Jurkje voor meisjes van 6 jaar
Een modern motief
voor een
lampekap
ouw*
SMAKELIJK ETEN
Raffia
van
DE PAASCHVACANTIE
DE GESCHIEDENIS VAN MANGELEMOT DEN FILMHELD
J
Doosje
Levenswijsheid
OP VERZOEK
DE B.L.N.S,
<7
<7
fcx
J
f—
OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN
v<
DINY
5
schabloontje
beschuitje». Van
Bil
Fig. 4: drijfhout.
Fig. 5: Kruipwilg.
Xr
Bu
i
VERA.
(Arabisch spreekwoord.)
©tt
1
Vai
33
let
Het allerergste voor een boos humeur is de
ontdekking, dat er geen reden voor was.
De beste verontwaardiging over begane fou
ten is de erkenning dat ze fouten waren.
Het is beter alleen te zijn dan in slecht ge
selschap.
Wie erkent, dat hjj bescheiden is, heeft opge-
bouden bescheiden te zijn.
Een ongodsdienstige vrouw is als een klok
zonder klank.
Het woord stiefkind heeft voor een edele
vrouw geen beteekenis.
Zeg niet alles, wat ge weet, maar weet
alles wat ge zegt.
vo,
gei
on
1
18.
El
I.<
D
Vl
1
scl
192
in
vei
lev
ke’
eei
me
en
z(ji
I
aft
als
vo<
oa
1
voi
on!
or
364
OU
bu
lei
Tj
hu
sti
37
sti
45
1
Al
St
v<
Vo
15
de
Ou
ger
doe
ker
zaa
af.
het
den
Ma
slot
arb
ma
lijk
doo
spr<
erir
Dl
Hi
d<
ve
dc
of
vo<
On
li
v<
bi
k<
v<
E
A
N
Bel
va:
bil
on
vn
we
rd.
Vertakte meubelen, theebladen enz. worden
als nieuw en mooi als men ze opwrijft met een
zacht wollen lapje waarop eenige druppels sla
olie.
er een
diend. Ik heb eens willen
gewoonte en ga u van
brouwseltjes vertellen.
Toen Mangelemot dien avond zijn bal
lon opliet, gebeurde er iets geks. De
maan, die voor concurrentie vreesde, be
gon opeens verschrikkelijk leelijk te kij
ken en zoo kwam het, dat de menschen
dien avond twee manen aan den hemel
zagen, een lachende en een kwaaie.
wordt
uitgesneden.
Mangelemot liet geen gras groeien over
dien luchtballon en weldra had hij er
een gereed, een moolen, grooten, gelen
ballon, met een gezicht er op geschil
derd, waardoor hij precies op de maan
leek.
één bezwaar. Ze gaat vlug op. want ze is
zoo lekker, dat al uw huisgenooten met den
jamlepel uitglijden en een veel grootere
hoeveelheid nemen dan wel noodzakelijk is.
AN.
Rabarbercompóte met
een bos rabarber haalt u de bladeren, snijdt
ze geschild of ongeschild in dobbelsteen
stukjes en wascht ze. Met zeer weinig wa
ter wordt ze op een klein vuurtje gaar met
anderhalf a twee ons suiker naar smaak, of
liever gezegd ze smelt. Dan wordt zij fijn
gewreven met een houten lepel. Twee eet
lepels maïzena wordt met wat water tot
een glad papje geroerd en er bij gevoegd.
Mocht de rabarber nog niet zoet genoeg
zijn, dan voegt u er nog wat suiker bij.
In een glazen kom legt u lange be
schuitjes, daarop komt de rabarber en ver
volgens giet u er vanillevla overheen.
Voor vanillevla zet u een halven liter
melk op met een kwart vanillestokje of den
inhoud van een pakje vanille en drie eet
lepels suiker. Twee eetlepels maïzena wordt
met melk vermengd, zoodat het een mooi
glad papje wordt. Als de melk kookt, voegt
u dit papje er bij en laat alles nog eenige
minuten doorkoken. Voor het opdoen neemt
u het vanillestokje er uit.
aardigste is wel,
haar bestemt
bevroren gla-
Rabarber Is een suikerverslindend ge
recht, maar een kostje, dat in een kwartier
tje klaargemaakt kan worden en waar de
meesten dol op zijn. Als het een warme
dag in dit klimaat dreigt te zijn, kunt u uw
huisgenooten geen grooter plezier doen,
dan hun rabarber voor te zetten. In vele
gezinnen maakt moeder een geweldigen pot
vol rabarber klaar. Bij eiken maaltijd wordt
hoeveelheid uitgenomen en opge-
breken met deze
eenige rabarber -
of beits
bekenden
Mangelemot, die altijd een voorliefde
had voor luchtballonnetjes, kwam op
een goeden dag opgetogen bij meneer
Hendriks aan met het plan een reusach-
tigen luchtballon te vervaardigen.
