vergadering van den raad
I
I
\'n Stijve nek is pijnlijk
ife
I
tweede blad
Driehonderd jaren Dominik aansche
werkzaamheid in Alkmaar
its
r
s
BLADZIJDE 1
VRUDAG 18 DECEMBER 1931
STADSNIEUWS
Naar de vrijheid
i
Geen goud
zoo goed”
Timmer’s Boterkransjes
RITSEVOORT,
mouten alt door SMAAK en KWALITEIT,
ld cent per ons.
i'I
AKKER» Kloosterbalsem
s.
u
vla de Alkmaarsche zakenmen-
IX (SLOT)
■B
1
I
Peter N. A. VAN RUN OJ».
Slotwoord.
Den 5den Augustus 1890 werd Paf
clscus Heüs van HJn prioraat te
ontheven, en benoemd tot pastoor
maar. Met hem begint de „Hlstotre
In
te-
dat
eventueel
scben.
Spr.’s vraag Inzake mogeiyke vermindering
van het bedrag voor zlekenhulsverpleglng
van armlastige patiënten, 13 niet In de M. v.
A. beantwoord. Spr. had alsnog gaarne een
antwoord.
Daarna wUet spr. op de hooge onderhouds
kosten der gemeentegebouwen, die een totaal
van 37.000 beloopen; welk bedrag O.W. ten
goede komt; spr. kan niet aannemen, dat
dit bedrag de werkeiyke kosten vertegen
woordig; z.1. geeft de rekening van O.W.
een geflatteerd beeld. Spr. kan de wijze van
begrooten voor G.W.'ntet tocjulchen; gaarne
had spr. hierover een nadere verklaring van
B. en W.. waarvan spr. het zal laten afhan
gen of hjj al dan niet een motie zal indienen
om deze begroeting voorlooplg met 10 pet.
te verlagen.
Vervolgens herinnert spr. aan het de laat
ste dagen nogal stof opwaaiende voorstel be
treffende Kunstsubsidies. Spr. geeft het col
lege een pluim, daar waar het betreft om
ten tijde van het gereed maken dezer begroo-
tlng. ook eens aan een subsldieerlng van de
kunst te denken. Inderdaad gelooft spr, dat
subsldieerlng van kunst In het algemeen In
vorige jaren niet een uitblinkende deugd der
vorige college’s was.
Toch komt het spr. voor dat het college
tekort schoot In ..elegance’’ t. o. v. den raad
door, zonder den raad te kennen, subsi
dies in t uitzicht te stellen. In het algemeen
komt het spr. gewenscht voor een verdeellng
van een Kunstsubsidie door den Raad te
laten uitmaken, zoo mogeiyk voorgelicht door
een commissie. Echter Is vanaf den tijd dat
deze begrootlng werd gereedgemaakt en hare
behandeling thans, de algemeene toestand
steeds meer teruggaande geweest zoodat
het spr. gewenscht voorkomt, niet noodzake
lijke uitgaven te voorkomen. Spr. legt hier
nadruk op de niet-noodzakelijkheid, omdat,
hoe nuttig ook kunst-subsldies In ’t algemeen
zijn, In de gegeven omstandigheden spr. dit
geenszins noodzaltelljk voorkomt.
Spr. vraagt B. en W. met nadruk den post
van 3800 voor dit doel geheel te schrappen.
Mocht het In ’33 mojelljk zijn kunstsubsidies
te verstrekken, laat het college dan ook aan
andere vereenlglngen denken en advies vra
gen aan een eventueele commissie, voor de
helft uit raadsleden en voor de helft uit
ntet-raadsleden. Als het college deze wen-
schen overneemt, wordt een motie voorko
men.
Spr. zal stemmen tegen de subsidies aan
de Ned. Jeugdherberg Centrale; aan de
Stichting Landverhuizing Nederland en tegen
subsidie aan Medische Sportkeuring; alle
volgens spr. niet noodzakeiyk.
Spr. beoordeelt subsldlc-aanvragen naar
de mate van de noodzakelijkheid.
Tav. de volgno.’s 105 en 406 zal spr. by
de posten zelf verlaging voorstellen.
Ten slotte wil spr. nog Iets zeggen aan
gaande een geluld, dat werd gehoord ook
alweer tav. de religieuzen, in dit geval de
ziekenverpleging. Een geluid wederom uit
den liberalen hoek. Deze schijnt de hoogere
motieven van anderen wèl te willen exploi-
teeren.
Het Is aldus spr. niet goed in te sten,
waarom het 8t. Ellsabeth-ziekenhuls ver
minderde verpleegkosten aan de Gemeente
behoort toe te staan nu het neutrale zieken
huis daaraan niet alleen niet denkt, maar
zelfs verdubbelde verpleegkosten berekent
aan gemeenten welke niet subsldleefren. Te
genover het St. Ellsabeth-Zlekenhuls Is Alk
maar te beschouwen als een n 1 e t-subsidi-
eerende gemeente en het Is derhalve al heel
mooi dat geen hoogere verpleegkosten wor
den berekend dan het neutrale ziekenhuis
vraagt van wèl subsldieerende gemeenten.
In elk geval blijkt, dat het St. Elisabeths-
ziekenhuis heel wat loyaler is dan het neu-
verwierf hij de instelling van de broeder
schap van het H. Hart en verzekerde daar
door aan zijn parochie tal van geestelijke
voorrechten. De parochianen toonden daar
voor hun herder hun erkentelijkheid, door
bij feestelijke ge'egenheden rijke geschen
ken aan te bieden, o.a. in 1869 op zijn zil
veren priesterfeest een hoogaltaar en een
Maria-altaar. Tot veler leedwezen werd pas
toor Reynders in 1870 tot pastoor benoemd
te otterdam en opgevolgd door pastoor
A. Bloem. Ook deze mocht bij zijn prlester-
jubilé in 1876 veel blijken van waardeerlnt
ontvangen, o.a. een fraai bewerkten preek
stoel. Jaren achtereen zou hij op dezen kan
sel het woord richten tot zijn parochianen,
een woord van onderriebt, van vermaan,
van opwekking, totdat zijn verzwakt gO-
stel hem verplichtte den herderstaf aan
krachtiger handen over te geven.
