—jruRie i
.VRl&HD&rS
I
BEGROOTING ZUIDERZEEFONDS1932
Voor de Huiskamer
•n
r
BINNENLANDSCH NIEUWS
Jaarvergadering in Tilburg
D
De
Hanze in het Bisdom Hzarion
KERKNIEUWS
1
uo
ue
uo
Arbeid in wasscherijen
Inval te Medan
Het rondje van den burgemeester
Kath. Jonge Werkgevers-
vereeniging
1
t
Kerstgeschenken
„Mijn gezicht was vol
puistjes”
Ui
Frankrijk en
Nieuw onderzoek v^in grondmonsters. De landbouweonjunctuur
van overwegend belang. Achterwege laten der voltooiing van
de afsluiting zou niet verantwoord zijn. Het cultuurtechnisch
werk in de Wteringermeer tot nu toe boven
verwachting &eslaa&d
Het nieuwe Seminarie te Apeldoorn
Opdracht aan J. M. van Hardevdd
Moet MJ een standje hebben?
d. Lugt, hield
Ai
Bet honderdtal afdeeltngen bereikt
e
zijn
t
6J0
ut
t
110—
10.-
Regeling wegens de feestdagen
4
uit
I
Nederland
■I
<5
41
r
OM
Sjfl
met
van
c
t
f
1
St. Clemensretraitenhuis
te Noordwijkerhout
1
i
de Zondag
werd Ingezet met een H. Mis. die door prof,
dr. Weve werd opgedragen in de kapel van
de eerw. Zusters Visitatie aan de Zwljsen-
OM
OM
OM
OM
OM
OM
OM
CM
CM
dat
aanvang
Elf maanden van het jaar leef ik rustig
en tevreden voort. Maar de laatste maand.
December, is voor mij een steeds wederkee-
rende marteling. Dan val ik ponden af en
word zoo mager, dat iedereen denkt, dat ik
op dieet leef. Niets Is echter minder waar
dan dat. Reeds van het begin der maand af
ben ik in een voortdurenden angst, die me
mijn
wordt
inval die de politie op 33 November heeft ge.
daan in het gebouw van de Chlneesche Ka
mer van Koophandel te Medan?
Het Tweede Kamerlid Wijnkoop heeft den
minister van koloniën gevraagd:
WH de regeerlng de diepere oorzaken me
dedelen die aanleiding stfn geworden tot den
Woensdag 1720 Febr. Geh. Dames
Middenstand
Zondag 31—24 Febr. Jonge Midden
standers
Woensdag 34—37 Febr. Gehuwde
Vrouwen
Zondag 28 Febr.—3 Maart Heeren
Middenstand
Na een gave, frieeebe huid
en betere gezondheid
I
dn
me
ft'
«el
dn
da
I
het
vai
Hij
der
sta
der
Ue
ver
zijr
gee
phj
ma
N
eve:
buil
den
imn
mof
«ooi
«uil
dea
nen
Al
ovei
sa tli
vers
ven.
wlkl
tot
de
Inza
vaki
beid
rege
Hi
de I
rtfk
drijf
bedr
▼oeg
doel
held
bren
Bt
arte
tam
-netn
itage
com]
soort
gevo:
gen
onde
veels
gedu
drijf
He
een i
Daar
dat
radei
geacl
gend
drijf:
kend
mlng
Ma
eerst
bedri
omdt
en a
meer
de i
gewlj
Eei
moet
ven,
derge
waeh
val
woor<
Bngi
neer
ding
Da
voldo
zondt
drijf
Me
neme
voor
nlsatx
en ar
De
van
het a
*ezer
trent
len
kants
leden
eenigj
leden
wijzer
dit u
held
danig
nieter
den t
«fen
missie
wflhe
leder
de kr
worde
nemei
De
Zaterdag 1318 Febr. Jonge Mannen
833. De drie vrienden hadden dadelijk hun reisplan vastgesteld.
Zij waren vanzins hun ouden vriend Snarkey Cook weer
op te zoeken en hun laatste levensdagen bij hem te bleven.
Na eenlg zoeken in het luchtruim, meenden «U in de verte
het eUand het huisje van den ouden zeeman te ont
dekken. Toekle gaf nog wat meer gas, zoodat hun toestel
boven de woning van Snarkey rondcirkelde. Deze kwam
op het lawaai naar bulten en begroette zijn oude kennissen
zeer hartelijk.
Vragen van den heer Wijnkoop naar
aanleiding van uitlatingen van
minister Beynand
beginsel,
het Christelijke,
stand aanvaarde,
openbaarde in zuivere overeenstemming.
Ten slotte richtte spr. tot de leden het
verzoek, na het verdiepen van eigen Inzicht
te zamen met andere groepen van jongeren
de taak op zich te nemen: God weer terug
te voeren in de maatschappij.
kon in zijn verslag eon-
de vereenlging tn de afge-
heeft ge-
een millloenenbedrag. De landbouw conjunc
tuur is hierbij een overwegend belang. Ver
koop of verpachting tot eiken prijs in een
tijd van laagconjunctuur Is niet gewenscht.
