N. EEN UITSTAPJE DAT GELD KOSTTE DE ZOON VAN DEN EDELMAN iiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiim^ 0 p, c fee’ll 5 Ui o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o Van alles wat E.(JG|D fa De moeilijke keus! IeF Ngj v1 0 0 .0 h 0 - Nee 0 W’ 5W iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiioiiiiQiiiouiiiiiiiiiH^ MET PLAATJES VAN JOOPIE D pac zal 29 ten - «n 0 *- B» OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN i' 1 i hU x t> BV voorbeeld: HU voeMe rich riek Jt' Bijvoorbeeld maar WIST JB DAT? Weelde GEDACHTEN lezen en nor honderden bezoeken zaten of liepen door de groote spe rivalen S.- Post è,- 0 ‘JC EINDE 4e: V ■fc I WW? Laatst wat Jantje"» moeder jarig, Nu, dat wat in huis een leest. Dagen lang was kleine Jantje O, zoo lief en toet geweest. ft viel Harmsen n heid zijn geld;1 steeds „Moet ik daar nu keus uit maken Uit die heele volle schaal? Moeder, "k vind dat reuzen moeilijk, Want ik houd van allemaal!" B Irü per Are Lee Ir 1 DE NI va 3M Ge OF Je len! niet «00 Ml «00 d •Or “la- »_X_J Wat een heerlijk hoekje was die Riviera! twee enters a tyd van dien geven aan, op welken da* van een maand hy jarig is. Want, dat wist hij. bij Moes? jaardag Kwamen taartjes steeds te pat. En n« moet je weten dal hij, O, zoo dol op taartjes wat! 13 0 Men neemt in gedachten: 8. Vermenlgv. mot 50 Tei op n Trek af 111 Tel on 39 Deel door 5 Deel door 10 Dit is ook bet gedachte getaL Deelen door 10 3 aftrekken Genoemd wordt dus 9. Dan is t gedachte getal 3 13. Neem een getal in gedachten. Vermenigvuldig het met 50. Tel by die uitkomst 73 bij; trek er daarna 111 af; by de rest tel je weer 39 op. Deze uit komst deel je door 6 en dan weer door 10. Welk getal heb je nu? Het getal dat dan genoemd wordt ie dan ook het gedachte getaL Het raden van getallen, die men in ge dachten genomen beeft, Is dikwijls heel aardig; bijvoorbeeld: L Men vraagt iemand een getal in ge dachten te nemen Dit getal moet h(j ver menigvuldigen met 4 en dan de uitkomst deelen door 2 Het dan verkregen getal met 5 vermenigvuldigen en dese uitkomst weer deelen door 10. Vervolgens 3 af trekken. Welk getal heeft hjj nu? Nu kun je het getal dat in gedachten genomen is, vinden, door bV bet getal dat hV u noemt, 3 op te tellen. Bijv.: In gedachten is genomen 13. Vermenigvuldigen met 4 =48 Deelen door 2 «34 Vermenigvuldigen met 5 130 park, waarin de zeldzaamste bloemen en planten bloeiden. Breede balkons grens den aan de kamers en zalen op de bo venverdiepingen en een pracht van bloemen slingerde zich om de spijlen van t hekwerk. Harmsen stond met open mond dit fraaie paleis aan te gapen. JOiOlOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOI lOIOlOiOlOlOlOiOlOIOIOIOIOIOIOIOIOIlOiOlOl lOIOIOIOIOlOiOlOIOIOIOIOIOIQiOiOlOl Eind’UJk was de dag gekomen. Kleine Jantje was verheugd. Niet alleen wat Moetje jarig Ook de taartjes brachten vreugd! En opgewonden ging hij naar den ingang der zaal en wisselde een bankbil jet van 50 Hollandsche guldens, waar voor hy 500 francs en later 25 fiches van 30 francs kreeg. Evenals Willemsen gedaan had. wierp ook hij 20 fr. op rood en wachtte een oogenbllk tot het kogel tje tot rust kwam. Zwart won en de croupier haalde zijn 20 fr. weg. Toen wierp hij 40 fr. op