In 1890 vertrok hij naar het klooster te
Langenboom, waar hij een jaar later over
leed.
ook op die dagen zak een weelde zich ont
zegde. Groenten en aardappelen, ook voor
winterprovisie, teelde hij in den paterstuin
buiten de stadspoort, wat overbleef ging
naar de markt- Maar bij al die penarie bleef
hij tevreden en opgeruimd. De St Domini-
cus-kerk, schreef P. Lens, in 1838 begint net
even het hoofd boven te steken, toen een
zwaar offer van hem geëischt werd: De
Provinciaal had een andere pastoors-plaats
voor hem bestemd. Dit bericht sloeg de ge-
heele gemeente ter neer. De Diakenen van
R. C. Gemeente der Banekerk te Alkmaar,
de heeren J. Buissink en S. Haarman, rich
ten een schrijven tot den Provinciaal en be
zwoeren hem dit nood'ottig tjesluit in te
trekken. De slag werd gekeenl», pastoor
Lens bleef voor Alkmaar behouden.'Met vol
hardenden arbeid steeg de ker| in aanzien.
Een kostbaar tabernakel en een- preekstoel
volgens dén toenmaligen stijl in mahoniehout
bewerkt brachtén niet weinig tot opluiste
ring bij. Bovendien schonk Veronica Oud-
hof. weduwe van den heer J. C. C. Witte.
Jiaar kostbaar hoofdtooisel van goud en dia
mant tot versiering van een monstrans cn
een Mariabeeld. Ook nam het aantal com
municanten toe en be'iep In 1855 710- In
deze dagen wekte de parochiale verdeeling
te Alkmaar veel opspraak. Deze kwestie
was niet plotseling opgekomen. Reeds in
1834 bij het overlijden van pater van Beu
gen. pastoor der franciscaner statie, hadden
eenigen der aanzienlijkste ingezetenen, zich
bij den Staatsraad-burgemeester Fontein
Verschuir vervoegd en hem voorgesteld het
getal der Roomsche kerken van 4 op 3 'e
brengen, en bijgevolg de benoeming'van een
anderen pastoor te voorkomen.
De burgemeester wilde eerst den aartc-
priester raadplegen en vcrvo’gens met den
Directeur-Generaal voor de zaken van den
R. K. Eeredicnst in overleg treden, maar tij
dens die onderhandelingen was reeds een
nieuwe “pastoor benoemd, n.l. pater Franclt-
cus Sparmakerlng. een religieus, die weldra
gevierd was als voortreffelijk predikant,
hooggeacht als ijverig herder, maar vooral
bemind als liefderijk vader der armen. De
zolderkerk in de Schoutenstraat genoot
meer toeloop dan een der overige statiën te
Alkmaar. Tegen het einde van 1838 trad de
regeering. in onderhanueling met den nun
tius. om door vereeniging van eenige klei
ne. dikwijls ongeschikte kerken te komen
tot het stichten van enkele grootere en
daarbij de subsldiën der ontslagen geeste
lijken te regelen. Deze maatregel, waarin
een aanslag op a'le statiën der regulieren
gevreesd werd, bleef onuitgevoerd. Zonder
zich veel om dit streven te bekommeren,
vergrootte pastoor Sparmakering zijn kerk
door het koppen en aantrekken van buizen
en zag hij zijn gemeente tot 960 communi
canten aangroeien.
Bij het herstel der hiërarchie kwam de
parochiale indenting op den voorgrond en
moest definitief worden opgelost Mgr. van
Vree, bisschop van Haarlem, besloot de
statie van St. Franciscus te Alknjaar op te
heffen. Die tijding trof de leden dezer ge-
I
I
pe heer VENNEKER vervolgt zyn rede:
lieer dan 60 pct. van de kiezers heeft zyn
gtem gegeven aan deze beide partyen. Spr.
mn dan ook niet het standpunt deelen van
hen, die meenen, dat de wethoudersbenoe-
mlng niet sluit op den verkiezingsuitslag.
Ket eerlijke bedoelingen heeft spr.’s frac-
h, alle partijen samengeroepen by de be-
fpieklngen die aan de wethoudersbenoeming
voorafgaan. Een groot deel der raadsleden
geen V.-B.-er in bet college en de
yX>. wilde geen voortzetting van de tot dan
toe gevolgde Roomsch-Roode politiek.
Door de verkiezing van een V..B-er in het
college. zou de V3. daarin zitting nemen;
jun deze fout van het elftal, wilden wy
gldus spr. ons niet schuldig maken.
De burgemeester beslist méé in de ver
anderingen van B. en W. en zal by die be-
rlwringen niet Ingaan tegen zyn beginselen.
We mogen van den burgemeester niet ver
wachten, dat hy zich met zyn beginselen in
een boek zou laten dringen.
Als hier een 8.D.AR. burgemeester zou
hanen, dan zou men heel gauw aan de hand
van de cyfers van den verkiezingsuitslag
aantoonen, dat zulks niet aanging. De heer
Sietsna neemt een ander standpunt in dan
njn partygenooten in Amsterdam.
De heer WESTERHOF: die konden een
wethouder aanwijzen.
De heer VENNEKER wijst er vervolgens
op, hoe de AH. en VB. geen wethouder
Zonden aanwyzen; de V.B. wilde men niet;
bleef over de CN.;; er was echter een votum,
dat men P.W. niet aan wethouder Ringers
wilde toevertrouwen.
De heer RINGERS: ik heb den heer
Kresocn gesegd, dat ik loyaal zou handelen.
De heer VENNEKER neemt aan, dat de
beer Ringers niet gezegd heeft met een an
dere portefeuille dan P.W. genoegen te ne
men.
