Naar het Land van Overzee 11 1 '1 Mi BLADZIJDE 1 DONDERDAG 11 FEBRUARI 1932 WERKVERSCHAFFING EN WERKVER RUIMING HOOGHEEMRAAD- DIRECTE OF INDIRECTE BELASTINGEN F SCHAP VAN RIJN LAND rl DE HUURSTAKING TE IJMUIDEN van De DE HUURSTAKING TE IJMUIDEN Nieuwe pLnnen DR. J. SCHOKKING ARBEIDSBEGROOTING 1932 De bestrijding der crisis C; r Aanvragen van bijdragen in de kosten BEGROOTTNG VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN DE ELECTRIFICATIE DER SPOORWEGEN t De vele kleuren van Groot-Jerusalem Vacature hoogheemraad - «r aanwas der Joodsche bevolking I t i i’ I flnancleele I t i Dr. FELIX RUITEN. ▼erbouding te* België t A j- j SM Aan de 4 I I Gistermorgen ia een hnnretaker gerechtelijk ait zjjn woning in de lepenstraat aidaar gerei. Na de ontruiming. Over de nieuwe belastingen, «foor de Re. geerlng als crisismaatregelen vocrgesteld. merkt „Het Volk** op, dat de geheele be- lastlngverhooglng wordt gehaald uit de in directe belastingen. „Geen enkele directe be. lasting wordt verhoogd. Aan een extra bet. ting van de vermogens en van de inkomsten denkt de regeerlng blijkbaar niet." En daaraan worden dan de demagogische beschouwingen vastgeknoopt omtrent klasse, politiek, welke we van sociaal.democratische organen gewend zijn. Het lijdt geen twijfel, dat in theorie aan directe belastingen boven indirecte de voor keur moet worden gegeven. Maar dat systeem is tot zijn uiterste consequentie niet vol te houden en de practijk ten onzent heeft er toe geleid, dat de Inkomsten uit directe en uit indirecte belastingen elkaar niet aoo heel ver ontliepen. Waarom liet de Regeerlng ditmaal vermo gens en inkomsten ongemoeid? We publiceerden een paar weken geleden een statistiek van de directie der Amsterdam- sche Bank, waaruit bleek, dat het vermogen van ons land in twee jaar tijds met mllllar. den is gedaald. Met milllardenl Mocht men daar nog verder gaan persen? Moeht de Regeerlng den toestand van «ie bedrijven, waarin dat vermogen is belegd, nog benar der maken, de arbeidsmogelijkheid nog ver. der gaan beperken? Laat „Het Volk”, alvorens met haar cri- tlek de arbeiders tegen alleszins verdedig bare regeeringsmaatregelen op te zetten, ook dien door het blad geheel verwaarloosden kant vat d» zaak eens aan sijn lezers voor zetten. Met de Inkomens is het niet anders ge. steld. Juist de grootste inkomens, die waar, «foor arbeidsgelegenheid geschapen en behou. den wordt, hebben al reeds groote ader latingen ondergaan, aderlatingen, waarbij de loonsverminderingen van da groote massa, hoezeer ook te betreuren, in het niet ver zinken. De Regeerlng beeft in dezen tijd bet al lereerst erop bedacht te zijn, dat «te bedrij ven werk kunnen blijven geven. Door ver mogens en Inkomens nog weer zwaarder te gaan belasten, zou zU in den emmer «fen druppel werpen, welke hem deed overloopen. Tot scha op de allereerste plaats van «le genen, voor wie „Het Volk" zegt bet op te nemen: de arbeiders. komen op de flets naar de stad, maar zien er evenmin tegen, op. om uren var lange de wegen te tippelen. Zij komen niet alleen uit de Slonlstlsche kolonies, maar leven hier ook b{j duizenden in de voorsteden. Zij vormen het nieuwe element In de bevolking, en brachten er, behalve hun Far-West-manie ren. ook de energie van een wakker Europa heen, en den wil om zich een draaglijk be staan te scheppen in dit slapend Oosten. Het zijn de mannen van de bewuste daad en van den dag van morgen. Ik zal niet beweren, dat zij niet óók een keer bij den Klaagmuur gestaan hebben en er over Israël jammerden. Maar zeker zijn deze ervan overtuigd, «lat er meer te halen is uit hun levende knuisten, dan uit die doode ateenen. Deze nu hebben door hun groeiend aantal de meerderheid gekregen In de bevolking van Jerusalem, met haar totaalcijfer van 90300 zielen. In 1922 telde de hoofdstad 33.971 in 1831 echter 51.416 Joden. Tegenover de 453% van toen, tellen zij er nu dus 56.9% ran het ge heel. Hierbij drukt de Joodsche .