. De deuren worden dan gesloten in verband met de komst van Z. D. H. Mgr. Aengenent. Door het vrijkomen van enkele kaarten bulten de stad, zijn nog eenige plaatsen aan het secretariaat N.Z. Voorburgwal 187 te bekomen. De bijeenkomst Is ook voor dames toegankelijk. burgemeester als geschenk aan de gemeente aan. Hierop werd door twee comlté-leden het doek weggenomen, dat de schildert) bedekte. De heer van Terwisga bood aan mevrouw Patyn een fotografische opname van de schilderij aan. ..Die Haghe-Sangers", onder leiding van den heer O. L. Walther Boer zongen by de onthulling het lied: „O, Heer die daer des Hemels tente spreyt" van Valerius. Vervolgens voerde dr. v. d. Meulen bet woord om namens de gemeente het schllderU te aanvaarden. Ten slotte dankte mr. Patyn voor de hem gebrachte hulde. toen ze tot hun schrik be- over een uitgestrektheid van honderd meter de dwarsplanken de rails ontbraken, zoodat zij ge roer bet huldebiyk te verzamelen, dat aan den heer Patyn aangeboden zou worden. Behalve deze comitéleden waren nog enkele autoriteiten ultgenoodigd om de plechtigheid bU te wonen. ZJC.H. Prins Hendrik, verge zeld van sUn adjudant jhr. Laman Trip, deed eveneens van zyn belangstelling blU- ken door tegenwoordig te zyn. Voorts werden opgemerkt de Minister van Buiteniandsche Zaken, jhr. Beelaerts van Blokland, de deken van het diplomatieke corps, de heer von Adlercreutz, de Itallaan- sche gezant, graaf Sennl, de waarnemend burgemeester, dr. W. W. van der Meulen met den gemeente-secretcris mr. dr. Ter Pelk- wUk, de wethouders, oud-wethouders die met den heer PatUn hadden samengewerkt en raadsleden, de gouverneur der residentie, de garnizoenscommandant, de hoofden van de afdeellngen der gemeente-secretarie bene vens verschillende hoofdambtenaren, en de directeuren der gemeentebedrijven. De heer PatUn werd bij den ingang van het gebouw begroet door een comité van ont vangst. bestaande uit de heeren Baron Baud.' mr. Lisman, Polis, Willy Sluiter en prof. v. d. Bilt. Aan mevr. PatUn werd door het zoontje van baron Baud een boupuet bloemen aan geboden. Nadat de heer en mevr. PatUn naar de voor hen bestemde plaatsen waren geleid, bood ds voorzitter van het comité, de gep. luit.-generaal W. H. van Terwisga aan den heer v. d. Meulen de nieuwe burgemeester was door ongesteldheid verhinderd aan wezig to zUn de beeltenis van den oud- een verdere vorming van kwaad’- urlnezuur voorkomt. Hieruit ziet u eenvoudige verklaring, waarom niet kan bestaan in een lichaam, dat regelmatig „de kleine, dageiyk- sche dosis” krUgt. Kruachen Salts is verkrijgbaar bU alle apothekers en drogisten i f 0.90 en 1.80 per flacon. (Adv.». van Aemstel” te Amsterdam, N.Z. Voor burgwal 69—73. of aan het secretariaat van het Geselschap N.Z. Voorburgwal 187, tele foons 49313 Of 32037. In dit boekje dat de geschiedenis der laatste vyftlg jaar behandelt en tevens een uitgebreid populair overzicht biedt van bet HE Sacrament van Mirakel, zijn vereering en den Stillen Omgang in den loop der eeuwen, benevens bijzonderheden van H. Stede en BagUnhof in dit boekje zyn oa. de gegevens verwerkt welke de 13S aan gesloten zusterorganisaties uit heel *t land verstrekten. Het Offlcieele Gedenkboek bevat tevens het volledig programma der plechtigheden van Zondag as en geeft een rijkdom aan historische gegevens betreffende het Mira kel en de geschiedenis van den Stillen Om gang zelf zooals deze nog niet was ge schreven Een 25-tal ten deele uitslaande platen op kunstdrukpapier sieren den tekst. Dit boek, in voornamen omslag, zal mede wegens den zéér geringen prijs. door lede ren Stillen Omganger als een waardevolle herinnering worden bewaard VERGADERING V’X DONDERDAG Nijverheidsonderwijs Veortgezet wordt de behandeling van de •Vziging der Nyverheidacnderwyswet. D® heer TILANU8 (C.