EEN BRIEF VAN TOOS DE PASTEI VOOR DAGOBERT DEN WREEDE I- e.üg|d 3 F '1 Jantje’s Droom VAN ALLES WAT r -1 door ANNY SLUYTERS De B.L.N.S. x 7 r '9* .r klcLer"" $««<iAah 4 fc- ..W l Tg 1 J. OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN i voor de zal de heerachzuchtige. om hier bij me zitten, tasschen mM en m(jn gemalin I RO FR. zoo n bruiloftsfeest altijd eenige allemaal. 2 Wat wo« jM gaan praten met Heer Dagobert? niet We hebben 't met ons pension goed J «"S* 3 OMHANDEN. TOO6. RAADSELS Duftth J g<|llj«.hkrui cl Z. ir Ai' Wal- Zoekt hM weer dekking ashter een pilaar Kakcw SLOTTER t r Ijzeren week Ik ben, wie ik ben Maar weet men wie Ik ben. Dan ben ik niet meer, Wie ik ben. Wie ben ik? dan nog het maar beetje ten I I In en In de geneeskunde wordt een aftreksel van deze plant gemaakt en vroeger werd dit geneesmiddel zoo hoog gesc'. at. dat de plant den naam duizendguldenkruid kreeg. De kinderen vinden dat fijn: Ze willen altijd bulten zijn. Want sneeuw en Ijs, geloof me maar. Daarvoor staan kind Ten altijd klaar!" noem- wegens ge weld i - om vang, voorstel Wond k Lavev. GeJoovnJ^ Ha.»e sckel 'a andere spitsmuis te probeeren zich daar en dood tot een van belden het De planten hier in de duinen zijn zoo ongeveer dezelfde, die we op Terschel ling vonden en gedroogd hebben. Opval lend is de massa wondklaver (fig. 21. Ook staat hier veel duizendguldenkruid (flg. 3). hier Veel 'vonden klokjes- Hebben we laatst een kaart leeren op plakken, toen deden we dat door eerst het heele karton als het ware ln-te-pakken. Een andere manier, die heel vaak te pas komt, is echter het omranden. Daarvoor gebruiken we reepen linnen of papier van 2 cM. breed. Tegenwoordig zjjn er van die rolletjes gegomd gekleurd papier in den handel, die ik je voor dit werk spe ciaal kan aanbevelen. Door teekeningen heb Ik 't zoo duidelijk mogeltjk trachten te maken. Oesteld dat we weer een ansicht willen opplakken op een stuk karton, dat we eerst daarvoor omranden. Neem een stuk karton van 9 x 14 c.M. 1. Neem 'n reep papier van 2 CM breed en 16 c.M. lang. Vouw dit door midden. walvischkaken voor hekpalen. BM Hollum zagen we een heele rjj van die dingen (flg. 4). ruimt Een volgende keer schrijft Kees jul lie. Haitelljke groeten van De figuur moet je met één penne- of potloodstreek trekken, zonder de pen of het potlood van het papier af te nemen en zonder ook tweemaal «ver dezelfde lijn te gaan. Nu is het mijn beurt jullie wat te ver tellen over ons verblijf hier op bét eiland Ameland. We hebben veel slecht weer' gehad, maar daar hebben we ons maar niet aan gestoord. We zijn eiken dag nog naar het strand geweest. Heeft Henk al geschreven, dat zooveel blauwe zeedistels si meer dan op Terschi we veel witte het en gentiaan. (Flg. 1). Dese manier f komt veel meer tepas. Werk vooral secuur keer, dat hindert niet. Doe het**^^ maar eens opnieuw. Die oefening zal je later heusch niet berouwen. i SM Maar ze kregen er geen gelegenheid toe, want van dat oogenbllk bleef Bolle Bof in het kasteel als kind Van Heer Dagobert en zijn gemalin en toen hij vijftien jaar was geworden, kreeg hM van hen een eigen kasteel ten geschenke. Over ons bezoek aan Ballum zal Kees wel meer vertellen, want daar komen een paar historische bijzonderheden bjj voor, die hem beter toevertrouwd zijn dan orïs.__- Alleen wil ik nog even vertellen, dat we, wandelende door de duinen, opeens een gat zagen, dobbe zouden ze op Ter schelling zeggen, halfvol met zoet water. En toen we goed keken, zagen we daar padden in zitten van alle mogelijke afme tingen. Mientje en ik vonden ze grie zelig, maar Kees en Henk pakten er eenvoudig een paar op om te laten zien, dat ze niets bang voor de dieren waren. Vader zei later, dat padden wel niet gevaarlijk zijn, maar dat het slijm wel om. Denk er aan. op den kant goed strak aanstrjjken. (Flg. II). 