Van het Oostelijk Oorlogstooneel :e S! M tweede blad Mandsjoerije R G w des Tusschen twee fronten in BLADZIJDE 1 DINSDAG 2 FEBRUARI 1932 SPORTEN WEDSTRIJDEN WAAR JAPAN EN CHINA ELKAAR FEL BESTRIJDEN PAARDENSPORT r. r OM DE DAVISCUP EEN DE CHINEESCHE BANDIETEN! VAN SCHERMEN f. BINNENLANDSCH NIEUWS CONSULAIRE DIENST LAWNTENNIS n. tt HET CONCOURS HIPPIQUE TE BERLIJN TRAINING OLYMPISCHE SPELEN - aan den omgeving van Chlneesche De inschrijvingen gesloten keuze WALTER BOSSHARD. (Nadruk verboden). in IM US rer- om res immer beteekenls moest klaarblijkelijk gedaan moeten worden uit de Driebergen, Hagens, Mosman, Weber, der Wiel, Van Wieringen en nlëls. terwijl mej. J. de Boer LAR Wat de Japanners „bandieten** noemen 0jn blijkens het ondersoek slechts veiligheids wachten, die door reizigers worden betaald. ZU rijn als burgers gekleed, bewapend en dragon tor andcncheMing geklaarde armbanden. den luchtdruk der bommenontplofflngen verbrijzeld. Talrijke passagiers hadden snij- wonden aan het gezicht en de handen. De gangen en coupé’s waren bedekt met be vroren en geronnen bloed. den in het machines bekommeren. 11 uur: De trein die *s morgens weg was gegaan kwam terug. Alle ruiten waren door BV K. B. is Markies J. de Muller op zün verzoek eervol ontslagen als vice-consul der Nederlanden te Tarragona en is als zoodanig benoemd, buiten bezwaar van ’s Lands schatkist, de heer L. de Muller Y de Ferrer. Aan laatstgenoemden heer kan in dePran- sche, Engelsche ol Duitsche taal worden geschreven. Het ressort van het vice-consulaat strekt zich uit over de provincie Tarragona. In het Oosten, ongeveer drie kilometer ver stegen groote rookwolken op. Daar moest een locomotief staan. Lang keek ik naar dit donkere punt, niets bewoog zich. Plotseling paardengetrappel. Uit het Zuiden kwam een escadron cavailerle in gestrekten draf op t station toe. De omheining had een open gaping, waardoor nu de Japansche troepen naar het perron voortdrongen. Een officier steeg af, wierp de teugels van zün paard van een soldaat toe en met de Japansche vlag In de hand rende hij naar het viaduct, heeach de vlag en jubelde de troepen toe. Sneller dan het zich laat begrijpen was bet heele station door Japansche soldaten cm- slngeld, die aan alle kanten hun machine geweren opstelden. Ik ging tusschen hen door en fotografeerde alles wat mij interes sant leek. Opeens kwam een officier op mV toe en zelde mü dat ik moest weggaan. „WU beginnen dadelijk te schieten-zelde hV In gebroken Engelsch. „Op wie wilt u schieten....!** vroeg Ik „Op de Chlneezen” en hü trok zün pistool. „De Chlneezen zVn al lang weg** lachte ik „U bent te laat gekomen De officier vertelde aan de hoogere rffl- cleren wat ik zoo juist had gezegd. ..Maar daar staat toch een Ch&eesche gepantserde trein” hU wees naar een zwarte rook wolk. JMt moet toch uw eigen trein zün." zelde ik. „De Chlneesche gepantserde treinen zijn gisternacht al weggegaan." Men geloofde mü nog niet. Bij het viaduct kwamen immer meer officieren die vol spanning door hun verrekijkers naar het donkere punt keken. Men gaf mij ook een verreküker. ,Jk kan de Japansche vlag voor op de io- t MXHrtM dukteWk hartaam.” aeMe ik. lachte, hu de an, de eerden trein rukte het station binnen, aldoor meer officieren verschenen en feliciteerden over ste Wakamatschu met zün overwinning. „Weet u,” verklaarde hij mij, „de bezet ting van Koupangtschu was een wedloop tus schen mijn troepen en infanterie. Wij rijn de overwinnaars, dat hebt u ook gezien.” Plotseling weer twee ontploffingen ach ter elkander. Ik schrok hevig. „Dat zijn onze soldaten,” zelde de overste „wij blazen alleen maar de rails op. want an ders zouden de Chlneezen ons vannacht nog kunnen overvallen.” Automobielen, motoren kwamen in aldoor grooter aantal bü het station. Japansche cor respondenten verschenen nu ook en wilden van Overste Wakamatschu alle details over den veldslag hooren. De