Prikkeldraad Het standpunt der Regeering ALCOHOL EN BEN LINDSEY Mgr. C. v. d. Vent Te weinig vreugde De ongevallenwet PATER ANGELUS JURRIUS O.P.+ EEN ONJUIST BEELD? KON. OLIE VRIJDAG 13 MEI ALS DE LENTE DE BOOMEN TOOIT, OP HET BINNENHOF 6 pCt. Dividend NED. R.K. VOLKSBOND DE COMMISSIE-WELTER Wanneer komt het rapport? Instelling veelzijdige commissie Ook door de metaalbewerk afgewezen De Provinciaal der Dominicanen plotseling te Nijmegen overleden DE JEUGD VERACHT ZICHZELF Geen feitelijk tekort LOONSVERLAGING BIJ PHILIPS Negen duizend ontslagen? De noodkreet van een Amerikaansch meisje Rechtvaardige toepassing Vergadering van den Centralen Raad Moties van de heeren C. Kuiper en K. ter Laan ingetrokken Wat gaat er gebeuren? Ook gij, boter? Slijk der aarde Een werkzaam en heilig priesterleven r DEN HAAG, 12 Mei *32. De sociale zijde Aanlokkelijke toezeggingen Pro memorie Vergeten commissie de Contingenteering Toch verdere studie? maal Een begaafd priester Het bestuur van den Centralen Bond De moet De bekende schrijver der „Oproerige Krabbels" in „Het Volk" heeft ontdekt, dat er te weinig vreugde is in zijn partij. Dan is het naar hij te verstaan geeft bij de katholieken anders en beter. En na vermeld te hebben, hoe men te Tilburg in de meest blije stemming feest vierde bij het* jubileum eener geestelijke Orde, gaat hij voort: Een groot aantal P.T.T.-kantoren en hulp kantoren zal zeer binnenkort slechts 5 of 6 uur per dag worden opengesteld. Donderdagmiddag om drie uur is te Nijme gen nadat het H. Oliesel nog kon worden toegediend plotseling overleden de hoogeerw. pater Angelus Jurrius O P. provinciaal van de Nederlandsche provincie der paters Dominica nen. De thans ontslapene werd den len Januari 187# te Nijmegen geboren. HU studeerde aan het 8t. Domlnicus-college te Nijmegen, trad In de orde der Dominicanen den 12en Septem ber 1893 en werd den 12en Augustus 1900 door Mgr. van Baars, apostolisch-vlcaris van Cu racao tot priester gewijd. Na enkele jaren hoo- gere studie aan de universiteit van Amsterdam werd pater Jurrius in 1907 benoemd tot pro fessor in de chemie en later tot novicenmeester in het Dominicanenklooster te Zwolle. In 1900 werd hy door Mgr. van de Wetering benoemd tot inspecteur van het aartsbisschop pelijk schooltoezicht in de dekenaten Deventer en Zwolle en in 1910 tot adviseur van den bond van katholieke openbare onderwijzers in het Aartsbisdom Utrecht. fla de vervulling van deze belangrijke posten werd pater Jurrius in Mei 1928 aan het hoofd gesteld van de Nederlandsche provincie der Dotninlcanep. die hij tot nu toe bestuurde. geweldig uiteenloopende en genuanceerde ge vallen. die zich kunnen voordoen. Vooral treedt dit aan den dag bjj het vaststellen van het cau saal verband tusschen het letsel en het ongeval. Hier komen dikwijls bijfactoren In het spel, die voor den leek zeer moeilijk zijn te beoordeelen (b.v. een reeds bestaande ziekte, die ter gele genheid van het ongeval aan het licht komt) en die dan den buitenstaander, wanneer de Rijksverzekerlngsbank op grond van de wet niet anders dan afwijkend beschikken kan, al gauw het verwijt in den mond geven, dat de wet niet sociaal wordt uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor de beroepsorganen, wanneer zij zich verplicht zien, later een gunstige beschikking van de Bank te vernietigen. r Op een ander spoor Wat wél kan. is ten aanzien van bepaalde punten, waarop' de jurisprudentie aan de hand van de wet een weg is Ingéklagen, dien men lie ver niet wenscht, de wet zelf wijzigen, zoodat daarmede automatisch de rechter, zooals Mi nister Verschuur het uitdrukt, „op een ander spoor wordt gebracht". Dit is b.v. mogelijk in betrekking tot het begrip ..kostwinnerschap" of tot de verhouding tusschen de ouders en de kinderen, die bij hen werkzaam zijn. Want ten aanzien van dit laatste punt is nog onlangs een uitspraak van den Centralen Raad van Beroep