3. Druk nu ook de lange strook eerst goed tegen den zijkant en dan omplak ken. De uitstekende stukjes voorzichtig afknippen (flg. III). 4. Den anderen kant behandel je net zoo. Het karton ziet er dus uit als bM flg. IV 5. Nu neem je 2 strookjes van 9 cM. lang en 2 c.M. breed. Daarvan knip je schuine hoekjes af, maar zóó, dat je géén scherpe punt krijgt. Je krijgt dus een klein plat vlakje t>U de punt, dat soo breed moet zijn als het karton dik is, (bijv. 1 of 2 m.M.) (Fig. V). 6. Nu leg je het karton op dat strookje en wel zóó. dat het kleine platte vlakje precies er boven uitsteekt. Nu omvouwen en goed tegen den kant drukken. Het kleine platte vlakje valt nu precies op de kartondlkte. Verder het papier op het karton plakken. (Fig. VI). VII. Op den eenen kant plak je nu de kaart. Denk er aan overal even ver van den kant afblijven. Aan den achterkant plak je nu een stuk papier ter grootte van de oppervlakte kaart (dus 9 x 14) en plak dat onk recht op den achterkant. duurde dagen. Samson moest nu aan lederen gast een nieuw stel kleeren verschaffen. HM deed dat ook maar op minder fatsoenlijke ma nier. HM trok naar het naburige Askalon zocht er ruzie met de inwoners, sloeg er dertig tegen de wereld en betaalde met hun kleeren zMn schuld aan zijn brui loftsgasten. En nu moeten jullie je krachten een» even beproeven aan het volgende. Als X de oplossing niet vindt, kMk dan maar naar het opschrift boven dit praatje. Zoodra de winter komt in 1 land. Neem ik m'n werkje weer ter hand; Ik schud de sneeuw op straat en booznMa! Zooveel als je je maar kunt droomen! „Wat is dat daar in dien zak?" Vroeg Jan, niets op zMn gemak! „Bent u van St. Nicolaas? Of een vriend van Pleterbaas?” Bolle Bof boorde reeds hoe een min streel zijn luit stemde, waarmee deze straks de liederen sou begeleiden, die hij zingen moest, terwijl het hooge gesel schap zat te eten. Bolle Bof wachtte geduldig af. Na een kwartier ongeveer boorde hM daarbinnen druk gepraat en even later werd bet Ml en drongen de eerste accoorden van de luit tot hem door. „Kaboutertje is het heusch waar? M'n sleetje set ik morgen klaar; Ik mag zoo graag toch sleetje rijden Of boven van de heuvels glijden!’’ „Nu. Jan. "k beloof je. Ik aal ’t doen.' Antwoordde de kabouter toen En Jantje sliep, ging verder droomen Heel stil scheen t maantje door de boomen! Op een nacht zag kleine Jan In z’n droom een kleinen man Met een helder sneeuwwit pakje; Op z'n rug droeg hM een zakje! en leg bet karton op de helft zóó, dat er aan den onder- en bovenkant leder 1 oM. uitsteekt. Maak het nat (als je gegomd papier gebruikt) anders met plaksel be strijken. (Flg. I). 2. Knip volgens stippellijn in. recht op den hoek, en plak de kleine stukjes strak „Neen, Jan.” sprak de kleine vent, „•k Geloof niet, dat je me al kent: Ik ben kabouter Sneeuwvlok, hoor; Sneeuw en Ms. daar zorg ik voor! ..Goed.' zei Heer Dagobert. .Iaat die pastei maar in de keuken. We sullen dezen maaltMd besluiten met de meloe nen. die op glndsche schalen liggen.” Toen deze boodschap in de keuken werd afgegeven, was het daar een waar feest en al het personeel sprak samen Al—om voortaan alt Md even vriéndelijk 1-1 Bolle Bof te zMn. daar hM hun het leven had gered. k J De booswicht gaf aan zMn rechters het volgende raadselrijmpje op: andere oude raadsels vinden we groote sommen gclds genoemd ais Je ziet dus De heele keuken van het kasteel was In rep en sper. Heer Dagobert. de heerachzuchtige. had Immers bevolen, dat er een pastel gebakken moest worden, louter en alleen samengesteld uit tongen van zangvo geltjes. De