DEKREET VAN Z.H. PAUS PIUS XI c Kerkleeraar wordt toegekend. EEN HUMORVOLLE KONINGSABDICATIE FRIEDRICH AUGUST VAN SAKSEN Zijn afdanking' in November 1918 Aan de geheele Kepie om den Heiligen Albertus den Groots O.P., Bisschop en Belijder, te vereeren, wien de titel van I ”3 TWEEDE BLAD BLADZWDE 1 VRIJDAG 15 JANUARI 1932 RUSTVERSTOORDER ft' Vreeselijk ongeluk te Nieuwer-Amstel DE AARDAPPELMEEL- INDUSTRIE G ENE RALE COMMISSIE ZUIDERZEESLACHTOFFERS <ül BRAND TE DONGEN F h Instelling van plaatselijke commissiën Mishandeling wederspannigheid en ZIJN GEZAG. van een de volgende nieuwe vervulde", en THEOLOOG EN MYSTICUS UNIVERSEEL GELEERDE. August van baksen .jt.r.cn behor-hoesten. 1 1 •ehappen met vereerd werd. den caféhouder, diens tnls- “Ter I Te Dongen is 'in den Lageham in het winkelhuis van C. V. brand uitgebro ken. Het vuur greep zoo spoedig'om zich heen, dat de Inmiddels gearriveerde brand weer weinig kon uitrichten. Ook het naast gelegen huls van P 8. werd door het mur aangetast, zoodat de kap en zoldering ge heel er af orandden. Belde huizen zijn on bewoonbaar. De schade wordt door lage verzekering eenlgszins gedekt. na het verslag gehoord te hebben van Onzen geliefden Zoon Frandacus Kardinaal Ehrle. die deze zaak heeft voorgedragen, beschou wende het officleele onderzoek der histo rische afdeellng over de heiligheid van leven van den zaligen Albertus en over de recht matigheid van de vereerlng hem gebracht, alsmede de officieel geschreven uitspraak door twee geleerden, zeer bedreven in de werken van dezen zalige over zijne leer, na ook de beslissing gehoord te hebben van de prelaten, leden van diezelfde H Congregatie der Riten, al deze dingen zorgvuldig over wogen en besproken hebbend, hebben allen die aanwezig waren, eenparig besloten, Ons aan te raden, deze gunst toe te staan. Wjj zelf, na het verslag over dit alles te hebben gehoord, van onzen beminden Zoon Salva tor Natucci. Algemeen Promotor van het Geloof, en na alles te hebben goedgekeurd, meenen dat Wü den wensch van de H. Congregatie met welwillendheid moeten ont vangen. Wij bevelen daarom, krachtens Ons hoogste Apostolisch Gezag, dat het feest van den heiligen Albertus den Orooten door de geheele Kerk gevierd worde den veertien den November, dag van zijn geboorte -ten eeuwigen leven, door een Officie en de MIs van een Belüder-Blsschop met den titel van Kerkleeraar. volgens klein-dubbelen ritus. Na alles dus. wat overwogen moest wor den, overwogen te hebben met zekere kennis en krachtens de volheid van Ons Apostolisch Gezag, bevestigen en bekrachtigen Wij al het hierboven gezegde en bestendigen en bevelen Wij het en maken Wij het bekend aan de geheele Kerk. HEILIGE EN KERKLEERAAR. Dit alles nu rijp overdenkende, hoe dlend en rechtmatig deze Albertus Oroote door alle geloovlgen meer en meer geëerd wordt, doordat hij heilig wordt ge noemd en als heilig wordt vereerd; hoe hij als een lamp op den kandelaar geplaatst In de geheele Kerk Al klaarder schittert, meen den WIJ aan Ons eigen dagelijks groeiend verlangen eindelijk te voldoen, door aan de glorie van dlenze'fden Albertus toe te voe gen, wat nog ontbreekt, de gelijkwaardige heiligverklaring. Daar cius onze tijden voor zoon gebeurte nis voldoende rijp zijn en in deze zaak alle voerwiarden, die volgens oud kerkelijk ge bruik en recht in gelijke gevallen vereischt worden, aanwezig zjjn, hebben Wjj besloten een bijzondere norm en weg te volgen, die Onze Voorgangers dikwijls gemeend hebben te moeten volgen voor de heiligverklaring van andere dienaren Gods. Daarom hebben Wij de afwikkeling van deze zaak toevertrouwd aan de Congregatie der H. H. Riten. Onze geliefde zonen nu, de Kardinalen der Heilige Roomse he Kerk, die aan het hoofd staan van deze H. Con gregatie. vergaderd in een gewone zitting, den 15en dag van deze maand December. van den blsschoppelfjken zetel van Regens burg. als Apostolisch Krulstochtpredlker, cm in Duitschland en Bohementroepen te werven voor het H. Land. Z. H. teekent Albertus als zieleleider en zijn Invloed op het concilie van Lyon «m schetst hem uitvoerig als den grooten ge. voordeel van de kleine prijsstijging wordt teniet gedaan door de hoogere exploitatie kosten der fabrieken, die het onmlddelük* gevolg zijn van de kleine campagne. .VOORBEELD VOOR DEZEN TIJD”? Albertus de Groot» is immers een heilige, naar wiens voorbeeld met groot voordeel onze tijd, die zoo vurig den vrede zoekt en