Prikkeldraad
Het standpunt der Regeering
ALCOHOL EN BEN LINDSEY
Mgr. C. v. d. Vent
Te weinig vreugde
De ongevallenwet
PATER ANGELUS
JURRIUS O.P.+
EEN ONJUIST BEELD?
KON. OLIE
VRIJDAG 13 MEI
ALS DE LENTE DE BOOMEN TOOIT,
OP HET BINNENHOF
6 pCt. Dividend
NED. R.K. VOLKSBOND
DE COMMISSIE-WELTER
Wanneer komt het rapport?
Instelling veelzijdige
commissie
Ook door de metaalbewerk
afgewezen
De Provinciaal der Dominicanen
plotseling te Nijmegen
overleden
DE JEUGD VERACHT
ZICHZELF
Geen feitelijk tekort
LOONSVERLAGING
BIJ PHILIPS
Negen duizend ontslagen?
De noodkreet van een
Amerikaansch meisje
Rechtvaardige toepassing
Vergadering
van den Centralen Raad
Moties van de heeren C. Kuiper
en K. ter Laan ingetrokken
Wat gaat er gebeuren?
Ook gij, boter?
Slijk der aarde
Een werkzaam en heilig
priesterleven
r
DEN HAAG, 12 Mei *32.
De sociale zijde
Aanlokkelijke toezeggingen
Pro memorie
Vergeten commissie
de
Contingenteering
Toch verdere studie?
maal
Een begaafd priester
Het bestuur van den Centralen Bond
De
moet
De bekende schrijver der „Oproerige
Krabbels" in „Het Volk" heeft ontdekt, dat
er te weinig vreugde is in zijn partij.
Dan is het naar hij te verstaan geeft
bij de katholieken anders en beter.
En na vermeld te hebben, hoe men te
Tilburg in de meest blije stemming feest
vierde bij het* jubileum eener geestelijke
Orde, gaat hij voort:
Een groot aantal P.T.T.-kantoren en hulp
kantoren zal zeer binnenkort slechts 5 of 6 uur
per dag worden opengesteld.
Donderdagmiddag om drie uur is te Nijme
gen nadat het H. Oliesel nog kon worden
toegediend plotseling overleden de hoogeerw.
pater Angelus Jurrius O P. provinciaal van de
Nederlandsche provincie der paters Dominica
nen.
De thans ontslapene werd den len Januari
187# te Nijmegen geboren. HU studeerde aan
het 8t. Domlnicus-college te Nijmegen, trad In
de orde der Dominicanen den 12en Septem
ber 1893 en werd den 12en Augustus 1900 door
Mgr. van Baars, apostolisch-vlcaris van Cu
racao tot priester gewijd. Na enkele jaren hoo-
gere studie aan de universiteit van Amsterdam
werd pater Jurrius in 1907 benoemd tot pro
fessor in de chemie en later tot novicenmeester
in het Dominicanenklooster te Zwolle.
In 1900 werd hy door Mgr. van de Wetering
benoemd tot inspecteur van het aartsbisschop
pelijk schooltoezicht in de dekenaten Deventer
en Zwolle en in 1910 tot adviseur van den
bond van katholieke openbare onderwijzers in
het Aartsbisdom Utrecht.
fla de vervulling van deze belangrijke posten
werd pater Jurrius in Mei 1928 aan het hoofd
gesteld van de Nederlandsche provincie der
Dotninlcanep. die hij tot nu toe bestuurde.
geweldig uiteenloopende en genuanceerde ge
vallen. die zich kunnen voordoen. Vooral treedt
dit aan den dag bjj het vaststellen van het cau
saal verband tusschen het letsel en het ongeval.
Hier komen dikwijls bijfactoren In het spel, die
voor den leek zeer moeilijk zijn te beoordeelen
(b.v. een reeds bestaande ziekte, die ter gele
genheid van het ongeval aan het licht komt)
en die dan den buitenstaander, wanneer de
Rijksverzekerlngsbank op grond van de wet
niet anders dan afwijkend beschikken kan, al
gauw het verwijt in den mond geven, dat de
wet niet sociaal wordt uitgevoerd. Hetzelfde
geldt voor de beroepsorganen, wanneer zij zich
verplicht zien, later een gunstige beschikking
van de Bank te vernietigen.
r
Op een ander spoor
Wat wél kan. is ten aanzien van bepaalde
punten, waarop' de jurisprudentie aan de hand
van de wet een weg is Ingéklagen, dien men lie
ver niet wenscht, de wet zelf wijzigen, zoodat
daarmede automatisch de rechter, zooals Mi
nister Verschuur het uitdrukt, „op een ander
spoor wordt gebracht". Dit is b.v. mogelijk in
betrekking tot het begrip ..kostwinnerschap" of
tot de verhouding tusschen de ouders en de
kinderen, die bij hen werkzaam zijn. Want ten
aanzien van dit laatste punt is nog onlangs een
uitspraak van den Centralen Raad van Beroep
afgekomen, die den arbeid dezer kinderen niet
beschouwt als arbeid in dsn zin der Ongevallen
wet. Dit onverzekerd blijven van een vrij be
langrijke groep, die onder de wet zou moeten
vallen, bevredigt velen niet. En hier ware dus
aanleiding, om tot wetswijziging te komen.