Opperkok wist er geen raad mee. In heel het land aouden er niet vol doende zangvogeltjes zMn, om aan de wenschen van Heer Dagobert te vol doen, maar aan den anderen kant wist hM heel goed, dat Heer Dagobert niet met zich liet spotten en onbarmhartig genoeg was, om heel het keukenperso- Ze maken hier veel gebruik van gras zoden voor afsluiting van de terreinen. Zoo'n walletje is bepaald typisch voor hot eiland. Ook zie je hier nog meer dan op Terschelling gebruik maken van kon Inbrengen moest En nou tot slot voor de knapste oplos sers nog iets. Zooals ik jullie reeds met een enkel woord vertelde, kon men in vroeger tijd met het raadsel- en puzzle-oplossen zelfs allerlei prijzen verdienen. Dit schMnt op het oogenbllk nog zoo te zMn. In Londen is tenminste voor eenige jaren een schatrijke meneer gestorven, die zMn heele vermogen heeft toegezegd aan dengene, die een door hem gemaakte puzzle op kan lossen. Het moet meer dan een mlllioen zMn. Je snapt dus, dat er al duizenden men schen hun krachten op beproefd hebben, maar nog steeds tevergeefs. ,4 Maar wie weet schuilen er onder riMn lezer* ook nog wel een paar raadsel- athleten. Daarom hieronder de raadsel- opgave var. dien Engelschen mMnheer. oplossing, die Griekenland of neen, daar wacht ik nog even mee. Probeeren jullie het zelf eerst even. Dan weten jullie meteen, dat je was je een Grleksche jongenheer uit dien tMd geweest het net zoo keurig gedaan had als die gladde Oedipus. Nog een ander voorbeeld. In den tempel te Gordlum bevond zich een koord, waarvan een knoop was ge vlochten, zóó kunstig, dat niemand dien kon losmaken, of kon zeggen wat het be gin of het einde was. Alexander de Groote, de beroemde konlng. waar je later zeker nog wel eens iets van zult lezen, kwam te Gordlum. bekeek den knoop en toen hM de oplos sing niet vond, nam ie zjin zwaard en hakte den knoop gewoonweg door. Dat was ook een oplossing. Nou weten jullie meteen wat het be teekent als de menschen tegenwoordig nog wel eens spreken van den Gordiaan- schen knoop doorhakken. Het raadsel van het ei van Columbus kennen jullie natuurlMk allemaal, maar minder bekend is het raadsel van Sam son, den bekenden sterken kerel uit de Bpbelsche geschiedenis. Luister: Samson werd op reis aangevallen door een jongen leeuw. HM greep het beest beet en scheurde het vaneen. Later wederom op dezelfde plaats voorbMkomende, zag hM. dat een bijenzwerm was neergestre ken op het geraamte. HM nam den honing er uit en at er van. Op zMn bruiloft, die spoedig daarna plaats vond, gaf hM aan zMn dertig gasten het volgende raadsel op: .BpMse kwam uit den vraatzuchtige en zoetheid uit den geweldige," daarbM doelende op den leeuw en den honing. Konden de gasten binnen zeven dagen de oplossing vinden, dan zouden ze elk een nieuw stel kleeren ont vangen. Konden ze het echter niet, dan zouden ze elk een stel verbeuren. Nu willen jullie natuurlMk ook graag weten hoe dit afliep. Samson's vrouw was een klein pietsje nieuwsgierig. Afijn, daar zMn er wel meer. ZM haalde haar man over, baar de oplossing mede te deelen en toen z- ze wist, kon ze het geheim niet langer be waren en vertelde het aan haar gasten. Die waren nog. want in dien tijd dlgd „Maar Heer Dagobert,” zei Bolle Bot toen, „hoe durft U dese pastei op te eten en voor te zetten aan Uw gemalin. Uw dochter en alle gasten?” „En waarom niet?” vroeg Dagobert verbaasd. „Welnu,” hernam Bolle Bof, „voor dese taart waren in het geheel noodlg drie mlllioen, vMfhonderd en vMftig dui zend drie honderd en drie en zeventig tongetjes. Wie geeft U de verzekering, dat de talrijke jagers, die de tongetjes^ der zangvogeltjes moesten verschaffen, allemaal eerlijk zMn geweest en niet stil letjes