Met den heer Ringers in het college, zou
dit seker een verzwakt college geworden zyn.
Deze neemt in vele opzichten een ander
standpunt in. Als men nu niet tevreden Is
over den uitslag der onderhandelingen, mag
men echter nog niet spreken van een „ver-
toenlngBovendien is het college toch even
redig te noemen. In de vier partyen van de
oppositie is niet één lyn; at het moest zyn
de ééne lijn, dat Roomsch-Rood niet samen
kan gaan.
Het aantal wethouders besprekende, ont
kent spr. het motief politieke bevrediging.
Spr. ontkent, dat het samengaan op ver-
«obertng steunde; dit woord is niet gebe
zigd door de R-K; wel de woorden, dat be-
lastlngverhcoglng moest worden voorkomen.
BU samenwerking van RK met VB. zou
den deze de democratie van de RK niet
no op een goud schaaltje gelegd hebben,
als thans gedaan is. De methode, eerst wet
houders en dan een program, zooals de op
positie gewild had noemt spr. het paard
achter den wagen spannen. Deze methode
bepleiten, lykt spr niet juist.
Spr. kan zich begrijpen, dat sommigen
niet tevreden zyn over den uitslag; de heer
Vogelaar had echter niet mogen zeggen, dat
acht raadsleden zyn uitgesloten; die 8 vorm
den geen groep. Als de heer Ringers wet
houder was geworden, had men evengoed
kunnen zeggen, dat 6 raadsleden waren uit
gesloten.
De crltiek op het program besprekende,
noemt spr. het program de vrucht van on
derhandelingen en de RN. hebben niet zon
der slag of stoot aan de verlangens der
8JXA-P. toegegeven. Ook de SJJKP. beeft
verlangens laten varen,
Spr. gelooft niet, dat de heer Ringers met
het program mee zou kunnen gaan, zooals
hij gezegd had. Spr. toont dit aan met ver
schillende punten oa. uurloon, werkverschaf
fing.
De heer RINGERS: daar staat niets van
ia bet program.
De heer VENNEKER: In de leiddraad.
De heer RINGERS: daar ging ik mee ac-
coord.
De heer VENNEKER wijst voorts op de
moeilijke taak, thans een regeering te vor
men. De RK. fractie streeft naar wat an
ders dan eng partygedoe.
In het orgaan der ons niet gunstig gezln-
Stetsma wel de democraat is van vroeger.
Spr laakt diens uitlating over de bloemen,
door den heer Westerhof aan den burge
meester aangeboden.
De VOORZITTER vraagt dit buiten be
schouwing te laten; dit was een persooniyke
attentie.
De heer v. d. VALL: Juist daarom zal Ik
aan uw verzoek voldoen; ik wilde, dat u
dit gister tot den heer Sletsma gezegd had.
Het standpunt van de V.B. besprekende,
herinnert spr. aan ’t verklezingsprogram dier
party, die de S-D-A-P. ervan beticht, vriend
jes en klasseg-noaten te bevoordeelen tot
in het schandaal. Spr. gelooft, dat de kie
zers er recht op hebben, dat deze bewering
in het ware—acht "wordt geplaatst. De per
soon van den burgemeester Is in het geding
gebracht en zegt, dat spr.’s partygenooten
voor de persoon van den burgemeester de
meeste boogachtig hebben.
In landsaangelegenheden heeft deze daar
een kyk op als Ryksambtenarendoch in
stadsaangelegenheden, zal hy daarin cn
dat staat hem te prijzen zyn stem als
vertegenwoordiger van den V.B laten gel
den. Dat is de juiste basis geweest, waarop
wy de onderhandelingen voerden en waarop
wy een standpunt Innamen; wat de oppocl-
tle ons in dezen aanwryft aldus spr.
wyzen wy af.
Het is een zichzelf opgelegde discipline, die
den wil van de organisatie wil doorgevoerd
zien, als de afd. van de SD.AT. besluiten
neemt; hier is geen sprake van cadaver-
dlsclpllne, zooals de heer Langeveld zeL
De persooniyke politiek van de VX>. Is
oorzaak, dat er geen drie democratische wet
houders zyn.
De heer Hoytlnk aldus vervolgt spr.
tornt arrogant op tegen de politiek van het
meerderheldscollege. Wat hebben de socia
listen gedaan, aldus vraagt spr. wat waar
is en waarvan d; heer Hoytlnk zegt, dat zy
het gezegd hebben.
Als christen-mensch had de heer Hoytlnk
verheugd moeten zyn over wat groeiende is
in de 8.D A P. Spr. hoopt, dat de heer Hoy
tlnk zal terugnemen, wat hy in zyn verkie-
zingsorgaan schreef nJ., dat de R.K tegen
vergoeding van een handjevol zilverlingen de
S.D.A.P. in de kaart gespeeld hebben.
Er is ook gezegd, dat de S D.A.P duur is.
Spr. geeft dat toe; we hebben genoeg van
margarine en confectie, ook in de politiek.
De heer WOLDENDORP: Nou, een mooi
confectiepak je! (Gelach.)
De heer v. d. VALL: Neen, als je met een
swart confectie pok je in den regen loopt, kan
je ook nog wel eens rood worden. (Hilariteit.)
Voorts komt spr. op tegen de bewering, dat
de 8 D.A.P. den klaseestryd predikt; dat doet
de SDA.P. niet; de klassestrijd is er uit
harde noodzaak, geboren uit de huidige
maatschappelyke verhoudingen.
Uit het verkiezingsorgaan der C.H heeft
spr. een maanwoord gelezen aan de 8.D.A-P.,
die dat echter niet wenscht te aanvaarden.
Dat had J.V. moeten richten tegen de AJt.
De heer HOYTTNK: Zoo heb ik het ook
begrepen. (Gelach.)
De heer v. d. VALL: Daar ben De biy cm.
Spr. besluit voorts met te verklaren, dat dit
college op de volle medewerking van de S.
