EEN BRIEF VAN TOOS
DE PASTEI VOOR
DAGOBERT DEN WREEDE
I-
e.üg|d
3
F
'1
Jantje’s Droom
VAN ALLES WAT
r
-1
door ANNY
SLUYTERS
De B.L.N.S.
x
7
r
'9*
.r
klcLer""
$««<iAah
4
fc-
..W
l
Tg 1
J.
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
i
voor
de
zal
de heerachzuchtige.
om hier bij me zitten, tasschen mM en m(jn gemalin
I
RO FR.
zoo n bruiloftsfeest altijd eenige
allemaal.
2
Wat wo« jM gaan praten met Heer Dagobert?
niet
We hebben 't met ons pension goed
J «"S*
3
OMHANDEN.
TOO6.
RAADSELS
Duftth J g<|llj«.hkrui cl
Z.
ir
Ai'
Wal-
Zoekt hM weer dekking ashter een pilaar
Kakcw
SLOTTER
t
r
Ijzeren
week
Ik ben, wie ik ben
Maar weet men wie Ik ben.
Dan ben ik niet meer,
Wie ik ben.
Wie ben ik?
dan
nog
het
maar
beetje
ten
I
I
In
en
In de geneeskunde wordt een aftreksel
van deze plant gemaakt en vroeger werd
dit geneesmiddel zoo hoog gesc'. at. dat
de plant den naam duizendguldenkruid
kreeg.
De kinderen vinden dat fijn:
Ze willen altijd bulten zijn.
Want sneeuw en Ijs, geloof me maar.
Daarvoor staan kind Ten altijd klaar!"
noem-
wegens
ge weld i -
om vang,
voorstel
Wond k Lavev.
GeJoovnJ^
Ha.»e sckel
'a andere spitsmuis te probeeren zich daar
en dood tot een van belden het
De planten hier in de duinen zijn zoo
ongeveer dezelfde, die we op Terschel
ling vonden en gedroogd hebben. Opval
lend is de massa wondklaver (fig. 21.
Ook staat hier veel duizendguldenkruid
(flg. 3).
hier
Veel
'vonden
klokjes-
Hebben we laatst een kaart leeren op
plakken, toen deden we dat door eerst het
heele karton als het ware ln-te-pakken.
Een andere manier, die heel vaak te pas
komt, is echter het omranden. Daarvoor
gebruiken we reepen linnen of papier van
2 cM. breed. Tegenwoordig zjjn er van
die rolletjes gegomd gekleurd papier in
den handel, die ik je voor dit werk spe
ciaal kan aanbevelen.
Door teekeningen heb Ik 't zoo duidelijk
mogeltjk trachten te maken. Oesteld dat
we weer een ansicht willen opplakken op
een stuk karton, dat we eerst daarvoor
omranden.
Neem een stuk karton van 9 x 14 c.M.
1. Neem 'n reep papier van 2 CM breed
en 16 c.M. lang. Vouw dit door midden.
walvischkaken voor hekpalen. BM Hollum
zagen we een heele rjj van die dingen
(flg. 4).
ruimt
Een volgende keer schrijft Kees jul
lie.
Haitelljke groeten van
De figuur moet je met één penne- of
potloodstreek trekken, zonder de pen of
het potlood van het papier af te nemen
en zonder ook tweemaal «ver dezelfde
lijn te gaan.
Nu is het mijn beurt jullie wat te ver
tellen over ons verblijf hier op bét eiland
Ameland. We hebben veel slecht weer'
gehad, maar daar hebben we ons maar
niet aan gestoord. We zijn eiken dag
nog naar het strand geweest.
Heeft Henk al geschreven, dat
zooveel blauwe zeedistels si
meer dan op Terschi
we veel witte het en
gentiaan. (Flg. 1).