^gence” het vermoeden uit, dat vele Oriëntaalsche Joden, die hier leven, niet eens meegeteld werden! In de gezamenlijke drie en twintig steden van Palestina leefden in 1922 naar schatting 68.622 Joden. Dit getal klom voor het laatste jaar tot 128.541. Maar grooter dan In de ste den. Is de toename der Joodsche bevolking op het platteland, die steeg van 15.172 (1922) tot 46.465 (1931). Tegenover een totaalcijfer van 83.794 Joden voor 1922, staat voor thans een totaal van 175.006: en daarbij wordt op gemerkt, dat dit cijfer waarschijnlijk nog hooger moet zijn, daar veel Oriëntaalsche Joden hier geen vast verblijf hebben en rond trekken door Palestina, en andere hun naam niet opgeven om politieke redenen, behalve nog diegenen, die In 1 buitenhuid studeeren of niet als Joden geboekt willen staan. Daar bij wordt ook nog In het licht gesteld, dat «ie toename der Joodsche bevolking lang niet in dezelfde mate heeft plaats gehad als die van de steden Tel Aviv en Haifa. In Tel Aviv, in Tiberias en in Jerusalem hebben de Joden nu de meerderheid. Opmerkelijk is «Ut alles zeker, wanneer men .bedenkt, dat er voor Jerusalem nog maar sinds betrekkelijk korten tijd van een Joodsche bevolking sprake kan zijn! De strij ders van den eersten kruistocht verjoegen de Joden uit de H. Stad tot den laatsten man. Daarna waren ze er nauwelijks geduld, en nog is het geen Jood geoorloofd een voet binnen de H. Grafkerk te zetten. In 1130 waren zij er in getale van 200. Toen zij om trent 1300 in Frankrijk en Engeland vervolgd werden, kwamen er een 300 rabbi’s vandaar, om zich in Jerusalem te vestigen; een twin tig jaar later kochten ze een vroegere kruis- vaarderskerk van de Mahomedanen. Na de Jodenvervolging In Spanje van 1493 kwam er weer een nieuwe aanwas, en deze Spaan- sche Joden konden het beter vinden met de Moslims dan hun geloofsgenooten uit de Dultsche landen en uit het Oosten. Maar zoolang de Turken hier baas waren, heette het schipperen en uithouden. De Joden ble ven hier het uitschot der bevolking, en de wijk waar zij mochten wonen, was de ellen digste en de ongezondste der stad. Er bleef hier lets van het gevoel, waarmee de sol daten van Titus een schild hadden geplaatst bil de puinen van Jerusalem, dat een zwijns kop vertoonde, als een beschimping en smaad van het overwonnen volk. En zelfs de Ma homedanen, die uit eerbied voor den Christus niet gelooven. dat deze gro< derdaad zou gekruisigd zijn, dat Simon van Cyrene in het kruis werd geslagen, v Joden toch niet, dat zij den Messias bU Hia tus hadden aangeklaagd. Een opflikkering van den ouden haat waren hier de Joden moorden van 1929. Maar met de toename der Joodsche bevolking, onder de vlag van het Slonteme. schijnt Jerusalem een andere toe komst te gemoet te gaan. Tegenover alle redeneeringen blijft hier het laatste woord aan de nuchtere cijfers: de opgave ran de laatste volkstelling is als officieel «foor bet Engelach bestuur meegedeeld. e „profeet" in- :tjn plaats aan gaven het den ■m deel van een der nirnwii Jerwalrmeebe^wjjken. kWMrUer Een der bewoners weigerde de woning le ver laten en moest door den sterken arm verwijderd worden. Bij Kon. Besluit Is aan jhr. mr. P Tedlng van Berkhout te Zandvoort op zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoogheemraad van het hoogheemraadschap van Rijnland (provincie N.-Holland en Z.