DAP. kan rekenen; doch de 8.D_AJ>. sol
er fel tegen stryden, dat de gevolgen van
deze tijdsomstandigheden worden afgewen
teld op degenen, die dat het minst kunnen
dragen; spr. hoopt ook op den steun van
de RK., om de maatschappelyke en de mo-
reele inzinking van die menschen te voor
komen, te mogen rekenen.
De heer KEIJSPER begint met erop te wij
zen. dat de Raadsleden zich by het nemen
van besluiten moeten laten lelden door hun
diepste levensinzicht; de RK. raadsleden zul
len de maatregelen toetsen aan de zedenwet,
welke de Kerk leert. Spr. wydt uit over het
tweeledig karakter van den eigendom, steeds
door de Kerk gepredikt; het onbeperkt eigen
domsrecht werd nimmer door de Kerk gehul
digd.
Daarom teekende Leo xm in zyn Rerum
Novarum protest aan tegen de bandelooze
uitbuiting van het liberale kapitalisme.
Samenwerking van kapitaal en arbeid
wordt gewenscht aldus spr. Op econo
misch terrein heerscht het egoïsme. De op-
perbeerschappy van het geld dient onder
worpen te worden aan het gezag dat uit de
gemeenschapsordening ontstond, nJ. dat van
den Staat. i
Spr. wijst op de moeilijkheden op econo
misch terrein, die het politiek beleid moei
lijk maken
Komende tot de samenwerking tusschen
Roomsch en Rood, acht spr. deze seer goed
mogeiyk; en spr. ontkent, dat, zooals de
AR. beweert. Paus Leo xm samenwerking
met de socialisten verbood.
Dit samengaan in deze gemeente kan niet
vergeleken worden met het nlet-samengaan
in den lande. De burgery kan omtrent onze
beginselvastheid aldus spr. gerust zyn.
De V.B. noemde de RK. raadsleden ver
dwaalde schapen; wellicht kwamen zy tot
deze vergelijking, omdat hun meer en meer
het gras voor de voeten wordt weggegraasd.
De VB die wel eens de „deftige” party
genoemd wordt, moest weten, waar zy zich
wèl en waar niet mee bemoeien moet.
Ook aldus spr. werd nog twyfel uit
gesproken. en wel van de socialistische zyde,
omtrent myn democratische gezindheid. Ik
wil er met het oog op verdere samenwerking
op antwoorden met te verwyzen naar het
begin myner uiteenzetting van bet Katholiek
standpunt, waar ik zeide, dat de Kerk haar
sociale leer baseert op de hooge waardigheid
van den mensch als schepsel Gods cn drsger
van een onsterfeiyke ziel, een waardigheid
dus die eiken mensch geldt, ongeacht of hy
Konlng dan wel bedelaar is. De gelykheld
der menschen, die de Kerk in dit opzicht
predikt en die ons dwingt allen als broeders
en zusters te beschouwen, lykt my de meest
hechte democratie waarop gebouwd kan wor
den.
Spr. merkt t.a.v. de wethouders verkiezing
op. dat men de houding van de Kath. fractie
daarby onbegrijpeiyk vond. Deze bewering 15
niet houdbaar; als het mogeiyk was geweest,
zou een evenredig college het meest wensche-
lyke zyn geweest. Een eeriyke en gedegen
pogtng daartoe kon echter niet slagen, daar
om mag men nog niet zeggen, dat by de
wethoudersverklezlng het algemeen belang
verre ondergeschikt was gemaakt aan het
partybelang en dat by de desbetreffende
groepen niets anders heeft voorgezeten dan
de bedoeling elkander te bevoordeelen ten
koste der gemeenschap. Spr. heeft vertrou
wen in de eeriyke bedoelingen van de over-
zyde. doch elscht dit vertrouwen op voor
elk ander raadslid.
Spr. brengt voorts een compliment aan B.
en W. voor het tydlg Indienen der begroo
tlng en vraagt dan verlaging van den post
voor offlcleele ontvangsten.
Spr. brengt dank aan de Alkmaarsche po
litie in het algemeen, doch zag gaarne wat
minder een „hautaine” houding door som
mige agenten aangenomen.
Spr. verwacht, dat na het prae-advies In
zake de winkelsluiting de Alkm. Middenstand
niet behoeft te zeggen: „Niets werd minder
ontzien dan ’t leven".
Uit het standpunt van sommige raadsleden
t. a. v. de salarieerlng der kloosterllngen-on-
derwjjzers maakt spr. op, dat men alleen by
religieuze onderwijzers hoogere motieven
veronderstelt. Spr. zou dat niet gaarne zeg
gen. Voorts citeert spr. de Maasbode, die
hier pressie van de publieke opinie uit den
booze acht, waaraan spr. wil toevoegen, dat
hy het buitengewoon onklesch en ontactisch
acht, dat een raadslid publiek het initiatief
neemt tot een voorstel, dat alleen van ëén
o< van de gezamenlijke onderwijscongregaties
sou kunnen uitgaan.
Spr^ vraagt voorts vermindering van sub
sidie aan Godshuizen, en naar de grootte
van de personeelsformatie op 1 Jan. 1931 en
die op 1 Jan. 1933.
De kosten van de O.OB. zag spr. gaarne
verminderd; met het oog op de toegezegde
contröle op de opname en het ontslag van
patiënten, had spr. een lagere raming van
het aantal te verwachten patiënten gerem
der gevonden.
Op verschillende gronden acht spr., dat de
benoeming van een directeur van den G.G.D.
niet noodlg was geweest met al de daaraan
verbonden uitgaven. Spr. wil daarmee het
college aanraden, dat mocht in 1933 noodlg
zyn ingrypende wijzigingen aan te brengen
In de uitgaven der gemeente dan al
vorens loonsverlaging in te voeren, eerst te
beginnen met dure functionarissen, die nu
juist niet onontbeeriyk zijn voor het alge-
«meen belang, te laten écllpeeercn.