-H.) dient een •meudement in om de goedkeuring van de Achting eener school bU den minister te **«ngen. en verder een amendement om bU "•Usende beschikking deze met redenen "hklved ter kennis te brengen van belang hebbende. Spr. is tegen bet amendement-Gerhard. 7* S* voorgestelde substdie-regellng wil galden voer de bestaande scholen. Het •“"hdement-Lovlnk beveelt hy aan. heer HEEMSKERK (A.-R.1 meent, op weg en wel de spoorbaan, omdat dit waarschyn- UJk de naaste weg was en hun als de zeker ste waarborg voorkwam tegen verdwalen. Ze hadden ongeveer drie uren gaans afge legd. toen zU de zon in de verte achter een rU van heuvels zagen ondergaan. Nog een uur loopen en ze zouden, naar ze meenden, het doel van hun tocht bereikt hebben. Ze kwamen nu aan een lange brug, die over een deels ondiep en troebel, deels schuimend water gelegen was, aan beide zijden door stelle rotsblokken Ingesloten. De brug rustte op slanke pijlers, die in 't mid den wel twee honderd voet hoog waren en dien duizelingwekkenden weg moesten ze bij ’t invallen der duisternis over. Reeds waren ze een groot eind op de brug voortgewandeld, merkten, minstens tusschen noodzaakt waren over de rails te loopen. Voor iemand die goed z’n evenwicht wist te bewaren en den voet stevig aan weerszijden van de rails op den lengtebalk zette, waarop het ijzer was aangebracht, was dit wel te doen, maar het bleef in elk geval een waag stuk. De minste misstap toch, de geringste duizeling, kon den vermetelen wandelaar in den gapenden afgrond storten. Heinrich aarzelde dan ook. wierp een blik op z’n relsgenoote en huiverde. „Het Is 1 beste, dal we terugkeeren, sprak hij. „Nu we al zoover gekomen zijn?” vroeg het meisje. Bent u bang?” Ze zag, dat hij door die vraag in verlegen heid gebracht werd en liet er direct op vol gen: „Ik meen natuurlijk voor mij.” „Voor u. jal” Marie glimlachte. „Ik heb zoo dikwijls in de Alpen rond ge zworven. soms langs den rand van diepe af gronden,” hernam zij; „waarom zou ik dan hier bang zijn?” Maar Heinrich Pechter bleef aarzelen. Een smalle balk met een rail erover was toch nog Iets anders dan een vooruitsprin gende rots. Het was hem als hoorde hij reeds den doordringenden angstkreet van het meis je, als zag hij haar kleedje al in de lucht fladderen en haar reddeloos In de diepte ver dwijnen. ,Jk zou een heelen dag verliezen, als ik niet doorging,” zei het meisje, angstig en gejaagd. „Wie weet of m’n vader niet reeds op sterven Ugt? Ik moet naar den overkant. Laat me maar alleen gaan. Lang kunnen we er niet over denken, want anders missen we den trein; het wordt al zoo donker.” „Nu, volg me dan maar,” zei Heinrich vastberaden; „houd u maar aan m’n jas vast, om onder 1 loopen ten minste eenigen steun te hebben. Als u valt, dan moeten we in Gods haam maar beiden vallen. Houd u dus maar goed vast. Maar als Ik mocht struikelen, laat me dan direct los om niet In de diepte ge trokken te worden.” Belden schreden nu voorwaarts, langzaam, bedaard en voorzichtig, maar nadat ze eenige meters afgelegd hadden, bracht een hevige ruk van den avondwind, die op de hoogte der brug vrij z’n kracht ontwikkelen kon, het meisje eenigszins aan 't wankelen. Ze bleef staan en terwijl se haar evenwicht trachtte te herwinnen, viel haar blik beneden haar in de