5, EEN BRIEF VAN TOOS DE PASTEI VOOR DAGOBERT DEN WREEDE Jantje’s Droom VAN ALLES WAT E.UG|D HT door ANNY SLUYTERS De B.L.N.S. 7 1/ ’V/i Tig i Wa.1- Itc-L. kakew Dallth J g WonJ k kiekjes vk. T'S** De deftige raai A \'wr oude kindren altUd klaar!" zal de heerschzuchtlge* Kona bier bU me zitten, tumchen mU en mtjn gemalin RO FR. noon bruiloftsfeest altijd eenlge Griekenland Beste allemaal. .ul Tia-I Wat wou M gaan praten met Heer Da*obert? J hU niet 1 Dagobert deed echter heel an- de niet afgesleten sün door OMHANDEN. veld TOO6. RAADSELS Zocht hU weer dekking achter een pilaar BLOTE*. .I All ijzeren week aan- t ge- r den twee ibrle- aan- kenls. or wel toch riizen. 0.60— er is f 1M [^«.hkruia ilg rag Zoodra de winter Ktem Neem Ik m'n werkje Ik schud de sneeuw op’ Zooveel als Je je maar Ik ben. wie !k ben Maar weet men wie !k ben. Dan ben ik niet meer. Wie ik ben. Wie ben ik? ndfjk. i den ver- oduct etmo- ■nkool 0 per i be- 22350 i der lende dan nog het hier Veel in en meer niet ewone drie- t nog 0 per laakte meer ■erom voor t oe- KO. n re- kws- P« aan- emed. naar inden. den icieele nvoer ewor- kt is or de Drie- twee ange- tegen IZEN 193L a er In euren Dlns- loerd. ir 100 deze >p de wei- teeds ver- noem- wegens geweldl- omvang, .^voorstel »1 in van 184000 I 14— (roots leeren r 100 dlgd ties.” Met vln- delijk imera no- i met deze week. Ik. van acn- >p de bet taling niet thans niet han- De f 0.80 par- Za- KG. week rorige ühler 8. N. mooi nrnigs Ml tot .mlng, Hler- i par al blij geno- t de at de van roode. oene neer ik ei- spra- ekend nogal f 9.- kooi dfckon zeggen wat het be- de^lras. Groote,de beroemde van tegen O van ikken- otscb» voor ■1 ah K_a De kinderen vinden dat fijn; Ze willen altijd bulten aljn. Want sneeuw en Ijs. geloof me nnaar; Daarvoor staan L--- - it In 't land. ter hand: raat en boomed! iunt droomenl De planten hier In de duinen zUn aoo ongeveer dezelfde, die we op Terschel ling vonden en gedroogd hebben. Opval lend is de massa wondklaver (fig. 3). Ook itaat hier veel dulaendguldenkruM (fig. 3>. en leg het karton on de helft zóó. dat er aan den onder- en bovenkant leder 1 cM. uitsteekt. Maak het nat (als je gegomd papier gebruikt) anders met plaksel be strijken. (Fig. I). 3. Knip volgens stippellijn In. recht op den hoek, en plak de kleine stukjes strak aan- zeer 40 op. |s van enkele walvischkaken voor hekpalen. BU Hollum sagen we een heels rij van die dingen (fig. 4). (hoop op txvrU- lood) op den wa- 1 vervoerd. eek ooievaar (twee- ivierbeen) In den na een wroe- gelukte We hebben t- met ons pension goed getroffen, de menschen zjjn erg aardig* en behulpzaam. We hebben ook al eens bjj t Amelandsche Gat gestaan en kon den de Boschplaat (een zandbank van Oost-Terschelling naar zee) duidelijk zien. Je. zou zoo zeggen, dat je dat smal le kanaal best kon overzwemmen, maar er staat zoo'n sterke stroom, dat erva ren zwemmen het zelfs liever niet pro- beeren. Over ons bezoek aan Ballum zal Kees wel meer vertellen, want daar komen een paar historische bijzonderheden bij voor, die hem beter toevertrouwd zjjn dan ons. Alleen wil ik nog even vertellen, dat we, wandelende door de duinen, opeens een gat zagen, dobbe zouden ze op Ter schelling zeggen, halfvol met zoet water. En toen we goed keken, zagen we daar padden In zitten