—jruRie i .VRl&HD&rS I BEGROOTING ZUIDERZEEFONDS1932 Voor de Huiskamer •n r BINNENLANDSCH NIEUWS Jaarvergadering in Tilburg D De Hanze in het Bisdom Hzarion KERKNIEUWS 1 uo ue uo Arbeid in wasscherijen Inval te Medan Het rondje van den burgemeester Kath. Jonge Werkgevers- vereeniging 1 t Kerstgeschenken „Mijn gezicht was vol puistjes” Ui Frankrijk en Nieuw onderzoek v^in grondmonsters. De landbouweonjunctuur van overwegend belang. Achterwege laten der voltooiing van de afsluiting zou niet verantwoord zijn. Het cultuurtechnisch werk in de Wteringermeer tot nu toe boven verwachting &eslaa&d Het nieuwe Seminarie te Apeldoorn Opdracht aan J. M. van Hardevdd Moet MJ een standje hebben? d. Lugt, hield Ai Bet honderdtal afdeeltngen bereikt e zijn t 6J0 ut t 110— 10.- Regeling wegens de feestdagen 4 uit I Nederland ■I <5 41 r OM Sjfl met van c t f 1 St. Clemensretraitenhuis te Noordwijkerhout 1 i de Zondag werd Ingezet met een H. Mis. die door prof, dr. Weve werd opgedragen in de kapel van de eerw. Zusters Visitatie aan de Zwljsen- OM OM OM OM OM OM OM CM CM dat aanvang Elf maanden van het jaar leef ik rustig en tevreden voort. Maar de laatste maand. December, is voor mij een steeds wederkee- rende marteling. Dan val ik ponden af en word zoo mager, dat iedereen denkt, dat ik op dieet leef. Niets Is echter minder waar dan dat. Reeds van het begin der maand af ben ik in een voortdurenden angst, die me mijn wordt inval die de politie op 33 November heeft ge. daan in het gebouw van de Chlneesche Ka mer van Koophandel te Medan? Het Tweede Kamerlid Wijnkoop heeft den minister van koloniën gevraagd: WH de regeerlng de diepere oorzaken me dedelen die aanleiding stfn geworden tot den Woensdag 1720 Febr. Geh. Dames Middenstand Zondag 31—24 Febr. Jonge Midden standers Woensdag 34—37 Febr. Gehuwde Vrouwen Zondag 28 Febr.—3 Maart Heeren Middenstand Na een gave, frieeebe huid en betere gezondheid I dn me ft' «el dn da I het vai Hij der sta der Ue ver zijr gee phj ma N eve: buil den imn mof «ooi «uil dea nen Al ovei sa tli vers ven. wlkl tot de Inza vaki beid rege Hi de I rtfk drijf bedr ▼oeg doel held bren Bt arte tam -netn itage com] soort gevo: gen onde veels gedu drijf He een i Daar dat radei geacl gend drijf: kend mlng Ma eerst bedri omdt en a meer de i gewlj Eei moet ven, derge waeh val woor< Bngi neer ding Da voldo zondt drijf Me neme voor nlsatx en ar De van het a *ezer trent len kants leden eenigj leden wijzer dit u held danig nieter den t «fen missie wflhe leder de kr worde nemei De Zaterdag 1318 Febr. Jonge Mannen 833. De drie vrienden hadden dadelijk hun reisplan vastgesteld. Zij waren vanzins hun ouden vriend Snarkey Cook weer op te zoeken en hun laatste levensdagen bij hem te bleven. Na eenlg zoeken in het luchtruim, meenden «U in de verte het eUand het huisje van den ouden zeeman te ont dekken. Toekle gaf nog wat meer gas, zoodat hun toestel boven de woning van Snarkey rondcirkelde. Deze kwam op het lawaai naar bulten en begroette zijn oude kennissen zeer hartelijk. Vragen van den heer Wijnkoop naar aanleiding van uitlatingen van minister Beynand beginsel, het Christelijke, stand aanvaarde, openbaarde in zuivere overeenstemming. Ten slotte richtte spr. tot de leden het verzoek, na het verdiepen van eigen Inzicht te zamen met andere groepen van jongeren de taak op zich te nemen: God weer terug te voeren in de maatschappij. kon in zijn verslag eon- de vereenlging tn de afge- heeft ge- een millloenenbedrag. De landbouw conjunc tuur is hierbij een overwegend belang. Ver koop of verpachting tot eiken prijs in een tijd van laagconjunctuur Is niet gewenscht. Men zal den nieuwen polder dus in Staats bedrijf moeten houden tot de tijden beter zijn. Afgezien van het risico, dat hierin schuilt In verband met de voor zoodanig be drijf in ons land ongekende grootte, moet opgemerkt worden, dat het doel, den land bouwenden stand aan grond te helpen, na genoeg niet bereikt wordt. Zou men dus op goede gronden moeten aannemen, dat de toestand in West-Europa nog geen schijn van verbetering in uitzicht stelt, dan zal men zich toch stellig vooraf deugdelijk moe ten beraden, voordat men verder gaat. Maar daarnaast rijst dan dat Is dus op zijn vroegst In het volgend jasr de vraag, of het Rijk het risico, dat de onderneming financieel medebrengt, In dat tijdgewricht mag dragen. De Minister ziet er geen bezwaar In om als in de toekomst verbetering in de con- junctuifi- gehoopt mag worden, een polder te doen maken, waarbij de kosten hooger zijn dan de onmiddeliyke koopprijs van den cul- tuurrijpen grond, maar meent dat men daarover eerst met vrucht van gedachten kan wisselen als getallen van eenheidsprijs en poldergrootte voor ons liggen en de staal van 's lands financiën beter dan thans valt te overzien. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer Inzake de begrootlng van het Zuiderzeefonds voor 1832 wordt het volgende Mr. M. de Kort hield een inleiding over de Encycliek „Quadrageslmo Anne**. De Quadrageslmo Anno trekt te velde tegen den heldenschen, materlallstlschen geest, die ook nog heden ons sociaal-economisch leven beheerscht, ondanks de Rerum Novarum, die veertig jaar geleden ver-cheen. Spr. legde er den nadruk op, dat de men- schen weer vervuld moeten worden van de beginselen van het christendom; bet christe lijk gemeenschapsgevoel Is te weinig ontwik keld evenals het saamhoorlgheldsgevoel. Het Is de taak der katholieke Jonge Werkgevers die christelijke gezindheid in al haar conse quenties uit te werken, opdat niet op hen van toepassing kan worden gebracht het woord van Joannes in het Evangelie van de zen Zondag ..Midden onder u staat Hij, Dien gij niet kent". Besloten werd de voorjaarsvergadering te Groningen te houden. Tot besluit sprak de geestelijke adviseur, professor dr. Weve. een opwekkend woord, waarin hij de leden ernstig aanraadde „Qua. drageslmo Anno” grondig te bestudeeren. Omstreeks half 2 werd de vergadering met den Christelij ken groet gesloten. Er te moed noodlg voor een dergeqjto bekentenis: .Afijn gezicht was vol puistjes*. Maar blijkbaar had deze dame medelijden met haar vroegere lotgenooten. die nog aan die lastige kwaal lijden, terwijl zj) hiervan verlost la. Zij schreef ons geheel uit eigen beweging gaf haar naam en adres enkel en alleen uit oprechte dankbaarheid en het verlangen anderen hierdoor te helpen. Zie hier den brief, dien wij ontvingen: „Eenlgen tijd geleden raadde mijn stater mfj aan om Kruschen Balts eens te probee* ren voor mijn bloed, omdat mijn gezicht vol met puistjes was. Ik ben nu aan mijn tweede flesch en over het resultaat ben ik in de wolken. Bijna alle puistjes zijn ver dwenen en ik voel me veel gezonder dan voorheen. Ik heb verscheidene vriend Innen geraden, het ook te probeeren, omdat ik hun graag hetzelfde resultaat gun, als ik met Kruschen heb gehad. Ik laat U vrij, desen brief te publlceeren, want ik ben Kruschen Balts veel dank verschuldigd.” W.CA Puistjes, vetwormpjes en dergelijke huid- gebreken zijn het gevolg van een slecht- functlouneeren van uw inwendige organen, waardoor schadelijke zuren en giftige stof fen ontstaan. Indien u dus snel en zeker van zoo een leeUJke cnooglijke teint veriest wilt zijn en voor altijd een frissche, zachte, aantrekkelijke huid wilt hebben, neemt dan Kruschen Balts! Kruschen Balts te een volmaakte samen stelling der zes levenskrachtige zouten, dte de - zenuwen, klieren, bloed en lichaamsor- ganen uit uw voedsel moeten halen om regelmatig te kunnen functionneeren. Maar bet te eenvoudig onmogelijk, dat u dem zouten krfjgt uit het tegenwoordige ge kookte voedsel. Kruschen Balts geeft uw organen juist dte zachte aansporing, die ze noodlg hebben om regelmatig alle opgehoopte afvalstoffen ute het lichaam te verwijderen. En wanneer o inwendig bevrijd bent van alle onzuiver heden, dan aal ook zuiver, frisch bloed door uw aderen stroomen! U bent gezonder en u voelt-dit. UW frissche huid en heldere oog*» getuigen er van en uw voortdurende opge wektheid bewijst bet. Kruschen Balts is uitsluitend verkrtjgbatf bij alle apothekers en drogisten A 080 m 1.80 per flacon. (AdvJ Dinsdag 15—18 Dec. Meisjes Vrijdag 1831 Dec. Mannen en Jongelingen Dinsdag 3325 Dec. Jonge Mannen Maandag 2831 Dec. Manpen en Jongelingen Dinsdag 5—8 Jan. Jonge Mannen Zaterdag 8—12 Jan. Mannen en Jongelingen Dinsdag 1315 Jan. Mannen