diepte en zij dulselde. Ze perste de lippen krampachtig op elkander en deed een laatste bovenmenschelUke poging om zich overeind te houden. Door direct den linkerarm uit te steken, gelukte het haar weer in evenwicht te komen en ze stond weer vast op de voeten. Ze konden nu den gevaarvollen tocht voortzetten. Heinrich had, zonder zelf het evenwicht te verliesen. zich niet kunnen om- keeren en wist dus niet aan welk vreesdij* gevaar zijn gezellin ontsnapt was. BaitenlandacheZaken ..Aan de orde is Hoofdstuk III der Rjjksbe- grooting voor 1931 (Buiteniandsche Zaken). De heer VAN DER LANDE (RJC.) bepleit onderzoek door een commissie van deskun digen van de geschilpunten tusschen Neder land en BelgUl. De heer HEERKENS THIJ8SEN (RJC.) wijst op de moeilijke taak der gezanten en bestrijdt de meenlng, dat zij slechts menschen zijn, dia hun land op feesten en partijen ver tegenwoordigen. Ook voor den arbeid der consuls heeft spr. groote waardeerlng. Spr. dringt aan op een vertegenwoordiging in Joego-Slavié, een land waar zaken vallen te De heer KOSTER (VB.) bespreekt onze verhouding tot Belglé. Moreel en volkenrechtelijk staan wjj sterk m wij kunnen met vertrouwen Biet welke regeling de regeerlng zal komen. Ia dit stadium is het te vreezen, dat de on- darhandellngen kunnen worden bemoeilijkt door het opwekken van verlangens die niet bevredigd kunnen worden De heer DE BAVORNIN LOHMAN (C.H.) betoogt, dat hij even ernstig als de minister begeert een behoorlijke regeling van de ver houding tusschen Nederland en België. De belde landen zijn min of meer op elkander aangewezen. Evenwel onder een belangrijk units”. nJ. dat Belglé volkomen onafhanke lijk sQ. Spr vraagt ten slotte nadere inlichtingen over de vragen door de Regeerlng ten aan zien van de wateraftapplngen voor het Al- bertkanaal aan de Belgische Regeerlng ge steld. De heer VAN EMBDEN (v.d.) betoogt, dat de kans op neutraliteit, hoewel niet uitgeslo ten, nauwelijks is te verwezenlijken. In 1929 «chreeft de regeerlng in haar toelichting tot het wetsontwerp tot toetreding tot den Vol kenbond. dat de kans op oorlog tusschen bondsleden zeer verminderd werd. Spr. merkt op, dat de Intern. Statenbond in tien Jaar teen hand heeft uitgestoken naar den uit- boew van bet neutraliteiterecht. Wat voor teden is er, om. lijnrecht tegen den minister in, de bevredigende macht van den Volken bond thans zooveel geringer te achten? 8pr.’s these luidt, dat Indien de kans op een naar Volkenbondsrecht geoorloofden oorlog zeer tering is, andere theoretisch te oonstrueeren gevallen van een geoorloofden oorlog bulten beschouwing kunnen blijven. De vergadering wordt te 4.45 verdaagd tot heden 11 uur. Per radio Ten einde de tienduizenden Stille Om- gangers over heel het land, die de bijeen komst niet kunnen bijwonen. toch in de gelegenheid te stellen zich als t ware één te gevoelen met de vergaderden, wordt de Herdenkingsbijeenkomst door den K. R. O. Zondagmiddag 15 Maart uitgezonden van de derde maal een bespreking plaats vertegenwoordigers van vakor- van handeldrijvende RUkspos (spaarbank i Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi ging der wet tot instelling van een RUks- posts paarbank. De heer VLIEGEN (8. D. A. P.) vraagt of het niet mogelijk is. dat het rentegevend maximum voor vereeniglngen met maat schappelijk of godsdienstig doel wordt ver hoogd tot 5000. De heer FLESKEN8 (R. K.) meent dat rekening moet worden gehouden met aard en doel van de Rijkspoetspaarbonk, die alleen een aanvullende plaats mag Innemen. Vooral moet bij eventueele