zoo wondere dingen verwacht van de uitvindin gen der wetenschap, aandachtig kan op schouwen. Want alhoewel alle volkeren heden den vrede vurig verlangen, toch stem men zij allerminst overeen in de wijze en den weg. om dien vrede te verkrijgen: in werkelijkheid verwaarloozen zij de grond slagen zelf van den waren vrede, namelijk de rechtvaardigheid en de liefde. Dat dus allen met vertrouwen tot den zaligen Alber tus den Grooten opzien. Hij heeft immers met geheel zijn ziel den AUerhoogsten God aangehangen, die: ..niet een God van twee dracht. maar van vrede" is <1 Cor. XIV, 33), „van dien vrede namelijk, die alle begrip te boven gaande, de harten en zinnen der ge loovlgen bewaart" (PhlL IV, 7). In Albertusden Grooten nu zijn de stralen van goddelijke en menschelijke wetenschap wonderbaar vereenigd en omgeven hem met een lichtend aureool. Hij toont aan allen door zijn heerlijk voorbeeld, dat er tusschen geloof en wetenschap, tusschen waarheid en goedheid, tusschen geleerdheid en heiligheid geen tegenstelling, maar veeleer innige samenhang bestaat. Zoodat. evenals de H. Hieronymus uit zijn woestijn, Albertus door zijn wonderbare geschrlftep. als door een machtige stem, nadrukkelük verkondigt en overvloedig bewijst, dat ware wetenschap en geloof m.“t een heilig geloofsleven een drachtig In den mensch kunnen, ja zelfs moeten bloeien. daar het bovennatuurlijk geloof de wetenschap In hooge maté aan vult en vervolmaakt. God. Waarlijk God zelf, de milde gever van alle goed, had Albertus begiftigd met den aanleg en de onmisbare hulpmiddelen om zulk een werk tot stand te orengen. Hij be zat een onverzadigbaar verlangen naar de waarheid; zijn opmerkingsgave voor de wer kingen van de natuur en zijn onderzoeklngs- lust waren nooit in rust; hü had een leven dige verbeelding, bü een stalen memorie, liefde voor hetgeen de wetenschap van ver vlogen eeuwen had achtergelaten, en vooral een tot God gerichten geest, volkomen ge ëigend om de bewonderenswaardlge wijsheid Gods, die in de schepselen uitstraalt, helder in zich op te nemen. Uit dien zelfden grond riep de heilige psalmdichter alle elementen van de schepping op om God te loven, en in Job, het boek der Wijsheid en in Eccle- slastlcus spoort de Heilige Geest de men- schen aan om den overvloedigen Gever alle goed te prijzen en te verheffen. Hier past het melding te maken van zijn Siunma Theologica, die tegelijk geuren van godsvrucht en wijsheid verspreidt; van den commentaar op het Evangelie van den H. Lucas, die hem doet kennen als een erva ren en veiligen verklaarder der H. Schrift; van de teedere Traktaten over de heerlijk heden der H. Maagd, waarin zijn brandende liefde en toewijding tot de Moeder Gods zich openbaren; van zijn onvergelijkelljke werken over het Allerheiligste Sacrament des Altaars, waarin hij een duidelijk getui genis aflegt van zijn vast geloof in God. en van zijn vurige godsvrucht bij de vereerlng van het geheim der goddelijke Menschwor- ding. Ook vallen nog zijn mystieke verhan delingen te vermelden, waaruit wU opma ken, hoe hij door de genade van Ren H. Geest tot de hoogte der Lngestorte beschou wing was verheven, en die we gedurende de veertiende eeuw in Duitschland norm, uitgangspunt en beginsel zien worden van het mystieke leven. Al die werken van Albertus vormen ten slotte In de godgeleerde wetenschap monu menten van gezag, welke nooit zullan-ver- gaan. WU kunnen zelfs met onzen gezallgoen voorganger Leo XIII over de geheele leer van Albertus den Grooten met recht bewe ren: „Hoewel sinds Albertus de tijd eiken tak der wetenschap In verschillende opzich ten tot hooger bloei heeft gebracht, kan toch zUn ki achtige en rüke'leer, die Tho mas van Aquino heeft gevoed, en door de tUdgenooten als een wonder werd be schouwd, ónmogelijk verouderen.” tulgkunde, bouwkunde, scheikunde, delfstof- kunde, ontleedkunde, dierkunde, planten kunde. Hierbu komen dan nog verschillen de verhandelingen over praktische vakken nis, zooals over de weefkunst, de scheep vaart, over landbouw en dergelüke. Maar als echt katholiek geleerde beperkte de groote Albertus zün wetenschappelijke kennis niet tot deze zichtbare wereld, zoo als bU moderne natuur-onderzoekers maar te dlkwUls het geval is, maar zün geestes- bllk was standvastig gericht op het geeste- lUke en bovennataurlUke en steeg daarnaar op. In overeenstemming met de aan elkaar ^ondergeschikte dingen stelde hü de ordening der verschillende