Dese manier f
komt veel meer tepas. Werk vooral secuur
keer, dat hindert niet. Doe het**^^
maar eens opnieuw. Die oefening zal je
later heusch niet berouwen.
i SM
Maar ze kregen er geen gelegenheid
toe, want van dat oogenbllk bleef Bolle
Bof in het kasteel als kind Van Heer
Dagobert en zijn gemalin en toen hij
vijftien jaar was geworden, kreeg hM
van hen een eigen kasteel ten geschenke.
Over ons bezoek aan Ballum zal Kees
wel meer vertellen, want daar komen
een paar historische bijzonderheden bjj
voor, die hem beter toevertrouwd zijn
dan orïs.__-
Alleen wil ik nog even vertellen, dat
we, wandelende door de duinen, opeens
een gat zagen, dobbe zouden ze op Ter
schelling zeggen, halfvol met zoet water.
En toen we goed keken, zagen we daar
padden in zitten van alle mogelijke afme
tingen. Mientje en ik vonden ze grie
zelig, maar Kees en Henk pakten er
eenvoudig een paar op om te laten zien,
dat ze niets bang voor de dieren waren.
Vader zei later, dat padden wel niet
gevaarlijk zijn, maar dat het slijm wel
om. Denk er aan. op den kant goed strak
aanstrjjken. (Flg. II).
3. Druk nu ook de lange strook eerst
goed tegen den zijkant en dan omplak
ken. De uitstekende stukjes voorzichtig
afknippen (flg. III).
4. Den anderen kant behandel je net
zoo. Het karton ziet er dus uit als bM
flg. IV
5. Nu neem je 2 strookjes van 9 cM.
lang en 2 c.M. breed. Daarvan knip je
schuine hoekjes af, maar zóó, dat je géén
scherpe punt krijgt. Je krijgt dus een
klein plat vlakje t>U de punt, dat soo
breed moet zijn als het karton dik is,
(bijv. 1 of 2 m.M.) (Fig. V).
6. Nu leg je het karton op dat strookje
en wel zóó. dat het kleine platte vlakje
precies er boven uitsteekt.
Nu omvouwen en goed tegen den kant
drukken. Het kleine platte vlakje valt nu
precies op de kartondlkte. Verder het
papier op het karton plakken. (Fig. VI).
VII. Op den eenen kant plak je nu de
kaart. Denk er aan overal even ver van
den kant afblijven.
Aan den achterkant plak je nu een
stuk papier ter grootte van de oppervlakte
kaart (dus 9 x 14) en plak dat onk recht
op den achterkant.
duurde
dagen.
Samson moest nu aan lederen gast een
nieuw stel kleeren verschaffen. HM deed
dat ook maar op minder fatsoenlijke ma
nier. HM trok naar het naburige Askalon
zocht er ruzie met de inwoners, sloeg er
dertig tegen de wereld en betaalde met
hun kleeren zMn schuld aan zijn brui
loftsgasten.
En nu moeten jullie je krachten een»
even beproeven aan het volgende. Als X
de oplossing niet vindt, kMk dan maar
naar het opschrift boven dit praatje.
Zoodra de winter komt in 1 land.
Neem ik m'n werkje weer ter hand;
Ik schud de sneeuw op straat en booznMa!
Zooveel als je je maar kunt droomen!
„Wat is dat daar in dien zak?"
Vroeg Jan, niets op zMn gemak!
„Bent u van St. Nicolaas?
Of een vriend van Pleterbaas?”
Bolle Bof boorde reeds hoe een min
streel zijn luit stemde, waarmee deze
straks de liederen sou begeleiden, die hij
zingen moest, terwijl het hooge gesel
schap zat te eten.
Bolle Bof wachtte geduldig af. Na een
kwartier ongeveer boorde hM daarbinnen
druk gepraat en even later werd bet
Ml en drongen de eerste accoorden van
de luit tot hem door.
„Kaboutertje is het heusch waar?
M'n sleetje set ik morgen klaar;
Ik mag zoo graag toch sleetje rijden
Of boven van de heuvels glijden!’’
„Nu. Jan. "k beloof je. Ik aal ’t doen.'
Antwoordde de kabouter toen
En Jantje sliep, ging verder droomen
Heel stil scheen t maantje door de
boomen!