renleverhooging rekening worden gehouden met de rentever goeding. die boerenleenbanken geven. Deze laatste toch sjjn van veel grooter sociaal nut dan de rljkspostspaarbank. De heer BIEREMA (V. B.) wijst erop, dat in de naaste toekomst de Inkomsten van de rljkspostspaarbank zullen terugloopen. Op dit terrein trachten. De MINISTER VAN WATERSTAAT, Mr. REYMER, wijst er den heer Vliegen op, dat de Rljkspostspaarbank een spaarbank is en geen beleggingsbank. Deze bank lijkt spr. niet de juiste om kapitalen van vereenigin- gen te beheeren. Op de belangen der parti culiere banken zal worden gelet. De heer BEUMER (A. R.) licht een amen dement van de commissie van rapporteurs toe om te bepalen, dat niet door de Kroon, maar bij algemeenen maatregel van bestuur worden geregeld de wijze van benoeming, schorsing en ontslag der ambtenaren bij de bank, behalve voOr wat betreft den directeur en den onder-directeur. De MINISTER neemt het over De heer JOEKE8 (V. D.) verdedigt amendement om In het ontwerp „ten hoog ste 3 pet." te lezen: ,,ten hoogste 4 pet.” MINISTER REIJMER wijst er op, dat menige spaarbank in den laatsten tijd ge noodzaakt is geweest, het rentepercentage te verlagen. Gaat men nu dat van de Rijks- postspaarbank belangrijk verhoogen, dan zal de reserve spoedig verdwijnen. Een maxi mum-rentepercentage van 4 pet. zou mis leidend werken omdat sollede obligaties niet meer dan 4.19 pet. geven. Het amendement wordt verworpen met 33 tegen 22 stemmen. Het wetsontwerp wordt z. h. s. aangeno men. Z. h. at. worden voorts nog de wetsontwerpen: Vereeniging van de gemeenten Driebergen en Rjjsenburg; Wetsontwerp wijziging van de voorschrif ten betreffende de bevordering en het ont slag van offlderen-vlleger bij de zeemacht. De vergadering wordt verdaagd jaar lang heb ik er over gedacht cm dezen brief te schrijven. Het mag vreemd lijken, maar ik heb deze zes jaar steeds In de krant gekeken, of er ook één geval ge noemd werd, dat zoo erg was als het mijne, maar ik heb er géén gezien! Ik had altijd last van zware hoofdpljn en leed aan rheu- matiek. zoo erg als t maar kon. Ik kon niet om de tafel loepen, zender me daaraan vast te houden. Toen was ik nog geen vijf tig. Nu aal Ik b« leven en welzijn In Maart 77 worden. Ik heb meer dan 22 jaar lang Kru- achen Balts gebruikt en geniet een uitste kende goeondheid, beter dan toen ik nog vijftig was. Ik heb geen spoor van rheuma- tiek. heb het al sedert jaren niet meer. Als dus Iemand Kruachen Balts kan waardeeren ben ik het wel. Ik voel me niets ouder dan toen ik 50 was en ik kan zonder eenige moeite 8 KM. per uur loopen.” F. L. Geen middel kan rheumatlek blijvend ge nezen, tenzij het drie afzonderlijke func ties verricht. Deze zijn: 1. oplossen dar naaldscherpe urinezuur-kristallen, die de pijnen veroorzaken; 2. afscheiden van deze kristallen uit het lichaam; 3. voorkomen dat bet urinezuur zich weer kan ophoopen. Een enkelvoudig zout heeft maar een enkelvou dige werking en dat is niet voldoende. In Kruachen vindt u een combinatie van zes verschillende zouten. Twee dezer zouten zijn de meest werkzame oplossers van urine zuur. die de medische wetenschap kent. Ztj ronden spoedig de scherpe kanten af van de pijnlijke kristallen en veranderen deze in een onscbadeltjke oplossing. Andere zouten in Kruachen sporen de werking der nieren aan en helpen deae om de opgeloste urtne- zuur-kristallen op natuurlijke wijze te ver wijderen. Verder bevat Kruachen nog andere zouten, welke voorkomen, dat het voedsel in uw organisme kan gaan gisten en zoo