„Oa je gang,” zei meneer Hendriks.
Rabarber met rijst. Twee theekopjes rijst
wordt met* zes theekopjes water aan de
kook gebracht. Onderwijl wordt de rabarber
gesneden en gewasschen en bij de rijst ge
voegd. In ongeveer drie kwartier wordt al
les samen gaargekookt en met een houten
lepel door elkaar geroerd. Dan voegt u er
naar smaak een ons suiker of meer bij.
Rabarber jam. Twee flinke bossen rabar
ber wordt in stukjes gesneden en gewas
schen. Met anderhalf a twee pond suiker
wordt ze aan de kook gebracht in een goed
afgesloten pan. Dan gaat het deksel er af
en u laat ze verder koken tot het mengsel
goed dik wordt. Vervolgens voegt u er het
sap van een citroen bij. De nog gloeiende
jam wordt in goed schoongemaakte potten
gegoten en afgesloten met perkamentpa-
pier, dat eerst even in kokend water heeft
gelegen.
Lengte 65 c.M., heupwijdte pl.m. 72 c.M.,,
mouwlengte 41 c.M.
Benoodigd: 1.60 M. stof van 90 c.M.
breedte, 6 drukknoopjes, desgewenscht 30
c.M. stof voor afwerking.
Bovenstaand jurkje maakt ge van mous
seline, veloutine de laine, tobralco, of een
andere dunne, soepele stof. Het voordeeligst
is een stofbreedte van 90 c.M., dan kunnen
naast de vier rokpandjes het voor- en
rugpand en de beide mouwtjes Weggeknipt
worden. Bij smallere stof heeft men 2.20
M. noodig. Ge maakt het patroontje op de
aangegeven maten, waarna ge het op de
vaste lijnen uitknipt. Hierna legt ge de pa
tronen, als reeds eerder gezegd, op de stof,
waarna ge alles met een naad van één c.M.
breedte uitknipt, uitgezonderd de schouders
met 3 c.M. naad. Het jurkje sluit op de
beide schouders, zoodat ge begint hier aan
beide kanten een zoompje van één c.M.
breedte in te maken. Hierna rijgt ge de
zoompjes even op elkaar (schouder voor bo
ven). Dan kunt ge zij-, mouw- en rok-
naadjes verbinden; aan den onderkant van
het bovenstuk rijgt ge de schulp om, waar-
Een dag van lediggang is vermoeiend als
een slapelooze nacht.
Een vrouw verbergt haar liefde veertig
jaren lang, maar haat en afkeer verbergt zij
nog geen dag.
voor ge dan bij de inschulping even een
knipje moet geven. Vervolgens wordt het
vierdeelig klokrokje aan het lijfje gestikt.
Bij ieder hoogtepunt van de schulp komt
dan een naad. Het mouwtje wordt aan den
onderkant ingerimpeld, waarna een man
chetje wordt opgestikt en overgezoomd, dat
ge 20 c.M. lang en 8 c.M. breed knipt. Bij
het inzetten der mouwtjes neemt ge den
mouwnaad 3 c.M. meer naar voren dan den
zijnaad van het jurkje. Voordat ge den on-
derl^int van het jurkje afwerkt, past ge dit
even, om te zien, of het goed gelijk hangt,
en ook voor het halsje, of dit goed van
vorm en van diepte is. Hierna knipt ge van
effen stof schuine biesjes, welke 2% c.M.
breed zijn. Ze worden op den goeden kant
langs gestikt en op den verkeerden kant
overgezoomd. Halsje, zoowel als onderkant
worden op dezelfde manier afgewerkt. Aan
de schoudertjes worden de drukknoopjes
aangezet.
In een van onze artikeltjes bespraken we
een moderne lamp met gespoten motief.
Deze kap nu zullen we bespreken, opdat u
haar zelf kunt maken.
Jam van rabarber en aardbeien. Een bos
rabarber wordt gesneden, gewasschen en
met een pond schoone gewasschen aard
beien en twee pond suiker in een afgeslo
ten pan aan de kook gebracht. U laat de
jam In den dop in de pan zonder deksel
doorkoken tot ze de juiste dikte heeft en
voegt er dan het sap van een citroen bij
en nog wat suiker naar sm4ak. Vervolgens
doet u ze in potten en dekt ze goed af met
perkamentpapier. Bovenstaande jam heeft
familie evenveel buiten als binnen de kajuit
was.
