LIEVER DOOD DAN SLAAF
1“E WEZEN
MUISJE
EEN BRIEF VAN KEES
VAN ALLES WAT
|o
1
De B. L.NzS.
3C
T.^-5
7
a
7/
-7*
■"""na
te
le
te
r.
VLIEGMACHINE MAKEN.
EEN
ZELF
zoo
O. V.
rtje
len.
ito-
der
een
..liever dood d>n slaaf”
len
een tyran
Beste vrienden.
RAADSELS
A
Cf
8. Schemer ïampx
Jullie KEES.
•»ee.
do
Hoe het beest kwóm aan dat woord:
Jantje had het nooit gehoord,
En ook Moederlief, noch Vader,
Wisten daarvan ook iets nader;
Jantje echter vond de spreuk.
Voor het éérst gehoord, wel leuk!
Lorre bleek geen spraakzaam dier.
Dat bedierf wat Jan’s plezier:
Liet het beest zich echter hooren,
Kon dat Jantje wel bekoren,
Lorre hief één deun dan aan:
„Dat heeft Jantje weer gedaan!"
Moe is dra nu bij de vaas,
Vraagt„Brak j i j haar, kleine baas!
„Wis liep jij je te vervelen,
„Bent er zeker mee gaan spelen!
„’t Was een duur, een kostbaar stuk,
.Jammer van zóó’n ongeluk!"
dag met evengroote onver-
gevraagd als gegeven, ter-
Jantje riep: „Toe Lorre-mijn,
„Laat ’t nu eens wat anders zijn,
„Wat wij van je hooren mogen,
„Anders ben 'k met jou bedrogen,
„Want, wat komt van jou terecht,
„Als je steeds hetzelfde zegt?"
Maar ’t hielp niet wat Jantje vroeg:
Lorre vond zich knap genoeg;
Wilde wis niets anders leeren,
En hij haalde honderd keeren
Zijn zoo-tergend spreekwoord aan:
„Dat heeft Jantje weer gedaan!"
lat
15
130
30
oor
is
.en
nik
Aan den achterkant moet de vliegma
chine ook een stuurtje hebben. Daarvoor
neem Je een reepje karton dat gevouwen
wordt, zooals tig. V aangeeft.
Dit wordt tegen den onderkant aan het
achtereind geplakt. Als Je goed Je best
doet en geduld hebt, krijg Je op deze
manier een leuke vliegmachine.
10. Ik beweeg mij voor uw oogen. Wan
neer ik echter ga, staat mijn lichaam
stil en als ik stilsta, lieg ik.
Nooit werd Lorre’s spreuk verstomd:
Werd tot Lorretje gebromd.
Of hem vriend’lijkheid bedreven.
Het bleek alles om het even:
Eén refreintje hief hij aan:
„Dat heeft Jantje weer gedaan"*
Maar, ten laatste, op den duur.
Maakte *f Jantje *t leven zuur.
Dat zijn plagend papegaaitje,
't Immer hield trij ’t zelfde praatje
En geen woordjes leeren wou.
Die hij liever hooren zou.
„Lorre-lief!" riep Jantje op ’t eind
„’t Is of je niets Anders kent!
„Wie mocht er de spreuk jou leeren.
,J>ie jij zegt wel duizend keeren?"
Lorre zei en keek hem aan:
„Dat heeft Jantje weer gedaan!"
En nu Jan vergeet het nooit
Is een pracht-vaas omgegooid....
Schoon poes t meubel heeft gebroken,
Heeft de papegaai gesproken,
Juist toen Moeder kwam daar aan: t>
„Dat heeft Jantje weer gedaan!"
a
|e
in
van
gebruikt
gehuls-
En-
stl-
ne-
en
<an
3e-
sna
«n-
dat
sn-
nd-
oor
be-
rae
sus
en
op,
>m-
«ou
len
ent
la-
ro-
de-
ul-
de
be-
'rp,
ge-
x*
net
Jantje, luister naar wat ‘k zeg:
Doe je stoute Lorre weg,
‘t Is om bestwil van je eigen,
Jij zult er de schuld gaan krijgen
Van al wat jij hebt niet gedaan
Als het dier zóó voort blijft gaan!