Men zal den nieuwen polder dus in Staats
bedrijf moeten houden tot de tijden beter
zijn. Afgezien van het risico, dat hierin
schuilt In verband met de voor zoodanig be
drijf in ons land ongekende grootte, moet
opgemerkt worden, dat het doel, den land
bouwenden stand aan grond te helpen, na
genoeg niet bereikt wordt. Zou men dus op
goede gronden moeten aannemen, dat de
toestand in West-Europa nog geen schijn
van verbetering in uitzicht stelt, dan zal
men zich toch stellig vooraf deugdelijk moe
ten beraden, voordat men verder gaat.
Maar daarnaast rijst dan dat Is dus op
zijn vroegst In het volgend jasr de vraag,
of het Rijk het risico, dat de onderneming
financieel medebrengt, In dat tijdgewricht
mag dragen.
De Minister ziet er geen bezwaar In om
als in de toekomst verbetering in de con-
junctuifi- gehoopt mag worden, een polder
te doen maken, waarbij de kosten hooger zijn
dan de onmiddeliyke koopprijs van den cul-
tuurrijpen grond, maar meent dat men
daarover eerst met vrucht van gedachten
kan wisselen als getallen van eenheidsprijs
en poldergrootte voor ons liggen en de staal
van 's lands financiën beter dan thans valt
te overzien.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer Inzake de begrootlng van het
Zuiderzeefonds voor 1832 wordt het volgende
Mr. M. de Kort hield een inleiding over de
Encycliek „Quadrageslmo Anne**.
De Quadrageslmo Anno trekt te velde tegen
den heldenschen, materlallstlschen geest, die
ook nog heden ons sociaal-economisch leven
beheerscht, ondanks de Rerum Novarum, die
veertig jaar geleden ver-cheen.
Spr. legde er den nadruk op, dat de men-
schen weer vervuld moeten worden van de
beginselen van het christendom; bet christe
lijk gemeenschapsgevoel Is te weinig ontwik
keld evenals het saamhoorlgheldsgevoel. Het
Is de taak der katholieke Jonge Werkgevers
die christelijke gezindheid in al haar conse
quenties uit te werken, opdat niet op hen
van toepassing kan worden gebracht het
woord van Joannes in het Evangelie van de
zen Zondag ..Midden onder u staat Hij, Dien
gij niet kent".
Besloten werd de voorjaarsvergadering te
Groningen te houden.
Tot besluit sprak de geestelijke adviseur,
professor dr. Weve. een opwekkend woord,
waarin hij de leden ernstig aanraadde „Qua.
drageslmo Anno” grondig te bestudeeren.
Omstreeks half 2 werd de vergadering met
den Christelij ken groet gesloten.
Er te moed noodlg voor een dergeqjto
bekentenis: .Afijn gezicht was vol puistjes*.
Maar blijkbaar had deze dame medelijden
met haar vroegere lotgenooten. die nog aan
die lastige kwaal lijden, terwijl zj) hiervan
verlost la.
Zij schreef ons geheel uit eigen beweging
gaf haar naam en adres enkel en
alleen uit oprechte dankbaarheid en het
verlangen anderen hierdoor te helpen. Zie
hier den brief, dien wij ontvingen:
„Eenlgen tijd geleden raadde mijn stater
mfj aan om Kruschen Balts eens te probee*
ren voor mijn bloed, omdat mijn gezicht vol
met puistjes was. Ik ben nu aan mijn
tweede flesch en over het resultaat ben ik
in de wolken. Bijna alle puistjes zijn ver
dwenen en ik voel me veel gezonder dan
voorheen. Ik heb verscheidene vriend Innen
geraden, het ook te probeeren, omdat ik hun
graag hetzelfde resultaat gun, als ik met
Kruschen heb gehad. Ik laat U vrij, desen
brief te publlceeren, want ik ben Kruschen
Balts veel dank verschuldigd.” W.CA
Puistjes, vetwormpjes en dergelijke huid-
gebreken zijn het gevolg van een slecht-
functlouneeren van uw inwendige organen,
waardoor schadelijke zuren en giftige stof
fen ontstaan. Indien u dus snel en zeker
van zoo een leeUJke cnooglijke teint veriest
wilt zijn en voor altijd een frissche, zachte,
aantrekkelijke huid wilt hebben, neemt dan
Kruschen Balts!
Kruschen Balts te een volmaakte samen
stelling der zes levenskrachtige zouten, dte
de - zenuwen, klieren, bloed en lichaamsor-
ganen uit uw voedsel moeten halen om
regelmatig te kunnen functionneeren. Maar
bet te eenvoudig onmogelijk, dat u dem
zouten krfjgt uit het tegenwoordige ge
kookte voedsel.
Kruschen Balts geeft uw organen juist dte
zachte aansporing, die ze noodlg hebben om
regelmatig alle opgehoopte afvalstoffen ute
het lichaam te verwijderen. En wanneer o
inwendig bevrijd bent van alle onzuiver
heden, dan aal ook zuiver, frisch bloed door
uw aderen stroomen! U bent gezonder en u
voelt-dit. UW frissche huid en heldere oog*»
getuigen er van en uw voortdurende opge
wektheid bewijst bet.
