NOORD-HOLLANDSCHE LEVENSVERZEKERING MU. H. H. IJSFABRIKANTEN DE PINKSTERBOODSCHAP VAN Z. H. PAUS PIUS XI. JAN DE VRIES Paus Leo XIII. ALKMAAR De Lippen-negerlnnen van Kya-Bé De Encycliek over de Maatschappelijke Orde, haar herstel en hare voltooiing naar het heilplan der Blijde Boodschap Bij den 40sten Verjaardag der Encycliek van Z. H. „Rerum Novarum” Dronkemans-reljetje Ijswafels - IJspoeder IJsessence - Kleurstoffen, enz. N. V. Drogisterij en Chemicaliënhandel ZAADMARKT - TEL. 324 - ALKMAAR Opening nieuw gebouw Ill zich gaan. moeten wy het beginsel züner krachten. Men zelde dat 't 1 een onveranderHjke economische bU ALKMAAR PACKET 4 ei VI ze v< i 1 1 i c I t I onultputteiyk heil voor zich-selven voor on*. selen van den Engelachtlgen Leeraar kan afleiden, niet alleen vrij van eiken Harts tocht en van elke zedelljke onvolmaaktheid, maar moet zelfs beschouwd worden als een heilzaam werk der deugd van vrijgevigheid en als geheel in overeenstemming met de noodzakelijkheden van den tiid. Noord-Hol- vaa 1891, dat heden door burgemeester Mr. geopend is. st m m w; ge sp Z1 zu dl m o V b h n n. Is a; v< zc U «e 25 va au I ge va v d 8 d E Z ve kc h« pl; ve pl; nli m< W< Ee al< en eei vei du kri ka Vo dij nei zie ho. val fle evt zw cat ter dei coi me dip gat zjji len hol led eer me me les De Alkmaar Packet bericht ons, o»t rij gedurende de Pinksterdagen ruim 3000 per sonen van Amsterdam naar Alkmaar heeft vervoerd. Zij had dit jaar iets nieuws ingevoerd, waarmede het publiek gediend Is en waar van het reeds gebruik maakt. nJ. dat op het traject AmsterdamAlkmaar de retourhelft kan worden gebruikt van de HJn Amster damIJmulden en omgekeerd. Iemand die te Amsterdam een goedkoop dagretour koopt naar Alkmaar kan terugvaren van IJmul den, of die naar IJmulden koopt, kan terug varen van Alkmaar, en evenzoo kan iemand uit Veisen terugvaren naar Alkmaar en iemand uit Alkmaar terugvaren naar Velsen of IJmulden. Dit bevordert bet maken van een rondreis AmsterdamVelsenAlkmaar. idom en het eerzaam binnen dezelfde grenzen met de grootste zorg kunnen bepalen wat den bezittenden geoorloofd is en wat niet, in het gebruik hunner goederen. Leo XIII had zelfs wijselijk verklaard dat „God aan de nijverheid der menschen en aan de instel lingen der volken de begrenzing der private eigendommen overgelaten had." En inder daad wordt door de geschiedenis bewezen dat het eigendom evenals de andere ele menten van het sociale leven, hoegenaamd geen onroerend goed is. Wij zelf verklaarden dat reeds met deze woorden: ,JIoe vele ver schillende concrete vormen heeft het privaat bezit al niet gehad vanaf den primitieven vorm der onbeschaafden volkeren waarvan men tot in onze dagen nog eenlgen Indruk hebben kan, tot het eigendom der patriar chale tijden en vormen, en verder door de verschillende tirannieke vormen (in de klas sieke beteekenis van het woord), door de feudale vormen, de monarchistische en alle andere vormen die daarop volgden tot den modernen tijd." De openbare macht kan echter, zooals vanzelf spreekt, van dit recht geen willekeurig gebruik maken, wijl het na tuurrecht van het privaat bezit en het erfe- HJk overdragen van zijn goederen in tact en ongeschonden bewaard moeten blijven, en wijl de Staat dit recht niet onderdrukken leen door hen die er door beroofd werden van het natuurlijke recht om hun levensvoor waarden te verbeteren, er zal wel niemand zijn die zich daarover verbaast. werken en vermaant om Ijverig den tijd en de krachten van ziel en lichaam te gebrui ken en den anderen niet tot last te zijn wanneer men in zijn eigen behoeften kan voorzien; zjj leert echter hoegenaamd niet dat de arbeid de eenlge voorwaarde is voor het ontvangen van levensmiddelen en inkom sten. Aan een leder moet dus zijn eigen deel toegekend worden en men moet er voor zor gen dat de verdeeling van het geschapene welk verdeeling thans onder een groote crisis gedrukt gaat door de enorme oneven wichtigheid tusschen de weinige schatrijken en de intelbare noodlijdenden, weer worde geleid naar de overeenstemming met de be ginselen van het algemeen welzijn en de so ciale rechtvaardigheid. (Zie vervolg pagina 1, eerste blad) en ook omdat „de huiselijke samenleving lo gisch en historisch den voorrang beeft op de burgerlijke." Daarom bad de zeer wijze ~*aus reeds verklaard dat het den Staat niet ge oorloofd is het privaat bezit met zoo zware rechten en belastingen te bezwaren dat het er vrijwel door opgeheven werd. „Want waar het privaat eigendomsrecht niet utt een menscbelljke, doch uit de natuurlijke wet voortvloeit, kan de staat het niet Vernietigen, doch alleen het gebruik ervan regelen en in overeenstemming brengen met het alge meen welzijn En wanneer dan de burger lijke overheid op deze manier de private do meinen doet aanpassen bij de noodzaken van het algemeen welzijn, verricht zij daar mee geen vijandig, maar veel eer een vriend schappelijk werk ten opzichte van de werk gevers, omdat zij daardoor op afdoende wijze voorkomt dat het privaat bezit der goederen, gewild door den AI wij zen Maker der natuur als een hulpbron voor het menschelyk leven, onduldbare schade veroorzaakt en zoo ten gronde gaat; omdat zij het privaat bezit niet afschaft, maar verzekert; omdat zij het pri vaat eigendom niét verzwakt, doch versterkt. den. maar toch spreken zij veel, voelen zich absoluut niet ongelukkig, doch zijn integen deel de opgewektheid zelve. Den eersten dag reeds trok deze tentoon stelling veel belangstelling. Ofschoon de zwarten liever lui dan moe zijn, geven zij toch af en toe een dans ten beste; de vrouwen voeren de rythmische dansen uit, terwijl de mannen op ..tamtam" en ..balafon” de muziek maken. Men kan voorts kennis maken met hun zeden en gewoonten, hun njjverhelds-produe- ten sooals vlechtwerk, houten gebruiksvoor werpen, smeed- en snijwerk, enz. Temeer, omdat er nog slechts ongeveer 309 van deze lippen-negerlnnen bestaan, is dese tentoonstelling zoo Interessant. De vrouwen zijn volkomen decent gekleed; zoodat er voor niemand beswaar behoeft te bestaan om met de laatste vertegenwoordig sters van dezen zonderlingen zwarten volks stam eens kennis te gaan maken. Vooral voor schoolkinderen lijkt ons een bezoek aan de tentoonstelling ten zeerste de moeite waard en leerzaam. goddelijke wetten niet uit het oog verliezende, tevens niet te ontkennen dat de economisch- sociale instellingen getoond hadden met een waarneembare en voortdurende voorliefde naar die opvattingen over te hellen. Dat dese valsche meenlngen. deze dwaalleeringen krachtig bestreden geworden zijn en niet al- De oorsprong van het eigendom. Dat het eigendom voorts verkregen wordt door de inbezitname van iets dat zonder ei genaar is, of met de nijverheid en het werk, of. zooals men dat uitdrukt, met de specifi catie. wordt duidelijk bewezen door de over levering van alle tijden zoowel als door de leer Onzen Voorganger, Paus Leo XIII. Al zijn er die anders beweren, doet men nie mand onrecht aan door iets in bezit te ne men dat overgelaten is aan het oubllek en dat aan niemand behoort; en de nijverheid welke iemand in zijn eigen naam uitoefent en waaraan een nieuwe vorm of een ver meerdering van waarde wordt toesevoegd. is als zoodanig voldoende om deze vruchten toe te wijzen aan wie er het eerst in werkte. Bet gebouw gebouw bevat vier verdiepingen: bel-étage, boven-étage en zol- I>e juiste verdeeling Zeker om te voorkomen dat door deze valsche leerstellingen de weg naar de recht vaardigheid en den vrede gesloten werd, voor het kapitaal zoowel als voor den arbeid, had den de woonden moeten dienen van Onzen Voorganger dat „de aarde, ofschoon verdeeld onder de menschen. niettemin dienstbaar en nuttig blijft voor allen." En het zelfde heb ben wjj hier boven nog eens geleerd door te bevestigen dat de verdeeling der goederen in private eigendommen door de natuur zelf zoo is vastgesteld opdat het geschapene blij vend en ordelijk aan de menschen dat ge meenschappelijk welzijn geven kan. Hier mede zal men voortdurend rekening te hou den hebben zoo men niet treden wil buiten t pad der waarheid. Nu is echter de verdeeling van goederen en rijkdommen onder de menschen niet zoo danig dat het door God gestelde doel ten volle en met de noodzakeljjke volmaaktheid bereikt wordt. Daarom is het noodlg. dat de rijkdommen die door den economischen en socialen vooruitgang voortdurend groeien, op die manier worden toegewezen aan de indivi duen afzonderlijk en aan de klassen, dat het door Leo XIII roo geprezen openbare welzijn behouden blljve; of. om het met andere woor den te zeggen, dat het algemeen