Ij
I
i
J
5,
DE DE2QB
wn era
f
Of
K0(
DÜCS25IBD3
t GAMEI?
LOG|D
HET DOOVE OOR
OOGSTTIJD
SCHIMMELTIJD
VAN ALLES WAT
g
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
LAI
^llllllinillllllllllllllllllllllllllllllllllinHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIillHIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIillllll
ZAI
poi
a. a
De B. L. N. S.
I
Rei
T.^
0
1
0
■'1
A
'M
I
I
Stinkzwam
i
0
HOIOIOIOIOIOIOK
OVERNEMING (JIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN
I
Bizonder
onderhield hij zich
een langen. mageren heer
met
1
B
i’
MtyrS1
zóu hij
heel
oproep
*4
■OOM
Daar
D
ver
een
Wie kan dit lezen?
dag
waarvan
een
om den evenaar
Het
zooals
linkeroor
dokter fluisterde o. zoo zacht:
bleek
te
lappen
mee
hl
5
bosch
mooi
woord
plan I
- rtt.
a
zal
was.
loopen
C3 BCD BQ CD BCD IQIOtOIO BCD BCD BCD BCD BCD BQ BCD BOBOBOIOBOBOBOIOIOIOIOIOIOIOBOBOIIOIOBOIOIQIOIOIIOIOIOIOIOBOBOBOBOIOIOBOBOBOIOIOI
- -
.Nou. zU
I
voor Henk meegenomen
Bed
dan
goad
welk
rept
van
I 5J
bu
sie hun Europeesch verlof nog wat zou
verlengen, opdat ze nog wat gezondheid
zouden kunnen opdoen In de vaderland-
1t-, 4
1 1 wel
i
kwam boven op de horens van den bison terecht, die
het spelletje wel grappig scheen te vinden en als een
wildeman in het rond danste. Maar na enkele seconden
scheen ook de bison er genoeg van te hebben en met $yn
sterken kop wierp hy den armen Mangelemot hoog de
lucht in.
sloot een der doktoren
zijn rechteroor
Daar zaten ze al spoedig op den
grond tusschen de paddenstoelen. Aller
lei soort an waren vertegenwoordigd:
roode russula's met witten steel, bruine
boleten met gaatjes aan de onderzijde
van den hoed (flg. 2), elfenbankjes, als
kussentjes met fluweel overtrokken aan
boomstronken (flg. 3>. Aardig waren ook
de donkerbruine aardpaddenstoelen, de
korstzwammen (flg. 3).
„We vragen aan onze moeders.’ ging
Tilly voort, .alle niet gebruikte weck-
flesschen en jampotjes. Woensdagmid
dag maken we den boel klaar."
„En waar moet de tentoonstelling we
zen?" vroeg Kees.
'•ruiken door en na lang soekeir had hy -
Iden paddens.oel gevonden (fig. O. Er
waren al eenlge vliegen omheen verza
meld. .Dat zijn aasvliegen," verklaarde
Kees, „die verspreiden het sporenslum,
dat op den top van den paddenstoel zit."
De
hazelstruiken
noten. Groot
is een
Jan.
Mn ar den dag daarop liepen
er twaalf, duiveltjes mee.
En toen hij na verloop van
tijd over ontzaglijke rijkdom
men beschikte was zijn pa
leis zoo vol met duiveltjes, dat
hij er bijna niet eens meer
in kon rondloopen.
's Nachts zaten er wel hon
derd op zijn bed. die zulke
malle streken uithaalden, dat
hij geen één nacht een oog
dicht kon doen.
Met den dag begon de koop-
er sle?hter uit te zien en ten
Daar begon het lieve leventje.... Aanvankelijk reed
de zeb.a doodbedaard weg, maar opeens scheen het dier
er genoeg van' té krijgen. Vlak voor een hoop steenen
t het beest rtokstljf staan en wierp de achterpooten
de hoogte. Mangelemot, die hierop heelemaal niet
ft
De kangeroe scheen hierop gewacht te hebben, want
met een paar flinke sprongen kwam deze naderbij en
ving Mangelemot behendig met zijn rug op. En dat was
maar goed ook, want anders zou de filmheld een lee-
lijken smak gemaakt hebben. Tegelijkertijd wierp de
kangeroe zijn rug in de hoogte en na 'n salto mortale.
RmUM t
in r
verdacht was, vloog met een vaartje door de lucht en.
IC3BC3BCDBC3BCDBC3BC3BCDBCDBCDBCDBCDBCDBa>BCD8CDBICDBCDBCDBCDBaDBCDB<Z>BCDBCDBCDBCDBC3BCDBQBa5BCDBICDBCDBCZ>BCDBCDBOBOWCDBC. XCDBCDBCDBOIOIO
„O." antwoordde Jan, „daar weet ik
wel raad op, er is bij ons wel een kas
1 leeg, «Me we mogen gebruiken."