afgekomen, die den arbeid dezer kinderen niet beschouwt als arbeid in dsn zin der Ongevallen wet. Dit onverzekerd blijven van een vrij be langrijke groep, die onder de wet zou moeten vallen, bevredigt velen niet. En hier ware dus aanleiding, om tot wetswijziging te komen. In de Donderdag gehouden vergadering van commissarissen van de N.V. Koninklijke Neder* landsche Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Ned. Indië werd besloten aan de algemeene vergadering van aandeel ders voor te stellen over het boekjaar 3931 een dividend uit te keeren van 6 pet. van Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Telefoon personeel (C.BJ’.T.T.) schrijft ons: De meening heeft ingang gevonden, dat ook bij het Staatsbedrijf P.T.T., tengevolge van de slechte tijdsomstandigheden, over het begroo- tlngsjaar 1932 op een tekort moet worden ge rekend. De opbrengst bij P.T.T., die over de eerste maanden van dit jaar beneden de raming is gebleven, geeft oogenschUniyk aan deze mee ning steun. Hierdoor ontstaat echter een onjuist beeld van de werkelijke, kerngezonde flnancieele po sitie van dit Staatsbedrijf. Op de P.T.T.-begroo- tlng voor 1932 is nJ. bij voorbaat een post van vier mlllloen gulden gereserveerd, die als winst- saldo in de schatkist wordt gestort. Pas wanneer het tekort grooter zou worden dan 4 mlllloen gulden, zou van een begin van een werkelijk tekort gesproken mogen worden. Het bestuur van den C.B.P.T.T. schrijft nu, dat deze vooruit gereserveerde winstpost van vier mlllloen gulden niet op eenige wettelijke verplichting steunt en daarom verlangd mag worden, dat dit bedrag in de bedrijfskas blijft. De contingenteering van schoeisel, tricotgoe- deren, wollen? en halfwollen stoffen en boven- kleedlng heeft heden nog alleen den sociaal democraat Ijzerman op het spreekgestoelte ge bracht. „Un homme avertl en vaut deux". Der halve drukte hij zich bij deze wetsontwerpen wat voorzichtiger en minder politiek uit dan bij de vleeschcontingenteering. toen hij na zijn insinuatie aan rechtsche boerenvrienden, dat zij met hun geestdriftig steunen van den maat regel een verkiezingsspelletje speelden, door een deel zijner fractie in den steek gelaten werd en later tegenover de twee dappersten, die openlijk van hun tegenovergesteld gevoelen blijk gaven, moest terugkrabbelen per ingezonden stuk in de Arbeiderspers. Dit neemt echter niet weg. dat eigenlijk alleen de contingenteering der tricot- goederen s heeren IJzermans onverdeelde in stemming heeft. Het debat over de uitvoering van de Onge vallenwet heeft een bevredigend verloop gehad, een zóó bevredigend verloop, dat zich zelfs het zeldzame feit voorde»..an de Intrekking eener soclaal-democratlsche motie. De heer Kuiper had de zijne ook wel reeds ingetrokken, het geen niet zoo’n wonder is, want aan de rech terzijde is men op dit stuk nu eenmaal altijd wat toegevender, maar K. ter Laan sloeg, toen zijn motie (die met het eerstgeboorterecht, al werd zij later overvleugeld door haar Katholieke concurrente) wederom alleen stond, de kans op aanneming zoo laag aan, dat ook hij capituleer de en haar terugnam. Het gevolg hiervan kan niet anders zijn dan dat handel en verkeer hiervan mede de nadee- lige gevolgen zullen ondervinden. Op deze wijze meent de Administratie P.T.T. eenige dui zenden personen in sommige dagbladen reeds geschat op 9000 te kunnen ontslaan, waarvan de groote massa op Maatschappelijk Hulpbetoon en Armenzorg zal zijn aangewezen. Het bestuur voomoemd heeft groote onrust onder het P.T.T.