-Holland), Blijkens het voorloonlg verslag bQ bet af- c’.eellngsonderzoek der Eerste Kamer van de Waterstaatsbegrootlng voor het dienstjaar 1932 is er door eenlge leden gevraagd, of do directie van de Ned. Spoorwegen voornemens waa de electrificatie van het spoorwegennet voort te zetten, waarbij dan de noop werd uitgesproken, dat de lijnen Amsterdam—het GooiAmersfoort en Amsterdam -Zandvoort daarvoor het eerst in aanmerking zouden ko men. Naar de ..Msb." dienaangaande van tr. H. .1. van Lessen, chef der electrische tractie bij de Ned. Spoorwegen, vernam, overweegt men de mogelijkheid om tot de «lectrlflcatie van nog enkele baanvakken over te gaan. Alhoewel de besprekingen nog in haar eerste stadium zijn en er nog geen bepaalde tra jecten genoemd kunnen worden, start bet wel vast, dat electrificatie overwogen wordt van enkele der belangrijkste verblndingeB in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, Fenlge leden waren van oordeel, dat de bulten’and-ehe po’”!ek on-er rege'ring zich in den laatsten tijd al te zeer oriënteert In de richting van toenadering tot Frankrijk. Enkele leden verklaarden zeer teleurge steld te zijn over de resultaten, tot nog toe bereikt met betrekking tot den Volkenbond. Zij betwijfelden of deze Instelling de aan haar ten koste gelegde bedragen wel ten volle waard la. Eenlge leden vroegen na dere Inlichtingen omtrent «ie plannen der regeerlng met betrekking tot het te Genève geslotsn verdrag inzake de oprichting eener internationale hypotheekbank voor land- bouwcredleten. Deze leden spraken de ver wachting uit dat onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden reen voorst’! tot be vordering van ratificatie ten onzent zou warden gedaan. Vers«theldene leden spraken him teleur stelling uit over de samenstelling der af vaardiging naar de Geneefsche ontwape ningsconferentie. Men had hJ. kunnen vol staan met militairen als technische advi seurs aan de delegatie toe te voegen. Deze leden betreurden eveneens, dat geen viou- welijke afgevaardigde was aangewezen. werkverruiming nog andere inlichtingen wenschen. dan in deze en vorige circulaires zijn gegeven, dan is ons College gaarne be reid «Ue te verstrekken, terwijl, indien on zerzijds bespreking wordt wenschelijk ge acht, wij daartoe eene ultnoodlglng zullen doen geworden. Ten slotte meenen wij van deze gelegen heid nog gebruik te moeten maken er bij U zeer ernstig op aan te dringen om. voor zoover er in Uwe gemeente werkloosheid van eenlgcn om vang bestaat, de werkloozen door werkverschaffing of (en) werkverrui ming zooveel mogelijk aan arbeid te hel pen, hetgeen in verband met de door Bljk en Provincie te verleenen subsidies onder voor de gemeenten gunstige voorwaarden kan geschieden k Is dit de eigenlijke bevolking van Jeru salem?.... Maar ook lijkt de heilige Stad een stad van paters en nonnen. Het zou gemakkelijker vallen, de orden te noemen die hier ontbreken, dan op te som men wie er zijn. Men heeft Jerusalem het Babel der religies genoemd: eiken godsdienst en ritus ziet men er vertegenwoordigd door zijn bedienaren. Aanvankelijk Is bet een vreemd gezicht, er bruine of zwarte paters op straat te zien gaan, met tropenhelmen en Asm het voorloopig verslag dep Eerste Ka mer is het volgende ontleend: Sommige leden betreurden het, dat de Mi nister voorshands niet genegen is. de arbeids wet toepasselijk te verklaren op meer groe pen van arbeiders, dan waarvoor zij tot nu toe geldt. Als reden der vertraging te dier zake wordt de ongunstige toestand van het bedrijfsleven opgegeven. Deze leden achtten zulk een politiek onjuist. Volgens hen biedt de crisis eer een argument ten gunste van de uitbreiding van de