BARON VON MUNCHHAUSEN EN DE DRIE STROOPERS DOOR HET PARK EN LANGS DE SLOOTEN SCHADUWBEELDEN Van alles wat NAAR SCHOOL! 1 I i De B.L.N.S. •S3 W* «et vï 2 na fr. I t 1 ta itfriuMaB aan t lfilk dat wa <tan r loo StUKs Peuien 1 1550 00 Per I er loo stuks; OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Zlenderoogen idioot hü iwhur gegeten en gedronken KAT de BLOTTER xat de oude heer du op een keer Ills- 13 t RAAD8ELRIJMEN m u i HET LASTIGE GEVAL VAN DE FAMILIE VERDONK Het moeten X Is Anne-Uesje*s popje. Die kijkt naar haar Mama. Tot rij haar niet meer alen kan. Kijkt Anne-Llcsje ntel En kom Ik straks naar huis «eer Vertel ik alles, hoort Wat ik op school geleerd heb. Dan lees ik je wat voort Als Anne-Liesje *k morgens Vroolljk naar school toe gaai; Wie denk je dan dat altijd Al voor de ramen staat? Juli. 3.15 Daar kwamen, zwaar geboeid, de drie ■troopers Je moesje moet naar school toe, Maar heuach. dat vind ik fijn. Ik sou voor jou geen dom Mamaatje willen stjnl En Anne-Lles wuift vroolljk Naar X lieve poppeklnd, „Neen, pop, ik kan er niets aan doen. Dat Rj t niet prettig vindt!" JDe uiren -3J0. men n A d. C KG. eden .5.60 irie- kooi 3A0 ners men 0.14 0.11 per wal, G. 45 uit de lucht voedsel verzamelt. De fijne blaadjes dienen om lucht en voedsel uit het water op te nemen. Droogt de sloot, waarin de plant groeit, uit. dan komen uit de nieuwe knoppen alleen maar grove bladeren.” Hooggeëerd publiek. Dames en heeren. t Komt me onnoodlg voor hier uit te welden over *t nut van dit beest, noch u malschen biefstuk of de heerlijke roast- btef aan hem hebben te danken. Liever noodlg ik u uit het dier nog eens goed te bekijken, vooral wanneer bet in uiter- UJk of eigenschappen eenlge gelijkenissen vertoont. «~r-* Als tweede vertoon ik u den neushoorn, ook wel rhinoceros genoemd. We zün vier kinderen uit Mn gesin. Om beurten treden we uw landje in; Gelijk zult gü ons nimmer vinden. Want, heusch, wij zijn geen goede vrinden: Van de eerste houdt de mensch het meest, De laatste wordt het ergst gevreesd; Zeg mjj nu eens. wie van de vier Is op dit oogenbllk wel hier? Dag kleine poppeklndje, De uren gaan heel vlug. Als straks de school weer uit is. Komt Moesje weer terug* •men. ladley imbia 1.80— 0A0, lardla stuks, 8nlj- oent, r bos, LAMPEKAP Teeken op triplex 5 vierkanten, elk van 14X14. Teeken binnen In die vierkanten kleines» vteskaaten, die 3 cM. van den kant af zün. Kijk maar naar het gestip pelde vierkant. De zijden van het bin nenste vierkant deel je door midden en nu kun je als je naar de doorgestippelde lijnen kükt self die ster teekenen. Dan die ster zuiver uitzagen. Ook de vierkan ten precies uitzagen. Achter de ster plak je rood suigpapter Ik vang de heele wereld in Mijn spiegelvlak. Met bonte kleuren festonneer Ik tronk en tak. Ik leende van den regenboog De kleuren bont; De leid se langs mijn lijf omhoog En strooi as rond. Ik weef ze uit een lange Blanke sllngerlün Totdat ze onnaspeurlijk wild Versmolten zijn. En Juist als Je bewonderend Mün kleuren telt. Dan merk Je, dat Ik onverwachts Tot Diets versmelt. ippe- oote) -a«. eulen Jboo- op. •kool, 1080, sla- kotn- verte josen telen, -3.«5, ..Daar zal je voor boeten!” riep hü nu driftig. „Drie weken gaan jullie de ge vangenis In! Onder den toren van mjjn kasteel »üq nog drie cellen vr(j! U «J i do< urly. lat z •ben. J- 5. ifslag- Om- mul- o, BI an 25 mm- llauwe Inboo- »eulen Per sr 100 i kilo, rzlken •er u Aard- f 1— kool r 100, I kilo, l kilo, •dUvfe 0 bos, JUW." -6.70. •er STS er en 81a- oppers kilo. L bot- eine lub- per :.G. :1e- Jst. -60 m- -13 ber per llng •ege rw- lin- nen t.O. •m- •ort 15— 100. >öp. ■Ije c., •p- IS- 33 1— vertoond, en In het seizoen van haaen- peper dikwijls optredend als rempiagant voor den haas. Zelfs ervaren kenners vermogen den smaak van dit vermaarde drietal, in gebraden toestand, niet dui delijk te onderkennen. of nog mooier batik papier (verkrijgbaar in Handenarbeid-winkel). Boor op even grooten afstand van el kaar, H cM. van den kant, gaatjes. Rijg dan 3 stukken als een schoen aan elkaar. (Kijk naar de bljteekenlng)Zoo doe je met al de vier de zijden. Ook den bodem bevestig je aldus aan bet geheet Boven in den hoek boor je gaten, waarop je op de manier als de bljteekenlng aangeeft, een koord of lint rijgt om op te hangen. Voor je bet papier achter die stenen plakt, moet je eerst de zü- en onderkan ten butsen. Dan papier er achter plak ken en dan aan elkaar rijgen. Het geheel doet het heel aardig. Een volgenden keer maken we het sens een beetje ingewikkelder. „Zet de paarden aan, domoor!" sprak hU daarna en nadat Ik dat had gedaan, reed het rijtuig heel gemakkelUk verder. Ik dacht, dat we door de lucht gingen, zoo vlot ging bet! Ik klapte vol blijdschap met mün zweep door de lucht, tot deze plotseling bleef haken. Ik keek even naar rechts, om te zien waaraan bet koord kon sljn blijven vastzitten. En nu geef Ik u te „Daar hebt u het nu, baron", sprak Bl „We zitten leelljkl Met geen mogelükheld komen we er uit. We zullen hier moeten overnachten." Verachtelijk lachend keek hü mü aan, sprak een paar onverstaanbare woorden en.het was net alsof de wagen uit de modder werd opgetild. In tegenstelling met de belde vorlgen, *n heel verstandig dier, vanwege zijn ivoor aeer geliefd bij het menschdom en Maar nu moest hü als voorzitter toch la ten zien, dat hü ook wel wat verstand van de dingen had. Een eind verder stonden watervlolle- ren (fig. 4), die met bun paarse kleur mooi afstaken. Ook waterklaver was In overvloed te vinden. Gelukkig stonden die planten zoo dicht aan den kant, dat ae er vlak bij konden komen. Waar de Het is me een waar feest en Ik voel het als een allerhoogste onderscheiding voor u te mogen optreden en u te pre- senteeren de experimenten mijner ma- gisch-biologlsche verschijnselen. Met groot succes ben Ik opgetreden voor de verschillende vorsten en hoven van Europa en Ik twijfel er niet aan of mijn voorstelling zal hier dezelfde be langstelling en Interesse, ja verbazing en bewot^lej;lpg vjigjen. wonen oonen, inboo- 6.50— 0—tM Als eerste experiment heb ik de eer u hier te presenteeren ’n pracht-exemplaar van het geslacht Bos communis, ook we! ca of rund genoemd in de meer alle daagse!» spreektaal. vriend en bloedverwant van den haas, waarvan de dichter zegt: sedebat parvus lepulus damans altis voclbua. Vandaar dat men het konUn ook wel den temmen of stalhaas noemt, niet te verwarren met een dakhaas, den felis-domesticus ofte wel de huiskat, u In mijn volgend beeld Baron von Münchhausen! Die kennen jullie, nietwaar? Die heeft me wat avon turen beleefd en allerlei sterke staal tjes uitgehaald, hè! Die beleefde dingen, waar een ander nog niet eens van droomde! Nu, die baron von MUnchhausen was oud geworden en de lust om op avonturen uit te gaan verminderde zoo n beetje. Wel ging bij zoo nu en dan nog eens op de jacht op wilde eenden of op hazen en konijnen, maar bet werd hem hoe langer hoe lastiger, vooral toen hem op zekeren dag een kabouter In zijn rechterlaars was gekropen, die hem op alle denkbare wij zen plaagde met licht en rheumatlek. radm. baron, waaraan het koord nu vastzat!" .Natuurlijk aan den spits van een kerk toren I” antwoordde von Münchhausen dadelijk, ^e bent met je wagen door do lucht gereden I Dat heb ik zelf ook al eei s MJ de hand gehad! Neen, ook dat is niets van belang. Ga maar weg! Ik moet tets veel zonderlingere hebben, anders raak je je straf niet kwUt!