van alle mogeljjke afme tingen. Mlentje en Ik vonden ze grie zelig. maar Kees en Henk pakten er eenvoudig een paar op om te laten sten, dat ze niets bang voor de dieren waren. Vader set later, dat padden wel niet gevaarlijk zijn, maar dat bet slijm wel snuitje heeft hU wel. 1 Is een echte Insekteneter, die heel veel goed en geen kwaad doet. Alleen is het een echte ru ziemaker; als hU zich eenmaal een jacht terrein gekozen heeft, dan hoeft geen andere spitsmuis te probeeren zich daar te wagen; er ontstaat een strijd op leven en dood tot een van belden het veld ruimt. Een volgende keer schrijft Kees jul- Ifc. Hartelljke groeten van duurde dagen. Samson moest nu aan lederen gast een nieuw stel kleeren verschaffen. HU deed dat -x>k maar op minder fatsoenlUke ma nier. HU trok naar het ngburlge Askaloo, zocht er ruzie met de Inwoners, sloeg er dertig tegen de wereld en betaalde met hun kleeren zUn schuld aan zUn brui loftsgasten. En nu moeten jullie je krachten eens even beproeven aan het volgende. Als js dé op*ossing niet vtndt. kijk dan maar naar het opschrift boven dit praatje. ..Nu. Jan. "k beloof je. ik zal t doen." Antwoordde de kabouter toen. En Jantje sliep, ging verder droomen. Heel stil scheen t maantje door de boomen! De figuur moet je met Mn penne- of potloodstreek trekken, zonder de pen of het potlood van het papier af te nemen en zonder ook tweemaal over dezelfde lUn te gaan. Bolle Bof hoorde reeds hoe een min streel zUn luit stemde, waarmee deze straks de liederen zou begeleiden, die hU zingen moest, terwijl het hooge gezel schap zat te eten. Bolle Bof wachtte geduldig af. Na een kwartier ongeveer hoorde hU daarbinnen druk gepraat en even later werd het stil en drongen de eerste accoorden van de lult tot hem door. In de geneeskunde wordt een aftreksel van deze plant gemaakt en vroeger werd dit geneesmiddel zoo hoog gesc' at, dat de plant den naam duizendguldenkruld kreeg. ,wU in de Deze meer nog dag K.G. rieer- r 100 nsdag dat oagne corblj C O. Wat loopt 's mor- op twee en Op een nacht zag kleine Jan In z’n droom een kleinen man Met een helder sneeuwwit pakje; Op e'n rug droeg hU een zakje! „Wat is dat daar in dien zak?” Vroeg Jan. niets op zUn gemak! Bent u van 8t. Nlcolaas? Of een vriend van Pleterbaas?" Ze maken bier veel gebruik van gras zoden voor afsluiting van ds terreinen. Zoo'n walletje Is bepaald typisch voor het eiland. Ook zie je hier nog meer dan op Terschelling gebruik maken van „Maar Heer Dagobert," aei poile Bof toen, „hoe durft V deze pastei op te eten en voor te zetten aan Uw gemalin. Uw dochter en alle gasten?” „En waarom niet?” vroeg Dagobert verbaasd. „Welnu,” hernam Bolle Bof. „voor deze taart waren in het «geheel noodig drie mlllloen, vijfhonderd en vUftlg dui zend drie honderd en drie en zeventig tongetjes. Wie geeft U de verzekering, dat de talrijke Jagers, die de tongetjes der zangvogeltjes moesten verschaffen, allemaal eerlUk zUn geweest en niet stil letjes rattetongetjes in plaats van vo orn. Denk er aan, op den kant goed strak aanstrUken. (Fig. ID. 3. Druk nu ook de lange strook eerst goed tegen den zUkant en dan omplsdc- ken. De uitstekende stukjes voorzichtig afknippen (fig. III). 