OT 3 N II 5 3 NIKKIE HET NEGERJONGETJE HET SPROOKJE VAN DEN SCHOENMAKER, KEURIG EN NET VAN ALLES WAT EEN BRIEF VAN HENK o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o 9 o d. EYDEN De B. L. N. S. or KA PI Y-5 Een ijverig ventje! 0 0 'l'l &KT 1 T II l ~T~7 I 3 13 I l I I I 1_2 1 II 3; I OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN Door A. Keurig en Net weer In de werkplaat* zaten R K. ANNIE. en maakten voer vrouw Anderson diepe buigingen WAS DAT EERLIJK VERDEELD? Net jullie Henk. RO FRANKFORT. een deftige dame trad binnen |0|0l0|0|0|0lOIOIOIOIOIOIOIOIOiOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOiOIOIOIOIOIOIOIOiOIOIOIOIOIOIOIORQIOIQ80IOIOI08! ICD -. k*e *■- l«rkwi<l Daar staat voor de schooldeur een ventje, HU luistert aandachtig en stil. Alsof hij van t geen er geleerd wordt Geen woordje toch missen wil! HU hoort hoe de kinderen lesen, Of luisteren als meester leest voor, Ook hoort hij ze vaak even lachen Of singen de knapen in koorl O! hü ging zoo graag ook naar binnen. Naar school, hè. dat lijkt hem zoo fijn. Wat zal hij z’n best doen die jongen Hij wilde de eerste steeds zijn! Geduld nog een jaartje m‘n jongen, Dan mag jij naar school ook toe gaan. Dan hoef Je niet meer, kleine rakker, Daar steeds voor de schooldeur te staan I st ig il >t id Wat zal jij een bolleboos worden Waren allen soo ijverig als Jij, Dan bleef er geen kind ooit meer zitten. Wat waren de meesters dkn blijf „Welneen," sei Mangelemot, die van zijn leven al zooveel had meegemaakt. „Dacht Je soms, dat ik geen zebra aou durven berijden? Breng dat beestje maar eens hier." Opeens stond de sterke man naast hen. die Mangelemot vanmorgen soo opeens had opgetild. „Dat Is een leuk spelletje." zei de sterke Australiër. „Ben je soms bang voor dien zebra?" de voorschoten van en werk met Lang duurde het niet, of een groote menigte Jongens van 16 17 Jaar verdrongen soo’n schijntje te werken." riep de oud ste gezel, „maar als u onze namen weten wil. welnu: wij zijn Slordig en Slecht.” „Slordig en Slecht! Lieve help, ’t is verschrikkelijk, 1 is verschrikkelijk! Ver laat zoo gauw mogelijk mijn werkplaats! Vooruit!” riep de schoenmaker. „Vooruit! Ach I had ik nu Keurig en Net maar terug. Ja. wat ben ik dom geweest die te laten gaan! Nu zijn Keurig. Net en al mijn klanten weg! Wat *n verlies!” De bazin kreeg het op haar zenuwen. Drie dagen bleef de winkel gesloten. De Andersons moesten eerst op hun verhaal komen. Toen liet Anderson wéér omroepen voor twee gezellen en tot zijn groote vreugde Schoenmaker Anderson was in het stadje Berghofen bekend om de groote nauwkeurigheid, waarmede hij zijn klan ten bediende. Toen Anderson het zóó druk kreeg dat hij naar hulp moest om ben, liet hij den oudm stadsomroeper door bet plaatsje en de naaste omgeving rondtrekken. Aldoor riep deze zoo luide mogelijk: „Twee jonge gezellen gevraagd bij schoenmaker Anderson! Twee jonge gezellen gevraagd bü schoenmaker An derson!" BO|0l0|oaoBOI0|C>BOBOBOBOBOBOBOa080BOaOBOBOBOBOBOBOBOSCIBOBOBOBOBOIBOBOBOBOaOBOBOIBOBOBOIOBOBOaOBaaOBOBOBOBOBOIOIC^ 0 ooit geleefd heeft. Op een van de avon den, die door de dierenbescherming ge organiseerd waren, ben ik ook geweest en heb er nog heel wat geleerd. Hoe kunnen de menschen toch zoo wreed zjjn tegenover de