5,
EEN BRIEF VAN TOOS
DE PASTEI VOOR
DAGOBERT DEN WREEDE
Jantje’s Droom
VAN ALLES WAT
E.UG|D
HT
door ANNY
SLUYTERS
De B.L.N.S.
7
1/
’V/i
Tig i
Wa.1-
Itc-L.
kakew
Dallth J g
WonJ k
kiekjes
vk. T'S**
De deftige raai
A
\'wr
oude
kindren altUd klaar!"
zal
de heerschzuchtlge*
Kona bier bU me zitten, tumchen mU en mtjn gemalin
RO FR.
noon bruiloftsfeest altijd eenlge
Griekenland
Beste allemaal.
.ul
Tia-I
Wat wou M gaan praten met Heer Da*obert?
J
hU
niet
1
Dagobert deed echter heel an-
de
niet afgesleten sün door
OMHANDEN.
veld
TOO6.
RAADSELS
Zocht hU weer dekking achter een pilaar
BLOTE*.
.I All
ijzeren
week
aan-
t ge-
r den
twee
ibrle-
aan-
kenls.
or wel
toch
riizen.
0.60—
er is
f 1M
[^«.hkruia
ilg
rag
Zoodra de winter Ktem
Neem Ik m'n werkje
Ik schud de sneeuw op’
Zooveel als Je je maar
Ik ben. wie !k ben
Maar weet men wie !k ben.
Dan ben ik niet meer.
Wie ik ben.
Wie ben ik?
ndfjk.
i den
ver-
oduct
etmo-
■nkool
0 per
i be-
22350
i der
lende
dan
nog
het
hier
Veel
in
en
meer
niet
ewone
drie-
t nog
0 per
laakte
meer
■erom
voor
t oe-
KO.
n re-
kws-
P«
aan-
emed.
naar
inden.
den
icieele
nvoer
ewor-
kt is
or de
Drie-
twee
ange-
tegen
IZEN
193L
a
er In
euren
Dlns-
loerd.
ir 100
deze
>p de
wei-
teeds
ver-
noem-
wegens
geweldl-
omvang,
.^voorstel
»1 in
van
184000
I 14—
(roots
leeren
r 100
dlgd
ties.”
Met
vln-
delijk
imera
no-
i met
deze
week.
Ik.
van
acn-
>p de
bet
taling
niet
thans
niet
han-
De
f 0.80
par-
Za-
KG.
week
rorige
ühler
8. N.
mooi
nrnigs
Ml tot
.mlng,
Hler-
i par
al blij
geno-
t de
at de
van
roode.
oene
neer
ik ei-
spra-
ekend
nogal
f 9.-
kooi
dfckon zeggen wat het be-
de^lras.
Groote,de beroemde
van
tegen
O van
ikken-
otscb»
voor
■1 ah
K_a
De kinderen vinden dat fijn;
Ze willen altijd bulten aljn.
Want sneeuw en Ijs. geloof me nnaar;
Daarvoor staan L--- -
it In 't land.
ter hand:
raat en boomed!
iunt droomenl
De planten hier In de duinen zUn aoo
ongeveer dezelfde, die we op Terschel
ling vonden en gedroogd hebben. Opval
lend is de massa wondklaver (fig. 3).
Ook itaat hier veel dulaendguldenkruM
(fig. 3>.
en leg het karton on de helft zóó. dat er
aan den onder- en bovenkant leder 1 cM.
uitsteekt. Maak het nat (als je gegomd
papier gebruikt) anders met plaksel be
strijken. (Fig. I).
3. Knip volgens stippellijn In. recht op
den hoek, en plak de kleine stukjes strak
aan-
zeer
40 op.
|s van
enkele
walvischkaken voor hekpalen. BU Hollum
sagen we een heels rij van die dingen
(fig. 4).
(hoop op txvrU-
lood) op den wa-
1 vervoerd. eek
ooievaar (twee-
ivierbeen) In den
na een
wroe-
gelukte
We hebben t- met ons pension goed
getroffen, de menschen zjjn erg aardig*
en behulpzaam. We hebben ook al eens
bjj t Amelandsche Gat gestaan en kon
den de Boschplaat (een zandbank van
Oost-Terschelling naar zee) duidelijk
zien. Je. zou zoo zeggen, dat je dat smal
le kanaal best kon overzwemmen, maar
er staat zoo'n sterke stroom, dat erva
ren zwemmen het zelfs liever niet pro-
beeren.