rattotongetjes in plaats van vo- opeens den trek in de heerlMke pastel verdwMnen. En de gasten, die gehoord hadden wat er aan de hand was, spraken af. stil letjes weg te gaan als die pastei werd gebracht. Nu achtte Bolle Bof het oogenbllk gekomen. Weliswaar voelde hM zich niet heelemaal op zMn gemak, maar hM was reeds te ver gegaan om zich nu nog te kunnen terugtrekken. Vóór alles moest hM zorgen niet door de bewakers op de torentransen ontdekt te worden. HM sloop dus vlak langs den muur voort. Vlug als een eekhoorntje stak hM het plein over, dat door de volle maan beschenen werd en voor iemand hem ontdekt kon hebben, zocht hM weer dekking achter een pilaar, vlak naast den hoofdingang. Op z’n teentjes sloop Bolle Bof naar binnen tot vóór de deur van de eetzaal. Het hart klopte hem in de keel. Hoe zou Heer Dagobert hem ontvangen? HM wist, dat zMn meester een - wreedaard was. die zelfs in staat was hem soo maar op den stee nen vloer In een hoek te slingeren, dat hM dood bleef Met vin- neel zonder meer te laten ophangen, als ze er niet voor zorgden, dat zMn bevel werd uitgevoerd. In de keu ken en In de uitgestrekte provlsiekel ders was niets dan gejam mer en nie mand was er, die raad wist. Dit duurde net zoolang, tot de jong ste kok, een leerjongen van twaalf jaar. Bolle Bof zooals ze hem den, zMn gen het deed om eens verstandig met Heer Da gobert te gaan praten. De anderen keken hem verbaasd aan en dachten dat hM goed wMs was. De Opperkok glimlachte minachtend. „Wat, wou JM gaan praten met Heer Dagobert?" vroeg hM. „Weet je dan niet, dat Heer Dagobert geen heer is om mee te praten? Als je erg veel drukte tegen hem verkoopt, laat hM ons allemaal gee- selen of hM zet ons bM het jachtfeest aan het schandblok, tot spot van al zMn vrienden.” „Zeker, zeker,” antwoordde Bolle Bof. ..Maar als we niet met hem gaan praten. worden we opgehangen en dat is veel erger. Ik sta liever levend in schandMok, 'dan dat ik dood aan een boom hang.” DAt was taal, waartegen niemand iets en selfs de opperkok toegeven, dat er in de woorden van Balie Bof wel eenige waarheid stak. „Je moet T zelf weten, Bolle Bof,” zei hM eindelMk, nadat hM wel vMf minuten met z'n wMsvinger tegen z’n neus had zittennadenken. „Je kunt met hem gaan praten zooveel als je wilt, maar als je maakt dat Heer Dagobert nMdig op ons wordt, dan krijg je een ongenadig pak slaag,” Bolle Bof lachte. HM liet zich niet soo gemakkelMk uit het veld slaan en dan send liep hM de keuken uit, hupjAlde de trap op naar zMn kamertje en maakte daar de noodige toebereidselen. Z'n koksmuts en zMn schort wierp hM op een stoel en zocht vervolgens zMn Zondagsche pakje op. Dit was van paars fluweel, met hier en daar een bloemetje nn goud, dat zMn moeder er eens op had geborduurd. Het stond hem schattig en menigeen die hem er mee zag loopen, sou denken dat Bolle Bof een jonge man was en de soon van een echten markgraaf. Zorgvuldig verwijderde hM alle pluisjes en stofjes van zMn pak, schuierde de fluweelen baret af en bracht de fraaie struisveer, die het hoofddeksel sierde, netjes in fatsoen. Het was inmiddels donker geworden en de tMd dat Heer Dagobert gewend was temidden van vrienden en gasten zMn avondmaal te gebruiken, was aan gebroken. Vóór alles ging Bolle Bof naar den vMver, om eens te kMken hoe hM er uit zag, maar het was reeds te donker om iets te kunnen onderscheiden. HM besloot het er maar op te wagen. Naast de heestere, die naast de- op haalbrug groeiden, waren smalle ven sters, waarachter licht brandde. Déér was de eetzaal. Hoop en vrees zat op den wagen. HM zag tweebeen vierbeen dragen; Heeren raadt en zegt het mij. Ah ge t niet raadt, ben ik vr#. De deftige raadsheeren van de recht bank hebben het