Op een nacht zag kleine Jan
In z’n droom een kleinen man
Met een helder sneeuwwit pakje;
Op z'n rug droeg hM een zakje!
en leg bet karton op de helft zóó, dat er
aan den onder- en bovenkant leder 1 oM.
uitsteekt. Maak het nat (als je gegomd
papier gebruikt) anders met plaksel be
strijken. (Flg. I).
2. Knip volgens stippellijn in. recht op
den hoek, en plak de kleine stukjes strak
„Neen, Jan.” sprak de kleine vent,
„•k Geloof niet, dat je me al kent:
Ik ben kabouter Sneeuwvlok, hoor;
Sneeuw en Ms. daar zorg ik voor!
..Goed.' zei Heer Dagobert. .Iaat die
pastei maar in de keuken. We sullen
dezen maaltMd besluiten met de meloe
nen. die op glndsche schalen liggen.”
Toen deze boodschap in de keuken
werd afgegeven, was het daar een waar
feest en al het personeel sprak samen
Al—om voortaan alt Md even vriéndelijk
1-1 Bolle Bof te zMn. daar hM hun
het leven had gered.
k J
De booswicht gaf aan zMn rechters
het volgende raadselrijmpje op:
andere oude raadsels vinden we
groote sommen gclds genoemd ais
Je ziet dus
De heele keuken van het kasteel was
In rep en sper.
Heer Dagobert. de heerachzuchtige.
had Immers bevolen, dat er een pastel
gebakken moest worden, louter en alleen
samengesteld uit tongen van zangvo
geltjes.
De Opperkok wist er geen raad mee.
In heel het land aouden er niet vol
doende zangvogeltjes zMn, om aan de
wenschen van Heer Dagobert te vol
doen, maar aan den anderen kant wist
hM heel goed, dat Heer Dagobert niet
met zich liet spotten en onbarmhartig
genoeg was, om heel het keukenperso-
Ze maken hier veel gebruik van gras
zoden voor afsluiting van de terreinen.
Zoo'n walletje is bepaald typisch voor
hot eiland. Ook zie je hier nog meer
dan op Terschelling gebruik maken van
kon Inbrengen
moest
En nou tot slot voor de knapste oplos
sers nog iets.
Zooals ik jullie reeds met een enkel
woord vertelde, kon men in vroeger tijd
met het raadsel- en puzzle-oplossen zelfs
allerlei prijzen verdienen.
Dit schMnt op het oogenbllk nog zoo te
zMn.
In Londen is tenminste voor eenige
jaren een schatrijke meneer gestorven,
die zMn heele vermogen heeft toegezegd
aan dengene, die een door hem gemaakte
puzzle op kan lossen.
Het moet meer dan een mlllioen zMn.
Je snapt dus, dat er al duizenden men
schen hun krachten op beproefd hebben,
maar nog steeds tevergeefs. ,4
Maar wie weet schuilen er onder riMn
lezer* ook nog wel een paar raadsel-
athleten. Daarom hieronder de raadsel-
opgave var. dien Engelschen mMnheer.
oplossing, die Griekenland
of neen, daar wacht ik nog
even mee. Probeeren jullie het zelf eerst
even. Dan weten jullie meteen, dat je
was je een Grleksche jongenheer uit
dien tMd geweest het net zoo keurig
gedaan had als die gladde Oedipus.
Nog een ander voorbeeld.
In den tempel te Gordlum bevond zich
een koord, waarvan een knoop was ge
vlochten, zóó kunstig, dat niemand dien
kon losmaken, of kon zeggen wat het be
gin of het einde was.
Alexander de Groote, de beroemde
konlng. waar je later zeker nog wel eens
iets van zult lezen, kwam te Gordlum.
bekeek den knoop en toen hM de oplos
sing niet vond, nam ie zjin zwaard en
hakte den knoop gewoonweg door. Dat
was ook een oplossing.
Nou weten jullie meteen wat het be
teekent als de menschen tegenwoordig
nog wel eens spreken van den Gordiaan-
schen knoop doorhakken.
