Partijraad der R.K. Staatspartij
HEEREN-BAAI
EEN PRACTISCH
ST. NICOLAAS-
GESCHENK
verschaft U iwiken van genot.
„GOG”
Tiende vergadering te 's-Gravenha&e
BESPREKING VAN HET BANKWEZEN
Een nadeelig saldo verwacht
Kampongbrand in Benkoelen
BOEKBESPREKING
Het Pond en de positie van
de Nederlandsche Bank
ÉCHTE FRIESCHE
20-50 CT. PER ONS
Daar vindt Papini hem en in een vertrou
De rooktabak bij uitnemendheid I
554
het
de
regeering
102 huilen afgebrand
l
Zóó mag zeker genoemd worden de fraaie Imlt
Oud-Zilveren Tabakstrommel, gevuld met een half
pond DE Echte Friesche Heeren-Baai.
te veel lat,
paalden pi
be-
spr.
De dikke: „Ik begin honger te krijgen!”
De magere: „Daar komen er nog meer, die blijkbaar eenzelfde
gevoel hebben." (Passing Snow).
1
1
1
i
i
theorie. Overigens is ook gebleken, dat het
practisch zoo Is, daar de regeering verklaarde
bij het recente communiqué der Nederland
sche Bank niet betrokken te zijn geweest
De organisatie van het bankwezen tot een
beroepsstand, door Prof. Raaymakers gzco-
perd, vindt spr. instemming. Samenwerking
over heel de linie zij ook hier het parool.
Dan zal ook het algemeene belang meer In
het oog worden gehouden.
De macht der banken over de gemeenten Is
voor Iemand, die niet volkomen in het bank
wezen thuis is, zeer lastig te beoordeelen.
Uit het communiqué der Rotterdamsche ban
ken blijkt echter we’, dat In dat geval In
vloed op het gemeentebeleid geoefend is. Her
moge dan zijn, dat men daarmede het open
baar belang op het oog gehad heeft, wen-
schelljk is zulk een Invloed toch niet.
In verband met de behoefte aan lange cre-
dieten. die de gewone banken moeilijk verlee-
nen kunnen, is een geheel anders opgebouwde
Industriebank noodzakelijk. Zulk een bank
zal natuurlijk ook slechts op langen termijn
ge'den moeten opnemen. Teveel centralisatie
is daarbij echter niet goed, daar dan de
macht der ééne instelling te groot wordt.
Meerdere gewestclüke banken onder een op
pertoezicht zullen dit credletvraagstuk dus
moeten oplossen.
Regeling van de accountancy is voorai
daarom toe te Juichen, omdat de accountant
veelal In dienst van de bank is, een verhou
ding, die natuurlijk niet geheel gewenscht is.
De geleidelijkheid, door Prof. Aalberse be
pleit. is ook de weg. die Prof. Kaag ziet. Het
toezicht zal niet in zich moeten s’uiten de
mogelijkheid van ingrijpen, het zal in noofd-
zaak moeten zorgen, dat de daartoe bevoegde
Instanties tijdig ingrijpen. Want tot nog toe
kwamen deze daarmede veelal te laat
Toezicht op het emisslewezen is natuurlijk
óók al weer van betrekkelijk nut. Wie kan
tenslotte met volkomen zekerheid voorspel
lingen omtrent een emissie doen? Trouwens,
aan de emissie moet eigenlijk risico verbon
den zijn, want het risico juist motiveert de
rentevergoeding, die bjj ontstentenis van het
risico lager zou moeten zijn.
Na re- en dupliek en na een woord van
harte'Uken dank en hulde aan de beide prae
adviseurs en aan het partijbestuur voor de
goede voorbereiding, sluit Prof. Aalberse te
3.40 uur in goed vertrouwen op de toekomst
en de eenheid der R.K. Staatspartij, de ver
gadering.
Een telegram van den Resident van Ben
koelen meldt, dat in kampong Oeloedanan
102 huizen zijn afgebrand. De schade wordt
geschat op 35800 terwijl de oorzaak van
den brand onbekend Is.
Geen invloed op de goudwaarde van den
gulden
Na de pene.
Na de pauze bestaat allereerst gelegenheid
tot het stellen van vragen.
De heer VAN DIJK bepleit het aanbrengen
van een gedenksteen aan het huis, «aar
Mgr. Nolens zooveel jaren gewoond en ge
werkt heeft. Prof Aa’berse zegt, dat een
dergeljjk denkbeeld zal worden overwogen.
De heer VAN DEN DRIES wenscht de
volgende verkiezingen niet in te gaan met
de door het Centraal College gegeven Inter
pretatie van het begrip „kwaliteitszetel” en
wil door den Partijraad een andere inter
pretatie doen vaststellen, iets wat Mr. Gese
ling, in verband met het geldende reglement,
niet mogelljk acht. Deze zaak zal vanae’f
regeling vinden, als de wijziging van het
reglement haar beslag krijgt.