In de Donderdag gehouden vergadering van
commissarissen van de N.V. Koninklijke Neder*
landsche Maatschappij tot Exploitatie van
Petroleumbronnen in Ned. Indië werd besloten
aan de algemeene vergadering van aandeel
ders voor te stellen over het boekjaar 3931 een
dividend uit te keeren van 6 pet.
van
Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Telefoon
personeel (C.BJ’.T.T.) schrijft ons:
De meening heeft ingang gevonden, dat ook
bij het Staatsbedrijf P.T.T., tengevolge van de
slechte tijdsomstandigheden, over het begroo-
tlngsjaar 1932 op een tekort moet worden ge
rekend. De opbrengst bij P.T.T., die over de
eerste maanden van dit jaar beneden de raming
is gebleven, geeft oogenschUniyk aan deze mee
ning steun.
Hierdoor ontstaat echter een onjuist beeld
van de werkelijke, kerngezonde flnancieele po
sitie van dit Staatsbedrijf. Op de P.T.T.-begroo-
tlng voor 1932 is nJ. bij voorbaat een post van
vier mlllloen gulden gereserveerd, die als winst-
saldo in de schatkist wordt gestort. Pas wanneer
het tekort grooter zou worden dan 4 mlllloen
gulden, zou van een begin van een werkelijk
tekort gesproken mogen worden.
Het bestuur van den C.B.P.T.T. schrijft nu,
dat deze vooruit gereserveerde winstpost van
vier mlllloen gulden niet op eenige wettelijke
verplichting steunt en daarom verlangd mag
worden, dat dit bedrag in de bedrijfskas blijft.
De contingenteering van schoeisel, tricotgoe-
deren, wollen? en halfwollen stoffen en boven-
kleedlng heeft heden nog alleen den sociaal
democraat Ijzerman op het spreekgestoelte ge
bracht. „Un homme avertl en vaut deux". Der
halve drukte hij zich bij deze wetsontwerpen
wat voorzichtiger en minder politiek uit dan
bij de vleeschcontingenteering. toen hij na zijn
insinuatie aan rechtsche boerenvrienden, dat
zij met hun geestdriftig steunen van den maat
regel een verkiezingsspelletje speelden, door een
deel zijner fractie in den steek gelaten werd en
later tegenover de twee dappersten, die openlijk
van hun tegenovergesteld gevoelen blijk gaven,
moest terugkrabbelen per ingezonden stuk in
de Arbeiderspers. Dit neemt echter niet weg. dat
eigenlijk alleen de contingenteering der tricot-
goederen s heeren IJzermans onverdeelde in
stemming heeft.
Het debat over de uitvoering van de Onge
vallenwet heeft een bevredigend verloop gehad,
een zóó bevredigend verloop, dat zich zelfs het
zeldzame feit voorde»..an de Intrekking eener
soclaal-democratlsche motie. De heer Kuiper
had de zijne ook wel reeds ingetrokken, het
geen niet zoo’n wonder is, want aan de rech
terzijde is men op dit stuk nu eenmaal altijd
wat toegevender, maar K. ter Laan sloeg, toen
zijn motie (die met het eerstgeboorterecht, al
werd zij later overvleugeld door haar Katholieke
concurrente) wederom alleen stond, de kans op
aanneming zoo laag aan, dat ook hij capituleer
de en haar terugnam.
Het gevolg hiervan kan niet anders zijn dan
dat handel en verkeer hiervan mede de nadee-
lige gevolgen zullen ondervinden. Op deze
wijze meent de Administratie P.T.T. eenige dui
zenden personen in sommige dagbladen
reeds geschat op 9000 te kunnen ontslaan,
waarvan de groote massa op Maatschappelijk
Hulpbetoon en Armenzorg zal zijn aangewezen.