Over ons bezoek aan Ballum zal Kees
wel meer vertellen, want daar komen
een paar historische bijzonderheden bij
voor, die hem beter toevertrouwd zjjn
dan ons.
Alleen wil ik nog even vertellen, dat
we, wandelende door de duinen, opeens
een gat zagen, dobbe zouden ze op Ter
schelling zeggen, halfvol met zoet water.
En toen we goed keken, zagen we daar
padden In zitten van alle mogeljjke afme
tingen. Mlentje en Ik vonden ze grie
zelig. maar Kees en Henk pakten er
eenvoudig een paar op om te laten sten,
dat ze niets bang voor de dieren waren.
Vader set later, dat padden wel niet
gevaarlijk zijn, maar dat bet slijm wel
snuitje heeft hU wel. 1 Is een echte
Insekteneter, die heel veel goed en geen
kwaad doet. Alleen is het een echte ru
ziemaker; als hU zich eenmaal een jacht
terrein gekozen heeft, dan hoeft geen
andere spitsmuis te probeeren zich daar
te wagen; er ontstaat een strijd op leven
en dood tot een van belden het veld
ruimt.
Een volgende keer schrijft Kees jul-
Ifc.
Hartelljke groeten van
duurde
dagen.
Samson moest nu aan lederen gast een
nieuw stel kleeren verschaffen. HU deed
dat -x>k maar op minder fatsoenlUke ma
nier. HU trok naar het ngburlge Askaloo,
zocht er ruzie met de Inwoners, sloeg er
dertig tegen de wereld en betaalde met
hun kleeren zUn schuld aan zUn brui
loftsgasten.
En nu moeten jullie je krachten eens
even beproeven aan het volgende. Als js
dé op*ossing niet vtndt. kijk dan maar
naar het opschrift boven dit praatje.
..Nu. Jan. "k beloof je. ik zal t doen."
Antwoordde de kabouter toen.
En Jantje sliep, ging verder droomen.
Heel stil scheen t maantje door de
boomen!
De figuur moet je met Mn penne- of
potloodstreek trekken, zonder de pen of
het potlood van het papier af te nemen
en zonder ook tweemaal over dezelfde
lUn te gaan.
Bolle Bof hoorde reeds hoe een min
streel zUn luit stemde, waarmee deze
straks de liederen zou begeleiden, die hU
zingen moest, terwijl het hooge gezel
schap zat te eten.
Bolle Bof wachtte geduldig af. Na een
kwartier ongeveer hoorde hU daarbinnen
druk gepraat en even later werd het
stil en drongen de eerste accoorden van
de lult tot hem door.
In de geneeskunde wordt een aftreksel
van deze plant gemaakt en vroeger werd
dit geneesmiddel zoo hoog gesc' at, dat
de plant den naam duizendguldenkruld
kreeg.
,wU
in de
Deze
meer
nog
dag
K.G.
rieer-
r 100
nsdag
dat
oagne
corblj
C O.
Wat loopt 's mor-
op twee en
Op een nacht zag kleine Jan
In z’n droom een kleinen man
Met een helder sneeuwwit pakje;
Op e'n rug droeg hU een zakje!
„Wat is dat daar in dien zak?”
Vroeg Jan. niets op zUn gemak!
Bent u van 8t. Nlcolaas?
Of een vriend van Pleterbaas?"
Ze maken bier veel gebruik van gras
zoden voor afsluiting van ds terreinen.
Zoo'n walletje Is bepaald typisch voor
het eiland. Ook zie je hier nog meer
dan op Terschelling gebruik maken van
„Maar Heer Dagobert," aei poile Bof
toen, „hoe durft V deze pastei op te
eten en voor te zetten aan Uw gemalin.
Uw dochter en alle gasten?”
„En waarom niet?” vroeg Dagobert
verbaasd.