Kruschen Balts is uitsluitend verkrtjgbatf
bij alle apothekers en drogisten A 080 m
1.80 per flacon. (AdvJ
Dinsdag 15—18 Dec. Meisjes
Vrijdag 1831 Dec. Mannen en
Jongelingen
Dinsdag 3325 Dec. Jonge Mannen
Maandag 2831 Dec. Manpen en
Jongelingen
Dinsdag 5—8 Jan. Jonge Mannen
Zaterdag 8—12 Jan. Mannen en
Jongelingen
Dinsdag 1315 Jan. Mannen en
Jongelingen
Woensdag 20—33 Jan. Gehuwde
Mannen
Zaterdag 3328 Jan. Gehuwde
Mannen
Woensdag 27—30 Jan. Meisjes
Zaterdag 30 Jan^-3 Febr. Mannen en
Jongelingen
Woensdag 36 Febr Recruten
Zaterdag 88 Febr. Mannen
Woensdag 10—13 Febr. Patronaats-
jongens
De bouw van het Kleln-Semlnarle van het
Aartsbisdom te Apeldoorn is opgedragen aan
den architect J. M. van Hardeveld te Am-
sterdam.
Het Eerste Kamerlid Hermans beeft den
minister van binnenlandsche zaken en land
bouw de volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat In de ge
meente Berkel.Enschot en Heukelom de on-
derstaande „proclamatie” onlangs Is aange
plakt: 4
„Dat had ik ook gedacht, man; we kun
nen werkelijk niet meer geven.”
„En nu m ij n tante Catrien; dat is niet
zoo gemakkelijk. Als we haar eens een dia
manten ring stuurden?”
„Een wit??”
„Een diamanten ring, vrouw. Die krijgen
we natuurlijk later weer terug, dus leenen
we haar die eigenlijk maar. Ik ben immers
haar llevellngs-neef en ze heeft vaak ge
noeg gezegd, dat Ik haar eenige erfgenaam
ben.” -
„Maar,” werpt mjjn vrouw tegen, „ver
onderstel, nu eens. dat na haar dood blijkt.
De minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft aan hoofden of bestuurders van
wasscherijen en strjjklnrichtingen tn alle ge
meenten des Rijks vergund dat van 31 Dec.
tot en met 3 Jan. az. in hun onderneming
arbeid wordt verricht als volgt: op 21, 33, 33,
34, 38, 29, 30 ra il Dec. IA, gedurende
ten hoogste tien uur per dag en op
3 Januari aa. gedurendre ten boogr-
ste acht uren, een en ander onder voor
waarde, dat de arbeidstijd der betrokken ar
beiders op de dagen, waarop in genoemd
tijdvak tien uren wordt gewerkt, in zQn ge
heel te gelegen tusschen zeven uur des voor-
mlddags en zeven uur des namiddags en op
3 Jan. aa. tusschen zeven uur des voormld-
dags en vijf uur des namiddags. In de onder
neming, waar van deze vergunning gebruik
wordt gemaakt, mag op 25 en 26 December
aa. alsmede op 1 Januari aa. geen arbeid
worden verricht.
ontleend:
Tot voor korten tijd bestond het voorne
men den Inpolderlngs-arbeid na voltooiing
van den afsluitdijk voort te zetten door het
ter hand nemen van den aanleg der Zuide
lijke polders. Dit voornemen was voor een
groot deel een gevolg van den wensch om
door vorming van het IJ-meer spoedig na de
afsluiting een laag peU op de afgesloten
Zuiderzee te kunnen toelaten. Het IJ-meer
zou dan tevens kunnen dienen voor den
scheepvaartweg van Amsterdam naar den
Rijn. Nadere studie bracht aan het licht,
dat door omstandigheden, welke gewijzigd
waren na de totstandkoming van het z.g.
IJ-meer-rapport, de lage stand, op de Zui
derzee ook kan worden verkregen door het
nemen van andere maatregelen, terwijl
daarnaast door de beslissing, volgens welke
de waterweg van Amsterdam naar den Rijn
zal loopen langs Wijk bij Duurstede, het
U-meer-vraagstuk niet meer aan bet ka-
naaltracé gekoppeld was en dus geheel naar
eigen verdienste kon worden beoordeeld.
Geheel afgescheiden van het IJ-meer
kwamen voor den Minister bij de keuze met
welken polder in de eerste plaats na den
Wieringermeerpolder zou moeten worden
voortgegaan, vooral overwegingen van prac-
tlschen aard op den voorgrond. De Zuide
lijke polders zouden ongeveer 150.000 H.A.,
do Noord-OoStelijke polder zou 53.000 HA.