Het raadsel van het ei van Columbus
kennen jullie natuurlMk allemaal, maar
minder bekend is het raadsel van Sam
son, den bekenden sterken kerel uit de
Bpbelsche geschiedenis.
Luister:
Samson werd op reis aangevallen door
een jongen leeuw. HM greep het beest beet
en scheurde het vaneen. Later wederom
op dezelfde plaats voorbMkomende, zag
hM. dat een bijenzwerm was neergestre
ken op het geraamte. HM nam den
honing er uit en at er van.
Op zMn bruiloft, die spoedig daarna
plaats vond, gaf hM aan zMn dertig gasten
het volgende raadsel op: .BpMse kwam
uit den vraatzuchtige en zoetheid uit den
geweldige," daarbM doelende op den leeuw
en den honing. Konden de gasten binnen
zeven dagen de oplossing vinden, dan
zouden ze elk een nieuw stel kleeren ont
vangen. Konden ze het echter niet, dan
zouden ze elk een stel verbeuren.
Nu willen jullie natuurlMk ook graag
weten hoe dit afliep.
Samson's vrouw was een klein pietsje
nieuwsgierig. Afijn, daar zMn er wel
meer. ZM haalde haar man over, baar de
oplossing mede te deelen en toen z- ze
wist, kon ze het geheim niet langer be
waren en vertelde het aan haar gasten.
Die waren nog. want in dien tijd
dlgd
„Maar Heer Dagobert,” zei Bolle Bot
toen, „hoe durft U dese pastei op te
eten en voor te zetten aan Uw gemalin.
Uw dochter en alle gasten?”
„En waarom niet?” vroeg Dagobert
verbaasd.
„Welnu,” hernam Bolle Bof, „voor
dese taart waren in het geheel noodlg
drie mlllioen, vMfhonderd en vMftig dui
zend drie honderd en drie en zeventig
tongetjes. Wie geeft U de verzekering,
dat de talrijke jagers, die de tongetjes^
der zangvogeltjes moesten verschaffen,
allemaal eerlijk zMn geweest en niet stil
letjes rattotongetjes in plaats van vo-
opeens den trek in de heerlMke pastel
verdwMnen.
En de gasten, die gehoord hadden wat
er aan de hand was, spraken af. stil
letjes weg te gaan als die pastei werd
gebracht.
Nu achtte Bolle Bof het oogenbllk
gekomen. Weliswaar voelde hM zich niet
heelemaal op zMn gemak, maar hM was
reeds te ver gegaan om zich nu nog te
kunnen terugtrekken.
Vóór alles moest hM zorgen niet door
de bewakers op de torentransen ontdekt
te worden. HM sloop dus vlak langs den
muur voort. Vlug als een eekhoorntje
stak hM het plein over, dat door de volle
maan beschenen werd en voor iemand
hem ontdekt kon hebben, zocht hM weer
dekking achter een pilaar, vlak naast
den hoofdingang.
Op z’n teentjes sloop Bolle Bof naar
binnen tot vóór de deur van de eetzaal.
Het hart klopte hem in de keel. Hoe
zou Heer Dagobert hem ontvangen? HM
wist, dat zMn
meester een
- wreedaard
was. die zelfs
in staat was
hem soo maar
op den stee
nen vloer In
een hoek te
slingeren, dat
hM dood bleef
Met
vin-
neel zonder meer te laten ophangen, als
ze er niet voor zorgden, dat zMn bevel
werd uitgevoerd.
In de keu
ken en In de
uitgestrekte
provlsiekel
ders was niets
dan gejam
mer en nie
mand was er,
die raad wist.
Dit duurde
net zoolang,
tot de jong
ste kok, een
leerjongen
van twaalf
jaar. Bolle
Bof zooals ze
hem
den,
zMn
gen
het
deed om eens
verstandig
met Heer Da
gobert te gaan
praten.
De anderen
keken hem
verbaasd aan en dachten dat hM
goed wMs was.