-personeel geconstateerd, ook onder dat deel, dat tenslotte den dienst gaande In het algemeen genomen, ontkent Minister Verschuur dat d«. wet onsociaal zou worden uitgevoerd. De wet zelf ziet de invaliditeit als maatschappelijke invaliditeit. En al kan het invalldlteltspercentage nu eenmaal niet anders dan op technisch-medlsc..e wijze worden vastge steld. ’n taak, die voor ’n gewoon medicus te zwaar is en die 'n corps van gespecialiseerde ex perts vordert, de medici, die zich met dit werk belast zien, en ook de aanpasslngsagenten. die niets anders doen dan geval voor geval de be- drijfstechnische mogelijkheden nagaan, zijn voldoende van de sociale zijde van hun beroep doordrongen, om de wel eens overdreven klach ten te ontzenuwen. Stonden b.v. niet, aldus de bewindsman, menschen uit alle kringen aan het graf van den pas overleden dr. Brocx, die zijn leven aan deze taak gewijd heeft? Juist het feit, dat de wet zoo sociaal en niet koud en ongevoelig wordt toegepast, is volgens Minister Verschuur 601 van de oorzaken, dat de reserve van de Rijksverzekerlngsbank Inteert. Doch om voor de toekomst nog verder in deze richting te streven, wordt bovendien nog ge werkt aan eene Commissie van Overleg, die zooveel mogelijk eventueele klachten zal op vangen en als een zeef zal werken tusschen de Bank en de administratieve rechtspraak. Was het van den Minister na al deze tege moetkoming een overdreven vraag, een ver keerd advies aan de heeren Kuiper en Ter Laan, om nu hun moties maar in te-trekken en ze „pro memorie in de Handelingen te laten staan.”? Er was bovendien voor de Kamer de groote moeilijkheid, om tusschen de moties, die nogal op elkaar leken, te kiezen. En om de deur dicht te doen, kwam Nestor Heemskerk met grondwettelijke bezwaren aandragen. In derdaad school er in belde wel een zweempje van ciitiek op de rechterlijke macht. Dat tast hare onafhankelijkheid aan. En derhalve waren ze voor den krassen oud-minlster absoluut te veroordeelen. De financieels positie van het staatsbedrijf P. T. T. van belang tegenover den zielenood, waar aan zijn Jeugd, zijn toekomst dreigt ten gronde te gaan. Wanneer zal het eindelijk eens meer waarde gaan hechten aan de eeuwige waarde van de ziel van zijn kinde ren dan aan de wisselvallige en zeer tyde- lljke waarde of onwaarde zijner effecten in de lekke brandkast? Sally Martin heeft den vrijgeesten, die de jeugd zonder moraal en zonder zelfbeheer- schlng willen opvoeden tot de slavernij der matelooze passies, een schrikwekkenden spiegel voorgehouden. Mogen zij er in kij ken en zien hoe leelijk zij zijn. Hebben wij niet het volste recht en den heiligen plicht, met alle kracht en overtuiging ons te ver zetten tegen een ieder, die. bewust of on bewust, onze kinderen tracht te besmetten met de ziekte der Amerikaansche jeugd? Overigens heeft Minister Verschuur nog eens uitnemend in groote lijnen het stelsel van de Ongevallenwet uitgestippeld. De groote moei lijkheid. zooals die nu eenmaal bij alle wetten voorkomt, is ook hier, de groote hoofdregels zoo rechtvaardig mogelijk toe te passen op de Minister Verschuur'* toezeggingen waren dan ook wel aanlokkelijk geweest. Zij culmi neerden hierin, dat bij door een kleine commis sie uit ambtenaren van zijn departement en van de Rijksverzekerlngsbank zal doen nagaan, of zich uit de klachten, by deze debatten ge rezen, een bepaald concreet terrein laat afba kenen. dat voldoende duidelijk omlynd is, om in aanmerking te kunnen komen voor een on derzoek door eene commissie, waarin allerlei deskundigen, mede natuurlijk vertegenwoordi gers van de werkgevers- en arbeidersorganisa ties. zullen zitting hebben. Nu maar dadelijk zulk eene commissie te gaan Instellen wat de wensch was. leek den bewindsman wat over haast en ook weinig vruchtbelovend. Het Tweede Kamerlid Van Rappard heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken de vol gende vraag gesteld: Wil de Minister mededeelen, wanneer het eer ste deel van het rapport der Bezuiniglngs-com- missie Welter, dat reeds eenigen tijd geleden gereed Is gekomen en aan de Regeering is aan geboden, openbaar gemaakt zal worden? i Mocht nu het onderzoek van de kleine ambte- naren-commlssle het nut aanwjjzen van ver dere studie, dan zal de in te stellen grootere en veelzijdige commissie eventueel vooral hebben