dieren. En kwam dat maar alleen voort uit onwetendheid, dan was het nog zoo erg niet. Maar heel vaak is het jagen naar winst, dat de menschen beweegt de dieren te kwellen. Nu is het allesbehalve prettig al die mishandelin gen te hooren, maar je moet er toch iets van weten, wil je er tegen in kunnen gaan. Zoo hoorde Ik onder anderen, hoe er boeren stjn, die de horens van koelen af vijlen om niet te laten zien, hoe oud ze „Wij zijnbegon ds oudste van de twee. .Knoeiers!" gilde de schoenmaker „Jaknoeiers!" „Wat zegt u? Wij werken voor IK thaler en bewijzen u 'n weldaad voor stapten Keurig en Net binnen. Keurig net nemen Keurig en Net hun petten af, maakten *n diepe buiging. „Wü hebben gehoord, dat u twee ge- helft van zijn eigendom na te laten, den tweede een derde en den Jongste een negende. De drie zoons legden zich bü vaders beschikking neer en zelden de verdeellng nauwkeurig te zullen doen geschieden zooals vader dat verlangde. Maar de stervende sheik wilde niet, dat een zijner kameelen die hij lief had, iets kwaads zou geschieden, laat staan dat er een gedood zou mogen worden. Hoe dat echter klaar te spelen? De oudste zoon toch had recht op 8%. de tweede op S 3/3 en de jongste op 1 8/9 kameel. De shelk wilde de zaak dadelijk tot Een practlsch middel leek hem, aDe teekenaars onder de dierenbeschermer briefkaarten te laten teekenen, waarop koppen van dieren, die onze bescherming het meest noodlg hebben. Die kaarten moesten ze aan vrienden en bekenden sturen. Hü zelf zou graag zulke kaarten ontvangen en aan de vereeniging vragen de beste uit te zoeken en te laten druk ken. Natuurlijk doe ik ook mee en Bt heb al twee ontwerpjes gemaakt, (tig. 3 en 3). Ik ben weer aan het eind van mijn brief en kan jullie zeggen, dat ik goed met mijn werk opschiet en dat ik hoop eind November examen te doen. Kijk dus tegen dien tijd maar goed da kran ten na. als je niet al eerder bericht van mü krijgt. Heel veel groeten. het veel naarder hebben. Trineke, hot boerinnetje, heeft maar één arm en blonde Truusje is een oog kwijt, dat ia toch veel erger." „Juist Nlkkle, ik ben blij, dat bet na De sterke man deed wat Mange emot van hem verlaagde, maar intusschen lachte hü in «ün vuistje. „Daar sullen we nog grappen van beleven." fluisterde hü menes» Hendriks toe. Maar Mangelemot sprong in het zadel. Een eindje verderop zagen Mangelemot en meneer Hen driks een drietal eigenaardige dieren staan. Het waren een kange roe, een bison on een zebra „Wat zouden die daar moeten?" vroeg Mangelemot aan meneer Hendriks. zich vóór en in de woning van Anderson. Om beurten werden allen te woord ge staan, de keus was moeilijk, zéér moelTtjk zelfs. De een vond het loon te gering, n ander den werktijd te lang, en zoo ging he: maar door. De vrouw van den baas wist t ook niet! Klingellng! Daar ging de bel en twee maatjes stapten binnen. Ze namen heel beleefd hun petten af en maakten voor vrouw Anderson diepe buigingen. .Als we ons niet vergissen, bent u schoenmaker Anderson, die twee gezellen zoekt,” zei de een vriendelük. „Jullie vergissen je niet; ik ben Ander son de schoenmaker." lachte de baas. „Mün naain is Keurig en ik ben 17 jaar,” sprak de oudste. "En ik ben 18 Jaar en men noemt mü Net.” „Wel, wel.... kom.... ah zoo....!" zei de bazin, dat is dik in