Uit de verte zagen de Syltenaren
de schepen al aankomen
„Dat heeft Jantje weer gedaan!"
Heft herhaald de vogel aan.
Jan roept: „Wacht, dat zal je weten,
„Nu is "t maatje vol gemeten!
„Lorre, ‘k kijk je nooit meer aan:
„Want, dat heeft de poes gedaan!"
9. Wanneer Is de dwaas het verstan
digst?
Onder zakken had een muis zich
een heerlijk nestje gebouwd, warm ge
stoffeerd met vezels van de zakken, met
hooi en gras van het klppennest en....
met de staartveeren van onze Brahma-
kip. G. K.
tafel en
kokend-heete
Ik zal dan maar beginnen met mijn
ervaringen uit Ballum, een van de aar
digste historische plaatsjes. In dit dorpje
regeerden indertijd de Cannungha’s.
Een speciaal versierde grafsteen bestaat
nog als aandenken aan dit ridderge
slacht.
Typisch is, dat je op dien grafsteen een
kam, op verschillende plaatsen aange
bracht, ziet. Ook meen ik afbeeldingen
van de Fransche lelie der Bourbons ge
zien te hebben (fig. 1).
7. Mijn eerste duldt de gelijkheid aan;
mijn tweede den titel van een vreemd
edelman en mijn geheel wordt duizend
malen per
schllligheld
wijl het echter van zooveel gewicht is.
dat het het leven van duizenden gered
heeft.
Voor de kust van Oost-Friesland in
Dultschland liggen, evenals bij ons, een
rij van Waddeneilanden, welks bewoners
behooren tot den stam der Friezen. In
taal, zeden en gewoonten komen deze
lieden heel veel overeen met onze stoere
Friezen, die tot op onzen tijd hun taal
en hun goede gewoonten in eere hebben
De stukken ombuigen. Het vierkante
kolommetje vastplakken. Plakstrooken
van onder ombuigen en met plaksel be
strijken en dit precies recht zetten op
een vierkantje van dik karton van 4x4
c-M, Goed aandrukken tot bet plaksel
I. Teeken rechthoek van 10 x 8 c.M.
Verdeel de lengte in 4 stukjes van 3 c.M.
en de breedte in stukken van 3 en 8 c.M.
Nu kun je de punten teekenen. Van onder
4 plakstrookjes en één aan den zijkant.
Uitknippen en dan de stippellijnen rit
sen.
éénstemmig werd er aan ook
om er mocht gebeuren wat
wilde géén belasting te betalen. Vooral
werd dit besluit genomen, toen Pidder
Lüng, een lange, sterke visscher, gezegend
met Ti talrijk kroost, maar verder dood
arm, zijn mede-eilandbewoners had toe
gesproken.
„Kunnen wij het helpen,” zoo riep hij
hartstochtelijk uit, „dat God ons dit
jaar niet heeft gezegend? Stormen en
slecht weer heeft Hij over Sylt gebracht,
daardoor is het ons onmogelijk te
betalen wat we aan onzen vorst schuldig
zijn! Het is ons goede recht in zulke
ellendige tijden vrijdom van belasting te
krijgen. Wij Friezen zijn niet gewend te
bedelen om onze rechten, onze spreuk
toch is: „Liever dood dan slaaf”. Als
Pogwltsch ons dan ook in onze rechten
Buren, waar niet veel over te vertellen
valt. In Nes zijn verscheidene zomer
huisjes gebouwd. In Buren trof het ons,
dat de koeien ’s avonds naar huls wer
den gedreven. Dat wordt gedaan, zoo
vertelde men ons, omdat het vee op de
Zuiderzeegronden niet veilig is, als de
vloed opkomt.
Nu lets over mijn vondsten. De eerste
was een driellngoesterschelp (fig. 3). Je
begrijpt je niet, dat daar ooit beesten in
geleefd hebben. „Toch wel knus,” vond
Ml entje.