Het bestuur voomoemd heeft groote onrust
onder het P.T.T.-personeel geconstateerd, ook
onder dat deel, dat tenslotte den dienst gaande
In het algemeen genomen, ontkent Minister
Verschuur dat d«. wet onsociaal zou worden
uitgevoerd. De wet zelf ziet de invaliditeit als
maatschappelijke invaliditeit. En al kan het
invalldlteltspercentage nu eenmaal niet anders
dan op technisch-medlsc..e wijze worden vastge
steld. ’n taak, die voor ’n gewoon medicus te
zwaar is en die 'n corps van gespecialiseerde ex
perts vordert, de medici, die zich met dit werk
belast zien, en ook de aanpasslngsagenten. die
niets anders doen dan geval voor geval de be-
drijfstechnische mogelijkheden nagaan, zijn
voldoende van de sociale zijde van hun beroep
doordrongen, om de wel eens overdreven klach
ten te ontzenuwen. Stonden b.v. niet, aldus de
bewindsman, menschen uit alle kringen aan
het graf van den pas overleden dr. Brocx, die
zijn leven aan deze taak gewijd heeft?
Juist het feit, dat de wet zoo sociaal en niet
koud en ongevoelig wordt toegepast, is volgens
Minister Verschuur 601 van de oorzaken, dat de
reserve van de Rijksverzekerlngsbank Inteert.
Doch om voor de toekomst nog verder in deze
richting te streven, wordt bovendien nog ge
werkt aan eene Commissie van Overleg, die
zooveel mogelijk eventueele klachten zal op
vangen en als een zeef zal werken tusschen de
Bank en de administratieve rechtspraak.
Was het van den Minister na al deze tege
moetkoming een overdreven vraag, een ver
keerd advies aan de heeren Kuiper en Ter Laan,
om nu hun moties maar in te-trekken en ze
„pro memorie in de Handelingen te laten
staan.”? Er was bovendien voor de Kamer de
groote moeilijkheid, om tusschen de moties, die
nogal op elkaar leken, te kiezen. En om de deur
dicht te doen, kwam Nestor Heemskerk
met grondwettelijke bezwaren aandragen. In
derdaad school er in belde wel een zweempje
van ciitiek op de rechterlijke macht. Dat tast
hare onafhankelijkheid aan. En derhalve waren
ze voor den krassen oud-minlster absoluut te
veroordeelen.
De financieels positie van
het staatsbedrijf P. T. T.
van belang tegenover den zielenood, waar
aan zijn Jeugd, zijn toekomst dreigt ten
gronde te gaan. Wanneer zal het eindelijk
eens meer waarde gaan hechten aan de
eeuwige waarde van de ziel van zijn kinde
ren dan aan de wisselvallige en zeer tyde-
lljke waarde of onwaarde zijner effecten in
de lekke brandkast?
Sally Martin heeft den vrijgeesten, die de
jeugd zonder moraal en zonder zelfbeheer-
schlng willen opvoeden tot de slavernij der
matelooze passies, een schrikwekkenden
spiegel voorgehouden. Mogen zij er in kij
ken en zien hoe leelijk zij zijn. Hebben wij
niet het volste recht en den heiligen plicht,
met alle kracht en overtuiging ons te ver
zetten tegen een ieder, die. bewust of on
bewust, onze kinderen tracht te besmetten
met de ziekte der Amerikaansche jeugd?
Overigens heeft Minister Verschuur nog eens
uitnemend in groote lijnen het stelsel van de
Ongevallenwet uitgestippeld. De groote moei
lijkheid. zooals die nu eenmaal bij alle wetten
voorkomt, is ook hier, de groote hoofdregels
zoo rechtvaardig mogelijk toe te passen op de
Minister Verschuur'* toezeggingen waren
dan ook wel aanlokkelijk geweest. Zij culmi
neerden hierin, dat bij door een kleine commis
sie uit ambtenaren van zijn departement en
van de Rijksverzekerlngsbank zal doen nagaan,
of zich uit de klachten, by deze debatten ge
rezen, een bepaald concreet terrein laat afba
kenen. dat voldoende duidelijk omlynd is, om
in aanmerking te kunnen komen voor een on
derzoek door eene commissie, waarin allerlei
deskundigen, mede natuurlijk vertegenwoordi
gers van de werkgevers- en arbeidersorganisa
ties. zullen zitting hebben. Nu maar dadelijk zulk
eene commissie te gaan Instellen wat de
wensch was. leek den bewindsman wat over
haast en ook weinig vruchtbelovend.
Het Tweede Kamerlid Van Rappard heeft aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken de vol
gende vraag gesteld:
Wil de Minister mededeelen, wanneer het eer
ste deel van het rapport der Bezuiniglngs-com-
missie Welter, dat reeds eenigen tijd geleden
gereed Is gekomen en aan de Regeering is aan
geboden, openbaar gemaakt zal worden? i
Mocht nu het onderzoek van de kleine ambte-
naren-commlssle het nut aanwjjzen van ver
dere studie, dan zal de in te stellen grootere en
veelzijdige commissie eventueel vooral hebben
Kuiper aangeroerd, nJ. de vraag, of de verant-
derende bedrijfsomstandigheden met de daaraan
ook in normalen tijd verminderde kans voor
getroffenen door een ongeval op het vinden van
werk een voldoende motief vormen, om door
wetswijziging aan art. 18 van de Ongevallenwet
een andere, ruimere toepassing te waarborgen.