„Welnu,” hernam Bolle Bof. „voor
deze taart waren in het «geheel noodig
drie mlllloen, vijfhonderd en vUftlg dui
zend drie honderd en drie en zeventig
tongetjes. Wie geeft U de verzekering,
dat de talrijke Jagers, die de tongetjes
der zangvogeltjes moesten verschaffen,
allemaal eerlUk zUn geweest en niet stil
letjes rattetongetjes in plaats van vo
orn. Denk er aan, op den kant goed strak
aanstrUken. (Fig. ID.
3. Druk nu ook de lange strook eerst
goed tegen den zUkant en dan omplsdc-
ken. De uitstekende stukjes voorzichtig
afknippen (fig. III).
4. Den anderen kant behandel je net
zoo. Het karton ziet er dus uit als bU
fig. IV.
5. Nu neem je 3 strookjes van 9 oJd.
lang en 3 c.M. breed. Daarvan knip je
schuine boekjes af, maar zóó, dat je géén
scherpe punt krUgt. Je krUgt dus een
klein plat vlakje bU de punt, dat aoo
breed moet ziin als het karton dik Is,
(bUv. 1 of 2 m.M.) (Pig. V).
6. Nu leg je het karton op dat strookje
en wel zóó. dat het kleine platte vlakje
precies er boven uitsteekt.
Nu omvouwen en goed tegen den kant
drukken. Het kleine platte vlakje valt nu
precies op de kartondikte. Verder het
papier op het karton plakken. (Fig. VD.
VII. Op den eenen kant plak je nu de
kaart. Denk er aan overal even ver van
den kant afblUven.
Aan den achterkant plak je nu een
stuk papier ter grootte van de oppervlakte
kaart (dus 9 x 14) en plak dat ook recht
op den achterkant.
Deze manier is wel lastiger, maar sQ
komt veel meer te pas. Werk vooral secuur
en niet slonzig Mislukt het al eens sen
keer, dat hindert niet. Doe het gerust
maar eens opnieuw. Die oefening zal je
later heusch niet berouwen.
itkrvp
r dan
iracht
ig een
icants
Fran-
Hebben we laatst een kaart leeren op
plakken, toen deden we dat door eerst het
heele karton als het ware in-te-pakken.
Een andere manier, die heel vaak te pas
komt, is echter het omranden. Daarvoor
gebruiken we reepen linnen of papier van
3 cJd. breed. Tegenwoordig zUn er van
die rolletjes gegomd gekleurd papier in
den handel, die ik je voor dit werk spe
ciaal kan aanbevelen.
Door teekenlngen heb ik 't zoo duidelUk
mogelijk trachten te maken. Gesteld dat
we weer een ansicht willen opplakken op
een stuk karton, dat we eerst daarvoor
otnranden.
Neem een stuk karton van 9 x 14 cM.
1. Neem 'n reep papier van 2 c.M. breed
en 16 c.M. lang. Vouw dit door midden,
De booswicht gaf aan zUn rechters
bet volgende raadselrijmpje op:
En aou tot slot voor de knapste oplos
sers nog Iets.
Zooals Ik Jullie reeds met een enkel
woord vertelde, kon men In vroeger tfjd
met het raadsel- en puzzle-oplossen zelfs
allerlei prllzen verdienen.
Dit schUnt op het oogenblik nog zoo te
«Un.
In Londen is tenminste voor eenigw
Jaren een schatrijke meneer gestorven,
die zUn bee'e vermogen heeft toegeaegd
aan dengene. die een door hem gemaakte
puzzle op kan lossen.
Het moet meer dan een mlllloen «Un.
Je snapt dus, dat er al duizenden men
schen hun krachten op benroefd hebben,
maar nog steeds tevergeefs.
Maar wie weet schuilen er onder -lijn
lezers ook nog wel een paar raadsel-
athleten. Daarom hieronder de roadsel-
opgave van dien Engelschen mUnheer.
Nu is het mUn beurt jullie wat te ver
tellen over ons verblijf bier op het eiland
Ameland. We hebben veel slecht weer
gehad, maar daar hebben we ons maar
niet aan gestoord. We zUn eiken dag
nog naar het strand geweest.
Heeft Henk al geschreven, dat
zooveel blauwe zeedistels staan?
meer dan op Terschelling. Ook vonden
we veel witte hel en prachtige klokjes-
gentlaan. (Fig. 1).
geltongetjes hebben geleverd? Zou het
niet mogelUk zjjn, dat er bU al die ton
getjes een ratten- of een muizentongetje
was?”