overste lachte, wees met zijn hand naar mij en zeide hun dat ik betere informaties zou kunnen geven dan hijzelf. Maar ïk had niet het plan, mijn „story” zoo maar weg te geven, voordat ik haar zelf door de tele graafdraden had gejaagd. De correspondent van „Asaht" de grootste krant in Osaka kwam op mij toe. ,Jk doe u een voorstel. Ons vliegtuig komt morgen vroeg hier naar toe, om mijn berichten af te halen. U kunt dan uw telegram naar Moekden meegeven en in ruil daarvoor vertelt U mjj en niemand an ders de geschiedenis van den Chlneeschen terugtocht." Dat was een aanneembaar voorstel, want op het oogenbllk bestond er geen gelegen heid, geen mogelijkheid een telegram uit Koupangtschu weg te zenden en ik zelf wist niet wanneer ik een trein naar Moekden of naar Tientisen kon krijgen. Ik vroeg nog waar de Amerlkaansche cor respondenten gebleven waren. Men vertelde mU, dat zü nog niet terug waren en ook vandaag zeker niet zouden komen. Nadat alles weer zijn gewonen gang scheen te gaan ging ik naar overste Wakamatschu en vroeg hem: „Mag ik U een kopje thee aanbieden?” Enthousiast nam hij mijn Invitatie aan en toen wjj in den warmen wagen zaten wees hij mü op een kaart de verschillende étap pen, die zijn troepen in de laatste dagen hadden afgelegd. Dan vroeg hij: „Nu vertelt u mij eens hoe het den Ohi- neezen gelukt is gisteren weg te komen. Het baanvak was toch opgeblazen.” „De Chlneezen hebben het eenvoudig gere pareerd en zijn dan in den nacht wegge gaan.” „Aha.... en bent u alleen gebleven?" „Zooals u ziet!” De overste schudde met zün hoofd, de zaak scheen hem heelemaal niet aangenaam te rijn. „Wilt u morgen naar Tslntschau opruk ken?” wilde ik weten. „Dat kan Ik nog niet zeggen, maar ik ge loof dat de oorlog nu uit is.” .Maar er was toch geen oorlog?” ant woordde ik. „Neen, er is geen oorlog, wfj strijden alleen maar tegen de bandieten.” Het kleine kamertje werd allengs vol met correspondenten, die achter de troepen aan gekomen waren. De overste nam afscheid. Intusschen waren talrijke militaire treinen aangekomen. De Japanners brachten hun eigen spoorwegbeambten mede. Binnen een paar uur ging het verkeer weer zoo glad en zonder stokken, alsof er absoluut geen on derbreking was geweest. Dat was de laatste dag van het jaar 1031. Sowley en ik vierden in alle stilte Oude jaarsavond. De bedienden brachten ons een mengsel van Ingemaakte vruchten, whisky, cognac, suiker en water en daarbij liep het oude jaar ten einde. Wat het nieuwe zal brengen zouden wjj morgen zien. ik aan zjjn deur klopte, werd eerst een klein venster geopend dan maakte een bediende de deur open en liet mij binnentreden. In het kleine bureau zaten twee Engelschen, Sowley en Palmer. 'De eerste masseerde zjjn voet. Palmer bestelde een whisky-soda voor mij, Sowley had des middags met de solda ten voetbal teen versti l gespeeld en daarbij zijn groeten itulkt. Palmer was op bezoek en wilde denzelfden nacht nog teruggaan naar Tahusham. Tijdens *t avondeten vertelde ik de laatste berichten uit Moekden en wat Ik op mijn reis had gehoord. Opdertusschen maak te de bediende op een kleine sofa een bed voor mij klaar. Ik wist dit comfort naar waarde tO schatten, want ik had er al op gerekend, den nacht te moeten doorbrengen op een kouden steenen vloer van een Chl- neesch lokaal. Reeds eer wjj den volgenden morgen bü het ontbijt zaten, verscheen er een deputatie van de hoogere spoorwegbe ambten. Den dag tevoren waren drie bommen in de nabijheid van het station uit elkaar ge sprongen en nu wilde het personeel den dienst opzeggen en direct afreizen. Sowley luisterde naar de lieden, trachtte hen tot be daren te brengen en beloofde direct in het bureau te komen om te zien wat hjj kon doen. Om negen uur belde de telefoon.. Een van de neutrale waarnemers In Tslntschau verlangde een bericht over den toestand. „Niets van beteekenls," riep Sowley in het apparaat en nauwelijks had hjj