Aan de toepassing, zooals die thans geschiedt,
valt niet te tomen. Zij geschiedt volgens de lij
nen, uitgestippeld door de jurisprudentie van de
beroepsinstanties. En sommigen b.v. de heer
Drop mogen nu in bepaalde gevallen klagen,
dat daarin een in hun oogen goede beslissing
van de Rijksverzekerlngsbank vernietigd en al
dus voor de toekomst onmogelijk gemaakt is,
dit neemt toch niet weg. dat men nu eenmaal
niet buiten deze administratieve rechtspraak
kan. En wie rechspraak wil en dat wenscht
natuurlijk ieder wil Iets, waarop hij geen cri-
tiek wil uitoefenen. Dat formuleerde de Minister
zoo zeer goed en bondig.
Met den Hoogeerw. Pater Jurrius is een bui
tengewoon verdienstelijk en begaafd priester
heengegaan. Als Provinciaal wist hy de achting
en sympathie van allen te verwerven, doch ook
in de daarvoor liggende periode deed hjj uit
stekend werk. De moraal-theologle had zijn bij
zondere liefde en het waren niet alleen zijn
Ordegenooten, die hem als moralist op prijs
wisten te stellen.
Zjjn studie voor het doctoraat had hij reeds
beëindigd, doch gepromoveerd is hij nimmer,
omdat hij onverwachts benoemd werd tot pro
fessor.
Tijdens het provlncialaat van den Hoogeerw.
Pater van Breda, oefende de overledene de func
tie uit van secretaris van den Provinciaal en
het was in deze Jaren, dat hij met kracht werk
te aan de verbetering en uitbreiding van de stu
die. Hy zond verschillende Ordegenooten naar
de unlversltelten te Rome en Freiburg, naar
Frankrijk en Engeland, waar ze hun aanvullen
de studies volbrachten.
Als Provinciaal stichtte hjj het Dominicaner
College te Neerbosch en In zijn provin-
cialaat werd tevens begonnen met den bouw
van het nieuwe klooster te Nijmegen. Helaas
beeft hij de plechtige inwijding van dit kloos
ter niet meer mogen beleven.
Op Zaterdag 23 April bracht de Hoogeerw. Pa
ter Jurrius nog een bezoek aan de pastorie van
de kerk van den H. Thomas van Aquine aan de
Vechtstraat te Amsterdam en den daarop vol
genden Woensdag had hU reeds het voornemen
gemaakt, ter gelegenheid van het vertrek van
Mgr. Vernet, den dag in de Amsterdamsche
pastorie door te brengen, toen hU plotseling
door een ongesteldheid werd overvalleh.
De ziekte liet zich niet ernstig aanzien en de
laatste dagen voelde Pater Jurrius zich zelfs
weer opgeknapt. Donderdagmiddag echter ver
anderde eensklaps de toestand en geheel on
verwacht kwam de dood.
In November 1929 ondernam Pater Jurrius
een vlsitatierels naar Curacao en Portorico,
waarvan HJ in Mei 1930 terugkeerde.
De algemeene vergadering van den Centralen
Raad van den Ned. R. K. Volksbond zal worden
gehouden op Maandag 8 Juni a.s„ des morgens
om half elf in de Sociëteit „St. Bavo”. Smede-
«traat 23. Haarlem.
De agenda vermeldt o. m. de verkiezing van
drie leden in het centraal bestuur wegens perio
diek aftreden van de heeren P. Dekker, Th. J.
H. Mouwens en L. H. van Rooyen. De aftreden
den stellen zich herkiesbaar. Tot 8 Mei as. is
gelegenheid tot het stellen van candidate"
Hoezeer men trouwens tegenover de zucht
van Kamerleden, om commissies in te stellen,
op zUn qui vive moet zUn. bewees het geval Dr.
Vos, die den Minister beloofde, eventueel tegen
de moties te zullen stemmen, indien hy het
vraagstuk der onvolwaardlgen eens door eene
commissie wilde laten bezien. De liberale me
dicus zag daarbü geheel voorbij, dat in den
staatsalmanak reeds jarenlang zulk eene com
missie prijkt en wel behoorlijk toegerust met
eene subcommissie, die speciaal de positie der
onvolwaardige arbeiders in verband met de On
gevallenwet bestudeert. Wèl merkte Dr. Vos
hier tegenover spUtig op. dat dit lichaam een
kapstok is, doch hU leverde met die Interruptie
tegelUk een argument, om toch vooral in het
gebouw onzer sociale voorzieningen nog niet
zoo n tweeden kapstok te gaan aanbrengen.