Voorts vraagt spr. B. en W. mede te wer
ken, dat, wanneer een onderzoek wordt in
gesteld naar de moeiiykheid tot het leveren
van gasbadtoestellen, dit te doen geschieden
ligst, en deed ook de geheele orde zeer pijn
lijk aan, want indien één plaats haar dier
baar was. dan voorzeker Alkmaar, waar zij
4 eeuwen had gearbeid, waar haar klooster
lingen tijdens de hervorming als bloedgetui
gen waren gestorven, waar de burgerij zich
door kerkbezoek zoo verknocht toonde. Als
bemiddeling werd voorgeste'd oe kerk te
behouden, niet als parochie-kerk, maar als
openbare kapel. Dit voorstel, dat ook elders
werd ingediend, werd van de hand gewe
zen. Pastoor Sparmakering verliet hier zijn
trouwe, aanhankelijke gemeente den 26en
November 1855. de afwikkeling dezer voor
hem zoo droevige zaak overlatende aan zijn
opvolger P. L. Straman. Het volgend Jaar,
den 31en October 1856, kwam een bisschop
pelijkmandaat. bepalend, dat, cangezien 4
statiën voor Alkmaar al te drukkend en 2
alleszins voldoende waren, de statiën van
SL Franciscus en St Laurentius werden cp-
geheven en 2 parochiën werden opgericht.
n-L van St Laurentius en St. Dominlcus.
De titel van St. Laurentius. van de statie
aan de Laat, zou daarbij overgaan oo de
statie van St Matthias, bij de St Jacob-
straat- Beide kerken, in de Schoutenstraat
en aan de Laat, zouden als hulpkerken
dienst doen, totdat. 2 andere zouden ver
groot of vernieuwd wezen. Met 1 Januari
1857 moest deze regeling in werking treden.
Nog 3 jaren verliepen, voordat de kwestie
over de goederen der St. Franciscus-statie.
die door het Gouvernement en door den
bisschop aan de St Dominicus-parochie wa
ren toegewezen, in der minne was geschikt
Van het oogenblik der indeeling van onzs
gemeente in parochiën schreef P. Lfens
den 5en Mei 1860 heb ik niet veel‘ple
zier gehad. En geen wonder, in zulk een
netelive kwestie, waar verschillende belan
gen elkander raakten, konden onaangenaam
heden niet uitblijven. Eindelijk kwam
April de uitspraak van Rome, en al!
loovigen waren te goed katholi-k. d9#
zij zich niet eerbiedig bij die beslissing
neerlegden. Alle onroerende goederen der
voormalige statie van den H. Franciscus te
Alkmaar, alsook die kerkornamenten. welke
tot dageliiksch gebruik van het uitoefenen
van den H. Godsdienst gevprderd worden,
zijn het eigendom der parochie van den H.
Dominicas. De huismeubgien blijven het
eigendom der paters. Het voornaams’e
kerkzllver moest bij taxatie door den nieu
we parochie worden overgenomen, en dit
bedraagt schrijft P. Lens ,iog al een
aanmerkelijke som. pl m. 6.000.- maar
naar het oordeel van deskundigen ziin wij
niet bekocht en mogen wij tevreden zijn.
In Februari 1857 had P. Straman de 'aat-
ste Franciscaan Albmaar verlaten doch lang
duurde het, voordat zijn gemeente-léden Ir-
het algemeen zich gewend hadden aan de
afwezigheid hunner vereerde paters, daar
voor was de svmoathie voor de Serafijn-
sche orde met de traditie van verschiferdc
famiiiën te Innig samengegroeid geweest.
Pastoor Lens liep nu rond met het pita
voor een nieuwe kerk.'Het 'verd ook htoc
meente, zoowel als hun herder, allergevoe- I tijd, want nu en dan vielen stukken „stikke-
u„-. j—a v a,u--i-a-doorsei’’ van het noodlottig plafond naar
beneden tot groote ontsteltenis der kerkbe
zoekers. Eindelijk kwam er licht. In plaats
van de oude St. Matthias was de niéu
we St. Laurentius-kerk gebouwd en den
15en October 1851 ingewijd. Daardoor ve*-
viel de oude St. Laurentiuskerk aan de
Laat, die tot dan toe als hulpkerk had
gediend. Thans kocht het parochiaal kerk
bestuur van St. Dominicus het geheele ter
rein aan de Laat met tuin en annexe huis
jes voor den bouw der nieuwe parochie
kerk. Aan den reeds beroemden architect P.
J. H. Cuypers werd het ontwerpen van een
plan opgedragen. Het moest een kerk wor
den in vroeg dertiende-eeuwschen styi. be
kroond door een hoogen koepeltoren. Der
25en Augustus 1863 werd de. eerste steen
gelegd voor den monumentalen bouw. Te
gen 9 uur werd in de Banekerk een H. Mis
door den hoogeerw. heer van Gent, deken
van Alkmaar, opgedragen, waar Zijn Door
luchtige Hoogheid. Mgr. Wilmer pontificali-
ter assisteerde, en het gemeentebestuur met
verschi lende corporaties tegenwoordig
was. De muziek van Bree verhoogde de
feestelijke stemming, terwijl het welspre
kend woord van den feestredenaar P. van
Zeeland, pastoor te Utrecht, de hooge be-
teekenis der blijde plechtigheid voor het
gemengde publiek ontvouwde. Vervolgens
werden door talrijke belangstellenden stee
nen gelegd tot den avond toe, zelfs door
Protestanten en Israëlieten.
Inmiddels had P. Lens den 29en Decem
ber 1862, op zijn verzoek eervol ontslag
gekregen. Hij mocht de voltooiing van den
heerlijken tempel niet meer beleven. Den
18en Juni 1864 overleed hij en werd te Hei-
k)o begraven. Al is een bidprentje geen
onverdacht getuigenis, toch moest iedereen
erkennen, dat*'daarop een waarheid van
hem stond vermeld: ..Hij heeft zUn hanj
voor de behoeftigen geopend en zijn armen
tot de noodlijdenden uitgestrekt.” De bouw
der kerk vorderde niet zoo spoedig, als men
had gehoopt- Moeilijkheden met den aanne
mer waren oorzaak, dat de bouw tot groote
schade geruimen tijd onderbroken werd.