den hoorn opgehangep of er ontstond bulten een gewel dige opwinding. Soldaten, officieren, spoor wegbeambten sprongen als dol door elkaar naar alle richtingen weg. Dp eene In een loopgraaf, de andere In een kelder, anderen weer In de goederenloodsen. Twee groote vliegtuigen cirkelden op een hoogte van vier tot vijf honderd meter boven het station, verdwenen weer voor een tijdje aan den westelijken horizon en kwamen spoedig weer terug. De omstandigheid dat geen bommen werden geworpen scheen den soldaten weer moed te geven, zij begonnen hun geweren af te schieten en nauwelijks was het schot ge vallen, of ze kropen weer In de gaten waarin zij meenden veilig te zjjn. Aan den hemel verschenen kleine witte wolkjes. Uit de Chl neesche artilleriestellingen langs de Taling- rivier werden schrapenelles afgevuurd. En nu kwafn slag op slag. Ik wil de aan- teekenlngen uit mijn notitieboekje iets uit voeriger dan ik ze kon noteeren hier opschrij- ven: 9 30 uur *s morgens: voor het bureau van den Engelschen spoorwegambtenaar stond een menigte van meer dan driehonderd per sonen. De spoorwegbeambten verlangden eerst smeekend, dan dreigend dadelijk naar Tslntschau of Tientsin te mogen gaan. Zij vreesden ie Japansche bommen die leder oogenbllk uit de nog altijd in de nabijheid cirkelende vliegtuigen naar beneden konden komen. De Engelschman onderhandelde. Het feit dat hij zelf op zjjn post wilde blijven, maakte de menschen iets rustiger. „Als de vliegtuigen komen loopt dan naar het vrije veld, blijft niet in groote groepen bij, elkaar staan en blijft in leder geval ver weg van'«te Chlneesche gepantserde treinen." .Kunt u ons de garantie geven dat wij heden niet gebombardeerd zullen worden?” Sowjey: ..Hoe kan ik u die belofte geven! Loop ik dan niet hetzelfde gevaar als jullie allemaal?” Daarmede was de zaak ten einde, en Sow ley ging naar de telefoon 9.40 uur: Alle pogingen om de contróle van Tahushan telefonisch te bereiken bleven zonder succes, maar Palmer belde uit Kaos- hantschu op en berichtte dat de trein waar aan zjjn dienstwagen was aangehangen ge bombardeerd was en dat de locomotief be schadigd was. Palmer wilde te voet naar Tahushan gaan, om te zien waarom et nie mand aan de telefoon was. 9.45 uur: Twee kleine punten verschijnen weer aan den hemel en komen nader, wor- aldbor grooter. De Chlneezen vuurden wilde weg. De bezetting der beide scheen zich daar weinig om te ried hen aan, inplaats van te blijven op het overvolle station op het vrije veld te gaan en toen ik hun dén weg wees zag ik plotse ling dat wederom een wit punt van een cir kelend vliegtuig zich vertoonde. ..Er komt weer een bom,” riep ik en rende, zooals nog bijna nooit in mijn leven, in de tegenovergestelde richting, de vrouwen ach ter mij aan. Geen vijftig meter van ons af sloeg de lx»n in. De Amerlkaansche lag op den grond en steunde: „Ach tk wou dat ik dood was, dan zou ik tenminste geen bom- men meer zien.” ZU was, zooals trouwens wij allen, ongekwetst gebleven en ging ergens zitten een triest ultzleud stukje ellende midden in het weiland. 3.15 's middags. Deze bombardeerlng van het station, waar de gepantserde treinen stonden, scheen den Chlneeschen officie ren allen moed te ontnemen. Het bevel tot «ten terugtocht werd gegeven. De soldaten renden in wilde haast naar hun barakken en zochten naar hun bagage. Paarden werden opgeladen, kisten op de reeds volbeladen wa gens opgestapeld, de slaap- en restauratie wagens der gewone treinen vulden zich met soldaten en officieren die hun zonnebloem pitten kauwden en overal wegspuwden. Om 4 uur zou de eerste militaire trein weggaan. Daar kwam opeens het bericht, dat het baanvak twee kilometer bulten het station door bommen vernield was. De heele Chlneesche armee ten Noorden van Tslntschau was gevangen in een muizenval. De Chlneesche generaals kwamen aangeloo- pen en smeekten Sowley om raad. In een half uur was er een