en Jongelingen Woensdag 20—33 Jan. Gehuwde Mannen Zaterdag 3328 Jan. Gehuwde Mannen Woensdag 27—30 Jan. Meisjes Zaterdag 30 Jan^-3 Febr. Mannen en Jongelingen Woensdag 36 Febr Recruten Zaterdag 88 Febr. Mannen Woensdag 10—13 Febr. Patronaats- jongens De bouw van het Kleln-Semlnarle van het Aartsbisdom te Apeldoorn is opgedragen aan den architect J. M. van Hardeveld te Am- sterdam. Het Eerste Kamerlid Hermans beeft den minister van binnenlandsche zaken en land bouw de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend, dat In de ge meente Berkel.Enschot en Heukelom de on- derstaande „proclamatie” onlangs Is aange plakt: 4 „Dat had ik ook gedacht, man; we kun nen werkelijk niet meer geven.” „En nu m ij n tante Catrien; dat is niet zoo gemakkelijk. Als we haar eens een dia manten ring stuurden?” „Een wit??” „Een diamanten ring, vrouw. Die krijgen we natuurlijk later weer terug, dus leenen we haar die eigenlijk maar. Ik ben immers haar llevellngs-neef en ze heeft vaak ge noeg gezegd, dat Ik haar eenige erfgenaam ben.” - „Maar,” werpt mjjn vrouw tegen, „ver onderstel, nu eens. dat na haar dood blijkt. De minister van Arbeid, Handel en Nijver heid heeft aan hoofden of bestuurders van wasscherijen en strjjklnrichtingen tn alle ge meenten des Rijks vergund dat van 31 Dec. tot en met 3 Jan. az. in hun onderneming arbeid wordt verricht als volgt: op 21, 33, 33, 34, 38, 29, 30 ra il Dec. IA, gedurende ten hoogste tien uur per dag en op 3 Januari aa. gedurendre ten boogr- ste acht uren, een en ander onder voor waarde, dat de arbeidstijd der betrokken ar beiders op de dagen, waarop in genoemd tijdvak tien uren wordt gewerkt, in zQn ge heel te gelegen tusschen zeven uur des voor- mlddags en zeven uur des namiddags en op 3 Jan. aa. tusschen zeven uur des voormld- dags en vijf uur des namiddags. In de onder neming, waar van deze vergunning gebruik wordt gemaakt, mag op 25 en 26 December aa. alsmede op 1 Januari aa. geen arbeid worden verricht. ontleend: Tot voor korten tijd bestond het voorne men den Inpolderlngs-arbeid na voltooiing van den afsluitdijk voort te zetten door het ter hand nemen van den aanleg der Zuide lijke polders. Dit voornemen was voor een groot deel een gevolg van den wensch om door vorming van het IJ-meer spoedig na de afsluiting een laag peU op de afgesloten Zuiderzee te kunnen toelaten. Het IJ-meer zou dan tevens kunnen dienen voor den scheepvaartweg van Amsterdam naar den Rijn. Nadere studie bracht aan het licht, dat door omstandigheden, welke gewijzigd waren na de totstandkoming van het z.g. IJ-meer-rapport, de lage stand, op de Zui derzee ook kan worden verkregen door het nemen van andere maatregelen, terwijl daarnaast door de beslissing, volgens welke de waterweg van Amsterdam naar den Rijn zal loopen langs Wijk bij Duurstede, het U-meer-vraagstuk niet meer aan bet ka- naaltracé gekoppeld was en dus geheel naar eigen verdienste kon worden beoordeeld. Geheel afgescheiden van het IJ-meer kwamen voor den Minister bij de keuze met welken polder in de eerste plaats na den Wieringermeerpolder zou moeten worden voortgegaan, vooral overwegingen van prac- tlschen aard op den voorgrond. De Zuide lijke polders zouden ongeveer 150.000 H.A., do Noord-OoStelijke polder zou 53.000 HA. groot zijn. Wanneer de laatstgenoemde pol der het eerst gereed is, kunnen de gronden daarvan reeds geheel zijn uitgegeven, voor- <Mt het eerste perceel van den grooten pol der voor uitgifte in aanmerking komt. Werkt men In omgekeerde volgorde, dan bestaat, wegens de groote hoeveelheid perceelen, welke toch betrekkelijk snel achtereen voor uitgifte in aanmerking komen, het gevaar, dat de uitgifte van gronden voor den laat- sten polder reeds beginnen moet vóór die van den voorlaatsten is afgeloopen, hetgeen van ongunstigen Invloed op de flnancleele Uitkomst moet zijn. Verder waren begin 1930 reeds de eerste teekenen der komende crisis te bespeuren, waarom het minder gewenscht scheen met het groote poldercomplex te be ginnen, dat men, eenmaal begonnen, om de asmvankelijk er in gestoken kapitalen niet waardeloos te maken, toch zou moeten vol tooien. Het voor den Noord-Oostelijken pol der uitgegeven