wetenschappen vast, en zoo schreed hü met wonderlijke klaarheid voort van de levenlooze tot de levende we zens. van de levende schepselen tot de geestelUke, vap de geestelijke schepselen tot GRONDLEGGER VAN HET CHRISTELIJK ARÏSTOTEUSME. Bijzondere vermelding verdient, dat hU elke bloem, van de wetenschap der Ouden met onvermoelbaren studie-Uver verzamel de. Wat het menscheUjk verstand door de aangeboren kracht scherpzinnig aan waar heid had achterhaald, heeft hU na afschei ding der dwalingen, nauwkeurig overdacht en dlkwUls heel gelukkig gebruikt, om de waarheid van he't geloof nader te belichten en tegen verschillende aanvallen te verdedi gen. Doeltreffend ontleende hü deze hulp vooral aan de werken van Arlstoteles, die toen ter tijde In Europa meer bekend begon nen te worden. HU verwierp de opvattingen, die het Arlstotellsme onjuist interpreteerden en hiermee wendde hU niet alleen een ge vaar af, dat de katholieke leer bedreigde, maar maakte tevens bet wapen der oude wUsbegeerte, als aan de handen der vUanden ontrukt, tot een geducht verdedigingsmid del der geopenbaarde waarheid. Vooral door zün invloed maakte de 8 c h o- Zün ontrouwe onderdanen op het perron herkennen hem en Jubelen hem opgetogen toe. De ex-konlng steekt lachend zün vroo- lük-rood hoofd door het raampje en roept: .Jullie tent waarachtig prachtstukken van republikeinen I" Toen de verkiezingen voor de nationale vergadering waren gehouden, bestudeerde de koning de uitslagen en zag. dat er een sterke republlkeinsche meerderheid was ge kozen. Vol gulden humor schreef hü direct zün nieuwe visitekaartjeFriedrich August. Koning zonder Saksen. FRANK VAN BEROEM. Overal In het Duitsche Rük gaat het bloedig toe. November 1918 hijscht naast de roode revolutionnalre vanen ook de vanen des bloeds. Haat en woede tegen de be staande machten breken uit in vuur en Üzer en moord. Het hoofd van het Rük moet de trotsche kroon van den imperato-rex af zetten en slaat op de vlucht naar Holland. De tronen wankelen In heel het Rük, de kronen rollen over de kelen. De macht gaat over aan het souverelne volk, belichaamd in arbeiders- en ■■■•oldatenraden naar Lenin- Russisch model. In het voor den oorlog reeds ..roode Ko ninklijke Saksen" genoemde Koninkrük van Friedrich August, die de laatste „Geenlj” (koning) zou zün, ging alles als In een op-rette, verliep de omwenteling zonder bloedvergieten, als gesmeerd, onder vroolük en hartolük gelach der trouwe-ontrouwe konlnklüke onderdanen. Dia goede Boksers ze hebten dun bloed, zs houden niet van ^Bturmgebraus und Wogenprall", ze doen liever alles lachend af op hun slofjes. Het moorden laten ze ’n tüdje over aan ras vreemde elementen uit Berlün. die den so- claal-democratlschon minister van oorlog Meuring van de hooge Elbebrug te' Dres den In den stroom werpen en den drenkeling die zich tracht te redden, onder hoongelach telkens weer terugstooten en hem tenslotte WU ontleenen het volgende aan het be. langrijke dekreet van Z. H. den Paus over den H. Albertus den Grooten De zalige Albertus, schitterend In roem, zoon van de Orde der Predikbroeders, ma gister in de theologie, eens bisschop van Regensburg, drukte de voetsporen van onzen Heer Jesus Christus. Het beschouwen de en werkdadige leven wist hü op een buitengewone wüze met elkaar te verbinden. Aan zün tUdgenooten en latere geslachten verscheen hü werkelijk als de groote, zooak hü °°k om de verhevenheid van zün leer en zün veelzijdige Ifedrevenheid In alle weten - X An bünaam van „groote” Voor het Amsterdamsche Gerechtshof had zich In hooger beroep een relzlgei te verantwoorden, die door de justitie te Haarlem tot een gevangenisstraf van een maand veroordeeld was wegens mlshande. ling en wederspannigheid. Op 1 Augustus van het vorig jaar was de jongeman met zün voetbal-elftal teruggekeerd van n match en belandde tegen twaalf uur aan bü gesloten café In de Haarlemme: meer. Volgens verklaringen van verd. was eén stoelpartü ontstaan, waardoor een ruit het had moeten afleggen. De caféhouder, die zich reeds te bed had begeven, kwam op het gerinkel aanloopen en sprak verd. aan voor de schade en greep jongeman. Een vecht, pontwachter bemoeide had zich als onbezoldigd rüksveldwachter gelegimlteerd De verd. had zich bovendien tegen hem verzet. De schuldige ontkende mishandeling wederspannigheid te nebben gepleegd Hü had gevochten uit zelfverdediging. Drie ge. tuigen A décharge ondersteunden