Kuiper aangeroerd, nJ. de vraag, of de verant- derende bedrijfsomstandigheden met de daaraan ook in normalen tijd verminderde kans voor getroffenen door een ongeval op het vinden van werk een voldoende motief vormen, om door wetswijziging aan art. 18 van de Ongevallenwet een andere, ruimere toepassing te waarborgen. Aan de toepassing, zooals die thans geschiedt, valt niet te tomen. Zij geschiedt volgens de lij nen, uitgestippeld door de jurisprudentie van de beroepsinstanties. En sommigen b.v. de heer Drop mogen nu in bepaalde gevallen klagen, dat daarin een in hun oogen goede beslissing van de Rijksverzekerlngsbank vernietigd en al dus voor de toekomst onmogelijk gemaakt is, dit neemt toch niet weg. dat men nu eenmaal niet buiten deze administratieve rechtspraak kan. En wie rechspraak wil en dat wenscht natuurlijk ieder wil Iets, waarop hij geen cri- tiek wil uitoefenen. Dat formuleerde de Minister zoo zeer goed en bondig. Met den Hoogeerw. Pater Jurrius is een bui tengewoon verdienstelijk en begaafd priester heengegaan. Als Provinciaal wist hy de achting en sympathie van allen te verwerven, doch ook in de daarvoor liggende periode deed hjj uit stekend werk. De moraal-theologle had zijn bij zondere liefde en het waren niet alleen zijn Ordegenooten, die hem als moralist op prijs wisten te stellen. Zjjn studie voor het doctoraat had hij reeds beëindigd, doch gepromoveerd is hij nimmer, omdat hij onverwachts benoemd werd tot pro fessor. Tijdens het provlncialaat van den Hoogeerw. Pater van Breda, oefende de overledene de func tie uit van secretaris van den Provinciaal en het was in deze Jaren, dat hij met kracht werk te aan de verbetering en uitbreiding van de stu die. Hy zond verschillende Ordegenooten naar de unlversltelten te Rome en Freiburg, naar Frankrijk en Engeland, waar ze hun aanvullen de studies volbrachten. Als Provinciaal stichtte hjj het Dominicaner College te Neerbosch en In zijn provin- cialaat werd tevens begonnen met den bouw van het nieuwe klooster te Nijmegen. Helaas beeft hij de plechtige inwijding van dit kloos ter niet meer mogen beleven. Op Zaterdag 23 April bracht de Hoogeerw. Pa ter Jurrius nog een bezoek aan de pastorie van de kerk van den H. Thomas van Aquine aan de Vechtstraat te Amsterdam en den daarop vol genden Woensdag had hU reeds het voornemen gemaakt, ter gelegenheid van het vertrek van Mgr. Vernet, den dag in de Amsterdamsche pastorie door te brengen, toen hU plotseling door een ongesteldheid werd overvalleh. De ziekte liet zich niet ernstig aanzien en de laatste dagen voelde Pater Jurrius zich zelfs weer opgeknapt. Donderdagmiddag echter ver anderde eensklaps de toestand en geheel on verwacht kwam de dood. In November 1929 ondernam Pater Jurrius een vlsitatierels naar Curacao en Portorico, waarvan HJ in Mei 1930 terugkeerde. De algemeene vergadering van den Centralen Raad van den Ned. R. K. Volksbond zal worden gehouden op Maandag 8 Juni a.s„ des morgens om half elf in de Sociëteit „St. Bavo”. Smede- «traat 23. Haarlem. De agenda vermeldt o. m. de verkiezing van drie leden in het centraal bestuur wegens perio diek aftreden van de heeren P. Dekker, Th. J. H. Mouwens en L. H. van Rooyen. De aftreden den stellen zich herkiesbaar. Tot 8 Mei as. is gelegenheid tot het stellen van candidate" Hoezeer men trouwens tegenover de zucht van Kamerleden, om commissies in te stellen, op zUn qui vive moet zUn. bewees het geval Dr. Vos, die den Minister beloofde, eventueel tegen de moties te zullen stemmen, indien hy het vraagstuk der onvolwaardlgen eens door eene commissie wilde laten bezien. De liberale me dicus zag daarbü geheel voorbij, dat in den staatsalmanak reeds jarenlang zulk eene com missie prijkt en wel behoorlijk toegerust met eene subcommissie, die speciaal de positie der onvolwaardige arbeiders in verband met de On gevallenwet bestudeert. Wèl merkte Dr. Vos hier tegenover spUtig op. dat dit