of uit te geven kapitaal zou toch ongeveer K van het in de Zuidelijke polders te steken kapitaal bedragen. Al deze redenen te zamen deden den mi nister besluiten om de plannen voor den teoordoostelijken polder te laten ter hand nemen. Daar voorheen de aandacht meer gericht was geweest op de zuidelijke polders, was nog niet veel onderzoekingsmaterlaal voorhanden. Naar aanleiding van de vraag van ver scheidene leden of de Minister reeds zijn standpunt heeft bepaald ten aanzien van gronden in den Wieringermeerpolder deelt hij mede, dat de kennisneming van de rap porten, welke na verschijning van dat der „Commissie Vissering" zijn uitgebracht, hem heeft versterkt in de meenlng, dat een scheiding tusschen privaatrechtel|jk en pu bliekrechtelijk beheer van den aanvang in het oog moet worden gehouden. Alleen op die wijze kan zich de overgang tot den uit- eindelijken normalen toestand, gelijk die el ders wordt aangetroffen, op de meest soe pele en ook snelle wijze voltrekken. Wanneer, zooals boven reeds is medege deeld, in het jaar 1932 het eerste cultuur werk in den polder zal zijn voltooid, zal de polder aanvankelijk in ongeveer 60 bedrijven zijn verdeeld, waarvoor Inmiddels de noo- dlge gebouwen zullen zijn opgericht. Bjj uitgifte der gronden zal het aantal bedrijven sterk moeten toenemen. De Minis ter heeft daarom het vraagstuk op welke wijze de toekomstige boeren bij de stichting der nieuwe boerderijen aan kapitaal zullen moeten warden geholpen in studie genomen, doch betwijfelt voorshands of het juist zou zijn te achten, daarvoor rentelooze voor schotten te verstrekken. De Minister is nu tot het besluit gekomen, dat gedurende de periode, waarin de Wie- ringermeer nog niet tot den definitieven gemeentevorm kan geraken onder een door bewoners gekozen raad het gewenscht is ten aanzien van het gemeentelijk beheer instel ling bij de wet te bevorderen van een open baar lichaam „de Wleringermeer” dat in zijn ulterlljk geheel op een gemeente gelijkt doch waarvan de bestuursorganen worden ingesteld door de Kroon. Evenzoo acht de Minister ten aanzien van het waterschapsbeheer aangewezen te bevor deren dat een waterschap „de Wleringer meer’' wordt opgericht. De oprichting van belde openbare licha men maakt thans een onderwerp van ern stige studie uit, waarbij het contract met den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw reeds tot vruchtdragende samen werking belooft te leiden, terwijl het in des ondergeteekenden voornemen ligt om bij die studie ook een lid van de contactcommissie den Zulderzeeraad te betrekken. dat ze haar bezittingen niet aan jou heeft 1 vermaakt? Dan is het geen leenlng, maar aan oHff mw» Amn kiaal I T «n* ----w --- I straat, en onder welke H. Mis vele leden ter H. Tafel naderden. Om 11 uur ving in. een der zalen van hótel „Suisse” het tweede gedeelte der alge- meene vergadering aan. Medegedeeld werd, dat het bestuur onder de leden een prijsvraag zal uitschrijven roor het ontwerpen van een teekenlng voor het titelblad van de „Mededeellngen" (het ver- eetlust ontneemt en die steeds erger naarmate het naar den vijftienden loopt, den tijd waarop ongeveer de Kerst geschenken gekocht moeten worden. Het zal nog eens zoover komen, dat ik een groote ton aanschaf, die ergens op een hoek van een drukke straat neerzet, er boven op ga staan en het publiek de oprichting zal bekend maken van den Bond voor Af schaffing van Kerstcadeaus. Ongetwijfeld zal het aantal leden enorm zijn!Ik zal een beroemd man wordenmisschien richt men wel een standbeeld voor mij op Maar ik heb den moed nog niet gevonden om dezen stap te doen. Als gewoonlijk komt mijn vrouw dus tegen de helft van December met een blocnote en een potlood, waar bijna geen punt aan zit, op mijn kamer en dan voeren wij een gesprek van ongeyeer den volgenden aard. „Wordt het langzamerhand niet tijd om eens aan de Kerstcadeautjes te denken? „Vind je?” probeer ik nog luchtig tegen te werpen. Ik weet echter bij voorbaat, dat mijn poging vruchteloos zal zijn. Mijn vrouw likt eens aan haar potlood (dat is zoo haar manier om het onmogelijke klei ne puntje tenminste te doen schrijven). „Wat zullen we het jongetje van Bmit