doende aardig dus de rheumatlek „Hou mij maar goed vast," sprak hij half luid, als vreesde hij door te luid spreken de brug te doen schudden. Maar iets heel anders, helaas, wachtte onze reizigers. Aan gene zijde der brug maakte de baan een wending om een breeden heuvel, die de naderende treinen aan t gezicht onttrok. Maar eensklaps voelden Hejnrich en Marie de brug onder hun voteen beven en in de stille lucht vernamen zij een dof. gonzend ge luld. Beiden stonden als door den donder ge troffen op 1 zelfde oogenbllk stil. Het klop pen van hun hart scheen een oogenbllk te zullen ophouden, doch weldra haalde het z’n schade door een versnelden slag In. Vóór hen vertoonden zich op geringen afstand de lich ten eener locomotief, en zfj bevonden sleh nauwelijks op het midden der brug! Noch uitwijken, noch teruggaan eras meer mogelijk. Van alle kanten dreigde hen de dood. „We zUn verloren!" fluisterde Marie sid derend, „we zullen hier moeten sterven! Ach. m’n armen vader!” „God sta ons bjj!” zei Heinrich, doodsbleek op den naderenden trein starend. „Had ik maar een touw, dan konden we misschien nog gered worden." „Ik heb een stevige waschlijn in m’n va lles.” antwoordde het meisje snel. „Geef gauw hier!" Heinrich bond het eene eind stevig om Marie's borst, haalde het onder haar oksels door, liet zich daarop op een knie zinken en bevestigde het touw aan een der houten dwarsleggers, die op dé lengtebalken waren aangebracht. Dreunend en donderend kwam de trein nader en de pijp der locomotief liet haar doordringend gefluit hooren. De brug schud de alsof ze uit elkaar gerukt werd. Stoom, donder, rook, vuur, meer zag of hoorde men niet. „O God!” zuchtte Marie. Een oogenbllk daarna hing ze tusschen hemel en aarde. Zedrelgde te stikken. Als be dwelmd sloot se de oogen en boven haar hoofd trok als een rollend onweer, de lange, zwarte schaduw van den trein. „Voorbij!” hoorde zij een bemoedigende stem roepen. „God ztj dank dat we nog le ven. Marie!” ZIJ zag omhoog. Boven haar hing, met de handen aan het touw geklemd, de kloeke Heinrich, die zich nu met inspanning van al z’n krachten, weer naar boven werkte en daarop het meisje langzaam naar boven heesch. Met behulp van het touw schoot thans de tocht beter op dan te voren Weldra hadden ze de noodlottige brug achter zich. Marie zonk op de knieèn, dankte God voor beider wonderbare redding en eer zij het zag. knielde Heinrich biddend aan haar zijde. Daarop greep hij haar hand en drukte die In de zijne. Het gezamenlijk doodsgevaar had hen voor het leven vereenlgd Per trein bereikten zjl de stad Dyon en van daar zetten ze hun reis naar de Zwitaeroche grens voort. Marie vond haar ouden vader stervend; hij kon haar nog z’n zegen schen ken. Heinrich bleef eenigen tijd in de Zwlt- sersche bergen. Meermalen ontmoette hij Marie en na de begrafenis van haar vader fluisterde hij haar toe, dat bij voortaan haar beschermer zou wezen, zooals hij op de spoorbrug haar geleider geweest was. Na eenige maanden werd Marie de gade van Heinrich Pechter, die haar meenam naar z’n vaderland. Defensiebegrootlng. Aan de orde is hoofdstuk VIII der Rijks- begrootlng 1931 (Defensie). Mevr. POTHUIS-SMIT (S.D.) komt op voor de moblliéatle-slachtoffers, evenals voor de oud-gepenslonneerden. Wat de gasmaskerfabrlcage betreft, indien het juist is, dat de moderne gasmaskers tegen alle bekend gifgassen beveiliging verschaffen, terwijl toch ook de andere mogendheden wel over zulke maskers zulten beschikken, vraagt spreekster, waarom dan toch nog met de vervaardiging wordt