lichaam een kapstok is, doch hU leverde met die Interruptie tegelUk een argument, om toch vooral in het gebouw onzer sociale voorzieningen nog niet zoo n tweeden kapstok te gaan aanbrengen. „Ook wjj kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Ik heb het geval van Eén Mei hier en daar en overal eens aandachtig bekeken. Heel veel goeds, zeker! Een oneindige stij ging bij vroeger, zonder twijfel! Maar geen feest genoeg. Te veel dans.van ande ren, te veel voorgedraag, te veel gerede voer. Te weinig vreugde. En wie aan die vreugde de volle maat niet geeft, vindt straks het chagrijn met het heft in han den. Alléén onze Jeugd heeft er iets van in de gaten, en trommelt en hupst en zingt huizen-hoog, al moet óók daar op den duur meer vaart in komen Vreugde, schoone vonk der góden. Neder land wacht op u. Maar vooral het Roode Nederland!” Volgens Sally Martin, die tal van voor vallen en ervaringen uit haar onmlddeliyke omgeving aanhaalt, geven de meest trieste Amerikaansche society-films slechts een zwak beeld van de matelooze ontaarding, waaraan de hedendaagsche Amerikaansche Jeugd in drankzucht en losbandigheid is ten offer gevallen. Neo-Malthusianisme, sa menleving vóór het huwelijk, volslagen ge mis aan schaamtegevoel en kuischheid, kenmerken de jeugd. Juist in de zgn. „betere" standen. En dit alles wordt niet al leen niet afgekeurd en bestreden, maar voor volkomen normaal gehouden. Zoo be schouwt men het ook als „normaal”, dat men in Sally Martin's woonplaats zoowel op straat als in de theaters, als in de ho tels, als in de restaurants, als in de dansge legenheden, kortom overal dronken men schen aantreft. Men drinkt er om het drin ken, en als er geen drank is verveelt men zich. Wanneer men geen alcohol schenkt, verliest men zijn vrienden. Het zijn vooral de Intellectueelen en de beter gesitueerden, die zich openlijk bedrinken. Men geldt een voudig voor een zonderling, wanneer men niet drinkt. Dit zijn flus de afschuweljjke en weerzinwekkend^ resultaten van een drooglegging, waaraan de dranksmokke laars millioenen dollars verdienen en dui kenden menschen hun leven naar ziel en lichaam verliezen. Tenslotte stelt de schrijfster de vraag: „Waarom moeten wij jongens en meisjes geofferd worden, om enkele drinkebroers te redden, die, dronken of nuchter, toch ten slotte bij het leger des hells belanden? Het gaat hier om jongens en meisjes met goede namen en van goeden huize. ZU wor den opgeofferd aan een theorie. En zij zel- ver betreuren dat. Wij van de Jongere gene ratie willen zoo’n leven niet leiden. Wij verachten het in ons binnenste Maar wjj zijn grootgebracht in den verfoeilijken kud degeest. De omstandigheden maken ons ziek. WIJ boemelen den ganschen nacht en zijn des morgens treurig van afschuw over onze levenswijze en 's avonds gaat het precies weer zooals den vorigen keer. Ik wed, dat de meesten van ons, jongens en meisjes, gelukkig zouden zijn, wanneer deze koorts achtige Jacht naar opwinding eens ophield. Wy smachten naar een reinere wereld. Onze ouders, die ons moesten helpen, verdoen hun tijd met confereeren, verdedi gen of vervloeken ons. Eigenlijk is dat voor ons precies hetzelfde. Ondertusschen wach ten wy op redding. Wy wachten reeds lang en zijn moe van het wachten geworden. Misschien zullen wy eens heelemaal niet meer gered willen worden.” Is er een triestere bekentenis denkbaar dan deze vertwijfelde opmerking, dat eens misschien ook het laatste Innerlijk verzet van de Jeugd tegen deze ten hemelschreien de wantoestanden zal zijn uitgeroeid? Arm Amerika! De economische nood, waarmede het heden kampt, is nauwelijks zooveel dan de arme stakkers. ontevredenheid der massa immers voortdurend de gelederen der socia listen aanvullen en versterken. En hoe kan men de massa nu gamak* keiyker ontevreden maken dan door steeds maar te wijzen op maatschappelijke onge lijkheid en dikbuikige kapitalisten af te beelden, die