5 5 ISFa DE BETOOVERDE-PRI NS EEN GESCHENK VOOR HENK VAN ALLES WAT HET WONDER o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o r,r DOOR A. v. d. EUDEN KNUTSELWERKJ ES h DE B.L.N.S. Ft& A ru-f»* fICJ 0 a. - O obcdbcdbqbqbc>wc>bcd»<»«co«obobo«o«c3BOB OBOBOBOBQBc^OBQBOiOBOBOBOiOiotaBOBOBOBQBOBOBOBOOBOBOiOicapcJBoyoBOBCDBCDBCDBCDBOtQBaB' OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK ZONDER TOESTEMMING VERBODEN gesierd Met «T> kleed van het ‘n Prachtig rijtuig met *n gouden kroon gesierd 11 dan, Kunigunde? o HERMAN J. HAUEMAUE. DE DRIE KONIJNTJES het met een opdracht aan den aanstaanden papier en ae Lukt zy kan zoo koddig kijken. die blanke baby-myn. maar soms ook wel luid huilen; dan vraag ik: „Heeft ze pijn?” Ik zag nog nóóit een kindje, zóó piete-peuter-klein. i®et donker-zydei# haartjes, en huidje van satijn. nigunde. jonge Dan mag ik naar haar kijken en heel dicht bij haar zijn, en lieve woordjes zeggen, dat vind ik o zoo fijn! Maar ztj gaat 1 spoedig loeren, want huilen kan z* al goed; maar lachen.... neen, dat weet ze nog steeds maar niet, hoe t moet. Ik vind *t gewoon een wonder, dat zusje t nog niet kan: want lachen.... t gaat vanaèlf hoor, en kunst is er niet an! *t Heeft handjes en 'ook voetjes, veel kleiner dan mijn pop. waarvan ik óók heel veel houd, maar zus heb Tt méér mee op! En *k streel haar kleuter-koontjes met éénen vinger maar, en aal haar kleine kopje: nu reeds begroeid met haar! Zeg, weet je wat gebeurd is. terwijl ik sliep van nacht? Voor mij is er een zusje by Moederlief gebracht! En heeft zij dan gedronken, of Is zy dan gebaad, dan is zij o, zoo zoet soms, als zy in *t wiegje gaat. Naar aanleiding van verscheidene ver zoeken, die telkens weer tot ons komen, hebben we besloten in het nieuwe jaar een nieuwe rubriek te beginnen, waarmee de kinderen zich in de winteravonden gezellig kunnen bezig houden.Wij zullen n_L elke week een knutselwerkje geven en beginnen ditmaal met een heel een voudig. Later zullen er ook wel moei- lijker volgen, voor wie al wat handiger zijn en dit te eenvoudig vinden. Ledikantje Dit wordt gemaakt van een lucifers doosje. Op stevig papier calqueer je twee maal fig. B en knip dat uit. Plak ae dan aan beide korte zijden van het doosje. Je kunt het kleuren en dan bet konijntje wit maken en je ledikantje (zie fig. A) Is klaar. Mangelemot had zich intusschen van de gebeurtenis sen niet veel aangetrokken. Hij was uit het wagentje gesprongen en onderzocht de parasol, die tijdens het ongeluk was afgeknapt en een heel eindje verder onder een palmboom was terecht gekomen. „Welneen" zegt dan mijn moesje „zy wil eens fijn in t bad." Of: „t kindje wil wat drinken, zU heeft zoo’n dorst, die schat!" is er verdrietig? Morgen gaan kunstproduct moeder binnen kwam. „Zijn jullie goed opgeschoten?" .Heerlijk." was het antwoord. „Kom dan nu maar een lekker kopje thee drinken.” ..Maar eerst opruimen,” zei Toos met een effen gezicht. „Natuurlijk," antwoordde mevrouw, die er schik in had. omdat ze wel wist, dat Toos aan niets zoo het land had als aan opruimen. Toen het groepje uiteen ging, waren ze het er over eens, dat het weer een echt gezellige middag geweest was. Als het eenigszlns kon. wilden ze nog eens voor St. Nlcolaas bij elkaar komen. Kees moest dan muren op de tafel tusschen hen in maken, dan konden ze eikaars geheimen niet zien. Met dit prettige vooruitzicht ging het troepje uiteen. groot waren, dat ze niet meer rechtop konden blijven staan, maar plat op den rug van het dier lagen en dan kwamen ze zeker tot halverwege zijn lichaam. Maar de drie diertjes, die ik hier voor jelui geteekend heb, hebben niet zulke extra lange, doch normale konijnen» ooien. Ieder twee natuurlijk. Ieder twee, dus samen zes niet waar, driemaal twee is nog altijd zes. Toch zie ik kans, de drie konijntjes zóó te plaatsen, dat ze