Daaraan had Heer Dagobert niet ge
dacht.
ZUn vrouw en dochter keken hem ver
schrikt aan.
“Bolle Bof kon we! eens gelijk hebben,
vonden ze, en ook Heer Dagobert voelde
muur* vcprt. Vlug als een eekhoorntje
stak hjj het plein over, dat door de'volle
maan beschenen werd en voor Iemand
hem ontdekt kon hebben, zocht hü weer
achter een pilaar, vlak naast
Is
maar zoo zelden
stekels
schuren
Reeds in de oude geschiedenis der
Grieken en Romeinen, ja zelfs In en
Bijbel treffen we een raadsel aan.
Een paar zal Ik Jullie er even van
vertellen
In
ontsteking kan veroorzaken als bet in de
oogen of in wondjes komt.
Laat ik eindigen met te vertellen, dat
ik een paar mooie schelpen heb ge
vonden, nsunelljk een gedoomde hart
schelp en een venusschelp. Vooral die ge
doomde hartschelp (fig. 5) Is merk-
waaftllg, omdat je
exemplaren vindt waarvan
niet afgesloten zUn door het
langs andere schelpen of over het zand.
Daar juist komt Kees nog aandrogen
met een muisje, dat hU dicht bU huis
dood heeft gevonden (fig. 6). Henk zegt,
dat het een spitsmuisje is. Nu. een spits
Jul’le hebben zeker in je leven al heel
wat raadsels opgelost!
Daarom wü ik Je vandaag in dit boekje
eens lets over de geschiedenis der raad
sels vertellen, want die is al aoo <xk als
de weg naar Rome.
Een raadsel is eigenhjk niets anders
dan de poging van den eenéB mensch
om den anderen in slimheid, vernuft,
knapheid, of hoe Je het dan ook noemen
wilt, te kunnen overtreffen.
En daar alle menschen op de wereld
tn een hee’eboel dingen precies op elkaar
gelUken, en dat ook altijd gedaan hebben,
behoeft het Je niets te verwonderen,
dat er geen volk op de wereld is en was.
zelfs niet het meest onbeschaafde, dat er
geen raadsels op na houdt of hield.
Er zUn er selfs op den dag van van
daag nog. die er. vat hun ..letterkunde"
betreft, geen andere dingen op na houden
dan raadsels en sprookjes.
Je snapt nu natuurlUk ook. dat aan
het -aadsel en al wat daarop gelUkt, een
groote waarde werd gehecht en dat hU.
die zóó knap en handig was. een verbor
gen moellUkheid op te lossen en tot
k'aarheid te brengen, een heele bolle
boos werd geacht en gesteld werd boven
zUn stamgenooten.
In ons vaderland en waarschUnlUk ook
in andere landen te er een tijd geweest,
dat in -onunlge gevallen aan een veroor
deelden misdadiger genade werd verleend,
en kwUteeheldlng van straf, als hU een
raadsel, dat werd ipgegeven. goed kon
oplossen of wanneer h(j een raadsel kon
bedenken, dat zijn rechters zelf niet kon
den oplossen en dus het antwoord moes
ten schuldig b'Uven.
Van dit laatste aal Ik jullie even een
voorbMld
Nu achtte Bolle Bof het oogenblik
gekomen. Weliswaar voelde hU zich niet
heelemaal op zijn gemak, maar hU was
reeds te ver gegaan om zich nu nog te
kunnen terugtrekken.
Vóór alles moest hU zorgen niet door
de bewakers op de torentransen ontdekt
te worden. HU sloop dus vlak langs den
ding en vrees vi
gen naar de
hU omhoog eij|
been) met een
bek.”
In andere oude raadsels vinden we
soms groote sommen gc'ds genoemd als
beloonlng voor den oplosser. Je ziet dus
wel, dat in dien tUd het raadsels-oplos-
sen niet alleen een tUdpasseering
kinderen was.
.Kaboutertje is het heusch waar?
Mn sleetje zet ik morgen klaar;
Ik mag zoo graag toch sleetje rijden
Of boven van de heuvels gUjden!”
De heele keuken van het kasteel was
In rep en roer.