De heer KUIPER (Amsterdam) dringt aan
op vroeger toezenden van de agenda, waarna
Mr. Goseling uitcenzet, waarom tot zijn spijt
de agenda, hoewel nog binnen den reglemen-
talren termijn, zoo laat werd toegestuurd.
Mr. JORNA (Leeuwarden) wenscht een
politieke vraag te stellen, die evenwel
schriftelljk moet woreftn Ingediend. Tot de
volgende partijraadsvergadering zal hl) daar
mede niet behoeven te wachten. Mr. Oose'ing
belooft, dat hij ook tjisschentüds bediend
zal worden.
Oj
Onder de vele boeken, die regelmatig op
onze redactioneele schrijftafels geworpen
worden, hebben wij in den laatsten tijd met
meer dan gewone belangstelling en met nauw
bedwongen nieuwsgierigheid op een van de
omslagen een grotesk woord gevonden in gro
teske groene letters. Ieder nieuw boek mag
rekenen op onze ongeveinsde belangstelling,
niet alleen beroepshalve, maar meer nog uit
oprecht menschelijke overwegingen. Want
een boek heeft een ziel of liever nog een boek
is een ziel, de ontleding, de röntgen-foto van
den ziele-inhoud van den schrijver, al blijkt
na lezing dikwijls, dat veel van die foto’s
verre van scherp en helder zijn en dat veel
Inhouden niets belangrijks bevatten. Lang
niet al’e zlelekamers, die in dicht bedrukte
bladzijden tentoongesteld worden, zijn tevo
ren voldoende geordend en opgeruimd en de
eigenaar deed dat beter hen niet voor het
publiek open te stellen: qu’on lave ses linges
sales chez sol!
Maar juist daarom trok „Gog”, het 25e
boek van den rumoerigen Papini, waarmee
hü op zijn 50e jaar de wereld verrijkte, ons
moeten bereiken en in plaats van in profe-
tischen ernst een monumentaal „Mane
thekel” te zijn, wordt hij een pyramidale en
belachelijke dwaas, dien weinigen ernstig
zullen nemen. Misschien heeft Papini zich
verleiden door den lust om he
men de les te lezen en heeft
hij daardoor het eigenlijke doel niet zoo
scherp meer voor zich gezien als voor een
consequente uitwerking en een evenwichtige
compositie wel wenschelijk was. De uitge
sponnen en ad absurdum gevoerde vertogen
zijn soms zwaar op de hand en loopen groot
gevaar vervelend te worden dikwijl* ook
zijn de trage humor en de bittere ironie
slechts vindbaar voor ingewijden. En in de
geeuwende walging en den onwilligen af
keer van al het aardsche zien wij onwille
keurig achter het roode, haarlooze hoofd
van Gog den wilden haardos van Papini.
die ook na zijn terugkeer tot de waarheid,
altijd min of meer den „nomo finito” geble
ven is, de mensch, die heeft afgedaan.
Met dat al is ieder nieuw boek van Papini
een letterkundig evenement van beteekenis
en ook van „Gog” is heel wa> goeds te zeggen
Zooveel goeds, dat wij Ellen Russe dank
baar moeten zijn, die de zware en verantwoor
delijke taak van de vertaling op zich nam.
Het schijnt, dat Papini zelf als voorwaarde
voor een Nederlandsche uitgave de verta
ling door Ellen Russe gesteld heeft. Hit had
moeilijk iemand kunnen aanwijzen, die bet
werk zou hebben ondernomen, met meer
kennis van zaken en vooral met meer liefde
en toewijding. Een lang verblijf bij den
schrijver in Italic bracht haar geheel in de
sfeer van dit werk en in fijn verzorgde taal
en zonder ook maar in het minst aan den
zeer specialen toon van Papini afbreuk te
zoo bijzonder aan. Immers. Papini heeft
een rijke ziel, die altijd belangwekkend ge
weest is en die, als zij iets zeide, steeds iets
bijzonders te zeggen had en gelukkig
Papini zelf kan er nauwelijks dankbaarder
voor zijn dan zijn lezers en gelukkig zijn
de kamers tegenwoordig ook geordend.
Er is echter meer. De bekeerling Papini
belooft ons in dit 50e boek de oorzaken
uiteen te zetten van zooveel ordeloosheid
in de zielen, van zooveel vormeloosheid in
het denken onzer hoog beschaafde aoe eeuw.
Onze gespannen verwachting is gedeeltelijk
bevredigd, maar yoor een met kleiner deel
teleurgesteld. Alvorens den schrijver een
verwijt te maken, moge als verzachtende
omstandigheid gelden, dat wellicht ook de
overdreven reclame, die zijn werk aandiende,
medeplichtig is aan onze gedeeltelijke teleur
stelling.