rood en eenlge oogen- blikken later was ook dat weg: weer had zwart gewonnen. Toen waagde bij 80 francs en hoopte van harte, dat hjj zou _Dat zou u denken," antwoordde Hubertus, 3k oen cm zoon van den beer van Montfoort Ik vertrouw dat u woord zult houden en mijn vader bevrijden, die in den kerker zucht." De heer van Vollenhoven was zeer verbaasd, maar hij had Hubertus zijn woord gegeven en moest het dus houden. Benige oogenblikken later had de ontmoeting plaats van vader en zoon en toen de heer van Montfoort boorde, dat hij aanstonds vnj zou zijn. „Dan moet je er eens in komen, van avond bijv, na T diner, dan zie je wera kelijk, wat Je nooit hebt gezien. Harm sen!" zoo zei een der belde heeren. „Een pracht van toiletten! Graven en gra vinnen, prinsen en prinsessen, gewezen Russische grootvorsten, schatrijke Ameri kanen! Dat moet je vooral zien! En dan die prachtige speelzalen, die roulet- te-tafels, die koortsachtige oogen der spelers! Maar.... A propos. Harmsen, heb je wel eens soon roulette gezien?" „Neen," antwoordde Harmsen, „ik heb in mijn leven wel wat anders te doen gehad, dan aan spelen te denken I Maar.... ik zou dat leven daar binnen vanavond toch wel eens willen zien!” ,-Afgesproken! We gaan er na 't eten been!” En om een uur of acht zien we onze Hollanders in een der zalen van het Casino, te midden der spelenden. De oudste, die hier goed thuis scheen te zijn, wees den beiden anderen allerlei merk waardigs en liet ten slotte ook eens zien, hoe dat roulette-spelletje wel ging. In een der zalen had hy eerst voor 500 francs fiches gekocht van 30 francs waarde; daarmee werd gespeeld. Hij wierp zoo’n fiche op den rooden kant der roulette-tafel (de andere kant is zwart), de roulette werd gedraald, het kogeltje er in geworpen en tik. tik, tik, draalde het ding door 'de hokjes heen, tot het bleef liggen in no. 17, een rood nummer! De Hollander had gewonnen en liet zjjn winst staan. Weer draalde het kogeltje en weer won rood. Npg eens liet hjj alles als inleg staan en won! weer. Acht maal achter elkaar was de roode kleur winnaar en toen streek onze Hollander zijn geld op: de twintig francs waren aangegroeid tot 5120 francs! Verwonderd keek Harmsen dat spel aan en toen Willemsen (zoo heette de gelukkige winnaar) hem lachend zijn winst toonde, zei hij: -Wat? Meer dan 5000 francs in enkele seconden verdiend! Dat moet ik ook eens probeeren!" En zoo zien we dan Harmsen op een goeden morgen naar het Centraal-Sta- tion stappen en den trein pakken naar Parijs. Daar zou hjj overnachten en den volgenden dag verder reizen naar Nlzza. Alles ging goed en welgemoed stapte hij naar zijn hotel. Heerlijk scheen het zonnetje en in de tuinen der villa's bloeide een pracht van bloemen. ..Hoe is 't mogelijk!” riep Harmsen onwillekeurig uit. ,4BU ons in Amsterdam giert de koude Oostenwind nog langs de grachten en doet de wandelaars dieper in hun kragen wegduiken! Geen bloempje waagt het nog. haar kopje uit de aarde te verheffen. En hier reeds zoo’n bloemenpracht!”