zün ver klaringen. De procureur-generaal achtte het ten laste gelegde bewezen en elschtc bevestiging van het vonnis. Arrest 28 Januari. Zü vestigt harerzijds de aandacht van de Generale Commissie op hetgeen strekken kan tot bevordering van de voorbereiding en uitvoering van zoodanige maatregelen. godgeleerde wetenschappen toe. Geen won der derhalve, dat de Ouden eensgezind er kennen, dat Albertus de Groote .Alles be studeerd heeft, wat er te bestudeeren was en geen enkele tak van wetenschap hem vreemd bleef’ (Pius II) en .Jat hü terecht genoemd kan worden het wonder van zün tüd" (Ulrlcus de Argentina). Geen wonder ook dat hü bü de Ouden den titel van „doc tor universalis (algemeene leeraar) heeft verworven, en dat hü bekend stond als: ,31e meest lichtende zon onder alle wüsgeeren van de heele christenheld” (Henricus de Hervodia). Deze loffelüke getuigenissen worden door geleerde mannen van onze eeuw, ook door niet-katholieken. zonder aarzelen bevestigd, wanneer zü hem tot den grootsten natuur onderzoeker der Middeleeuwen verheffen. Een uitmuntend schrijver onder hen noemt Albertus „den buitengewoon scherpztnnlgen pionier van de natuurwetenschap in het Westen, die het eerst de bronnen van ver heven Grieksche wüsheid herleidde naar het christelük geloof, en hun verband be werkte; die het eerst de natuurlüke historie In overeenstemming bracht met de christe- lüke leer; die het eerst de natuurverschün- selen van Duitschland wetenschappelük be schreef; die het eerst een poging heeft ge daan om de vormen der geschapen dingen tot morphologische grootheden te herleiden, die ten slotte het eerst, en alleen, de geheele natuurlüke historie In al haar onderdeelen heeft verklaard". (Carolus Jessen). Dienstbode in brand geraakt v en jjverleden Waarechünlük als gevolg van het uitslaan van een vlam uit een petroleumkachel ge raakte Woensdag mej. M.. een Poolache, ia betrekking bü een familie aan den Amstel- veenscheweg te Nieuwer-Amstel, in brand. Brandend vluchtte het meisje de straat op. waar omwo.ienden trachten het vuur te dooven. wat tenslotte na veel moeite ge lukte. Met verschrikkelüze brandwonden over dekt werd het melste naar binnen geddra- gen. Een ontboden geneesheer, die spoedig t«r plaatse was, achtte opname in een zie kenhuis te Amsterdam noodzakelük. Daar Is de ongelukkige, na hevige pijnen, glsterea overleden. het rüwiel van den partü volgde en de zich met de kwestie. Verd. zou zoowel echtgenoot» en pontwachter hebben handeld. Deze, laatste met geweerschoten dooden. Maar dat ge beurde l>as weken na de eigenlüke om wenteling. Deze nu was vol gemoedelükheid. In November 1918 was van een heiden pose van revolutiemp' -?n noch van een kokende volksziel iets bespeuren. Er werd meer gelachen dan „gerevoluzerd". Ook de koning verloor zün goeden luim en humor w niet. Hü. de eenvoudige, door en door men-^g sagen?” („Dan heb Ik nu wel niets meer te zeggen’”). „Majesteit, tengevolge der omwenteling is alle macht overgegaan aan de arbeider»- en soldatenraden Rauw, heesch hoesten en schrapen. Dan: ..So, so nu, da macht eueren Dreck al- leene!” (Zoo. zoo nu, maakt jullie je str.... dan maar alleeijlg!” Is het niet goddelük? Is het niet onge hoord van bovenmenschelüken humor? „Macht tueren Dreck alleene” is het klas sieke slagwoord geworden der Duitsche revo lutie. die geen revolutie was. Dit was de Saksische omwenteling. De belachelijkste, maar ook de meest humoris tische. die er ooit ter wereld werd vertoond. Ook na de omwenteling gingen de *anec- doten over den koning als brengers van jolüt en vreugde door heel het somber geworden Rük Hier twee historische. De koning bleef gewoon In den eersten tüd in Saksen en zat te midden züner on getrouwe onderdanen wel in een café. Op *n goeden dag zit hij in een landelük eethuis. Opeens komt er een braaf burger naar hem I toe: „Sie wen» giedigst entschuldlchen, Sind Sie nicht der Geenlj?” ..Gwg’snl", klinkt het ruw-lachend terug. (.JScuseert u Tnü met permissie. Bent u niet de ko ning?" „Geweest!”). Op ‘n anderen heer zit hü in een treln- coupé. De trein staat stil op een station. J Vervolgens heeft Albertus Magnus zich ook dezen roem verworven, dat met uitzon dering van den heiligen Thomas, büna geen enkel ander leeraar zulk een gezag heeft verkregen, noch in de wUsbegeerte. noch in de godgeleerdheid, noch in de verklaring der H. Schrift. Het zou zeker veel te ver voeren om de verdiensten van Albertus den Grooten voor den groei van de godgeleerde Wetenschap aan te toonen en te beschrijven. Zün eigen aanleg immers dreef hem om zich toe te leggen op de Godgeleerdheid. En het gezag, dat hü zich op het gebied der wUsbegeerte had verworven, vergrootte hü op wonderbare wüze, toen hü. zooals wij zelden, de wUsbegeerte als een Instrument gebruikte om de Godgeleerdheid in een scholastiek systeem op juiste wüze uiteen te zetten. Daarom heet hü ook ;péë?