In den multi-milliardair Goggins, alias
Gog, is de waanzin van de geheele moderne
menschheid gevaren. In hem zijn al de ban-
delooze krachten en de ongebreidelde blinde
instincten van dezen vormeloozen tijd vleesch
geworden. Zijn ongetelde rijkdommen stel
len hem in staat, zijn wellust naar geestelijk
en stoffelijk genieten te bevredigen en openen
hem de mogelijkheid om. als een volmaast
epicurist, alle wandrochtelijkheden eener
overprikkelde cultuurperiode tot in de fi
nesses te genieten. Maar zijn sadistische en
cynische wellust gaat ui’ boven de grenzen
van zijn aardsche beperktheid. Hij walgt
van al het aardsche na het M genoten te heb
ben en wil in woedende onmacht den hemel
beheerschen. Hij vloekt de sterren, bespuwt
het uitspansel en belandt in een krankzinni
gengesticht.
welijk oogenblik krijgt hij van Gog een pak
aanteekeningen, die de merkwaardigste ge
beurtenissen uit het leven van dezen besti-
alen maniak bevatten. Als Papini het pak
eenige dagen later wil teruggeven, is Gog,
die ook in zijn krankzinnigheid nog ver
volgd wordt door het eeuwige „Mi da noia",
„het verveelt mjj”, van den al-gemeter, uit
het gesticht ontvlucht en Papini. die hem
nooit terug heeft kunnen vinden, besluit
dan de aanteekeningen te publiceeren tot
leering van anderen. Hij acht het daarbij
gewenscht in de inleiding op te merken, dat
hij niet vereenzelvigd wenscht te worden
den met Gog. „Heel mijn wezen, zooals het
zich nu vernieuwd heeft, na mijn terugkeer
tot de waarheid, kan slechts verafschuwen
alles, wat Gog gelooft, zegt of doet, maar
in dezen cynischen, sadistischen manlabelen,
hyperbollschen halve-wilde, heb ik een soort
symbool gezien van de voor mij valsche
en bestiale cosmopollsche beschaving.”
Wij begrijpen deze verklaring en nemen
er vrede mee wij willen haar zelfs aanvaar
den als excuus voor het feit, dat Gog, geen
persoon, geen karakter, geen eenheid, geen
type wordt en dat er in hem geen ontwik
keling is in welke richting dan ook, door al
deze 390 bladzijden immers, Gog is slechts
een teeken, een symbool. Maar wat wij Papi
ni moeilijk kunnen vergeven en wat onze
teleurstelling ui (maakt, is, dat hij dezelfde
verklaring aflegt ten aanzien van alle andere
personen, die in het boek optreden. Wie is
hier dan eigenlijk aan het woord 1 Niet Gog,
de maniak en niet Papini, op wiens gezag,
steunend op een ontzagwekkende ency
clopedische eruditie, wij veel zouden aan-
vaarden. Maai; hij werpt bij voorbaat iedere lijking is van den stuurloozen overbeschaaf-
verantwoordelijkheid van zich af en levert den mensch, de grootschheid, die hij had
De praeadviseurs aan het woord.
De heer KAHMANN ontkent tegenover Mr
v. Hellenberg Hubar de mogelijkheid van
een behoorlijk toezicht op de groote honken
Trouwens de meeste ongelukken geschieden
met de kleinere instellingen. Over de gestie
der groote banken bestaat vrijwel geen reden
tot klagen.
Een groote bank mag gerust dit aan
het adres van den heer Verbetten een
spaarinstelling aan zich verbinden. Het is
dan echter zeer wensche’ljk. dere spaarbank
als een afzonderlijke N.V. te exploiteeren.
De vraag van Prof. Aalberse omtrent de
emissies valt eenlgszins buiten het kader.
Bjj misleiding is er toch altijd nog het Wet
boek van Strafrecht.
Prof. KAAG behandelt de prlnclpleele
rechtvaardiging van de socialisatie der cir
culatiebank. Aan de hand van de Encycliek
„Quadrageslmo Anno” zet hij uiteen, dat
het hier niet gaat om „een zaak van minder
belang", die de Staat volgens den Paus aan
het particulier initiatief moet overlaten.
Handhaving van onzen geldstandaard be
hoort thans uits’ultend tot de competentie
van de particuliere instelling, althans in
is de
kwall-
(Vervolg)
Betreffende de discussies over de wijzi
gingen van het kiesreglement in de verga
dering van Vrijdagavond valt nog het vol
gende te vermelden:
De heer J. Galama uit Tjerkwerd wenscht
algeheele afschaffing van de kwaliteitsze
tels. Als de kiescomité’s gehandhaafd blij
ven, bepleit snr. inleiding van bovenaf door
een advies.
De heer G. W. J. van Koeverden uit
Buren betoogt dat sommige groepen, die
reeds door kwaliteitszetels vertegenwoor
digd waren, nog trachtten van de vrije ze
tels er bü te krijgen wat er nog bij te ha
len was. De plaatsvervangers wenscht spr.
afgeschaft te zien. De advlseerende
voegdheld van het kringbestuur wil
versterkt zien en het advies verplicht stel
len.