.... Reeds denzelfden middag besloot hij dan ook een flinke wandeling te doen in den omtrek der stad. Hij keek zijn oogen uit bij al het schoons, dat hier te be wonderen viel. Hoe mooi was alles hier toch! Het was, alsof de vogeltjes hier lleflijker zongen dan in het vaderland! Alsof de bloemen hier zoeter geurden en de vlinders schlttender vleugels hadden! Wat een heerlijk hoekje was die Ri viera! Eén ding ontbrak hem nog maar! Hoe graag had bij een vriend genad, die deelgenoot had kunnen zijn van al dat schoonel Maar.... dat ging nu eenmaal niet: al zijn vrienden en kennissen za ten nog in den mist in *t trieste.Amster dam! Tegen het diner kwam hij in zijn hotel terug. Een menigte gasten zat In de lobby te genieten van T heerlijke weer en dronk vóór *t eten een glaasje. Harmsen zocht ook een tafeltje op en bestelde een glaasje sherry. Nieuwsgierig keek hij om zich heen: allerlei talen hoorde hij spreken Fransch, Engelsch, Dultsch, Italiaansch, Spaansch en nog veel meer. De blonde Scandinavitr zat hier naast den donkeren Spanjaard! Wat een bonte mengeling van nationali teiten! „Zouden er ook Hollanders zijn?” dacht hij bij zichzelf. En zie alsof het spel sprak, traden een paar heeren bin-» nen, die druk Hollandsch boomden. Hoor ze hadden het over de prachtige natuur hier en over het wispelturige Hollandsche klimaat. Ze gingen aan een tafeltje zitten in zijn nabijheid en verga ten alles om zich heen. Druk redeneer den ze nu over koetjes en kalfjes en hadden het ook over Monte-Carlo, waar heen te dezer dagen zouden vertrekken. Het schenen een paar aardige lui te zijn en Harmsen besloot om zich aan de beiden voor te stellen en kennis met hen te maken. De vreemdelingen vonden het leuk, hier nog een landgenoot aan te treffen en aanstonds was men de beste vrien den. Harmsen vertelde, waarom hij hier ge komen was en belde anderen zelden, dat zij voor plezier op reis waren en dat re overmorgen een paar daagjes naar Monte-Carlo zouden gaan. .Daar is het eerst mooi!” riepen beiden enthousiast uit! „En veel gezelliger dan hier!” En ze stelden Harmsen voor, met hen mee te gaan. En zóó overtuigend wisten ze te praten, dat Harmsen eindelijk toe zegde, dat hU mee zou gaan. Het was maar een klein stukje van Nlzza naar Monte-Carlo; maar onbeschrijflijk schoon. De trein neemt hier als *t ware aanloopje om een heuvel te besty- speelzalen, allen vol aandacht voor het kogeltje in de roulette, dat onophoude lijk tikte en geluk of ongeluk bracht. Op den eersten den besten leegen stoel teer en zette vol begeerlljk- Voch de fortuin bleef hem tegen, steeds weer verloor hU en toen hU om 5 uur de deur van 't Casino ach ter zich toewierp, had hij 400 ver speeld. alles wat hij by zich had! Daar zat hij nu in het vreemde land, zonder cent op zak en moedeloos en met een afkeer van *t leven wierp hij zich De heer van Vollèhhoven echter had nu begrepen, dat hU wel verplicht was Hubertus voor de redding van zijn nichtje te beloonen. Hjj liet den jongen edriman dus bjj zich komen en zei: „Zeg eens ventje, je moogt een wensch doen en als ik in staat ben die in vervulling te doen gaan, dan aal het werkelijk gebeuren.” ..Goed zei Hubertus, „maar weet u wel, wie ik ben?" .Neen,” zei de ridder, „maar ik denk een boerenjongen uit den omtrek.” C»BCDBC3BOBC9BC9BC3SC9BC3BC3aC>BC?HC90CZ>0C3eC3BC3B lOIOlOIOIOIQIOIOlOIOIOIQIOIOIOIOIQIIOIOIOI lOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOlOIOlof HU voelde het zelf ook wel; maar tel kens, als hU er aan