** Teleurgesteld ging nummer twee ook naar zijn plaats en nummer drie trad naai voren. Hij vertelde: .Mijnheer de baron, ik stond eens op een korenveld. Het was prachtig, groei zaam weer en Ik zag als t ware de ko renhalmen groeten. Vooral één daarvan had bijzondere haast. Ztenderoogen schoot hU omhoog en toen.... kreeg ik opeens een aardige ingeving. .Je klom er zeker In en bereikte In een minimum van tijd den hemel, niet? Ook dat te ntets bijzonders, man! Als je niets betere weet, houd dan maar op!" „U laat me niet uitpraten, mijnheer da baron", antwoordde hu. -Da hoofdaaak moet nog komen.” „Ga door dan man!” Ik kwam in den hemel aan, toen er net concert was. Prachtige muziek weer- klonk! En geen wonder, want de Heilige Caecilla, die groote kunstenares, speelde op het orgel, koning David speelde op zijn harp en een rU van Heiligen zat op getogen te luisteren, vooral toen de En gelen zich met hun UefelUke stemmen in *t concert mengden en zongen van: „Glo ria in excelsis”. Nog nooit had Ik zoo tets moois gehoord!" -Dat wil ik gelooven”, antwoordde de baron. ,JEn was mijn vader ook bU bet getal der zaligen, dat daar zat te luiste ren?” „Zeker, mUnheer de baron”, ant woordde de derde strooper dadelijk. -Ik herkende hem dadelijk! En toen bet con cert was afgeloopen, ging hjj met zijn hoed rond om de geldstukken op te ha len!” Nu kon de baron zich niet langer In houden. „Ga weg, leugenaar", sprak hij. -Jij verstaat nog beter dsm Ik de kunst, den menschen tets wijs te maken En die drie stroopers kregen gratis. v. d. N. Het prachtige weer had de club al vroeg büeengebracht. Het was pas half twee, toen allen kant en klaar stonden. In fllnken pas ging het eerst bet psuk In. Daar waren de meidoornstruiken al voor een groot deel uitgebloeid. Maar een paar mooie roode waren nog de moeite waard. Ook de seringen hadden bun Zes personen van een familie moesten een breed water oversteken in een klem bootje, dat maar twee personen kon bevatten. MUnheer Verdonk, die dat zaakje moest opknappen, had ruzie ge had met zUn schoonvader en zUn zoon, en het Is Jammer, dat we het zeggen moeten mevrouw Verdonk lag een beetje overhoop met haar eigen moeder en haar schoondochter. De toestand was zoo gespannen, dat men niet durfde wagen om twee men schen, die ruzie met elkaar hadden, te gelijk in het bootje te doen plaats nemen, en evenmin kon men hen alleen aan een kamt van de rivier achterlaten. Om verder oneenlgheden te voorkomen, was het ook niet raadzaam, om een der mannen bU twee vrouwen achter te laten of twee mannen bU drie vrouwen. Hoe kon het stelletje met het kleinste aantal keeren overvaren en met Inacht neming der bovenstaande voorwaauden aan den overkamt komen? De vorige week hebben we een gooche laar zien werken, en de man deed dat zoo aardig, dat we het jullie ook willen leeren. Daarom zullen we hem maar precies nadoen en ook de toespraak, die hü bU zün schaduwkunstjes hield, precies zoo overnemen. Hier volgt die dan, met prentjes van zün schaduwbeelden: „Hèhè,” Jan was er moe van; soo*n lang betoog had hü vroeger nooit hoeven te houden, toen Henk dat altijd deed. dagen sou ook ctaar wel nieuw leven ge wekt hebben. Nu, dat viel niet tegen. In de eerste de beste sloot, die se bereikten, zag het water wit van de waterranonkels (fig. 3>. Jan vlschte er een parnr op en wees op de merkwaardige bladeren. Mlentje moest er wat meer van weten. „Vertel me nu eens precies, wauu-voor die bladeren dienen." „Wel,” was het antwoord van Jan. „de waterranonkel kan zoowel op bet land als In het water leven." Met Is dus een amphlbte,” mompelde Bram voor zich. „Bram zegt het juist,” vervolgde Jan, „want net zooels een kikvorsch zoowel op het land als In het water leven kan. kan deze plant het ook en dus kun je haar met evenveelrecht een tweeslach tige plant als den kikvorsch een twee slachtig dier of amphlbte noemen. Die grove bladeren doen dienst als de plant op het land groeit of tenminste als sU Terend op zijn ouden roem zat de oude heer nu op een keer in zün jacht slot en rookte zün lange Dultsche PÜP- Zün voeten hield hü dicht bü het haard vuur, want het was koud in het groote vertrek en o, zoo ongezellig. Hü geeuwde op het laatst van verveling en hoopte, dat er dien dag toch eens wat zou gebeuren, dat