welzijn der gcheele maatschappij ongeschonden bewaard blljve. Om deze wet van sociale rechtvaardig heid kan niet de eene klas de andere ultslul- ten van de deelname aan de vruchten. En wanneer deze wet geweld wordt aangedaan door de rijken die gedachtenloos in den over vloed hunner goederen dezen stand van zaken welke geheel te hunne gunste en ner gens ten gunste van de arbeiders is, heel na tuurlijk vinden, niet minder ook wordt ze verkracht door de Iris me der proletariërs Woensdagmiddag te circa kwart over 4 rlên de heer Voorthuizen, eigenaar van het aan de Havenstraat liggende café, de assistentie in van de politie, daar een aantal woon wagenbewoners zijn inrichting met een be zoek wilden vereeren. waarvan bedoelde heer V. echter geenszins gediend was. Om hun misnoegen over een dergeijjke han- te kennen te geven, werd door de die nog aan het Pinkstervleren mogen vooral zjj zich wel eens goed door dringen die, liefhebbers van alle nieuwighe den als ze sjjn, er niet voor terug schrik ken om de Kerk er met den giftigsten laster van te beschuldigen dat zij den theologen toestond om in hun leer de heldensche op vatting van het eigendomsrecht te mengen, een opvatting die beslist vervangen moet worden door een andere welke ze met zon derlinge onwetendheid, christelijk noemen. Het door den architect A. J. Kropholler gebouwde kantoorgebouw der landsche Levensverzekering-Maatschapptj W. C. Wendelaar EERSTE HOOFDSTUK. Bet recht van Eigendom. En waar Wij thans aan de afzonderlijke punten gekomen zjjn, zullen Wij beginnen bij het domein of recht van eigendom. Ge weet. Eerwaarde Broeders, Beminde Kinde ren. hoe Onze Voorganger van roemruchtige nagedachtenis moedig 1 recht van eigendom verdedigde tegen de dwalingen der socialis ten van zijn tijd, en aantoonde dat de af- schAffing van het privaat bezit niet alleen niet tot voordeel zou strekken, maar zelfs den algeheelen ondergang zou meebrengen van de klas der arbeiders. En omdat er zijn die met den schande! jjkste van allen laster den Paus en de Kerk beschuldigen, van de party gekoeen te hebben en nog te kiezen van de rijken tegen de proletariërs, en om dat er ook onder de Katholieken verschil van meening bestaat omtrent de ware en eenig juiste uitspraak van Leo XIII, lijkt het Ons nuttig eiken laster te weerleggen tegen deze leer die de Katholieke leer is op dit punt, en haar te beschermen tegen val- sebe interpretaties. De vrije inkomsten. Ook de vrjje inkomsten, die namelijk wel ke hij niet noodlg heeft voor een passenden en betameljjken levensstandaard, zijn niet heelemaal overgelaten aan de grillen van den mensch; de H Schrift en de Kerkvaders brengen den rijken allerduidelijkst en aan houdend den plicht in herinnering welke op ben rust, van de aalmoes, de weldadigheid en de vrijgevigheid. Het beleggen echter van overvloedige in komsten in werken die breeders arbeidsmo gelijkheden bieden, is. mits deze arbeid er op gericht wordt werkelijk nuttige resulta ten op te leveren, zooals men uit de begin- Aan de Eerwaardige Broeders. Patriarchen, Primaten, Aartsbisschoppen, Bisschoppen en overige Opperherders, die in vrede en gemeen schap met den Apostolischen Stoel leven en aan alle Geloovi^e Katholieken der wereld. $Pius XI, Paus Eerwaarde Broeders, Geliefde Zonen, Groet en Apostolischen zegen! Het aandeel van den arbeid Bij de te kort gedane arbeiders drongen zich de zoogenaamde intellectueelen op die tegenover een Ingebeelde wet een eveneens ingebeeld zedelijk beginsel stelden; dat na melijk alles wat men voortbrengt en aan winst ontvangt, verminderd met hetgeen vol doende is om het kapitaal op peil te hou den, rechtens toekomt aan den arbeider. Deze dwaling, evenwel verleidelijker dan die der verschillende socialisten die alles, wat voor de productie dient, willen onderbrengen bij den staat, of zoo als zij dat noemen willen .socialiseeren,” als gevaarlijker en er meer opgericht de argeloozen te misleiden, werd als een zoeteljjk gif ingedronken door velen wie een openlijk socialisme nooit in zijn net- ten zou hebben verstrikt. kan, omdat „de mensch voor den Staat gaat” De Staat en het eigendom. Het is uit het karakter van het eigendom waarvan wij zelden dat het te gelijk indivi dueel en sociaal ls„ dat men afleidt dat de menschen op dit terrein niet