dacht, schudde hij die gedachte met geweld van zich af en trachtte zichzelf te bemoedigen door aan heel iets anders te denken: aan zjjn vrouw b.v„ die weer zoo goed was opge knapt na haar zware ziekte. Dikwijls ook hielden zijn gedachten zich bezig met zijn jongens, die zoo goed leerden en die later zeker goede betrekkingen zouden krijgen, beter nog dan bun vader! En dan lachte Harmsen stil en vergat zijn zenuwachtigheid, zijn gejaagdheid, zijn hoof dpi] nen en zijn krommen rug! Maar eens kwam hU op oen morgen op bet kantoor en was bleek over zijn geheele gezicht en bevend en zuchtend was hij gaan zitten op zijn hoogen stoel voor zijn lessenaar, vanwaar bij alles en allen op bet kantoor kon overzien. Hjj voelde zich ziek en zijn hart klopte, als of het sou springen. .Dieve hemel, wat zou ik nu hebben?” dacht de boekhou der. „Zou mijn uur van heengaan al ge komen zijn, terwijl ik nog zooveel kinde ren heb, die my nog niet kunnen mis sen?” En anders, Jarenlang had Jan Harmsen als boek houder op het kantoor in de groote fabriek zijner woonplaats gewerkt. HU had het bedrijf zich zien ontwikkelen en altlid weer meer klerken en tvnlsten werden door z*n patroon in dienst geno men, om den geweldigen vloed van cor respondentie te kunnen bedwingen, die als 1 ware het kantoor der firma wilde bestormen. Steeds drukker werden ook de werkzaamheden van Harmsen, die op alles een oogje moest houden en die op bet kantoor de verantwoording had. In zjjn jonge jaren kon hij best op tegen dien vloed van werk; ook als man van dertig, veertig jaar ging het nog heel goed; maar daarna begonnen de zorgen zóódanig op zijn rug te drukken, dat dese zich onwillekeurig kromde. Zijn zwarte haren werden peperkleurig en de dames en heeren op het kantoor zeiden zoo nu en dan tot elkaar: Je kunt best zien, dat Harmsen een dagje ouder wordt.” brak htj in snikken uit Toen hjj een half uur later naar bulten trad sn bet vrije veld weer aanschouwde, was hij ten diepste ontroerd. En nooit heeft de heer van Montfoort vergeten dat hij dit aan zijn zoon te danken had en toen de koning boorde wat er gebeurd was, werd Hubertus tot ridder geslagen. ten nóodzakelljk. HU schreef een langen brief aan Wil lemsen en bedankte hem nogmaals voor zijn goedheid, „maar.” zoo eindigde hy, ,Jk dank God. dat deze nare schuld af behaald is! Nooit van mijn leven roulette meer, hoe lang ik ook ma* te ven!" Willemsen lachte by *t ontvangen van dat briefje en.... schreef terug, dat hU Harmsen met dit besluit feliciteerde. Tegelijk ook stuurde hy hem een cbéque voor *t bedrag van 400, dat Hannsen zoo trouw, 'in acht koeren, opgezonden had. Zoo eindigde dit reisdrama nog goed voor Harmsen. die voortaan zijn belofte niet meer schond. in. Leeftyd en geboortedatum raden. Men vraagt in gedachte te nemen zijn verjaringsdatum. Vermenigvuldig deze met 3; tel er 8 by op; vermenigvuldig die uitkomst met 50; tel by die uitkomst weer den leeftyd op en trek er dan weer 350 sf. Nu vraagt men naar de uitkomst. Van het verkregen getal geven de eerste aan de rechterhand den leef- j persoon en de andere cyfers weer wilde hy denken aan iets aan wat pret tigers; maar het gelukte ditmaal niet. Akelig voelde hy zich en tedere poging om te werken mislukte. Daar verscheen