4. Den anderen kant behandel je net zoo. Het karton ziet er dus uit als bU fig. IV. 5. Nu neem je 3 strookjes van 9 oJd. lang en 3 c.M. breed. Daarvan knip je schuine boekjes af, maar zóó, dat je géén scherpe punt krUgt. Je krUgt dus een klein plat vlakje bU de punt, dat aoo breed moet ziin als het karton dik Is, (bUv. 1 of 2 m.M.) (Pig. V). 6. Nu leg je het karton op dat strookje en wel zóó. dat het kleine platte vlakje precies er boven uitsteekt. Nu omvouwen en goed tegen den kant drukken. Het kleine platte vlakje valt nu precies op de kartondikte. Verder het papier op het karton plakken. (Fig. VD. VII. Op den eenen kant plak je nu de kaart. Denk er aan overal even ver van den kant afblUven. Aan den achterkant plak je nu een stuk papier ter grootte van de oppervlakte kaart (dus 9 x 14) en plak dat ook recht op den achterkant. Deze manier is wel lastiger, maar sQ komt veel meer te pas. Werk vooral secuur en niet slonzig Mislukt het al eens sen keer, dat hindert niet. Doe het gerust maar eens opnieuw. Die oefening zal je later heusch niet berouwen. itkrvp r dan iracht ig een icants Fran- Hebben we laatst een kaart leeren op plakken, toen deden we dat door eerst het heele karton als het ware in-te-pakken. Een andere manier, die heel vaak te pas komt, is echter het omranden. Daarvoor gebruiken we reepen linnen of papier van 3 cJd. breed. Tegenwoordig zUn er van die rolletjes gegomd gekleurd papier in den handel, die ik je voor dit werk spe ciaal kan aanbevelen. Door teekenlngen heb ik 't zoo duidelUk mogelijk trachten te maken. Gesteld dat we weer een ansicht willen opplakken op een stuk karton, dat we eerst daarvoor otnranden. Neem een stuk karton van 9 x 14 cM. 1. Neem 'n reep papier van 2 c.M. breed en 16 c.M. lang. Vouw dit door midden, De booswicht gaf aan zUn rechters bet volgende raadselrijmpje op: En aou tot slot voor de knapste oplos sers nog Iets. Zooals Ik Jullie reeds met een enkel woord vertelde, kon men In vroeger tfjd met het raadsel- en puzzle-oplossen zelfs allerlei prllzen verdienen. Dit schUnt op het oogenblik nog zoo te «Un. In Londen is tenminste voor eenigw Jaren een schatrijke meneer gestorven, die zUn bee'e vermogen heeft toegeaegd aan dengene. die een door hem gemaakte puzzle op kan lossen. Het moet meer dan een mlllloen «Un. Je snapt dus, dat er al duizenden men schen hun krachten op benroefd hebben, maar nog steeds tevergeefs. Maar wie weet schuilen er onder -lijn lezers ook nog wel een paar raadsel- athleten. Daarom hieronder de roadsel- opgave van dien Engelschen mUnheer. Nu is het mUn beurt jullie wat te ver tellen over ons verblijf bier op het eiland Ameland. We hebben veel slecht weer gehad, maar daar hebben we ons maar niet aan gestoord. We zUn eiken dag nog naar het strand geweest. Heeft Henk al geschreven, dat zooveel blauwe zeedistels staan? meer dan op Terschelling. Ook vonden we veel witte hel en prachtige klokjes- gentlaan. (Fig. 1). geltongetjes hebben geleverd? Zou het niet mogelUk zjjn, dat er bU al die ton getjes een ratten- of een muizentongetje was?” Daaraan had Heer Dagobert niet ge dacht. ZUn vrouw en dochter keken hem ver schrikt aan. “Bolle Bof kon we! eens gelijk hebben, vonden ze, en ook Heer Dagobert voelde muur* vcprt. Vlug als een eekhoorntje stak hjj het plein over, dat door de'volle maan beschenen werd en voor Iemand hem ontdekt kon hebben, zocht hü weer achter een