arme drommels vertrappen! ’t Is voor de heeren echter altijd een beroerd ding, dat er ook In rooden kring particulier aan kapitalisme gedaan wordt en dat ook onder partijgenooten salaris sen enz. worden opgestreken, welke den armen rooden drommel evenzoovele erger nissen zijn. In de socialistische pers doet men steeds vreeselijk verontwaardigd, als in kringen van tegenstanders gewezen wordt op dit roode kapitalisme, waaruit telkens weer blijkt, dat de natuur sterker is dan de leer, maar nu heeft „Het Volk” zelf ons zoo’n geval aan de hand gedaan en dus mogen wij t hier ook wel even étaleeren. Het betreft den afvalligen Stenhuls. Voor eenigen tijd hield Stenhuls voor de O.S.P. een rede te Haarlem, en sprak toen o.a. over de goed gesitueerde bestuurders der S.D-AJ». en moderne vakbeweging. Direct hierop verscheen in „Het Volk” van het bestuur van het N. V. V., waar Stenhuls vroeger voorzitter van was, een waarschuwing. Deze waarschuwing behelsde onder an dere dat, wanneer Stenhuls op dezen weg bleef voortgaan, zij een boekje zouden open doen van wat Stenhuls vroeger aan salaris verdiende als voorzitter van N. V. V„ als Kamerlid, als secretaris van den Int. Fa- brieksarbeidersbond enz. Stenhuls heeft na deze bedreiging gezwe gen als het graf, en het N. V. V.-bestuur heeft zyn bedreiging dus niet ten uitvoer behoeven te brengen. „De Tribune” maakt van het heibeltje natuurlijk echter handig gebruik door nu te verkondigen, dat Stenhuls in zijn ver schillende functies indertijd *n salaris van ongeveer veertienduizend gulden genoot, endat „Het Volk” degenen, die in- dertyd daarop wezen, als lasteraars heeft uitgemaakt, omdat Stenhuls toen nog partygenoot was.... In tusschen Veertiendulzend gulden! Voor een groot deel geklopt uit de zak ken der „verdrukten”, waarvoor Stenhuls in zijn N. V. V.- en I. F. A. B.-functies met zoo groote liefde opkwam. Als *t gaat om het slijk der aarde, wordt de afstand tusschen woorden en werken wel heel groot. Er is dus te weinig vreugde in het socia listische kamp. En te weinig feest op „Eén Mei,” ondanks de „oneindige stijging by vroeger." Kan men er zich over verwonderen? Natuuriyk niet. Of meent men. dat stelselmatig het z.g. „evangelie der ontevredenheid” kan worden gepredikt, zonder dat dit wrange vruchten afwerpt en de gemoederen verbittert en verzuurt? Door hun jarenlange agitatie en niet minder door hun telkens weer oplaaiende onderlinge twisten hebben de socialisten in wijden kring een sfeer geschapen, waarin voor de vreugde maar al te weinig plaats overbleef. Heel wat levensblijheid is daardoor ver nietigd, of in de kiem gesmoord. He:! wat wantrouwen gezaaid, dat onherstelbaar en ten slotte zich ook keerde tegen den eigen partijgenoot. Vooral het Roode Nedèrland wacht op meer vreugde, zegt de schrijver in „Het Volk." Wij gelooven hem graag. Maar wil hij zijn wensch verwezeniykt zien, dan zal er iets moeten veranderen, en niet weinig, in het wezen en in de propa ganda van het socialisme! De Algemeene Nederlandsche Metaalbewer- kersbond te Eindhoven heeft in een drukbe zochte vergadering op advies van bet hoofdbe stuur de voorstellen van de directie In vake de loonsverlaging met algemeene stemmen ver worpen. Na de fabrieksarbeiders hebben nu dus ook de metaalbewerkers de loonsverlaging absoluut verworpen. Uit het feit, dat nog niets er op wijst, dat dit Inderdaad zal geschieden, moet, aldus ge noemd bestuur, de groote ontstemming ver klaard worden, die dezer dagen onder het P.T.T.