Heer Dagobert, C.
bad Immers bevolen, dat er een pastel
gebakken moest worden, louter en alleen
samengesteld uit tongen van zangvo
geltjes.
De Opperkok* wist er geen raad mee.
In heel het land zouden er niet vol
doende zangvogeltjes zUn, om aan de
wenschen van Heer Dagobert te vol
doen. maar aan den anderen kant wist
hU heel goed, dat Heer Dagobert niet
met zich liet spotten en onbarmhartig
genoeg was, om heel het keukenperso-
neel zonder meer te laten ophangen, als
ze er niet voor zorgden, dat zUn bevel
werd uitgevoerd.
In de keu
ken en in de
uitgestrekte
provisiekel
ders was niets
gejam-
en nle-
Maar ze kregen er geen gelegenheid
toe, want van dat oogenblik bleef Bolle
Bof In het kasteel als kind van Heer
«Dagobert en zUn gemalin en toen hU
vUftlen Jaar was geworden, kreeg hU
van hen een eigen kasteel ten geschenke.
Grieken’and was een monster (in
de verbeelding der bewoners tenminste)
die dit land onveilig maakte.
Ieder, die dit beest voorbU ging, moest
een raadsel oplossen en was hU daartoe
niet In staat, dan was zUn laatste uur
geslagen.
Dit duurde Jarenlang totdat de schran
dere koningszoon „Oedlous de oploa-Jng
vond, waarop het monster zich van de
rots, waarop het leelde. in zee stortte en
verdronk.
De opgave luidde:
gens op vier, overdag
's avonds op drie beenen?
En de oplossing, die
reddeof neen, daar wacht ik nog
everi*'«ilÊfir-Ffobceren jul’le het zelf eerst
even. Dan weten Jullie meteen, dat je
was Je een Grieksche Jongenheer uit
dien tUd geweest het net zoo keurig
gedaan had als die gladde Oedipus.
Nog een ander voorbeeld.
In den tempel te Gbrdium bevond zich
een koord, waarvan een knoop was ge
vlochten. zóó kunstig, dat niemand dien
kon losmaken, i'”’
gin of het einde1
Alexander de Groote. ^de beroemde
koning. waar Je later zeker nog wel eens
iets van zult lezen, kwam te Gordium.
bekeek den knoop en toen hU de oplos
sing niet vond, nam le zUn zwaard en
hakte den knoop gewoonweg door. Dat
was ook een op'osslng.
Nou weten jullie meteen wat het be-
teekent als de menschen tegenwoordig
nog wel eens spreken van den Gordlaan-
schen knoop doorhakken.
Het raadsel van het jel van Columbus
kennen Jul’le natuurlUk allemaal, maar
minder bekend Is het raadsel van Bam-
son. den bekenden sterken kerel uit de
BUbelsche geschiedenis.
Luister:
Samson werd op reis aangeva'len door
een Jongen leeuw. HU «reep het beest beet
en scheurde het vaneen. Later wederom
op dezelfde plaats voorbijkomende, zag
hU. dat een bUenzwerm was neergestre
ken op het geraamte. HU nam den
honing er uit en at er van.
Op zUn bruiloft, die spoedig daarna
plaats vond, gaf hij aan zUn dertig gasten
het volgende raadsel op: „SpUze kwam
uit den vraatzuchtige en zoetheid uit den
geweldige.” daarbU doelende op den leeuw
en den honing. Konden de gasten binnen
zeven dagen de oplossing vinden, dan
zouden ze elk een nieuw stel kleeren ont
vangen. Konden ze het echter niet, dan
zouden ze elk een stel verbeuren.
Nu willen jullie natuurlUk ook graag
weten hoe dit afliep.
Bamson's vrouw was een k’efn pletste
nieuwsgierig. AfUn. daar zijn er wel
meer. ?U haalde haar man over, haar de
oplossing mede te deelen en toen z te
wist, kon ze het geheim niet langer be
waren en vertelde het aan haar gasten.
Die waren er nog. want In dien tijd
„Neen. Jan.” sprak de kleine vent,
„Tt Geloof niet, dat Je me al kent:
Ik ben kabouter Sneeuwvlok, hoor:
Sneeuw en Us. daar zorg ik voor!