alleen met het eigen voordeel, maar ook met het algemeen welzijn rekening moeten houden. De juiste omschrijving van deze plichten in bet bij zonder en volgens de omstandigheden, be hoort, wanneer ze niet reeds door de natuur wet zijn aangeduld, aan de openbare -nacnt. Zoodat de burgerlijke autoriteiten, rekening houdende met de werkelijke behoeften van het algemeen welzijn en de natuurlijke en tot de heeren Hofstee, daarbij voor de hall aanbiedend een reliefbeeld van „Johan de Wltt”, den grondlegger van het verzeke ringswezen. Architect Kropholler spreekt eenlge woor den van dank aan de directeuren en com missarissen. en degenen, die aan het ge bouw gewerkt hebben, den wensch uitspre kend, dat de Mij. in het gebouw een voor- spoedigen tijd tegemoet mag gaan. De heer Hofstee Jr, de tegenwoordige di recteur. dankt de verschillende sprekers. HIJ wijst er op. dat de Mü. aan 1000 man een bestaan geeft en jaarlijks 3% ton aan sa larissen uitbetaalt Spr. sluit zich gaarne by de woorden van gelukwensen aan en dankt het personeel voor het huldebiyk; aanspo rend tot navolging van de spreuk van Jo han de Witt: age, quod agls; wat ge doet, doet dat goed. Spr. hoopt, dat bet personeel steeds Ove rig in het belang van de My. mag werkzaam zyn. De heer P. A. de Lange bood vervolgens den genoodlgden een gedenkboekje aan, waarin de 4H-«euw-oude historie van bet Hooge Huls, het hoekhuis van ds' Lange- straat tegenover de Groote Kerk, beschreven staat. Nadat ververschlngen waren gereserveerd, werd het gebouw bezichtigd. I Het karakter van het eigendom. Op <>e eerste plaats kan men voor zeker aannemen, dat noch Leo XIII, noch de theologen die onder de leiding en het waak- i zaam toezicht der Kerk leeraarden, ooit het tweevoudige karakter van het eigendom dat individueel en sociaal wordt genoemd vol gens datgene wat er het individu van be hoort en datgene wat er van aan het alge meen welzyn toekomt, ontkenden of zelfs maar in twyfel trokken; in tegendeel heb ben zy altijd eenstemmig bevestigd dat het recht van bet privaat domein aan de men schen verleend wordt door de natuur, dat is door den Schepper zelven, opdat de indivi duen kunnen voorzien in hun eigen onder houd en dat van hun gezin zoowel, als op dat de weldaden van den Schepper die voor heel de menschelllke maatschappij bestemd zyn, dank zy deze Instelling, ook werkeiyk l tot dit doel dienen: iets dat ondenkbaar zjjh sou zonder de naleving eener vaststaan de en scherp omschreven orde. Men moet er bovenal voor oppassen, dat men niet tegen een dubbele klip stoot. Door het sociale en openbare karakter van het eigendomsrecht te ontkennen of te verdoeze len immers vervalt men in of benadert men het zoogenaamde „individualisme", zoo als men door het verwerpen en het verdon keremanen van het private en individueele karakter van het zelfde recht, neerstort in het „collectivisme” of minstens bedenkeiyk dicht by zyn theoriën komt te staan. Wie met dese overwegingen geen rekening houdt, zal noodzakeiyk schipbreuk lyden op de rofeen van het zede lijk, juridisch en sociaal modernisme dat Wy reeds in Onze eerste jEneydisk aan de kaak stelden. En daarvan De plichten van het eigendom. Om voorts de geschillen welke in den laatsten tyd gerezen zyn omtrent het eigen dom en de plichten welke daaruit voort vloeien, binnen de juiste grenzen te houden, biyve voor alles de grondregel behouden die door Leo XIII werd vast gesteld: name lijk dat het recht van eigendom afhangt van het gebruik dat men er van maakt. De recht vaardigheid welke commutatief wordt ge noemd, wil dat de verdeeling der goederen nauwgezet gehandhaafd büjve, en dat men niet de rechten van anderen geweld aan doe door de grenzen van zyn eigen domelp te overschrijden; dat de werkgevers niet dan op eeriyke wyze hun eigendom aanwenden, is voorts iets dat niet onder deze by zon de re rechtvaardigheid valt, doch voortvloeit uit andere deugden van wier plichten men de naleving niet langs gerechteiyken weg vra gen kan. Daarom is het ten onrechte dat sommigen het eigent aanwenden daarvah b besloten achten; en nog veel meer in ctryd met de waarheid is het beweren dat het recht op eigendom vermindert of verloren gaat door het wangebruik of het nlet-gebruik er van. Daarom doen zy een heilzaam en boven allen lof verheven werk