^<Jan alle anderen de schepper van dlt'fneologis&i systeem, dat In Christus' Kerk tot op onzen tüd voor de geestelüken de veiligste regel en norm is gebleven. Zoowel de uit gebreide theologische wer ken van den Zaligen Albertus als zün hel dere commentaien op de H. Schrift, geven getuigenis van zün klaar begrip en zün diepe kennis der Katholieke leer, maar niet minder ook van een zoete godsvrucht en vu rig verlangen om debielen met Christus te vereenlgen, zoo groot, dat we In die wer ken terstond den heilige onderkennen, die over heilige zaken schrijft. schelüke burgerman moest nooit Iets heb" ben van het „bü de gratie Gods" van Wil helm II. hield niet van etiketten, hield var goed eten en drinken tn vochtig-vronlijke’ vriendenkring. Hü had absoluut geen nei gingen -.oor wetenschap, kunst en oorlogs roem. Ook voor de omwenteling zwierden de meest respectlooze anecdoten rond. Heel zün koninkrük lachtte. Majesteit zelve het hardste. ZUn kelzerlüke „broeder en neef” Wilhelm II kon hem niet luchten of zien en verachtte hem. „Méér August dan Frie drich", gromde ->ü eens. Nu. de verachting was wederkeerig. Koning Friedrich August had reeds als kroonprlnt de liefde van hst volk. Het l.ad zielsmedelijden met hem. toen zün vrouw Louise van Toscane er vaan doorging met haar ptanomeester Toselli, den man, die later beroemd werd door zün weerzinwek- kend-weeaoete „Serenade van TosellT’, Albertus’ ontzaglüke werkzaamheid, aldus Z.H., welk wü nu hebben bsschouwd, schünt klein, wanneer we haar vergelijken met den omvangrüken studiearbeid, dien hü heeft volbracht en de wetenschappelüke werken, door hem nagelaten. In deze werken komen de scherpte en de buitengewone kracht van zün verstand, de breedte en diepte van zün geest, de rijkdom züner eruditie, en zün onvermoeide üver om de geloofsleer te be lichten en te verdedigen, op een schitteren de manier aan het licht. - Terecht hebbed de geschledschrüvers en zü, die zün leven hebben behandeld, hem hoog geprezen om de ongewone veelzüdlg- heid van zün kennis. Niet alleen immers heeft hü de bovennatuurlüke^ waarheden en die van de natuurlüke wUsbegeerte bestu deerd. maar zün kennis heeft zich ook over alle andere menschelüke wetenschappen, die wü nu natuurwetenschappen noemen, uit- gestrektFReeds Batholomeus van Lucca, zün tijdgenoot, Bisschop van Torcello, oordeelde, dat Albertus, zoowel om de veelzüdlgheld van zün weten als om zün wetenschappe- Ujke methode, onder de geleerden een heel büzondere plaats innam. En Inderdaad, men behoeft alleen maar de titels van de haast ontelbare werken van Albertus den Grooten na te gaan, om terstond tot het duldelük in zicht te komen, dat geen enkel onderdeel der wetenschap aan zün geest vreemd bleef. Met kennis van zaken heeft hü geschreven over sterrenkunde, aardrükskunde. weer kunde, klimaatkunde. natuurkunde, werk- neer nu eenmaal revolutie en konlngsclTap zooals een naïeve omwentelaar of om wentelende naïeveling het trouwhartig uit drukte niet on vereen igbaar waren ge weest. Niet in Dresden, maar in de eigenlüke metropool van het koninkrük. in de derde stad van het Rük, in Leipzig begon de hu moristische Saksische omwenteling. Land- stormers met verlof waren ontevreden met het voedsel, dat ze kregen. Ze trokken joe lend de stad door, hingen aan een bajonet een rooden zakdoek, trokken naar het Volks huis. dronken er bier en aten er worst en arbeiders- en sol- niets mee wisten aan ■te vangen. Ze gingen dan ook braaf op tüd naar bed. De Dresden. De soldaten ALBERTUS* LEVEN. Op het eind van de twaalfde eeuw werd hü te Lauingen in Zwaben in het diocees Augsburg uit een krügshaftlge familie ge boren. Hü verliet yzün vaderland en begaf zich alleen om zün studies te voltooien en zich op de vrüe wetenschappen, de genees- 1 kunde en de natuurkundige studie toe te leggen naar Padua. Daar leerde hü ook de opkomende Orde der Predikbroeders kennen en beminnen. En, nadat hü den tegenstand vairtuin oom overwonnen had, omhelsde