de eigenaar van Me fabriek in het kantoor en zag *t zyn getrouwen boekhouder dadeiyk aan, dat hU ziek was en-sprak dezen vriénde lijk aan: „MUnheer Harmsen, ik zie, dat u zich niet wel gevoelt. Gaat u nu dadeiyk naar huis en roep den dokter! Al zoo vaak.heb ik u gezegd, dat u eens een poosje vacantie moest nemen; maar al tijd weigerde u. omdat het te druk was op *t kantoor. Nu zult ge «enigen tyd vacantie nemen, hoor! Desnoods twee maanden! En niet eer komt u terug, vnnr u volkomen hersteld bent." Toen liet mijnheer den auto voorko men en Hannsen stapte in en reed naar huis. Even later verscheen de dokter, die den zieke eens flink onderzocht. _Hot komt wel weer in orde, Harm sen." sprak die, ..maar het zal een heel poosje duren! Deze week blijf Je te bed en dan.... ga je een maandje naar het Zuiden van PrankrUk met zyn heeriyk subtropisch klimaat. Dat zal je dan wel weer heelemaal opknappen.” „Op reis! En dan zóó lang! En heel naar de Riviera?" riep Harmsen opge wonden. „Dat is onmogeiyk! Dat kost me te veel! Nee, dokter, dat gaat beslist niet!" moet,” hield deze voL „En wat moet, dat moet!”.... De persoon, wiens geboortedatum en leeftyd men zal raden, is 0 Februari jarig. Dus neemt hy In gedachten 0. Dit wordt vermenigvuldigd met 2, dus 3 x 0 18. HlerbU 5 optellen: 18 5 a.- 33. Met 50 vermenigvuldigen 50 x 33 1150 HlerbU den leeftijd optellen te 1181. HlerbU van aftrekken: 1181 250 011. HU is dus op den 9den van zekere maand 11 jaar oud. Moeder zei: .Jan jij mag kiezen, Zoek maar ’t fijnste taartje sM!“ Jantje voelde zich verlegen Kn wat zei de kleine guit? een aanloopje om een heuvel te oesty- gen, om ginds naar de vlakte af te dalen. En T uitzicht uit de coupé-raampjes was allerheerlUkst. Harmsen genoot volop, vooral nu hU vrienden had, aan wie hij zUn Indrukken kon mededeelen. HU voelde zich al veel beter: die hart kloppingen waren lang niet zoo heftig mee.' en die hoofdpynen waren bUna ge heel verdwenen! „Monte-Carlo!" riep de conducteur en onze drie Hollanders stapten uit. Harmsen wist den weg niet, maar de beide anderen, die hier al meermalen geweest waren, kenden er elk hoekje en wisten vooral, dat het hotel „Bristol” een der beste hotels ter wereld was. Daar namen ze dus hun Intrek en al spoedig maakten ze plannen voor den volgenden dag: wandelingen, autotocht jes, tramreisjes wisselden elkaar af. En de vreemdelingen hadden geiyk gehad; het was hier nog schooner dan In Nlzza en druk vreeseiyk! Van alle kanten trokken de vreemdelingen door t stadje, bezochten café’s, wandelden of maakten autotochtjes. Doch het glanspunt van het stadje, het Casino, waarin de we- reldberuchte speelbank is gevestigd, trok het meest de aandacht. Dat groote ge bouw, dat een keizerlijk paleis had kun nen zUn, gelegen te midden van een i riÖ.OZc gekleed te bed en weer kwamen die ake lige droomen hem plagen. Duivels meende hy te zien, overal waarheen hU zich wendde, duivels, die hem kwelden, hem uitschudden en hem berooid langs den weg lieten liggen. HU wilde schreeu wen. doch.... schrikte op eens wakker. Hoorde hy daar geen getik op zUn kamerdeur? Ja; weer werd er heftig geklopt en nu herkende hU ook de stem van Willemsen, die vroolijk riep: „Kom toch Harmsen, er lilt, bet Is reeds by elven! Kom, we