voortgegaan: Immers, gasaanvallen hebben geen zin meer als in de legers iedereen zich er tegen kan beveiligen. Spr. dient de volgende motie in: J3e Kamer, overwegende dat het voor de beïnvloeding van de publieke opinie ten bete van bet werk der ontwapenlngs-conferentie van 1931 van beteekenis is. een daad te ver richten, waaruit de sympathie onzer Regee- ring voor de Internationale ontwapening blijkt; van meenlng, dat niets zoozeer van den goeden wil der volkeren zal getuigen als een vermindering der militaire uitgaven In het eigen land; noodigt de Regeerlng uit bjj het ontwerpen van de begrooting voor 1932, na te gaan, welke posten op die begrooting kunnen wor den geschrapt of verminderd en daarbij in het bijzonder te denken aan herhalingsoefe ningen, leger- en vlootdagen, manoeuvres ed.” De MINISTER VAN DEFENSIE, de heer DECKERS, verzekert mevr. Pothuls-8mlt, dat bü het onderzoek naar het Inkomen van ouden van 'dagen gevoeligheden zullen wor den ontzien Aangaande de mobillsatle- slachtoffers zal een ontwerp binnenkort zijn Departement verlaten. De Nederlandache gasmaskers behoeven voor die van geen enkel land onder te doen. Spr. gelooft niet, dat de stelling te hand haven Is. dat luchtaanvallen zullen zijn af te weren door.onze afweermiddelen te vermin deren. Integendeel gelooft spr„ dat daaraan alle aandacht moet worden besteed. Spr. ge looft ook niet, dat de volgende oorlog ge voerd zal worden door de chemici. De motie wordt verworpen met 22 tegen 9 stemmen Voor S.D. en VD. De begrooting wordt aangenomen met 22 tegen 9 stemmen. Tegen: S.D. en V.D. aan dit onderwijs te voorzien en waarbij de subsidleering van bet bijzonder onderwijs door rijk en gemeenten zoodanig wordt ge regeld, dat togen onnoodige splitsing wordt gewaakt; 8. acht een stelselmatige voorziening, on der voorgaan en leiding van de gemeenten, in de behoefte aan vervolgonderwijs drin gend noodlg en wel op zoodanige wijze, dat de gemeenten zich aan de zorg voor dit onderwijs niet kunnen onttrekken, dat reke ning wordt gehouden met de eischen van opleiding voor vak en beroep en met die van de vrije jeugdvorming en dat de subsi dleering van het bijzonder onderwijs niet tot onnoodige splitsing zal leiden; 7. beschouwt een groote uitbreiding van het nijverheidsonderwijs als een urgent belang zoowel van de arbeidersklasse als van het bedrijfsleven; stelt vast, dat op het gebied van dat onderwijs allerminst reden bestaat voor een splitsing naar con fessie, terwijl deze splitsing op dit gebied meer nog dan elders schade voor bet onderwijs oplevert; acht de stichting en nijverheidsscholen by taak voor de overheid doel samenwerkende organisaties van werk nemers en van werkgevers; 8. erkent de behoefte aan een wijziging van de tegenwoordige subsidieregeling voor middelbaar en voorbereidend hooger onder wijs met dien verstande, dat gemeentelijke en bijzondere scholen naar overeenkomsti- gen maatstaf door het rijk worden gesub sidieerd. echter zonder dat de volledige kosten van het byzonder onderwijs door de overheid worden vergoed. 