5,
t
'6
bcctbh
EWhDEt?
A
1
1
DB DEQE
V
1
J
uu
HET DOOVE OOR
SCHIMMELTIJD
VAN ALLES WAT
wwil
J
WJ2 DBC3
5
OOGSTTI JD
E.WG)D
o
o
o
o
o
o
o
o
o
t
ft
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiw
ZJU
POI
i
I
Ret
41
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
T
I HUM
S
0
0
0
De.B.L. N.S.
-
overneming; uit deze rubriek zonder toestemming verboden
i’
-t-
ij
W'IIBU benl be8°n b®’01
f /lR Tan oPw^Hing.
=3
«ad
0
0
3=
„•A
Jan; toch antwoordde
hoorde
CX O
O
=5
luidde de boodschap
«U
A
S3
gezorgd.
SC
=3
Blaonder onderhield hij rich
met een lansen, mageren heer
fr
R
G»
08
en
heel
1
oproep
t
be-
fi
i
TawxmC
D
kangeroe zUn rug in de hoogte en na ti salto mortals..
4
vervelende zaak,** ant-
Keuren de heeren hier
S3
Wie kan dlt lezen?
dag
lappen
mee
Het
zooals
woord
plan
Hedi
dan
gaud
wélk
eeptl
van
r 54
bu
Op
KOC
zal
was.
loopen
fi-
S3
voor Henk meegenomen (fig
en dl. BU die kastanjes waren heel
was, die hij ooit gemaakt bad. q
''*^OIOIOIOIQIO«OIOIQIOIOIQIQ|4
„We vragen aan onze moeders," ging
Tilly voort, „alle niet gebruikte weck-
flesschen en jampotjes. Woensdagmid
dag maken we den boel klaar."
„En waar moet de tentoonstelling we
zen?" vroeg Kees.
Struiken door en na lang zoeken had hü
den paddens.oel gevonden (fig. 4). Er
waren al eenige vliegen omheen verza
meld. ,JDat zijn aasvliegen," verklaarde
Kees, „die verspreiden het sporenslUm.
dat op den top van den paddenstoel zit"
bladeren
5
wat loose.
„We lijken wel eekhorentjes, die hun
oogst binnenhalen," vond Mientje.
Dat woord oogst bracht Tilly weer
haar plan in herinnering. .Laten we
even gaan ritten." stelde ze voor. „Dan
ik jullie vertellen, wat mijn plan
Onze tuintjes zijn nu bijna afge-
en daarom zou ik de volgende
week een tentoonstelling willen houden
van alles, wat er nog in staat."
„Behalve de boerenkool," meende Ada
te moeten opmerken.
Daar sloot een der doktoren
zijn rechteroor
KOSTBARE FA ARLEN.
Eenige paarlen zijn door grootte
schoonheid historisch geworden. Een
paarl uit Panama, in den vorm van een
peer en de grootte van een duiven-el, die
tn 1579 aan konlng Philips II van Spanje
als geschenk vereerd werd, wordt op een
waarde van f 48.000 geschat. In 1805
bezat *n Madrlleens-he dame een Arneri-
kaansche parel, die 31.000 dukaten waard
was. Paua Leo X betaalde een Venrtlaan-
schen juwelier 14.000 pond sterling voor
een pareL Een Franschman verkocht aan
den Sjah van Perzié een parel voor de
enorme som van 180 000 p. st. En prins
van Muska bezat een parel, die «'echts
13 karaat woog, doch door helderheid
zoodanig uitmuntte, dat hij een bod van
4000 p st. afsloeg. De parel in de kroon
van keizer Rudolph II had de grootte
van een peer! Welken omvang moet de
oester we! gehad hebben, die deze parel
inhield! De Sjah van Perzié bezat een
snoer paarlen. die elk zoo groot waren
als een hazelnoot. De waarde van dit
snoer was onberekenbaar.
Op voorstel van Jan werd begonnen
met bramen zoeken. De moeste bramen
struiken stónden langs de randen van
het bosch t Duurde niet lang of de
jamemmertjes wa:en gevuld en de ma
gen ook. Nu ging het verder het bosch
in.
»0»0>0»0'OBOB°BOBOBOBaBOBOBOBOBOBOBOBOBOIOBOBOBOBOBOBOBOIOBOIOIOlBOIOBOBQBOIOBOnOBOIOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOIOI
verloren
een oneerlijk tnensch.
de goudstukken op en stak
z(jn rak. Maar terwijl hU
verder ging, zag hij naast zich drie
kleine gedrochtsn meetippelen, drie
kleine duiveltjes, zwarte monstertjes
met bokspooten. die hem kwaad
aardig grijnslachend aankeken.