orde, want dan is 1 altijd Keurig en Net. Wanneer het loon en de werktüd jullie aanstaan, nu dan komen jullie maar zoo gauw mogelijk." Anderson knikte. Den volgenden dag reeds zaten Keurig en Net bü den schoenmaker te werken. Tot groote tevredenheid van den baas werden de klanten zoo vlug en goed be diend. dat iedereen zei: „Bü schoen maker Anderson moet je je laarzen laten maken; waren de schoenen vroeger goed versteld, nu zün ze verwonderlijk netjes. Ja haast nieuw en vlug dat ze dóór zün!” Natuurlük wisten die menschen niet, dat Keurig en Net er zelf zaten, maar de baas en zün vrouw wisten het des tc beter, voller werd de geldzak, steeds vol ler en de schoenmaker en zün vrouw kon den zich bovendien dingen veroorloven, welke zü vroeger zich moesten ontzeggen. Zoo ging ‘n jaar voorbü en Keurig en Beste allemaal! Jullie zult wel denken: hoe komt het, dat we daar zoo opeens een brief van Henk krijgen. De voornaamste reden is, dat ik jullie herinneren wil aan den Dierendag op 4 Octooer. Er wordt hier in de stad door de afdeellng van de Neder- landache Vereeniging voor Dierenbe scherming veel propaganda gemaakt: er is een tentoonstelling geweest van boe ken en platen, die op dierenbescherming betrekking hebben: mooie afbeeldingen van de dieren in hun natuurlüke om geving, er worden voordrachten gehou den en speldjes verkocht. Jullie weten toch, waarom de dieren dag Juist op 4 October valt? Dat is im mers de herdenkingsdag van onzen eer- biedwaardigen Sint Franclscus van As- slsië, den grootsten dierenvriend, die De bazin hing haar nieuwe züden japon gauw weer in de kast, die ze net aantrekken wou en deed haar oudste kleed aan. Nu kwam vrouw Anderson met opgeheven armen in de werkplaats. „Wn mtr'. ik hoorenwat moet ik hooren. ondankbaren dat Jullie zün! Mün imv man heeft dus toch veikeerd gekoeen. toen hü jullie aannam. Wie vraagt er nu tot je doordringt, dat er nog veel naar der dingen in de wereld zün.” ,£n ik ben blü, dat ik met u gespro ken heb, buurvrouw Wlllie, en Ik zal zeker nooit meer zoo dom zün om naar den witter te loop»n. Dag hoor, ik ga maar gauw naar moeder Loesje terug, andere wordt ze bang en belt misschien nog het polltie-poethuis op.” „Dag Nlkkle, zorg dat je zoo verstan dig blüft." twee thalers meer, in een woord schande lijk! Schandelijk!" Keurig en Net stonden op, legden hun voorschoten af. „Ziezoo, ons dunkt dat het 1 beste is om te vertrekken. We heb ben één jaar lang voor weinig gewerkt, het is niet meer dan blllük wat wü vra gen! Waarom moeten wü onzen tüd cadeau geven?” „Wat zeggen jullie, cadeau geven? Nu nog mooier, enriep Anderson. „En wü vertrekken! Vaarwel! Keurig en Net verlieen de schoenmakerij- „We zullen wel anderen vinden." zei vrouw Anderson. Een half uur later ging de bel. Tinge- ling.... Twee gezellen traden binnen. Wij zün gezonden door Keurig en Net en wü willen voor 1)4 thaler in de week werken, dus nog goedkooper dan uw vorige ge zellen,” zelden ze. „Maar vraag niet naar onze namen!” Anderson wreef zich in zün handen. „Best, doe maar Keurig en Net aan.... plezier!” De bazin trok d’r mooie züden japon weer aan: „fün.nu wordt er weer uit gespaard -en kan ik mü nóg mooier kleeden!” Een week ging voorbü. de gezellen werkten hard. Tlngeling! daar ging de bel. „Maar m'n hemel.” klonk *n woedende stem: „wat zün dat voor manieren, mü" mooie dure lakschoenen zün totaal ver prutst." Nog voor de schoenmaker iets zeggen kon, ging de bel weer. „Vertel me eens, sinds wanneer worden de laarzen zóó schandelik afgeleverd?" riep ’n hooge stem. Tlngeling! 