werkingssfeer der arbeids wet Andere leden waren van oordeel, dat de regeerlng in geen enkel opzicht in gebreke te. wat betreft de uitvoering van de Arbeidt wet Zij zouden het onverantwoordelijk achten, in- dlen In desen tijd het bedrijfsleven nog zwaarder ouz worden belast en de concurren tie met het buitenland nog meer zou wor- den verzwaard dan ten gevolge der crisis toch reeds geschiedt. Gevraagd werd of de Minister bereid is de indiening van een wetsvoorstel te bevorderen, inhoudende verbod van den arbeid der ge huwde vrouw in fabrieken. Vrij algemeen werd aangedrongen op be perking van den arbeidstijd van chauffeurs, die in dienst van particuliere bedrijven staan. Eenlge leden vroegen ’s Ministers meenl'.ig over de voorstellen tot bestrijding der werk loosheid, welke de Raad van Beheer der In ternationale Arbeldstmnferentle in zijn zit ting van Januari JJ. beeft gedaan. Wederom werd ratificatie bepleit van de Conventie van Washington nopens oen acht urendag Inlichtingen werden gevraagd over de wer king der arbeidsgeschillenwet in verband met het conflict in Twente. Vooral met betrekking tot art. 34 dier wet, waarbij overlegging van de boeken der ondernemingen mogelijk wordt gemaakt, werd op inlichtingen te dezer zake prijs gesteld. Enkele leden hadden met verwondering kennis genomen van de indiening van het wetsontwerp tot instelling van bed rijf «raden. Algemeen bekend toch is de zeer slechte ont vangst, welke het voorontwerp bij den Hoogen Raad van Arbeid heeft gevonden. Deze leden vreesden, dat de bedrijfsraden tot even teleurstellend resultaat zouden lel den als Indertijd de Kamers van Arbeid. Van meer belang achtten deze leden het verbindend verklaren der collectieve arbeids overeenkomst. zulks zou een essentieels ver andering In het bedrijfsleven brengen. Waar om de Indiening van een desbetreffend wets ontwerp door de crisis minder urgent zou zijn geworden, vermochten deze leden niet in te zien. Verscheidene leden drongen er op aan. dat de regeerlng in leder geval aan de werkloo- zenkassen de reglementaire ultkeermg zou waarborgen en er tevens voor zou zorgen, dat de kassen voor 1933 kunnen reserveeren.jée helft van het saldo, hetwelk op 1 Januari 1932 aanwezig was. Nog werd gevraagd, of het oorbaar moet worden geacht, dat op ultkeerlng rechtheb bende. tegen werkloosheid verzekerde arbei ders gedwongen worden te gaan werken In «ie tg. werkverschaffingen voor loonen, lager dan de ultkeertngen der kassen, waarbij ÖJ verzekerd zijn. Verschelden leden waren van meenlng, dat de groote werkloosheid het nemen van ingrij pende nevenmaatregelen dringend noodlg maakt. Als zoodanig werden In overweging gegeven: le samenloop van pensioen en traktement te .verbinden; 2e verbod van arbeid voor de gehuwde vrouw, die niet als kostwlnster ia te beschouwen; 3e verbod van het vervullen van nevenbetrekkingen welke waargenomen kun nen worden óoor werkloozen; 4e verlaging van de pensioengerechtigden leeftijd. Beperking van den toevloed van bulten- landsche arbeiders achtten verscheidene leden uiterst gewenscht. Volgens het voorloopig verslag der Eerste Kamer verklaarden eenlge leden niet onver deeld te kunnen Instemmen met de wijze waarop deze regeerlng tracht de gevolgen der heerachende economische crisis te bestrij den. Hoewel zij erkenden, dat de toestand des lands In vele opzichten tot somberheid stemt, waren zij van meenlng, dat de oplos sing der moeilijkheden niet Is te vinden in verlaging der kxmen en in vermindering der ultkeerlngen aan de werkloozen. Veeleer zoeke de regeerlng haar kracht in verhooglng van de koopkracht der bevolking en vermeerde ring der gelegenheid tot