De heer Max Zomerdijk uit Delft sluit
zich aan bü degenen die van meenlng zijn
dat het aantal kwaliteitszetels verminderd
moet worden. Spr. is het eens met de be
zwaren van Pastoor Overmeer, wat betreft
de standsvertegenwoordiging. Bij verminde
ring van het aantal kwaliteitszetels zal aan
het advies meer beteekenis moeten worden
gehecht. Plaatsvervangers kunnen naar
sprekers meenlng best gemist worden.
De heer mr. A. Brandsma uit Zwolle
meent dat het aantal kwaliteitszetels niet
moet warden verminderd om een goede sa
menstelling der fractie te verkrijgen en om
den invloed van de centrale leiding te be
houden. BIJ een grooter aantal vrile zetels
zou het stemsysteem dienen gewijzigd te
worden. Het stemmen verzamelen kan wor
den voorkomen door het voorstel van de
commissie. Het niet afzonderlijk laten stem
men over plaatsvervangers, zooals de com
missie voorstflt, acht spreker een fout.
Mr. Goaellrsg meent ook, dat zulks niet
noodig is. Dat er geen prae-advies van het
partijbestuur over dit rapport is verschenen,
ligt voor de hand, omdat de Partijraad de
zaak commissoriaal heeft gemaakt. Het
PartU-bestuur zal met de gemaakte opmer
kingen rekening houden. De bedoeling van
den arbeid is geweest te toetsen wat in
het Kiesreglement 1927 verbeterd of gewij
zigd moet worden. De kwaliteitszetels
wenscht spr. te bezien als een stuk centra
le leiding om te zorgen dat een zoo groot
mogelljk aantal stemmen op de kath. lijsten
worde uitgebracht.
Degenen die zeggen dat zij wel kwal! -
teit'zetels wer.schen maar niet meer dan
5 of 7, wenschen ze eigenlijk niet. Om de
dubbelen normen van deskundigheid en
veelzijdigheid te behouden is een grooter
aantal kwaliteitszetels noodig.
Naar het centrale personen advies
Aalberae’a exposé, doch een eerdere uiteen
zetting had veel onaangenaams kunnen
voorkomen.
Mr. B. VAN SPAENDONCK (Tilburg) legt
nog eens den nadruk op de groote noodzaak
van de cont ngenteeringswet, doch zou gaar
ne ook den export meer zien stimuleeren. De
viaag hoe de Nederlandsche industrie aan
grooter u.tvoermogelljkhell kan geholpen
worden, dient ernstig onder het oog gezien
In plaats van vrijwel nuttelooze bespre
kingen met de Oslostaten, ziet spr. liever
afspraken met Engeland omtrent mogeljjken
geheel vrijen Invoer van Engelsche goederen
tegen gelijksoortige contraprestaties van
Enge'sche zijde.
De heer J BERGER (Amsterdam), gaarne
erkennend, dat de houding der fractie vol
komen in orde was. omdat zij naar grootere
belangen streeft, wil er toch nog eens aan
herinneren, dat de houding der Regeer ng
toch geenszins in overeenstemming was met
.Quadrageslmo Anno”.
De heer G. BULTEN (Lelden) herinnert
er aan. dat oorspronkelijk verklaard was,
dat de Katholieke Kamerfractie unaniem
tegen de salarlskortlng was. Op die verkla
ring heeft men zijn actie voortgebouwd en
daarom bevreemdt het spr„ dat men later
van meenlng veranderd is, zonder de amb
tenaren van die verandering eerst in kennis
te stellen.
De voorzitter van den Partijraad, Prof,
mr. P. AALBERSE. beantwoordt de verschil
lende sprekers. Den heer Heemskerk beduidt
spr.. dat de fractie in de toekomst zeker niet
machteloos is. Spr. heeft in de Kamer reeds
verklaard, dat de Regeering geen misbruik
van haar sterke positie moet maken. Want
dón zou ten slotte het lot van het kabinet
vo'komen in handen van de Katholieke
fractie liggen.
De heeren van den Broeck en Bulten heb
ben blijkbaar teveel waarde gehecht aan de
verzekering van eenige fractieleden, die
bovendien aan hunne verklaring de restrictie
hebben toegevoegd, dat men tegenover de
salariskwestie, toen op dat oogenblik, afwij
zend stond. Trouwens, men moet toen in
zien, dat de fractie tot op het laatste oogen
blik vrij in hare beslissing moet blijven, in
verband met mogelljke verandering in de
politieke situatie. Dit te weinig beseffend,
heeft men teveel waarde gehecht aan de
uiting van eenige leden, die bovendien niet
namens de fractie spraken. In dit verband
wijst spr. nog eens op datgene, wat door de
Katholieke fractie ten s’otte nog aan con
cessies van de Regeering bereikt is. Had de
8. D. A. P. een vijfde gedeelte daarvan weten
te bereiken, het land zou er dagenlang van
gedaverd hebben.