Den eersten „vollen dag”, dat de gasten-
op het eiland waren, was er een stralende
zon en er zat iets lehte-achtigs In de lucht.
Reden genoeg om er op uit te gaan en een
wandeling naar zee te maken.
Het was in de duinen al net als overal op
het land, erg droog Toch waren de nieuwe
plantjes al op komst.
tfroene plekjes vormden vooral de varens
(fig. 1). De toppen van de bladeren zagen
erg bruin, net of ze bevroren waren. Aan de
achterzijde der bladeren zaten bruine
propjes.
Henk liet later door zijn zakmicroscoop
zien, dat de bruine massa uit leege sporen
doosjes bestond.
Ook zagen ze veel leuke glimmende ronde
bladeren van wintergroen (fig. 2). Tus-
schen de blaadjes staken nog de ver
schrompelde bloemstengeltjes omhoog.
Ook het mps zag groen. Prachtig rood
waren de struikjes kraaiheide (fig. 3), ter
wijl de gewone hei een bruingrijze kleur
vertoonde.
het strand waren allerlei bekende
meeuwen, sterntjes, strandplevier-
Aan
vogels:
tjes en scholeksters. Vooral die laatste, net
deftige heeren met hun witte en zwarte
veeren en rooden snavel en pooten, waren
de moeite waard om naar te kijken.
Veel bijzonders was er niet aangespoeld.
Tot Henk’s teleurstelling lag er niet eens
een doode bruinvisch. Wel vond hij een
stuk drijfhout (fig. 4), waar allemaal gan-
Toen de clubleden op het perron afscheid
namen van oom Anton, waren nóch Henk,
nóch Toos, nóch Mlentje zich bewust, dat
een prettige verrassing hen wachtte.
Maar toen ze goed en wel thuis waren,
zei mijnheer Van Voorden zonder eenige
verdere inleiding: n
„Overmorgen gaan we naar Terschelling.
Even was het stil, toen ging er een ge
juich op. a,
,,’t Is toch geen gekheid?” vroeg Mlentje
voorzichtig. Maar toen ze het ernstige ge
zicht van haar vader zag, twijfelde ze niet
meer.
„En zijn jullie niet bang voor Nova Zem-
bla, nu t 's nachts nog zoo vriest?” plaagde
mevrouw.
„We zullen elk een extra deken meene
men In den rugzak," stelde Henk voor.
De reis naar „Sibe
rië” of „Nova Zem-
bla” verliep uitste
kend. Het was heer
lijk weer, zoodat de
Voor het doosje nemen we een bordpa
pieren ring uit een kluwen haakzijde en
omwoelen hem met raffia. Voor het deksel
knippen we een cirkel even groot als de
ring, waarna we precies in bet midden een
gaatje maken. Dan wordt ook de cirkel
omwoeld met raffia, zooals de teekenlng
aangeeft. Knip nu 3 cirkels van verschil
lend gekleurde stof en grootte en vouw ze
In vieren, zie de teekening, en knip ze pun
tig uit. Leg ze op het deksel en beschilder
nu eerst de kraal, waarna ge een sterken
draad neemt en daaraan een kleine kraal,
knoopenvorm en de gfoote kraal rijgt. Dan
naait ge de kraaltjes jtsöt'met de kraal op
het deksel. Naai het deksel met een paar
stukjes aan het doosje en
plak er vervolgens een bord-
papieren bodem onder.
b Pn
kapje
ben,
de beste
Ung.
U zet ’n streep-
je waar ze moeten
komen. Nu legt u het hertmotlef op de
plaats, steekt het met enkele spelden vast.
Ja, dat moet dames, want het schabloon zit
nogal los in elkaar.
U spuit dit motief heel zacht In, maar
egaal, het moet maar eventjes kleuren,
want het is de schaduw van het hert en
nog niet het hert zelf. Vergist u niet,
want het is gauw te kleurig.
Heeft u drie schaduwen opgespoten, dan
volgt het hert zelf.
Dit komt iets lager en iets meer naar
achter dan het vorige en wordt in dezelfde
kleur flink ingespoten, niet egaal, doch al
leen langs de kanten van nek, lijf en snoet,
de pooten en het gewei komen vanzelf vol-
gespoten als u er over gaat.