arbeiden ten be hoeve der «foor de crlais soozeer getroffen klasse der werknemers. Andere leden waren van oordeel, dat de koopkracht van het Nederlandscüie volk alleen kan worden verhoogd door zijn productiviteit te vermeerderen en als gevolg daarvan zijn iiifluai tg vwXbhb. Sint Stenhanaspoort te Jrrwzzlin een dwarreling van Daar is we! geen stad in de wereld die tn baar geheelheid genomen, zoo ontstel lend werkt op den vreemden bezoeker, als Jerusalem: en des te meer, daar deze stad van 90.500 Inwoners toch betrekkelijk klein is van omvang. Maar juist om dezen gerlngen omvang kan men ze des te lichter om vademen. Welk een kaleldoscoop echter, wan neer men alleen al maar de kleuren van haar bewoners betracht Maar vooral door Nu is gebleken, dat de Minister noch tot het doen van eenlge stellige medeueellng aan de Staten-Generaal? noch tot het in gaan op een parlementaire discussie bereid is, achtten verscheidene leden thans een verdere bespreking van het vraagstuk der Ned.-Belgis<die onderhandellngen van zeer weinig belang. Slechts wenschten deze le den uiting te geven aan hun bevreemding over het fe’t dat. terwül de mlni’ter teven ever de Staten-Generaal alleen over een Kanaal in abstracta meende te mogen sp.e- ken, de Commissaris der Koningin in N.- Brabant na overleg met de regeerlng in een vergadering der S’aten van dat newest reer stellige mededeellngen over een concrete verhaal beeft kunnen doen. Eenlge leden achtten het gewenscht. dat de minister alsnog mededeellngen zou doen. Wie zoo werd eevraagd zltn «ie ad viseurs van den minister in economische aangelegenheden, de verhouding tusschen Nederland en Belaië betreffende? Verscheidene leden vroegen, waarom men 1 protocol Inzake de bandelsbetrekklngen niet en het tractaat van Oslo wel aan de Volks vertegenwoordiging bekrachtiging heeft aangeboden. De vrees werd uitgesproken, dat dit pro tocol de crisis- invoerwet zou verzwakken. Ook werd nog tsr sprake gebracht de uitwijzing uit België van prof. dr. J. B. Kors hooglee-aar te Nlimegen. die u’tge- noodlgd was om te Leuven voor de vredes beweging te komen spreken. Gevraagd werd, of onze regeerlng zich hierover met de Bel gische in verbinding heeft gesteld en zoo ja, wat daarvan het resultaat is geweest. Verscheidene leden wezen erop, dat de economische voorlichting, welke van het ministerie van Buitenlandsche Zaken uit gaat, nog steeds zeer gebrekkig is. Zij dron gen op verbetering aan, o.a. door uitbrei ding van het aantal beroepsconsuls. hun onderscheiden godsdiensten doen zich bier de verschillende naties kennen. DU ia overal anders, en nergens aoo erg ala hier. Amsterdam b_v. te In de Jordaan aoo goed als overal een HoDandache stad. Maar Jerusalem te In elk van zijn wijken anders; en men vraagt zich telkens af. vsar nu wel het echte, het eigenlijke te? Men aal dit In géén Grleksche of tn geen Dult- sche kolonie zoeken, noch bij de Kopten in hun cellen, «lle als holen zijn, noch bij de Abesainlërs, op dezen bodem uitgesproken vreemdelingen. Ook bet modem-Europeeache te het echte Jerusalem niet, aoo mln als dat der van elders gekomen Bionteten. Maar te het dan de Arabische stad? Ia bet dan bet Mahomedaansche? Wij zien met verwondering en vaak met ontsteltenis de tallooae menschensoorten aan, en deze vervarrende wemeling der rassen. De Europeesch gekleede Arabieren lijken er even talrijk als de schilderachtig in hun bonte burnous geplooide boeren en Bedoe- inen, venters en lastdragers, sjouwers en bedelaars. Dese geven de stad haar Oos- tersch voorkomen, haar vreemde tint. Wij staren naar de ongelofelijke lasten. «Me deze menschen op hun rug versjouwen, lasten die ze met touwen