Met groot enthousiasme werd het plan
verder op den terugweg besproken en
allen verlangden naar Woensdag om aan
den gang te gaan. Een paar, die andijvie
hadden gezet. zo>'den die Zaterdag nog
even dichtbinden, .m de bladeren bin
nenin mooi geel te laten worden.
A. L.
Hoeveel had hij reeds gelezen van dat
mooie land en nu zou hjj het gauw met
eigen oogen kunnen zien! Heerlijk voor
uitzicht!
Eén ding was er echter, waarvoor hy
zich een beetje bevreesd maakte: hij
had nJ. één doof oor en vrienden hadden
hem verteld, dat de keuring voor de
Oost niet frlsch Is, dat men alleen ge
zonde jongelui kon gebruiken, geheel
zonder lichamelijke gebreken.
Nu, gezond was hij! Als een visch zoo
gezond! Maar dat vervelende doove
oor!....
Hij ken met het andere zoo goed hoo-
ren als een gewoon mensch met z'n
twee ooren. Ja. dat zou hij den heeren
van de keuringscommissie zeggen, ze
zouden zich er trouwens van kunnen
overtuigen! En dan zouden ze misschien
1 zeggen: .Nou, die Jan Houtman
kunnen we best uitzenden naar Indlé;
hl) hoort met dat ééne oor zóó perfect,
dat hij het andere niet noodlg heeft!”
luidde de boodschap
en verheugd spoedde de gelukkige zich
naar huis.
Thuis vertelde hij zijn avontuur in
het keurlngsgebouw: maar aan anderen
Het hij natuurlijk niets uit dat leek
hem te gevaarlijk. M.
niet!” was ’t antwoord,
es weten, hoe ze hier
te zoo mln mogelijk te denken aan het
doove oor. dat hem misschien vandaag
zoo’n leelyke kooi zou kunnen stoven.
Om tien uur schoof hij bijna onhoor
baar de wachtkamer binnen.
Verschillende heeren zaten daar ge
zellig bijeen en praatten druk over de
Oost, over het heete klimaat over de
betrekkingen, die ze bekleed hadden.
Eenlgen verlangden weer vurig om zoo
gauw mogelijk weer weg te komen, an
deren hoopten, dat de keuringscommls-
kwam Mangelemot prachtig op den grond neer....
vlak voor mijnheer Hendriks, die het heele gevalletje
natuurlijk gefilmd had.
Mijnheer Hendriks zei. dat hij het reusachtig had
gevonden en dit een van de meest interessante opnamen
was, die hij ooit gemaakt had.
en ll. Bjj die kastanjes waren heel
wat loose.
„We lijken wel eekhorentjes, die hun
oogst binnenhalen," vond Mientje.
Dat woord oogst bracht Tilly weer
haar plan In herinnering. .Laten wc
even gaan zitten." stelde ze voor. ..Dan
ik jullie vertellen, wat mijn plan
Onze tuintjes zjjn nu bijna afge-
en daarom zou ik de volgende
week een tentoonstelling willen houden
van alles, wat er nog in st zat."
..Behalve de boerenkool." meende Ada
te moeten opmerken.
Moed 'gehouden dus! Waarom
zich nu al't*h illusies laten ontnemen?
Neen, nistlg zou htj den keurlngsdag
af wachten.t zou misschien heel
goed afloopen!
Op een van de buitenwegen van
Bagdad maakte Kallef Hussein
Dye een kleine wandeling om de ver
moeienissen van den dag te vergeten
Dicht bjj „drie kromme torenr"
bleef hij staan om zyn neus te snui
ten en vóór hy het bemerkte, glipten
er met zyn zakdoek drie gouden
dukaten uit zijn zak en kwamen
op den grond terecht.
Hjj was nog maar een klein
eindje verder, toen er een koop-
man voorby kwam, wiens aan- A
dacht, onmiddellijk getrokken KÏ
werd door de glinsterende schijven. '"i
Neen maar.” dacht de koop
man. „dat is een meevallertje.
Nu kan Ik tenminste die drie greote
goudbrocaat koopen. waar-
Ik misschien wel het dubbele
kan verdienen
Hij keek om zich heen en toen
hij den kallef zag staan, begreep
hij heel goed dat deze de drie du-
katen verloren pad. De koopman
was echter een oneeriyk mensch.
raapte de goudstukken op en stak
ze '3n zijn zak. Maar terwyi hu
verder ging, zag hij naast zich drie
kleine gedrochten meetippelen, drie
kleine duiveltjes, zwarte monsterwee
met bokspooten. die hem kwaad
aardig grijnslachend aankeken.