In de tweede plaats vond ik een mooi
penhorentje (fig. 3), dat tamelijk zeld
zaam schijnt te zijn. En ten slotte vond
ik iets erg leuks: een plankje, waarop
twee zee-anemonen; een paar zeepok
ken; een verzameling hoorn wier en al
lerlei poliepen.
en meester ontzield op den vloer. Liever
dood dan slaaf!”
Ontzet sagen ze daar den tyran liggen
en wierpen zich op Pidder Lüng en
Steurden hem naar bulten. Daar staken
ze hem neer; maar vóórdat de fiere
Fries den geest gaf, riep hij nog eens
voor het laatst met luider stem: „Lie
ver dood dan slaaf te wezen!”
Zoo stierf Pidder Lüng. wiens nage
dachtenis nog altijd op het eiland Sylt
voort leeft.
Zijn daad is natuurlijk verkeerd; men
mag zijn evenmensch ook niet in
driftdooden- maar begrijpen kunnen
we wel. dat een fiere Fries na zoon
beleed!ging heftig verontwaardigd was'
kasteel van de heeren van het
geslacht is reeds lang geleden afgebro
ken. Ook bezit het plaatsje een prach-
tlgen preekstoel, heelemaal uit hout ge
sneden, van 1804. Dat schijnt werk te
zijn van oude walvischvaarders. Die
menschen moeten een bijzonder groote
kunstvaardigheid bezeten hebben Over
de walvischkaken schreef Henk jullie aL
Erg veel prijs stellen de menschen er
niet op; op een welland zagen we ver
scheidene stukken liggen. Natuurlijk
namen we elk een stuk mee als aanden
ken. i
Den vuurtoren op Hollum vond ik niet
zoo Indrukwekkend als de Brandarls. Er
is maar één lamp, die ook electrisch
wordt voortbewogen. De toren is geheel
van ijzer. Het uitzicht was wel mooi.
Ook bezochten we de plaatsjes Nes en
fonkelende oogen trad hij binnen.
.Een mooie boel." zoo begon hij tegen
Pidder Lüng, die bedaard zijn lepel
neerlegde om de boodschap van Pog-
Witsch aan te hooren. ..Dat zit maar te
eten als varkens en vergeten om belas
ting te betalen. Breng hier het geld,
branieschopper, of ik laat je arresteeren
door mün soldaten!”
„U weet, dat ik geen cent in huls heb
heer Pogwltsch," antwoordde Lüng kalm,
„en waar niet is, daar verliest zelfs de
keizer zijn recht." En verder geen notitie
nemend van Pogwltsch at Lüng verder.
„Ik zeg. dat je me zult aanhooren,
vlegel," vervolgde de Amtmann nu nog
driftiger dan eerst, „of ik sla het eten
van tafel, lompe kerel!"
„Hier is niets meer te zeggen," ant
woordde Pidder, nog even ophoudend met
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
- j.i; 1
houdt. De 4 punten buig Je naar elkaar
toe.
II. Teeken cirkel op dun karton met
straal van 5 cM. Teeken daarop een 8-
hoek (6 x straal op den omtrek afpassen,
dan de punten verbinden.) Verbind lede
ren hoek van den zeshoek met het mid
den, zoodat je 6 driehoeken krijgt. Vier
heb je er van noodig. (Zie teekenlng).
Aan den laatste teeken je een platstrook.
Teeken binnen in die 4 driehoeken an
dere driehoeken, een halven c_M. van den
kant en die uitknippen. (Zie gearceerde
driehoeken). Plak aan den anderen kant
der driehoeken rooa of andere kleur
zuigpapler achter. Omtrek nu uitsnijden
of knippen. De scheidingslijnen van da
driehoeken ritsen, ook van de plakstrook.
Nu kun je de 4 kanten van het kapje
ombuigen en vastplakken met de plak
strook, die natuurlijk aan den binnen
kant valt.
De kap valt nu precies op de 4 loss»
punten van het kolommetje, die, omdat
ze buigzaam zijn, het kapje iets vaat
klemmen,^JOYTEH.
Nu zal ik op mijn beurt eens beschrij
ven, wat hier op het eiland het meest,
mijn aandacht trok. Eigenlijk is het
niet iets, dat speciaal voor de B. L. N.