geven?” „Het kind van Bmit? Bedoel je dat leelfjke roodharige jog, dat sijn hond altijd tegen onze poes ophitst? Als ik hem zou geven, wat ik hem heb toegedacht, zou ik de politie op mijn dak krijgen. Waarom moeten we hem eigenlijk iets geven?” „Hebben de meisjes verleden jaar Kerstmis niet elk een prachtige pop Smit gekregen? Wij kunnen nu niet achter blijven en moeten iets geven, dat duurder is dan hun cadeau was. Jouw positie te zooveel beter dan die van Smit.” Zoo gaat het nu altijd. Omdat die idiote Smit, die onze kinderen bijna niet kent, het in zijn stomme hoofd gehaald heeft, ze pop pen te sturen, moet ik nu met een kostbaar der cadeau voor den dag komen. Als het zoo doorgaat, worden we belden tot den bedelstaf gebracht. In de vereenlging, die ik wil oprichten, zal het ten strengste verboden zijn cadeaux te wisselen. Iedere vader zal voor zijn gezin slechts die geschenken koopen, die hij bekostigen kan, zoodat hij niet door anderen geruïneerd zal kunnen worden. Eenige geschenken echter zou ik gaarne ge handhaafd zien. Een doosje rottenkruid voor de papegaai van de buren, als dit vergif ten minste vat heeft op die dieren; anders maar niet. Dan zou ik aan de buten van de andere zijde een geluldsdemper willen geven voer hun baby. Het is een schat van een kind, als het slaapt, maar het schijnt aan permanente slapeloosheid te lijden. Er zijn moderne ouders, die van het idee uitgaan: heeft baby lust om te hullen, laat hem zijn gang dan gaan. Van dat standpunt nu gaan mijn buren ook uit. Zij rijden het kind in zijn wagen naar het eind van den tuin, vlak tegen onze schutting aan. Ik ben maar een ouderwetsch man en Ik haat schreeuwende babies. Soms breng ik uren door met te trachten door vriendelijke woordjes het kind sUl te krijgen; maar al mijn: sst, sst, tata-kintle, zoete-klntie en der- gelljke vleierijen baten niet! En het meest ergert het mij, als de moeder van de schreeuwleelijk, die me vdn achter de ramen bespied heeft, medelijdend zegt: „Wat is die man lief tegen baby! HU te zeker dol op kinderen. Een goede geluldsdemper lijkt mij inder daad de eenige oplossing. Eindelijk zegt mijn vrouw: „We sullen hem een stoom-locomotlef geveik” „Het kan niet beter! Zoo*n ding hè, dat een reuzen lawaai maakt; juist als je bezig bent je krant te lezen, is dat een buitengewoon ge noeglijk geluld. En dan moeten we er beslist rails bjj geven. Het is maar ééns in het jaar Kerstmis en ik mag dien Smit bijzonder gaarne lijden. Waarom zouden we het kind dan niet wat rol's cadeau doen; liefst een heele massa, zoodat de heele kamer vol ligt en Smit, als hij niet oppast, er over valt bij het binnenkomen. Nog vol enthousiasme neem ik mijn vul penhouder uit den zak en schrijf «elf boven op de cadeau-lijst: een stoom-locomotlef met rails voor den jongen Smit. „Dan hebben we tante Catrien,” vervolgt mijn vrouw, terwijl zij haar stompje potlood beknabbelt. „Welke tante Catrien meen je? We hebben er twee!” „Mijn tante natuurlijk!” zegt mijn vrouw. ,JDe Jouwe is rijk genoeg om voor zichzelf een cadeautje te koopen.” „Vrouw!" roep ik uit, met verheffing van stem, „wees nu in ’s hemelsnaam niet zoo dom! Juist de rijkste tante moeten we te vriend houden en haar iets extra's sturen. Jouw tante Catrien levert niet de minste moeite op, wat de keuze van het cadeau betreft. We zenden haar een fruitmand en oco rykfdMUdcr voor dm jopgen BcrUM 624. Dat was me een vreugde voor het heele gezelschap. Met uitgespreide armen renden ze op hun ouden vriend al m wierpen zich aan zijn hals. „O, beste Snarkey,” schreeuwos Mauwtje, „ik ben zoo blij.” „En ik niet minder,” juoe de Toekle. ,A4aar ik verheug me het meest," schetterde BoUe- buisje. „Zoo zie je al weer,” wijsgeerde Snarkey, „dat oude Hollandsche spreekwoord: Oost West, thuis beet: «lw“ waar blijft Nu vrienden, welkom thuis en dat wij nog lang bij elkander mogen blijven, is mijn laatste wensch.” Nieuw bodemkundig onderzoek Bij bet verdere onderzoek rees echter in den loop van den zomer bij de voorloopige beoordeeling van eenige nieuwe grondmon sters twijfel of een der grondslagen voor het inpolderingsoutwerp, de op grond van vroe gere onderzoekingen van prof. Mayer om