Onder de energieke leiding van den jeug
digen bouwkundige E. Margrei werd ein-
de'ijk het werk voltooid, het kruis op den
koepel geplaatst
Den 6en Aug. 1866 werd de Jrerk door
mgr. Wilmer plechtig geconsacreerd Zot
dra de kerk' haar deuren voor de geloovi-
gen had gesloten, werd overgegaan tot den
verkoop der vaste goederen van de voor
malige St. Franciscus-statie. In combinatie
was de onbrengst ƒ6825.—. Terze’fder tijd
kwam ook de oude St. Dominicuskerk, de
Banekerk. onder den hamer. Alles tezamen
bracht de som op van 3.505.—. Met dezen
verdienstelijken arbeid begon pastoor L.
Reynders. de opvolger van pastoor Lens,
zijn vruchtbaar pastoraat. Den 18en Januari
1863 richtte hij de congregatie op van de
H. Familie, afdeeling vrouwen, waardoor
het godsdienstig leven in het huisgezin
krachtig werd bevorderd. Den Sen Jani 1866
Joseph Martinus Bottemanne, de latere
bisschop van Haarlem, was.
In zijn vrijen tijd had hij de pen opgeno
men om leerredenen te schrijven ten be
hoeve van zieken en personen, die verhin
derd waren het woord Gods te hooren, doch
ook dat was hem naar half werk. Hij ge
voelde zich tot het Missie-leven geroepen.
Uit Noord-Amerika kwam de dringende
klacht van zijn orde-broeders, van Mgr
Fenwick. Aan de roepstem meende hij ie
moeten gehoorzamen. Hij verzocht ontslag
uit de pastorale bediening, verliet den 27en
Mei 1830 Alkmaar, verleende eenigen tijd
hulpdienst te Tiel en wachtte te Gent de
gelegenheid af om zich te Antwerpen in ie
schepen. In dien tusschentijd leerde hij En-
gelsch. verzame’de aalmoezen en verwierf
van den Provinciaal, P. van Kampen de vol
macht. om zijn reisgenoot, den Eerw. Heer
L. de Saille, als novice in de orde aan te
nemen.
Den I5en Juli 1832 ging hij met een 6-tal
missionarissen, onder wie zijn ordebroedei
P. van de Weyer, voorheen pastoob te Tiel,
te Antwerpen scheep, en kwam, na een
voorspoedige reis, den 15den Augustus te
Maryland zan. Na een kort verblijf ging ein
delijk zijn hartewensch in vervul.ing. De
bisschop van Detroit zond hem naar de In
dianen te Greenbay- Wat P. van den Brock
voor het zieleheil en de beschaving vjn
dezen wilden vo.ksstam heeft verricht en tot
stand gebracht, grenst aan .iet ongeloofe
lijke. Hij is de stichter geworden van de
bloeiende Hollandsche kolonie Little Chute
in Wisconsin, waar thans nog een prachtig
monument zijn naam en herinnering aan zun
werk voor het nageslacht bewaart
Wegens de verplichting om de bezwaarde
nalatenschap des voorgangers over te ne
men, was de benoeming tot pastoor der St
Dominicus-,statie te Alkmaar voor pater
Thomas Lens geen vreugde-wekkende tij
ding. Hij gehoorzaamde en aanvaardde zijn
ambt den 27en Mei 1830. Pastoor Lens was
een eenvoudig en versto/ven religieus, een
vroom en plichtgetrouw priester, een her
der, bezorgd voor het heil der zielen, en be
gaan met het lijden van den evenmensch
Zulk een man was in de gegeven omstan
digheden op de-juiste plaats. Spoediger dan
men had durven hopen, had hij de zaken der
statie ten goede gekeerd. Na 6 jaar was hij
de schulden te boven gekomen.
Nog leeft bij sommige famiiiën de herinne
ring voort, hoe des ”ondags een extra por
tie vleesch werd gebraden vóór den pas
toor, omdat men wist, dat de goede man
Gelukkig werd den óen Maart 1820 Th
*- d. Broek tot pastoor aangesteld. Hij vond
«les in deerniswaardigen toestand; de kerk
en het kerkelijke goed verwaarloosd; de
pastorie onderkomen en daarbij met schuld
beladen. Pastoor van den Broek was ech
ter geen man van kleine midde.en; hij was
van breede. misschien te breede opvatting;
hü hield, zooals men zegt, van aanpakken.
Terstond zette hij metselaar, timmerman.
smid, schilder, enz. aan het werk. Gesteund
door bijdragen van de gemeente en bijzon
der van den heer J. C. C. Witte, liet bij de
heele kerk schilderen; vloer, ramen en deu
ren voorzien; kortom, alles opknappen
Daarna kwam de beurt aan de pastorie, bet
scheen een hopelooswerk. Voorhuis en
level verkeerden in bedroefden, vervallen
staat, terwijl het dak dreigde in te storten.
De pastoor besloot de twee huizen te ver-
'enigen, de 2 afzonderlijke trapgevels door
Wn gevel met patte ijst te vervangen.
Nauwelijks was men bezig den ouden gevel
•i te breken, of daar stortte den 2en Maart
>823 het geheele dak in. Men was nu ge-
dworfgen de 4 muren op te trekken, en bet
dak met de 2 daaraan liggende daken te
vernieuwen. Al dit breken en bouwen kwam
op 4.247.te staan. Het pand bestaat n >g
*0 is thans bewoond door den heer Wiese
Oudegracht 211. Alleen de voormalige pas-
torie-deur met den leeuwenkop is verplaatst
■aar de andere zijde van den gevel.