9. acht een wetteiyke regeling van bet handelsonderwys noodzakeiyk, opdat dit onderwijs zich onder leiding en toezicht van de overheid overeenkomstig de daaraan bestaande behoefte zal kunnen ontwikkelen; 10. verwerpt voor het hooger onderwijs de splitsing naar confessie, aangezien by bet hooger onderwijs de vrije beoefening der wetenschap verzekerd moet zijn en door geen vooropgestelde dogma's worden belem merd; erkent voor alle richtingen bet recht om haar wetenschappelyke opvattingen aan de algemeene universiteiten en hoogescho- len te onderwyaen en verlangt ook voor het socialisme plaats by het hooger onderwijs; 11. het Congres wekt de arbeidersklasse en haar soclaal-democratische vertegen woordigers in de openbare lichamen op, aan de groote belangen van het onderwijs aan houdende aandacht en zorg te wijden, opdat door de verheffing van het geestelijk peil van de bevolking en van de arbeidersklasse in het bljaooder de komst van het socia lisme wordt voorbereid. Gisterenmiddag om 3 uur heeft in Fulcbri Studio te Den Haag een byeenkomst plaats gehad ter huldiging van dan oud-burgemees- ter van ’s-Gravenhage mr. J. A. N. Patijn. Een groot aantal aanwezigen vulde de fraai met palmen en tapijten versierde zalen van bet gebouw. Aanwezig was bet algemeen comité uit de burgert), dat zich gevormd had om gelden Voor het Congres 1931 der S.DJLP. zUn door het Party bestuur de volgende voorstel len Ingediend betreffende het onderwys. Het Congres der 8JDA..P. kennis genomen hebbende van het rap port over de onderwys-paclflcatie, uitge bracht door de commissie, welke bij besluit van 8 Maart 1930 door het Partybestuur is ingesteld; 1. bevestigt de uitspraak van het Gro ninger congres van 1902, waarby de Party het beginsel van de financleele geiykstel ling van het byzonder en het openbaar on derwys heeft aanvaard; 2. acht, met handhaving van dat beginsel, zoodanige herziening van de Lager Onder- wyswet geboden, dat een einde wordt ge maakt aan de misbruiken, waarvoor de be staande wet ruimte heeft gelaten, en dat verspilling van overheidsgeld, overdreven schoolsplitsing en ontwrichting van het on derwys voor de toekomst zooveel mogelyk worden voorkomen; 3. is van oordeel, dat het beginsel van de financleele geiykstelling. voor bet lager onderwys erkend en ook alleen voor het Lager Onderwys in de Grondwet neerge legd. niet is te aanvaarden voor de andere onden» ysgebieden. aangezien de gronden, waarop dat beginsel voor het lager onder wys steunt, niet of slechts in geringe mate voor de andere onderwysgebieden bestaan; No. 10 13 Maart 4. beschouwt de voorziening in de be hoefte aan onderwys van elke soort in de eerste plaats als de taak der overheid, die, voorzoover zy die voorziening aan byzon- dere instellingen overlaat, voor peil en hoe danigheid van het byzonder ouderwijs verantwoordeiyk moet blyven; 5. verlangt voor het voorbereidend (be waarschool-) onderwijs een wettelijke rege ling, die de gemeenten verplicht en financieel in staat stelt om in de behoefte <Een ware gebeurtenis! Voor eenige jaren reisde een ndjner vrien- den. Heinrich Pechter, die lang In een En- gelsch handelshuis werkzaam geweest was, als passagier met de stoomboot naar HAvre, waar hy voor z’n huis zaken te doen had. Op de boot bevond zich, ook als passagier, een aantrekkeiyk Zwltsersch meisje; Marie Lorm heette zy. Haar bescheidenheid en schroom valligheid sloten alle vertrouweiykheid uit. Uit de weinige woorden, die Pechter van haar vernam, maakte deze op, dat rtj te Londen by een bloedverwante gewoond had, die plot seling was gestorven, zonder iets van belang na te laten, zoodat het meisje besloot naar d’r geboorteland terug te keeren. Zy verlang de ook naar huis, omdat haar vader, zooals ze vernomen had. ernstig ongesteld was. De heer Pechter, een degeiyk jongmensch. gevoelde een levendige belangstelling In het meisje en achtte zich verplicht, zoolang zy alleen reisde, als haar beschermer op te tre den. Hy begeleidde haar dus tot Parijs. Hier hadden ze het ongeluk tien minuten te