hulptrein samengesteld en om 4.45 kon hU naar buiten rijden, om de aangebrachte schade zoo spoedig als mo- gelük te herstellen. Ik stond voor op de lo comotief. Toen deze begon te rijden spron gen honderden soldaten op de wagens, omdat zü geloofden, dat wjj op de vlucht gingen en hen in den steek zouden laten. Sowley's geheele overredingskunst was noo- dig om ze weer te doen afstijgen. Het baanvak was over een afstand van honderd meter volkomen vernietigd. De rails lagen buiten op het veld, de acht bommen hadden hun werking gedaan. Bij het aan breken der donkerheid werd met man en macht gewerkt, Sowley stond er bij en hield bU alles de wacht, zoodat kort na zes uur de laatste schroef kon worden aangedraald. Dan weer terug. De officieren wachtten en begroetten ons met hoera-geroep. NauwelUks waren wtj op een andere rails of de eerste militaire trein reed reeos wig. de tweede, derde, vierde volgde. Daar tusschenln kwam nog een gepantserde trein. De beambten hadden geen Invloed meer op de massa, die den machinist dreigde te vermoorden als zU niet tegelijk meegenomen werden. Om 9 uur verschenen weer Japansche vliegtuigen Ze kwamen dieper en dieper, alsof zU zich ervan wilden overtuigen «tet er werkelUk niemand meer was. De achter gebleven arbeiders verzamelden zich om onzen wagen, legden zich omgekeerd op den grond; of sprongen terzüde. Ze dachten dat zü zoo ongedeerd zouden blijven. Het hielp niets om hen weg te sturen, zU verstonden ons niet, zü begrepen niet, dat elke ophooplng van menschen in de lucht niet zou worden begrepen, dat juist daarom onze wagen en daardoor zü zelf aan nieuwe gevaren zouden worden blootgesteld. Het bleef echter dezen keer alleen bU een verkenningsvlucht. Ter- wUl ik aan de schrijfmachine zat, zag ik hoe de bevolking van de dorpen uit de na bijheid langzaam en voorzichtig naar het station kwam. „Nu komen de movers,” verklaarden dé be dienden. Ik keek eenlge oogenbllkken naar die aansluipende menschen. ZU hadden geen wapens bü zich en schenen alleen te willen stelen wat de soldaten hadden achtergela ten, De een sleepte een venster mee. de an dere een klee renstandaard. een derde schoe nen, oude geweren, een trompet, deuren uni formen, pannen, boeken, kolenscheppen, ta fels en stoelen, en soodra Ik met mUn ca mera verscheen namen zü de vlucht. De plundering duurde tot elf uur. Toen kwam er een kleine pauze. WU verwachtten de binnentrekkende Ja panners. Om 12 uur berichtten de bedienden, dat zü niet meer ver weg waren. Ik ging over de rails naar een punt, waar men een goed uitzicht had naar belde zUden. Zoodra de Japansche vliegtuigen aan den hemel verschenen, staken de Chlneesche vrouwen hun hoofden onder haar doeken en weenden stil, de mannen maakten allerlei gebaren en sprongen door de verbrijzelde vensters naar bulten. De eene ■militaire trein na den anderen kwam binnen, elk met hon derden soldaten beladen. ZU hadden boven de open wagens zeil gespannen, uit de kachelpijpen steeg de rook op. wat ons tot dte conclusie bracht, dat zU het zich daarbinnen zoo aangenaam mogellik maakten. 11^0 uur: De eene Chlneesche gepantser de trein ging weg om de spooriUn op een af stand van ongeveer drie kilometer bulten het station op te blazen. Intusschen waren de laatste soldaten uit de richting van Ta hushan binnengekomen. Allen kampeerden op de verschillende perrons. Paarden stonden in open wagens, door de wanden van de vee wagens waren gaten geboord, waarin de kachelpijpen staken. Op alle rails stonden nu wagens, daar Intusschen ook de gewone trein uit de richting van Tintin was blnnen- geloopen en die natuurlijk niet verder kon. Elk oogenbllk kwam er een deputatie naar Sowley, allen wilden op dit oogenbllk. waar op hun aanwezigheid zoo noodzakelijk was hun post verlaten. 