om hun voorlroofd sjorren. Hier hurken ze in hun lompen langs den weg. «laar zitten ze op de stoep voor een kroeg hun „nargileh” te rooken. Daar bol deren ze in een slijkkoetsje voorbij, of op den rug van een ezel. Ze luieren en lanter fanten, venten of vragen. Maar Ik kan niet vinden, dat ze kwaadaardig uit bun donkere oogen zien. Soms zijn se zeer m«x>L Maar zelfs als ze imoghartlg voorbijgaan, zonder de omgeving ook maar één blik te gunnen, missen ze de pracht van houding, «He ik vroeger In Algiers bewonderde. Rijke voor- naamheld. als b.v. te Tunis, die baar met zijde gevoerde gewaden over straat laat sleepen. heb ik hier nog niet bewonderd. Het te een sjofel en verruwd volk. Ruw te de taal, zoo- ah die in huA heesche kelen rochelt. En als at elkaar begroeten, de hand aan het voor hoofd, of de hand van den ander eerst aan het hoofd en dan aan de lippen brengend, vind ik noch gratie, noch sierlijkheid, als in de Franst^ie kolonies van Afrika, in deze, toch zoo zinrijke gebaren van de bevolking van hier. Maar hoog opgericht, recht van houding, staan hun vrouwen roar je, met hun blauw-getatoueerd gelaat; daar sU dit loopen, «He houding, aannemen om het dra gen der lasten, pakken en kruiken en kor ven. dat altijd op het hoofd gebeurt, en waarvoor de mannen zl«Ji te goed houden. Maar andere schoonheid te dezen aoo vroeg r-Teeds afgebeulden vrouwen vreemd. Mls- schlen te *t maar goed, dat ook vele ge sluierd gaan. En daarnaast verbaas ik mij over 4e vete negers, die Ik hier zie, Ethloplëra en mis schien wel Soedaneezen. Alle ramen van bleek-geel tot pikzwart zijn hier vertegen- voerdlgd, in grooter mate dan in welke ha venztadbedrijvige bedillers, klagende bUnden, sjouwers en sjacheraars, vergrijsde an beverige oudjes en dartele Jongens, bood- schappen-loopera, «He met groote Hezen manden op hun rug om de koopera been- aprtngen, en dribbelen op bloote voeten, die wel nimmer water zien. Nu mr. dr. J. Schokklng de Tweede Ka mer verlaat voor den Raad van State, ko men volgens de lijst der c.-h. Unie achter eenvolgens in «ummerfclng: Minister D. J. de Geer, Minister F. Beelaerts van Blok land. «te. J. Langman. mr. J. A. de Visser, advocaat-generaal bij bet Gerechtshof te 's-Gravenhage, Ten onzent nemen Ministers gewoonlijk geen plaats In de Kamer; twee candidate^ vallen dus weg. Of da. Langman, die eenlge jaren geleden niet herkosen werd, nu we derom sün predlkantambt vaaiwel zal zeg gen voor de Kamer, valt te besten. De sooa van oud-mlnlster De Visser zal «vel bedan ken. Dan komt, volgens de lijst. In aanmerking de heer P. J. Nahuysen, lid van den ge meenteraad te Utre«Jit, voorzitter van den «foor dr. J. Th. de Visser gestichten Chrte- telijken Ned. Werkmansbond. «He sedert jaag op ds 0,-b. HM» staat witte zonneschermen. Alle hoofddeksels zijn er gangbaar en alle pijen hebben er burger recht. Maar dan zijn er de „popen” en mon niken der Grleksche kerk, met hun lange talaren, hun wijde mouwen en zwarte hoofd deksels, al de priesters der verschelden riten, schlsmatleken en katholieken, en de altijd weer zoo opmerkelijk zwarte Abesslnlërs. hoog en trotsch In hun zwart priestergewaad. En al die bedienaren der tallooze heiligdom men, en al de levieten «Me zij in hun semina ries oplelden, dragen volle baarden. In T oosten zou een priester zonder baard wel nauwelijks een man zijn. In oude kloosters was een baard eenvoucMg een noodzakelijke voorwaanie om opgenomen te worden. Geven de godscMenstlge instituten deze stad haar karakter niet? Gedeeltelijk natuurlijk wel, aoo goed als de Moslims In hun scüillderachtlgheld. de fel lahs met bun kemels en kudden ran zwarte geiten, of de