De Opperkok glimlachte minachtend.
„Wat, wou JM gaan praten met Heer
Dagobert?" vroeg hM. „Weet je dan niet,
dat Heer Dagobert geen heer is om mee
te praten? Als je erg veel drukte tegen
hem verkoopt, laat hM ons allemaal gee-
selen of hM zet ons bM het jachtfeest
aan het schandblok, tot spot van al zMn
vrienden.”
„Zeker, zeker,” antwoordde Bolle Bof.
..Maar als we niet met hem gaan praten.
worden we opgehangen en dat is
veel erger. Ik sta liever levend in
schandMok, 'dan dat ik dood aan
een boom hang.”
DAt was taal, waartegen niemand iets
en selfs de opperkok
toegeven, dat er in de woorden
van Balie Bof wel eenige waarheid stak.
„Je moet T zelf weten, Bolle Bof,” zei
hM eindelMk, nadat hM wel vMf minuten
met z'n wMsvinger tegen z’n neus had
zittennadenken. „Je kunt met hem
gaan praten zooveel als je wilt, maar als
je maakt dat Heer Dagobert nMdig op
ons wordt, dan krijg je een ongenadig
pak slaag,”
Bolle Bof lachte. HM liet zich niet soo
gemakkelMk uit het veld slaan en dan
send liep hM de keuken uit, hupjAlde de
trap op naar zMn kamertje en maakte
daar de noodige toebereidselen.
Z'n koksmuts en zMn schort wierp hM
op een stoel en zocht vervolgens zMn
Zondagsche pakje op.
Dit was van paars fluweel, met hier
en daar een bloemetje nn goud, dat zMn
moeder er eens op had geborduurd. Het
stond hem schattig en menigeen die
hem er mee zag loopen, sou denken dat
Bolle Bof een jonge man was en de
soon van een echten markgraaf.
Zorgvuldig verwijderde hM alle pluisjes
en stofjes van zMn pak, schuierde de
fluweelen baret af en bracht de fraaie
struisveer, die het hoofddeksel sierde,
netjes in fatsoen.
Het was inmiddels donker geworden
en de tMd dat Heer Dagobert gewend
was temidden van vrienden en gasten
zMn avondmaal te gebruiken, was aan
gebroken.
Vóór alles ging Bolle Bof naar den
vMver, om eens te kMken hoe hM er uit
zag, maar het was reeds te donker om
iets te kunnen onderscheiden.
HM besloot het er maar op te wagen.
Naast de heestere, die naast de- op
haalbrug groeiden, waren smalle ven
sters, waarachter licht brandde.
Déér was de eetzaal.
Hoop en vrees zat op den wagen.
HM zag tweebeen vierbeen dragen;
Heeren raadt en zegt het mij.
Ah ge t niet raadt, ben ik vr#.
De deftige raadsheeren van de recht
bank hebben het niet op kunnen lossen
en de vent kreeg zMn vrMheid terug.
De oplossing luidde:
„Toen de misdadiger (hoop op bevrM-
ding en vrees voor den dood) op den wa
gen naar de galg werd vervoerd, eek
hM omhoog en zag een ooievaar (twee
been) met een kikker (vierbeen) in den
bek.”
In
soms
beloonlng voor den oploesei
wel, dat In dien tMd het raadsels-oplos-
sen niet alleen een tMdpasseering
kinderen was.
liggen,
bevende
geitjes zocht
hM de zware
Mzeren klink
van de deur.
HM kon er
nauwelMks bM,
na een
wroe-
gelukte
het hem toch
de klink opzM
te duwen. Hij
had’ al zMn
lichaams
kracht noo
dlg óm de
zware Mzeren deur open te doen. De
deur week en het heldere Ucht van
honderd kaarsen Het hem eenige oogen-
bllkken als verblind staan kMken.
Bolle Bof wist wel, dat de feesten van
den heer Dagobert schitterend waren,
maar dat het zóó mooi was, had hM zich
niet kunnen voorstellen.