„Ook wjj kunnen daar een voorbeeld aan
nemen. Ik heb het geval van Eén Mei hier
en daar en overal eens aandachtig bekeken.
Heel veel goeds, zeker! Een oneindige stij
ging bij vroeger, zonder twijfel! Maar geen
feest genoeg. Te veel dans.van ande
ren, te veel voorgedraag, te veel gerede voer.
Te weinig vreugde. En wie aan die
vreugde de volle maat niet geeft, vindt
straks het chagrijn met het heft in han
den. Alléén onze Jeugd heeft er iets van in
de gaten, en trommelt en hupst en zingt
huizen-hoog, al moet óók daar op den duur
meer vaart in komen
Vreugde, schoone vonk der góden. Neder
land wacht op u. Maar vooral het Roode
Nederland!”
Volgens Sally Martin, die tal van voor
vallen en ervaringen uit haar onmlddeliyke
omgeving aanhaalt, geven de meest trieste
Amerikaansche society-films slechts een
zwak beeld van de matelooze ontaarding,
waaraan de hedendaagsche Amerikaansche
Jeugd in drankzucht en losbandigheid is
ten offer gevallen. Neo-Malthusianisme, sa
menleving vóór het huwelijk, volslagen ge
mis aan schaamtegevoel en kuischheid,
kenmerken de jeugd. Juist in de zgn.
„betere" standen. En dit alles wordt niet al
leen niet afgekeurd en bestreden, maar voor
volkomen normaal gehouden. Zoo be
schouwt men het ook als „normaal”, dat
men in Sally Martin's woonplaats zoowel
op straat als in de theaters, als in de ho
tels, als in de restaurants, als in de dansge
legenheden, kortom overal dronken men
schen aantreft. Men drinkt er om het drin
ken, en als er geen drank is verveelt men
zich. Wanneer men geen alcohol schenkt,
verliest men zijn vrienden. Het zijn vooral
de Intellectueelen en de beter gesitueerden,
die zich openlijk bedrinken. Men geldt een
voudig voor een zonderling, wanneer men
niet drinkt. Dit zijn flus de afschuweljjke
en weerzinwekkend^ resultaten van een
drooglegging, waaraan de dranksmokke
laars millioenen dollars verdienen en dui
kenden menschen hun leven naar ziel en
lichaam verliezen.
Tenslotte stelt de schrijfster de vraag:
„Waarom moeten wij jongens en meisjes
geofferd worden, om enkele drinkebroers te
redden, die, dronken of nuchter, toch ten
slotte bij het leger des hells belanden?
Het gaat hier om jongens en meisjes met
goede namen en van goeden huize. ZU wor
den opgeofferd aan een theorie. En zij zel-
ver betreuren dat. Wij van de Jongere gene
ratie willen zoo’n leven niet leiden. Wij
verachten het in ons binnenste Maar wjj
zijn grootgebracht in den verfoeilijken kud
degeest.
De omstandigheden maken ons ziek. WIJ
boemelen den ganschen nacht en zijn des
morgens treurig van afschuw over onze
levenswijze en 's avonds gaat het precies
weer zooals den vorigen keer. Ik wed, dat
de meesten van ons, jongens en meisjes,
gelukkig zouden zijn, wanneer deze koorts
achtige Jacht naar opwinding eens ophield.
Wy smachten naar een reinere wereld.
Onze ouders, die ons moesten helpen,
verdoen hun tijd met confereeren, verdedi
gen of vervloeken ons. Eigenlijk is dat voor
ons precies hetzelfde. Ondertusschen wach
ten wy op redding. Wy wachten reeds lang
en zijn moe van het wachten geworden.
Misschien zullen wy eens heelemaal niet
meer gered willen worden.”
Is er een triestere bekentenis denkbaar
dan deze vertwijfelde opmerking, dat eens
misschien ook het laatste Innerlijk verzet
van de Jeugd tegen deze ten hemelschreien
de wantoestanden zal zijn uitgeroeid?
Arm Amerika! De economische nood,
waarmede het heden kampt, is nauwelijks
zooveel
dan de arme stakkers.
ontevredenheid der massa immers
voortdurend de gelederen der socia
listen aanvullen en versterken.
En hoe kan men de massa nu gamak*
keiyker ontevreden maken dan door steeds
maar te wijzen op maatschappelijke onge
lijkheid en dikbuikige kapitalisten af te
beelden, die arme drommels vertrappen!