Bedoelnen in hun armelijke smerigheid. Maar de statistieken spreken heel anders. Mahomedanen zijn er volgens de laatste volkstelling van het eind van 1931 ongeveer zooveel als christenen: noch de eene. noch de andere volkssoort haalt het cijfer 30.000. Voor de christenen, waartoe dus Latijnen en Schlsmatleken gerekend worden, zijn de be woners van scholen en kloosters en derge lijke Instituten meegerekend. De Roomsch- Katholleken, die roor heel Jeruzalem maar één parochie vormen, tellen nog geen 5000 zielen. Daar te daa «>ok nog een derde volks groep, «He zooals uit het voorgaande al blijkt, in de Heilige Stad de meerderheid vormt. En dat zijn de Joden. Toch vallen de Joden In Jerusalem niet blzonder op. Er zijn namelijk twee soorten van Joden duidelijk te onderkennen. Daar zijn v«x>reerst de rabbi’s, «He men Vrijdagsavonds verzameld vindt bij den Klaagmuur. Het zijn de s<Jxllderachtlge ver tegenwoordigers van een oud ras. Die ziet men even goed op straat tusschen de menig te. zelf altijd in het zwart, met hangkrullen langs het gezicht, met bleeke wangen en verwarde baarden, met bontwerk om den breed-geranden hoed. Als zij echte rabbijnen zijn, met bontjassen en soms <»k tabbaarden van kleurig fluweel. Het zijn de typen, «He Shakespeare aantrokken en waarop Rem brandt ons vergastte, tronies «He op de teekenstift van Herman Moerkerk wachten. Het zijn de Joden, zooals men «He aantreft in de Slavische landen. «ie Joden met den traglschen trek om den mond, en den gang alsof zij nog altijd door het woestijnzand schreden: de vertegenwoordigers van het oude volk. «He hun beschrijvers vonden in Heyermans ten onzent en de gebroeders Tharaud in Frankrijk, «He onder een tragi sche schaduw voortleven alsof bet dF scha duw der Ghetto's was. Maar naast deze bergt Jerusalem andere Joden van heel verschillend voorkomen: en het kan zijn, dat deze het evangelie van Marx boven den Talmud verkiezen. Deze hebben iets Ameriteaansch in hun voorkomen en doen evengoed aan Dultsche „Wander- burschen” denken. Zij dragen Schillerhem- den en rijbroeken, laarzen of sportkousen. ZJJ loopen blootshoofds of in leeren jekkers. Zü betreft, ran belang, daar het Rijk slechte bijdragen voor werkverschaffing verleent, de Provincie daarentegen belde vormen van werkloosheidsbestrijding steunt. terwijl zulks mede van beteekente te voor de vast te stellen loonregeling, zal deze nJ. bij werkverruiming tn het algemeen aldus die nen te zijn, dat de normale, ter plaatse geldende loonen worden toegekend, bij werkverschaffing zullen uit den aard der zaak maxlmumloonbepallngen moeten gel den, waarvan de vaststelling aan het Rijk moet worden ovei gelaten. Indien een gemeentebestuur voor subsi- dleering door Rijk en Provincie van een door haar ter hand te nemen werkverschaf- flngsobject In aanmerking wenscht te ko men, zal het zich met een daartoe strek kend verz«>ek tot den Minister van Blnnen- landsche Zaken en Landbouw en ons Col lege moeten richten en In dat adres de ge gevens moeten verstrekken, welke voor de beoordeellng van de aanvrage noodlg zijn, en voor wat de aanvrage aan de Pro vincie betreft In de voomoemde circu laire van 30 Januari 1929 zijn omschreven. Ons College zal zijne beschikking op eene dergelijke aanvrage eerst kunnen nemen wanneer de voornoemde Minister ten aan zien van de gevraagde Rijksbijdrage zal hebben beslist, zulks In verband met l^t feit, dat de vraag of naast het Rijkssubsl- dle <»k een provinciaal subs!dle kan wor den verleend en. zoo ja, tot welk percen tage. mede afhankelijk te van de grootte van de Rijksbijdrage; tusschen meergenoem- den Minister en ons College Is nj. over eengekomen, dat de