die, met behoud van den eendracht der geesten en van de on schendbaarheid der leer zooals deze altyd door de kerk gepredikt werd, er zich op toe leggen om de Inneriyke natuur en die grenzen der plichten te bepalen waarmee ofwel het elgendomsrecht-zelf, ofwel het gebruik of de uitoefening van het domein worden om schreven door de noodzaken der sociale samenleving. Daarentegen vergissen zich en dwalen diegenen die er toe komen het In dividueele karakter van het eigendom zoo danig te verminderen dat zy het feiteiyk ver nietigen. wanneer die. opgezweept tot schennis van de rechtvaardigheid" en geheel in beslag geno men door het doen gelden van haar recht waarvan zy zich bewust is. alles voor zich op- elscht als voortgebracht door haar handen, en strydt tegen en de afschaffing wil van bet eigendom en de inkomsten die niet voort komen uit of niet verdiend zyn met den ar beid, onverschillig van welken aard ze zyn of welken dienst ze verrichten in de mensche- Ujke samenleving, en dat om geen jtndere reden dan dat ze zoodanig zyn. En hier dient opgemerkt te worden dat sommigen geheel bulten het juiste verband en ten onrechte de woorden toepaasen van den Apostel: „wie niet werkt zal niet eten"; want deze uit spraak van den Apostel is gericht tegen de genen die zich van den arbeid onthouden, wanneer zy zouden kunnen en zouden moeten o TWEEDE HOOFDSTUK. Kapitaal en Arbeid. Geheel anders is het karakter van den arbeid dien men voor anderen verricht en met het geld van anderen uitoefent. Op de zen arbeid is vooral van toepassing wat Leo XIII een groote waarheid noemde: dat na melijk „de algemeene rijkdom door niets anders wordt voortgebracht dan door het werk der arbeiders.” Of zien we niet met onze eigen oogen hoe heel de enorme massa goederen waaruit de rykdom der menschen bestaat, wordt voortgebracht door de handen der arbeiders die soms alleen werken of op bewonderenswaardige wyze hun werkkracht vermeerderen door middel van gereedschap pen of machines? En er is dan ook geen mensch die niet weet dat geen enkel volk ooit uit het gebrek en de armoede tot een betere of gelukkiger plaats gekomen is. ten- zy door een groot werk dat door alle bewo ners van het land werd uitgevoerd, zoo wel door hen die bevelen als door hen die uit voeren. Maar even duidelijk is het. dat al die enorme krachtsinspanningen volkomen nutteloos geweest zouden zyn. ja. dat het cnmogelyk gebleken zou zlin ze te beproeven, wanneer niet God. de Schepper van alles, in zyn goedheid eerst de rijkdommen en het natuuriyk kapitaal, de hulpbronnen en de krachten der natuur, verleend had. Wat toen is werken anders dan het gebruiken en uit oefenen der krachten van den geest of van het lichaam voor of met al deze dingen? Daarom vraagt dan ook de natuurwet en de Wil van God die door deze wet geopenbaard is, dat men de juiste orde niet uit het oog verliest by het aanpassen van het natuur iyk kapitaal aan het menschelijk gebruik: deze juiste orde bestaat daarin dat elk ding zyn eigenaar heeft. Een onscheidbare eenheid. Daaruit volgt dat, wanneer wy het geval van degenen die aan het eigen kapitaal wer ken, buiten beschouwing laten, het werk van de eenen en het kapitaal van de anderen zich in een gemeenschap vereenlgen moeten, omdat de eenen zonder de anderen niet in «taat zyn iets voort te brengen. Iets dat ook opgemerkt werd door Leo XIII. toen Hy schreef: ,Xr kan geen kapitaal bestaan zon der arbeid en geen arbeid zonder kapitaal.” Waarom het beslist valsch is alleen aan het kapitaal of alleen aan den arbeid toe te schrijven, wat alleen door het eensgezinde werken van beiden bereikt kan worden, en zeer onrechtvaardig is het dat de een alle eer voor zich opelscht om de doeltreffend heid van den ander te betwisten. Bet aandeel van bet kapitaal Langen tyd kende het kapitaal veel te veel aan zichzelf toe. Allee wat werd voortge bracht en alle vruchten welke werden ge plukt, alles nam het kapitaal voor zich en aan den arbeider Met het nauweWks zoo veel als noodlg was voor het herstel en de weer- opwekklng zijner krachten. Men zelde dat T nu eenmaal een onveranderUjke economische wet was die heel bet kapitaal dan rijken in den schoot wierp en dat door die zelfde wet de arbeiders ten allen tyde biyven moes ten in hun hoedanigheid van proletariërs, veroordeeld