gaan wat wandelen, slaper!" HU vermande zich en stond op. „Ik kom!” riep hU boos en maakte zUn klee- ren In orde en was een poosje later in de eetzaal, waar Willemsen met zUn vriend hem opwachtten. Dezen schrokken van zUn uiteriyk. Diep lagen die slaperige oogen in hun kassen en groote kringen had hU onder de oogleden. Zenuwachtig trokken zUn mondhoeken en zyn vingers bleven geen oogenbllk stil, doch beefden en trokken onophoudelijk, als had hy hevige koort sen. Verwonderd keek Willemsen hem aan als wilde hy vragen, wat er in den loop van den nacht toch wel gebeurd kon zUn. Harmsen voelde die vragende oogen op zich gericht: maar.... hy waagde het niet tekst en uitleg te geven. In eten had hy geen trek, doch hy slurpte twee groote koppen zwarte koffie achter el kaar op. Elndeiyk sprak Willemsen: ,^eg Harmsen. ben je misschien van nacht nog naar *t Casino gegaan, nadat ik te rug was gekomen?" Hannsen keek op en zag de vragende oogen scherp op hem gericht. Loochenen zou nl^t gebaat hebben, want het was, alsof die oogen van Willemsen tot diep in de ziel konden lezen. „Ju.," bekende hU dan ook oprecht, zonder zyn kennis aan te zien. „En verloren?” examineerde deze ver der. Ja!” was weer 1 antwoord, „vierhon derd gulden! Alles ben ik kwyt, ik weet me geen uitweg meer. Ik had zelfs geen paar sou meer om mUn kop koffie te betalen!" Hoofdschuddend hoorde Willemsen hét relaas van Harmsen aan en zei toen: ,^eg Harmsen; In den steek laten doe ik Je niet, natuuriyk. Maar.schenken doe ik Je het geld ook niet meer. Anders sou er nog alle kans zUn. dat Je voor den derden keer in t Casino ging. Luis ter nu goed: ik zal je die 400 gulden zoo dadeiyk geven; maar JU teekent een schuldbekentenis, waarin Je me belooft, het geld in maandeiyksche termijnen van 50 terug te betalen. Te beginnen zoo gauw je weer aan het werk bent.” Dankbaar accepteerde natuuriyk Harmsen en kreeg het geld. Nog dienzelfden avond vertrok de heer Willemsen naar t vaderland en Harm sen ging naar Nlzza terug om nooit meer een voet m dat vermaledijde speelhol Monte-Carlo te zetten. HU bleef zyn maand uit aan de Riviera en keerde toen werkeiyk veel beter naar Amsterdam terug. Den bitteren bUsmaak van de reis hield hU echter nog maanden lang en telkens weer voelde hU dien dub bel, als hU op den eersten der maand zUn postwissel van vUftig gulden aan den heer Willemsen zond. „Zonde van het geld," mompelde hU dan, „ik kan bet in mUn gezin zoo goed gebruiken Vooral de laatste maal ging het zeer moellUk, het geld op te brengen, want riekte, in zUn gezin maakte groote onkos- Als er ooit een volk ter wereld ge- weeet is, dat in weelde en overdaad heeft geleefd, dan zUn het zeker de oude Romeinen geweest. Hun keizer Nero bij voorbeeld hield er niet minder dan dui zend rijtuigen op na, die hU dikwijls allemaal meenam, wanneer bU op reta ging. ZUn muilezels hadden zilveren boef- Uzers aan en zUn bedienden waren met goud overladen. Het paleis bevatte overdekte zuilen gangen. die meer dan 1500 meter lang waren en dit kasteel had tevens een vestibule, zóó groot, dat er gemakkelUk een standbeeld van hemzelf in kon staan ter hoogte van 40 meter. Poppea. de vrouw van Nero, bezat een kudde van 500 ezelinnen te Rome en elders, die dagelijks de