hem eenlge afleiding kon bezorgen. Maar het werd reeds twee uur, drie uur In den namiddag en nog kwam het zoo zeer gewenschte niet! Het begon reeds te schemeren, want het was midden In den winter. Hü belde en gebood aan den bediende, die dadelük kwam aangesneld, om de lampen in de zaal op te steken. Dadelük voldeed de man aan t bevel en een oogen bllk later verspreidden een zestal bronzen lampen een gezelllgen schün door t groote vertrek. De gordünen werden voor de ramen getrokken en von Münchhausen list zich in zün gemakkeUjken stoel ach terover zinken om een dutje te doen! Maar.... daar werd geklopt! „Zou er wat zün?” dacjit de oude heer en riep een beetje nieuwsgierig: .Min nen!" k De houtvester van baron von MUnch hausen trad binnen en vroeg permissie, of hü een drietal stroopers In de zaal mocht toelaten. „Ga Je gang!” bromde de oude heer en zie. daar kwamen, zwaar geboeid, de drie stroopers binnen. „Wat hebben ze uitgevoerd?” vroeg de baron en daarop gaf de houtvester een omstandig verhaal van de strooperü dezer lieden. Ze hadden in de bosschen van den baron een hert neergeschoten en wilden zjch net met hun bult uit de voeten maken, toen de houtvester hen betrapte. „Is dat waar?” snauwde de baron het drietal toe. ,Ja. heer!” antwoordden ze alle drie tegelük. ..Ik was als Jongen van 15 of 16 Jaar In dienst by een ouden heer, die vier paar den had. Zün lievelingsdier was een prachtige schimmel van een Jaar of drie. Eiken dag bekeek hü het beest nauwkeu rig, om te 'Zien of het ook een schram metje of wondje had en was dit zoo, dan werd het eenlge dagen bulten dienst ge steld en ik moest dan op het beest passen. Op een keer nu had het een klein wondje op den rug, het zadel had zeker een beetje over de huid geschaafd en daardoor was dat wondje ontstaan. Ik ging nu met den schimmel naar de wel en paste er den geheelen dag op; maar het wondje wou maar niet genezen: het scheen steeds erger te worden. Ik was een beetje wanhopig en was bang, dat mijn heer boos op me zou worden! Maar om een uur of vier in den namiddag daar kwam een heel wonderlijk heerschap langs de wel gewandeld. Ik maakte een praatje met hem en vertelde hem toen ook van het wondje op den rug van mün schimmel. .Doodgemakkelijk om dat te genezen", sprak fiü. „Pluk maar een noot van dien boom af. stamp die heelemaal fün en be smeer niet het poeder de wond van X paard Dan zal je den volgenden dag eens zien!” Ik dankte en volgde den raad van den man. „En wat denkt u nu, dat Ik den volgenden dag zag, baron?" ,Dat is te begrijpen”, antwoordde oogenblikkelük von Münchhausen. ,JEr was een heel note boompje gegroeid op de plek waar de wond was geweestMaar denk je, dat dat nu zoo merkwaardig is? Neen, man, zoo iets heb ik zelf ook be leefd! Dat was met een kersepit! Als Je denkt, dat Je met zoo’n prulgeschledenls vrü komt, dan heb Je het mis, hoor! Ga maar weer naar Je plaats! En Iaat num mer twee maar eens tets wonderlükers vertellen!” Verlegen ging strooper no. 1 naar zün plaats terug en buigend trad nummer twee naar voren. Even keek hü de zaal rond en sprak toen: ,Meer baron, ik heb ook altüd veel van paarden gehouden en ben jaren lang koetster geweest bü een baron. Dat was geen gemakkelUk heer! Dat beloof Ik ul Hü sloeg ons, zün bedienden, heel vaak met de zweep, vergde heel veel van zün werklieden en zün paarden en was nooit eens tevreden. Velen zelden, dat hü kon jpoveren, maar dat wou ik niet ge looven. Op het laatst echter moest ik het wel gelooven, hoor maar! Op zekeren dag had het hard geregend en de wegen waren büna onbegaanbaar. Vooral de zware wagens van onzen baron konden de paarden büna niet door de modder krijgen. Toch'wou de man 's avonds nog uit en hü sprak tot mü: .Koetster, de groote reiswagen moet vanavond om 8 uur voorkomen, ik wil nog haar de stad.” Maron", antwoordde ik bescheiden, „het kan niet! Geen paard Is in staat dat zware ding