niet op kunnen lossen en de vent kreeg zMn vrMheid terug. De oplossing luidde: „Toen de misdadiger (hoop op bevrM- ding en vrees voor den dood) op den wa gen naar de galg werd vervoerd, eek hM omhoog en zag een ooievaar (twee been) met een kikker (vierbeen) in den bek.” In soms beloonlng voor den oploesei wel, dat In dien tMd het raadsels-oplos- sen niet alleen een tMdpasseering kinderen was. liggen, bevende geitjes zocht hM de zware Mzeren klink van de deur. HM kon er nauwelMks bM, na een wroe- gelukte het hem toch de klink opzM te duwen. Hij had’ al zMn lichaams kracht noo dlg óm de zware Mzeren deur open te doen. De deur week en het heldere Ucht van honderd kaarsen Het hem eenige oogen- bllkken als verblind staan kMken. Bolle Bof wist wel, dat de feesten van den heer Dagobert schitterend waren, maar dat het zóó mooi was, had hM zich niet kunnen voorstellen. De vloer en de wanden waren bedekt met kostbare tapMten, die heer Dagobert op een zMner vele tochten naar het Oosten had meegebracht. De tafels wa ren gedekt met het fMnste damast van Damascus en het tafelgerei was van zuiver goud. Op de tafel stonden groote vazen met een weelde van zacht-gele theeroaen en dit alles scheen gedrenkt met een heer- IMk reukwater, dat Heer Dagobert voor hem alleen liet vervaardigen uit zeld zame bloemen en kostbaren wierook. De pracht van deze zaal en de zachte muziek deden Bolle Bof duizelen, maar opeens dacht hM met een schok aan de werkelMkheid, toen hM zag, dat aUe gasten hem aankeken. „t Zal mM benieuwen hoe dat af loopt," dacht BoUe Bof, terwMl hM eenige stappen zette in de richting van Heer Dagobert, die in bet midden van de tafel zat met zMn gemalin aan de rechter- en zMn dochter aan de linker- zMde. Heer Dagobert deed echter heel an ders dan Bolle Bof ”erwacht had. In plaats van leelMk tegen hem te grijnzen, keek zMn meester hem glim lachend aan. Bolle Bof begreep dat hM bofte. „Haha,” lachte Heer Dagobert, terwMl hM ópstond en een diepe buiging maakte in de richting van het koksmaatje. „En Srat verschaft mM de eer van Uw bezoek, oh vorst van de Gouden Bergen?" Alle gasten lachten. Bolle Bof begreep dat de heer Dago bert grappig wilde zMn en besloot de aardigheid door te zetten. „Heer Dagobert.” zei hM. ,Jk ben ge komen uit het land der Gouden Bergen, omdat men mM vertelde, dat het goud der bergen van mMn land slechts steen- koolsintel is, vergeleken bM den rijkdom die U omgeeft.” „Ge zMt zeer hoffelMk, o vorst,” ver volgde Dagobert, terwMl hM den kleine zijn beker bood. „Maar wat beteekent deze rijkdom, vergeleken met het Ucht van Uwe wMsheid?” „Ge zMt zeer hoffelMk, Heer Dagobert,” antwoordde Bolle Bof, .maar wat be teekent het licht van mMn wijsheid vergeleken met den glans der schoon heid van Uw gemalin?” „Ge zMt zeer hoffelMk. o vorst,” ant woordde de gemalin van Vorst Dago bert, die pleizler in de grap begon te krijgen. .Maar wat beteekent mMn schoonheid vergeleken met den azuren hemel van Uw rijk?” „Ge zMt zeer hoffelMk, vrouwe." ant woordde Bolle Bof met een diepe bui ging naar de dochter van Heer Dago bert, .maar wat beteekent de diepte van den hemel van mMn land bM de azuren diepte in de oogen van deze jonk- vrouwe?” Een donderend hoera deed Bolle Bof opzien. Alle dames en ridders juichten hem toe en noemden hem het schranderste ventje van het geheele land. „Bravo,” riep ook Heer Dagobert „Je antwoorden waren die van een vorst. Kom hier bM me zitten, tusschen mM en mMn gemalin. Dan mag je mee-eten van de heerlMkste spijs die er op deze we reld bestaat: de reuzenpastei, vervaar- van de tongetjes van zangvogel- getroffen. de menschen zMn erg aardig en behulpzaam We hebben ook al eens bM *t Amelandsche Gat gestaan en