’t Is voor de heeren echter altijd een
beroerd ding, dat er ook In rooden kring
particulier aan kapitalisme gedaan wordt
en dat ook onder partijgenooten salaris
sen enz. worden opgestreken, welke den
armen rooden drommel evenzoovele erger
nissen zijn.
In de socialistische pers doet men steeds
vreeselijk verontwaardigd, als in kringen
van tegenstanders gewezen wordt op dit
roode kapitalisme, waaruit telkens weer
blijkt, dat de natuur sterker is dan de
leer, maar nu heeft „Het Volk” zelf ons
zoo’n geval aan de hand gedaan en dus
mogen wij t hier ook wel even étaleeren.
Het betreft den afvalligen Stenhuls.
Voor eenigen tijd hield Stenhuls voor de
O.S.P. een rede te Haarlem, en sprak toen
o.a. over de goed gesitueerde bestuurders
der S.D-AJ». en moderne vakbeweging.
Direct hierop verscheen in „Het Volk”
van het bestuur van het N. V. V., waar
Stenhuls vroeger voorzitter van was, een
waarschuwing.
Deze waarschuwing behelsde onder an
dere dat, wanneer Stenhuls op dezen weg
bleef voortgaan, zij een boekje zouden open
doen van wat Stenhuls vroeger aan salaris
verdiende als voorzitter van N. V. V„ als
Kamerlid, als secretaris van den Int. Fa-
brieksarbeidersbond enz.
Stenhuls heeft na deze bedreiging gezwe
gen als het graf, en het N. V. V.-bestuur
heeft zyn bedreiging dus niet ten uitvoer
behoeven te brengen.
„De Tribune” maakt van het heibeltje
natuurlijk echter handig gebruik door nu
te verkondigen, dat Stenhuls in zijn ver
schillende functies indertijd *n salaris van
ongeveer veertienduizend gulden genoot,
endat „Het Volk” degenen, die in-
dertyd daarop wezen, als lasteraars heeft
uitgemaakt, omdat Stenhuls toen nog
partygenoot was....
In tusschen
Veertiendulzend gulden!
Voor een groot deel geklopt uit de zak
ken der „verdrukten”, waarvoor Stenhuls
in zijn N. V. V.- en I. F. A. B.-functies met
zoo groote liefde opkwam.
Als *t gaat om het slijk der aarde, wordt
de afstand tusschen woorden en werken
wel heel groot.
Er is dus te weinig vreugde in het socia
listische kamp. En te weinig feest op „Eén
Mei,” ondanks de „oneindige stijging by
vroeger."
Kan men er zich over verwonderen?
Natuuriyk niet.
Of meent men. dat stelselmatig het z.g.
„evangelie der ontevredenheid” kan worden
gepredikt, zonder dat dit wrange vruchten
afwerpt en de gemoederen verbittert en
verzuurt?
Door hun jarenlange agitatie en niet
minder door hun telkens weer oplaaiende
onderlinge twisten hebben de socialisten in
wijden kring een sfeer geschapen, waarin
voor de vreugde maar al te weinig plaats
overbleef.
Heel wat levensblijheid is daardoor ver
nietigd, of in de kiem gesmoord. He:! wat
wantrouwen gezaaid, dat onherstelbaar en
ten slotte zich ook keerde tegen den eigen
partijgenoot.
Vooral het Roode Nedèrland wacht op
meer vreugde, zegt de schrijver in „Het
Volk."
Wij gelooven hem graag.
Maar wil hij zijn wensch verwezeniykt
zien, dan zal er iets moeten veranderen, en
niet weinig, in het wezen en in de propa
ganda van het socialisme!
De Algemeene Nederlandsche Metaalbewer-
kersbond te Eindhoven heeft in een drukbe
zochte vergadering op advies van bet hoofdbe
stuur de voorstellen van de directie In vake de
loonsverlaging met algemeene stemmen ver
worpen.
Na de fabrieksarbeiders hebben nu dus ook
de metaalbewerkers de loonsverlaging absoluut
verworpen.
Uit het feit, dat nog niets er op wijst, dat
dit Inderdaad zal geschieden, moet, aldus ge
noemd bestuur, de groote ontstemming ver
klaard worden, die dezer dagen onder het
P.T.T.-personeel valt waar te nemen. Het per
soneel weet, dat er van een feitelyk tekort
nog geen sprake is en is desondanks plotseling
overvallen met een zeer groot aantal extra-
bezuinlglngsmaatregelen (los van en nog vóór
het bekend worden van het rapport der Bezul-
nigingacornmbisie-Welter)waarin ook het pu
bliek belang betrokken wordt.