12 uur: Een compagnie was buiten het ac tion in een primitieve loopgraaf gegaan. Als de vliegtuigen verschenen werd er gevuurd, niet op commando der aanwezige officieren, naar zooals het ieder voor zich goed dunkte. Het leek mU. alsdt iedere soldaat zlfn eigen generaal was. De kogels vlogen In alle rich tingen des hemels en maakten het opont houd in de nabUheld van deze manschappen levensgevaarlUk. Om 1 uur zaten wU aan tafel. Tijdens het eten kwamen berichten dat verschillende hooge spoorwegambtenaren gevlucht of spoorloos verdwenen waren. Om 2 uur maakte Ik een nieuwen rondgang over het station. De gepantserde trein was intusschen weer teruggêkomen en nog een tweede was er bij gekomen. Elndelooze rijen van wagens vulden de rails van het eene einde van het station naar het andere. Ik had groote moeite om tusschen de menschen- massa door te komen, het was een dolle me nigte van elegant gekleede officieren en koe lies en soldaten in lompen. 2.30 uur: Nieuwe vliegtuigen. ZU kwamen uit t Zuiden. Ik stond stil en keek er eenlge oogenbllkken naar, dan ging ik verder. Plotseling hoorde ik achter mU een lulden knal, 'n tweeden, een derden, een vierden, tel- i kens iets meer nabU. Steenen, aarde, stukken User, stukken van boomstammen vlogen door de lucht. Binnen eenlge seconden was Ik alleen op het perron. Ik zocht dekking achter de trap van het viaduct, maar alles was al voorbij Even snel als zU waren geko men. waren ook deze zilveren vogels met de roode punten cp de vleugels weer verdwenen. Ik sprong naar de plaats waar de bommen uit elkaar waren gebarsten. Acht diepe ga ten twee man hoog en van vUf tot acht me ter in doorsnee Eén bom was neergekomen dicht naast de woningen van de spoorwegbe ambten. Een oude man lag er nai»t. ZUn rechterbeen was door een stuk Uzer geheel verbrijzeld Naast hem lag een tweede, bloed vloeide uit zUn heupen en zUn gezicht had reeds de vale kleur van den dood.. De rails waren vernield. Eteenen van meer dan hon derd pond hadden ze doorgebogen als Uzer- draden. In een gat lagen twee soldaten steu nend en rochelend Ik wilde bU het verbinden behulpzaam rijn, maar de dokter was een paar uur geleden met den geheelen genees kundigen dienst verdwenen en niemand kon hem vinden. *t Resultaat van deee rails was: zes zwaargewonden waarvan drie binnen korten tijd stierven Ze werden in groote Chlneesche lUkkisten gezet op het perron, en omdat hun familie ergens anders woonde, liet men de d«xxlen op het perron staan en probeerde zUn eigen leven te redden. In de gewone treinen, die altUd nog in het station stohden was een paniek ontstaan. Mannen streden met soldaten. Vrouwen wer den op den grond geslagen en als Sowley, de Engelsche ingenieur, niet overal de menschen zou hebben toegesproken, zou er een cata strophe van de 'allerergste soort ontstaan zUn. TerwUl ik langs den trein liep riep plotse ling iemand: „Spreekt u Engelsch?” Een Amerlkaansche was in den trein. ZU had de Kerstdagen bU haar familie in Peking doorgebracht en trilde nu naar Moekden terugkeeren, waar zU werkzaam was als se cretaresse op de Amerlkaansche Handels- agentuur. Twee andere Europeesche vrou wen verschenen aan de portierraampjes. Ik De heer H. K. Prossor is ter vervanging van den heer T. w Southam belast met de waarneming van het consulaat der Ne- (MnMIma te Jtoocbow, pantsertrein in de (Van onzen spedalen correspondent). Het sol wel niet «QkwUls voorkomen, dat een oorlogscorrespondent zich op een plaats bevindt en binnen 48 uur het terugtrekken van de eene armee., het interregnum, en het optrekken van den tegenstander beleven kan. Sedert een maand was ik nu reeds op het „MandsjoeiUsche oorlogstooneel" zonder dat er groote gebeurtenissen zich afspeelden. Wel had ik reeds- veel interessants beleefd- !k was er bU geroest toen Generaal Ma In het holle van den nacht in zUn hoofdkwartier de eerste Japansche delegatie ontving die met hem onderhandelen wilde over den vrede In de Provincie Heilungkiang, ik had van een Japansch vliegtuig uit <fe bandieten ge zien die den grooten vogel