tot een bekrompen en ellendlgen levensstandaard. Weliswaar strookte de practyk niet overal en niet altyd met deze liberale beginselen welke gewoonlyk naar Manchester worden genoemd; maar het valt Gistermorgen werd in tegenwoordigheid van verschillende genoodlgden het nieuwe 1 kantoorgebouw van de Noord-Holl. Levens- verzekering My. geopend. De genoodlgden hadden zich om 11 uur in de groote kantoorzaal verzameld. Onder de aanwezigen merkten we op, den H. E. Deken E P. Rengs, burgemeester Mr. W. C. Wendelaar, den heer P. H. de Lange, Pres. Commissaris, Mr. P. A. Offers, agent van de Ned. Bank, Dr. H. E. v. Gelder (Den Haag). Mr. P. A. Lede boer, Mr. v. d. Feen de Lille en den architect, de heer A. J. Kropholler. Tal van bloemstukken, een 30-tal, sierden de groote ruimte. De heer Mr. P. H. de Lange heette na mens het college van commissarissen van de N. H. Levensverzekering My. alle genoo dlgden, speciaal burgemeester Wendelaar harteiyk welkom, welken laatste spr. dankte voor diens medewerking; ook den Gemeen teraad bracht spr. dank. Spr. heette voorts den H. E. Deken Rengs welkom, wiens tegenwoordigheid spr. op hoogen prijs stelde. Spr. wees er op, dat de levensverzekering ook de zorg voor het gezin beoogt, en uitte den wensch, dat dit steeds zoo mag blyven. Als vertegenwoordigers van de Rechtbank heet spr. welkom de heeren Mr. Ledeboer en Mr. van der Peen de Lille, dezen laat ste heet spr. ook als buurman welkom, hem dankend voor diens medewerking den bouw. Speciaal heet spr. ook Mr Offers wel kom. Uit praktisch oogpunt stelt spr. ook op hoogen prys de vertegenwoordigers van de Ned. Ver. tot bevordering van het Verzeke- kerlngswezen, welke spr. van harte welkom heet. Verder betrekt spr- in zyn welkomst woord Dr. Bromberg, Mr. Smal, Not. Lulckx en den heer v. Doornik. Zich wendend tot den architect, den heer Kropholler, wyst spr. op de moeiiyke taak, die op dezen bouwmeester rustte om een by de omgeving aanpassend gebouw te ont werpen. Spr. brengt hem hulde en dank voor de wijze, waarop hy zich van zyn taak gekweten heeft en hoopt, dat dit belangryke kruispunt in Alkmaar eens in zyn geheel door zyn toedoen tot een fraai complex ge bouwen mag worden. Hulde brengt spr. voorts aan de fa. Rin gers en v. d. Waal, de aannemers en de werklieden, voor wie spr. ook niets dan lof heeft voor de zorp aan de uitvoering van het gebouw besteed. Den heer Hofstee wenscht spr. toe nog lang getuige te mogen zyn van de vruch ten van zyn langdurig werken. (Applaus). Ook den huldigen directeur wenscht spr. geluk met dezen dag, den wensch uitspre kende. dat hy in de toekomst, zooals in het verleden, nog lang zyn krachten aan de zaak mag wyden. Na een woord tot het per soneel. geeft spr. het woord aan burgemees ter Wendelaar, die begint .met een woord van wannen gelukwensch tot den directeur Dr. Hofstee, speciaal tot den ouden heer Hofstee, oprichter van de My. (Appl.) Spr. uit zyn voldoening over de door den president-commlssaris gebrachte hulde aan de verschillende organen van het Gemeen tebestuur. De uitnoodiging om dit gebouw te openen, heeft spr. graag aanvaard, niet om deel te nemen aan het jubileum, dat de My. viert; noch om het belang van de My. Wyzende op het pellkaan-symbool In de Langestraat-gevel wyst spr. erop, dat de My. niet op de eerste plaats eigen voordeel be oogt. doch een altruïstisch karakter beeft. Het belangrijkste van dezen bouw is de idee, die gerezen is in het hoofd van den architect; de plaats van het gebouw, tegen over het grootste monument van de stad, was moeliyk en de heer Kropholler was de man, die er in slaagde, den geest van deze omgeving te vatten. Ook aan de geveltjes aan den overkant heeft de heer Kropholler lyn gegeven. Spr. is biy, dat hy de gelegenheid heeft uiting te mogen geven aan zyn voldoening over het geslaagde complex, dat hier gekomen is. en dat van beteekenis voor Alkmaar is. Het Gemeentebestuur is dankbaar vodr dezen nieuwbouw, die wellicht het aanloopje zal zyn van een verdere verfraaiing van dit stadsdeel. Spr. eindigt met den wensch, dat deze-; My. nog tal van Jaren zal biyken te zyn een van de parels aan de kroon van deze ge meente. (Applaus). De heer Hofstee Sr. dankend voor de woorden van gelukwensch, herinnert aan de spreuk: „Zuinigheid (met vlyt, bouwt hui zen