langs de ongebaande we gen voort te trekkenWe krügen vast een ongeluk!" De baron werd boos, gaf me een schop en zei: „Het moet, versta je?" We vertrokken, maar nauwelijks had den we een half uur gereden, of de paar den konden niet meer. Het was onrnoge- lük nog één meter vppjer te komen. gebruikt In de Zü bevat veel sap, vooral Hü te geestelük verwant aan den zoo Juist vertoonden os, vertoont echter, door zün vreemd geplaceerden hoorn, ulterlük weinig overeenkomst. Weer *n ander beeld brengt u den olifant of op zün Grieksch ho elephas. eens laten zien, hoe von MUnchhausen stroopers weet te straffen.” De drie lui beefden van angst en schrik, want ze wisten, dat de baron lang niet malsch was. Ook kenden re echter zün goedheid en menschllevendheid. Maar die laatste twee eigenschappen vertoonden zich niet altüd bü den baron en ze vree» den reeds, dat fe drie weken achter slot en grendel zouden gaan. Von Münchhausen keek toevallig op de klok, die aan den züwand van de groote zaal hing. „Hè, hè! Het was pas half vier! Hoe moest die lange, lange winter avond toch omkomen! „Zeg, dieven!” zoo wendde hü zich nu tot de drie stroopers. ,Jk geef jullie nog één kans om van je straf af te komen." De ongelukklgen spitsten de ooren! Zou de goedheid en menschllevendheid van den baron dezen keer de overwinning be halen op zün strengheid? „Jullie weet”, zoo ging hü voort, „dat ik al heel wat beleefd heb, nietwaar?" ,^Ta”. knikten de drie. .Meel wondere zaken en zeldzame avon turen!” „Ja”, knikten re weer. „Welnu alg jullie nu Iets weet te be denken, wat nog wonderlüker en ongeloof- lüker is dan mün avonturen, dan zal ik je vrü laten. Je moogt een half uur lang tets bedenken en dan beginnen we. Hout vester, roept u Intusschen een bediende en laat den kerels bier en brood gevent Ze kunnen, denk ik, beter vertellen, als ze eerst lekker hebben!” Eenlge minuten later zaten de drie stroopers te smullen en bedachten intus schen hun wonder-geschiedenls. De baron draalde hun den rug toe en deed net alsof hü sliep. Maar toen bet halve uur om was, wenkte hü den eersten van het drietal bü zich en commandeer de: „Begin met je verhaal!" De man knikte eerst even en begon reeds In den tüd der ouden onderwoepan aan de krijgstucht. Hü behoort tot het geslacht der dik huiden. dat ook. aooals bekend, no^jor- schillende vertegenwoordigers in EuriJps* telt, nietwaar, dames en boeren. X Volgende nummer brengt u de zwaan, Grieksch ho hyknos. niet te ver warren met ho kyklos de cirkel. Deze vogel voert vanouds het praedlcaat: konlnklük, mag dus niet geschoten wor den. moet bovendien een beetje naar traan smaken en zingt voor s*n dood den allerwege beroemden zwanenzang. Weer ’n nieuw exemplaar müner bio logische optiek Is het konün ook wel Lepus domestlcus genoemd, osn wel de plaats van het echte veen Innam, waren prachtige smeerwortelplanten op geschoten. „Weet je, waarom die plant zoo heet?" vroeg Ada aan Bram. Neen, Bram wist het niet. „Nu." zei Ada, blü, dat ze ook eens wat kon vertellen, „die plant werd vroe ger voor smeermiddel geneeskunde, de wortel.” was hard, die mooie natuur te verlaten, maar het onverblddc- lüke horloge van Tilly, dat volgens ieder een altüd het beste liep, wees aan, dat bet hoog rijd was om naar huis te gaan. Dus haalde Kees maar weer zün mond- hannonlka voor den dag en terug glrg het, onder bet zingen van het hoogste lied. Ut ntUJrtOOOri Kon u T Dt OU FATH nog in bloei (fig. 1). Allerlei bijen en vliegen vlogen af en aan. Op een bsmk, onder een grooten berk, werd even ge rust en daar ontdekte bet scherpe oog van Kees een merkwaardlgen vlinder, die een goede nabootsing te sten gaf van den berkestam (fig. 3). Het was een wapen drager, zooels Kees wist te vertellen. Het doel van de wandeling waa het veentje, dat een eind achter het park lag. Het warme weer van de laatste Dt Q5

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 12