De vloer en de wanden waren bedekt
met kostbare tapMten, die heer Dagobert
op een zMner vele tochten naar het
Oosten had meegebracht. De tafels wa
ren gedekt met het fMnste damast van
Damascus en het tafelgerei was van
zuiver goud.
Op de tafel stonden groote vazen met
een weelde van zacht-gele theeroaen en
dit alles scheen gedrenkt met een heer-
IMk reukwater, dat Heer Dagobert voor
hem alleen liet vervaardigen uit zeld
zame bloemen en kostbaren wierook.
De pracht van deze zaal en de zachte
muziek deden Bolle Bof duizelen, maar
opeens dacht hM met een schok aan de
werkelMkheid, toen hM zag, dat aUe
gasten hem aankeken.
„t Zal mM benieuwen hoe dat af
loopt," dacht BoUe Bof, terwMl hM
eenige stappen zette in de richting van
Heer Dagobert, die in bet midden van
de tafel zat met zMn gemalin aan de
rechter- en zMn dochter aan de linker-
zMde.
Heer Dagobert deed echter heel an
ders dan Bolle Bof ”erwacht had.
In plaats van leelMk tegen hem te
grijnzen, keek zMn meester hem glim
lachend aan.
Bolle Bof begreep dat hM bofte.
„Haha,” lachte Heer Dagobert, terwMl
hM ópstond en een diepe buiging maakte
in de richting van het koksmaatje. „En
Srat verschaft mM de eer van Uw bezoek,
oh vorst van de Gouden Bergen?"
Alle gasten lachten.
Bolle Bof begreep dat de heer Dago
bert grappig wilde zMn en besloot de
aardigheid door te zetten.
„Heer Dagobert.” zei hM. ,Jk ben ge
komen uit het land der Gouden Bergen,
omdat men mM vertelde, dat het goud
der bergen van mMn land slechts steen-
koolsintel is, vergeleken bM den rijkdom
die U omgeeft.”
„Ge zMt zeer hoffelMk, o vorst,” ver
volgde Dagobert, terwMl hM den kleine
zijn beker bood. „Maar wat beteekent
deze rijkdom, vergeleken met het Ucht
van Uwe wMsheid?”
„Ge zMt zeer hoffelMk, Heer Dagobert,”
antwoordde Bolle Bof, .maar wat be
teekent het licht van mMn wijsheid
vergeleken met den glans der schoon
heid van Uw gemalin?”
„Ge zMt zeer hoffelMk. o vorst,” ant
woordde de gemalin van Vorst Dago
bert, die pleizler in de grap begon te
krijgen. .Maar wat beteekent mMn
schoonheid vergeleken met den azuren
hemel van Uw rijk?”
„Ge zMt zeer hoffelMk, vrouwe." ant
woordde Bolle Bof met een diepe bui
ging naar de dochter van Heer Dago
bert, .maar wat beteekent de diepte van
den hemel van mMn land bM de azuren
diepte in de oogen van deze jonk-
vrouwe?”
Een donderend hoera deed Bolle Bof
opzien.
Alle dames en ridders juichten hem
toe en noemden hem het schranderste
ventje van het geheele land.
„Bravo,” riep ook Heer Dagobert „Je
antwoorden waren die van een vorst.
Kom hier bM me zitten, tusschen mM en
mMn gemalin. Dan mag je mee-eten van
de heerlMkste spijs die er op deze we
reld bestaat: de reuzenpastei, vervaar-
van de tongetjes van zangvogel-
getroffen. de menschen zMn erg aardig
en behulpzaam We hebben ook al eens
bM *t Amelandsche Gat gestaan en kon-
den de Bosch plaat (een zandbank van
Oost-Terschelling naar zee) duidelijk
zien. Je zou zoo zeggen/ dat je dat smal
le kanaal best kon oxfcrzwemmen. maar
er staat zoo’n sterke stroom, dat erva
ren zwemmers het zelfs liever niet pro
beeren.
Jullie hébben zeker in je leven al heel
wat raadsels opgelost!