8. bestemd is, maar ik heb toch ook wel
Iets op ons gebied.
hij het doode lichaam op
den grond glijden en opende zijn huis
deur. .Komt binnen, heeren." sprak hij
tot de ambtenaren. „Daar ligt uw heer
En dan heb je de keus nog tusschen
een één- of een tweedekker.
Je zoekt eerst maar een stukje karton
op.
We beginnen maar met bet eenvoudig
ste, dus met den ééndekker.
Je knipt eerst fig. I na en daarna
figuur II. Denk er om. dat de lengte en
breedte van beide precies even groot
moeten zijn. Daarna neem je wat zilver
papier en beplakt ze daar alle twee netjes
mee.
Heb je gekleurd papier bij de hand,
dan knip je daarvan twee cirkeltjes en
plakt die dan aan den onderkant van
fig. I.
Dat zie je op de echte vliegmachines
ook dikwijls, maar deze gekleurde cir
kels doen bet land kennen, waartoe de
machine behoort.
De twee stukken worden nu boven
elkaar gezet en verbonden door vier
lucifers op de plaatsen waar ik de zwarte
puntjes teekende.
Je knipt nu *n mooie schroef (zie Hg.
UI) die natuurlijk ook beplakt wordt,
waarna ze met een speld voor aan de
machine wordt vastgebonden.
Als de machine opstijgt of daalt
dat heb je misschien wel eens gezien
moet ze kunnen rijden. We moeten er
dus nog *n paar wieltjes aan fabriceeren.
Daarvoor knip je twee wieltjes van kar
ton, die eveneens met zilverpapier be
plakt worden. Door het middelpunt steek
je een speld, die ook door de uiteinden
van twee lucifers gaat. De andere uit
einden worden op kleinen afstand van
elkaar door het onderblad van de vlieg
machine aan den voorkant gestoken (zie
fig. IV).
den we een muizenfamilie in het nest
van een winterkoninkje. Met groote
slimheid had de muls zoodoende haar
nest van een beschuttend dak voorzien,
zoodat de kleintjes van regen of wind
geen last hadden.
Geen hap eten neem je meer, vóór het
belastinggeld betaald is." en toen spuwde
de ruwaard in het armoedige eten der
familie.
Daarna wendde hij zich om en wilde
op de deur toegaan om zijn ambtenaren
te waarschuwen, maar Pidder. die door
Pogwltsch zoo vreeaelfjk beleedlgd was,
sprong nu op, was met één sprong bfl
hem en greep den Amtmann bij de keel
Dol van drift sleurde hjj hem naar de
dompelde zijn gezicht in de
soep en niet eer liet hij
Pogwltsch los, vóór deze in het eten ge
stikt was.
Toen liet
Op een heel bijzondere manier had een
andere muizenfamilie zich een onderko
men gezocht. We hadden het is al een
paar jaar geleden In Maart een broed-
sche kip gezet in een oude mand met
een graszode er onder in, zooals een Gel-
dersche boer het ons als de beste manier
aangeprezen had.
Omdat het vooral 's nachts koud kon
zijn In ons schuurtje, bad ik onder en
rondom de mand wat aardappelzakken
gelegd.
Het was een mooi beest, dat we gezet
hadden, k Geloof, dat het zoon soort
Brahma-kip was met veelkleurige veeren
en een sierlijken staart.
Maar na een paar dagen krees deze
staart een heel ander uiterlijk en ten
slotte was er niets meer van over dan
een armzalig stompje.
De heele familie werd er bij gehaald
en zelfs kippendes-
kundlgen onder
m’n kennissen za
ten met dezen ver
dwijnenden Brah-
ma-klppens taart
verlegen.
Maar toen de
kuikens uitgebroed
waren en ze met
hun moeder naar
het kuikenrennetje
werden gebracht,
kwam de oplossing
van het raadsel.
ren. is eigenlijk
schepseltjes, i
schapen heeft.
Je moet zoo’n beestje maar eens goed
bekijken met z’n zacht, grijs velletje, het
fijne, altijd snuivende neusje, die kleine
kraaloogjes, die sierlijke voetjes. Moet je
■ns opletten, hoe kwiek 1 op zijn achter
pootjes staat en strijkt en poetst. Daar
zou menigeen van m’n schooljongens nog
een puntje aan kunnen zuigen.