als kasteelen" en uit zyn voldoening over het feit dezen dag te mogen beleven. Namens het personeel sprak hierna de heer Hoekmeljer woorden van gelukwensch Het souterrain, der. Aan de zyde van de St. Laurensstraat bevindt zich een aparte ingang voor het personeel, toegang gevende tot een ruime rtjwlelbergplaats. Daarnaast ligt de kelder voor de olie-stook-lnrlchting van de cen trale verwarming. Verder loopt door het souterrain een gang; rechts daarvan zyn aangebracht de toiletten en garderoben voor dames- en heeren-personeel afzonder lijk; een drukwerk-magazyn en een brand vrije archief-kluls. Links is een ruime brandvrije admlnistratle-kluls, waarin de vele administratieve paperassen netjes ge ordend geborgen liggen. In het souterrain is ook gelegen de safe, uitkomende op een ondergrondsche ruime hall: hierin komen brand- en inbraakvrye loketten; naast de safe bevinden zich twee comfortabele couponkamertjes. In het souterrain is ook een electrlache boekenlift gebouwd, voor het transport der administratieve benoodigdheden van het souterrain naar de bovengelegen étages. Door een trap staat het souterrain in ver binding met de bel-étage Deze heeft tot hoofd-toegang de monu mentale poort op den hoek Langestraat St. Laurensstraat. Vanaf de hardsteenen trap komt men in de ruime hal, 'dis via de loketten uitzicht geeft op het groote' )|^ntoorlokaal. Op de hal komen uit twee spreekkamers, de directiekamer en de vergaderzaal der commissarissen. Deze twee laatste vertrek ken imponeeren door de aardige aankleedlng met eiken lambrizeering, welke, onder den baksteenen bovenmuür, waarin sierstèenen met symbolische voorstellingen, prettig aan doet. In de hal zyn, evenals op verschillende andere plaatsen in het gebouw, gekleurde siertegels ingemetseld, die het geheel een voornaam cachet geven. Ook bevinden zich in den hal-muur de wapens van Alkmaar en Noord-Holland, in gekleurde tegels uitge voerd. Van de hal komt men, evenals vla den apar- ten ingang uit de Langestraat, langs een trap naar de boven-étage, waar op een ruime hal en gang, een negental kantoorlokalen uitkomt. TWEEDE DEEL. DE LEER DER KERK OP SOCIAAL EN OECONOMISCH TERREIN. Maar alvorens tot deze verklaringen over te gaan. moeten Wy het beginsel vooraan plaatsen dat reeds door Leo XIII met zoo veel klaarheid werd vastgesteld: dat Wy namelyk het recht hebben en dat op Ons de plicht rust om met het hoogste gezag over sociale en oeconomische vraagstukken te oor- rteelen. Aan de Kerk werd zeer zeker niet de taak toevertrouwd om de menschen uit- sluitend naar bet tydelyke en vergankeMjke, doch voor alles om hen naar het eeuwige geluk te lelden Nog sterker: „de Kerk wil niet en moet ook niet zonder geldige reden zich mengen in bet beheer van dingen die zuiver menscheiyk zyn”. Maar op geen en kele wyze mag zy de taak verwaarloozen welke haar door God werd toevertrouwd, om met al haar gezag tusschen beide te komen, niet in technische aangelegenheden, omdat haar zoowel de geschikte middelen als de zending ontbreken om daarover te beslis sen, maar in alles wat betrekking heeft op de zeden. Want de verdediging der waarhe den die God ons heeft opgedragen, de al lerzwaarste plk-ht om heel de zedeiyke wet te verspreiden en te verklaren, en er op ge- schikten en ongeschikten tyd de naleving van te eischen. dien Hy eveneens op Ons beeft gelegd, onderwerpen aan Ons hoogste oordeel onvoorwaardelyk zoowel de sociale- a& de oeconomische orde. Ofschoon de oeccnomie en de zedeiyke tucht elk op eigen terrein, op eigen be ginselen steunen, zou bet een groote dwaling zyn te verzekeren dat de oeconomische orde en de redeiyke orde zoo ver van elkaar staan en zoo vreemd van elkaar zyn. dat de eerste In geen enkel verband staat tot de tweede Zeker, de wetten welke men oeco- nomlsch noemt, voortgekomen als ze zyn uit de natuur der dingen en uit den aard van dtf stel en van bet manschelyk lichaam, stenen op oeconomisch terrein de grenzen vast welke het menscheiyk kunnen wel en niet bereiken kan, alsook de middelen waar mee; en de rede weet uit de natuur der din gen en utt den tndividueelen en socialen aard van den mensch duideiyk af te lei den wat het doel te dat door God den Stepper aan heel de oeconomische orde Maar alleen de zedeiyke wet te datgene wat. zooals bet ons er