pilaar, vlak naast Is maar zoo zelden stekels schuren Reeds in de oude geschiedenis der Grieken en Romeinen, ja zelfs In en Bijbel treffen we een raadsel aan. Een paar zal Ik Jullie er even van vertellen In ontsteking kan veroorzaken als bet in de oogen of in wondjes komt. Laat ik eindigen met te vertellen, dat ik een paar mooie schelpen heb ge vonden, nsunelljk een gedoomde hart schelp en een venusschelp. Vooral die ge doomde hartschelp (fig. 5) Is merk- waaftllg, omdat je exemplaren vindt waarvan niet afgesloten zUn door het langs andere schelpen of over het zand. Daar juist komt Kees nog aandrogen met een muisje, dat hU dicht bU huis dood heeft gevonden (fig. 6). Henk zegt, dat het een spitsmuisje is. Nu. een spits Jul’le hebben zeker in je leven al heel wat raadsels opgelost! Daarom wü ik Je vandaag in dit boekje eens lets over de geschiedenis der raad sels vertellen, want die is al aoo <xk als de weg naar Rome. Een raadsel is eigenhjk niets anders dan de poging van den eenéB mensch om den anderen in slimheid, vernuft, knapheid, of hoe Je het dan ook noemen wilt, te kunnen overtreffen. En daar alle menschen op de wereld tn een hee’eboel dingen precies op elkaar gelUken, en dat ook altijd gedaan hebben, behoeft het Je niets te verwonderen, dat er geen volk op de wereld is en was. zelfs niet het meest onbeschaafde, dat er geen raadsels op na houdt of hield. Er zUn er selfs op den dag van van daag nog. die er. vat hun ..letterkunde" betreft, geen andere dingen op na houden dan raadsels en sprookjes. Je snapt nu natuurlUk ook. dat aan het -aadsel en al wat daarop gelUkt, een groote waarde werd gehecht en dat hU. die zóó knap en handig was. een verbor gen moellUkheid op te lossen en tot k'aarheid te brengen, een heele bolle boos werd geacht en gesteld werd boven zUn stamgenooten. In ons vaderland en waarschUnlUk ook in andere landen te er een tijd geweest, dat in -onunlge gevallen aan een veroor deelden misdadiger genade werd verleend, en kwUteeheldlng van straf, als hU een raadsel, dat werd ipgegeven. goed kon oplossen of wanneer h(j een raadsel kon bedenken, dat zijn rechters zelf niet kon den oplossen en dus het antwoord moes ten schuldig b'Uven. Van dit laatste aal Ik jullie even een voorbMld Nu achtte Bolle Bof het oogenblik gekomen. Weliswaar voelde hU zich niet heelemaal op zijn gemak, maar hU was reeds te ver gegaan om zich nu nog te kunnen terugtrekken. Vóór alles moest hU zorgen niet door de bewakers op de torentransen ontdekt te worden. HU sloop dus vlak langs den ding en vrees vi gen naar de hU omhoog eij| been) met een bek.” In andere oude raadsels vinden we soms groote sommen gc'ds genoemd als beloonlng voor den oplosser. Je ziet dus wel, dat in dien tUd het raadsels-oplos- sen niet alleen een tUdpasseering kinderen was. .Kaboutertje is het heusch waar? Mn sleetje zet ik morgen klaar; Ik mag zoo graag toch sleetje rijden Of boven van de heuvels gUjden!” De heele keuken van het kasteel was In rep en roer. Heer Dagobert, C. bad Immers bevolen, dat er een pastel gebakken moest worden, louter en alleen samengesteld uit tongen van zangvo geltjes. De Opperkok* wist er geen raad mee. In heel het land zouden er niet vol doende zangvogeltjes zUn, om aan de wenschen van Heer Dagobert te vol doen. maar aan den anderen kant