-personeel valt waar te nemen. Het per soneel weet, dat er van een feitelyk tekort nog geen sprake is en is desondanks plotseling overvallen met een zeer groot aantal extra- bezuinlglngsmaatregelen (los van en nog vóór het bekend worden van het rapport der Bezul- nigingacornmbisie-Welter)waarin ook het pu bliek belang betrokken wordt. In de groote steden zal, naar in de pers werd medegedeeld, van de 4 postbestellingen er één vervallen; in de kleinere steden en op het platteland wordt de tweede bestelling opge heven. zal moeten houden, omdat dit laatste, door nieuwe werktydverlenging, arbeidsvoorwaarden krijgt opgelegd, die aan de ouderen nog slechts uit de jaren omstreeks 1900 bekend zyn. Het bestuur van den CB PT.T. zal zich tot verschillende officleele instanties wenden om te waarschuwen tegen de z.i. noodlottige ge volgen van een en ander beperking van dien sten en sterke uitbreiding werkloosheid en daarbU den eisch stellen, dat de vier mlllloen gulden winst, die vóóruit op de begroeting is gereserveerd, in de kas van het Staatsbedrijf P.T.T. behoort te blüven. Een Duitsch tijdschrift, dat door onge- loovige jongeren geredigeerd wordt op een wUze, welke het teneenenmale ongeschikt maakt voor een plaats op welke leestafel dan ook, heeft kortgeleden een speciaal nummer uitgegeven, gewijd aan het jonge meisje van heden. Erg belangrijk is dit nummer niet. De zelfde schaamtejooze vrijmoedigheid en anecdotische en dilettantische behandeling van hoogst serieuze vraagstukken waar door de redactie van dit tijdschrift zich kenmerkt, komen ook in dit nummer tot uiting, zoodat het geclassificeerd moet wor den onder de hoogst ongewenschte buiten - landsche kioskenlectuur, die nog steeds niet door invoerverboden of contingenteerlngs- maatregelen wordt getroffen. De zorg voor de ekonomische welvaart schijnt nog altyd belangrljker dan die voor de moraliteit des volks. In dit overigens beter ongelezen te laten nummer komt evenwel één bydrage voor, die om haar schrijnende en wanhopige op rechtheid waard is te worden aangehaald, al was ’t alleen maar om den vrijen moraal predikers hier te lande te toonen tot welk een tragische verwording hun leerstellingen in de practyk leiden en noodzakelijk moe ten leiden. Sally Martin, een Amerikaansch society- meisje, dat met een welhaast ontstellende openhartigheid haar deelname aan de ze denverwildering der huidige Amerikaansche jeugd bekent, schrijft uit de volheid van haar tot walging toe verzadigd gemoed o.a. het volgende: „Jarenlang heb ik meegedaan aan dans- partytjes- van college-Jongens en college- melsjes, en altijd stroomde daarbij de al cohol. Of zij dronken waren? zy voelden zich zoo ziek en misseiyk dat zy met heete koffie en yscompressen moesten worden by- gebracht, vóór zij bleek en waggelend naar huis konden worden gebracht. Zoowel met jongens als met meisjes was dit het geval." Dezen toestand noemt zy zoo algemeen, dat het overbodig is om statistische cUfers te geven. Nog nooit hebben in Amerika zoo veel Jonge menschen zelfmoord gepleegd hls thans. Nóg nooit maakten zooveel Jonge menschen in Amerika zich schuldig aan allerlei misdaden. „In de stad, waar ik woon," schryft zij „werden onlangs alle jongens en meisjes der hoogere klassen van 16 tot 18 Jaar geneeskundig onderzocht, en daarby bleek, dat 27 procent van hen reeds door 'n afschuwelijke geslachtsziekte waren aangetast.” Wie heeft daaraan schuld? De moeders, omdat zij haar kinderen naar de hoogere scholen stuurden? De scholen, omdat zy jongens en meisjes tezamen opvoedden? De jongens en meisjes zelf, omdat zy van een onverzadigbare nieuwsgierigheid naar ze kere geheimenissen zyn bezeten? Zoowel de moeders als de scholen als de jeugd zelf hebben schuld, verklaart Sally Martin. Maar de grootste schuld ligt o.l. by de theoreti sche ondergravers van de moraal, die vol gens het recept van Ben Lindsey stelselma- tigkle geesten van Jnog en oud met hun ver- derfeiyke bedenksels vergiftigen. zou mogen worden Ingevoerd 529 ton boter, er werd, volgens het „Hdbd.” in die pe riode echter geïmporteerd 700 ton; t— het blad merkt verder nog op, dat Europeesch Rusland in de laatste week van April nog 345 ton boter zond! Terwyi het contingent voor dit land nog niet ten volle 50 ton bedroeg! Het contingent werd dus zeven overschreden. De vraag ryst, of we nou