De koopman begreep, dat het
door die drie dukaten kwam.
„Weet je
gauw 1
wat," dacht hU. Jk
zal gauw maken, dat ik die drie
goudstukken kwijt ben en er goud-
broeaat voor koopen"
Toen hij de drie goudstukken had
uitgegeven, waren de duiveltjes weg.
Den volgenden dag echter had
hij op de markt voor het goud-
die een meter of wat verder stond, fluis
terde: ..acht!"
Jan hoorde het goed, want de fout zat
in het andere oor. Tegelijk echter flitste
het door het bretn van Jan: „O, nu
zeg je aanstonds: vijf!"
linkeroor werd dicht gehouden
dokter fluisterde o. zoo zacht:
brocaat zes gouden dukaten ontvan
gen. Opgewekt ging hU naar huls,
maar onderweg rag hij tot zijn
ontsteltenis, dat hij gevolgd werd,
niet door drie, maar door zes i
duiveltjes. Onmiddellijk kocht U
hij nieuwe handelswaar.
Daar zaten ze al spoedig op den
grond tusschen de paddenstoelen. Aller
lei soort en waren vertegenwoordigd:
roode russula s met witten steel, bruine
boleten met gaatjes aan de onderzijde
van den hoed (fig. 3), elfenbankjes, als
kussentjes met fluweel overtrokken aan
boomstronken (fig. 31. Aardig waren ook
de donkerbruine aardpaddenstoelen, de
korstzwammen (fig. 3).
kwam boven op da horens van den bison terecht, die
het spelletje wel grappig scheen te vinden en als een
wildeman in het rond danste. Maar na enkele seconden
scheen ook de bison er genoeg van te hebben en met zijn
«terken kop wierp hij den armen Mangelemot hoog de
lucht in.
„O." antwoordde Jan. „daar weet ik
wel raad op. er te bU ons wel een kas
leeg, die we mogen gebruiken."
Met groot enthousiasme werd het plan
verder op den terugweg besproken en
allen verlangden naar Woensdag om aan
den gang te gaan. Een paar, die andijvia
hadden gezet zouden die Zaterdag nog
even dichtbinden, om de b!aderen bin
nenin moot geel te laten worden.
Hoeveel had bij reeds gelezen van dat
mooie land en nu zou hij het gauw met
eigen oogen kunnen zien! Heerlijk voor
uitzicht!
Eén ding was er echter, waarvoor hij
zich een beetle bevreesd maakte: hij
had nJ. één doof oor en vrienden hadden
hem verteld, dat de keuring voor de
Oost niet frisch is, dat men alleen ge
zonde jongelui kon gebruiken, geheel
zonder lichamelijke gebreken.
Nu, gezond was hljl Als een vtech zoo
gezand! Maar dat vervelende doove
oor!....,
HU kon met het andere zoo goed hoe
ren als een gewoon menech met zn
twee ooren. Ja. dat zou hU den heeren
van de keuringscommissie zeggen, ze
zouden zich er trouwens van kunnen
overtuigen! En dan zouden ze misschien
wel zeggen: .Nou, die Jan Houtman
kunnen we best uitzenden naar Indié;
hU hoort met dat ééne oor zóó perfect.
sle hun Europeesch verlof nog wat sou
verlengen, opdat ze nog wat gezondheid
zouden kunnen opdoen in de vaderland-
sche lucht.
Jan begreep, dat het allemaal heeren
waren, die al Jarenlang dienst hadden
gedaan In Oost-Indié en dat dit dus een
goede gelegenheid was om zijn kennis
van het toekomstig tooneel zijner werk
zaamheden wat uit te breiden. Die
mocht hij dus niet laten voorbijgaan!
HU stelde zich dus voor aan de heeren
en mengde zich in het gesprek. Blzonder
onderhield bU rich meteen langen tna-
geren heer, die er niet al te best uitzag
„Ja, mUnheer Houtman," zoo sprak
deze tot Jan, „het Is met mij een heel
gezeur. Al twee Jaar zit ik in Holland
met ziekteverlof en zou o. zoo graag
weer weggaan. Maar die Hollandsche
doktoren hiér vinden, dat ik nog altijd
niet flink genoeg ben en telkens verlen
gen ze mijn verlof maar weer, terwijl ik
mezelf toch werkelijk goed gevoel. Zoo
pas hebben ze me weer heelemaal on
derzocht en nu wacht ik op den uit
slag"
„Dat
woordde
Daar begon het lieve leventje.... Aanvankelijk reed
de zebra doodbedaard weg, maar opeens scheen het dier
er genoeg van te krUgen. Vlak voor een hoop steenen
bleef het beest stokstijf staan en wierp de achterpooten
in de hoogte. Mangelemot, die hierop heelemaal niet
verdacht was, vloog met een vaartje door de lucht en....