streeks 1880 opgemaakte geologische kaart, wel voldoende zekerheid verschafte om nu nog verder op voort te bouwen. De ervaring in den Wieringermeerpolder, had inmiddels reeds geleerd dat niet alle oudere aandui dingen voldoende de daaraan toegekende beteekenis hadden. Er is zoodra deze vragen rezen, opdracht verstrekt om nieuwe grondboringen syste matisch te verrichten, welke opdracht in bekwamen tijde is uitgevoerd. Thans moeten alle verkregen grondmon sters volgens moderne methode worden on derzocht ten einde een Juist en betrouwbaar beeld .te verkrijgen omtrent de verdeeling van goeden cultuurgrond over den zeebodem. Wanneer dan alle uitkomsten van het bo demkundig onderzoek bekend zijn, zal een daarop gegrond nader inpolderlngsplan kun nen worden opgemaakt. Mede in verband met de nieuwere inzichten over de mogelijk heden en de koeten van in cultuurbrengen, waarover de werken in den Wlerlngenneer- polder dagelijks nieuwe en het moge even worden vermeld gelukkige uitkomsten 'brengen, kan dan worden nagegaan, welke oppervlakten wel en welke niet voor inpol dering in aanmerking komen. Eerst dan kan de algemeene dijksrichting worden vast gesteld en kunnen de verdere studies over indeellng en ontwatering van den polder worden voltooid, waarvoor door de direc tie van den Wieringermeerpolder reeds veel voorbereidend wérk is verricht. Door aan stelling van meer personeel zou deze arbeid uiteraard niet versneldk urmen worden. De minister ziet zeer wel n, dat door deze Werkwijze de mogelijkheid ontstaat dat de werkzaamheden aan den afsluitdijk en die voor een nieuwe Inpoldering niet onmiddel- op elkander volgen. Hij meent echter, dat de uitkomsten van het in cultuur brengen van den Wieringermeerpolder het eerste werk op die schaal in ons land op zoo ratloneele wijze tot «tand gebracht leeren, dat men beter doet eenlg geduld te hebben en van deze lessen voordeel te trekken, dan zonder een zekere economische basis verder te wer ken, daar men toch niet kan verlangen, zoo als de minister reeds meermalen betoogde, dat verder doorgewerkt zal worden tot ei ken prils. Indien men dus nog wH wachten op de nadere gegevens over de kosten van het in cultuur brengen van den Wieringermeerpol der, dan behoeft nochtans een onbepaald uitstel uit dien hoofde niet gevreesd te wor den. Beschikt men dan over een plan, dat zoo wel uit waterbouwkundig als uit cultuur technisch oogpunt bezien als voorontwerp rijp kan worden geacht dan kan men ook beschikken over een raming welke, zekere indexcijfers over loonen e.d. vooropgesteld, een betrouwbare basis voor de kosten kan opleveren. Den eenheidsprijs van den in te polderen grond kan men dan met voldoende benadering berekenen. Flnancleele bespiegelen Het hangt dan, naar den ondergeteeken- de voorkomt, van 's Lands financiën en de vooruitzichten in den landbouw af, of men moet besluiten verder te gaan. Het staat wel vast, dat de kosten van cultuurrijp af geleverd land of men daarvoor al dan niet het door de Commissie Lovink gestelde be drag voor onbehuisd land van gemiddeld f 3500 per H-A. aanneemt, wanneer men de rente van bet vastgelegde kapitaal tot het tijdstip van aflevering mede rekent, hooger dan het bedrag is. Stelt men de waarde van het verkregen land lager, dan wordt de marge van het fi nancieel risico per HA., dat men naar ge lang van de oppervlakte van den polder wel licht 30 A WjOOO moet vermenigvuldigen Schadevergoeding Het ontwerp van een algemeenen maat regel van bestuur regelende de uitkeering wegens waardevermindering van eigendom men als gevolg van de afsluiting van de Zui derzee is gereed en heeft het Departement van den Minister verlaten. Dit ontwerp is bereids tegelijk met de daarmede verband houdende ontwerpen van algemeene maat regelen van bestuur tot wijziging van de inrichting van den dienst der Generale Commissie, bedoeld in artikel 3 der Zulder- zeesteunwet verder in behandeling genomen met de bedoeling van den Minister om te bevorderen, dat genoemde maatregelen in den aanvang van 1932 in werking zullen treden. Het Tweede Kamerlid Wijnkoop heeft den minister van buitenlandsche zaken en van koloniën de volgende vragen gesteld: Wil de regeerlng mededeelen, waarin .liet verdiepte contact” bestaat en „de samenwer king”, welke volgens het onderhoud, dat de Fransche minister van koloniën Paul Rey. naud na zijn Indische reis met de Neder- landsche pers heeft gehad, thans aanwezig is tusschen Indo-China en Ned. Indië, dat wU zeggen tusschen Frankrijk en Nederland? Wil de regeerlng ook mededeelen, wat „de besprekingen” zijn geweest en waarin „de problemen" bestaan, door minister Reynaud als gevolg en oorzaak van het bestaande con tact en de samenwerking tusschen Frankrijk en Nederland, tesp. Indo-China en Ned.