'n Deftige dame trad bin nen. In haar oogen stonden tranen van verontwaardiging. „Mün brocaatschoentjes, mün prachtige brocaatschoentjes, het is gruwelijk in één woord, weggooien kan ik ze. weg gooienI” klaagde ze. Tlngeling! Tlngeling! Tlngeling! Het werd steeds voller in den winkel. Alle klanten mopperden, de meesten wilden hun schoenen vergoed hebben. Met de grootste moeite poogde Ander son deze klagende lieden te kal meeren. Hü kon niets beter doen dan zün winkel sluiten, nu stonden ze in drommen voor de gesloten deur, zelfs vielen er steenen door de winkelruit naar binnen. Toen, ten einde raad, hing Anderson een groot papier voor het raam. „Besmettelüke ziekte.” Een kwartier later was alles rustig, de lieden spoedden zich met hun verknoeide schoenen naar huls en kwamen niet meer terug. Nu was het echter de beurt aan baas Anderson om kwaad te worden. Hü ging naar de gezellen in de werkplaats, die üverig werkten. „Wie zün Jullie, die Keurig en Net ons gezonden hebben?" sprak Anderson woe dend. Een sheik was doodziek en stond, zoo als men dat noemt, al met zijn eene been in het graf. Al wat hü bezat, en dat waren 17 kameelen. wilde hü aan sün drie zonen nalaten en hü riep zün jongens aan zün sterfbed en zei hun. dat hü besloten had. den oudste de een oplossing gebracht zien, daar hü. zooals hü beweerde, niet gerust zou kunnen sterven, als hü moest denken, dat zün zoons na zün dood over de ver deellng van de erfenis oneenlghetd zou den kunnen krügen Hü besloot dus den wüzen kadi (kadi is de Arabische naam voor rechter) te ontbieden en dien te vragen hem een oplossing aan de hand te doen. „Dat is de doodeenvoudigste zaak ter wereld." zei de kadi, „ik zal de verdee- ling wel even voor je uitvoeren.” En hü deed dat aldus: Hü zette de zeventien kameelen van den sheik op een rij en zette daar den eenlgen kameel dien hü self bezat naast, zoo- dat er achttien kameelen stonden. Nu begon hü te tellen, tot hü op de helft kwam, dus tot negen en gaf die negen kameelen aan den oudsten zoon. Toen een derde, dus zes, aan den tweeden en een negende, dus twee aan den derden. Met hun drieën hadden ze dus zeventien kameelen ge kregen en de achttiende, die immers het eigendom van den kadi was, werd door dezen weer meegenomen, wat natuurlük zün recht was. De shelk was zóó verrukt over de han digheid van den kadi, dat hü een oogen- blik later in volle berusting ook zün andere been in het graf zette. Maar. wAs de verdeeling wel zoo eerlük geweest? Denken jelui er maar eens over na. Net vroegen om opslag, ieder wilde 3 thalers meer verdienen in de week. „Wét?1 zei de baas hoogst verbolgen „2 thalers meer? Hoe komen jullie er bü- Weest blü dat ik jullie genomen heb uit zooveel gezellen. 