kon- den de Bosch plaat (een zandbank van Oost-Terschelling naar zee) duidelijk zien. Je zou zoo zeggen/ dat je dat smal le kanaal best kon oxfcrzwemmen. maar er staat zoo’n sterke stroom, dat erva ren zwemmers het zelfs liever niet pro beeren. Jullie hébben zeker in je leven al heel wat raadsels opgelost! Daarom wil ik je vandaag in dit hoekje eens lets over de geschiedenis der raad- seis vertellen, want die is al zoo oud als j de weg naar Rome. Een raadsel is eigenlMk niets anders dan de poging van den eenen mensch om den anderen in slimheid, vernuft, knapheid, of hoe je het dan ook noemen wilt, te kunnen overtreffen. En daar alle menschen op de wereld in een heeleboel dingen precies op elkaar gelMken, en dat ook altijd gedaan hebben, behoeft het je niets te verwonderen, dat er geen volk op de wereld is en was. zelfs niet het meest onbeschaafde, dat er geen raadsels op na houdt of hield. Er zMn er zelfs op den dag van van daag nog. die er, wat hun „letterkunde” betreft, geen andere dingen op na houden dan raadsels en sprookjes. Je snapt nu natuurlMk ook. dat aan het raadsel en al wat daarop gelMkt. een groote waarde werd gehecht en dat hM, die zóó knap en handig was, een verbor gen moeilltkheid op te lossen en tot klaarheid te brengen, een heele bolle boos werd geacht en gesteld werd boven zMn stamgenooten. In ons vaderland en waarschMnlMk ook in andere landen is er een tMd geweest, dat in -ommlge gevallen aan een veroor deelden misdadiger genade werd verleend, en kwMtschelding van straf, als hM een raadsel, dat werd >pgegeven. goed kon oplossen of wanneer hM een raadsel kon bedenken, dat zMn rechters zelf niet kon den oplossen en dus het antwoord moes ten schuldig blMven. Van dit laatste zal ik jullie even een voorbeeld vertellen. is zoo zelden de stekels het schuren langs andere schelpen of over het zand. Daar juist komt Kees nog aandragen met een muisje, dat hM dicht bM huis dood heeft gevonden (fig. 6). Henk zegt, dat bet een spitsmuisje is. Nu, een spits snuitje heeft hM wel. *t Is een echte Insekteneter, die heel veel goed en geen kwaad doet Alleen is het een echte ru- 1 zlemaker; als hM zich eenmaal een jacht terrein gekozen heeft, dan hoeft geen andere «nllamuia te nrobeeren zich daar te wagen; er ontstaat een strijd op leven t veld gsltongetjee hebben geleverd? Zou het niet mogelMk zMn, dat er bM al die ton getjes een ratten- of een muizentongetje was?" Daaraan had Heer Dagobert niet ge dacht. ZMn vrouw en dochter keken hem ver schrikt aan. Bolle Bof kon wel eens gelMk hebbenr-L tégen vonden ze, en ook Heer Dagobert voelde Reeds In de oude geschiedenis der Grieken en Romeinen, ja zelfs in «en BMbel treffen we een raadsel aan. Een paar zal ik jullie er even van vertellen In Griekenland was een monster (in de verbeelding der bewoners tenminste) die dit land onveilig maakte. Ieder, die dit beest voorbM ging, moest een raadsel oplossen en was hM daartoe niet In staat, dan was zMn laatste uur geslagen. Dit duurde jarenlang totdat de schran dere koningszoon Oedipus de oplossing vond, waarop het monster zich van de rots, waarop het leefde, in zee stortte en verdronk. De opgave luidde: Wat loopt ’smor gens op vier, overdag op twee en 's avonds op drie beenen? En de oplossing, die redde. ontsteking kan veroorzaken als het in de i oogen of in wondjes komt. Laat ik eindigen met te vertellen, dat I ik een paar mooie schelpen heb ge- vonden, namelijk een gedoomde hart schelp en een venusschelp. Vooral die ge doomde hartschelp (fig. 5) is merk waardig. omdat je maar exemplaren vindt waarvan niet afgesleten zMn door is wel lastiger, maar *M en niet slonzig Mislukt het al i het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 13