laat aan den trein te komen, doch vernamen, dat meerdere rnyien verder pen andere trein bin nen vyf uren zou vertrekken. Gelegenheid om direct daarheen te ryden. was er niet. „Maar ik moet verder," zei Marie; „m’n vader is vermoedeltjk doodziek en ik moet zoo gauw mogelyk thuis zyn.” „De weg Is verscheidene rnyien lang,” ant woordde Heinrich, „te lang voor een jonge dame om te voet a.t te leggen.” „U vergist zich, mynheer.” lachte 1 jonge meisje; „wy Zwitsers zien niet tegen een voetreis op; van kindsbeen af ben ik aan lang loopen gewend.” Belden begaven zich langs dat de Kamer niet vrij is om een begroo- tingspost af te stemmen, die op de wet berust. Daarom begrijpt spr. het beswaar van den heer Tllanus niet. Ook tegen het gemotiveerd meedeelen van beschikkingen heeft spr. bezwaar uit hoofde van vertrouweiykheid der adviezen. Het amendement-TUanus berust op een niet zeer juiste staatkundige gedachte. De heer GERHARD (8.D.A.P.) betoogt, dat de minister van financiën niet kan uitmaken of ergens een school noodlg is. Dit behoort thuis by den minister van onderwijs. In dit verband verdedigt hy nader zyn tweede amendement. MINISTER TERPSTRA neemt het amen dement van Rappord over. (Uitschakeling onderwysraad by subsidleering van ambu lante landbouwhuishoudcursussen). Hy be strijdt het eerste amendement-Gerhard (zelfde regeling voor bestaande scholen). Het begrip „uitbreiding van bestaande scholen” is te vaag en het amendement geeft te veel tydverlies. Het amendement-Suring tot publiceertng van het advies van den Onderwysraad ver dient geen aanbeveling. Publiceertng kan afbreuk '’oen aan de waarde van zulk een advies. Dit moet vertrouweiyk blijven. Spr. zeide de inschakeling van den Minis ter van Financiën onmisbaar te achten. Maar deze kan geen subsidies naar willekeur schrappen. Met het tweede amendement- Gerhard kan spr. niet meegaan. De minister sou er prijs op stellen als de Kroon een be slissing nam. De heer TTLANUS wyzigt zyn eerste amendement zoodanig, dat de Kroon weder wordt Ingeschakeld. Het tweede trekt hy in. De MINISTER neemt het eerste nu over. De heer SURING (R. K.) trekt zyn amen dement in. De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Gerhard zyn tweede amendement (uitscha keling minister van financiën) heeft inge trokken. Het eenige overgebleven amendement, dat den heer Gerhard (subsidieregeling) wordt verworpen met 39 togen 31 stemmen. Dezer dagen heeft vanwege het Departe ment van Arbeid, Handel en Nyverbeid voor gehad met ganisatles standers. De vergadering, onder leiding heer F. K. J. Heringa, chef der handel en nyverheid, gehouden, werd by- gewoond door de leden der commissie van contact inzake middenstandsaangelegen- heden, den Zeereerw. heer dr. J. van Beur den O.Praem mr. H. Byleveld en mr. M J. Wolff, terwyi voorts vertegenwoordigers van een 8-tal der bedoelde organisaties als ook van den Kon. Middenstandsbond aan wezig waren. De heer Heringa wydde in zyn openings woord een korte beschouwing aan het ka rakter der commissie van contact inzake mlddenstandsaangelegenheden. waarna de heer J. J. 8chmal, die met de leiding van den middenstandsdlenst belast is, de aan wezigen uitvoerig omtrent de beteekenis van de onderafdeeling middenstand van het Departement en van het Economisch Instituut voor den middenstand inlichtte. By de gedachtenwisseling, welke daarop volgde, bebben verschillende afgevaardig den hun vak rakende vraagstukken ter sprake gebracht. is ter Ier le- sr- ik Ige tie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 11