De koopman begreep, dat het
door die drie dukaten kwam
„Weet je wat.” dacht hij, „Ik
zal gauw maken, dat ik die drie
goudstukken kwijt ben en er goud
brocaat voor koopen.”
Toen hy de drie goudstukken had
uitgegeven, waren de duiveltjes weg.
Den volgenden dag echter had
hy op de markt voor het goud
brocaat zes gouden dukaten ontvan
gen. Opgewekt ging hy naar huls,
maar ondeiweg zag hy tot zijn
ontsteltenis, dat hy gevolgd werd,
niet door drie, maar door zes M
duiveltjes. Onmidddiyk kocht
hy nieuwe handelswaar.
liever dan Ik.” verklaarde
Gerrit met zyn zakdoek voor zyn neus,
anderen waren al by een paar
aan het inzamelen van
was de oogst niet, maar
het idee, echte hazelnoten zoo uit het
te hebben, was erg aardig. Een
takje met een paar noten werd
meegenomen voor Henk. By nader on
derzoek bleek er ook een tamme
kastanje te staan, waar ook vruchten
aan zaten. Ook hiervan werden een paar
was mooi weer Woensdag en,
vanzelf spreekt, waren de leden
van de club al vroeg by elkaar.
TUly. de yverige secretaresse, had voor
briefjes gezorgd, waarop het doel van
den tocht van dezen middag was
meld: bramen paddenstoelen
nieuw plan.
Dat laatste plan vooral maakte allen
nieuwsgierig. Maar Tilly wilde van- te
voren niets loslaten. Eerst wandelen en
zoeken, vond ze, de rest kwam nader
hand. Nu. op zoeken en vinden was ge
rekend. Allen hadden een tasch voor
paddenstoelen en de meesten bovendien
een Jamemmertje (flg. 1> voor bramen.
Met Hinken pas werd gewandeld in de
richting van het bosch
sche lucht.
Jan begreep, dat het aUemaal heeren
waren, die al jarenlang dienst hadden
gedaan in Oost-Indlé en dat dit dus een
goede gelegenheid was om zijn kennis
van het toekomstig tooneel rijner werk
zaamheden wat uit te breiden. Die
mocht hy dus niet laten voorbijgaan!
Hy stelde zich dus voor aan de heeren
en mengde zich in het gesprek. Bizonder
onderhield hy zich met een langen ma
geren heer, die er niet al te best uitzag
.Ja. mynheer Houtman.” zoo sprak
deze tot Jan, „het is met mij een heel
gezeur.' Al twee jaar zit ik in Holland
met ziekteverlof en zou o. zoo graag
weer weggaan. Maar die Hollandsche
doktoren hier vinden, dat ik nog altyd
niet flink genoeg ben en telkens verlen
gen ze myn verlof maar weer, terwijl ik
mezelf toch werkelyle goed gevoel. Z/oo
pas hebben ze me weer heelemaal on
derzocht en nu «acht ik op den uit
slag”
„Dat is een vervelende zaak,” ant
woordde Jan. Keuren de heeren hier
dan zóó streng?”
„Nou en of!” was 1 antwoord.
„Geloof maar niet, dat je één kwaaltje
kunt verhelmeiykenDie lui weten al
les, alles, mijnheer Houtman.”
„Hm, hm!" deed Jan en vroeg toen:
„Enne.... letten ze ook erg op je
ooren?”
..Dat zou ik denken! Eerst sluiten ze
het rechteroor en fluisteren Iets; daarna
houden ze je andere oor dicht en fluis
teren weer wat. En dan moet Je precies
zeggen, wat ze gefluisterd hebben!"
„Zoo. zoo! Enne.... wat fluisterden
ze dan zoo pas by u?”
„Den eersten keer fluisterde hy: acht
en den tweeden keer: vijf.”
Toen het gesprek zóóver was, werd
de deur van de wachtkamer geopend en
de concierge kwam binnen met het be
richt: .JDe heer J. Houtman is aan de
beurt!”
Jifn
wien
stond op, groette den heer met
hy had gepraat, en volgde den
concierge naar de dokterskamer.
Het onderzoek begon. Nu. al spoedig
bleek, dat Jan een oersterke Jongen was.
die nog nooit ziek was geweest en die
misschien wel 100 Jaar
oud kon worden.
HU moest zich weer
aankleeden en dacht,
dat het onderzoek was
afgeloopen. Maar neen!
„Nu het gezicht en de
ooren nog!” sprak één
der heeren.
Daar zou je het heb
ben! Hy begon te beven
van opwinding.
De oogen waren goed
In orde!.... Daar sloot
een der doktoren zyn
rechteroor en de ander,
Kees begon opeens te snuiven en met
een verrukt gezicht overal rond te ky-
ken.