Mr. van Spaendonck moet de „meest -
begunstlglngsclausule” niet vergeten. Deze
is een handicap bij wat hü op het gebied
van economische afspraken met Engeland
wil nastreven.
Den heer J. Berger antwoordt spr., in
verband met zijn vraag of de Regeering met
haar salariskorting niet tegen „Quadrageslmo
Anno" handelde, dat volgens de Encycliek
ook de toestand van de onderneming, in
casu den Staat, een factor is bü de bepaling
van het loon. Vindt de heer Berger den
Staat der Nederlanden op het oogenblik
soms een florissant bedrijf?.
Tot s’ot dkingt Prof. Aalberse nog eens
op behoud van de eenheid aan. Dat is de
eenige voorwaarden, waaronuer de Kath.
Staatspartij haar krachtige positie kan blij
ven behouden. Want de andere fracties zün
belangrijk kleiner dan de onze en dit geeft
ons *n machtspositie, die benljdenswaardig is
Vervolgens is aan de orde de gedachten
wisseling over de praeadviezen, door Prof.
Kaag en den heer H. Kahmann uitgebracht
over „Toezicht op het Bankwezen” Men
heeft de conclusies, waartoe de belde prae
adviseurs gekomen zijn, reeds in ons blad
aangetroffen.
Prof. Mr. Ch RAAYMAKERS 8.J. is het
met beide praeadviezen vrijwel geheel eens.
Prof. Kaag echter ziet niet geheel terecht
prlnclpleele argumenten voor de soc alistatie
van de circulatiebank, die zelfs de socialis
ten bulten de socialisatie wil'en houden.
Principieel is het zelfs veel beter, dat de
circulatiebank geen Staatsbedrijf wordt, al
kunnen omstandigheden tot de noodzakelijk
heid daarvan doen besluiten. Spr. acht het
wenschelijk en in overeenstemming met
„Quadrageslmo Anno”, dat het bankbedrijf
als beroepsstand georganiseerd wordt en dan
de bedrjjfsraad de opperleiding heeft. De
leden van dien Bedrjjfsraad Immers, zullen
de kwesties nopens het bankwezen in dat
college anders bezien dan zij a’s hoofd hun
ner eigen onderneming doen.
Mr. VAN HELLENBERG HUBAR is niet
bevredigd door de praeadviezen en zou liever
Twatdc dag
In den Dierentuin te Den Haag is Zater
dag de vergadering van den Partijraad der
R.K Staatspartij voortgezet.
Allereerst houdt de gisteren geïnstalleerde
Voorzitter Prof. mr. P. Aalberse een rede die
hl) niet „een politieke rede” wi’ noemen en
waart-ü hl) zich zal beperken tot een open
hartige uiteenzetting van feiten en omstan
digheden. Moeilijk had spr. in een zwaarder
tijd tot het voorzitterschap van den Partij
raad kunnen geroepen worden.
Begrijpelijk is het. dat in een tijd, waarin
de crisis het economische gaat op den voor
grond stellen, het vasthouden aan ons aller
beginselen wel eens zwaar valt.
Spr. gelooft, de zaken niet te zwart af te
«cbllderen. als hü zegt, dat sedert de laat
ste vijf, zes maanden bij vrijwel al’en onte
vredenheid heerschte, bjj de arbeiders over
dreigende of reeds verwerkelijkte loonsver
laging. bij den land- en tuinbouw, die steeds
zwaarder getroffen wordt, bij de vermogen-
den over de vaak catastrophale daling van
hun bezit. bü de ambtenaren wegens de aan-
gekondigde weddenverlaging, bü sommige
takken van Industrie wegens gemis aan waar-
deering bü de regeering voor een meer ac
tieve handelspolitiek.
moet
men, gezien de ervaringen daarmee opge
daan, niet terugkeeren. Maar dan
Centrale leldlnc door middel van
teltszetels onmisbaar.
Het stellen van een maximum van
aantal „omschreven zetels” (welke bena
ming spr. L-- -
door Giovanni Papini. uit het Ita-
liaansch vertaald door Ellen Russe,
Teulings’ Uitgevers-Mij-, ’s-Her-
togenbosch, 1931.
den wellicht minder ontwikkelden
lexer over aan een stortvloed van niet te ont
warren drogredenen, voortkomend uit den
mond van de meest uiteenloopende „ge
nieën” Freud, Gandhi en Edison, Ein
stein, Ford Wells, Lenin en Shaw, Maeter
linck en Frazer loopen, op een enkele inlei
dende vraag van Gog, die door.zijn geld
aller deuren en blijkbaar ook aller harten
opent, af als gramofoonplaten en de arme
lezer vraagt beduusd wat hij van dat alles
denken moet. Doch velen zullen zelfs dit
niet vragen en eenvoudig alles slikken, ook
het onverteerbare. Wij zeggen toch niet te
veel als wij dit een gevaar noemen, temeer,
waar de volgehouden satyriek van Papini
nauwelijks ook den ontwikkelden lezer de
kans geeft, om de eigen meening van den
schrijver te bevroeden. Dit alles zou nog te
verontschuldigen zijn, als wij kortweg kon
den verklaren, dat niets van hetgeen al die
menschen zeggen, waarheid bevat, hetgeen
Papini met zijn inleidende oratio pro domo
indirect ook doet. Maar al zijn de inter
views van Gog met Gandhi en Lenin ook
uitermate oppervlakkig, niet illes, wat zij
beweren, is daarom dwaas en onzinnig.