toe drijft om in het totaal van ons doen en laten altyd bet hoogste en uiteindeiyk doel na te streven, ons ook zegt dat wy in de onderdeelen van onze werkzaamheid die bteondere doelein den moeten zoeken welke aan die werk zaamheid zyn gesteld door de natuur, of liever door God, den Maker der natuur, en dat wy die bizondere doeleinden harmo nisch ondergeschikt maken moeten aan bet hoogste doel. En waar door ons aan deze wet trouw gehoorzaamd wordt, zal het ge- beurerr dat alle bteondere, individueele en aoeiale doeleinden welke op oeconomisch teyrpln worden nagestreefd, ondergaan in de passende algemeene orde der doeleinden, er^ daar langs opkllmtnende als langs even zoo vele trappen, zullen wy bet hoogste doel aller dingen bereiken dat God is, hoogste en In de „Harmonie” wordt dezer dagen de land- en Volkenkundige Tentoonstelling ge houden, welke de hoofdcentra van Nederland bezoekt en welke den bezoekers de zeden en gewoonten laat zien fan de negers en nege rinnen van Fransch Centraal Afrik» In een tropische omgeving huizen op dew tentoonstelling zes negerinnen en vier ne gers uit Kya-Bé, vertegenwoordigers van de Sara-Kab*-groep der negerbevolklng in ge noemde Fransche kolonie. De attractie van deze zeldzame tentoon-* stelling vormen de vrouwen, met hun uit gerekte lippen, in den vorm van schoteltjea Dese zonderlinge gewoonte, de lippen te ont sieren, vindt haar oorsprong in den slaven handel. De vrouwen van de Bara-Kaba’s zonnen op een middel om uit de handen der slaven jagers te blyven en vonden dit middel in oe ontsiering hunner lippen, zy werden daai- door ongeschikte waar voor de harems en bereikten aldus haar doel. Al zeer spoedig werden dan ook de groote lippen in den ritus van het huweiyk opgenomen, waarby de vrouw met de grootste houten spatels als de mooiste vrouw werd beschouwd, terwijl zy bovendien een privilegie genoot, nl vrij stelling van .huiseiyken" arbeid. Het verlan gen dit privilegie te verkrijgen heeft uiter aard Invloed op de bizarre mode gehad. Het wordlngs-proces der groote lippen speelt zich als volgt af: In de prille jeugd begint het meisje sten reeds de lippen te masaeeren met een zachte, zoete olie. Zyn dese soepel genoeg geworden, dan worden zy met een doorn doorboord en wordt in 'het dan ontstane gaatje een stroohalm gestoken, welke na verloop van eenlgen tyd wordt vervangen door een dun houten stokje, dat na verloop van tyd weer plaats maakt voor een dikker stokje Het is een proces van rekken en rekken. Het stokje wordt eindeiyk vervangen door een klem houten plaatje en het duurt dan ook pirn. 10 jaar, voordat een vrouw een plaat kan dragen van 15—18 cM. doorsnee. Kr zyn in Kya-Bé nog vrouwen, die platen dragen van 35 cM. Haar gelaatspieren zyn echter zoo uitgerekt, dat zy de platen niet meer horizontaal kunnen dragen, zoodat de lip omlaag hangt. De vaardigheid in het spre ken heeft door deze platen natuuriyk te iy- Daarboven ligt de zolderverdieping. Van den bouw nog de volgende bijzonder heden: In Maart 1930 werd met den nieuwbouw begonnen; architect was de bekende bouw, meester A. J. Kropholler; aanneemster d» firma F. Ringers en Van der Waal; schilder S. Koster Zn., electro-techntech installa teur G. Pedroll en stucadoor A. J. Rits Voor Alkmaar in het algemeen en voor d» omgeving van de Groote Kerk in het by. zonder, is dit monumentale kantoorgebouw een beteekenlsvolle aanwinst. delwyze J heeren. die nog aan het Plnksterviei^ waren, de deur Ingetrapt. Een drietal agenten, die Inmiddels waren gearriveerd, trachten de opgewonden gemoe deren tot rust te brengen en het „achten* waardig" gezelschap naar het woonwagen park te dirigeeren. Dit uiterst tactisch optreden scheen een zekeren W. F., gedomUtceerd te Rotterdam biykbaar weinig naar zyn zin, althans hu wendde zich spoedig vrtj heftig tegen de agenten. Toen dezen tot arrestatie wilden overgaan, verzette de geheele troep zich hiertegen, zoodat een ietwat gespannen toe stand ontstond. Ondertusschen kwamen nog een 2-tal agenten per motor ter plaatse aan, waarna bedoelde w. spoedig met de handen ge. boeid op een vrachtauto werd gedeponeerd ®n naar het politiebureau vervoerd. Hy zal worden vervolgd wegens openbare dronkenschap, vernieling en wederzpannlc- held.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 6