Daarom wil ik je vandaag in dit hoekje
eens lets over de geschiedenis der raad-
seis vertellen, want die is al zoo oud als j
de weg naar Rome.
Een raadsel is eigenlMk niets anders
dan de poging van den eenen mensch
om den anderen in slimheid, vernuft,
knapheid, of hoe je het dan ook noemen
wilt, te kunnen overtreffen.
En daar alle menschen op de wereld
in een heeleboel dingen precies op elkaar
gelMken, en dat ook altijd gedaan hebben,
behoeft het je niets te verwonderen,
dat er geen volk op de wereld is en was.
zelfs niet het meest onbeschaafde, dat er
geen raadsels op na houdt of hield.
Er zMn er zelfs op den dag van van
daag nog. die er, wat hun „letterkunde”
betreft, geen andere dingen op na houden
dan raadsels en sprookjes.
Je snapt nu natuurlMk ook. dat aan
het raadsel en al wat daarop gelMkt. een
groote waarde werd gehecht en dat hM,
die zóó knap en handig was, een verbor
gen moeilltkheid op te lossen en tot
klaarheid te brengen, een heele bolle
boos werd geacht en gesteld werd boven
zMn stamgenooten.
In ons vaderland en waarschMnlMk ook
in andere landen is er een tMd geweest,
dat in -ommlge gevallen aan een veroor
deelden misdadiger genade werd verleend,
en kwMtschelding van straf, als hM een
raadsel, dat werd >pgegeven. goed kon
oplossen of wanneer hM een raadsel kon
bedenken, dat zMn rechters zelf niet kon
den oplossen en dus het antwoord moes
ten schuldig blMven.
Van dit laatste zal ik jullie even een
voorbeeld vertellen.
is
zoo zelden
de stekels
het schuren
langs andere schelpen of over het zand.
Daar juist komt Kees nog aandragen
met een muisje, dat hM dicht bM huis
dood heeft gevonden (fig. 6). Henk zegt,
dat bet een spitsmuisje is. Nu, een spits
snuitje heeft hM wel. *t Is een echte
Insekteneter, die heel veel goed en geen
kwaad doet Alleen is het een echte ru-
1 zlemaker; als hM zich eenmaal een jacht
terrein gekozen heeft, dan hoeft geen
andere «nllamuia te nrobeeren zich daar
te wagen; er ontstaat een strijd op leven
t veld
gsltongetjee hebben geleverd? Zou het
niet mogelMk zMn, dat er bM al die ton
getjes een ratten- of een muizentongetje
was?"
Daaraan had Heer Dagobert niet ge
dacht.
ZMn vrouw en dochter keken hem ver
schrikt aan.
Bolle Bof kon wel eens gelMk hebbenr-L tégen
vonden ze, en ook Heer Dagobert voelde
Reeds In de oude geschiedenis der
Grieken en Romeinen, ja zelfs in «en
BMbel treffen we een raadsel aan.
Een paar zal ik jullie er even van
vertellen
In Griekenland was een monster (in
de verbeelding der bewoners tenminste)
die dit land onveilig maakte.
Ieder, die dit beest voorbM ging, moest
een raadsel oplossen en was hM daartoe
niet In staat, dan was zMn laatste uur
geslagen.
Dit duurde jarenlang totdat de schran
dere koningszoon Oedipus de oplossing
vond, waarop het monster zich van de
rots, waarop het leefde, in zee stortte en
verdronk.
De opgave luidde: Wat loopt ’smor
gens op vier, overdag op twee en
's avonds op drie beenen?
En de oplossing, die
redde.
ontsteking kan veroorzaken als het in de
i oogen of in wondjes komt.
Laat ik eindigen met te vertellen, dat
I ik een paar mooie schelpen heb ge-
vonden, namelijk een gedoomde hart
schelp en een venusschelp. Vooral die ge
doomde hartschelp (fig. 5) is merk
waardig. omdat je maar
exemplaren vindt waarvan
niet afgesleten zMn door
is wel lastiger, maar *M
en niet slonzig Mislukt het al i
het