groot zijn. Wanneer de laatstgenoemde pol
der het eerst gereed is, kunnen de gronden
daarvan reeds geheel zijn uitgegeven, voor-
<Mt het eerste perceel van den grooten pol
der voor uitgifte in aanmerking komt. Werkt
men In omgekeerde volgorde, dan bestaat,
wegens de groote hoeveelheid perceelen,
welke toch betrekkelijk snel achtereen voor
uitgifte in aanmerking komen, het gevaar,
dat de uitgifte van gronden voor den laat-
sten polder reeds beginnen moet vóór die
van den voorlaatsten is afgeloopen, hetgeen
van ongunstigen Invloed op de flnancleele
Uitkomst moet zijn. Verder waren begin 1930
reeds de eerste teekenen der komende crisis
te bespeuren, waarom het minder gewenscht
scheen met het groote poldercomplex te be
ginnen, dat men, eenmaal begonnen, om de
asmvankelijk er in gestoken kapitalen niet
waardeloos te maken, toch zou moeten vol
tooien. Het voor den Noord-Oostelijken pol
der uitgegeven of uit te geven kapitaal zou
toch ongeveer K van het in de Zuidelijke
polders te steken kapitaal bedragen.
Al deze redenen te zamen deden den mi
nister besluiten om de plannen voor den
teoordoostelijken polder te laten ter hand
nemen. Daar voorheen de aandacht meer
gericht was geweest op de zuidelijke polders,
was nog niet veel onderzoekingsmaterlaal
voorhanden.
Naar aanleiding van de vraag van ver
scheidene leden of de Minister reeds zijn
standpunt heeft bepaald ten aanzien van
gronden in den Wieringermeerpolder deelt
hij mede, dat de kennisneming van de rap
porten, welke na verschijning van dat der
„Commissie Vissering" zijn uitgebracht, hem
heeft versterkt in de meenlng, dat een
scheiding tusschen privaatrechtel|jk en pu
bliekrechtelijk beheer van den aanvang in
het oog moet worden gehouden. Alleen op
die wijze kan zich de overgang tot den uit-
eindelijken normalen toestand, gelijk die el
ders wordt aangetroffen, op de meest soe
pele en ook snelle wijze voltrekken.
Wanneer, zooals boven reeds is medege
deeld, in het jaar 1932 het eerste cultuur
werk in den polder zal zijn voltooid, zal de
polder aanvankelijk in ongeveer 60 bedrijven
zijn verdeeld, waarvoor Inmiddels de noo-
dlge gebouwen zullen zijn opgericht.
Bjj uitgifte der gronden zal het aantal
bedrijven sterk moeten toenemen. De Minis
ter heeft daarom het vraagstuk op welke
wijze de toekomstige boeren bij de stichting
der nieuwe boerderijen aan kapitaal zullen
moeten warden geholpen in studie genomen,
doch betwijfelt voorshands of het juist zou
zijn te achten, daarvoor rentelooze voor
schotten te verstrekken.
De Minister is nu tot het besluit gekomen,
dat gedurende de periode, waarin de Wie-
ringermeer nog niet tot den definitieven
gemeentevorm kan geraken onder een door
bewoners gekozen raad het gewenscht is ten
aanzien van het gemeentelijk beheer instel
ling bij de wet te bevorderen van een open
baar lichaam „de Wleringermeer” dat in
zijn ulterlljk geheel op een gemeente gelijkt
doch waarvan de bestuursorganen worden
ingesteld door de Kroon.
Evenzoo acht de Minister ten aanzien van
het waterschapsbeheer aangewezen te bevor
deren dat een waterschap „de Wleringer
meer’' wordt opgericht.
De oprichting van belde openbare licha
men maakt thans een onderwerp van ern
stige studie uit, waarbij het contract met
den Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw reeds tot vruchtdragende samen
werking belooft te leiden, terwijl het in des
ondergeteekenden voornemen ligt om bij die
studie ook een lid van de contactcommissie
den Zulderzeeraad te betrekken.
dat ze haar bezittingen niet aan jou heeft 1
vermaakt? Dan is het geen leenlng, maar
aan oHff mw» Amn kiaal I T «n* ----w ---
I straat, en onder welke H. Mis vele leden ter
H. Tafel naderden.
Om 11 uur ving in. een der zalen van
hótel „Suisse” het tweede gedeelte der alge-
meene vergadering aan.
Medegedeeld werd, dat het bestuur onder
de leden een prijsvraag zal uitschrijven roor
het ontwerpen van een teekenlng voor het
titelblad van de „Mededeellngen" (het ver-
eetlust ontneemt en die steeds erger
naarmate het naar den vijftienden
loopt, den tijd waarop ongeveer de Kerst
geschenken gekocht moeten worden.
Het zal nog eens zoover komen, dat ik
een groote ton aanschaf, die ergens op een
hoek van een drukke straat neerzet, er boven
op ga staan en het publiek de oprichting
zal bekend maken van den Bond voor Af
schaffing van Kerstcadeaus. Ongetwijfeld
zal het aantal leden enorm zijn!Ik zal
een beroemd man wordenmisschien
richt men wel een standbeeld voor mij op
Maar ik heb den moed nog niet gevonden
om dezen stap te doen.
Als gewoonlijk komt mijn vrouw dus tegen
de helft van December met een blocnote en
een potlood, waar bijna geen punt aan zit,
op mijn kamer en dan voeren wij een gesprek
van ongeyeer den volgenden aard.