zonder succes be schoten, in het hoofdkwartier te Moekden hoorde ik de dagelljksche berichtgeving over de bandletcoplaag. Maar alles was toch elgenlUk onbevredigend, ik wilde elgenlUk het werkelijke front zien, waar weliswaar niet officieel maar toch volgens alle regelen der oorlogskunst gestreden werd. Eenlgen tUd voor Kerstmis vei-wachtte men den aan val op Tslntschau, waar sinds September het hoofdkwartier van de oude Moekden-regee- ring gevestigd was en waar haar leger zich bevond. Op den 22sten September ging ik naar Wes-ten. bleef daar drie dagen en kwam met een nieuwe teleurstelling naar Moekden terug. Het Japansche plan van den aanval scheen te zUn gewijzigd waarschUnlUk omdat de echo in de wereldpers zeerbngunstlg luidde. Ik begon nu de bewegingen van de troepen afzonderlijk nauwkeurig te "Olgen Alle tee- kenen wezen erop «fat spoedig een troepen concentratie van beteekenls der Japansche armee in Koupangtschu moest volgen waar nog immer Chlneesche strijdkrachten van aanwezig waren. De opmarsch van drie kanten uit plaats hebben en wanneer niet alle bereke ningen foutief waren, zoo kon men met ze kerheid rekenen op de Japansche bezetting van dit gewichtige spoorwegknooppunt, van waar de lUn naar Ylngkou afbuigt Amerl kaansche correspondenten wuren naar Ylng kou afgereisd, doch spoedig werd bekend, dat rij niet aan het eigenlUke front werden toegelaten, ze bleven voortdurend 20. 30 kilo meter achter de optrekkende troepen, en mochten vooral geen fotografische opnamen maken. Ik moest dus een ander plan zien op te maken. Zonder veel opzien te baren verliet Ik op 29 December Moekden. Ik had een aanbeve- UngsschrUven aan de Engelsche beambten van den spoorweg PekingMoekden en een vrijen pas voor deze geheele lUn in mUn zak. Even voordat ik weg zou gaan had ik nog een tolk gevonden, een Chlneesch «He Duitsch sprak. Eén uur voer het vertrek van mijn trein kwam hl] in het hotel, toen moest hU nog zijn bagage halen, maar zou dan direct aan den trein komen. Toen de trein wegreed was er echter van mUn tolk niets te zien. Ik moest dus alleen op reis gaan. Op het station had ik vernomen dat in den vorlgen nacht twee Japansche regimenten naar Wes-ten waren gezonden.. f’rVan station tot station werden de geruch- S£-ten wilder en tegelUk onbetrouwbaarder. De beambten van den spoorweg wisten te be richten over bandieten in Paltschlpu. BU de aankomst op dit station stonden wel een hoop menschen met gele banden om hun arm, maar toen ik naar hen toeging n et 44uw zwaawasa—m - ma. -a - - - vw uaiiirra, vei ivulluCli ze CTCZCIIaC VTWn- dtiUke gezichtsuitdrukking, die men in Azlé meestens ziet als men maar zUn fotografie- toestel laat zien. Ik onderhield mU met deze „bandieten,” die mU verklaarden dat het opschrift op hun banden niets anders beteekende dan: „de roor het recht strijdende, dappere armeeu" Een étappe verder. In Tahushan heersebte groote opwinding bü het personeel vzn den spoorweg Het verluidde daar, dat de tele foonverbindingen met de achterliggende sta tions verbroken waren. Iedereen wilde van ons informaties hebben die wU niet konden geven. Op het perron stonden overal Chlneesche Soldaten Een intelligent uitziend jongeling, nauwelijks achttien jaar, sprak mij in het Engelsch aan. ^^Blr going Peking me also going Pe- Van hem vernam ik dat de Chlneesche troe pen in den loop van dén namidciag uit Ta hushan waren teruggetrokken en dat hU ?U de soldaten die nog overgebleven waren in onsen trein zou meereizen. „WU zUn de laatsten. WU gaan nu naar Peking, om van Tschang-Hauchllanj de sol- dU voor de drie laatste maanden te verlan gen. Zonder geld en warme kleeren kan r-en toch niet strijden tegen de Japanners.. Can we? wanneer u in Peking komt dan moet u ook naar den jongen maarschalk gaan en hem hetzelfde zeggen." TerwUl wU spraken hoorden wU !n de verte het zachte zoemen van een vliegtuig dat snel naderbU kwam Plotseling