melk voor haar baden moest leveren. Het lievelingspaard vgn een anderen keizer, Caligula, was ondergebracht In een marmeren stal, terwijl de trog van ivoor was. winnen. Maar.... zwart was bet ook voor de derde maal. In een oogenbllk was Harmsen zyn 500 francs kwyt en opgewonden en zenuwachtig spoedde hy zich weer naar het wisselkantoor om nieuwe fiches te halen: hy moest zyn geld terug hebben! Weer begon het spel; weer - verloor de ongelukkige en nog geen uur nadat hy in het Casino gekomen was, was hU 200 kwyt! Nu eerst drong het lot hem door, wat er wel ge beurd was: 200 gulden wa ren weg, 'n som geld, die hy pas in een half Jaar van zyn salaris kon overhouden! En dat was hy in zoo’n kor ten tyd kwyt! En niets had hy er voor genoten! Hoe moest hy zUn hotelrekening betalen!? Hoe moest hy het eind van de maand halen? En vol berouw en met gËSQp tranen In de oogen wendde zich tot Willemsen en klaagde dien zyn nood. Deze begreep den nood van zUn landgenoot en sprak: „Zie Harmsen; neem van my die 200, die je verspeeld hebt, nu terug; ik schenk ze je. Maar zweer dan tegeiyk by zelf, nooit meer te spe- BU my komt het er op aan, want ik heb vrouw noch kinderen en een heel goede betrekking. Bo vendien kom ik hier gere geld eenlge dagen in t jaar om te spelen: nu eens win ik, dan weer verspeel ik; maar ik raad niemand aan, hier zyn geld te wagen." Daarna overhandigde hU Harmsen de 300 en liet dezen aan zijn gedachten over. Nu, Harmsen zwoer plechtig, dat hy niet meer zou spelen en was geluk kig, dat hy zyn geld weer terug had, waarmee hy zUn reis- en verbiyfkosten moest dekken. Om een uur of elf ging Harmsen naar zUn hotel en droomde 's nachts van ge tallen, die Je niet kunt uitspreken allemaal francs, die hy had verloren. En midden in den heeriyken sub-tropischen nacht was hy opgestaan, ómdat hy zoo benauwd werd! Hy ging op het balkon, stak een sigaret op en keek over de stad, die daar in den rustlgen nacht lag te droomen. 8tU was het in de straten; doch daar op den rand, waar het Casino lag, heerschte nog volop leven. Alle ramen van het prachtige gebouw waren nog verlicht en onopboudeiyk gingen nog bezoekers in en uit. Hy meende ook nog de tonen der dansmuziek te hooren, die uit het groote gebouw opklonken. Zie, daar kwamen ook nog twee hee ren op het hotel toe. Scherp keek hy uit en.... Ja het waren de belde Hollanders, die zyn geleiders geweest waren in *t Casino, duldeiyk herkende hy nu de stem van den heer Willemsen. Die klonk vrooiyk en biy! Hij had zeker geluk ge had dezen nacht en nieuwsgierig riep hU den heeren een groet toe en infor meerde, hoe het spel was afgeloopen. „Tachtig duizend francs heb ik gewon nen,” werd er naar boven geroepen! „Geluk gehad dus!” „Tachtig duizend francs of achtdui zend gulden heeft de geluksvogel met .niets doen verdiend!” zoo ging het door zyn gedachten. ..Neen ik houd het niet uit! Zou ik nog eens probeeren? Ik heb toch al mUn geld nog! Wie weet, misschien is de fortuin me nu gunstig!” Harmsen verliet het balkon, kleedde zich aan en ging toen de stad weer in.... naar het Casino. Opgewonden kwam hU er aan. Juist sloeg de klok drie uur en nog honderden bezoekers zaten of liepen door de groote Ti

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 6