*OIOIQIQIOIOIOIOIOIQIOIOIOIQIOIOgQia>IOIOIOIOIOIOIOIOIQIOIOIOIOIQgoiOIOIOIO|QloiotL
- Zijn
en de
„vijf!"
Niets
h|j prompt: „vijf!"
„Ooren prachtg in orde!’* sprak de
onderzoekende arts. „Ga nu nog maar
even In de spreekkamer: straks hoort u
den uitslag van het onderzoek."
Jan vertrok en kwam met een stra
lend gezicht bU de wachtend-m terug.
„Hoe is *t gegaan?’* vroeg de heer,
met wlen hl! zoo straks had zitten pra
ten.
„Prachtig!" sprak Jan. .Alles liep van
een leien dakje!"
Ik dacht soms, dat u een gebrek aan
uw oor had. omdat u zoo belangstellend
naar het ooronderzoek vroeg,” sprak de
heer.
„Heelemaal
„Ik wou maar
eigenlijk deden."
Een kwartiertje daarna werd Jan weer
binnen geroepen.
..Goedgekeurd!’*
en verheugd spoedde de gelukkige zich
naar huls.
Tbuls vertilde hU zijn avontuur in
het keuringsgebouwmaar aan anderen
liet hU natuurlijk niets uit dat leek
hem te gevaarlUk. M.
te zoo mln mogelijk te denken aan het
doove oor, dat hem misschien vandaag
zoo’n leelUke kco! zou kunnen stoven.
Om tien uur schoof hij bijna onhoor
baar de wachtkamer binnen.
Verschillende heeren zaten daar ge
zellig bUeen en praat’CB druk over de
Oost, over het heete klimaat over de
betrekkingen, die ze bekleed hadden.
Eenlgen verlangden weer vurig om zoo
gauw mogelUk weer weg te komen, an
deren hoopten, dat de keuringscommis-
Maar den aag wmuuv Hepen
er twaalf duiveltjes mee.
En toen hij na verloop van
tUd over ont-agUjke rijkdom
men beschikte was zijn pa
leis zoo vol met duiveltjes, dat
hU er bijna niet eens meer
in kon rondloopen.
*r Nachts zaten er wel hon
derd op zijn bed. die zulke
malle streken uithaalden, dat
hU geen één nacht een oog
dicht kon doen.
Met den dag begon de koop
man er slechter uit te zien en ten
slotte het plagen moe, vertelde hU
alles eerlijk aan een vriend. Deze
gaf hem den raad, den kallef de
drie gouden dukaten teiug te geven.
De koopman deed het, maar
daarmee verdwenen er maar drie
dui eitjes. Nu begreep hU. dat hU
afstand zou moeten doen van al
nieuw verworven rijkdom.
hU ooit weer rustig kunnen
n en tevreden zijn.
Het kostte hem veel moeite, maar
na een maand van zwanen strijd begaf
hU zich naar den kallef en schonk hem
al zijn rijkdom. De
kalief echter' was
edelmoedig en zei.
dat hU de helft
mocht houden en
de andere helft aan
de armen van Bagdad
Yagg» geven.
Van dat oogenb.'lk
waren de duiveltjes
verdwenen.
Ziezoo, dat was achter den rug: het
diploma, waarvoor hU zoo lang en zoo
Uverig had gewerkt, was behaald! Schit
terend was hU geslaagd en nu niet meer
getalmd, doch zich aangemeld bU het
Departement van Koloniën In Den
Haag, dan zou hU wel gauw benoemd
worden en dan zou aan zjjn hartewensch
voldaan zijn en hl) zou kunnen vertrek
ken naar het land van melk en honing,
naar Nederlandsch Oost-Indié. waarvan
een schrijver zegt dat het zich als een
gordel van smaragd om den evenaar
slingert!
,-Noa, zU liever dan Ik," verklaarde
Gerrit met zUn zakdoek voor zUn neus.
De anderen waren al bU een paar
hazelstrulken aan bet Inzamelen van
noten. Groot was de oogst niet, maar
het idee, echte hazelnoten zoo uit het
boech te hebben, was erg aardig. Een
mooi takje met een paar noten werd
meegenomen voor Henk. Bjj nader on
derzoek bleek er ook een tamme
kastanje te staan, waar ook vruchten
aan zaten. Ook hiervan werden een paar
dat hij het andere niet noodig heeft!”