- Indlë, in bedoeld onderhoud geconstateerd? De R. K. Middenstandsbond in het Usdotn Haarlem is dezer dagen uitgebreid met af- deellngen te Schoorl, De Rijp en Diemen Hiermede is het honderdtal afdeelingen van deze organisatie bereikt. de eenige vruchtbare daad voor de toekomst, de bezinning op het beginsel, het eenlg dat dezen naam mag dragen, het door het ver- met het door God ge- Zoo gaat het maar door. Kennissen, van wie ik mij den naam nauwelijks meer kan herinneren, worden op de lijst gezet voor een grooter of kleiner cadeau. Mistroostig sta ik op en loop de kamer op en neer. „Kom num, wees nu maar niet zoo onte vreden; je krijgt zelf ook iets héél moois.” „Werkelijk?” roep ik hoopvol. „Mag ik weten wat het is?” „Ik zal een paar mooie pantoffels voor je koopen; rood lederen pantoffels. De kinderen sparen er al een poos voor op.” ,.2> vergeten hun vader niet; dat is lief van ze.” Ik loop naar de haard en blijf daar even staan. In gedachten zie ik reeds de rood- leeren pantoffels aan mijn voeten: ze zullen me zeker goed staan. Als ik weer tegenover mijn vrouw ga zit ten, kan ik toch niet nalaten haar te vragen: „Heb je ze nu heusch allemaal op Je lijst? Laten we liever alles nog eens aandachtig nalezen; het zou onvergeeflijk zijn als we iemand hadden vergeten.” Want, nietwaar, we zullen toch moeten toegeven, dat het heerlijk is met Kerstmis een cadeautje te ontvangen! een gift en een heel groote gift! Laten we haar maar liever wat anders geven. Wat zou je denken van een boek? Als we een mooien band kiezen, zal het cadeau tóch een rijken Indruk maken. Onder het cadeau van Smit schrijf Ik: Een boek in prachtband voor tante Catrlep Whirl ton. Nu moeten we iets bedenken voor oom Jan." „Die krijgt beslist niets!" roep ik uit. „Ik zou zoo zeggen, dat oom Jan ons dit jaar al genoeg gekost heeft.” „Wat een nonsens! We hebben den man niets gegeven!" „Neen, gegeven niet. Maar je herinnert je toch zeker wel die crêpe de chine avond japon, die hij jou gestuurd heeft?” „Het was geen crêpe de chine,” valt mijn vrouw mij in de rede. „Het was crêpe georgette.” „Nu goed dan, erfpe georgette. Was ik niet verplicht je mee te nemen naar een gala-voorstelllng in den stadsschouwburg, opdat je die japon dragen kon? En moesten we toen niet stalles gaan zitten plaatsen van tien gulden per stuk zoodat iedereen je zien kon? Om nog maar niet te spreken van de taxi’s die we heen en terug moesten nemen, om de japon te sparen en de fijne avondschoentjes, die je bij het costuum ge kocht had? Tientallen guldens heeft die japon gekost; hoe ging je niet te keer, toen ik er wat koffie op gemorst heb!" Uitgeput laat ik mij in een fauteuil neer. Mijn vrouw bijt nogeens op haar potloodje en schrijft: Een pijpen-rek voor oom Jan. De Katholieke Jonge Werkgeversvereenl- ging is Zaterdagmiddag te Tilburg samen- gekomen tot het nouden barer 32ste alge meene ledenvergadering. De voorzitter, de heer A. een rede. In afwijking van de traditie, zeide spr., gemeend te hebben, op deze najaarsvergade ring een rede van meer algemeenen aard te moeten houden wijl de K. J. W. V. in haar taak zou te kort schieten, indien in deze crisistijden geen woord van opwekking tot haar leden werd gericht. Op onzen leeftijd staan we te midden van de crisis, d. w. z. n.et verantwoordelijk voor haar voorgeschiedenis en nog zoo onbevoor oordeeld, dat we nog geheel open staan om de conclusies en lessen er uit te kunnen trekken, ook als diepgaande veranderingen van ons worden gevraagd. Goddank, als zóo onze houding is: deelnemend en bereid het goede uit het kwade te halen. Goddank, dat