„Wordt het langzamerhand niet tijd om
eens aan de Kerstcadeautjes te denken?
„Vind je?” probeer ik nog luchtig tegen te
werpen. Ik weet echter bij voorbaat, dat mijn
poging vruchteloos zal zijn.
Mijn vrouw likt eens aan haar potlood (dat
is zoo haar manier om het onmogelijke klei
ne puntje tenminste te doen schrijven).
„Wat zullen we het jongetje van Bmit
geven?”
„Het kind van Bmit? Bedoel je dat leelfjke
roodharige jog, dat sijn hond altijd tegen
onze poes ophitst? Als ik hem zou geven, wat
ik hem heb toegedacht, zou ik de politie op
mijn dak krijgen. Waarom moeten we hem
eigenlijk iets geven?”
„Hebben de meisjes verleden jaar
Kerstmis niet elk een prachtige pop
Smit gekregen? Wij kunnen nu niet achter
blijven en moeten iets geven, dat duurder is
dan hun cadeau was. Jouw positie te zooveel
beter dan die van Smit.”
Zoo gaat het nu altijd. Omdat die idiote
Smit, die onze kinderen bijna niet kent, het
in zijn stomme hoofd gehaald heeft, ze pop
pen te sturen, moet ik nu met een kostbaar
der cadeau voor den dag komen. Als het zoo
doorgaat, worden we belden tot den bedelstaf
gebracht.
In de vereenlging, die ik wil oprichten, zal
het ten strengste verboden zijn cadeaux te
wisselen.
Iedere vader zal voor zijn gezin slechts die
geschenken koopen, die hij bekostigen kan,
zoodat hij niet door anderen geruïneerd zal
kunnen worden.
Eenige geschenken echter zou ik gaarne ge
handhaafd zien. Een doosje rottenkruid voor
de papegaai van de buren, als dit vergif ten
minste vat heeft op die dieren; anders maar
niet.
Dan zou ik aan de buten van de andere
zijde een geluldsdemper willen geven voer
hun baby. Het is een schat van een kind, als
het slaapt, maar het schijnt aan permanente
slapeloosheid te lijden.
Er zijn moderne ouders, die van het idee
uitgaan: heeft baby lust om te hullen, laat
hem zijn gang dan gaan. Van dat standpunt
nu gaan mijn buren ook uit. Zij rijden het
kind in zijn wagen naar het eind van den
tuin, vlak tegen onze schutting aan.
Ik ben maar een ouderwetsch man en Ik
haat schreeuwende babies. Soms breng ik
uren door met te trachten door vriendelijke
woordjes het kind sUl te krijgen; maar al
mijn: sst, sst, tata-kintle, zoete-klntie en der-
gelljke vleierijen baten niet!
En het meest ergert het mij, als de moeder
van de schreeuwleelijk, die me vdn achter de
ramen bespied heeft, medelijdend zegt:
„Wat is die man lief tegen baby! HU te
zeker dol op kinderen.
Een goede geluldsdemper lijkt mij inder
daad de eenige oplossing.
Eindelijk zegt mijn vrouw:
„We sullen hem een stoom-locomotlef
geveik”
„Het kan niet beter! Zoo*n ding hè, dat een
reuzen lawaai maakt; juist als je bezig bent
je krant te lezen, is dat een buitengewoon ge
noeglijk geluld. En dan moeten we er beslist
rails bjj geven. Het is maar ééns in het jaar
Kerstmis en ik mag dien Smit bijzonder
gaarne lijden. Waarom zouden we het kind
dan niet wat rol's cadeau doen; liefst een
heele massa, zoodat de heele kamer vol ligt
en Smit, als hij niet oppast, er over valt bij
het binnenkomen.
Nog vol enthousiasme neem ik mijn vul
penhouder uit den zak en schrijf «elf boven
op de cadeau-lijst: een stoom-locomotlef met
rails voor den jongen Smit.
„Dan hebben we tante Catrien,” vervolgt
mijn vrouw, terwijl zij haar stompje potlood
beknabbelt.
„Welke tante Catrien meen je? We hebben
er twee!”
„Mijn tante natuurlijk!” zegt mijn vrouw.
,JDe Jouwe is rijk genoeg om voor zichzelf
een cadeautje te koopen.”
„Vrouw!" roep ik uit, met verheffing van
stem, „wees nu in ’s hemelsnaam niet zoo
dom! Juist de rijkste tante moeten we te
vriend houden en haar iets extra's sturen.
Jouw tante Catrien levert niet de minste
moeite op, wat de keuze van het cadeau
betreft. We zenden haar een fruitmand en
oco rykfdMUdcr voor dm jopgen BcrUM
624. Dat was me een vreugde voor het heele gezelschap. Met
uitgespreide armen renden ze op hun ouden vriend al m
wierpen zich aan zijn hals. „O, beste Snarkey,” schreeuwos
Mauwtje, „ik ben zoo blij.” „En ik niet minder,” juoe de
Toekle. ,A4aar ik verheug me het meest," schetterde BoUe-
buisje. „Zoo zie je al weer,” wijsgeerde Snarkey, „dat
oude Hollandsche spreekwoord: Oost West, thuis beet: «lw“
waar blijft Nu vrienden, welkom thuis en dat wij nog lang
bij elkander mogen blijven, is mijn laatste wensch.”