hü, op aanraden van den zaligen Jordanus van Saksen, magister-generaal van die Oude en üverig prediker van Jesus Christus, den regel en trad in bü de zonen van Sint Do- mlnicus. In alles aan God overgegeven en uitblin kend door een büzondere godsvrucht tot de allerzaligste maagd Maria, werd Albertus spoedig naar Keulen gezonden, om 4jn theologische studies te voltooien. Offervaar dig bracht hü dien tüd door met de ont wikkeling zoowel van zün zuiver hart als van zün verstand, van deugd tot deugd voortschrijdend, „als een reus die zün weg doorloopt”. Van het begin af de studie door het gebed ondersteunend, gaf hü zün ver sland ca zün heele levenswüze zulk een rich ting, dat hü bekwaam werd voor de predi king, en den arbeid tot heil der zielen In de apostolische Orde der Predikbroeders. Zoo dus wakend aan de poorten der wüs heid, muntte hü zoozeer onder züns gelüken uit, dat hü alle moeUüke problemen der profane wetenschappen gemakkelijk dejar- schouwde en „uit de bron van de goddelüke wet zulke stroomen van heilbrengende leer dronje, dat haar overvloed zün gemoed ge heel vervulde”, zooals onze voorganger Alexander IV niet schroomde van hem te verzekeren. Z. H. schetst Albertus dan als leeraar te Hildesheim, Freiburg, Regensburg. Straats burg en Keulen, als leermeester van den H. Thomas van Aquino, als provinciaal der Duitsche Ordesprovlncle, als gezant van den Paus In Letten. Pruisen en Branden burg, als bisschop van Regensburg én?nadat hü na lang aandringen van Paus c Urba- nus TV verlof gekregen had afstand te doen I Jast lek, na de ware schatten van een ge zond Arlstotellsme in zich te hebben opge nomen, grootere vorderingen, zoodat het ge ëigend was, om de wonderbare overeenstem ming tusschen het gezond verstand en het geloof In een helderder licht te plaatsen. Met Albertus als baanbrekend voorganger besteeg Thomas van Aqulnn, zijn beminde leerling, moedig en met gelukkigen durf de toppen der onvergankelüke wUsbegeerte en de hoogste hoogten der heilige Godgeleerd heid. Aldus werd door zün moeizamen ar beid heel de philosophic, maar speciaal de Aristotelische, onder het licht der boven- natuurlüke openbaring een machtig en doel treffend hulpmiddel voor de christelüke theo logie. En dit nu was het hooge en vaste doel, dat Albertus met zün grootschen intellectu- eelen arbeid nastreefde. AI wat aar. waar heid. aan schoonheid, aan verheven gedach ten In de wüsheid der heidenen te vinden was, wilde hü van hen overnemen en aap dep Schepper, die de Eerste Waarheid, de Hoogste Schoonheid en de wezenlüke Vol maaktheid is, aanbieden en toewüden. En. zoo bevrüdde Albertus de natuurwetenschap pen van de boeien, waardoor zü tn de macht der Heidenen, Mahomedanen en Joden wer den vastgehouden, en van den argwaan, waarmee sommige deugdzame menschen van dien tüd, wegens de misbruiken, die waren Ingeslopen, haar beschouwden alsof zü een groot gevaar voor de geloovlgen in zich ver borgen. Als waar theoloog vreesde hü geen gevaar van het overeenkomstig de waarheid Ingestelde onderzoek naar de werkingen van de natuur en het natuurlüke verstand, daar zü dragers zün van de wüsheid van den Schepper zelf. Zoo heeft onder de leeraren der Middel eeuwen vooral Albertus de rijkdommen van de wetenschappelüke cultuur der vervlogen tüden voor de studeerenden van zün tüd tot een geqrdend geheel samengebracht en over- geleverd in zün groot encyclopaedist* werk, dat zich van de eerste beginselen van het menschel Uk weten ultstrekt tot de heilige Sprekened over den dood en verheerlü- klng van den H. Albertus, zegt Z. H. om.: Het mag niemand verwonderen, dat aan den Zaligen Albertus na zün dood In 't openbaar kerkelüke eer Is bewezen, waarvan de uitingen en de büzondere eigenschappen zooveel In aantal en van zoo groot gewicht zün. En wat dal betreft zün wü verheugd, dat verschillenden van Onze Voorgangers „met het oog op de roemrüke verdiensten van den Heilige tegenover de Kerk” (Cle mens X). voor de grootere uitbreiding van zün vereerlng kostbare gunsten hebben ver leend. Daarom is het niet te verwonderen, dat men. om de groote heiligheid en geleerdheid van dezen man, er reeds vroeger over is gaan denken zün heiligverklaring met den titel van Kerkleeraar bü den Apostolische)) Stoel aan te vragen. Vooral na het plechtig overbrengen van zün lichaam In 1483 en op nieuw met nog meer aandrang In het begin van de XVIIde eeuw, heeft men daartoe pogingen aangewend, welke echter tengevol ge van oorlogswKllngen en wegens de groot» moeilükheden van het postverkeer met deze Romeinsche Curie, niet tot' een gunstig resul taat hebben geleid. Daarom, verlangend aan een zeer vromen en eeuwenouden wensch te voldoen, smeek ten de Duitsche bisschoppen dringend dezen Apostollschen Stoel, het proces van den za..