„Wat is er," vroeg Ada, .roek je truf
fels?"
„Denk je, dat ik een varken ben?”
vroeg Kees, diep verontwaardigd. „Neen,
ik ruik een stinkzwam."
Ada kwam wat dlchterby en nu rook
zy ook den bedwelmenden aasgeur, die
allesbehalve lekker was.
Kees schoof voorzichtig tusschen de
die een meter of wat verder stond, fluis
terde: .acht!"
Jan hoorde het goed, want de fout zat
in het andere oor. Tegelyk echter tUtste
het door het brein van Jan: „O, nu
zeg je aanstonds: vyf!”
Zyn linkeroor werd dicht gehouden
en de
„vyf!"
Niets hoorde Jan; toch antwoordde
hy prompt: „vyf!”
..Ooren prachtig in orde!” sprak de
onderzoekende arts. „Ga nu nog maar
even in de spreekkamer: straks hoort u
den uitslag van het onderzoea.”
Jan vertrok en kwam met een stra
lend gezicht by de wachtenden terug.
.Hoe is 1 gegaan?" vroeg de heer,
met wien hij zoo straks had zitten pra
ten.
„Prachtig!" sprak Jan. „Alles liep van
een leien dakje!”
Ik dacht soms, dat u een gebrek aan
uw oor had. omdat u zoo belangstellend
naar het ooronderzoek vroeg." sprak de
heer.
„Heelemaal
„Ik wou maar
elgeniyk deden."
Een kwartiertje daarna werd Jan Weer
binnen geroepen.
„Goedgekeurd!”
man
slotte het plagen moe, vertelde hy
alles eeriyk aan een vriend. Deze
faf hem den raad, den kaUef de
drie gouden dukaten terug te geven.
De koopman deed het, maar
daarmee verdwenen er maar drie
duiveltjes. Nu' begreep hy, dat hy
afstand zou moeten doen van al
zijn nieuw verworven rykdom.
wilde hy ooit weer rustig kunnen
slapen en tevreden zyn.
Het kostte hem veel moeite, maar
na een maand van zwaren stryd begaf
hy zich naar den kallef en schonk hem
al zijn ritkdom. De
kalief echter was
edelmoedig en zeL
dat hy de helft
mocht houden en
de andere helft aan
de armen van Bagdad
Z' XygÜh geven.
Van dat oogenbllk
waren de duiveltjes
verdwenen.
Ziezoo, dat was achter den rug: het
diploma, waarvoor hy zoo lang en zoo
yverig had gewerkt, was behaald: Schit
terend was hy geslaagd en nu niet meer
getalmd, doch zich aangemeld bij het
Departement van Koloniën in Den
Haag, dan zou hy wel gauw benoemd
worden en dan zóu aan zyn hartewensch
voldaan zyn en hy zou kunnen vertrek
ken naar het land van melk en honing,
naar Nederlandsch Oost-Indlë,
een schryver zegt dat het zich als
gordel van smaragd
slingert!
Gauwer dan hy verwachtte verscheen
voor de keuring. Jan werd
een beetje ze-
nuwachtlg als
hy er aan
dacht! Hoe zou
het gaan?
Op den be
wuster! dag was
hy al vroeg op
weg naar Den
Haag en tracht-
KO8TBAEE PAARLEN.
Eenlge pearlen zyn door grootte en
schoonheid historisch geworden. Een
paar! uit Panama. In den vorm van een
peer en de grootte van een duiven -ei. die
In 1579 aan konlng Philips II van Spanje
als geschenk vereerd werd, wordt op een -
waarde van f 48.000 geschat. In 1605
bezat *n Madrileensche dame een Amert-
kaansche parel, die 31.000 dukaten waard
was. Paus Leo X betaalde een Venetlaan-
schen juwelier 14.000 pond sterling voor
een parel. Eer» Franschman verkocht aan
den Sjah van Perzié een parel voor de
enorme som van 180 000 p. st. En prins
van Muska bezat een parel, die s'echta
12 karaat woog, doch door helderheid
zoodanig uitmuntte, dat hy een bod van
4000 pst. afsloeg. De parel in de kroon
van keizer Rudolph II had de grootte
van een peer! Welken omvang moet de
oester wel gehad hebben, die deze parel
Inhield! De Sjah van Perztf bezat een
snoer paarlen. die elk zoo groot waren
als een hazelnoot. De waarde van dit
snoer was onberekenbaar.
Op voorstel van Jan werd begonnen
met bramen zoeken. De meeste bramen
struiken itonden langs de randen van
het bosch. t Duurde niet lang of de
jamemmertjes waien gevuld en de ma
gen ook. Nu ging het verder het bosch
in.