„Goed,” zei Heer Dagobert, „laat die
pastel1 maar in de keuken. We zullen
dezen maaltUd besluiten met de meloe
nen. die op gindache schalen liggen.”
Toen deze boodschap In de keuken
werd afgegeven, was het daar een waar
feest en al het personeel sprak samen
af om voortaan altUd even vrlendelUk
tegen Bolle Bof te zUn, daar hU hun
het leven had gered.
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
opeens den trek in de heerUJke pastei
verdwUnen.
En de gasten, die gehoord hadden wat
er aan de hand was, spraken af. stil
letjes weg te gaan als die pastei werd
gebracht.
Hoop en vrees zat op den wagen,
HU sag tweebeen vierbeen dragen;
Hoeren raadt en segt het mU„
Als ge T niet raadt, ben ik vrU-
De deftige raadshecren van de recht
bank hebben hetlniet op kunnen lossen
en de vent kreegXzljn vrUheld terug.
De oplossing luidde:
„Toen de misdadiger
lenN
tterl
del
den hdofdlngang.
Op z'n teentjes sloop Bolle Bof naar
binnen tot vóór de„ deur van de eetzaal.
Het hart klopte hem In de keel. Hoe
zou Heer Dagobert hem ontvangen? HU
wist, dat zUn
meester een
wreedaard
was, die zelfs
In staat was
hem zoo maar
op den stee-
nen vloer in
een hoek te
slingeren, dat
hij dood bleef
liggen,
bevende
gertjes zocht
hU de zware
ijzeren klink
van de deur.
HU kon er
nauweUjks bU.
maar
beetje
ten
het hem toch
de klink opzU
te duwen. HU
had al zUn
lichaams
kracht noo
dig om de
zware ijzeren deur open te doen. De
deur week en het heldere licht van
honderd kaarsen liet hem eenlge oogen-
blikken als verblind staan kUken.
Bolle Bof wist wel, dat de feesten van
den heer Dagobert schitterend waren,
maar dat het zóó mooi was, had hU zich
niet kunnen voorstellen.
De vloer en de wanden waren bedekt
met kostbare tapUten, die heer Dagobert
op een zUner vele tochten naar het I
Oosten had meegebracht. De tafels wa-
ren gedekt met het fUnste damast van 1
Damascus en het tafelgerei was van I
zuiver goud.
Op de tafel stonden groote vazen met
een weelde van zacht-gele theerozen en
dit alles scheen gedrenkt met een heer-
lUk reukwater, dat Heer Dagobert voor
hem alleen liet vervaardigen uit zeld
zame bloemen en kostbaren wierook.
De pracht van deze zaal en de zachte
muziek deden Bolle Bof duizelen, maar
opeens dacht hU met een schok aan de
werkelUkheld. toen hU zag. dat alle
gasten hem aankeken.
„t Zal mU benieuwen hoe dat af
loopt,” dacht Bolle Bof, terwUl hU
eenlge stappen zette In de richting van
Heer Dagobert, die in het midden van
de tafel zat met zUn gemalin aan de
rechter- en zUn dochter aan de linker
zijde.
Heer
ders dan Bolle Bof "erwacht had.
In plaats van leelUk tegen hem te
grijnzen, keek zUn meester hem glim
lachend aan.
Bolle Bof begreep dat hU bofte.
,Kaha,” lachte Heer Dagobert, terwUl
hU opstond en een diepe buiging maakte
In de richting van het koksmaatje. ,Kn
wat verschaft mU de eer van Uw bezoek,
oh vorst van de Gouden Bergen?”
Alle gasten lachten.
Bolle Bof begreep dat de heer Dago
bert grappig wilde zUn en besloot de
aardigheid door te zetten.
.Keer Dagobert,” zei hU, „Ik ben ge
komen uit het land der Gouden Bergen,
omdat men mu' vertelde, dat het goud
der bergen van mijn land slechts steen
kool. In tel is. vergeleken bU den rijkdom
die U omgeeft.”
„Ge zUt zeer hoffelijk, o vorst," ver
volgde Dagobert. terwUl hU den kleine
zUn beker bood. „Maar wat beteekent
deze rijkdom, vergeleken met het licht
van Uwe wijsheid?”