werkeiyk heelemaal niet contingenteeren kunnen. Na het echec met schoenen en confectie deze mislukking van de boter-contlngen- teerlng; deze boter-lawine. terwyi we ons in Nederland suf prakklseeren, hoe we de binnenlandsche boter tegen kost- prijs geconsumeerd zullen krijgen! Mgr. C. van de Ven, 18 Juni 1865 te Oirschot geboren, studeerde aan de Seminaries van het bisdom Den Bosch. Reeds als student op het groot-Seminarie ie Haaren gold Mgr van de Ven onder zUn collega's als een phllosophlach en theologisch gezag en als geleerde genoot hü in Amerika een groot vertrouwen. Tydens zUn laatsten overtocht naar zyn vaderland werd hU verrast met de promotie tot eere-doctor In de letteren van de Katholieke Universiteit van Pittsburg. Ook om zyn karakter werd hU algemeen ge respecteerd. Mgr. Godschalk wydde 31 Mei 1890 den veel- belovenden leviet tot priester in de Kathedraal van St. Jan te ’s-Hertogenbosch. In 1890 tot kapelaan benoemd in New-Iberia van het bis dom Natches, had hy reeds in 1891 zyn eerste pastoor-plaats te Jennings en in 1892 zyn tweede te Lakes-Charles gekregen. Van hieruit bediende de nieuwe pastoor vele mlssie-bUpos- ten en leidde een echt missionarisleven. In 1902 volgde zyn benoeming als pastoor te Baton- Rouge: meteen werd hy consultor van den bis- schop. Twee jaren later. 10 Augustus 1904. volg de zjjn benoeming tot blsschop van Natchitoches Monseigneur was toen 39 jaar oud. In 1910 werd zyn bisschopszetel op last van Paus Pius X verplaatst naar Alexandrië, een bisdom, dat sinds 1853 bestond, en waar hem drie Fransche bisschoppen waren voorafgegaan Monseigneur stichtte in zyn diocees, dat een blanke en een zwarte bevolking heeft, vele nieuwe mlssle-bU- posten, bouwde kerken en te Alexandrië een weeshuis, waarvan hy persoonlyk het bestuur voerde De rust, welke Mgr. voor eenige jaren In zyn geboorteplaats Oirschot kwam zoeken, werd toen enkele dagen verstoord door een spontane en geestdriftige hulde, zooals onze Katholieke Bra banders. door traditie van eeuwen, dat weten te doen. Heel het Bossche diocees, heel de Bossche geestelijkheid, die toen meeleefden In de hulde aan een barer groote zonen gebracht, zal nu treuren by de lykbaar van den kerkvorst, die in de Vereenigde Staten van Amerika rusteloos en met gebruik van al zyn groote talenten, zoo onnoembaar veel heeft gedaan voor de verbrei ding van Gods Kerk en tot heil der aan hem toevertrouwde zielen. - Morgen gaat de Kamer na een comlté-gene- raal voor bespreking van inwendige aangele genheden met deze ontwerpen door. Er zyn ook amendementen. En opnieuw zetelt Minister Verschuur achter de Regeeringstafel. Hy heeft in deze tyden toch wel een héél zware taak. En des te meer moet men de wyze bewonde ren, waarop hy zich deskundig, geestig en de- geiyk van die taak kwyt. Het moge nu een dé tail van den Econgpilschen Raad, een geval uit de praktyk van de Ongevallenwet, de al of niet noodzakeiykheld van contingenteering van een of ander onderdeel van ons costuum betreffen, in één week tyd staat hU ten aanzien van al die onderwerpen zyn mannetjes. En afdoende. Met de contingenteering van schoenen is het mlsgeloopen, omdat er veel meer schoenen binnenkwamen dan de contin genteering toestond. En de contingenteering van confectie werkte niets uit, ^>mdat er niet naar de hoeveelheid, doch naar de geldswaarde werd gerekend. Nu schynt er ook met de contingentee ring van boter iets niet in den haak te zyn: in de periode van 1 Maart1 Juli De socialisten van alle schakeeringen zyn wel genoodzaakt, voortdurend te schamperen tegeh de kapitalisten, tegen de heeren met de groote Inkomens, die zich méér luxe kunnen permltteeren Z. H. Exc. Mgr. C. v. d. Ven, bisachop van Alexandrië (V. 8) die reeds eenigen tyd ernstig ongesteld was. Is volgens telegrafisch bericht aan de .Maasbodeop byna 67-jarigen leeftyd overleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1932 | | pagina 5