Vervolgens werd in 1825 de groote zaal
terestaureérd en het binnenwerk ver
nieuwd. Juist was men met dit kostbaar
werk begonnen, toen den 4en rebr.. den dag
van den zoo droevigen watersnood, ook de
pastoor door het noodlot werd getroffen. De
steenen muur, die van de Baangracht langt
de Baansloot liep en tot den koepel der pas
torie reikte, stortte over zijn heele lengte
•n de sloot. De muur werd door een houten
schoeling vervangen. Een onvermijdelijk ge
volg van al deze werkzaamheden was, dat
schulden hoog stegen en de pastoor niet
bij machte was zijn schuldeischers terstond
te voldoen. Voortdurend zoo staat er aan-
teteekend werd pastoor van den Broek
lastig gevallen door leden der gemeente, die
•r werklieden aan geweest waren. Dit on-
•ëlegen gemaan van den kant der kleine lui-
“ïn zeer goed verklaarbaar begon
hem ten laatste te verdrieten. Het vermeer-
*ün anthipathie tegen een werkkring
«te zijn priesterlijken ijver zoo weinig bevre-
u'gen kon. Als merkwaardigheid valt nog te
vermelden, dat onder de kinderen door pas
toor van. den Broek gedoopt^ ook Caspar
Het is een ongemak en Ge gaat er niet dood aan. maar pijn
doet het. Elke beweging kan U de tranen In de oogen doen ko
men.. Als Gij ‘s morgens wakker wordt met een stijven nek.
neemt dan dadelijk Akkers Kloosterbalsem. Vanaf de eerste
behandeling zal de pijn minder worden en morgen vroeg
is het leed weer vergeten. Gij haalt toch dadelijk een pot.
itar Fran-
■ymegen
rfë Alk-
- MM pfcitMK
poralne". Byna alle Alkmaarders van heden
hebben hem nog gekend, den man van een
haast onveivvestiMre constitutie onverzette-
lyk. hard soms, waar het gold te berispen,
maar meelevend met zijn parochie, vol ijver
voor den luister van het huis’ Gods. Man
van vooruitzlenden blik als hy was, begreep
hy. als zoovelen onder zyn waardige voor
gangers. de teekenen des tljds en werd in
1909 stichter van de St. Joeefkerk, die in
1931 tot parochiekerk werd verheven. Pastoor
Hey» heeft het eigenlijke parochiële léven,
waarvoor zijn beide voorgangers de grondsla
gen hadden ge’.egd. gevestigd en gestevlgd in
de een-en-dettig Jaren van zijn vruchtbaar
pastoraat. HV hëëft den weg ultgeteekend
voor zyn opvolgers.
Wonderbaar Is de werking van Gods Voor
zienigheid In het werken en streven der Do-
mlnikanen te Alkmaar. Het Is eer. wisseling
van licht en donker, van teleurstellingen en
successen, die telkens opnieuw weer door
nieuwe tegenslagen werden te niet gedaan
Maar het was een werk van helden en dap
peren. sterk, door de genade Gods en het
apostolisch ideaal, dat zy omhelsd hadden.
Het mag zonder overdrijylng gezegd, dat het
Katholicisme te Alkmaar nooit dien hoogen
bloei bereikt zou hebben zonder hun strijd,
hun werk, hun ontberingen. Fier verkondigt
dit de hooge toren van de St. Dominicuskerk
aan geheel Kennemerland. In zijn massieve
fierheid moge hy den komenden eeuwen een
symbool sUn van het onveraetteiyke aposto
laat en de zegepralende Domlnikaanscaxa
werkzaamheid voor Katholiek Alkmaar.
de Evangelische Maatschappy wordt met lof
over Brüning gesproken als een onbaatzuch-
tig regeerder. Ook over Nolens werd na diens
overiyden in bladen van alle richting lof
gesproken; in belde Staatslieden erkende
men de kracht van het geloof.
Spr. komt terug op het derde element,
door den heer Vogelaar in de RK. Staats
party verondersteld; en voegt daar aan toe,
dat geen der RK. fractie-leden van zyn
principen is afgeweken; en allen hebben nog
het vertrouwen hunner kiezers.
Komende tot het beleid van het college,
wijst spr. op toename van het aantal bars;
er cyn er 7 bygekomen; hoe kunnen B. cn
W. nu spreken over versobering van dit ge
tal. Er zyn 93 verloven; als de nieuwe wet
er zal zyn, dan zal het maximum 70 worden
dat zal langzamerhand bereikt moeten wor
den.
Over de mistoestanden in de bars zal de
heer Woldendorp iets zeggen. (Hilariteit.)
De heer VENNEKERDeze is daarover
door iemand ingelicht.
Het uitbreidingsplan besprekende, maakt
spr. het college er op attent, dat de nu ge
dupeerde bewoners aan den Westerweg te
laat over rooliynen zyn ingelicht.
Inzake de benoeming van ambtenaren in
M.H. had de Raad om advies evraagd moe
ten hebben: men heeft heele goede krach
ten uit de gemeente gepasseerd. Spr. stelt
buitengewoon prys op de meenlng van de
minderheid van het college hieromtrent.
De uitgifte van grond in erfpacht vindt
spr. onjuist. Verandering van grondpolitiek
acht spr. vooralsnog niet gewenscht; spr. zag
gaarne eerst hieromtrent een uitspraak van
den Raad.
Over de salariskwestie der klooeterllngen-
onderwyzers zal spr. niet veel zeggen; daar
zal een ander fractielid zich over uiten.
Spr. ontkent, dat de RK. Fröbelschool
winst maakt en het is hem onduidelyk, hoe
sommigen in het V.V. kunnen voorstellen,
de Zusters te vragen de verpleegkosten van
armlastigen in het RK Ziekenhuis te ver
minderen; er is ook nog zoo iets als een
Centraal Ziekenhuis, dat de gemeente Jaar-
lyks 50.000.kost. Spr. is ook voor meer
vergaderen en voor kortere discussie; daar
mag vooral de oppositie wel eens aan den
ken. (Gelach.)