2 Thalers méér! *t Is ongehoord!” Verontwaardigd schudde hü 1 hoofd. zün. Dat doet de dieren geen pün, maar er zün er ook, die een veel erger middel toepaf sen: ze draaien namelük de hoorn- scheede van de beenptt af (fig. 1). Dat moet gruwelüke pün doen en gaat ge- makkelük tot ontsteking over, van een koe zonder hoomscheede kun je oen leeftijd moellük bepalen. Als dus os stomp genezen is, probeert men het dier duurder te verknopen, dan het waard is. Bü paarden wordt nog vaak het cou- peeren toegepast. Dit bestaat in het af kappen van den staart. Het gebeurt bü jonge paarden en de staart wordt kramp- achtig opgewipt. Het ergste is, dat ze nu niet meer de vliegen kunnen wegjagen, waarvoor de lange staart zoo buitenge woon geschikt is. Natuurlük kwamen ook dien avond de vogels aan de beurt. Gewezen werd op de noodzaak de vogels *s winters te voe ren. wat niet alleen aardig, maar ook nuttig is. De bekende recepten voor vo- gelvoer werden genoemd: noten, stukjes spek en vleesch voor de meeaen, zaad voor de andere vogels. Het vangen en in kooien zetten van vogels werd veroor deeld Zelfs het houden van kanaries bleek niet goed te praten, omdat bat transport van de dieren voor hen zoo veel bezwaren had. Aan het slot van den avond dankte da voorzitter de inleiders en wekte alle aan wezigen op mee te doen met de dieren bescherming. zeilen noodlg heeft. Wanneer u ons die 3 thaler meer geven wilt, komen wü vandaag bü u werken.” zelden de twee. V Vrouw Anderson bakte direct 'n heer- lüke taart. Vruchten, slagroom en het allerfünste meel werden daarvoor ge bruikt. Ze was zoo gelukkig, dat Keurig en Net weer in de werkplaats zaten. Baas Anderson zong het hoogste lied uit, de kanarievogel knetterde, dat het een lust was. Het plakkaat voor de win kelruit draaide men om, aan den an deren zette de baas met hééle dikke let ters: Voortaan werkt baas Anderson hier slechts keurig-net met Iteurig en Net. Het was heerlük weer en daarom ging Willie met naar pop een wandeling ma ken. Ze trok haar mooiste kleertjes aan, kamde heur haartjes keurig en deed er een moolen grooten strik in. Zoo stapte Wlllie het huis uit en liep de geurige roeenlaan door. De lucht was blauw, de boomen waren groen en de vogels zongen zoo heerlük, het was een echt verrukkelüke wandeling. Ze zongen vroolüke liedjes onderweg, vertelden elkaar grappige verhalen en hadden grooten schik. „O, kijk eens, daar loo negerjongetje van Loesje; even gauw inhalen, zeker is de ohd weggeloowen." „Nlkkle/ klein negerjongetje, wajar Je naar toe’" „Och, buurvrouw Wlllie, het doet me verdriet, dat ik zoo zwart ben, iedereen heeft iets raars tegen me te zeggen. Dan is het weer roetmop, dan zwartneus, en zelfs hebben ze wel mal nikkertje tegen me gezegd „Och domme Nlkkle, daar moet JU Je niets van aantrekken; wanneer ze weer zulke leelüke dingen tegen Je zeggen, dan haal Je maar je schouders op en lacht, dat Is heusch het verstandigst.” ,£n wat was je nu eigenlük van plan, want ik weet nog niet waar je zoo hard naar toe liep.” .Ja. buurvrouw WUlie. het is geloof ik wel heel gek wat Ik wilde doen; Ik was op weg naar den metselaar en wilde gewit worden.” „Ha. ha, ha, o jü domme Nlkkle, dat kan toch Immers niet; je bent nu een maal zwart en zal dat altüd moeten blüven.” ,4a. dat voel Ik nu wel en ik zal me er dan ook niets meer van aantrekken. Eigenlük is het niet eens zoo verschrik- kelük, want er zün genoeg poppen, die it a a tl u r it i. 9 le Ie n 1- ft n n n le •t in >e le ie It r: it d ir n n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 7