wist hU heel goed, dat Heer Dagobert niet met zich liet spotten en onbarmhartig genoeg was, om heel het keukenperso- neel zonder meer te laten ophangen, als ze er niet voor zorgden, dat zUn bevel werd uitgevoerd. In de keu ken en in de uitgestrekte provisiekel ders was niets gejam- en nle- Maar ze kregen er geen gelegenheid toe, want van dat oogenblik bleef Bolle Bof In het kasteel als kind van Heer «Dagobert en zUn gemalin en toen hU vUftlen Jaar was geworden, kreeg hU van hen een eigen kasteel ten geschenke. Grieken’and was een monster (in de verbeelding der bewoners tenminste) die dit land onveilig maakte. Ieder, die dit beest voorbU ging, moest een raadsel oplossen en was hU daartoe niet In staat, dan was zUn laatste uur geslagen. Dit duurde Jarenlang totdat de schran dere koningszoon „Oedlous de oploa-Jng vond, waarop het monster zich van de rots, waarop het leelde. in zee stortte en verdronk. De opgave luidde: gens op vier, overdag 's avonds op drie beenen? En de oplossing, die reddeof neen, daar wacht ik nog everi*'«ilÊfir-Ffobceren jul’le het zelf eerst even. Dan weten Jullie meteen, dat je was Je een Grieksche Jongenheer uit dien tUd geweest het net zoo keurig gedaan had als die gladde Oedipus. Nog een ander voorbeeld. In den tempel te Gbrdium bevond zich een koord, waarvan een knoop was ge vlochten. zóó kunstig, dat niemand dien kon losmaken, i'”’ gin of het einde1 Alexander de Groote. ^de beroemde koning. waar Je later zeker nog wel eens iets van zult lezen, kwam te Gordium. bekeek den knoop en toen hU de oplos sing niet vond, nam le zUn zwaard en hakte den knoop gewoonweg door. Dat was ook een op'osslng. Nou weten jullie meteen wat het be- teekent als de menschen tegenwoordig nog wel eens spreken van den Gordlaan- schen knoop doorhakken. Het raadsel van het jel van Columbus kennen Jul’le natuurlUk allemaal, maar minder bekend Is het raadsel van Bam- son. den bekenden sterken kerel uit de BUbelsche geschiedenis. Luister: Samson werd op reis aangeva'len door een Jongen leeuw. HU «reep het beest beet en scheurde het vaneen. Later wederom op dezelfde plaats voorbijkomende, zag hU. dat een bUenzwerm was neergestre ken op het geraamte. HU nam den honing er uit en at er van. Op zUn bruiloft, die spoedig daarna plaats vond, gaf hij aan zUn dertig gasten het volgende raadsel op: „SpUze kwam uit den vraatzuchtige en zoetheid uit den geweldige.” daarbU doelende op den leeuw en den honing. Konden de gasten binnen zeven dagen de oplossing vinden, dan zouden ze elk een nieuw stel kleeren ont vangen. Konden ze het echter niet, dan zouden ze elk een stel verbeuren. Nu willen jullie natuurlUk ook graag weten hoe dit afliep. Bamson's vrouw was een k’efn pletste nieuwsgierig. AfUn. daar zijn er wel meer. ?U haalde haar man over, haar de oplossing mede te deelen en toen z te wist, kon ze het geheim niet langer be waren en vertelde het aan haar gasten. Die waren er nog. want In dien tijd „Neen. Jan.” sprak de kleine vent, „Tt Geloof niet, dat Je me al kent: Ik ben kabouter Sneeuwvlok, hoor: Sneeuw en Us. daar zorg ik voor! „Goed,” zei Heer Dagobert, „laat die pastel1 maar in de keuken. We zullen dezen maaltUd besluiten met de meloe nen. die op gindache schalen liggen.” Toen deze boodschap In de keuken werd afgegeven, was het daar een