Interessant is het te zien, hoe slim de
muls de plaats van
haar nest uitkiest.
Bij onze buren
had zich een mui-
zenmoeder In de
matras van een
weinig
logeerbed
vest, terwijl er bij
ons in den kelder
eentje een gebar
sten Weckflesch,
die dus niet meer
gebruikt werd, tot
kinderkamer had
ingericht.
In den tuin von-
Ik zal probeeren een schetsje van die
dieren te maken, zooals ze op het plankje
zitten (fig. 4). Het heele plankje met
al zijn aanhangsels zit nu in een jam
potje. met sterk water gevuld.
Het fijnste vind ik. dat ik ook een
kop van een zeehond vond, die door het
zeewater heelemaal schoongespoeld was.
Ik kan me maar niet voorstellen, dat
die dieren nu werkelijk zoo schadelijk
zijn. Er worden door de bewoners tocht
jes georganiseerd, om jacht op dl» die
ren te maken. Zoo zag Ik laatst iemand
met een dooden zeehond op zijn fiets,
t Was een prachtig dier met groote
snorren. Ik denk, dat die mijnheer de
huid wil laten bewerken. Toch spijt het
me van de dieren.
der grootste Duitsche wadden
eilanden nu is Sylt, dat tegenwoordig een
badplaats is voor de bewoners der Prui
sische provincie Sleeswijk-Holsteln; maar
een eeuw geleden was dit eiland nog
geheel van de wereld afgescheiden en
leefden de eenvoudige bewoners nog al
leen van de vischvangst en van de
schrale aardappelen- en rogge-oogsten,
die de magere zandgronden voortbrach
ten.
Armoede, groote armoede heerschte er
op Sylt, vooral als het dagenlang storm
de in het najaar, waardoor het onmo
gelijk werd de vischvangst uit te oefe
nen. En als dan nog het voorjaar droog
bleef en den groei der producten belem
merde, dan gebeurde het vaak, dat er
hongersnood op het eiland heerschte.
Het Bestuur van t district Oos-
Friesland, waaronder Sylt behoorde,
kende den toestand op *t eiland en gaf
In slechte jaren aan de eilanders vrij
dom van belasting, tenminste als de
Amtmann, zoo heette toentertijd de
hoogste regeeringsambtenaar over een
district, wat gevoelde voor zjjn volkje en
dat wu meestal wél het geval.
GoecT honderd Jaar geleden echter re
geerde in Oost-Friesland een Amtmann,
Pogwltsch genaamd, die als
over ’t arme volk heerschte-
Hjj beschouwde zich als de
heer en meester zijner on
derdanen, die hij naar wil
lekeur kon afzetten en uit
buiten en toen bet een jaar
weer vreeselijk slecht gesteld
was op Sylt en de eilanders
smeekten om vrijstelling
van belasting, riep Pog-
witsch uit: „Geen sprake
van vrijdom van belasting;
dat luie volk van Sylt moet
maar harder werken, dan
kan het dat beetje belasting
best opbrengen! Gaat maar
terug naar je eiland en
zegt aan allen, dat Pog
wltsch zich niet als andere
Amtplnner beet laat
nemen door een troep el
lendige eilanders!”
Daar konden de Syltena-
ren het mee doen en met
harten vol van wrok tegen
den harteloozen Pogwltsch
keerden de afgevaardigden
van het eiland terug.
Een groote vergadering
had plaats op Sylt en alle
mannen, die belasting
schuldig waren, verschenen
er en bespraken de woor
den van Pogwltsch. Het ge
moed der Syltenaren schoot
vol en
besloten
Tc Wed, dat lijkt jullie nog wel iets,
niet?
Nou moet je niet meenen, dat ik jul
lie zoo maar één. twee. drie, in een
„meneer Fokker" omtoover. maar ik wil
Jullie vandaag toch eens even leeren.
hoe Je heel eenvoudig zelf een vliegtuig
kunt fabriceeren.
8. Amsterdam begint met een A en
eindigt met een E. Hoe kan dat?