Er is veel onderscheidingsvermogen toe
noodig, om uit deze verwarring wijs te wor
den.
Papini heeft Gog natuurlijk als een fictie
bedoeld, het is een monster, een overdreven
verpersoonlijking van zekere moderne stre
vingen. Ook hierin is Papini. ondanks zijn
meeaterlijke satyre. slechts ten deele ge
slaagd, emdat hij tevens humoristisch heeft
willen zijn. Hierdoor verliest de monster
achtige figuur van Gog, die de verpersoon-
«5e bemoeiing voor groote en kleine banken
precies gelük willen zien, zoodat op belde
groepe contróle komt en ook bü belde groe
pen hulp verstrekt wordt, indien het bedrijf
„vastloopt”.
De heer KEVENAAR schrijft verschillende
leemten, die hü in ’t praeadvies van Prof
Kaag ontdekt, toe aan de beperkte opdraeht,
aan de praeadviseurs gegeven. Zü zouden
zich alleen tot het toezicht beperken. Dan
had de kwestie van de socialisatie ook dieper
bezien kunnen gün. Spr bepleit een specia'e
bankinstelling voor de gemeenten, opdat deze
niet langer aan de particuliere banken zijn
overgeleverd.
Mr. BRANDSMA acht het een fout, dat
In het bankwezen te uitsluitend naar winst
gestreefd wordt met voorbüzlen van andere
factoren, en vraagt, of de banken niet de
positie van Rük. provincie en gemeenten
schadelük beïnvloed hebben.
De heer VERBEETEN. directeur van de
Boerenleenbank te Eindhoven, vraagt, of het
niet gewenscht is. dat groote banken ook
spaarlnstelllngen aan zich verbinden, en be
pleit ook een wettelüke regeling van de
accountancy.
De heer KUIPER gispt ook, dat het bank
wezen tester door het rentablllteitsprlndpe
beheerscht wordt en dat het onpersoonlüke
bankkapitaal veel te grooten Invloed op het
economisch leven heeft. Hü vraagt Prof.
Kaag, wat deze denkt van een corporatieve
samenwerking van alle banken, onder leiding
«an de Nederlandsche Bank met medezeg-,
genschap van de bedrüven en onder opper-!
toezicht van den Staat.
Ten slotte heeft ook Prof. AALBER8E
eenige vragen en bedenkingen. Behoorlük
Staatstoezicht zal niet zoo spoedig kunnen
worden tot stand gebracht. Geleidelijkheid
zal ook hier wel weer de methode zün Met
name, om misbruiken met veel te veel voor
spiegelende circulaires bü het emisslewezen
te voorkomen, zal Staatscontró’e door een
Emissieraad noodzakelijk zün. Deze Emlssie-
raad zal dan de circulaires moeten toetsen
aan den toestand van het bedrijf of de in
stelling. waarvoor de gelden gevraagd wor
den. en kan een eerste begin zün voor een
later groeiend algemeen Staatstoezicht.
Uw winkelier heelt ze in voorraad vanaf 65 ct
per half pond.
mtng spr. beter acht dan die van kwali-
teitszetels) acht spr. bü een redelüke er
kenning der bestaande wenschen ónmoge
lijk. Men zal bü het bepalen daarvan de
noodles vrijheid moeten behouden. De vrees
van Partoor Overmeer voor standenverte
genwoordiging deelt spr. niet.
Pastoor Overmeer sprak in verband met
de kwalitelteretels van .stemvee”. Die kwa
lificatie actit spr. niet Juist. Er bestaat
nog altüd een groote mate van vrijheid
voor de kiezers in de aanwijzing van de
personen voor de verschillende kwaliteits
zetels.
De voorzitter dankte de commissie voor
haar rapport en stelde vcr>r haar te con-
ttaueeren om de denkbeelden nader uit te
werken en in voorstellen te belichamen.
Aldus werd besloten. Daarna werd de ver
gadering geschorst tot Zaterdagmorgen 10
uur.
Men moet echter niet, zooals wel geschied
is. het kabinet tot den zondebok mSken.
Vragen v.'ü ons af. wat een Regeering in
een tüd als dezen doen kan. en wat men
verwachten mag, dan komt spr. tot een vier
tal hoofdzaken.