weliswaar leder him twee ooren overhouden, maar dat ze er samen niet meer dan drie hebben, dus: voor dezen keer wordt drie maal twee dan eens drie. Kunigunde, de oude hofdame in haar grijszijden japon, zuchtte diep. Ja, *t was ook verschrikkelijk, héél verschrik kelijk. o. zoo verschrikkelijk! Met ’n kanten zakdoekje streek de bejaarde dame over haar oogen, die vol tranen stonden. Daarna trok ze zenuw achtig aan haar paarlen collier, een ge schenk nog van de overleden kelzerin- weduwe Ineens, gordijn Een konijn kennen jelui allemaal en dus weten jelui ook, dat ieder van die Rosamunde en maakte zich bekend als de betooverde nachtegaal. Plechtig vroeg hij of Rosamunde zijn gemalin wilde worden om te heerschen over het land der Ulstedters en Rosamunde knikte gelukkig van ja. De oude hofdame bleef bij den prins wonen in een mooi paleis Van writ marmer. Toen Kunigunde stierf, was Rosamunde héél bedroefd, want Kunigunde was ’n lieve trouwe vriendin voor haar geweest in die moeilijke, zorg volle tijden. Voor iedereen was en bleef Rosamunde lief, ook voor de brommende boerin, die ze van harte vergaf, want het is heel moeilijk voor m prinses om uit naaien te gaan. Het huisje, waar de dappere Rosamunde eens woonde, wordt als herinnering aan haar veel bezocht door reizigers en het dorp werd daarom bekend en nam toe in welvaart. De meneer van het reisbureau was inmiddels overeind gekrabbeld en bood meneer Hendriks zijn verontschul- diging aan „Loop naar de maan!” riep meneer Hendriks uit, „ik geloof, dat ik er straks met mjjn dikke kin heelemaal als een nijlpaard zal uitzien." f '-Ü' Ze zaten met hun viertjes: Toos, Mlentje, Ada en Kees. De andere club- genooten waren verkouden en mochten de deur niet uit. .Hé.” zuchtte Ada, .nu wou ik, dat ik eens een geestige Ingeving kreeg.” „Ik heb al een gezellige mop voor Henk bedacht," riep Toos uit. „Maar Jullie moeten me helpen.” „Goed, goed," antwoordden Ada en Kess. Mlentje zei niets, die zat druk te schabloneeren. Zy wilde een paar boe kenleggers maken. beestjes er twee lan ge ooren op na houdt, die vaak het grootste raad J*^n het konUn zyn. Ik heb er wel En toen meneer Hendriks zich eenige minuten later by hem kwam beklagen, dat het zoo snikheet was en het bijna onmogeiyk was zoo te voet in deze hitte verder te gaan, reikte Mangelemot hem de parasol over. En zoo gingen ze verder; meneer Hendriks voorop en Mange lemot met het filmtoestel er achteraan. lang dreigde, dat oproer is uitgebroken, over het gansche land verspreid is het nunu wil het volk geen keizer meer ,£n mijn ouders? Waar zyn ze?" Doodsbleek stond het prinsesje voor Kunigunde. „Spreek, ik bevéél bet als de dochter van keizer Oscarus. Spreek." Nu was het de beurt aan Rosamunde om te schreien, want Kunigunde ver telde haar, hoe zy beiden geheel alleen stonden in de wereld. Rosamunde was nu verweesd, zonder vaderland en in den vreemde Haar kroon en haar gou den gordel waren thans haar eenlgst bezit. Zoodra was het bekend, dat Rosa munde een prinses zonder land was, of den belden vrouwen werd het leven on- was dat? Trompetgeschal klonk. Op ’n fraaien schimmel zat *n heraut. .Maak plaats voor prins Ulsted!" riep hy lulde. ‘n Prachtig rijtuig met *n gouden kroon reed voor het nederige huisje. Prins Ulsted, jong en schoon, steeg uit. ’n edel, sieriyk gebaar groette hy af. „Wat moeten dat voor dieren voor stellen?” vroeg Kees. „Wel, zeepaardjes. (Fig. 4).. Heb je die aardige diertjes nooit in Artis gezien? Ze zwemmen telkens op en neer en houden zich met hun gezelligen krul staart vast. Hun naam hebben ze na- OBOiOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOlOBOBOB-OIOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBaBOBOBOBOBOBOBO OBOBOIOIOICJIOIOBOBOBOICDIOIOBOIOI morgenroep is de kraaiende haan.” „Waarom heet dien vlinder een pyi- staartvlinder?” vroeg