Onze tijd op Ameland is haast wear
voorbij. Jammer, want het waren fijne
dagen. Ik word geroepen voor het eten,
dus basta.
D’r zijn er onder jullie wed ik
ook nog. die op het geschreeuw van
„een muis! een muls!" halsoverkop op
een stoel springen en om het hardst
meeroepen: „Sla ’m dood! Sla m dood!”
En toch onze huismuis hoewel we
natuurlijk haar snoeperijen en ,haar
plundertochten door onze provisiekast
met katten en vallen moeten verhinde-
aardigste
die Onze Lieve Heer ge-
van het eiland werden weggejaagd.
Dat was te veel voor den hoogmoedl-
gen tyrannleken Pogwltsch en hij
zwoer, dat hij wraak zou nemen, als hei
moest bloedige wraak, op die ellendige
vlsschers van Sylt, die hem, den mach
tigen Amtmann. dorsten weerstaan.
En eenlge dagen later liet hij twee
groote schepen uitrusten, waarmee hij
over de Wadden naar Hökum, het hoofd
plaatsje van Sylt, zou oversteken; In het
eene schip zou hij zelf plaats némen met
zijn ambtenaren en In het andere zou
den soldaten, een heele troep, de reis
naar Sylt maken. En toen een gunstige
wind kwam opsteken, ondernam Pog
wltsch met de beide schepen den over
tocht.
Uit de verte zagen de Syltenaren de
schepen al aankomen en menig hart be
gon angstig te kloppen op ’t gezicht der
groote Duitsche vlag, die boven aan het
topje van den mast van Pogwltsch’ schip
wapperde.
Het meerendeel der bevolking echter
bleef kalm: ze zouden den Amtmann wel
rustig af wachten! Ze zouden hem eens
laten zien, dat een echte Fries liever
sterft dan slaaf te zijn van Pogwltsch en
consorten!
Tegen den middag landden de beide
schepen, en Pogwltsch, rood van drift en
opgewonden als nooit te voren, verliet
zijn boot en stapte Hökum binnen. Het
was doodstil in het plaatsje, want allen
waren aan den armoedigen maaltijd:
wat koolsoep met aardappelen en een
gedroogd vlschje was alles wat op tafel
kwam.
Hij liet oogenblikkelijk den veldwach
ter bij zich komen en sprak op hoogen
toon: „Wijs mij het huis van Pidder
Lüng.”
Dien moest hij het eerst hebben, dat
was Immers de grootste praatsmaker van
het heele eiland.
En de veldwachter deed zijn plicht en
geleidde Pogwltsch door de nauwe
steegjes naar het allerlaatste huisje.
Neen, het was eigenlijk geen huisje,
doch een ellendige houten hut, gedekt
met stroo. Daarin woonde Pidder Lüng
met zijn groot gezin. Evenals alle an
dere Syltenaren zat hij met de zijnen
aan tafel. Gretig lepelden hij en de
kinderen uit de groote schaal vol kool
soep, die midden op de tafel stond.
Pogwltsch gaf aan zjjn ambtenaren
bevel om te wachten bij de deur tot hij
terug zou komen en met hooge borst en
R
Éérst had Jantje dol zijn d-^'ti:
Hij bezat een papegaai!
Op zijn jaardag, in den morgen.
Kwam men hem ’t present bezorgen.
Pracht-papegaai met kooi en al.
gehouden
Het
18
ten tweeden male; maar we handelen
en toonen onzen stijven Frieschen kop."
En zoo gebeurde het, dat de ambte
naren, die Pogwltsch naar Sylt uitzond
om de belastingen te Innen, op Sylt uit
gefloten werden en met schimp en hoon
en
an
fd.
:er
8
n
n-
m.
»e-
sr-
an
le-
n-
tr
a-
t»
van belasting, daar ben ik te fier voor-
liever dood dan slaaf!”
„Je fiere spreuk Is
onzin, zwijn,"
snauwde Pogwltsch den langen visscher
toe. .En ik herhaal het hier, dat jij
met je gezin niets dan zwijnen zijn, die
als zwijnen moeten worden behandeld.