De motles-Sietsma besprekende, zag spr.
gaarne door dezen aangegeven, waarvan de
100.000 gld. reserve vandaan moeten komen.
Ook de motte Inzake minder winst uit de
bedrijven acht spr. ontydig ingedlend.
Spr. eindigt met een citaat uit een verslag
van de Amsterdamsche Bank, waarin op een
herstel vertrouwd wordt. Spr. heeft vertrou
wen in het college en zal de voorstellen daar
van steunen; spr. is ervan overtuigd, dat
ieder goedwillend mensch gesteund wordt
door den Almachtige.
De heer VOGELAAR vraagt bet woord
voor een persoonlyk feit en komt terug op
de uitlating van den heer Venneker, inzake
spr.’s uitlating over de woorden van den
heer Westerhof. Spr. verklaart gaarne, aan
de waarheid van diens woorden niet te twy-
felen.
De VOORZTTER verklaart dit persoonlyk
feit als afgedaan.
De heer v. d. VALL deelt mee, dat de heer
Bakker over de wethoudersbenoeming zal
spreken. Spr. vergelykt de discussies van
gisteravond by een jazzband.
De heer Sletsma sloeg op de groote trom.
Die klajjpen deden hem denken aan het val
len van de aarde in de kuil, waarin de heer
Sletsma s’n democratische beginselen be
graaft.
Het spyt spr., dat de heer Stetsma s*n me
dewerking aan dit bestuur niet wil verleenen.
Dat is toch heel anders dan in de provin
cie, waarin de heer Kooyman zoo prachtig
meewerkt.
Spr. herinnert aan de rede van mr. Mar
chant op het congres alhier. Die sprak over
da houding door de VB. aan te nemen In
dezen tyd en zeide, dat de VB. weerstand
moest bieden aan de streng doorgevoerde
bezuiniging van den tegenwoordlgen tyd.
Spr. noemt het verbond van de V.D. met
de andere partijen der oppositie een zonder
ling verbond en vraagt zich af, of de heer
trale ziekenhuis. Wanneer de Zusters en
andere krachten in dit laatste ziekenhuis
wat spr. intusschen niet kan aannemen
haar werk niet om hoogere, doch uitsluitend
om flnancieele motieven verrichten, kan dit
moeliyk als een voor dit werk pleitende om
standigheid worden beschouwd.
Ten slotte moeten de vragers on
danks de schyn-schoonheid der vraag
ook nog niet vergeten, dat deze zustercon
gregatie voor Alkmaar en wijde omgeving
bouwde eene eerste-klas inrichting voor soo’n
slordige anderhalf mlllloen, te algemeenen
nutte en ter algemeene verlichting en wel
uit eigen middslen.
Een compliment vanuit desen Raad was
beter op zyn plaats geweest dan dit anti
papistisch gedoe.
Maar t is alweer de oude liberale zelfge
noegzaamheid, die niet inziet, dat ooi an
dere g e 1 y k e rechten kunnen hebben en
minstens even goede staatsburgers zyn als
zy.
Ten slotte wil spr. den wensch uiten, dat
met wederzydsche eerbiediging van elkaar»
princiepen, loyaal kan wordsn samengewerkt
met alle grospén, waar dit slechts eenlgszlns
mogeiyk is. Het begrip van onze ernstige
taak aldus besloot spr. en de liefde voor
onze mooie stad waarin wij toch ongetwij
feld één zyn, mogen deze samenwerking be
vorderen.
De VOORZITTER schorst om half 6 de
vergadering tot ’s avonds kwart voor 8.
Avondvergadering.
Vierde Zitting.
(Afwezig de heer v. d. VaU).
De VOORZITTER heropent om 8 uur de
vergadering en geeft het woord aan den heer
BAKKER, die de wethoudersverktezlng be
gint te bespreken en het standpunt daarbij
Ingenomen door den heer Sletsma, die alleen
wilde meewerken aan een college van 3, als
alleen een bepaald RK wethouder zou war
den aangewezen.
De 8.D.A.P. waren bereid nadat er van
samenwerking tusschen RK ^n C.H. niets
kon komen met de RK. samen te werken,
waaruit dit college ontstond.
Het elftal sloot In 1937 een groep van 6
leden, plus 3 aanverwante leden, uit; zulks
is nu niet gebeurd.
wy wilden een college, waarvan we de
eerste Jareh tets kenden verwachten.
De VB. sloot zich zelf uit, doordat ze geen
wethouder konden leveren; zy mogen niet
beweren uitgesloten te zijn; dat de oplossing
van 3 er ntet kwam is aan de VB. zelf te
wyten.
De V.B. heeft ntet te klagen, daar hy In
het college in den burgemeester een warm
verdediger zijner beginselen vtndt.
De groote groep der Chrlsteiyken Is door
de RK gepolst; de tnogeiykheid tót samen
werking is er voor de C.H. geweest; sy mo
gen dus ook ntet over uitsluiting praten; <9s
heer Hoytlnk zal ook ontevreden er over zyn,
dat hy niet in het college zit.
Er was geen andere mogeiykheld een col
lege te vormen, dat democratisch sou regeO-
ren; dat er geen ander college kwam, wa8
de schuld voor een groot deel van
De heer 8IETSMA: De VriJzlnnlg-detno-
craten. (Gelach.)
De heer BAKKER bespreekt voorts het
werkprogram, waarvan spr. aanneeuii, dat
het In overleg met den Voorzitter van het
college was samengesteld; spr. bedoelt hot
werkprogram, zooals dat In de byiage van
half September door B. en W. werd mede
gedeeld.
De heer WOLDENDORP bespreekt aller
eerst de personeelsformatie en constateert,
dat de R. K. nog lang niet het aantal
van werklieden In gemeentedienst In ver
houding met hun bevolklngspercentage be
reikt hebben.