Nieuw bodemkundig onderzoek
Bij bet verdere onderzoek rees echter in
den loop van den zomer bij de voorloopige
beoordeeling van eenige nieuwe grondmon
sters twijfel of een der grondslagen voor het
inpolderingsoutwerp, de op grond van vroe
gere onderzoekingen van prof. Mayer om
streeks 1880 opgemaakte geologische kaart,
wel voldoende zekerheid verschafte om nu
nog verder op voort te bouwen. De ervaring
in den Wieringermeerpolder, had inmiddels
reeds geleerd dat niet alle oudere aandui
dingen voldoende de daaraan toegekende
beteekenis hadden.
Er is zoodra deze vragen rezen, opdracht
verstrekt om nieuwe grondboringen syste
matisch te verrichten, welke opdracht in
bekwamen tijde is uitgevoerd.
Thans moeten alle verkregen grondmon
sters volgens moderne methode worden on
derzocht ten einde een Juist en betrouwbaar
beeld .te verkrijgen omtrent de verdeeling
van goeden cultuurgrond over den zeebodem.
Wanneer dan alle uitkomsten van het bo
demkundig onderzoek bekend zijn, zal een
daarop gegrond nader inpolderlngsplan kun
nen worden opgemaakt. Mede in verband
met de nieuwere inzichten over de mogelijk
heden en de koeten van in cultuurbrengen,
waarover de werken in den Wlerlngenneer-
polder dagelijks nieuwe en het moge even
worden vermeld gelukkige uitkomsten
'brengen, kan dan worden nagegaan, welke
oppervlakten wel en welke niet voor inpol
dering in aanmerking komen. Eerst dan
kan de algemeene dijksrichting worden vast
gesteld en kunnen de verdere studies over
indeellng en ontwatering van den polder
worden voltooid, waarvoor door de direc
tie van den Wieringermeerpolder reeds veel
voorbereidend wérk is verricht. Door aan
stelling van meer personeel zou deze arbeid
uiteraard niet versneldk urmen worden.
De minister ziet zeer wel n, dat door deze
Werkwijze de mogelijkheid ontstaat dat de
werkzaamheden aan den afsluitdijk en die
voor een nieuwe Inpoldering niet onmiddel-
op elkander volgen. Hij meent echter, dat de
uitkomsten van het in cultuur brengen van
den Wieringermeerpolder het eerste werk
op die schaal in ons land op zoo ratloneele
wijze tot «tand gebracht leeren, dat men
beter doet eenlg geduld te hebben en van
deze lessen voordeel te trekken, dan zonder
een zekere economische basis verder te wer
ken, daar men toch niet kan verlangen, zoo
als de minister reeds meermalen betoogde,
dat verder doorgewerkt zal worden tot ei
ken prils.
Indien men dus nog wH wachten op de
nadere gegevens over de kosten van het in
cultuur brengen van den Wieringermeerpol
der, dan behoeft nochtans een onbepaald
uitstel uit dien hoofde niet gevreesd te wor
den.
Beschikt men dan over een plan, dat zoo
wel uit waterbouwkundig als uit cultuur
technisch oogpunt bezien als voorontwerp
rijp kan worden geacht dan kan men ook
beschikken over een raming welke, zekere
indexcijfers over loonen e.d. vooropgesteld,
een betrouwbare basis voor de kosten kan
opleveren. Den eenheidsprijs van den in te
polderen grond kan men dan met voldoende
benadering berekenen.
Flnancleele bespiegelen
Het hangt dan, naar den ondergeteeken-
de voorkomt, van 's Lands financiën en de
vooruitzichten in den landbouw af, of men
moet besluiten verder te gaan. Het staat
wel vast, dat de kosten van cultuurrijp af
geleverd land of men daarvoor al dan niet
het door de Commissie Lovink gestelde be
drag voor onbehuisd land van gemiddeld
f 3500 per H-A. aanneemt, wanneer men de
rente van bet vastgelegde kapitaal tot het
tijdstip van aflevering mede rekent, hooger
dan het bedrag is.
Stelt men de waarde van het verkregen
land lager, dan wordt de marge van het fi
nancieel risico per HA., dat men naar ge
lang van de oppervlakte van den polder wel
licht 30 A WjOOO moet vermenigvuldigen
Schadevergoeding
Het ontwerp van een algemeenen maat
regel van bestuur regelende de uitkeering
wegens waardevermindering van eigendom
men als gevolg van de afsluiting van de Zui
derzee is gereed en heeft het Departement
van den Minister verlaten. Dit ontwerp is
bereids tegelijk met de daarmede verband
houdende ontwerpen van algemeene maat
regelen van bestuur tot wijziging van de
inrichting van den dienst der Generale
Commissie, bedoeld in artikel 3 der Zulder-
zeesteunwet verder in behandeling genomen
met de bedoeling van den Minister om te
bevorderen, dat genoemde maatregelen in
den aanvang van 1932 in werking zullen
treden.