waar feest en al het personeel sprak samen af om voortaan altUd even vrlendelUk tegen Bolle Bof te zUn, daar hU hun het leven had gered. OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN opeens den trek in de heerUJke pastei verdwUnen. En de gasten, die gehoord hadden wat er aan de hand was, spraken af. stil letjes weg te gaan als die pastei werd gebracht. Hoop en vrees zat op den wagen, HU sag tweebeen vierbeen dragen; Hoeren raadt en segt het mU„ Als ge T niet raadt, ben ik vrU- De deftige raadshecren van de recht bank hebben hetlniet op kunnen lossen en de vent kreegXzljn vrUheld terug. De oplossing luidde: „Toen de misdadiger lenN tterl del den hdofdlngang. Op z'n teentjes sloop Bolle Bof naar binnen tot vóór de„ deur van de eetzaal. Het hart klopte hem In de keel. Hoe zou Heer Dagobert hem ontvangen? HU wist, dat zUn meester een wreedaard was, die zelfs In staat was hem zoo maar op den stee- nen vloer in een hoek te slingeren, dat hij dood bleef liggen, bevende gertjes zocht hU de zware ijzeren klink van de deur. HU kon er nauweUjks bU. maar beetje ten het hem toch de klink opzU te duwen. HU had al zUn lichaams kracht noo dig om de zware ijzeren deur open te doen. De deur week en het heldere licht van honderd kaarsen liet hem eenlge oogen- blikken als verblind staan kUken. Bolle Bof wist wel, dat de feesten van den heer Dagobert schitterend waren, maar dat het zóó mooi was, had hU zich niet kunnen voorstellen. De vloer en de wanden waren bedekt met kostbare tapUten, die heer Dagobert op een zUner vele tochten naar het I Oosten had meegebracht. De tafels wa- ren gedekt met het fUnste damast van 1 Damascus en het tafelgerei was van I zuiver goud. Op de tafel stonden groote vazen met een weelde van zacht-gele theerozen en dit alles scheen gedrenkt met een heer- lUk reukwater, dat Heer Dagobert voor hem alleen liet vervaardigen uit zeld zame bloemen en kostbaren wierook. De pracht van deze zaal en de zachte muziek deden Bolle Bof duizelen, maar opeens dacht hU met een schok aan de werkelUkheld. toen hU zag. dat alle gasten hem aankeken. „t Zal mU benieuwen hoe dat af loopt,” dacht Bolle Bof, terwUl hU eenlge stappen zette In de richting van Heer Dagobert, die in het midden van de tafel zat met zUn gemalin aan de rechter- en zUn dochter aan de linker zijde. Heer ders dan Bolle Bof "erwacht had. In plaats van leelUk tegen hem te grijnzen, keek zUn meester hem glim lachend aan. Bolle Bof begreep dat hU bofte. ,Kaha,” lachte Heer Dagobert, terwUl hU opstond en een diepe buiging maakte In de richting van het koksmaatje. ,Kn wat verschaft mU de eer van Uw bezoek, oh vorst van de Gouden Bergen?” Alle gasten lachten. Bolle Bof begreep dat de heer Dago bert grappig wilde zUn en besloot de aardigheid door te zetten. .Keer Dagobert,” zei hU, „Ik ben ge komen uit het land der Gouden Bergen, omdat men mu' vertelde, dat het goud der bergen van mijn land slechts steen kool. In tel is. vergeleken bU den rijkdom die U omgeeft.” „Ge zUt zeer hoffelijk, o vorst," ver volgde Dagobert. terwUl hU den kleine zUn beker bood. „Maar wat beteekent deze rijkdom, vergeleken met het licht van Uwe wijsheid?” „Ge zUt zeer hoffelUk, Heer Dagobert,” antwoordde Bolle Bof, .maar wat be teekent het licht van nUJn wUsheld vergeleken met den glans der