we de crisis meemakeh op onzen leeftijd, want Iedere dag brengt nieuwe feiten aan, die de vraag in ons waker houden: In wat voor wereld leven wij en waarheen zijn we verzeild? Maar ook voelen we dagelijks de meenlng In ons versterkt en den wil ver hard: zóó niet meer; de dag van morgen moet beter zijn. Goddank, wanneer de crisis dit Inzicht in ons doet rijpen. Vervolgens beantwoordde spreker de vraag, hoe men de crisis moet tegemoet- trede.r. Wij hebben daartoe, zeide hij. te stellen De afsluiting gaat door Tegenover het vervallen van de zeevissche- rlj kan reeds thans de werkgelegenheid wor den gesteld, welke de drooggemaakte Wle- rlngermeer oplevert. Uitstel van de afslui ting ten behoeve van Instandhouding van de tegenwoordige visscherU kan ook bij voor loopige opschorting der verdere inpolde- ringswerken niet in overweging komen. Niet alleen zouden de voordeelen, welke de af sluiting op zich zelf biedt daardoor geheel achterwege blijven en alle tot nu toe aan de afsluiting bestede mlllioenen waardeloos blijven, maar vooral ook Is het openlaten van een gat In den afsluitdijk technisch on verdedigbaar. De secretaris stateeren, dat loopen periode een actief leven openbaard en dat 94 nieuwe leden tot haar waren toegetreden De begrootlng werd vastgesteld op f 9450, waarbij is rekening gehouden met een uit keering van f 5 per lid aan de kringen (vroeger f2.50). Het voornaamste punt der agenda was de Inleiding van prof. A. Weve O. P„ den geestelijken adviseur der K. J. W. V. over rationalisatie en nog wat. De rationalisatie is haar stempel gaan drukken niet enkel op een onderneming, maar op geheel het bedrijf. Het geringste detail wordt vakkundig en precies berekend. Zi) maakt een einde aan het fatalisme, dat eigen was aan het liberalisme met stelsel der onbeperkte concurrentie. Vervolgens bracht prof. Weve de schaduw zijde van het systeem naar voren. Vooreerst zeide hij, zijn haar voordeelen niet verzekerd. De groei der consumptie gaat nJ. nooit zoo snel als die der produc tie, terwijl men daarnaast zich de vraag moet stellen of ook van moreel standpunt uit de productie niet te snel kan groeien. Hierop vooral liet spr. het licht vallen, door de beklemtonen, dat geestelijke en stoffe lijke behoeften hand aan hand moeten toenemen, dat zij met elkaar in organisch verband moeten staan, terwijl vaak een overv'.oed van stoffelijke goederen den mensch omlaag haalt. De onderneming moet een bron zijn van welvaart voor allen, die er bij betrekken ziin. Geen absolu-e vrijheid mag er near- schen In een bedr.Jf om minderwaardige arte'dskrachten maar meteen te ontslaan. Geen rationalisatie ten nadeele van den mensch; geen loonsverlaging om de winsten uit het bedrijf te vermeerderen. Bij het ratlonalisatiestreven heeft men te beschouwen het streven van den levenden mensch, gebonden aan allerlei omstandig heden Als met deze factoren, besloot spr., rekening wordt gehouden, dan kan rationa lisatie een zegen zijn, al denken sommigen anders De voorzitter dankte den geestelijken adviseur voor zijn leerzame inleiding en schorste hierop de vergadering. .Aan de ingezetenen van Berkel- Enschot en Heukelom. Zeer getroffen door het hartelijk blijk van sympathie van alle Ingezetenen bij gelegen heid van mijn huwelijk* mij betoond, geef ik gaarne mijnerzijds een stoffelijk blijk van dankbaarheid en heb Ik er in alle openbare café's voor gezorgd, dat op Dinsdag a s. 13 October vanaf 7 uur des avonds gratis bier voor alle Ingezetenen beschikbaar Is. Tevens bepaal Ik het sluitingsuur op ge- melden datum op half twaalf des avonds. Berkel-Enschot c. a. 10 October 1931. t De burgemeester van Berkel-Enschot CA., A. G M. PANI8.” Zoo ja, is de minister alsdan niet van mee nlng, dat deze manier om dankbaarheid te toonen al een zeer ongelukkige is? Is het een burgemeester geoorloofd gelegen heid te geven, dat de inwoners zijner ge meente zich gaan bedrinken? WU de minister voornoemden burgemeester te kennen geven, voortaan, bij verdere heug lijke gebeurtenissen In zijn leven, op een met zijn ambt meer passende wijze uiting te geven aan zijn dankbaarheid?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1931 | | pagina 8