weerklonken orie detonaties snel achter elkaar. De soldaten stelden zich direct verdekt op, mU scheen *t toe dat er voorlooplg nog geen gevaar bestond zoolang het vliegtuig nog niet boven ons cirkelde. Het was donkere nacht, toen de trein in Koupangtschu binnenreed. Honderden pas sagiers stormden op den trein toe, vaders droegen hun hullende kinderen op den arm, vrouwen met misvormde voeten, niet grooter dan die van een klein kind hinkten er ach ter aan en sleepten pakken en koffers mee. Soldaten, half in uniform, half in civiel, de eene met een geweer, de andere met een Pistool in de hand, gedroegen zich als oli fanten In een porcelelnwinkel. en veroor zaakten door hun gewelddaden bijna een pa niek. Chlneesche officieren takelden cm een o< andere reden een clgarettenverkooper af. Met mUn beetje bagage stond ik op het per ron en zag met belangstelling naar dat men- •chengewoel. Ik overlegde of het niet beter was om meteen verder te reizen. Dan wierp ik resoluut mijn wollen deken over den «chouder en zocht den weg naar het stations gebouw. Ieder bureau was vol met soldaten. Overal brandden open vuren. Hier warmden zU hun ’oeten. daar werd een kip geplukt of soep gekookt, anderen stoeiden met elkander en hadden daarbU hun geladen geweren In de hand. Zoo moet Wallenstein s kamp er heb ben uitgezien, ging het door mUn Iroofd. Na >eer lang zoeken vond ik den stationschef, *«n Chinees, die opgewonden van de eene kamer in de andere liep, en in zUn keelschra- Perige taal de laatste berichten scheen te vertellen. Gespannen hoorden de soldaten toe sprongen op, bestormden mU met vragen cn omdat Ik hun geen antwoord kon geven, volgden zU mij overal op den voet. Ik plaatste mUn bagage in het bureau van den stations chef en ging op zoek naar Mister Sowley, •en ambtenaar die ergens op een dood spoor dienstwagen had staan, waarmee hU *dert weken het baanvak controleerde. Toen Het bestuur van den KonlnklUken derlandschen Amateur Schermbond hoen besloten, tndlen het Nederlandse*) Olym pisch Comité zich met een uitzondering ver- eenlgen kan, om vUf schermen deel te la ten nemen aan de as. Olympische Spelen te Los Angelos, zoowel aan de degen- als aan de sabelequlpewedstrUden. Voor deze vUf schermers zal een schermers Van Wyqoldy Da- evehtueel in aanmerking zou komen voor de personeels damesfloretwedstrUden. De Technische Commissie van den KN-AJ3B is van meenlng, dat het zwaar tepunt van de oefening gelegd moet worden bU de schermers, die datgene zullen moeten doen wat strekken kan om hunne ge oefendheid tot het uiterste op te voeren, waarbU de schermers regelmatig moeten oefenen bU een der schermleeraren. Ten einde die geoefendheid te vergrooten zal de T. C. aan verschillende schermdubs vragen hun aaien open te Stellen voor bo vengenoemde schermers, om dezen in de ge legenheid te stellen zooveel mogelUk met andere schermers te kunnen trekken. Bovendien ligt het in het voornemen van de Technische Commissie om op onder staande data schermbUeenkomsten te houden voor onderling trekken en daar bU eenlge sterke tegenstanders uit te noo- digen daaraan deel te nemen voor oefening van de equipe. Deze bUeenkomsten zUn bepaald op Zon dag 31 Januari te Amsterdam In de zaal Glandomenlci. Zondag 21 Februari te Den Hoog in de schermzaal Bouület. Zondag 30 Maart te Amsterdam in de schermzaal Aerts en Zondag 32 Mei te Amsterdam de zaal Glandomenlci. Zondagmorgen werd dus In de saai Glandomenlci op degen geschermd. Hieraan namen o.m. deel de hoeren Wynoldy Da niels, Weber. Mosman en Van Wieringen. terwUl voorts meeschermde de heer Hubert van Bleyenburg. Des middags kwamen de schermers tegen elkaar uit op sabel. Getracht zal nog worden schermbUeen komsten te organlaeeren op tusschenllggen- de data met bultenlandsche schermers. «Ito tooraUlg tUdeiyk in «m land verblijven. Zondagavond zUn de inschrijvingen voor de wedstrijden om de Daviscup door den Franachen Lawn