- gen Albertus den Grooten te hervatten. Ter oorzake echter van de bekende stormen, die in de kerken van Italië en van Duitschland waren ontstaan, kon de H. Stoel aan die beden geen gevolg geven. Ten slotte. In onze dagen, hebben zeer vele Kardinalen der Heilige Roomsche Kerk Patriarchen. Aartsbisschoppen. Bisschoppen en Prelaten uit alle deelen der wereld, te zamen met Abten en Oversten van reli gieuze gemeenschappen, en vooral Uuniversi- telten en Faculteiten. Seminaries en Col leges, vereenlgingen van geleerde mannen en vrouwen van geheel katholiek Duitsch land, van invloed door hun adeldom, kennis en openbare bestuursfuncties, nadrukkelük tot Ons hun verzoekschriften gericht, opdat Wü den zaligen Albertus dep Grooten met den aureool der Heiligen en den titel van Kerkleeraar zouden vereeren. Wü meenden deze zaak, die zeker met Onze wenschen overeenstemde, déérom rüpelük te moeten overwegen, wül de verheerlüking van Alber tus den Orooten In deze dagen vooral geschikt blükt om de zielen beter te onderwerpen aan het zoete juk van Christus., Z H. noemt den H. Albertus' een stichtten terloops een datenraad. waar ze zonderlinge tijding dringt door tot aldaar zweetten er van, hoe ze in s hemelsnaam zoo n Russi- Schen soldatenraad moeten oprichten, ’s Avonds zitten burgers en soldaten dolle tjes te lachen om de grapjasserij en de harleküniade der clowns In de groote tent van Sarrasani. Opeens klinkt het in dat leuke Saksische dialect ,JEs lebe die Rebu- bligg”. De militairen de straat op! De bur gers zün woedend wegens de storing van dl- net nu zoo leuke voorstelling, eischen grampstorig en grollend aan de kassen van Herr Dlrektor Sarrasani hun geld terug- Voelt u den theatralen revolutiegeest op komen? Er ontstaan opstootjes. Soldaten halen roode fakkels uit het circus en tooien zich met roode manegelappen. De politie wordt zachtmoe<|| ontwapend en de opper- arbeiders- en solcratenraad met volkscommis sarissen uit de socialistische partüen wordt gevormd. De omwenteling Is een voldongen feit. „Geenij” Friedrich August trekt zich er niets van aan. Der. avond na da ravolutie wil hü partout naar den schouwburg. Bü klassieke stukken valt hü altijd in slaap, maar dien avond wordt zün llevellngastulf „De Roof der Sabünache Maagden” ge- koninklijke en het pas ten leven verwekte revolutionnalre kabinet samen over den vorm van het aftreden des konlngs: men zal hem den dank des volks uitspreken, maar hü moet afdanken. De vroegere konlnklüke minister van Fi nanciën, dr. Schröder, krijgt opdracht om dit besluit aan Majesteit over te brengen. Maar deze Majest?lt toont niet den minsten lust om nog een ontvangst ten behoeve van staatszaken te ensceneeren. Dan moet het maar In 's hemelsnaam per telefoon. St. MoriUberg wordt opgebeld. De kttiing komt aan het apparaat. De minister van gisteren, dr. Schröder deelt het gezamenlük kabinetsbesluit aan den genadlgen Heer en Koning mede. Hü hoort schor-hoest en. Dan de konlnklüke stem: „Na das genn mer schon machen" (.JIouw dat kunnen we wel doen"). De ex-ministar dankt diep buigend (er waren oog- en oorgetuigen bü). J)s habb’ lei» wohl nu nlscbt mebr au waarin duizend vrouwezlelen krokodillen tranen uitpersten. Het volk begreep, dat dit huwelüksongeluk het gevolg was van de Spaansch-strenge etiketten aan het hof van Saksen. Hst wist, dat Friedrich August deze etiketten haatte. Het prötestantsche Saksen waardeerde ook in hem zün ongekunstelden vromen katholieken godsdienstzin. Het waar deerde Je goed-katholieke opvoeding, die hü zün kinderen gaf en die zoo sterk nawerkte na den oorlog, toen zün oudste zoon, de kroonprins, In de Sociëteit van Jesus trad. Het Saksische volk nou Friedrich August noon tot abdicatie hebben gedwongen, waa it men de geven. Daar moet en zal hij naar toe. HU giert van het lachen. Is dat niet boven- menschelük van haast homerische ver hevenheid: een koning gierende van de pret bü de Sabünsche maagden temidden van het woelen der revolutie? Als zün gevolg hem zegt, dat er toch al vier en twintig uren revolutie is, antwoordt hü goedgeluimd: „Ich habb' nlscht gedhan und sie dun mfr ooch nlscht" („Ik heb niets gedaan en zü doen mü ook niets”). Bü Sarrasani Is dienzelfden avond vergade ring van het souverelne volk. Een paar heet hoofden sleepen eenlge machinegeweren naar het konlnklüke slot. Friedrich August vindt, dat het nu wel *n beetje tüd wordt z'n koffers te pakken. Zonder eenlge haast te maken en zlelsrustlg vertrekt hü naar het zomerslot van zün voorvaderen, te St. Moritzburg. Op het Dresdei.er slot büschl roode vlag. Heel gezellig bei aanlagen het af getreden Voorgenomen steun afdoende In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake het ontwerp van wet tot wüzlglng en verhooging van hoofdstuk V der Rtjksbegrooting 1931 f 2 400.000 voor ultkeeringen ten behoeve vtuade aardappel- meellndustrie in de Veenk"nlën) zegt de Minister van Binnen!. Zaken en Landbouw erkentelijk te zün .voor de tot uiting geko men voldoening over deze aanvrage, doch niet te kunnen beamen, dat de voorgeno men steun niet afdoende zou zyn. Ook zal de overeenkomst ter opruiming van de voor raden van het aardappelmeel-verkoopbureau tusschen dit bureau en de drie vrüe coöpe raties tot stand gekonjen. tet een gunstig resultaat van de nieuwe regeling büdragen. Verder wordt erop gewezen, dat een deel van den oogst als consunfptie-aardappelen pleegt te worden verkocht, hetgeen, gezien de prüzen dezer aardappelen, den landbou wers thans niet onvoordeelig is. De afzei van aardappelmeel is in den laatsten tijd bevredigend geweest, doch be trof voomamelük het binnenland. De bul- tenlandsche afzet ondervindt in toenemende mate moeilükheden. die o a. met de gevoerde deviezen-polltiek In diverse landen verband houden. De meelprüzen ondergingen in den loop van het jaar een kleine stüging. doch niet In die mate als verwacht mocht worden, en zü vertoonen thans neiging tot dalen. Een en ander heeft de Regeering aanlei ding gegeven om bü de steunverleentng geen gebruik te maken van een slidlng-scale. aan sluitende aan de verkoopprijzen, omdat het Bü Kon. Besluit is gewüzlgcf het K. B. van 18 December 1925 tot Instelling van de Generale Commissie, bedoeld In art. 3 der Zulderzeesteunwet 1925 en tot vaststelling van bepalingen betreffende die commissie, gewüzlgd bü Kon. Besluit van 18 September 1927 en tot aanvulling van dat besluit met bepalingen omtrent plaatselüke commissiën. Ingevoegd wordt een nieuw art. 11, lui dende: .X>e Generale Commissie is bevoegd zich met alle openbare besturen, colleges, auto riteiten en andere personen rechtstreeks in verbinding te stellen. Zü, alsmede hafr voorzitter en de door haar Ingestelde subcommissies zün bevoegd ambtenaren, de^cundigen of andere perso nen. od wier voorlichting prijs wordt ge steld. tot het geven daarvan uit te noodL gen. Over ig met hoofden van Departementen van Algemeen Bestuur geschiedt door tus- schenkomst van onzen Minister van Water staat. Voorts werden o.a. artikelen Ingevoegd: Art. 14. Door Onzen Minister kunnen in de gemeenten Amsterdam. Bunschoten, Edam. Elburg. Enkhuizen, Harderwijk, Hoorn. Huizen. Kamoen. Lemsterland. Mar ken. Medembllk. Monnikendam. Stad.Vol- lenhove. Stavore^. Urk en Wleringen, den burgemeester gehoord, plaataelüke commls. slën worden Ingesteld. Door Onsen Minister kan worden bepaald, dat het gebied van de plaatselüke commis sie zich mede uitstrekt over één of meer naburige gemeenten. Art. 15. Een plaatselüke commissie bestaat uit rijf leden, die door Onzen Minister woe- ósn benoemd en ontslagen. Voor de benoe ming van drie dezer leden wordt het advlea Ingewonnen van plaatselüke. organisaties van personen, werkzaam in de Zulderzeeri»- scherü of in op de Zulderzeevisscherü ge gronde bedrijven, welke organisaties door Onzen Minister tot dat doel worden aan gewezen, de Generale Commissie gehoord. Deze drie personen moeten zün ingezetenen van de gemeente, waarin de plaatselüke commissie gevestigd is of In het geval, be doeld In het tweede lid van art. 14. ingeze. tenen dier naburige gemeenten. Uit de leden worden door Onzen Minister een voorzitter en een secretaris aangewezen. De leden der plaatselüke commissiën heb ben zitting gedurende twee jaar. De aftredende leden zün terstond weder benoembaar. Art. 18. Desgevraagd dient een plaatse lüke commissie de Generale Commissie van advies met betrekking tot de Ingevolge de Zulderzeesteunwet 1925 te nemen maat regelen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5