schoon heid van Uw gemalin?” „Ge zUt zeer hoffelUk, o vorst.” ant woordde de gemalin van Vorst Dago bert, die pleister In de grap begon tfc krijgen. „Maar wat beteekent mUn schoonheid vergeleken met den azuren hemel van Uw rijk?” „Ge zUt zeer hoffelUk, vrouwe,” ant woordde Bolle Bof met een diepe bui ging naar de dochter .van Heer Dago bert, .maar wat beteekent de diepte van den hemel van mUn land bU de azuren diepte in de oogen van deze jonk- vrouwe?” Een donderend hoera deed Bolle Bof opzien. Alle dames en ridders juichten hem toe en noemden hem het schranderste ventje van het geheele land. Kravo,” riep ook Heer Dagobert. .Je antwoorden jearen die van een vorst. Kom hier bU me zitten, tusschen mU en mijn gemalin. Dan mag je mee-eten van de heerlükste spUs die er op deze we reld bestaat: de reuzenpastel, vervaar- van de tongetjes van zangvogel- dan mer mand was er, die raad wist. Dit duurda net zoolang, tot de Jdrtg- ste kok. een leerjongen van twaalf jaar. Bolle Bof zooals ze hem den, zUn gen het deed om eens verstandig met Heer Da gobert te gaan praten. De anderen keken hem verbaasd aan en dachten dat goed wUs was. De Opperkok glimlachte minachtend. „Wat, wou JU iTV” praten met Heer Dagobert?” vroeg nn. „Weet je dan niet, dat Heer Dagobert geen heer is om mee te praten? Als je erg veel drukte tegen hem verkcopt, laat hU ons allemaal gee- selen of hU zet ons bU het jachtfeest aan het schandblok, tot spot van al zUn vrienden.” „Zeker, zeker.” antwoordde Bolle Bof. .Maar als we niet met hem gaan praten. worden we opgehangen en dat is veel erger. Ik sta liever levend In schandblok, dan dat ik dood aan een boom hang.” Dit was taal, waartegen niemand iets kon inbrengen en zelfs de opperkok moest toegeven, dat er in de woorden van Bolle Bof wel eenlge waarheid stak. „Je moet t zelf weten. Bolle Bof,” zei hU elndelUk. nadat hU wel vUf minuten met z'n wUsvlnger tegen z’n neus had zitten nadenken. „Je kunt met hem gaan praten zooveel als je wilt, maar als je maakt dat Heer Dagobert nUdig op ons wordt, dan krijg je een ongenadig pak slaag." Bolle Bof lachte. HU liet zich niet zoo gemakkelUk uit het veld slaan en dan send liep hU de keuken uit, huppelde de trap op naar zUn kamertje en maakte daar de noodlge toebereidselen. Z’n koksmuts en zUn schort wierp hU op een stoel en zocht vervolgens zUn Zondagsche pakje op. Dit was van paars fluweel, met hier en daar een bloemetje van goud, dat zijn moeder er eens op had geborduurd. Het stond hem schattig en menigeen die hem er mee zag loopen, zou denken.dat Bolle Bof een jonge man was en de zoon van een echten markgraaf. Zorgvuldig verwUderde hU alle pluisjes en stofjes van zijn pak, schuierde de fluweelen baret af en bracht de fraaie struisveer, die het hoofddeksel sierde, netjes in fatsoen. Het was inmiddels donker geworden en de tUd dat Heer Dagobert gewend was temidden van vrienden en gasten zün avondmaal te gebruiken, was aan gebroken. Vóór alles ging Bolle Bof naar den rijver, om eens te kUken hoe hU er uit zag, maar het was reeds te donker om iets te kunnen onderscheiden. HU besloot het er maar op te wagen. Naast de heesters, die naast de op haalbrug groeiden, waren smalle ven sters, waarachter licht brandde. Dóór was de eetzaal.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 7