Het Tweede Kamerlid Wijnkoop heeft den
minister van buitenlandsche zaken en van
koloniën de volgende vragen gesteld:
Wil de regeerlng mededeelen, waarin .liet
verdiepte contact” bestaat en „de samenwer
king”, welke volgens het onderhoud, dat de
Fransche minister van koloniën Paul Rey.
naud na zijn Indische reis met de Neder-
landsche pers heeft gehad, thans aanwezig is
tusschen Indo-China en Ned. Indië, dat wU
zeggen tusschen Frankrijk en Nederland?
Wil de regeerlng ook mededeelen, wat „de
besprekingen” zijn geweest en waarin „de
problemen" bestaan, door minister Reynaud
als gevolg en oorzaak van het bestaande con
tact en de samenwerking tusschen Frankrijk
en Nederland, tesp. Indo-China en Ned.-
Indlë, in bedoeld onderhoud geconstateerd?
De R. K. Middenstandsbond in het Usdotn
Haarlem is dezer dagen uitgebreid met af-
deellngen te Schoorl, De Rijp en Diemen
Hiermede is het honderdtal afdeelingen
van deze organisatie bereikt.
de eenige vruchtbare daad voor de toekomst,
de bezinning op het beginsel, het eenlg
dat dezen naam mag dragen,
het door het ver-
met het door God ge-
Zoo gaat het maar door. Kennissen, van
wie ik mij den naam nauwelijks meer kan
herinneren, worden op de lijst gezet voor
een grooter of kleiner cadeau.
Mistroostig sta ik op en loop de kamer
op en neer.
„Kom num, wees nu maar niet zoo onte
vreden; je krijgt zelf ook iets héél moois.”
„Werkelijk?” roep ik hoopvol. „Mag ik
weten wat het is?”
„Ik zal een paar mooie pantoffels voor je
koopen; rood lederen pantoffels. De kinderen
sparen er al een poos voor op.”
,.2> vergeten hun vader niet; dat is lief
van ze.”
Ik loop naar de haard en blijf daar even
staan. In gedachten zie ik reeds de rood-
leeren pantoffels aan mijn voeten: ze zullen
me zeker goed staan.
Als ik weer tegenover mijn vrouw ga zit
ten, kan ik toch niet nalaten haar te vragen:
„Heb je ze nu heusch allemaal op Je lijst?
Laten we liever alles nog eens aandachtig
nalezen; het zou onvergeeflijk zijn als we
iemand hadden vergeten.”
Want, nietwaar, we zullen toch moeten
toegeven, dat het heerlijk is met Kerstmis
een cadeautje te ontvangen!
een gift en een heel groote gift! Laten we
haar maar liever wat anders geven. Wat zou
je denken van een boek? Als we een mooien
band kiezen, zal het cadeau tóch een rijken
Indruk maken.
Onder het cadeau van Smit schrijf Ik:
Een boek in prachtband voor tante Catrlep
Whirl ton.
Nu moeten we iets bedenken voor oom
Jan."
„Die krijgt beslist niets!" roep ik uit. „Ik
zou zoo zeggen, dat oom Jan ons dit jaar
al genoeg gekost heeft.”
„Wat een nonsens! We hebben den man
niets gegeven!"
„Neen, gegeven niet. Maar je herinnert
je toch zeker wel die crêpe de chine avond
japon, die hij jou gestuurd heeft?”
„Het was geen crêpe de chine,” valt mijn
vrouw mij in de rede. „Het was crêpe
georgette.”
„Nu goed dan, erfpe georgette. Was ik
niet verplicht je mee te nemen naar een
gala-voorstelllng in den stadsschouwburg,
opdat je die japon dragen kon? En moesten
we toen niet stalles gaan zitten plaatsen
van tien gulden per stuk zoodat iedereen
je zien kon? Om nog maar niet te spreken
van de taxi’s die we heen en terug moesten
nemen, om de japon te sparen en de fijne
avondschoentjes, die je bij het costuum ge
kocht had? Tientallen guldens heeft die
japon gekost; hoe ging je niet te keer, toen
ik er wat koffie op gemorst heb!"
Uitgeput laat ik mij in een fauteuil neer.
Mijn vrouw bijt nogeens op haar potloodje
en schrijft: Een pijpen-rek voor oom Jan.
De Katholieke Jonge Werkgeversvereenl-
ging is Zaterdagmiddag te Tilburg samen-
gekomen tot het nouden barer 32ste alge
meene ledenvergadering.
De voorzitter, de heer A.
een rede.
In afwijking van de traditie, zeide spr.,
gemeend te hebben, op deze najaarsvergade
ring een rede van meer algemeenen aard
te moeten houden wijl de K. J. W. V. in
haar taak zou te kort schieten, indien in
deze crisistijden geen woord van opwekking
tot haar leden werd gericht.