In de groote steden zal, naar in de pers
werd medegedeeld, van de 4 postbestellingen er
één vervallen; in de kleinere steden en op het
platteland wordt de tweede bestelling opge
heven.
zal moeten houden, omdat dit laatste, door
nieuwe werktydverlenging, arbeidsvoorwaarden
krijgt opgelegd, die aan de ouderen nog slechts
uit de jaren omstreeks 1900 bekend zyn.
Het bestuur van den CB PT.T. zal zich tot
verschillende officleele instanties wenden om
te waarschuwen tegen de z.i. noodlottige ge
volgen van een en ander beperking van dien
sten en sterke uitbreiding werkloosheid en
daarbU den eisch stellen, dat de vier mlllloen
gulden winst, die vóóruit op de begroeting is
gereserveerd, in de kas van het Staatsbedrijf
P.T.T. behoort te blüven.
Een Duitsch tijdschrift, dat door onge-
loovige jongeren geredigeerd wordt op een
wUze, welke het teneenenmale ongeschikt
maakt voor een plaats op welke leestafel
dan ook, heeft kortgeleden een speciaal
nummer uitgegeven, gewijd aan het jonge
meisje van heden.
Erg belangrijk is dit nummer niet. De
zelfde schaamtejooze vrijmoedigheid en
anecdotische en dilettantische behandeling
van hoogst serieuze vraagstukken waar
door de redactie van dit tijdschrift zich
kenmerkt, komen ook in dit nummer tot
uiting, zoodat het geclassificeerd moet wor
den onder de hoogst ongewenschte buiten -
landsche kioskenlectuur, die nog steeds niet
door invoerverboden of contingenteerlngs-
maatregelen wordt getroffen. De zorg voor
de ekonomische welvaart schijnt nog altyd
belangrljker dan die voor de moraliteit des
volks.
In dit overigens beter ongelezen te laten
nummer komt evenwel één bydrage voor,
die om haar schrijnende en wanhopige op
rechtheid waard is te worden aangehaald,
al was ’t alleen maar om den vrijen moraal
predikers hier te lande te toonen tot welk
een tragische verwording hun leerstellingen
in de practyk leiden en noodzakelijk moe
ten leiden.
Sally Martin, een Amerikaansch society-
meisje, dat met een welhaast ontstellende
openhartigheid haar deelname aan de ze
denverwildering der huidige Amerikaansche
jeugd bekent, schrijft uit de volheid van
haar tot walging toe verzadigd gemoed o.a.
het volgende:
„Jarenlang heb ik meegedaan aan dans-
partytjes- van college-Jongens en college-
melsjes, en altijd stroomde daarbij de al
cohol. Of zij dronken waren? zy voelden
zich zoo ziek en misseiyk dat zy met heete
koffie en yscompressen moesten worden by-
gebracht, vóór zij bleek en waggelend naar
huis konden worden gebracht. Zoowel met
jongens als met meisjes was dit het geval."
Dezen toestand noemt zy zoo algemeen,
dat het overbodig is om statistische cUfers
te geven. Nog nooit hebben in Amerika zoo
veel Jonge menschen zelfmoord gepleegd hls
thans. Nóg nooit maakten zooveel Jonge
menschen in Amerika zich schuldig aan
allerlei misdaden. „In de stad, waar ik
woon," schryft zij „werden onlangs alle
jongens en meisjes der hoogere klassen van
16 tot 18 Jaar geneeskundig onderzocht, en
daarby bleek, dat 27 procent van hen reeds
door 'n afschuwelijke geslachtsziekte waren
aangetast.”
Wie heeft daaraan schuld? De moeders,
omdat zij haar kinderen naar de hoogere
scholen stuurden? De scholen, omdat zy
jongens en meisjes tezamen opvoedden? De
jongens en meisjes zelf, omdat zy van een
onverzadigbare nieuwsgierigheid naar ze
kere geheimenissen zyn bezeten? Zoowel de
moeders als de scholen als de jeugd zelf
hebben schuld, verklaart Sally Martin. Maar
de grootste schuld ligt o.l. by de theoreti
sche ondergravers van de moraal, die vol
gens het recept van Ben Lindsey stelselma-
tigkle geesten van Jnog en oud met hun ver-
derfeiyke bedenksels vergiftigen.
zou
mogen worden Ingevoerd 529 ton boter,
er werd, volgens het „Hdbd.” in die pe
riode echter geïmporteerd 700 ton; t— het
blad merkt verder nog op, dat Europeesch
Rusland in de laatste week van April nog
345 ton boter zond!
Terwyi het contingent voor dit land nog
niet ten volle 50 ton bedroeg!
Het contingent werd dus zeven
overschreden.
De vraag ryst, of we nou werkeiyk
heelemaal niet contingenteeren kunnen.