Deze figuur is dus veel krachtiger dan Je
vorige en geeft een aardig effect, daar het
net is of het hert plastisch Is.
Bent u bang nog over het schabloon te
spuiten, dan dekt u de rest der kap af met
papier.
Tenslotte krijgt u nog de rotsen, welke op
verschillende hoogte geplaatst worden, deze
worden weer zacht ingespoten, zorgende de
herten daarbij niet te raken.
Indien u alles zeer nauwkeurig doet,
krijgt u een buitengewoon mooi kapje
Zoodra alles gespoten is plakt u het
kapje met gom dicht en maakt het aan
het geraamte met raffia of koord vast. Ik
noemde juist de kleur groen, omdat deze
het meest voldoet, doch sepia, bruin en vio
let zijn ook heel goed te gebruiken; na
tuurlijk dan met een bijpassenden bol.
ANEMOON.
gen van boormossels doorheen liepen. Henk
nam het stuk mee om het thuis eens op zijn
gemak te bekijken en te doorsnuffelen. Ook
vond hij een paar overblijfsels van garna
len.
Op den terugweg moest nog een paar
maal halt gehouden worden. Eerst op een
plaats, waar zulk een prachtige kruipwilg in
bloei was (fig. 5). ’t Waren lang nleto
zulke mooie katjes als aan de gewone wil
gen komen, maar toch gaven de kleine zil
verwitte dotjes Iets eigenaardigs aan het
landschap. De tweede maal werd halt ge
houden bij een hoopje veeren en beende
ren, die het bewijs leverden, dat de roof
vogels weer eens aan ’t werk waren ge- I
weest. j
"t Was een mooie wandeling geweest,
maar allen waren nu toch blij, dat ze weer
thuis waren, ’t Was vermoeiend loopen,
maarIedereen was er lekker warm bij
geworden. En ze namen zich vast voor, dat
het niet het laatste tochtje naar zee zou
zijn In deze Paaschvacantie.
A. I*
De geleerde sterrenkundigen, die in de
buurt woonden, begrepen er niets van.
Dat Was immers nooit voorgekomen,
twee manen tegelijk. Den heelen nacht
liepen ze met hun neus naar de lucht en
raadpleegden dikke boeken en 's mor
gens waren ze het er over eens, dat ze
met een luchtspiegeling te doen hadden.
u over het papier op de kap spuit, hetgeen
leelijke moeten maakt.
Het hert wordt keurig uitgesneden met
een scherp mesje, bijvoorbeeld een scheer
mesje, dat u even schuin' houdt.
De lijnen moeten keurig scherp
uitgesneden worden, er mogen
geen rafels en ook geen insnij
dingen aanzitten. U
krijgt dus in het mid
den van een stuk papier
een uitgesneden hert.
Het gaat niet moeilijk,
daar het papier geolied
Zoo doet u ook met
B het rotsmotief. U ziet, er
K staat een kruisje in, dat
beteekent, dat het bin-
M nenste moet ultgesne-
M Jen. Het onderste mo-
M tief, dat van de grillige
grondlijn, is bedoeld om
V langs den buitenkant
w van de puntige lijn te
f spuiten en langs dien
kant wordt dus uitge
sneden. Ik heb het
strookje heel smal ge-
teekend om ruimte te
winnen, doch u laat er
weer een flink stuk papier aan,
zoodat we niet overspuiten.
Alleen langs den getanden
rand wordt gespoten. Heeft u
alles uitgesneden, zooals be
schreven, dan beginnen we eerst de
grondlijn te spuiten. Deze wordt even
boven den onderrand van het kapje ge
legd en met een paar dunne spelden op
de plaats gehouden; de spelden recht
op. U heeft nu een schoteltje
klaar staan met groenen inkt
en begint met den
tandenborstel en
het stukje horgaas te werken.
U houdt een ouden
T tandenborstel of
v X* I een schabloneer-
I kwastje in de
rechter- en een
I stukje horgaas in
I de linkerhand en
V begint te raspen,
daarbij vooral niet
te nat indoopen en
eerst goed af-
schrapen en pro-
f/ beeren op een an-
der stukje. U doet
zoo den heelen onderrand,
steeds het
verleggend.
Wilt u de ronding heel
mooi hebben, dan is het beter den
getanden rand in zijn geheel te
knippen. We trekken dan de ron
ding der kap na. Vervolgens meet u
uit of u drie of
twee herten op het
kunt heb-
drie is wel
verdee-
derden vleermuizen die zich tegen den nacht over
stad en land verspreidden.