„Ge zUt zeer hoffelUk, Heer Dagobert,”
antwoordde Bolle Bof, .maar wat be
teekent het licht van nUJn wUsheld
vergeleken met den glans der schoon
heid van Uw gemalin?”
„Ge zUt zeer hoffelUk, o vorst.” ant
woordde de gemalin van Vorst Dago
bert, die pleister In de grap begon tfc
krijgen. „Maar wat beteekent mUn
schoonheid vergeleken met den azuren
hemel van Uw rijk?”
„Ge zUt zeer hoffelUk, vrouwe,” ant
woordde Bolle Bof met een diepe bui
ging naar de dochter .van Heer Dago
bert, .maar wat beteekent de diepte van
den hemel van mUn land bU de azuren
diepte in de oogen van deze jonk-
vrouwe?”
Een donderend hoera deed Bolle Bof
opzien.
Alle dames en ridders juichten hem
toe en noemden hem het schranderste
ventje van het geheele land.
Kravo,” riep ook Heer Dagobert. .Je
antwoorden jearen die van een vorst.
Kom hier bU me zitten, tusschen mU en
mijn gemalin. Dan mag je mee-eten van
de heerlükste spUs die er op deze we
reld bestaat: de reuzenpastel, vervaar-
van de tongetjes van zangvogel-
dan
mer
mand was er,
die raad wist.
Dit duurda
net zoolang,
tot de Jdrtg-
ste kok. een
leerjongen
van twaalf
jaar. Bolle
Bof zooals ze
hem
den,
zUn
gen
het
deed om eens
verstandig
met Heer Da
gobert te gaan
praten.
De anderen
keken hem
verbaasd aan en dachten dat
goed wUs was.
De Opperkok glimlachte minachtend.
„Wat, wou JU iTV” praten met Heer
Dagobert?” vroeg nn. „Weet je dan niet,
dat Heer Dagobert geen heer is om mee
te praten? Als je erg veel drukte tegen
hem verkcopt, laat hU ons allemaal gee-
selen of hU zet ons bU het jachtfeest
aan het schandblok, tot spot van al zUn
vrienden.”
„Zeker, zeker.” antwoordde Bolle Bof.
.Maar als we niet met hem gaan praten.
worden we opgehangen en dat is
veel erger. Ik sta liever levend In
schandblok, dan dat ik dood aan
een boom hang.”
Dit was taal, waartegen niemand iets
kon inbrengen en zelfs de opperkok
moest toegeven, dat er in de woorden
van Bolle Bof wel eenlge waarheid stak.
„Je moet t zelf weten. Bolle Bof,” zei
hU elndelUk. nadat hU wel vUf minuten
met z'n wUsvlnger tegen z’n neus had
zitten nadenken. „Je kunt met hem
gaan praten zooveel als je wilt, maar als
je maakt dat Heer Dagobert nUdig op
ons wordt, dan krijg je een ongenadig
pak slaag."
Bolle Bof lachte. HU liet zich niet zoo
gemakkelUk uit het veld slaan en dan
send liep hU de keuken uit, huppelde de
trap op naar zUn kamertje en maakte
daar de noodlge toebereidselen.
Z’n koksmuts en zUn schort wierp hU
op een stoel en zocht vervolgens zUn
Zondagsche pakje op.
Dit was van paars fluweel, met hier
en daar een bloemetje van goud, dat zijn
moeder er eens op had geborduurd. Het
stond hem schattig en menigeen die
hem er mee zag loopen, zou denken.dat
Bolle Bof een jonge man was en de
zoon van een echten markgraaf.
Zorgvuldig verwUderde hU alle pluisjes
en stofjes van zijn pak, schuierde de
fluweelen baret af en bracht de fraaie
struisveer, die het hoofddeksel sierde,
netjes in fatsoen.
Het was inmiddels donker geworden
en de tUd dat Heer Dagobert gewend
was temidden van vrienden en gasten
zün avondmaal te gebruiken, was aan
gebroken.
Vóór alles ging Bolle Bof naar den
rijver, om eens te kUken hoe hU er uit
zag, maar het was reeds te donker om
iets te kunnen onderscheiden.
HU besloot het er maar op te wagen.
Naast de heesters, die naast de op
haalbrug groeiden, waren smalle ven
sters, waarachter licht brandde.
Dóór was de eetzaal.