Na het echec met schoenen en confectie
deze mislukking van de boter-contlngen-
teerlng; deze boter-lawine. terwyi we
ons in Nederland suf prakklseeren, hoe
we de binnenlandsche boter tegen kost-
prijs geconsumeerd zullen krijgen!
Mgr. C. van de Ven, 18 Juni 1865 te Oirschot
geboren, studeerde aan de Seminaries van het
bisdom Den Bosch. Reeds als student op het
groot-Seminarie ie Haaren gold Mgr van de
Ven onder zUn collega's als een phllosophlach
en theologisch gezag en als geleerde genoot hü
in Amerika een groot vertrouwen. Tydens zUn
laatsten overtocht naar zyn vaderland werd hU
verrast met de promotie tot eere-doctor In de
letteren van de Katholieke Universiteit van
Pittsburg.
Ook om zyn karakter werd hU algemeen ge
respecteerd.
Mgr. Godschalk wydde 31 Mei 1890 den veel-
belovenden leviet tot priester in de Kathedraal
van St. Jan te ’s-Hertogenbosch. In 1890 tot
kapelaan benoemd in New-Iberia van het bis
dom Natches, had hy reeds in 1891 zyn eerste
pastoor-plaats te Jennings en in 1892 zyn
tweede te Lakes-Charles gekregen. Van hieruit
bediende de nieuwe pastoor vele mlssie-bUpos-
ten en leidde een echt missionarisleven. In 1902
volgde zyn benoeming als pastoor te Baton-
Rouge: meteen werd hy consultor van den bis-
schop. Twee jaren later. 10 Augustus 1904. volg
de zjjn benoeming tot blsschop van Natchitoches
Monseigneur was toen 39 jaar oud. In 1910 werd
zyn bisschopszetel op last van Paus Pius X
verplaatst naar Alexandrië, een bisdom, dat
sinds 1853 bestond, en waar hem drie Fransche
bisschoppen waren voorafgegaan Monseigneur
stichtte in zyn diocees, dat een blanke en een
zwarte bevolking heeft, vele nieuwe mlssle-bU-
posten, bouwde kerken en te Alexandrië een
weeshuis, waarvan hy persoonlyk het bestuur
voerde
De rust, welke Mgr. voor eenige jaren In zyn
geboorteplaats Oirschot kwam zoeken, werd toen
enkele dagen verstoord door een spontane en
geestdriftige hulde, zooals onze Katholieke Bra
banders. door traditie van eeuwen, dat weten
te doen.
Heel het Bossche diocees, heel de Bossche
geestelijkheid, die toen meeleefden In de hulde
aan een barer groote zonen gebracht, zal nu
treuren by de lykbaar van den kerkvorst, die
in de Vereenigde Staten van Amerika rusteloos
en met gebruik van al zyn groote talenten, zoo
onnoembaar veel heeft gedaan voor de verbrei
ding van Gods Kerk en tot heil der aan hem
toevertrouwde zielen. -
Morgen gaat de Kamer na een comlté-gene-
raal voor bespreking van inwendige aangele
genheden met deze ontwerpen door. Er zyn ook
amendementen. En opnieuw zetelt Minister
Verschuur achter de Regeeringstafel. Hy heeft
in deze tyden toch wel een héél zware taak.
En des te meer moet men de wyze bewonde
ren, waarop hy zich deskundig, geestig en de-
geiyk van die taak kwyt. Het moge nu een dé
tail van den Econgpilschen Raad, een geval uit
de praktyk van de Ongevallenwet, de al of niet
noodzakeiykheld van contingenteering van een
of ander onderdeel van ons costuum betreffen,
in één week tyd staat hU ten aanzien van al
die onderwerpen zyn mannetjes. En afdoende.
Met de contingenteering van schoenen
is het mlsgeloopen, omdat er veel meer
schoenen binnenkwamen dan de contin
genteering toestond.
En de contingenteering van confectie
werkte niets uit, ^>mdat er niet naar de
hoeveelheid, doch naar de geldswaarde
werd gerekend.
Nu schynt er ook met de contingentee
ring van boter iets niet in den haak te
zyn:
in de periode van 1 Maart1 Juli
De socialisten van alle schakeeringen
zyn wel genoodzaakt, voortdurend te
schamperen tegeh de kapitalisten, tegen
de heeren met de groote Inkomens, die zich
méér luxe kunnen permltteeren
Z. H. Exc. Mgr. C. v. d. Ven, bisachop van
Alexandrië (V. 8) die reeds eenigen tyd ernstig
ongesteld was. Is volgens telegrafisch bericht
aan de .Maasbodeop byna 67-jarigen leeftyd
overleden.