Op zekeren dag was het vleermuizental zóódanig
uitgebreid, dat de lucht er door verduisterd "Werd en
de burgemeester van de stad een belooning uitloofde
aan dengene die het land van deze plaag kon be
vrijden. Talrijke menschen trokken erop uit om de
vleermuizen te dooden, maar zij keerden telkens
onverrichter zake terug, daar de dieren zich hiervan
zoo goed als niets aantrokken. Op een goeden keer
echter ging er een jonge boer op stap die Adriaan
heette en die beweerde dat hij het zaakje wel even
tjes zou opknappen.
De menschen lachten hem allemaal uit, daar
ze wisten dat Adriaan niet in staat was ook
maar één dier kwaad te doen. Ze zeiden onder
elkaar dat Adriaan nooit een vleermuis zou durven
aanpakken.
Maar Adriaan ging recht o; den toren af en vroeg
.en koning der vleermuizen te spreken.
De koning stond hem aanstonds te woord.
„Ik ben niet gekomen, o koning,” begon Adriaan.
„om u of één van uw volk te dooden. Ik wil slechts
een afspraak met u maken.”
„Zoo zoo, laat eens hooren”. zei de
koning.
„Wat zou u ervan zeggen. Majesteit, als we
dit eens afspraken: u verbiedt uw onderdanen
om boven de stad te fladderen. In ruil
daarvoor brengen we allen af val van de stad A
naar uw toren. Dat is voldoende voor uw
volk om zich mee te voeden".
„Goed”, zei de koning der vleermuizen toen.
„ik houd van menschen die geen
geweld gebruiken en meer hech-
ten aan verstandig overleg. Zeg
aan de menschen van de stad, datx**"^^^^
ik uw voorwaarde aanneem en bo
vendien beloof ik haar, dat ik door Jr
mijn onderdanen het hee- w ‘2®
le land zal laten zuiveren
van schadelijke insecten.” Zrt
Het
indien u
voor een
zen bol. U weet wel, da
mes, van dat nieuwe z.g. bevroren glas.
Doch ook een effen groene bol of een an
dere lichte kleur kan gebruikt worden voor
den voet.
Een kurk komt er in met een plaatje en
een fitting er op, zooals reeds meermalen
beschreven. Het koord kqmt weer door een
gaatje in de kurk naar boven, daar we na-
tifurljjk geen gaatje in een glazen bol gaan
maken. Ook kan u een ijzerdraad-geraamte
maken, zooals beschreven, waarin het
lampje komt te hangen, boven in de kap.
De grootte van de kap maakt u naar
evenredigheid van den glazen bol. Heeft u
de kap uitgeknipt, uit wit doorzichtig lam-
pekappenpapier, dan perforeert u langs
den boven- en onderkant op gelijke af
standen gaatjes in de kap en nu zijn we
voor het spuiten klaar, want dames, dit
gebeurt vóórdat de kap geplakt wordt. O ja.
voor ik het vergeet, 2 c.M voegt u extra aan
de kap toe om over te plakken, de einden 1
c_M. over elkaar.
Het plakken gebeurt met gom en het is
het beste over een heele plaklijn een platte
liniaal te leggen en daarop iets zwaars te
zetten aan den binnenkant natuurlijk.
Voor we beginnen te spuiten, gaan we de
motieven op ware grootte geteekend na
trekken en uitsnijden.
U heeft wel een stuk lampekappenpapier
overgehouden. U legt dit over het motief in
de krant en trekt alle lijnen zorgvuldig na.
We zorgen, dat rondom de geteekende lijn
een flink stuk doorzichtig papier blijft en
dat ieder motief, het hert, het rotsmotief en
de grillige grondlijn, midden op een apart
flink groot stuk papier komt te staan. Het
papier rondom aanlaten, komt u straks te
pas, wanneer het motief uitgesneden is en
we gaan spuiten. U voorkomt daarmee, dat
SC
H;
1*
B.
30
N
Op drie uren afstand van de stad lag de zooge
naamde vleetmuizentoren.
Deze toren was eertijds bewoond door Mieke, de
vrouw van den molenaar, maar op zekeren dag was
Mieke heelemaal verdwenen en op de hooge berg
spits, op de plaats waar Mieke gewoonlijk stond,
groeide een groote zwarte zonnebloem.
Eenzaam en verlaten stond het huisje op de spits
en diende noe slechts als verblijf Plaats voor de hon-
Pig. 1: Varenblad uit de duinen.
Fig. 3: Wintergroen.
Fig. 3: Kraaiheide.