gezamenlijke bedragen van Rijk en Provincie een zeker percentage niet mogen overschrijden en de gemeenten In elk geval ook zelf een deel van de koe ten dragen moeten. Hoewel de dezeizij«ls te nemen beschik king uit dien hoofde op «He van den Minis ter wachten moet, verdient het niettemin, ter bevordering van een vlotten gang van zaken, aanbeveling de aanvrage om een provinciaal subsidie te gelijk met die tot het verkrijgen ran eene Rijksbijdrage in te zenden. Ten aanzien van de subsldleering «foor de Provincie ran werken, welke bij wijze van werkverruiming worden uitgevoerd, zij op gemerkt, dat als grondslagen voor deze bU- diagen in het algemeen worden aangeno men het als gevolg van vervroegde uitvoe ring te lijden renteverlies en de eventueele hoogere kosten, voortvloeiend uit de te vol gen duurdere werkmethode. In verband daarmede te het gewenscht. dat bij eene aanvrage aan ons College om een subsidie voor werkverruiming mede de gegevens wor den verstrekt, waaruit dat renteverlies en bedoelde hoogere kosten kunnen worden be rekend. Mocht een gemeentebestuur ten aanzien van vra«en tetrettenda wwkvgracbair^r o( Ged. Staten ran Noord-Holland hebben de volgende circulaire aan de gemeente besturen gericht: Het te aan ons College in den laatsten tijd -meermalen gebleken, dat niet alle ge meentebesturen volledig kennis dragen van de wijze, waarop en van de voorwaarden, waaronder een provinciaal subsidie vcor werkverschaffing of werkverruiming kar. worden verkregen hetgeen uit den aard der zaak aan eene vlotte behandeling ran za ken In den weg staat. Uit dezen hoofde meenen wij goed te doen, onder verwijzing naar onze circulai res van 26 Mei 1926, No. 159 (Provinciaal Blad No. 32 van 1926) en 90 Januari 1929 No. 112, ten aanzien van bedoelde aange legenheid hierbij alsnog het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Het telken jare op de Provinciale be groot Ing voor de bectrljtllng der werkloos heid uitgetrokken bedrag van 200 000. dient In hoofdzaak voor het verleenen van bijdragen aan gemeenten voor door deze lichamen ter hand genomen werkverschaf fingen of met het oog op werkverruiming uitgevoerde werken. Het vplt niet gemakkelijk de grenzen tusschen weikverrohafflng en werkverrui ming scherp aan te geven, maar in het al gemeen kan toch wel worden gezegd, dat werkverschaffing aanwezig is, indien wer ken worden uitgevoerd, waarvoor geen ge- rchoolde arbeid te vereischt, en bij het ter hand nemen waarvan „het verschaffen ran werk” het hoofdmct'ef is; bedoelde werken kunnen op zichzelf ook zeker gewenscht worden geacht, maar om aan de uitvoering daarvan het karakter van werkverschaffing toe te kennen dient wel rast ts staan, dat zonder de werkloosheid aan die uitvoering binnen afzlenbaren tijd niet zou worden gedacht. BU werkverruiming is daarentegen in het algemeen te denken aan werken, welke ge schoolden arbeid veretschen en, ook los van elke werkloceheldsbestrtldlng, binnen af zlenbaren tUd voor uitvoering in aanmer king zouden komen, in het kort gezegd dus aan normale werken, sèaarvnn de uitvoe ring ten behoeve van de bestrijding ran de werkloosheid wordt vervroegd; ook kan voorts ran werkverruiming gesproken wor den, indien bU de uitvoering van normale werken niet de gebruikelUke en goedkoop ste werkmethode gevolgd wordt, maar, met het oog op de daardoor te scheppen groo- tere werkgelegenheid, aan eene duurdere meer arbeidsgelegenheid gevende werkwijze de voorkeur gegeven wordt. Of In een bepaald geval zan werkver schaffing o at werkverruiming gesproken moet worden te, voor wat de subsldleering Tr .<S,f V'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 13