Moed gehouden dus! Waarom zou hij
rich nu al z’n illusies laten ontnemen?
Neen, rustig zou hij den keuringsdag
afwachten.... *t zou misschien heel
goed afloopen!
niet!" was *t antwoo-d.
es weten, hoe ze hier
was mooi weer Woensdag en,
vanzelf spreekt, waren de leden
van de club al vroeg bij elkaar.
Tilly, de Uverige secretaresse, had voor
briefjes gezorgd, waarop het doel van
den tocht van dezen middag was ver
meld: bramen paddenstoelen een
nieuw plan.
Dat laatste plan vooral maakte allen
nieuwsgierig. Maar Tilly wilde van te
voren niets los'.aten. Eerst wandelen en
zoeken, vond ze, de rest kwam nader
hand. Nu. op zoeken en vinden was ge
rekend. Allen hadden een tasch voor
paddenstoelen en de meesten bovendien
een Jamemmertje (fig. 1) voor b;amen.
Met fllnken pas werd gewandeld In de
richting van het bosch.
Gauwer dan hU verwaehtte verscheen
de oproep voor de keuring. Jan werd
een beetje ze
nuwachtig als
hU er aan
dacht! Hoe zou
het gaan?
Op den
wusten dag was
hU al vroeg op
weg naar Den
Haag en tracht
te een
Jan.
dan zóó streng?”
„Nou en of!" was t antwoord.
„Geloof maar niet, dat je één kwaaltje
kunt verheimelijken! Die lui weten al
les, alles, mijnheer Houtman."
„Hm, hm!" deed Jan en vroeg toen:
.Enneletten ze ook erg op je
oor*’**"
„Dat zou ik denken! Eerst «luiten ze
het rechteroor en fluisteren iets; daarna
houden ze je andere oor dicht en fluis
teren weer wat. En dan moet Je precies
zeggen, wat ze gefluisterd hebben!”
,Eoo. zoo! Enne.... wat fluisterden
ze dan zoo pas bU u?"
„Den eersten keer fluisterde hij: acht
en den tweeden keer: vijf."
Toen het gesprek zóóver was, werd
de deur van de wachtkamer geopend en
de concierge kwam binnen met het be
richt: JJe heer J. Houtman te aan de
beurt!"
Jan stond op, groette den heer met
wlen hU bad gepraat, en volgde den
concierge naar de dokterskamer.
Het onderzoek begon. Nu. al spoedig
bleek, dat Jan een oersterke Jongen was,
die nog nooit ziek was geweest en die
misschien wel 100 Jaar
oud kon worden.
Hij moest zich weer
aankleeden en dacht,
dat het onderzoek was
afgeloopen. Maar neen!
„Nu het gezicht en de
ooren nog!" sprak één
der heeren-
KwWl/lUlK Daar zou Je het heb-
f fff l De oogen waren goed
I In orde!.... Daar sloot
een der doktoren zUn
rechteroor en de ander,
Kees begon opeens te snuiven en met
een verrukt gezicht overal rond te kij
ken
Wat te er," vroeg Ada, „zoek je truf
fels?"
„Denk je, dat ik een varken ben?"
vroeg Kees, diep verontwaardigd. „Neen,
ik ruik een stinkzwam."
Ada kwam wat dichterbij en nu rook
zU ook den bedwelmenden aasgeur, die
allesbehalve lekker was.
Kees schoof voorzichtig tusschen de
Op een van de buitenwegen var
Bagdad maakte Kallef Hussein
Dye een kleine wandeling om de ver
moeienissen van den dag te vergeten
Dicht bij „drie kromme torens"
bleef hU staan om zUn neus te snui
ten en vóór hU het bemerkte, glipten
er met zUn zakdoek drie gouden
dukaten uit zUn zak en kwamen
op den grond terecht.
HU was nog maar een klein
eindje verder, tóen er een koop
man voorbU kwam, wiens aan-
dacht onmlddellUk getrokken
werd door de glinsterende schUven.
.Neen maar." dacht de koop
man. „dat te een meevallertje.
Nu kan Ik tenminste die drlegroote
goudbrocsat koopen, waar-
Ik misschien wel het dubbele
kan verdienen
HU keek om rich heen en toen
hU óen kallef zag staan, begreep
hU heel goed dat dese de drie du-
katen verloren bad. De koopman
was echter
raapte
ze in
o
kwam Mangelemot prachtig op den grond neer....
vlak voor mUnheer Hendriks, die het heele gevalletje
natuurlUk gefilmd had.
MUnheer Hendriks zei. dat hU het reusachtig had