Op de eerste plaats dan de verzwakking
van onze munteenheid, waarmede het bui
tenland. het laatst ook Engeland, reeds ken
nis gemaakt heeft en die w«j tot lederen
prüs moeten trachten te voorkomen. Een
geluk acht spr. het. dat alle partüen, zooals
ultdrukkelük bleek uit mr. Albania's uit
spraak in de Tweede Kamer, het over het
fatale van inflatie eens zün.
Van twee kanten dreigt dit gevaar. Op de
eerste plaats kan het voortspruiten uit een
niet sluitend zün van de begrootlng. op de
tweede plaats uit gebrek aan evenwicht in
de betalingsbalans.
Tot nog toe kochten we in het buitenland
voor ongeveer 600 mil’ioen gulden meer dan
wé er verkochten. Doch dat naast deze pas
sieve handelsbalans toch een betalingsbalans
in evenwicht stond en de gulden op peil
bleef, kwam, doordat Indiè en de scheepvaart
baten leverden, waarmede het invoersurplus
in geld kon worden betaald. Deze baten
echter zün het Juist, die een catastrophale
daling hebben ondergaan, en hier schui’t de
oorzaak van het gevaar, dat onze betalings
balans dreigt, en. worden geen maatrege’en
getroffen, dan zal het surplus met goud ge
dekt moeten worden.
Een sluitende begroeting bewerkstelligen is
echter niet mogelijk <Ut is wel duldelük op
nieuw gebleken zonder maatregelen, die
hier en daar protesten uitlokken.
Twee andere zaken nog zal de Regeering
ter harte moeten nemen, den steun aan door
de crisis getroffen bedrijven en een behoor-
lüken steun aan de werkloozen.
De mln of meer latente ontevredenheid
kwam eerst tot uiting na de Troonrede. En
vooral het Voorlooplg Verslag der Tweede
Kamer op Hoofdstuk I. bevatite niet mal-
sche critlek, al wilde deze critiek aan het
kabinet niet zeggen: „ga weg!”, doch „doe
het beter!”
Sinds de verschijning van het Voorlooplg
Verslag echter is er wel een en ander ver
anderd. Zün de boeren tevreden over de wer
king van de Tarwewet, daarnaast gaat de
regeering voort met den steun aan de bleten
verbouwers, bovendien zal zij de veenkoloniën
en den Noord-Hollandschen tuinbouw steu
nen, de tarieven zün voor vleesch en aard
appelen belangrijk verhoogd, terwül mede het
contlgenteeringswetje en nog andere maat
rege’en zoo b v. verlaging van de spoor-
tarieven voor tuinbouwproducten in be
handeling of in overweging zün.
Dit alles en óók de tegemoetkoming der
regeering Inzake de salariskorting heeft een
rol gespeeld bü de stemming over de motle-
Marchant, die waarlijk wel een verdere strek
king had dan de beslissing over de salaris
kwestie alleen. Niet voor niets heeft de
Katholieke Kamerclub over de ten aanzien
der motie te nemen beslissing, ondanks de
drukte van afdeellngs- en openbare Kamer
vergaderingen, nog in vier speciale vergade
ringen van gedachten gewisseld. Ten s’otte
heeft spr. in een korte verklaring, die hü
voorleest, .het. eenstemmig oordeel der trac
tie in de Kamer uiteengezet. Men behoeft
geen büzondere politieke ontwikkeling te
hebben, om in te zien, dat een langdurige
kabinetscrisis het gevolg van aanvaarding
der motle-Marchant zou zün geweest.
Samenwerking mét de 8. D. A. P. zou
alleen reeds moeten afstuiten op het zéér
belangrijke punt van de handelspolitiek. De
8. D. A. P. immers is de eenige partij, die
het meest doctrinnair z ch aan den vrijhan
del is blüven vastklampen. De Katho’ieke
fractie was dus allerminst gerechtigd, om
door mede te werken aan den val van het
kabinet een lange periode van stagnatie,
ook ten aanzien van de andere crisismaat
regelen, te veroorzaken.
Spr. heeft gemeend, deze zaken eens open
hartig voor den Partüraad te moeten uit
eenzetten, en hét zou hem geweldig tegen
vallen, als na deze uiteenzetting zelfs niet
zü, die aanvankelijk de houding der tractie
niet waardeeren konden, tot ander inzicht
zouden zün gekomen. Spr. eindigt zün rede
met de verklaring, dat hü er trotsch op is,
dat al de leden van de fnurtle getoond heb
ben, hun plicht te beseffen.
De rede van Professor Aalberse, klaar en
helder en af en toe met geestdrift uitge
sproken. lokt een hartelük applaus uit.
Vervolgens brengt, namens den kieskring
Leiden, de beer HEEMSKERK de ontevre
denheid over de salaris-kortlng ter sprake
Spr. zou het op prijs stellen als de uiteen
zetting, die Prof. Aalberse zoojuist gegeven
heeft, in ettelijke mill oenen over het land
verspreid werd, opdat ook de massa deze
zaak beter zal gaan inzien. De voorzitter van
de Kath. Staatspartü, Mr. O. Goseling, zegt
verzuiling van dezen wensch toe.