Tennis Bond gesloten In totaal hebben 28 landen ingeschreven. waarvan 22 in de Europeesche zóne en 4 in de Amerlkaansche zóne. Europeesche zóne: Groot-Brittann», Hon garije. Griekenland, Italië, Zwitserland, Po len, Monaco, Tsjecho-Slovaklje. België, Ier land, Nederland. Japan. Denemarken. Dultschland, Indië. Joego-Slavlë, Egypte, Oostenrijk, Finland, Roemenië, Noorwegen, en Spanje. Amerlkaansche zóne: Vereenlgde Staten. Mexico, Canada en Australië. „De Groote Prijs der Republiek” Men meldt ons: BU het belangrijke Internationale ruiter» tourrlooi, werd de „Groote PrUs der Repu bliek" gewonnen door luitenant Brandt op „Tora". Het „Tournooi det Duizend Paarden" werd Zaterdag geopend met een feestspel in de groote tentoonstellingshal aan den Kalserdamm. Voortdurend wisselden in het spel ernst, humor en revue elkander af, hetgeen de talrijke toeschouwers aanvan kelijk vultengewoon boeide. Doch het spel duurde niet minder dan 5 uren, en dit bleek veel te vermoeiend te zUn en ten slotte verflauwde de belangstelling dan ook aanztenlUk. Bü de groote revue der paarden miste men helaas de Itallaanscbe en Fransche. die anders bU dit rultertournool zoo*n groote rol spelen. 99 paarden namen deel aan den eer sten wedstrijd van het tournooi, waarvoor was uitgeloofd de prUs van de „Groene Woche". Buitengewone prestaties kregen wU hierbü helaas niet te bewonderen; paar den en ruiters waren er nog niet in. Ook in de avonduren kon worden gtoonstateerd. dat paarden en ruiters nog wel eenlgen tUd noodlg zullen hebben voor en aleer zU geheel zullen zün gewend. Zaterdag avond waren alle plaatsen bezet. De Ne- derlandsche ruiter luitenant Van Schalck won op Maskotte het tUdsprlngen, terwUl luitenant Hasse het jachtsprlngen won. De uitslagen van Zaterdag luidden: TUdsprlngen: 1. Luitenant Van Schalck op Mascotte, mevrouw Van Claims en A. Hols, allen met 52 sec. Gruenewaldprljs1 mevr. Van Beckers op Prenzlau, 2. Chr. Liberknechts op Mona Lisa. Prijs van Oostprulssen1. Mevr. Frankes op P'.akat. Jachtsprlngen: 1. luitenant Hasse op Derby In 50 sec.; 2. mevr. Irmbard van Opel op Nanoek In 51 sec.; 3. mevr. L Barnekows op Nicotine In 53 sec. De Groote Prijs der Republiek op Zondag werd in drie deelen verreden, die geheel zelfstandig konden worden gereden en waarvoor dan ook aparte prijzen beschik baar waren gesteld. Het waren de deelen: jachtpaarden, dressuurproeven en spring concours. Voor Nederland nam deel kapi tein Versteegh. Voorts namen nog deel. Hongaarsche. Deensche, Tsjechische en' Zwltsersche en Duitsche deelnemers. Voor de beslissing wisten zich te kwaliflceeren Wallach’s ..Blacker” met Freese, het paard „Derby” met luitenant Has~e en mej. Spie*berg’s „Tora” met luitenant Brandt. „Tora" met luitenant Brandt was ten slotte de eenlge. die zonder fouten het par cours wist af te leggen, en daarmede «ten Grooten PrUs «Ier Republiek won. Op de tweede plaats kwamen „Derby" met luitenant Hasse en „Blacker” met Freese, ledyr met 4 fouten. Luitenant Hasse kreeg ten slotte den tweeden prijs, omdat hü den besten tUd had bereikt. Nu verdween het Uzlge zwUgen, het komie ke van de situatie pakte Iedereen. Een hoo gere officier kwam op mU toe en vroeg: „Wie bent u dan elgenlUk?" Ik gaf hem mUn kaartje, hU haalde het zUne uit zün bontjas en dan toonde Ik hem nog mijn Japansch aanbevellngsschrij- ven. „Uit BerUJn?" zelde hU „dan spreekt U zeker Duitsch.” Overste Wakamatatdiu. de commandant van de cavalerieregimenten van de tweede divisie keek mU een tüdje aan, vroeg dan verder: „Hoelang bent u al hier?" „Sedert twee dagen, overste!” „Chlneezen gezien?” .Zeker, overste, en ook uw bommen!" „U bent zee.- dapper, wanneer u een Ja panner waart, zoudt u een orde krijgen! HU klopte mü op den schouder en als over een geslaagden mop. Nu liet soldaten naar hun paarden terugga Infanterie uit den Japanschen gepanl J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5