Mlentje. „Wel, de rups heeft een klein pijltje op zyn rug. Kyk maar op dit plaatje (fig. 3). Er moeten nog twee onderwerpen bedacht worden.” zei Toos „en wel liefst weer twee, die eikaars tegengestelde zyn." „Ik weet er een paar.” kwam Mlentje: „een slang en een mierenhoop. De slang is de winterrust, daar zet je onder: stil leven. En onder den mierenhoop zet je: bedrijvig leven.” Ook dit plan werd met byval begroet. Toos was met de eerste teekening al be gonnen, Kees zou een paar teekenen en Bram zou gevraagd worden twee voor en van ontdekt. Kunigunde het maand verkocht mogelyk gemaakt door Koningin Vadsle, de gastvrouw van Rosamunde. O. Vadsle was jaloersch op de schoone prinses en geen dag mocht ze langer in haar paleis vertoeven. Weg moest ze en Vadsle rustte niet of haar gemaal, ko- ning Olaf, stemde toe om de lieftallige Rosamunde en haar getrouwe Kunigunde te verdryven. Nu begonnen bittere ontgoochelingen voor het tweetal. Roovers overvielen hen en beroofden de prinses van haar kroon haar gouden gordel. Het halssnoer de hofdame had men echter niet In haar mooi grijs kapsel had verborgen en iedere ze ’n parel; van de opbrengst hiervan leefde het tweetal Prinses Rosamunde en Kunigunde se der belang en voor dat van den betoo- verden prins." Toen boog zy zich over de slapende Kunigunde. In een zakje om haar hals had de oude dame de parel, haar laatste schat bewaard. Voor zichtig. zonder de sluimerende te storen, haalde het meisje het kleinood er uit. Ulsted zong en alle andere nachtega len zongen in de seringenboschjes. In haar uitgestrekte hand hield Rosa munde de melkwitte parel, terwyi zy naar het venster terug liep. „Prins Ulsted. keer terug als ’n mach tige prins, heb medelijden met mfn trouwe Kunigunde,” zoo sprak ze tot Ulsted. En zie, de kleine nachtegaal kwam naar Rosamunde gevlogen en pikte uit haar rose handje de prachtige parel en slikte deze door. Daar zongen alle, maar ook alle nach tegalen: Ineens daar werd het kostbare gordijn opengeschoven en prinses Rosamunde. wat zoo we toch terug naar Hét paleis van ndjn ouders. Reeds lang genoeg, ben ik zon der hen geweest, maar zonder jou myn lieve, beste Kunigunde, had ik het ook nooit zoo lang hier uitgehouden. In dit vreemde land, waar Ik dentaal niet eens van versta, waar alles me eigenaardig en koud voorkomt. Kyk, hoe mooi ik my gemaakt heb voor het afscheidsfeest, want morgen.... morgen Rosa munde Jubelde by de laatste woorden. „Spreek niet verder. Hef kind, je ver scheurt het hart van je trouwe Kuni gunde," snikte de oude hofdame. „Wees sterk, Rosamunde, maar terugkeeren is..,, is onmogelyk; ’n oproer, dat reeds Ademloos luisterde ze. Vastbesloten stond ze nu op; ze wist, wat haar te doen stond. Kunigunde had nog één pa rel over. één. de prachtigste van het heels parelsnoer, het was de grootste, de mooiste, de middelste parel. „Vergeef my, liefste Kunigunde, vergeef my,” fluis terde Rosamunde, „het is voor ons bel- gen met schrik het paarlen-collier steeds kleiner, steeds korter worden. „Liefste vriendin," sprak Rosamunde teeder, „voor het te Iaat is, laat ons *n huisje koopen, ik zal trachten met naaien in uw en myn onderhoud te voorzien” en zoo deden zy. In ‘n klein huisje, dat begroeid was met klimop en wilden wingerd, woonde het tweetal Kunigunde kookte en hield het huisje schoon en *t prinsesje naaide voor de boerinnen in den omtrek. Nie mand wist, dat een echte prinses en haar hofdame daar woonden in *t kleine huis met het aardige tuintje, waar roode rozen geurden en seringen bloeiden. Doch de nachtegalen en de merels en alle heeriyke zangvogels, ze vertelden mooie pylstaartvlinder, waar Henk ons zoo vaak over gesproken heeft en de t het je niet, dan zal ik je da eens *eèn gezien, waarvan de ooren zóó I volgende week laten zien, hoe het kan. weledelgeboren zeer geleerden heer. Maar