De heer VAN DEN BROECK (Utrecht)
had gaarne de gegeven uiteenzetting veel
eerder gehoord. Op t oogenblik kan spr. wel
plaatsen, dat de fractie zoo gehandeld heeft.
Hü erkent zelfs genoten te hebben van Prof.
doen, heeft zij er echt Nederlandsch van
weten te maken. Zoozeer heeft Ellen Russe
den geest van het werk aangevoeld, dat zij
een verklarende inleiding bij bet boek
schreef, die inderdaad een groo’e steun is
bij de lezing. En een opheldering is lang
geen overbodige weelde, zooals wij in het
voorafgaande hopen te hebben aangetoond.
Streng en scherp onderwerpt Papini de
moderne gedachten en strevingen aan een
fijne analyse. Met groote virtuositei' belicht
hij harde waarheden, als hij b.v. Gog een
heele republiek laat opkooptn. waarin de
ministers zijn dictatoriale bevelen in zooge
naamd democratische wetten omze”en. In
een werkelijk amusant hoofdstuk geeselt hij
de dwaasheid van het moderne geloof aan
„wonderen”, als Gog eenige gegarandeerde
„woÖHaldoeners" engageert, die geen won
deren dokn. maar wei een voortreffelijken
eetlust aan'den dag legden. Dan zijn er saty-
res. die feilloos raak slaan als in den vetten
wijsgeer Caccavone. den philosophtsche
achtergrond van het taxisme, belichaamd in
Gentile en Benedetto Croce, onder handen
wordt genomen.
Dit en nog veel meer maakt „Gog** meer
dan lezenswaardig. ondanks de genoemde
bezwaren. Waarschuwend rijst uit deze
zeventig korte hoofdstukken de vreeswekken
de verpersoonlijking van de gruwelijke mi
serie onzer vormelooze overbeschaving. Zal
ook dit teeken, na zoovele andere, wederom
onbegrepen blijven? Ook Ninivï boorde
Jonas niet I
De directie van de Nederlandsche Bank
deelde in haar communiqué van 27 Septem
ber 1931 mede, dat zü alle reden meende te
1 ebben om aan le nemen, dat voor de Bank
In de toskomst reen verlies op haar ponden-
bezlt zou te duchten zün.
Het daarna mondeling en schriftelljk ge
pleegde overleg beeft uitgewezen, dat ds
Bank of England niet bereid is de aan
spraken te erkennen, welke De Nederland
sche Bank naar blllükheid meende te kun
nen doen gelden. Hoewel de Nederlandsche
Bank haar standpunt handhaaft en hare
pogingen voort zet meende zü onder dete
omstandigheden het koersrislco, 'aan haar
r-onden -bezit verbonden, niet verder te mo
gen loopen. ZÜ heeft dërtialve naar ëe£ ap-
lossing gezocht, welke haar in staat aou
stel'en het grootste deel van haar oonden-
tezit zonder verder koers-risico aan te hou
den. In samenwerking met dc regeering is
deze oplossing hierin gevonden, dat de pon
den voor voorzoover deze bestemd kunnen
worden voor aflossing van de twee Ne-
derlandsch-Indische, in ponden luidende,
leeningen, welke aflossing :n haar geheel te
beginnen met resp. 15 Juli 1933 en 15 Augus
tus 1933 kan geschieden, op latere levering
aan de Nederlandsch-Indische
verkocht zün.
De ponden, welke niet voor bovenstaand
doel kunnen aangewend worden, zün bereids
gerealiseerd De b’enjlt en uit den boven
omschreven teimijnverkoop voor de Neder-
landsche Bank voortvloeiende verliezen zul
len er toe leiden, dat het boekjaar 193132
met een belangrük nadeelig saldo zal slui
ten. Maatregelen ten einde zoowel op ma
terieels als op perscneele uitgaven te be
zuinigen, zün ten deele reeds genomen, ten
deele in bewerking. De voorzieningen, welke
weriy.ens In verbend met de zooeven be-
doelde verliezen rullen getroffen moeten
worden, zün in voorbereiding.
Te allen overvloede wordt hferbü «net na
druk geconstateerd dat, na de hierboven
cmsclfreven transactie, uit het pondenbezft
van de Nederlandsche Bank geen nadeelen
te duenten zün voor de vervulling van hare
taak om de goud waai de van het Nederland
sche ruilmiddel te handhaven.
De gouddekklng van alle opeischbare ver
plichtingen der Bank bedraagt volgens de
laatste weekbalans 70.22 pet., of 30 22 meer
dan de voorgeschreven minimum metaal-
dekking van 40 pet. Hierin is hare kracht
voor de vervulling van de zooeven bedoelde
taak geleden en deze kracht blüft geheel
onverzwakt.