Op onzen leeftijd staan we te midden van
de crisis, d. w. z. n.et verantwoordelijk voor
haar voorgeschiedenis en nog zoo onbevoor
oordeeld, dat we nog geheel open staan om
de conclusies en lessen er uit te kunnen
trekken, ook als diepgaande veranderingen
van ons worden gevraagd. Goddank, als zóo
onze houding is: deelnemend en bereid het
goede uit het kwade te halen. Goddank, dat
we de crisis meemakeh op onzen leeftijd,
want Iedere dag brengt nieuwe feiten aan,
die de vraag in ons waker houden: In wat
voor wereld leven wij en waarheen zijn we
verzeild? Maar ook voelen we dagelijks de
meenlng In ons versterkt en den wil ver
hard: zóó niet meer; de dag van morgen
moet beter zijn. Goddank, wanneer de
crisis dit Inzicht in ons doet rijpen.
Vervolgens beantwoordde spreker de
vraag, hoe men de crisis moet tegemoet-
trede.r.
Wij hebben daartoe, zeide hij. te stellen
De afsluiting gaat door
Tegenover het vervallen van de zeevissche-
rlj kan reeds thans de werkgelegenheid wor
den gesteld, welke de drooggemaakte Wle-
rlngermeer oplevert. Uitstel van de afslui
ting ten behoeve van Instandhouding van de
tegenwoordige visscherU kan ook bij voor
loopige opschorting der verdere inpolde-
ringswerken niet in overweging komen. Niet
alleen zouden de voordeelen, welke de af
sluiting op zich zelf biedt daardoor geheel
achterwege blijven en alle tot nu toe aan de
afsluiting bestede mlllioenen waardeloos
blijven, maar vooral ook Is het openlaten
van een gat In den afsluitdijk technisch on
verdedigbaar.
De secretaris
stateeren, dat
loopen periode een actief leven
openbaard en dat 94 nieuwe leden tot haar
waren toegetreden
De begrootlng werd vastgesteld op f 9450,
waarbij is rekening gehouden met een uit
keering van f 5 per lid aan de kringen
(vroeger f2.50).
Het voornaamste punt der agenda was de
Inleiding van prof. A. Weve O. P„ den
geestelijken adviseur der K. J. W. V. over
rationalisatie en nog wat.
De rationalisatie is haar stempel gaan
drukken niet enkel op een onderneming,
maar op geheel het bedrijf. Het geringste
detail wordt vakkundig en precies berekend.
Zi) maakt een einde aan het fatalisme, dat
eigen was aan het liberalisme met
stelsel der onbeperkte concurrentie.
Vervolgens bracht prof. Weve de schaduw
zijde van het systeem naar voren.
Vooreerst zeide hij, zijn haar voordeelen
niet verzekerd. De groei der consumptie
gaat nJ. nooit zoo snel als die der produc
tie, terwijl men daarnaast zich de vraag
moet stellen of ook van moreel standpunt
uit de productie niet te snel kan groeien.
Hierop vooral liet spr. het licht vallen, door
de beklemtonen, dat geestelijke en stoffe
lijke behoeften hand aan hand moeten
toenemen, dat zij met elkaar in organisch
verband moeten staan, terwijl vaak een
overv'.oed van stoffelijke goederen den
mensch omlaag haalt.
De onderneming moet een bron zijn van
welvaart voor allen, die er bij betrekken
ziin. Geen absolu-e vrijheid mag er near-
schen In een bedr.Jf om minderwaardige
arte'dskrachten maar meteen te ontslaan.
Geen rationalisatie ten nadeele van den
mensch; geen loonsverlaging om de
winsten uit het bedrijf te vermeerderen.
Bij het ratlonalisatiestreven heeft men te
beschouwen het streven van den levenden
mensch, gebonden aan allerlei omstandig
heden Als met deze factoren, besloot spr.,
rekening wordt gehouden, dan kan rationa
lisatie een zegen zijn, al denken sommigen
anders
De voorzitter dankte den geestelijken
adviseur voor zijn leerzame inleiding en
schorste hierop de vergadering.
.Aan de ingezetenen van Berkel-
Enschot en Heukelom.
Zeer getroffen door het hartelijk blijk van
sympathie van alle Ingezetenen bij gelegen
heid van mijn huwelijk* mij betoond, geef ik
gaarne mijnerzijds een stoffelijk blijk
van dankbaarheid en heb Ik er in alle
openbare café's voor gezorgd, dat op Dinsdag
a s. 13 October vanaf 7 uur des avonds gratis
bier voor alle Ingezetenen beschikbaar Is.
Tevens bepaal Ik het sluitingsuur op ge-
melden datum op half twaalf des avonds.
Berkel-Enschot c. a. 10 October 1931.
t De burgemeester van Berkel-Enschot CA.,
A. G M. PANI8.”
Zoo ja, is de minister alsdan niet van mee
nlng, dat deze manier om dankbaarheid te
toonen al een zeer ongelukkige is?
Is het een burgemeester geoorloofd gelegen
heid te geven, dat de inwoners zijner ge
meente zich gaan bedrinken?
WU de minister voornoemden burgemeester
te kennen geven, voortaan, bij verdere heug
lijke gebeurtenissen In zijn leven, op een met
zijn ambt meer passende wijze uiting te geven
aan zijn dankbaarheid?