nu ter zake. Myn eerste onderwerp is: Het Y (ei) by dag en het Y (el) bij nacht.” (Fig. 1). .Heel leuk,” merkte Kees op, „maar niet bepaald biologisch. Dan weet ik een beter onderwerp: avondrood en morgen roep (fig. 3). Het avondrood is die Soms gaat ae opééns dan hullen, maar beusch niet van verdriet, zy sou juist willen lachen, maar ach, zy kan t nog niet! Probeer jelui ook eens, ot je dat kunstje kunt klaar spelen. Het beste is, dat ja de konyntjes overtrekt op een vellet je papier en ae dan uitknipt. alle aan elkander: „Prinses Rosa munde met Kunigunde leven hier en geen mensch die het weet, maar wy vo gels, wy weten het.” Overdag zongen merels en *8 nachts gaven nachtegalen een prachtig concert. Heeriyk schoon zong Ulsted. *n betooverde prins, een lied, een lied, zóó schoon, dat Rosa munde het slapen er door vergat. En wanneer de maan aan den hemel glans de temidden van al haar sterrenkinde ren, dan luisterde het meisje ademloos naar het lied'van den nachtegaal. Eens op ’n avond, toen de dappere prinses erg bedroefd was om de booze bejegening van "n boerin, die nydlg op haar gebromd had, omdat zy, Rosa munde, de mouwen van haar Zondag- Mynheer Hendriks was er van het heele stelletje bet allerslechtste aan toe. Door den schok wipte hy eerst vóórover uit het wagentje en kreeg daarna een flinken stomp tegen zyn kin van den struisvogelpoot. riep hy het dier woedend toe, „hou alsjeblieft je handen thuis!” daar werd het kostbare op zyde geschoven en prinses Rosamunde naderde de schreiende Ku- Het witzyden prinsesje viel in soepele plooien om haar ranke gestalte. Om haar mid del droeg ze ’n gouden gordel met een prachtigen roodgloeienden robijn Op het blonde haar, dat als ’n mantel van goud over haar rug viel, droeg Rosamunde een kroon van louter edelge steenten. middenin fon kelde een smaragd met het diepgroen van een bergmeer. Niet zoodra bemerkte het prinsesje de tranen van Kunigun de. of snel liep zij naar de hofdame en drukte 'n kus op haar bevende handen. „Waarom bent u zoo bedroefd? Och, zeg mij waarom? De wil niet, dat. u verdriet heeft, neen, neen, neen, mijn beste trouwe Kunigunde. ik wil geen tranen by u zien.” Liefkozend sloeg zy haar armen om de oude dame. Neerslachtig schudde deze bet grijze hoofd. „Neen, neen, vraag my niets, lieve Rosamunde. je kunt het nooit ver moeden.” .Maar Waarom „Heil prinses Rosamunde, morgen ko men wtf weer." Maar den volgenden morgen was Ku nigunde de parel kwyt en ze huilde, dat haar oude oogen pijn deden en de boerin t kwam boos naar het naaistertje, want 'n vlek zal in haar pas gemaakte japon, het was ’n bloedvlek van de doorgeprikte vingers der prinses. Boos vroeg de boerin haar geld terug. Toen.,., wat sche japon verkeerd Ingezet had, toen schreide het lieve kind omdat ze zoo erg dom geweest was. Ze deed toch haar best en ze huilde nu uit in haar ven sterbank. Kunigunde sliep in hetzelfde vertrek. Ulsted de nachtegaal zong, zong! Ineens verstond Rosamunde alles. Nu hoorde ze: „Een parel uit de hand van een prin ses. dan keer ik weer als machtige prins.” tuuriyk gekregen, omdat hun kop een beetje op die van een paard lykt. De tweede boekenlegger, die ik af heb, is voor moeder bestemd. Zooals je ziet, zyn daar tomaten „Piep." zei de deur en Toos had nog juist tyd een papier over Mientjes „Kijk,” begon Toos weer. „Ik wil voor Henk een biologische schilderijenverza meling maken. Maar een schilderij, dat aan den muur hangt, is niet zoo gemak- keiyk te bekyken. Ik wil daarom mijn schilderijen in een klein boekje ver- eenigen en ben nu bezig onderwerpen te verzamelen.” „Komt die Inleiding ook in het boek je?” vroeg Ada. „Natuuriyk, maar dan in versvorm en kookte en hield *t huisje schoon en het prinsesje naaide voor de boerinnen in den omtrek. lil I I III I»1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 17